art A de Jongh over Angst - Opleidingen Bijzondere Tandheelkunde

JAARGANG 1, NUMMER 14
24 MEI 2014
• BE
E
E VAN DE W
STJ
•
EEK
MET DE KENNIS VAN NU
DE GEWONE STEEKMUG:
BEST WEL NUTTELOOS
PAG 32
WETENSCHAP CULTUUR LITERATUUR TIJDGEEST TECHNOLOGIE FILOSOFIE
DOODSANGST VOOR DE DOKTER
WE WORDEN STEEDS BANGER VOOR MEDISCHE INGREPEN.
WAT MOETEN WE DAARAAN DOEN?
MIDDEN IN DE
SCHALIE-OLIEKOORTS
JOSEPH ROTH
IN AMSTERDAM
VOETBAL REGISTREER
JE ZO
PAGINA 17
PAGINA 26
PAGINA 51
DE VOLKSKRANT
GEZONdHEId
PANISCHE PATIËNTEN
DOKTER, BIBBER
Vele honderdduizenden Nederlanders raken in paniek bij
alleen al het vooruitzicht op een medische behandeling.
Sommige kankerpatïenten zijn zo bang dat ze hun
chemokuur niet afmaken. Hoe artsen en ziekenhuizen
proberen patiënten op hun gemak te stellen.
Door Ellen de Visser Foto’s Krista van der Niet
8
SIR EDMUND / 24 MEI 2014
9
DE VOLKSKRANT
H
et begint al als de schuifdeuren
van het ziekenhuis opengaan: de
geur van ontsmettingsmiddelen
laat je maag draaien. Dan die
wachtkamer met zwijgende patiënten, de doos met naalden die
op de balie staat, die doodenge
prik die straks volgt, de vreselijke
operatie die er mogelijk aankomt,
de gedachte aan bloed, aan wonden en dan ook nog overal om je
heen die huiveringwekkende witte jassen. Je hebt al
een week slecht geslapen en je denkt dat het toch
maar beter is als je nu, bij die balie met de naalden,
je afspraak afzegt en volgende week terugkomt. Misschien.
Nee, dit is geen beschrijving van een uitzonderlijke neuroot. Medische fobieën laten ziekelijke angsten voor spinnen, grote hoogten en vliegtuigen ver
achter zich. Niemand gaat voor zijn plezier naar de
dokter of de tandarts, maar vele honderdduizenden
Nederlanders raken zo in paniek van bijvoorbeeld
bloed (hemofobie), injecties (trypanofobie), operaties (tomofobie), pijn (algiofobie), artsen (iatrofobie)
of tandartsbehandelingen (odontofobie) dat zo’n
bezoek een nachtmerrie wordt.
Arts Henk Schenk: ‘Er zijn patiënten die hevig beginnen te trillen als ze hier de drempel overstappen.’
Medisch psycholoog Dorine van Woerden (AMC):
‘Ik ken kankerpatiënten die een chemokuur krijgen
en al misselijk worden zodra ze langs de snelweg het
bordje AMC zien staan. Soms maken ze hun kuur
niet eens af en beginnen ze jaren later nog te kokhalzen als ze hier binnenkomen.’
Tandarts en hoogleraar Ad de Jongh: ‘Ik ken mensen die al ruim dertig jaar niet naar de tandarts zijn
geweest. Hun gebit is gereduceerd tot stompjes, ze
hebben altijd pijn en voortdurend ontstekingen
waarvan het pus afwatert in hun mond, en dat proef
je en ruik je. Maar ze nemen dat allemaal voor lief,
want hun angst is te groot.’
Duitse psychiaters waarschuwden een paar jaar
geleden in het Journal of Medical Case Reports dat het
aantal fobische patiënten door de medische vooruitgang fors zal toenemen. De Duitsers beschreven in
het vakblad een extreem geval van tomofobie, bij een
69-jarige man die een levensreddende bypassoperatie weigerde omdat hij volslagen in paniek raakte
van het vooruitzicht onder narcose te moeten. De
man leed ook al twintig jaar hevige pijn vanwege artrose en een hernia, maar had daarvoor vanwege dezelfde fobie nooit een arts bezocht.
‘Artsen krijgen in toenemende mate te maken met
patiënten die ingrepen weigeren’, voorspelden ze.
Al die puncties, scans en nieuwe operatietechnieken
en alle medische tv-programma’s die daarvan verslag doen, wakkeren sluimerende angsten aan.
Een bange patiënt mijdt de zorg en dat maakt een
medische fobie potentieel gevaarlijk, en ook zo anders dan een extreme angst voor bijvoorbeeld spinnen of grote hoogtes, zegt Ad de Jongh, hoogleraar
angst- en gedragsstoornissen aan de Universiteit van
10
DE SCHOOLTANDARTS
De schooltandarts wordt
door velen aangewezen
als hoofdschuldige voor
hun tandartsangst. Na de
Tweede Wereldoorlog
kwam er veel suikerrijk
voedsel op de markt, wat
de toch al slechte kindergebitten geen goed
deed. De oplossing was
de schooltandarts, die
jaarlijks met de bus het
schoolplein opreed en
een siddering door de
klaslokalen liet gaan.
Hoogleraar Ad de Jongh:
‘De tandarts vond de eerste jaren meestal meer
dan tien gaatjes per kind
en verdoofd werd er toen
nog niet. Kinderen moesten met zijn drieën tegelijk naar binnen, dus ze
zaten te kijken hoe hun
klasgenoot werd gemaltraiteerd en daarna
moesten ze zelf in de
stoel. En dan terug in de
klas heel erg opscheppen
hoe erg het was en hoeveel pijn ze hadden moeten doorstaan. De anderen wisten precies wanneer ze aan de beurt waren want de oproepen
gingen op alfabetische
volgorde.’ De schooltandarts is inmiddels afgeschaft; de meeste
mensen gaan nu naar een
reguliere tandarts.
Amsterdam. ‘Het is de enige fobie die
gevolgen kan hebben voor de gezondheid van je lichaam.’
De medische literatuur maakt duidelijk hoe heftig die gevolgen kunnen
zijn. Bange patiënten halen geen vaccinaties, vermijden bloedonderzoek
en scans, zien af van operaties, stellen
bij een zwangerschap controles uit.
Dorine van Woerden behandelt in het
AMC onder meer patiënten met diabetes die last hebben van een injectiefobie, een veelvoorkomend probleem,
vertelt ze. ‘Zij prikken zich niet of te
weinig en dat schaadt hun gezondheid.’
Vandaar de inzet van artsen, tandartsen en ziekenhuizen, die de laatste
jaren uit alle macht en op tal van manieren proberen om de angstige patiënt op zijn gemak te stellen en te helpen. Want met een ‘stelt u zich niet
aan’ of ‘het valt best mee’ kan de dokter van nu niet meer aan komen.
Om te beginnen lijkt het ziekenhuis
tegenwoordig zo min mogelijk op een
ziekenhuis, met kunst aan de muur,
kleurige kamers en gedempt licht. De
divisie Health Care van Philips heeft er
zelfs een speciale designafdeling voor.
Zo kunnen mri-ruimtes met behulp
van touchscreens worden omgetoverd in themakamers (jungle, onderwater, lucht), om de ‘patiëntenbeleving positief te beïnvloeden’.
Ook de techniek helpt mee. Sommige ziekenhuizen gebruiken al lachgas tegen de angst of een kalmerende
neusspray. En, hosanna voor iedereen
met prikangst, de pijnvrije naald is in
aantocht. Deze week hielden wetenschappers in het Amerikaanse Baltimore een internationaal congres over
de micronaald. Er loopt al een proef
met de vaccinatiepleister, een pleister
met naaldjes van minder dan een millimeter lang waar het vaccin als droge
stof in zit.
Prikangstigen in nood, die vanwege
werk of naderende vakantie per se een
vaccinatie nodig hebben, kunnen terecht bij Henk Schenk. De Amersfoortse arts houdt elke maandagmiddag in het Meander Medisch Centrum
een spreekuur voor patiënten met een
extreme angst voor injecties. Zelfs vanuit het buitenland komen ze naar hem
toe, vertelt hij. Tijdens de eerste afspraak praat hij alleen maar met ze,
om hun vertrouwen te winnen. De
keer daarop volgt de prik, maar dan
wel met wat assistentie. Schenk ge-
bruikt lachgas dat patiënten zelf via
een mond-neusmasker kunnen toedienen. Ze blijven daardoor bij kennis,
legt hij uit, maar voelen zich tijdelijk
een beetje dronken in het hoofd. ‘Het
is bedoeld om de ergste spanning weg
te halen.’
Hij zegt: ‘Het zal nooit hun hobby
worden, maar ik leer patiënten zo veel
mogelijk op eigen benen te staan zodat ze een volgende keer mijn hulp
niet meer nodig hebben.’
Wie doodsbang blijft, kan in behandeling. De meeste patiënten zijn te helpen, zegt Dorine van Woerden, medisch psycholoog in het AMC. ‘Het is
mijn taak te achterhalen waar hun
angst vandaan komt. Dat kan variëren
van een eerdere traumatische ervaring tot angst voor pijn tot seksueel
misbruik. Als ik de oorzaak in beeld
heb, kan ik ermee aan de slag.’
Ze biedt patiënten cognitieve gedragstherapie (om een ander gedachtenpatroon aan te leren), EMDR (een
behandeling om een ingrijpende ervaring te verwerken) of ontspanningsoefeningen. Of exposure, een techniek
waarbij patiënten stapsgewijs worden
blootgesteld aan dingen die een angstige reactie opwekken. Bij een spinnenfobie is dat eerst een plaatje, dan
een filmpje en dan een echt beest, zegt
Agnes van Minnen, hoogleraar behandeling van angststoornissen aan de
Radboud Universiteit in Nijmegen, en
dat werkt bij naalden of operaties precies zo.
Van Minnen behandelt als klinisch
psycholoog in het centrum voor
angststoornissen Overwaal vooral patiënten met een bloed- of injectiefobie,
die na jaren van vermijding eindelijk
hulp zoeken. Verschil met andere fobieën is dat die patiënten vaak flauw
vallen, zegt ze. Daarom leren ze om
kunstmatig hun bloeddruk op te stuwen, door de spieren van armen, borst
en bovenbenen aan te spannen.
En dat helpt, weet Brit Verheul, die
de exposure-training twee keer onderging om van haar prikangst af te komen. ‘Ik val flauw als ik bang ben en zo
is die angst ontstaan. Als kind al was ik
bang voor vaccinaties. Ik stond niet te
janken in de rij nee, ik viel, boem, op de
grond. Dan was iedereen in paniek,
stonden ze te schreeuwen en met zakdoekjes met eau de cologne te wapperen en op mijn gezicht te slaan. Heel
onprettig. Ik ben al zo vaak flauwgevallen en als dat elke keer weer gebeurt,
versterkt dat de angst. Die angst
SIR EDMUND / 24 MEI 2014
Als kind al was
ik bang voor
vaccinaties.
Ik stond niet te
janken in de rij
nee, ik viel, boem,
op de grond
Brit Verheul volgde een training
om van haar prikangst af te komen
breidde zich uit. Zat ik huilend bij de
gynaecoloog alleen maar omdat hij
even wilde kijken wat er met me aan de
hand was.’
Drie jaar geleden wilde haar huisarts
een bultje op haar arm weghalen en
daar raakte ze zo van in paniek dat ze
zich realiseerde: er moet iets gebeuren.
‘De psycholoog liet me oefenen. Ik
moest eerst naar een medisch programma kijken, en daarna een ziekenhuis binnen lopen zonder dat ik er een
afspraak had. Toen moest ik spuiten op
tafel aanraken, vervolgens mezelf een
prikje geven. Uiteindelijk heeft de huisarts me geprikt en moest ik benoemen
wat ik voelde. Zo konden mijn negatieve gedachtes worden bijgestuurd.
Een week na die training heeft hij het
Sommige ziekenhuizen
gebruiken al lachgas
tegen de angst of een
kalmerende neusspray.
En, hosanna voor
iedereen met prikangst,
de pijnvrije naald is in
aantocht
bultje kunnen weghalen. En ik viel er
niet bij flauw.’
De afgelopen tijd is ze twee keer geopereerd. ‘Niet dat ik fluitend het ziekenhuis in ga maar het is draaglijk geworden. De positieve ervaringen beginnen mijn angst te overheersen.’
Honkvast op de eerste plaats in de
ranglijst van medische boemannen: de
tandarts. De tandartsfobie is de meest
voorkomende fobie, het haakje en de
boor behoren tot de meest vervloekte
medische instrumenten. Een paar jaar
geleden bleek uit een Amsterdams promotie-onderzoek dat zeker 600 duizend Nederlanders zo panisch voor de
tandarts zijn dat ze niet gaan. In zijn
boek Angst voor de tandarts heeft hoog-
leraar en tandarts Ad de Jongh een aandoenlijk briefje opgenomen van een
van zijn patiënten: ‘Geachte mijnheer
de tandarts, ik leesde u verhaal in een
boekje over bange mensen voor de
tandarts nou daar ben ik er ook een
van heel erg. Ik heb halve kiesen stukjes tand allemaal verrot dus ik snap
heel goed dat het ook zo niet door kan
gaan. Maar ja die eerste stap.’
Bijna altijd is de oorzaak van
tandartsangst een traumatische ervaring uit het verleden, weet De Jongh:
een kies die zonder verdoving werd getrokken, een tandarts die lomp
reageerde. En negatieve ervaringen,
zegt hij, worden veel beter in het geheugen opgeslagen dan positieve. Eenmaal angstig ontstaat een vici11
DE VOLKSKRANT
Witteman heeft iets gelezen
Sylvia Witteman
Lusten
ls je zwanger bent
mag je opeens zowat
niets meer, en de lijst
van verboden voedingwaren
lijkt wel steeds langer en pesteriger te worden. Goed, comazuipen in rokerige ruimtes, heroïne spuiten met vervuilde naalden of trampolinespringen in de negende
maand zijn inderdaad activiteiten waar de meeste zwangeren met enig doorzettingsvermogen wel een
poosje búiten kunnen, maar
tegenwoordig zijn zelfs cola
en stroopwafels al verdacht.
Gelukkig ligt dit alles ver
achter mij. Ik had nog een
boekje dat twee glazen wijn
per dag toestond, dus als
mijn kinderen soms een
beetje vreemd doen is het
niet écht mijn schuld. Nee,
dan heeft de huidige generatie moeders het moeilijker,
dank zij Google. Want zonder
drank, drugs en stroopwafels
ligt oeverloze tobberij al
gauw op de loer, en voor tobbers is op internet altijd
volop voer te vinden.
A
Op de sociale media kwam
afgelopen week een leuk artikeltje voorbij. Zwangere
vrouwen googelen fervent
op wat ze nou nog wél mogen. Zalm? Zwemmen?
Kwark? Seks? Het grappige is:
die zwangerschapslusten (en
angsten) verschillen per
land. Spaanse vrouwen maken zich zorgen over paté,
rauwe ham en zonnebaden.
In Duitsland gaat het om salami, honing, mozzarella en
saunabezoek. In India staat
vreemd genoeg ‘pizza’ op de
eerste plaats van geliefd (en
gevreesd) zwangerschapsvoer, gevolgd door mango,
banaan en papaya. In Nigeria
is vooral ‘koud water’ link. Ja,
dan woon je in zo’n warm
land en dan zul je je hele
zwangerschap lauw water
moeten drinken, ik sprong
nog liever in een ravijn.
Braziliaanse zwangere
vrouwen vragen zich voornamelijk af of ze hun haar
mogen blijven verven en fiet-
sen. Fietsen! Ik wist niet eens
dat er fietsen bestónden in
Brazilie. Die malle Mexicanen ten slotte willen liefst op
naaldhakken blijven lopen,
iets dat zelfs on-zwanger eigenlijk niet te doen is. Maar
goed, Mexicaanse vrouwtjes
zijn vaak erg klein, dus ik begrijp het wel.
Ik las die lijstjes met toenemend medelijden. En zelfmedelijden, met terugwerkende kracht. Ik hoor nóg die
vroedvrouw zeggen ‘ja, een
glas wijn/een kop koffie/ zonnebaden/je haar verven kan
waarschíjnlijk geen kwaad,
maar ja, je weet het nooit zeker hè...en je hebt zo’n kleinigheid toch die paar
maandjes wel óver voor je
kindje?’ Noem het maar een
kleinigheid. Negen maanden
geen sappige biefstuk, geen
drank, geen stinkende brie,
en hoogstwaarschijnlijk nog
voor de kat zijn kont ook. En
dan maar tegen heug en
meug walgelijke levensmiddelen als melk en bananen
naar binnen proppen, omdat die baby anders van alles
tekort komt.
In zekere zin was dit lijstje
van geliefde en eventueel verboden spijzen erg verhelderend. Zo’n baby weet natuurlijk niet of zijn moeder Australisch of Nigeriaans is. Als
een Nederlandse baby tegen
fietsen en koud water kan,
kan een ongeboren Mexicaantje dat ook. Kan een Braziliaanse moeder zich straffeloos vol mango’s proppen,
dan zal dat ook een Indiase
foetus geen kwaad doen.
Zwangeren aller landen,
trek uw conclusie. Heeft u
trek in zalm of kwarktaart en
vreest u de gevolgen? Bedenk dan dat die spijzen elders op de wereld volkomen
onverdacht zijn. Heeft u een
pesthekel aan melk? Gewoon laten staan, dat doen
ze in China ook.
En blijf anders gewoon
lekker tobben. Dat is gelukkig overal toegestaan.
[email protected]
euze cirkel, legt hij uit: wegblijven
leidt op den duur tot pijn, stank,
schaamte, en het besef dat er gaandeweg alleen maar meer in de mond
moet gebeuren, wat de angst weer vergroot en de drempel van de tandartspraktijk nog hoger maakt.
Niet zelden is het de familie of zelfs
de werkgever die maatregelen eist.
Dan kan de angstige patiënt terecht in
een van de negentien centra voor bijzondere tandheelkunde. De Jongh,
verbonden aan het Amsterdamse centrum ACTA, legt uit wat daar gebeurt:
‘In hun hoofd zien patiënten rampen.
Dat beeld moet worden bijgesteld. Wij
proberen stapsgewijs hun angst te falsificeren. Hoe? Eerst doen, dan durven,
is het motto. Als een patiënt eenmaal
ervaart dat een behandeling voorspelbaar, beheersbaar en pijnloos kan zijn,
ontkracht dat geleidelijk aan het negatieve denkpatroon.’
Tandartsangst komt vooral voort uit
hulpeloosheid, zegt De Jongh. ‘Je bent
kwetsbaar, je ligt achterover, overgeleverd aan een vreemde. Daarom spreken we ook een stopsignaal af. Steekt
de patiënt zijn hand op, dan wacht de
tandarts. Dat geeft een gevoel van controle.’
Sinds een paar jaar kan de tandartsstoel ook met lachgas worden bedwongen, soms zelfs met narcose. In
een modern pand aan de rand van Alphen aan den Rijn helpen twee teams
van tandartsen, anesthesiologen en
anesthesiemedewerkers wekelijks
zo’n dertig patiënten die zo bang zijn
dat ze liever helemaal onder zeil gaan.
Een behandeling duurt maximaal
tweeënhalf uur, zegt office manager
Sandra van der Sloot, zodat de patiënt
dezelfde dag nog veilig naar huis kan.
Hun begeleiders (familie of soms gewoon de buurman) krijgen intussen
van de gastvrouw koffie en broodjes.
De Jongh is geen voorstander van
narcose, zegt hij. ‘Daarmee help je patiënten niet van hun onderliggende
angst af.’ Zie het als een achterdeur
voor patiënten bij wie het anders echt
niet gaat, reageert Van der Sloot. ‘Wij
winnen daarmee hun vertrouwen terug. Daarna proberen we ze terug te laten komen voor controles om ze voor
te bereiden op een bezoek aan de reguliere tandarts.’
Heel soms lukt het ook de narcosetandarts niet. Van der Sloot herinnert
zich een man die drie keer niet kwam
opdagen. ‘Uiteindelijk stuurde hij ons
een mail. Hij had steeds voor de deur
12
CIJFERS
Onderzoek onder Nederlandse
volwassenen wijst uit dat ruim
9 procent erg angstig wordt bij
het zien van bloed. Bij 1 procent
is die angst zo groot dat sprake
is van een fobie. Dezelfde steekproef, gepubliceerd in het European Journal of Oral Sciences,
wijst uit dat 1,1 procent van de
Nederlanders een fobie heeft
voor injecties, 16 procent is er
bang voor. Bij diabetespatiënten
is de prikangst groter: 14 procent geeft aan extreem angstig
te zijn voor de insuline-injecties.
Kleine ruimtes, inclusief mriscanners, boezemen ruim
17 procent van de Nederlanders
angst in; bij 1,6 procent is sprake
van een fobie. Europees onderzoek laat zien dat 3,3 procent
van de mensen een fobie heeft
voor verwondingen. Een kwart
van de Nederlanders is bang
voor de tandarts; 600 duizend
van hen hebben een tandartsfobie. Dat is vermoedelijk een onderschatting, zegt hoogleraar
De Jongh, want niet iedereen
komt ervoor uit. ‘Er zijn genoeg
mensen die smoesjes bedenken
om niet naar de tandarts te hoeven.’
Bloed- en naaldenfobieën
komen bij mannen en vrouwen
evenveel voor. Volgens Henk
Schenk, die patiënten met prikangst behandelt, zoeken vrouwen er eerder hulp voor.
gestaan maar hij durfde niet naar binnen.’
Fobieën zijn ontspoorde angsten,
schrijven de Canadese hoogleraren
Martin Antony en Mark Watling in
hun boek Overcoming medical phobias,
en die ontsporingen ontstaan meestal
in de jeugd. Ze kunnen er zelfs een gemiddelde leeftijd bij noemen: 14 jaar.
Nu medische behandelingen almaar
ingewikkelder en bedreigender worden, ligt een toename aan nieuwe fobieën op de loer. Preventie is van groot
belang, waarschuwen ze: trauma’s bij
kinderen moeten worden voorkomen.
Vandaar het teddyberenhospitaal,
een internationaal project waarbij
kinderen eens per jaar met hun knuf-
SIR EDMUND / 24 MEI 2014
‘In hun hoofd zien
patiënten rampen.
Dat beeld moet
worden bijgesteld.
Hoe? Eerst doen,
dan durven, is
het motto
Hoogleraar en tandarts
Ad de Jongh
fel naar het ziekenhuis mogen om zo
de angst voor dokters weg te nemen.
Vandaar ook dat steeds meer tandartsen de tijd nemen om kinderen te behandelen en daarbij hun woordkeus
aanpassen. Een verdoving heet dan
opeens slaapwater, een hechting is een
pleisterdraadje.
In het Hersencentrum van het UMC
Utrecht laat Sarah Durston, hoogleraar
ontwikkelingsstoornissen van de hersenen, een mri-scanner zien van mdf.
Een oefensessie maakt duidelijk dat de
houten replica in niets onder doet voor
de serieuze variant, even verderop in
het ziekenhuis. Achter minuscule gaatjes branden kerstboomlampjes, de
boxen links en rechts produceren het
Eens per jaar mogen
kinderen met hun
knuffel naar het
teddyberenhospitaal
komen om zo hun
angst voor dokters
kwijt te raken
kenmerkende lawaai. Dat geluid is opgenomen in een echte scanner en met
een decibelmeter geijkt, vertelt Durston, zodat het net zo hard klinkt.
Durston zag de houten scanner in
het ziekenhuis in New York waar ze
promotie-onderzoek deed. Eenmaal terug in Utrecht wilde ze wetenschappelijk onderzoek doen bij jonge kinderen, maar ze kreeg geen toestemming
voor de benodigde mri-scans. Ze nam
een meubelbouwbedrijf in de arm en
deed een proef met de houten oefenscanner. Dat ging prima, de kinderen
bleken absoluut niet angstig. Sindsdien is het gebruik van de oefenscanner verplicht bij wetenschappelijk
mri-onderzoek met kinderen.
Het meubelbouwbedrijf heeft intus-
sen ook voor andere ziekenhuizen
mdf-scanners gebouwd. Die worden
nu ook ingezet voor klinisch onderzoek, bij zieke kinderen (en soms volwassenen) die bang zijn. Mri-angst
komt veel voor, weet Durston, vooral
bij volwassenen: ze kent collega’s die al
in paniek raken als ze aan de smalle
buis dénken.
Soms gebruikt ze een kitten scanner,
een miniatuur-mri waar kinderen een
knuffel in mogen leggen, een olifant
met een heel groot hoofd. Durston:
‘Leggen we daarna mama in de houten
oefenscanner en dan het kind. Het
blijkt een perfecte voorbereiding. De
smileys waarmee kinderen uitleggen
hoe bang ze waren, laten meestal een
grote lach zien.’
13