8 deVerdieping duurzaamheid &natuur DONDERDAG FEBRUARI Trouw De polders van Vlieland natuurdagboek 6 februari 2014 O p Vlieland fietsen we naar de Kroon’s Polders. Dat is een gekke zin. Het zou ‘naar Kroons Polders’ moeten zijn of ‘naar de Kroonspolders’. Maar op Vlieland zijn de polders nou eenmaal de Kroon’s polders, met apostrof. De polders zijn genoemd naar opzichter Kroon van Rijkswaterstaat. Kroon damde tijdens de eerste decennia van de twintigste eeuw vier stukken Posthuiswad in, halverwege het eiland. Vlieland had een wespentaille, waar het in twee delen uiteengedreven zou kunnen worden. En land offeren aan de zee was toen nog ondenkbaar. In de polders kon gelandbouwd worden, was het idee. Alle waddeneilanden polderden immers kwelders in voor landbouwgrond? Maar de grond bleef zout, het werd geen succes met akkerbouw. Zelfs veehouden lukte niet. Er heeft een tijdje een stijg-en landingsbaan gelegen voor militaire vliegtuigen. Maar nu is het natuur, beheerd door Staatsbosbeheer. Plassen, ruig begroeide dijkjes ertussen, duinen eromheen en een grasdijk tussen polder en wad, zoet en zout. Het afwateringstunneltje blijft nu open, zodat er bij hoog water zout naar binnen sijpelt. We zitten met ons twaalfuurtje te kleumen op de dijk. Het is stervenskoud, maar het uitzicht houdt ons vast. Door de duindoorns hippen vinken en roodborstjes. Bij het water scharrelen graspiepers. Het was vloed, de zee ebt alweer weg. De vogels die het hoge zeewater in de Kroon’s Polders ontvluchtten, keren terug het wad op. Bergeenden, wulpen, rosse grutto’s, tureluurs en watersnippen vliegen alleen of in groepjes de dijk over. Op het wad snabbelen ook rotganzen hun kostje bijelkaar. Ze slobberen gewoon wat water op en filteren het eetbare eruit. Ze hebben een klier bij hun snavel, die het zeezout als een soort snottebellen weer uitscheidt. KOOS DIJKSTERHUIS Verticaal wonen is natuurlijk Duurzaam bouwen – green design – is binnen tien jaar de standaard, vooral voor wolkenkrabbers. Dat voorspelt architect Ken Yeang (65), die naam maakte met opvallende, duurzame ontwerpen. INTERVIEW Johan Nebbeling K Rotgans. FOTO KOOS DIJKSTERHUIS Slapen aan de A9 en wakker worden in Costa Rica Van onze redactie groen Wakker worden pal aan de A9 in Amsterdam-Zuidoost, maar toch uitkijken op een Costaricaans oerwoud. Sterker , je ruikt de bomen en hoort het gekrijs van de apen en vogels die erbij horen. Green Nest wil dit soort ervaringen realiseren in gebouwen van zes verdiepingen, gestapelde parken eigenlijk, met op elke etage een andere groene sfeer. Bovenin de verdieping hangen hutten voor de reizigers die uitkijken op de biotoop naar keuze. Green Nest is een idee van ondernemers in de recreatie en glastuinbouw. “Nederland is groot in sierteelt. Dat moeten we permanent kunnen laten zien”, zegt woordvoerder Peter Oei. “De Keukenhof trekt jaarlijks 800.000 bezoekers, maar is slechts twee maanden open.” Amsterdam heeft het plan voor een Green Nest al omarmd. Een plek aan de A9 pal naast Ikea is ervoor gereserveerd. Investeerders testen de haalbaarheid. De bedoeling is er een internationale keten van te maken. en Yeang is een kleine, breekbaar ogende man met een slechte rug, een kunstmatige hartklep en een joekel van een jetlag. Hij is zojuist uit India in Nederland gearriveerd en maakt zich nu, na amper een uurtje rust in zijn Rotterdamse hotel, op voor zijn spreekbeurt op de vakbeurs Material Xperience. Daarna zal hij meteen doorreizen naar Londen, waar hij woont en kantoor houdt. Hij stuitert over de wereldbol om zijn boodschap uit te dragen. Behoorlijk afmattend voor iemand van zijn leeftijd en met een zo broze gezondheid. Maar achter zijn dikke brillenglazen twinkelen pretoogjes en ondanks zijn zichtbare vermoeidheid maakt hij graag grapjes – waar hij vervolgens zelf hartelijk om lacht. Wijzend op het bebaarde gezicht van de interviewer: “Je gezicht is als mijn ideale gebouw: die begroeiing vormt een perfecte natuurlijke isolatie.” U bent bekend geworden met uw ontwerpen voor duurzame wolkenkrabbers. Maar waarom zouden we eigenlijk wolkenkrabbers moeten willen bouwen? “Om te beginnen: ik ben niet zozeer ontwerper van wolkenkrabbers, maar van ecologische gebouwen. Dat wil zeggen: gebouwen die duurzaam, groen en energiezuinig zijn. Ik voel mij dan ook in de eerste plaats ecoloog en pas dan architect. Wat skyscrapers, wolkenkrabbers, betreft: zij zijn het antwoord van de stad op de toenemende bevolkingsdruk en de almaar groeiende behoefte aan ruimte van de mens. Wolkenkrabbers zijn in feite hét voorbeeld van efficiënt ruimtegebruik. Door in de hoogte te bouwen hoeft de groei van steden niet ten koste te gaan van de natuur en landbouwgronden in de omgeving. Maar er zijn meer voordelen. Zo kost het verticaal transporteren van mensen slechts 15 procent van de energie van horizontaal transport. Er is, kortom, geen goede reden te bedenken om géén wolkenkrabbers te bouwen. Vooral niet omdat je letterlijk alles wat je kunt doen op de begane grond, ook in een wolkenkrabber kunt doen.” Zoals? “De meeste mensen wonen van nature graag in kleine, overzichtelijke gemeenschappen in rustige, groene, gezonde wijken. Het is een misverstand om te denken dat zo’n omgeving alleen op de begane grond kan ontstaan – het kan ook heel goed in een wolkenkrabber. Een wolkenkrabber kan alle voorzieningen herbergen die je wilt: winkels, sportvoorzieningen, scholen, parken. Groen en aantrekkelijk. Het kan daardoor net zo’n complete wijk in de stad zijn als elke andere wijk op de begane grond. Een vitale, levendige gemeenschap, waar mensen graag zijn. En het helpt geweldig als zo’n gebouw ook nog is ingepast in een groene, parkachtige omgeving. Daarmee wordt het gebouw een integraal onderdeel van het stadslandschap.” Dat klinkt prachtig, maar veel wolkenkrabbers zijn toch vaak gewoon kil en onaantrekkelijk? Wat gaat er mis? “Wolkenkrabbers zijn inderdaad vaak lelijk, net als andere architectuur trouwens. Ze zijn vaak ontworpen vanuit een ingenieursvisie, waarin het draait om de bouwtechnische en constructieve aspecten. Ook het ego van de ‘Wolkenkrabbers zijn vaak lelijk. Het ego van de architect speelt mee: liever hoger dan mooier of beter.’ Trouw DONDERDAG duurzaamheid &natuur deVerdieping FEBRUARI 9 Ecoloog en architect Ken Yeang: Green design binnen tien jaar de standaard Spraakmakend architect en ecoloog Ken Yeang is architect, ecoloog en auteur van boeken over ecologisch bouwen. Hij heeft inmiddels meer dan vijftig spraakmakende ecologische bouwwerken (voornamelijk hoogbouw) op zijn naam staan, waarvan het Solaris-gebouw in Singapore het bekendste is. De Maleisische architect laat zich bij zijn ontwerpen inspireren door de traditionele bouwkunst van zijn geboorteland, waarbij onder meer natuurlijke ventilatie en het gebruik van natuurlijke materialen een grote rol speelt. Yeang is directeur van het internationale architectenbureau T.R. Hamza & Yeang, met vestigingen in Kuala Lumpur, Londen, Sydney, Shinagawa (Japan) en Beijing. Yeang werd onlangs door de Engelse krant The Guardian genoemd als ‘een van de vijftig mensen die de aarde kunnen redden’. Hij kreeg voor zijn werk vele internationale prijzen, waaronder in 1999 de Nederlandse Prins Clausprijs. chaam. Hoe beter die twee op elkaar aansluiten, hoe prettiger het voelt en hoe efficiënter ze beide functioneren. “Een prothese die niet goed aansluit op het lichaam, voelt onprettig. Dat weet ik van mijn eigen kunstmatige hartklep die het op zich prima doet, maar die ik ’s nachts hoor klikken. Geen fijn geluid. De clou is dat een gebouw ook echt onderdeel wordt van de leefomgeving van de mensen die het gebruiken, zodat ze het als een verlengstuk van zichzelf ervaren. Dat kun je onder meer doen door zoveel mogelijk gebruik te maken van natuurlijke processen, zoals koeling en verwarming, en door organische en levende materialen te gebruiken: hout, planten, bomen, kurk. Het gaat altijd om de perfecte integratie van het natuurlijke en het kunstmatige in één gebouw.” Het Solaris-gebouw in Singapore, een van Ken Yeangs bekendste ontwerpen. architect of de eigenaar speelt mee: liever hoger dan mooier of beter. Veel architecten vinden dat prima. Ze strijken hun fee op en gaan verder met hun volgende project. Het besef dat architectuur een vorm van kunst is, ontbreekt vaak. Architecten beperken zich daardoor te vaak tot het stapelen van verdiepingen. Maar in een goede wolkenkrabber heeft elke verdieping een andere, unieke functie en dus moet je iedere verdieping opnieuw en zorgvuldig ontwerpen, afhankelijk van die functie.” Wat is in uw visie een ecologisch gebouw? “Dat is allereerst een gebouw dat slim gebruik maakt van het klimaat van de omgeving en er als het ware een verlengstuk van wordt; een gebouw dat ’s zomers op natuurlijke wijze wordt gekoeld en ’s winters op dezelfde manier verwarmd. Natuurlijke ventila- tie, isolatie met natuurlijke materialen als planten en bomen, en organische bouwmaterialen creëren een plezierig leefklimaat. Zo’n gebouw houdt ook rekening met de positie en de baan van de zon. In mijn geboorteland Maleisië is het warm en staat de zon hoog aan de hemel. Om het gebouw goed te kunnen koelen moet je dus zorgen dat de zon de gevel zo weinig mogelijk raakt. In Nederland moet je juist zorgen dat ze zon tijdens zijn baan langs de hemel de gevel zoveel mogelijk raakt, waardoor je optimaal gebruik maakt van de warmte die de zon afgeeft. Zo kun je het energieverbruik enorm verminderen en tegelijk het wooncomfort sterk verhogen.” En verder? “Je kunt een gebouw vergelijken met een arm-of beenprothese, een anorganische toevoeging aan het organische menselijk li- ‘In de natuur krijgt alles een nieuwe bestemming. Daar kunnen we ons aan spiegelen.’ In hoeverre laat u zich in uw werk inspireren door de natuur? “De natuur is voor mij één grote inspiratiebron. De natuur heeft overal wel een slimme oplossing voor bedacht. In constructief opzicht, maar ook als het bijvoorbeeld gaat om afval. Afval bestaat niet in de natuur, het is een menselijke uitvinding. In de natuur krijgt alles een nieuwe bestemming. Daar kunnen we ons aan spiegelen. Elk restmateriaal, ook kunststof, kan altijd opnieuw ergens voor worden gebruikt.” Duurzaam bouwen is wel flink duurder dan traditioneel bouwen. “Dat valt mee en alleen als je kijkt naar de bouwkosten. Die liggen gemiddeld 4 tot 8 procent hoger. Maar die extra investering verdien je alleen al door de fors lagere energierekening binnen vijf tot zes jaar terug. Weet je, eigenlijk is duurzaam bouwen amper nog een issue, en de discussie erover een achterhoedegevecht. Overal ter wereld worden op dit moment lichtingen studenten opgeleid voor wie duurzaam bouwen volstrekt normaal is. Ze weten niet beter. Daardoor zal green design binnen nu en tien jaar overal ter wereld de nieuwe standaard voor bouwen zijn.”
© Copyright 2025 ExpyDoc