Het onderzoek - Nationaal Comité 4 en 5 mei

Nationaal Vrijheidsonderzoek 2014
Beleving, houding en draagvlak ten aanzien van 4 en 5 mei
Inhoudsopgave
pagina
1.
Achtergrond en doelstelling
3
2.
Algemene samenvatting
5
3.
De context van 4 en 5 mei
8
4.
Herdenken: 4 mei
19
5.
Vieren: 5 mei
35
Bijlage
48
Nationaal Vrijheidsonderzoek
2014
Veldkamp
Dieter Verhue
Lisa Jorritsma
Bart Koenen
Onderzoeksverantwoording
April 2014 / P6129
2
Draagvlakdeel
1. Achtergrond en doelstelling
3
Achtergrond en doelstelling

Sinds 2001 wordt het Nationaal Vrijheidsonderzoek door Veldkamp uitgevoerd. Dit onderzoek is opgezet om de
beleving van Nederlanders ten aanzien van 4 en 5 mei te monitoren. Dit wordt gedaan vanuit de gedachte dat
deze beleving in de loop der tijd kan veranderen. De beleving kan veranderen doordat de Tweede Wereldoorlog
steeds verder achter ons ligt en jongere generaties in de samenleving geen eigen herinneringen meer hebben
aan de Tweede Wereldoorlog.

Willen 4 en 5 mei een duidelijke plaats behouden in onze samenleving, dan moeten deze dagen blijven
aansluiten bij de beleving van de burgers. In dit rapport wordt ingegaan op het draagvlak voor de jaarlijkse
Nationale Herdenking op 4 mei en de viering van de Nationale Bevrijding op 5 mei.

Het Nationaal Vrijheidsonderzoek is uitgevoerd onder een representatieve steekproef van 929 personen uit het
Nederlands publiek van 13 jaar en ouder. Binnen deze steekproef zijn ook westerse en niet-westerse
allochtonen ondervraagd. Een onderzoeksverantwoording is als bijlage bij dit rapport opgenomen.

Naast de vragen in dit draagvlakdeel zijn in het themadeel aanvullende vragen gesteld over de persoonlijke
beleving van 4 en 5 mei. Dit themaonderzoek wordt later in 2014 gerapporteerd.
4
Draagvlakdeel
2. Algemene samenvatting
5
Algemene samenvatting (1/2)
Toenemende zorgen over oorlog
Meer Nederlanders zijn zich het afgelopen jaar zorgen gaan maken om vraagstukken die wereldwijd spelen.
Ten opzichte van voorgaande jaren is men zich vaker zorgen gaan maken over oorlog en terrorisme. De
oplopende spanningen in Oekraïne spelen vermoedelijk een rol in de toegenomen zorgen over oorlog. Aan
een andere trend lijkt dit jaar een einde gekomen: voor het eerst sinds het uitbreken van de kredietcrisis in
2008 maken Nederlanders zich minder vaak zorgen over de economische crisis.
De Tweede Wereldoorlog blijft een actueel onderwerp van gesprek
De Tweede Wereldoorlog en de aanslagen op ‘9-11’ zijn twee historische gebeurtenissen die het denken over
vrijheid en onvrijheid van ruim de helft van de Nederlanders sterk hebben beïnvloed. De Tweede
Wereldoorlog is vandaag de dag nog steeds een actueel onderwerp van gesprek: acht op de tien
Nederlanders praten nog over deze oorlog. Het meest praat men hierover in gezins- of familieverband.
6
Algemene samenvatting (2/2)
Groot en stabiel draagvlak voor 4 en 5 mei
Het belang dat aan 4 en 5 mei wordt gehecht is door de jaren heen groot en stabiel. Net als in andere jaren
hechten ouderen meer belang aan beide dagen dan jongeren. Het belang neemt toe met de leeftijd
(leeftijdseffect). Er is dus geen sprake van een generatie-effect waarbij het belang per elke nieuwe generatie
verschilt. 4 Mei wordt door acht op de tien Nederlanders gezien als een dag waarop ze zich verbonden voelen
met andere Nederlanders. Bij 5 mei zijn dat zeven op de tien Nederlanders; dat is ongeveer evenveel als het
aantal Nederlanders dat aangeeft dat zich met elkaar verbonden voelen op Koningsdag.
Men herdenkt steeds vaker Nederlandse slachtoffers
De laatste jaren was een verschuiving te zien in wie men op 4 mei herdenkt en wat men op 5 mei viert. Steeds
meer mensen dachten op 4 mei aan alle slachtoffers uit de hele wereld van alle oorlogen en steeds minder
mensen denken specifiek aan slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Deze trend lijkt zich in 2014 niet door
te zetten, want nu herdenkt bijna een derde van de bevolking specifiek Nederlandse slachtoffers van de Tweede
Wereldoorlog.
7
Draagvlakdeel
3. De context van 4 en 5 mei
8
De context van 4 en 5 mei – uit de actualiteit
In het nieuws tijdens het onderzoek
Nieuws en actualiteiten kunnen invloed hebben op hoe mensen over
maatschappelijke onderwerpen denken. Zo was in de periode dat het veldwerk
van het Nationaal Vrijheidsonderzoek werd uitgevoerd - van 26 maart tot en
met 13 april - de crisis in Oekraïne volop in het nieuws. In de weken
voorafgaand aan het veldwerk werd na een wekenlange volksopstand
president Janoekovitsj afgezet en scheidde de Krim zich af. Begin april lopen
de spanningen in het oosten van Oekraïne steeds verder op waardoor de
dreiging van een oorlog tussen twee nationale staten in Europa steeds groter
wordt.
Ook is er veel media aandacht voor de vermiste Boeing MH370 van Malaysia
Airlines. Het toestel verdween kort na het opstijgen op 8 maart 2014 van de radar
en sindsdien werd niets meer van het vliegtuig vernomen. In de periode van het
veldwerk blijven theorieën over de mogelijkheid van een terroristische aanslag of
kaping van het toestel aanhouden.
9
De context van 4 en 5 mei – samenvatting
Zorgen wereldwijd
Het is belangrijk om na te gaan hoe maatschappelijke thema’s zich verhouden tot 4 en 5 mei. In het Nationaal
Vrijheidsonderzoek wordt daarom al jarenlang gevraagd naar de zorgen van het Nederlands publiek over
verschillende wereldproblemen.
Meer zorgen over problemen wereldwijd
Het jaar 2013 liet een daling zien van het aantal Nederlanders dat zich zorgen maakt over problemen die
wereldwijd spelen. In 2014 stijgen de zorgen weer: bijna de helft van de Nederlanders maakt zich weleens zorgen
over problemen die wereldwijd spelen.
Meer zorgen over oorlog en terrorisme
Ook in de prioritering van de mondiale problemen zijn grote veranderingen te zien. Zo is men zich voor het eerst
sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 minder zorgen gaan maken over de economische crisis, terwijl de
zorgen over oorlog en terrorisme op het hoogste niveau sinds jaren liggen.
10
De context van 4 en 5 mei – samenvatting
Waar denkt men aan bij de term ‘oorlog’?
Bijna acht op de tien Nederlanders denken bij de term oorlog in eerste instantie aan de Tweede Wereldoorlog. De
associatie met de Tweede Wereldoorlog is nooit eerder zo hoog geweest.
Tweede Wereldoorlog blijft onderwerp van gesprek
De Tweede Wereldoorlog en de aanslagen op ‘9-11’ zijn de twee gebeurtenissen die het meest bepalend zijn
geweest in het denken van Nederlanders over vrijheid en onvrijheid. De Tweede Wereldoorlog is voor acht op de
tien Nederlanders nog steeds een actueel onderwerp van gesprek, met name in de familiekring.
Op 4 en 5 mei voelt men zich verbonden met andere Nederlanders
Acht op de tien Nederlanders voelen zich tijdens de Dodenherdenking verbonden met andere Nederlanders. Ook
tijdens de viering van de Bevrijding op 5 mei en Koningsdag voelen zeven op de tien zich verbonden met elkaar.
11
De context van 4 en 5 mei - zorgen over zaken buiten Nederland
Meer Nederlanders zijn zich het afgelopen jaar zorgen gaan maken over zaken die wereldwijd spelen. Iets minder dan de helft maakt zich
net als in 2011 en 2012 (heel) vaak zorgen over zaken die wereldwijd spelen. Ouderen en hoger opgeleiden maken zich vaker zorgen dan
jongeren en lager opgeleiden.
Maakt u zich weleens zorgen over zaken die wereldwijd spelen?* (n=929)
zorgen per leeftijdsgroep
(percentage ‘vaak’ zorgen)
%
%
100
80
50
63
60
35
24
49
49
48
24
39
41
45
51
49
24
65-plus
42
2013
37
36
32
30
27
27
24
23
2011
2012
20
25
28
24
2013
2014
0
2009
(heel) weinig
niet vaak, niet weinig
(heel) vaak
* In 2010 is deze vraag niet gesteld.
12
58
0
13 – 17 jaar 18 – 24 jaar 25 – 34 jaar 35 – 49 jaar 50 – 64 jaar
40
53

2014
Opleiding: hoger opgeleide Nederlanders
maken zich vaker zorgen dan lager opgeleide
Nederlanders (61% versus 34%). Het ‘zorgen
niveau’ van middelbaar opgeleiden ligt rond
het Nederlands gemiddelde (48% maakt zich
zorgen. Op andere achtergrondkenmerken zoals sekse of culturele afkomst – zijn geen
verschillen te zien.
De context van 4 en 5 mei - zorgen over zaken buiten Nederland
Nederlanders maken zich vaak zorgen om wereldwijde kwesties als terrorisme, oorlog, spanningen tussen religieuze groepen en de
economische crisis. Waar men zich zorgen over maakt, is mede afhankelijk van leeftijd.
Over welke van de volgende onderwerpen die wereldwijd spelen maakt u zich
zorgen? (drie antwoorden mogelijk; percentages genoemd in top-3; n=886)
genoemd in de top-3
terrorisme
45
oorlog
het veldwerk vond
plaats in de periode
dat de crisis in
Oekraïne zich
uitbreidde
43
spanningen tussen religieuze groepen
35
economische crisis
34
armoede
27
schendingen van mensenrechten
22
milieuvervuiling
21
besmettelijke ziektes, epidemieën
meeste zorgen over:

13 t/m 17 jaar
oorlog: 57%

18 t/m 24 jaar
crisis: 48%

25 t/m 34 jaar
oorlog: 47%

35 t/m 49 jaar
oorlog: 46%

50 t/m 64 jaar
terrorisme: 48%

65-plussers
terrorisme: 48%

Leeftijd: vorig jaar maakten alle leeftijdsgroepen
tussen de 18 en 65 jaar zich nog het meest
zorgen om de economische crisis. Nu zijn dat
alleen jongeren van 18- tot en met 24 jaar. Een
mogelijke verklaring hiervoor is de aanhoudende
hoge (jeugd-) werkloosheid onder deze groep.

Opleiding: lager opgeleiden maken zich vaker
zorgen over oorlog dan hoger opgeleiden (51%
versus 38%). Lager opgeleiden maken zich ook
vaker zorgen over armoede dan hoger
opgeleiden (34% versus 25%).
24
klimaatverandering
leeftijd
19
honger
13
energievoorziening
10
migratie
6
0
100 %
50
13
De context van 4 en 5 mei – zorgen over zaken buiten Nederland
Nederlanders zijn zich het afgelopen jaar minder zorgen gaan maken om de economische crisis. De zorgen over oorlog en terrorisme zijn
daarentegen toegenomen. De zorgen om oorlog liggen op het hoogste niveau sinds 2005.
Ontwikkeling van de drie grootste wereldzorgen door de jaren heen*. In de grafiek zijn de
percentages Nederlanders weergegeven die deze drie wereldzorgen noemen in hun top-3.
%
100
economische crisis
terrorisme

Oorlog: de zorgen over oorlog zijn het
afgelopen jaar toegenomen. De situatie
in (oost) Oekraïne is daar wellicht debet
aan. De zorgen over oorlog waren het
grootst in 2003 toen de VS Irak
aanvielen (tweede Golfoorlog).

Terrorisme: de zorgen over terrorisme
stegen na 2004 naar een hoogtepunt
toen terreurnetwerk Al Qaida aanslagen
in Madrid (2004) en Londen (2005)
pleegden.

Economische crisis: de zorgen over
de economie zijn tot 2008 laag. Na de
kredietcrisis in 2008 nemen de zorgen
over de economie exponentieel toe. Het
afgelopen jaar zijn de zorgen over de
economie voor het eerst sinds 2008
afgenomen.
oorlog
aanslagen Londen
80
ontwikkelingen en trends
Oekraïnecrisis
aanslagen Madrid
kredietcrisis
67
oorlog in Irak
61
57
60
49
43
40
Arabische Lente
49
55
47
45
42
36
35
37
48
46
43
41
40
43
35
34
34
27
31
20
45
32
14
9
7
8
7
7
3
0
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2011
2012
2013
2014
* Voor 2008 werd naar de zorgen over ‘de economie’ gevraagd. Vanaf 2011 naar de zorgen over ‘de economische crisis’.
14
De context van 4 en 5 mei – associaties bij de term oorlog
Bijna acht op de tien Nederlanders denken bij de term ‘oorlog’ spontaan aan de Tweede Wereldoorlog. Door de jaren heen is de associatie
met de Tweede Wereldoorlog nog nooit zo groot geweest. Aan andere oorlogen wordt weinig gedacht. Een mogelijke reden voor de stijging is
de crisis in Oekraïne en de vele vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog die de media in dit kader maakten.
Als we het over oorlog hebben, welke oorlog komt dan
als eerste in uw gedachten op? (open vraag; n=929)*
associaties met de Tweede
Wereldoorlog door de jaren heen
% 100
78
Tweede Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog
37
Irak
Afghanistan
Syrië
48
8
Syrië
78
20
2
Irak
8
8
50
2
Eerste Wereldoorlog
51
1
37
28
23
18
10
Afghanistan
11
12
1
Midden Oosten
47
40
36
2
Viëtnam
51
45
1
1
0
9
3
2005
7
7
2006
2008
20
18
14
2009
12
8
11
8
2012
2013
10
8
8
2014
1
Golfoorlogen
2
 De Tweede Wereldoorlog en de oorlogen in Irak en
4
1
Koude oorlog
1
Oekraïne conflict
3
6
8
diversen
0
40
2014
2013
80 %
2012
* De vraagstelling, volgorde in de vragenlijst en codering van de open antwoorden is in 2014 exact
hetzelfde gedaan als in de voorgaande jaren. De grote procentuele stijging van de associatie met
de Tweede Wereldoorlog is dus niet het gevolg van een verandering van deze drie zaken.
15
Afghanistan zijn door de jaren heen de drie
oorlogen die het meest worden genoemd. De
associaties met Irak en Afghanistan zijn de
afgelopen jaren echter fors afgenomen en
nauwelijks meer relevant. Syrië werd in 2013 veel
vaker genoemd dan in 2014.
De context van 4 en 5 mei – denken over (on-)vrijheid
De Tweede Wereldoorlog en de aanslagen op ‘9-11’ hebben het denken over vrijheid en onvrijheid van Nederlanders het meest beïnvloed. In
het Vrijheidsonderzoek van 2013 werd een soortgelijke, maar anders geformuleerde vraag voorgelegd. Toen bleek dat Tweede Wereldoorlog
en de val van de Berlijnse muur een (zeer) sterke invloed hadden op het denken over (on-)vrijheid.
Welke van de volgende gebeurtenissen zijn het meest bepalend geweest in uw
denken over vrijheid en onvrijheid? (kies maximaal vijf gebeurtenissen; n=929)
%
Tweede Wereldoorlog
56
de aanslagen op ‘9-11’
50
val van de Berlijnse muur
28
de moord op Pim Fortuyn
27
slavernij
25
Holocaust / Shoah
25
vrijlating Nelson Mandela
100
veel invloed op
het denken over
vrijheid en onvrijheid
50
61
redelijk veel invloed
op het denken over
vrijheid en onvrijheid
47
17
conflict in het Midden Oosten
17
Syrië
16
kiesrecht voor iedereen
16
vrouwenemancipatie
16
Koude Oorlog
11
Europese samenwerking (EU)
11
oorlog in Joegoslavië
48
41
60
49
57
50
54
13 – 17 jaar 18 – 24 jaar 25 – 34 jaar 35 – 49 jaar 50 – 64 jaar
Tweede Wereldoorlog

geringe invloed
op het denken over
vrijheid en onvrijheid
10
0
41
63
41
0
21
homo-emancipatie
Invloed op het denken over (on-)vrijheid
(per leeftijdsgroep; in %)
100 %
50
16
65-plus
9-11'
Opleiding: Hoger opgeleiden noemen de Tweede
Wereldoorlog vaker dan lager opgeleiden (61%
versus 55%) en middelbaar opgeleiden (53%). Op
andere achtergrondkenmerken - zoals sekse of
culturele afkomst - zijn geen verschillen te zien.
De context 4 en 5 mei – de Tweede Wereldoorlog als onderwerp van
gesprek
De Tweede Wereldoorlog blijkt nog steeds een actueel gespreksonderwerp. Bijna acht op de tien Nederlanders praat weleens over de
Tweede Wereldoorlog. Het meest praat men hierover met de partner of echtgenoot.
Met wie praat u het meest over de Tweede Wereldoorlog? Vink aan in de
volgorde van belang (nieuwe vraag; meer antwoorden mogelijk; n=929)
met mijn partner/echtgenoot
gesprekspartners naar leeftijd
46
met andere familie
33
Familie

met mijn kinderen
29
met vrienden
met kennissen
Voor 78% van
de Nederlanders
is WO II wel
onderwerp
van gesprek.
12
met nog anderen
10
met collega's
10
met mijn grootouders
8
met klasgenoten
6
praat niet over WO II
22
0
50
100 %
17
25 –
35 –
50 –
65-
17 jaar
24 jaar
34 jaar
49 jaar
64 jaar
plus
%
%
%
%
%
%
10
18
48
49
48
65

andere familie
56
41
31
35
28
22

kinderen
5
4
12
42
32
44

vrienden
27
26
26
25
24
29

kennissen
8
3
11
12
12
19

Voor 22% van
de Nederlanders
is WO II geen
onderwerp
van gesprek.
18 –
partner/
echtgenoot
26
13 –
Leeftijd: mensen vanaf 25 jaar praten vaak met hun
partner of echtgenoot over de Tweede Wereldoorlog.
Jongeren praten vaak met familieleden. Naar opleiding
zijn er geen significante verschillen.
De context 4 en 5 mei – nationale evenementen en verbondenheid
Nederlanders voelen zich het sterkst verbonden met andere Nederlanders tijdens de dodenherdenking op 4 mei, de viering van de
Bevrijding op 5 mei en Koningsdag. Sportevenementen zoals het EK en WK voetbal en Prinsjesdag leiden in veel mindere mate tot een
gevoel van nationale verbondenheid.
In welke mate geven onderstaande dagen of evenementen u het gevoel verbonden
te zijn met andere Nederlanders? (nieuwe vraag; n=929)
Verbondenheid per leeftijd (in %)
%
Dodenherdenking op 4 mei
Dodenherdenking op 4 mei
Viering Bevrijding op 5 mei
Viering Bevrijding op 5 mei
31
48
31
48
21
48
21
48
17
41
17
41
24
6 1
24
6 1
100
50
63 63
Koningsdag (27 april)
Koningsdag (27 april)
27
40
27
40
24
8 1
24
8 1
70
62 63
70
70 72 73
81
70 69
88
79
67 68
75
61
0
13 – 17 jaar 18 – 24 jaar 25 – 34 jaar 35 – 49 jaar 50 – 64 jaar
Nederland op Olympische Spelen
14
derland op de Olympische Spelen
14
Nederland op WK en EK voetbal
15
ederland op het WK en EK voetbal
15
40
32
40
32
13
1
13
1
Koningsdag

Prinsjesdag (3de dinsdag in
september)
esdag (3de dinsdag
in september) 4
0%
in zeer sterke mate
4
17
0%
in sterke mate
35
17
35
28
28
53
1
21
1
24
53
1
24
50%
1
100%
50%
in niet zo'n sterke mate
21
100%
helemaal niet
weet niet
18
5 mei
65-plus
4-mei
Naarmate men ouder wordt, heeft men een sterker
gevoel van verbondenheid bij 4 mei. Op andere
achtergrondkenmerken - zoals sekse of culturele
afkomst - zijn geen verschillen te zien.
Draagvlakdeel
4. Herdenken: 4 mei
19
Herdenken – samenvatting
Draagvlak voor 4 mei
Het Nationaal Vrijheidsonderzoek geeft elk jaar een beeld van de beleving van 4 mei en het belang dat mensen
aan de herdenking hechten. Op deze manier kan gevolgd worden in welke mate 4 mei blijft aansluiten op de
beleving van burgers.
De helft van de Nederlanders vindt 4 en 5 mei even belangrijk
De helft van de Nederlanders vindt 4 en 5 mei even belangrijk, ruim een derde hecht meer belang aan 4 mei terwijl
één op de tien 5 mei belangrijker vindt. Het afgelopen jaar is men 4 mei voor het eerst sinds 2011 weer vaker
belangrijker gaan vinden.
Stilstaan bij de gevolgen van oorlog
Van het Nederland publiek vindt 85% de herdenking op 4 mei (heel) belangrijk. Dit draagvlak is stabiel in de tijd.
Net als in voorgaande jaren wordt de herdenking in de eerste plaats belangrijk gevonden voor groepen die een
oorlog hebben meegemaakt of dierbaren in een oorlog hebben verloren. De afgelopen jaren is men de herdenking
steeds vaker belangrijk gaan vinden voor jongeren.
20
Herdenken – samenvatting
Men vindt 4 mei vooral belangrijk door verhalen over de oorlog
Zes op de tien Nederlanders vinden 4 mei belangrijk door verhalen van familie en vrienden over de Tweede
Wereldoorlog. Vier op de tien vinden 4 mei belangrijk door nieuws en actualiteiten. Vorig jaar gaven zes op de tien
Nederlanders nog aan 4 mei belangrijk te vinden door nieuws en actualiteiten.
Men herdenkt steeds vaker Nederlandse slachtoffers
Negen op de tien Nederlanders staan, net als andere jaren, op 4 mei stil bij de herdenking. Een ruime meerderheid
volgt de herdenking op televisie, via de radio of online. Ongeveer de helft van de Nederlanders herdenkt op 4 mei
alle slachtoffers uit de hele wereld van alle oorlogen. Het aantal Nederlanders dat alle Nederlandse slachtoffers
van de Tweede Wereldoorlog herdenkt (29%) is in 2014 verder gestegen.
4 mei gaat vooral over het betuigen van respect en medeleven
De herdenking roept bij Nederlanders vooral gevoelens van respect en medeleven op. Voor 50-plussers roept de
herdenking ook vaak gevoelens van verbondenheid op. 4 mei wordt door een ruime meerderheid verbonden met
thema’s die sterk gerelateerd zijn aan de Tweede Wereldoorlog, zoals slachtofferschap, concentratie- en
vernietigingskampen en het motto ‘Nooit meer Auschwitz’.
21
De context 4 en 5 mei – het belang van 4 en 5 mei
Zowel 4 als 5 mei geven veel Nederlanders het gevoel van onderlinge verbondenheid, maar worden beide dagen ook even
belangrijk gevonden? Van 2010 tot en met 2013 werd 4 mei in toenemende mate even belangrijk gevonden. Die trend lijkt echter ten
einde: in 2014 vindt een toenemend aantal Nederlanders 4 mei belangrijker.
Wat is voor u belangrijker: 4 of 5 mei?
(per leeftijd; n=929, 2014)
Wat is voor u belangrijker: 4 of 5 mei? (per jaar; n=929)
2014
36
2013
50
29
65-plus
10 4
56
9
6
13
4
46
50 – 64 jaar
2012
33
2011
51
44
2010
45
34
8 4
58
47
41
9 3
2007
49
36
11 4
2006
48
36
13
6
2005
49
34
14
4
50%
4 mei
even belangrijk
27
35 – 49 jaar
21
61
39
7 5
46
11 3
5 4
2008
0%
51
36
44
16
18 – 24 jaar
34
47
13
13 – 17 jaar
27
0%
100%
5 mei
25 – 34 jaar
4 mei
weet niet
22
49
14
50%
even belangrijk
3
6
10
100%
5 mei
weet niet
Herdenken – het belang van de herdenking op 4 mei
Bijna negen op de tien Nederlanders vinden de jaarlijkse herdenking op 4 mei (heel) belangrijk. Het draagvlak voor de herdenking op 4
mei is groot en stabiel door de jaren heen.
Hoe belangrijk vindt u de jaarlijkse dodenherdenking
op 4 mei? (percentages (heel) belangrijk; n=929)
belang per leeftijdsgroep
%100
2014
45
2013
40
42
29
40
42
44
38
38
50
2012
50
35
2011
49
37
2010
48
2009
46
40
2008
47
38
2007
48
34
58
59
52
46
39
53
20
0
32
13 – 17
jaar
18 – 24
jaar
25 – 34
jaar
35 – 49
jaar
heel belangrijk
2006
45
2005
2004
2003
36
48
2002
30
52
0
50
heel belangrijk
34
100
belangrijk
23
%
belangrijk
Opleiding: hoger opgeleiden vinden 4 mei vaker
belangrijk dan lager opgeleiden (88% versus
68%). Op andere achtergrondkenmerken - zoals
sekse of culturele afkomst - zijn geen verschillen
te zien.

Leeftijdseffect: hoe ouder men wordt, des te
meer belang men aan 4 mei hecht. Dit is al sinds
2002 zo. Nieuwe generaties hechten dus niet
minder belang aan 4 mei.
32
45
65-plus

35
48
50 – 64
jaar
Herdenken – waarom men 4 mei belangrijk vindt
Aan mensen die de Dodenherdenking op 4 mei (heel) belangrijk vinden (n=789) is in een open vraag gevraagd waarom zijn 4 mei
belangrijk vinden. Uit de antwoorden blijkt dat 4 mei vaak wordt gezien als een eerbetoon aan mensen die voor onze vrijheid zijn
gestorven. Ook is 4 mei voor veel Nederlanders een moment van bezinning waarop wordt stilgestaan bij de gevolgen van oorlog.
“Dan herdenken wij degenen
die voor onze huidige vrijheid
hun leven lieten”.
“4 mei is een stuk geschiedenis van
Nederland dat we niet mogen
vergeten”.
“4 mei is een eerbetoon aan
allen die voor de vrijheid zijn
gestorven”.
“4 mei is een moment
van bezinning en
eerbetoon aan
slachtoffers”.
“Op 4 mei ben je bewust van
de verworven vrijheden en hoe
belangrijk het is om die
vrijheden te bewaken”.
“4 mei is bezinning dat
oorlog overal kan zijn.
En niet alleen in
andere landen”.
“Het jaarlijks herdenken
herinnert ons eraan dat vrede
en vrijheid niet
vanzelfsprekend zijn”.
“Het stilstaan bij het immorele
van een oorlog waarbij
mensen anderen willen
overheersen”.
“4 mei is betrokkenheid tonen
bij mensen die in oorlog
leven”.
“Het is goed om stil te staan bij de
gebeurtenissen van toen. In de eerste plaats
om de doden van toen te herdenken, maar
ook om ons eraan te herinneren dat we zo'n
oorlog nooit meer moeten laten uitbreken”.
24
“Dat we niet vergeten
wat er toen gebeurd is
en dat het niet nog
eens mag gebeuren”.
Herdenken - waardoor men 4 mei belangrijk vindt
Verhalen van vrienden en familie over de Tweede Wereldoorlog en nieuws en actualiteiten zijn de twee meest genoemde redenen waardoor
Nederlanders 4 mei belangrijk vinden. Mensen die 4 mei belangrijk vinden door verhalen over de Tweede Wereldoorlog hechten vaak een
groter belang aan 4 mei dan mensen die 4 mei vooral belangrijk vinden door nieuws en actualiteiten.
Waardoor vindt u 4 mei belangrijk? (Basis: degenen die 4 mei
belangrijk vinden; meer antwoorden mogelijk; n=818)
meest genoemde
reden:

13- t/m 17 jaar
opleiding: 49%
59
verhalen familie/vrienden (WO II)
38
43
42
nieuws, actualiteiten
films

18- t/m 24 jaar
verhalen: 59%
31

25- t/m 34 jaar
nieuws: 45%
30

35- t/m 49 jaar
verhalen: 57%

50- t/m 64 jaar
verhalen: 70%

65-plussers
verhalen: 67%
19
school of opleiding
21
28
boeken
17
verhalen vrienden/familie (andere
oorlogen)
11
16
7
6
eigen oorlogservaringen
theater en/of musicals
1
2
diversen
7
7
 Opleiding: hoger opgeleiden noemen relatief
vaak nieuws en actualiteiten als reden waardoor
zij 4 mei belangrijk vinden (49% versus 28% van
de lager opgeleiden.
0
50
4 mei
Binding 4 mei
sterker door
verhalen
leeftijd
100 %
5 mei
Mensen die 4 mei belangrijk vinden door verhalen van
vrienden, hebben een sterkere binding met 4 mei dan
mensen die 4 mei belangrijk vinden door nieuws en
actualiteiten. Zo vindt 33% van de mensen die verhalen
noemen 4 mei heel belangrijk. Bij mensen die nieuws en
actualiteiten noemen is dat 13%.
25
Herdenken - voor wie men de herdenking belangrijk vindt
Nederlanders vinden de herdenking het vaakst belangrijk voor mensen die de Tweede Wereldoorlog zelf hebben meegemaakt of dierbaren in
die oorlog hebben verloren. Driekwart vindt de herdenking belangrijk voor zichzelf. De belangrijkste verandering van de afgelopen twee jaren is
dat steeds meer Nederlanders de herdenking belangrijk zijn gaan vinden voor jongeren.
Hoe belangrijk is de herdenking op 4 mei voor de volgende
groepen? (percentages (heel) belangrijk; n=929)
97
mensen die zelf WO II meegemaakt of
dierbaren hebben verloren
91
97
94
93
89
95
90
mensen die zelf een oorlog hebben
meegemaakt of dierbaren hebben verloren
85
87
voor iedereen, ongeacht leeftijd of
achtergrond
79
77
76
73
69
68
voor mijzelf
83
85
jongeren
69
71
0
100 %
50
2014
26
2013
2012
2011
Herdenken – emoties die de herdenking oproept
De herdenking roept bij mensen die op 4 mei twee minuten stilte in acht nemen vooral emoties van respect, medeleven en - in mindere mate saamhorigheid en verbondenheid op.
Welke emoties roepen de dodenherdenking op 4 mei bij u
op? De dodenherdenking op 4 mei is voor mij een moment
van… (Basis: iedereen die op 4 mei 2 minuten stilte in acht
heeft genomen; meer antwoorden mogelijk; n=797)
respect
medeleven
saamhorigheid
verbondenheid
verdriet
machteloosheid
hoop
pijn
boosheid
berusting
schuld
vreugde
tevredenheid
geen emoties
onverschilligheid
diversen
weet niet
emoties naar leeftijd
13 – 17
18 – 24
25 – 34
35 – 49
50 – 64
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
%
%
%
%
%
%
 respect
61
76
65
73
66
58
 medeleven
50
65
59
57
54
57
 saamhorigheid
22
35
34
46
46
47
 verbondenheid
20
38
42
33
48
52
 verdriet
48
31
38
35
38
39
67
57
65-plus
42
41
37
22
19
13
11

8
3
2
2
2
1
3
2
0
50
100 %
27
Leeftijd: respect en medeleven worden door alle leeftijdsgroepen
het meest genoemd. Naarmate men ouder wordt, noemt men
vaker saamhorigheid. Jongeren van 13- tot en met 17 jaar noemen
relatief vaak verdriet. Dit hoge percentage kan te maken hebben
met de neiging van jongeren om dergelijke vragen als
‘kennisvragen’ te beantwoorden. Zij geven niet zozeer antwoord op
de vraag wat zij zelf voelen, maar op de vraag wat anderen op 4
mei voelen. Tussen de verschillende opleidingsniveaus, naar
sekse of culturele afkomst zijn er geen significante verschillen.
Herdenken – de betekenis van 4 mei voor Nederlandse burgers
4 mei betekent voor de meeste Nederlanders respect tonen voor oorlogslachtoffers. Ook wordt 4 mei door een ruime meerderheid gezien als een
moment waarop men stil staat bij de gevolgen van oorlog. Ruim acht op de tien Nederlanders vinden dat 4 mei ook in de toekomst door moet gaan
en dat het actueel blijft zolang oorlog en onderdrukking bestaan. Mensen die op 4 mei zelf emoties van respect en saamhorigheid voelen, zijn het
vrijwel allemaal eens met de stellingen dat 4 mei een moment is van respect tonen en van saamhorigheid.
Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende
stellingen. De jaarlijkse dodenherdenking op 4 mei … (n=929)
is respect tonen voor oorlogsslachtoffers
50
is een moment waarop wordt stilgestaan bij de
gevolgen van oorlog
43
43
moet ook in de toekomst doorgaan
blijft actueel zolang oorlog en onderdrukking bestaan
is een moment waarop men zich realiseert dat vrede en
vrijheid levens kosten
is een moment van saamhorigheid
28
0%
helemaal mee eens
eens
47
23
20%
eens, noch oneens
13 311
43
is een dag waarop ik me verbonden voel met
20
32
Nederland
is een moment waarop ik denk aan familieleden of
13
16
25
vrienden die zijn omgekomen tijdens WOII
heeft steeds minder betekenis naarmate WO II verder
4
17
19
achter ons ligt
mag worden afgeschaft als de laatste mensen die de
3 6 11
25
WOII hebben meegemaakt, zijn overleden
zegt me helemaal niets 13 10
13 311
42
35
15
4 21
19
411
31
11 4 2
25
16
27
oneens
2
53
60%
sterk verbonden
met 4 mei
Respect: 67% geeft aan zelf emoties van respect te
voelen op 4 mei. Nog meer mensen zijn het eens
met de stelling dat 4 mei respect tonen is voor de
oorlogsslachtoffers. In deze twee vragen zit
overigens veel overlap, want 97% van de
Nederlanders bij wie 4 mei de emotie respect
oproept, is het eens is met de stelling dat 4 mei
‘respect tonen voor oorlogsslachtoffers is’.

Saamhorigheid: 42% geeft aan zelf emoties van
saamhorigheid te voelen op 4 mei. Nog meer
mensen zijn het eens met de stelling dat 4 mei een
moment van saamhorigheid is. Ook hier is overlap:
98% van de Nederlanders die op 4 mei emoties van
saamhorigheid voelen, is het eens met de stelling
dat ‘4 mei een moment van saamhorigheid is’.
4
30
2
60
40%

7 211
36
40
Verbondenheid: 41% van de Nederlanders voelt
zich op 4 mei verbonden met Nederland. Nog meer
mensen (52%) zijn het eens met de stelling dat 4
mei een moment is waarop ze zich verbonden
voelen met Nederland.
4101
46
46

niet sterk
verbonden
met 4 mei
3
80%
100%
helemaal niet eens
28
weet niet
Herdenken – 4 mei blijft zijn betekenis behouden
De dodenherdenking op 4 mei blijft voor een ruime meerderheid zijn relevantie behouden. De laatste drie jaar is het aantal Nederlanders dat
vindt dat de betekenis van 4 mei afneemt naarmate de oorlog verder achter ons ligt, verder afgenomen.
Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende stelling. De
dodenherdenking op 4 mei heeft steeds minder betekenis naarmate de Tweede
Wereldoorlog verder achter ons ligt (percentages (helemaal) mee eens; n=929)
%

Trend: Vanaf 2011 zijn steeds minder
Nederlanders het eens zijn met de
stelling dat 4 mei minder betekenis
krijgt naarmate de oorlog verder achter
ons ligt. Vond in 2011 37% nog dat 4
mei minder betekenis kreeg naarmate
de oorlog langer achter ons ligt, in
2014 is dat met 18 procentpunten
gedaald tot 21%.

Leeftijd: deze ontwikkeling doet zich
onder alle leeftijdsgroepen voor. De
afname is het sterkst onder 18- tot en
met 24-jarigen (van 50% in 2011 tot
26% in 2014). Tussen de verschillende
opleidingsniveaus, naar sekse of
culturele afkomst zijn geen significante
verschillen.
80
60
42
40
37
38
33
36
37
33
28
28
22
21
20
0
2002 2003 2004 2006 2007 2008 2010 2011 2012 2013 2014
29
Herdenken – de groepen die men herdenkt
Zowel jongeren als ouderen herdenken het meest alle oorlogsslachtoffers uit de hele wereld van alle oorlogen.
65-plussers herdenken relatief vaak alle Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en oorlogen en vredesoperaties daarna.
Welke groepen herdenkt u op 4 mei? Op 4 mei herdenk ik (n=929)
totaal
13-17
jaar
18-24
jaar
25-34
jaar
35-49
jaar
50-64
jaar
65-plus
%
%
%
%
%
%
weinig verschillen tussen de
50
45
52
45
54
43
leeftijdsgroepen. Jongeren
 Leeftijd: er zijn betrekkelijk

alle oorlogsslachtoffers uit de hele
wereld van alle oorlogen

alle slachtoffers van de Tweede
Wereldoorlog van alle landen

48
van 13 tot en met 17 jaar
37
35
33
33
37
37
43
Nederlandse slachtoffers
alle Nederlandse slachtoffers van de
Tweede Wereldoorlog en oorlogen en
van de Tweede
34
24▼
27
36
32
34
44▲
vredesoperaties daarna

alle Nederlandse slachtoffers van de
Tweede Wereldoorlog
herdenken minder vaak alle
Wereldoorlog en oorlogen
en vredesoperaties daarna.
29
32
26
24
25
27
41▲

anders
4
2
5
1
5
5
1

Weet niet
2
7
2
2
2
2
0
▲ = significant vaker ▼ = significant minder vaak
30
Herdenken – de groepen die men door de jaren heen herdenkt
Bijna de helft van de Nederlanders herdenkt op 4 mei alle slachtoffers van alle oorlogen wereldwijd. Dat aantal is de laatste twee jaar
afgenomen. Vanaf 2012 denken Nederlanders op 4 mei steeds vaker aan alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog van alle
nationaliteiten én aan alle Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
In welke mate verbindt u de volgende thema’s met de
Dodenherdenking op 4 mei? (nieuwe vraag; n=929; in %)
Wat betekent de dodenherdenking op 4 mei voor u? Voor mij is het
de herdenking van (meer antwoorden mogelijk, door de jaren heen)
%
2
2
1
9
3
2
10
2
11
45
46
38
43
40
slachtoffers van WOII
concentratie- en
vernietigingskampen
100
80
58
60
52
50
48
42 42
40
32
28
31
31
27
31
27
21
20
9
12
16
15
14
12
14
15
37
29
34
28
17
34
29
14
7
0
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
46
32
27
16
14
37
36
34
2011
2012
in zeer sterke mate
2013
in sterke mate
'Nooit meer Auschwitz'
in niet zo'n sterke mate
helemaal niet
weet niet
2014
 Themadeel: in het themadeel, dat later in 2014 wordt gerapporteerd,
alle oorlogsslachtoffers uit de hele wereld van alle oorlogen
worden vragen gesteld over de beleving van 4 en 5 mei. Drie stellingen
alle slachtoffers van WO II van alle nationaliteiten (sinds 2009 gevraagd)
alle Nederlandse slachtoffers van WO II (sinds 2006 gevraagd)
worden alvast gerapporteerd. Hieruit blijkt dat een ruime meerderheid 4
alle Nederlandse slachtoffers van WO II en oorlogen en vredesoperaties daarna
mei verbindt met de slachtoffers die zijn omgekomen tijdens de Tweede
Wereldoorlog, concentratie- en vernietigingskampen en aan het motto
‘Nooit meer Auschwitz’.
31
Herdenken – men staat op verschillende manieren stil bij 4 mei
Driekwart van de Nederlanders volgt de herdenking op televisie, via de radio of online. De meeste Nederlanders die stil staan bij 4 mei
nemen ook de twee minuten stilte in acht.
Op welke manier heeft u het afgelopen jaar stilgestaan
bij de dodenherdenking op 4 mei? (n=929)
Heeft u de 2 minuten stilte in acht genomen? (Basis:
alleen diegenen die bij 4 mei hebben stilgestaan; n=854)
3%
7%
11% 2%
8%
76%
93%
anders
op televisie/via de radio/online gevolgd
niet stilgestaan
een herdenking bezocht
op vakantie bij de herdenking stilgestaan
wel 2 minuten stil geweest
niet 2 minuten stil geweest
 Van alle Nederlanders die hebben stilgestaan bij 4 mei heeft 93%
 Er zijn weinig verschillen tussen de leeftijdsgroepen. Alleen
de twee minuten stilte in acht genomen. Omgerekend naar de totale
Nederlandse bevolking van 13 jaar en ouder zijn dat circa 11,9
miljoen Nederlanders.
65-plussers wonen vaker een herdenking bij dan de andere
leeftijdsroepen (18% versus 11% van het Nederlands
publiek).
32
Draagvlakdeel
5. Vieren: 5 mei
33
Vieren – samenvatting
Draagvlak voor 5 mei
Ook de beleving van de viering op 5 mei wordt in de tijd gevolgd. Zo kan worden bepaald of de viering bij de
beleving van burgers blijft aansluiten. Onder Nederlanders is al jaren een groot draagvlak voor de viering van 5 mei:
77% vindt de viering (heel) belangrijk. Dit draagvlak was de laatste jaren minder groot, maar neemt in 2014 voor het
eerst sinds 2010 weer toe. Men vindt 5 mei vooral belangrijk door nieuws en actualiteiten (42%) en/of verhalen van
vrienden of familie over de Tweede Wereldoorlog (38%). Negen op de tien Nederlanders vinden de viering
belangrijk voor mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt of dierbaren in de oorlog hebben verloren.
5 mei betekent stilstaan bij respect en verdraagzaamheid
Circa acht op de tien Nederlanders hebben op 5 mei gevoelens van respect en verdraagzaamheid en vinden dat 5
mei ook in de toekomst door moet gaan. Driekwart staat op 5 mei stil bij het feit dat vrijheid niet vanzelfsprekend is
en vindt dat 5 mei actueel blijft zolang er oorlog en onderdrukking bestaan. 5 Mei roept bij iets minder dan de helft
van de Nederlanders emoties van vreugde en saamhorigheid op. Ongeveer de helft volgt 5 mei via de televisie,
radio of online. Op 5 mei trekt 37% van de Nederlanders er op uit. In de meeste gevallen bezoekt men een lokale
activiteit (25%) of een Bevrijdingsfestival (12%). Bijna zes op de tien Nederlanders vieren op 5 mei het feit dat we
nu in vrijheid leven. Ongeveer een kwart viert de bevrijding van het Koninkrijk der Nederlanden.
34
Vieren – het belang van de viering op 5 mei
Ruim driekwart van het Nederlands publiek vindt het (heel) belangrijk dat jaarlijks 5 mei wordt gevierd. Het draagvlak voor de viering op 5
mei is groot en stabiel door de jaren heen. De daling voor het draagvlak in 2013 lijkt incidenteel, want net als bij 4 mei is het draagvlak voor 5
mei het afgelopen jaar gestegen en weer op het niveau van 2012.
In hoeverre vindt u het belangrijk dat jaarlijks 5
mei wordt gevierd? (n=929)
2014
36
2013
30
2012
36
37
39
50
2011
38
2010
belang per leeftijdsgroep
%100
41
34
43
40
2007
39
2005
43
32
40
2002

38
31
43
0
18 – 24
jaar
25 – 34
jaar
38
35
35 – 49
jaar
50 – 64
jaar
heel belangrijk
35
2003
13 – 17
jaar
33
42
38
31
42
33
38
50
heel belangrijk
41
0
39
2006
2004
35
37
39
27
2008
49
40
41
2009
44
47
100
wel belangrijk
35
%
65-plus
belangrijk
Op andere achtergrondkenmerken zijn geen
verschillen te zien.
Vieren – waarom men 5 mei belangrijk vindt
Aan mensen die de viering van de Bevrijding op 5 mei belangrijk vinden (n=715) is in een open vraag gevraagd waarom ze 5 mei
belangrijk vinden. 5 Mei is net als 4 mei een dag waarop men stilstaat bij de verworven vrijheden, een dag waarop men beseft dat vrijheid
en vrede niet vanzelfsprekend zijn en respect toont naar oorlogsslachtoffers. Veel Nederlanders zien 4 en 5 mei dan ook niet als twee
onafhankelijke dagen maar als dagen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden: ‘Als je 4 mei gedenkt, mag je 5 mei vieren’.
“Als je 4 mei gedenkt, mag je 5
mei vieren”.
“Dit historische moment mogen
we niet vergeten”.
“Het is belangrijk dat we ons af
en toe realiseren hoe
bevoorrecht we eigenlijk zijn
met onze vrijheid, en dat
waarderen”.
“Dit is een traditie die in gang
gehouden moet worden. Op 4 mei
wordt stilgestaan bij slachtoffers,
maar op 5 mei mogen we vieren
dat we weer vrij zijn!”.
“Jongeren wijzen op het grote
goed om in vrijheid te kunnen
leven”.
“Dat we de oorlog hopelijk nooit
meer hoeven mee te maken”.
“Ik vind de combinatie 4 en 5 mei
mooi. Niet alleen het stil staan bij
4 mei, maar ook de bevrijding,
het gevoel van vrijheid tot je
door laten dringen”.
“Bewustwording, stil blijven staan dat
vrijheid niet vanzelfsprekend is”.
“Dat de generaties na ons in
een vredige wereld op
mogen groeien”.
36
“Als men de boeken leest wat er
allemaal voor en in de oorlog gebeurd
is, dan moet men heel blij zijn met
onze vrijheid. Kijk maar naar landen
waar men niet de vrijheid heeft om te
doen en te leven hoe ik en jij en
anderen het graag zouden willen”.
Vieren - waardoor men 5 mei belangrijk vindt
Nieuws en actualiteiten en verhalen van vrienden en familie over de Tweede Wereldoorlog zijn - net als bij 4 mei - de twee meest genoemde
redenen waardoor mensen 5 mei belangrijk vinden. De binding met 5 mei is sterker bij mensen die 5 mei belangrijk vinden door nieuws en
actualiteiten.
Waardoor vindt u 5 mei belangrijk? (ter vergelijking zijn de antwoorden van 4
mei ook in de grafiek weergegeven; meer antwoorden mogelijk; n=715)
42
43
nieuws, actualiteiten
verhalen van vrienden of familie over
WOII
59
21
30
19
films

13 t/m 17 jaar
verhalen WOII: 36%

18 t/m 24 jaar
verhalen WOII: 39%

25 t/m 34 jaar
nieuws: 41%

35 t/m 49 jaar
nieuws: 42%

50 t/m 64 jaar
nieuws: 49%

65-plussers
31
17
boeken
28
verhalen van vrienden en familie over
andere oorlogen
16
verhalen WOII: 44%
11
6
7
eigen oorlogservaringen
 Opleiding: net als bij 4 mei noemen hoger
2
opgeleiden vaak nieuws en actualiteiten als
1
reden waardoor zij 5 mei belangrijk vinden
7
7
diversen
0
100 %
50
5 mei
Binding 5 mei
(iets) sterker
door nieuws en
actualiteiten
meest genoemde
reden:
38
school of opleiding
theater en/of musicals
leeftijd
4 mei
Mensen die 5 mei belangrijk vinden door nieuws en
actualiteiten, hebben een sterkere binding met 5 mei dan
mensen die 5 mei belangrijk vinden door verhalen over de
Tweede Wereldoorlog. Zo vindt 35% van de mensen die
nieuws en actualiteiten noemen 5 mei heel belangrijk. Bij
mensen die 5 mei belangrijk vinden door verhalen is dat 30%.
37
(46% versus 39% van de lager opgeleiden).
Vieren - voor wie men de viering belangrijk vindt
Net als bij 4 mei blijven Nederlanders de viering het belangrijkst vinden voor mensen die de Tweede Wereldoorlog zelf hebben meegemaakt
of voor mensen die dierbaren in de Tweede Wereldoorlog hebben verloren. Iets minder dan zeven op de tien vinden 5 mei belangrijk voor
zichzelf. Dat is iets minder dan bij 4 mei waarvan driekwart aangeeft het belangrijk voor zichzelf te vinden
Hoe belangrijk is de viering op 5 mei voor de volgende
groepen? (meer antwoorden mogelijk; n=929)
92
mensen die WO II hebben
meegemaakt of dierbaren
in WO II hebben verloren
89
93
87
mensen die zelf een oorlog
hebben meegemaakt of
dierbaren in een oorlog
hebben verloren
86
90
79
77
voor iedereen, ongeacht
leeftijd of achtergrond
74
76
74
voor jongeren
68
68
65
voor mijzelf
69
0
50
2014
38
2013
100 %
2012
Vieren – emoties die de viering van 5 mei oproept
De viering van de Bevrijding op 5 mei roept bij Nederlanders vooral vreugde, saamhorigheid, respect en verbondenheid op.
Welke emoties roept de viering van de Bevrijding
op 5 mei bij u op? 5 Mei is voor mij een dag van
(meer antwoorden mogelijk; n=793)
vreugde
emoties naar leeftijd
13 – 17
18 – 24
25 – 34
35 – 49
50 – 64
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
%
%
%
%
%
%
 vreugde
54
50
57
48
48
41
 saamhorigheid
25
43
54
48
51
51
 respect
36
39
53
40
47
40
 verbondenheid
28
32
50
40
40
49
 hoop
12
22
32
29
27
44
48
saamhorigheid
48
respect
43
verbondenheid
42
hoop
30
enthousiasme
20
tevredenheid
18
medeleven
17
machteloosheid
7
verdriet
7
berusting
5
pijn
4
geen emoties
3
boosheid
3
schuld

Leeftijd: jongeren voelen op 5 mei vaker vreugde, terwijl ouderen
vaker gevoelens van saamhorigheid hebben.

Opleiding: hoger opgeleiden hebben op 5 mei vaker gevoelens van
vreugde dan lager opgeleiden (56% versus 48%). Ook voelen zij
relatief vaak gevoelens van verbondenheid en hoop dan lager
opgeleiden (respectievelijk 49% en 38% versus 36% en 23% van de
lager opgeleiden).
1
diversen
3
weet niet 4
0
50
65-plus
100 %
39
Vieren – de betekenis van 5 mei voor Nederlandse burgers
5 mei betekent voor circa acht op de tien Nederlanders stilstaan bij respect en verdraagzaamheid en bij het feit dat vrijheid niet
vanzelfsprekend is. Net als bij 4 mei vindt een ruime meerderheid dat 5 mei ook in de toekomst moet doorgaan en actueel blijft zolang er
oorlog en onderdrukking bestaan.
Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met
de volgende stellingen. De jaarlijkse viering van de
bevrijding op 5 mei … (stellingen; n=929)
is stilstaan bij respect en verdraagzaamheid
28
51
14
322
is een dag waarop je er bij stilstaat dat vrijheid niet
vanzelfsprekend is
31
46
15
5 21
moet ook in de toekomst doorgaan
34
43
15
4 23
blijft actueel zolang er oorlog en onderdrukking bestaan
27
47
17
4 33
is een dag die voor mij gaat over vrede
25
49
17
4 23
is stilstaan bij mensenrechten, democratie en rechtsstaat
24
is voor mij een dag om stil te staan bij de WOII
21
is een dag om te feesten
is een dag waarop je je solidair voelt met mensen die nu niet
in vrijheid leven
heeft steeds minder betekenis naarmate WOII verder achter
ons ligt
mag worden afgeschaft als de laatste mensen die WOII
hebben meegemaakt, zijn overleden
zegt me helemaal niets
enigszins eens
41
14
4
4 6
25
noch eens, noch oneens
20
43
17
0%
helemaal eens
45
40
17
19
13
15
31
6 32
28
40%
enigszins oneens
3
46
80%
2
100%
helemaal oneens
40
minder sterk
verbonden
met 5 mei
2
51
60%

Opleiding: hoger opgeleiden zien
5 mei vaker dan lager opgeleiden
als een dag om te feesten (65%
versus 52%) en als een dag
waarop men zich solidair voelt
met mensen die nu niet in vrijheid
leven (58% versus 49%).
sterk verbonden
met 5 mei
8 43
33
25
20%
9 42
25
Leeftijd: net als voorgaande jaren
zijn de verschillen tussen de
leeftijdsgroepen betrekkelijk klein.
Alleen jongeren van 13 tot en met
17 jaar geven vaker dan mensen
die ouder zijn aan dat ze geen
antwoord op de betreffende
stellingen weten.
6 32
21
31

weet niet
Vieren - 5 mei blijft zijn betekenis behouden
De viering op 5 mei blijft voor veel Nederlanders zijn relevantie behouden. Door de jaren heen vinden steeds minder Nederlanders dat 5
mei minder betekenis krijgt naarmate de Tweede Wereldoorlog verder achter ons ligt. Sinds 2013 is dit percentage stabiel.
Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende stelling. De viering van de
bevrijding op 5 mei heeft steeds minder betekenis naarmate de Tweede Wereldoorlog verder
achter ons ligt (percentages eens; n=929)
%

Trend: de betekenis van 5 mei
blijft groot, dit ondanks het feit
dat de oorlog steeds verder
achter ons komt te liggen.
Dezelfde trend is te zien bij de
herdenking op 4 mei.

Leeftijd: net als bij 4 mei is de
afname het sterkst onder de
groep 18- tot en met 24-jarigen
(van 51% in 2011 naar 18% in
2014).
80
60
36
40
41
37
37
36
39
33
33
29
20
22
21
0
2002 2003 2004 2004 2007 2008 2010 2011 2012 2013 2014
41
Vieren - wat viert men op 5 mei: de vrijheid of de bevrijding?
Het aantal Nederlanders dat op 5 mei viert dat we nu in vrijheid leven is verder toegenomen, terwijl het aantal dat de bevrijding van het
Koninkrijk viert verder is afgenomen.
Op 5 mei vier ik: (meer antwoorden mogelijk; n=929)
13 -17 18 - 24 25 - 34 35 - 49 50 - 64 65-plus totaal
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
2014
totaal
2013
totaal
2012
%
%
%
%
%
%
%
%
%
57
70
73
66
68
74
69
66
61
Koninkrijk der
Nederlanden
26
14
15
18
13
17
16
22
27
 anders
0
0
1
4
6
3
3
2
3
 geen van deze
17
16
11
11
13
6
11
16
-*
 dat we nu in vrijheid
leven
 de bevrijding van het
* In 2012 is de categorie ‘geen van deze’ niet gevraagd
42

Leeftijd: opvallend is dat jongeren
van 13- tot en met 17 jaar vaker dan
de andere groepen aangeven de
bevrijding van Nederland te vieren en
minder vaak het feit dat we nu in
vrijheid leven. Dit hoge percentage
kan te maken hebben met de neiging
van jongeren om dergelijke vragen
als ‘kennisvragen’ te beantwoorden.
Vieren - op welke manier staat men stil bij de viering op 5 mei?
Het merendeel van de Nederlanders staat stil bij de viering op 5 mei door de viering op televisie, radio of online te volgen. Een op de tien
Nederlanders zegt een Bevrijdingsfestival te bezoeken op deze dag.
Op welke manier(en) heeft u het afgelopen jaar
aandacht aan 5 mei besteed? (n=929)*
viering op televisie/ via de radio/ online
gevolgd
53
 Leeftijd: 15% van de Nederlandse
activiteit in de eigen gemeente bezocht
bevolking staat niet stil bij de viering op
5 mei. Met name jongeren tussen de 18
en de 24 jaar geven aan geen aandacht
te besteden aan deze gebeurtenis
(22%). Naar opleiding, sekse of
culturele afkomst zijn geen significante
verschillen.
25
niet bij 5 mei stilgestaan
15
een Bevrijdingsfestival bezocht
12
op vakantie maar wel bij 5 mei stilgestaan
5
0
40
80
43
%
Draagvlakdeel
Onderzoeksverantwoording
44
Onderzoeksverantwoording
De beleving, houding en draagvlak ten aanzien van 4 en 5 mei is in kaart gebracht met een online enquête onder
n=929 burgers van 13 jaar en ouder. Het veldwerk voor deze enquête is uitgevoerd van in de periode van 26
maart tot en met 13 april 2014. Er is gebruik gemaakt van de steekproefbron TNS NIPObase. De respondenten in
dit panel zijn geworven door Veldkamp en TNS NIPO, dus niet via zelfaanmelding. Voor deelname aan het
onderzoek zijn in totaal 1.550 respondenten benaderd. De respons lag op 60%. De steekproef is gestratificeerd
getrokken, zodat er ongeveer even veel waarnemingen zijn gedaan per leeftijdscategorie. Op die manier kunnen
per leeftijdsgroep uitspraken worden gedaan. Om ook over de bevolking als geheel uitspraken te kunnen doen, is
een herweging uitgevoerd op de kenmerken sekse, leeftijd, opleiding, grootte huishouden en regio.
45