RV21-140325-Antwoorden op vragen VVD

Beantwoording vragen van de raad
Datum collegevergadering
25-3-2014
Registratienummer
RV21-2014
Naam raadslid
Rob van den Brink
Fractie
VVD
Portefeuillehouder(s)
W. Westerman
Onderwerp: Geluidshinder
Toelichting bij de vragen:
Uit het onlangs gepubliceerde onderzoek van de GGD Kennemerland onder volwassenen in Velsen is
gebleken dat bijna tweederde (62%) aangeeft enige vorm van geluidshinder te ondervinden, waarvan 17% in
ernstige mate. In totaal gaat het om ruim 32.000 volwassenen. In 2008 waren dit nog 24.000 volwassenen.
Het gaat bij geluidshinder niet alleen om ergernis. Het kan ook leiden tot een verminderd prestatievermogen,
en kan, aldus het RIVM, bij langdurige blootstelling leiden tot hart- en vaatziekten. Vliegtuigen blijken als
meest hinderlijke bron te worden genoemd (38%), aldus de GGD.
Met betrekking tot vlieghinder is van belang dat binnenkort de Tweede Kamer moet beslissen over een
voorstel van de heer Alders (ex-minister VROM) over de invoering van een nieuw normen- en handhaving
stelsel voor Schiphol. In dat nieuwe stelsel wordt het totaal aantal vliegbewegingen gemaximeerd op
510.000 (nu 425.000) per jaar. Daarbinnen wordt echter het aantal starts vanaf de Polderbaan (die de
IJmond de meeste hinder bezorgen) verhoogd van 44.300 naar 85.000 per jaar. Tevens worden in dat
nieuwe stelsel de begrenzingen van de lokale geluidsbelasting geschrapt. Daarmee verdwijnt het
beschermend effect van die begrenzingen. Dat is zorgelijk voor de leefkwaliteit en voor het
gezondheidsniveau in Velsen. Ook zullen bewoners dat in hun portemonnee voelen wanneer ze hun huis
willen verkopen.
Velsen heeft zijn beleid neergelegd in de Strategische Nota Schiphol 2012. Centraal daarin staat de visie:
“de hinder KAN en MOET minder”. Bij wijze van uitvoeringsverslag van de nota heeft het College op 12
november 2013 een Voortgangsnotie uitgebracht. In aanvulling op die notitie zijn navolgende vragen
geformuleerd.
Vraag 1a
Kan het College aangeven hoe de contour bij 510.000 vliegbewegingen per jaar over de gemeente komt te
liggen?
Antwoord vraag 1a
Nee, op dit moment is hier nog geen duidelijkheid over.
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van maart 2012 is over de 20KE-contour het volgende
opgenomen.
“Het Rijk werkt in het programma Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (SMASH)
aan de versterking van de Mainport Schiphol met bijbehorend netwerk in samenhang met overige ruimtelijke
opgaven, waarbij ook actualisatie van de 20KE-contour wordt meegenomen”.
Op dit moment is er nog geen overeenstemming bereikt over het programma SMASH. Er is dan ook nog
geen zicht op hoe de geactualiseerde 20KE-contour komt te lopen. Uiteraard houdt het college o.a. via
1
deelname aan de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) een vinger aan de pols en zal zij de belangen van
Velsen bij actualisatie van de 20KE-contour inbrengen.
Vraag 1b
Kan het College aangeven hoeveel inwoners nu binnen de contour wonen, en hoeveel bij 510.000
vliegbewegingen?
Antwoord vraag 1b
In de MER 2008 is bepaald dat er 10.390 woningen binnen de 48 dB(Lden) contour liggen. Hiervan liggen
2573 woningen binnen de 20 KE contour. Het aantal ernstig gehinderden (EGH) en het aantal ernstig
slaapverstoorde bewoners (ESV) wordt bepaald in dB (Lden)/dB (Lnight) en niet in KE.
In het proces bij de totstandkoming van het programma SMASH is het volgende m.b.t. de 20KE-contour
geconcludeerd.
“Uit de presentatie van TO70 op 8 mei 2012 (rapport: SMASH – ruimtelijke gebieden luchtvaartgeluid, feb
2012) blijkt dat een toename in vliegtuigbewegingen geen grote verschillen laat zien voor wat betreft Ldencontouren. Uitgaande van groei van het luchtverkeer op Schiphol is de huidige contour voor de komende
jaren dus voldoende robuust.”
Conclusie
“Voor de actualisatie van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) kan er volstaan worden met het ‘1 op
1‘ invoegen van de 20 Ke-contour uit de Nota Ruimte. De Alderspartijen concludeerden in februari 2008 dat
deze contour voldoende robuust is voor de komende jaren.”
Naar verwachting zal de contour niet ingrijpend wijzigen.
Vraag 1c
Hoe denkt het College hiermee om te gaan, waarbij o.a. van belang is wat dit betekent voor bouwplannen
zoals bij de Grote Buitendijk?
Antwoord vraag 1c
De Grote Buitendijk ligt niet binnen de 20KE-contour uit de Nota Ruimte.
Vraag 2a
Dat roept de vraag op hoe Collegebericht 151 moet worden begrepen (citaat): “de rechtsbescherming van
burgers, … tegen overtredingen in het nieuwe stelsel, is gelijkwaardig of beter dan in het bestaande stelsel”?
Antwoord vraag 2a
De gelijkwaardige bescherming ten opzichte van het “oude” stelsel is gewaarborgd in het nieuwe normen en
handhavingsstelsel. In de Wet luchtvaart is bepaald dat ieder volgend besluit ten aanzien van geluidbelasting
een beschermingsniveau moet bieden dat gelijkwaardig is aan het niveau van het eerste besluit. De
voorgestelde wijzigingen doen hier geen afbreuk aan.
Vraag 2b
Hoe wordt in het nieuwe stelsel geborgd dat in Velsen geen hogere geluidsbelasting kan optreden dan in het
huidige stelsel?
Antwoord vraag 2b
Bescherming van de omgeving wordt in het nieuwe stelsel geboden via een norm voor de maximale
hoeveelheid geluid (MGH), waarvoor eveneens een basis in de Wet luchtvaart wordt opgenomen.
Vraag 2c
Met welke informatie en op welke wijze zullen de inwoners van Velsen worden geïnformeerd over de jaarlijks
opgetreden geluidsbelasting van vliegverkeer?
Antwoord vraag 2c
2
Het nu voorliggende voorstel is dat er jaarlijks een gebruiksprognose wordt opgesteld waarin o.a. de te
verwachten hoeveelheid geluid en de toetsing aan de MGH aan de orde komt. Daarnaast wordt er na afloop
van een gebruiksjaar een evaluatierapport opgesteld. Via deze rapportages kunnen omwonenden
geïnformeerd worden over de te verwachten en de daadwerkelijke geluidsbelasting.
Vraag 3a
Ook vanuit de Alderstafel klinken ideeën voor na 2020. Kan het College aangeven welke afspraken ter
bescherming tegen geluidshinder voor die periode gemaakt of in voorbereiding zijn?
Antwoord vraag 3a
Zonder extra hinderbeperkende maatregelen is een toename van luchtvaart niet zonder meer mogelijk.
Daarnaast wordt er in het gewijzigde Luchthavenverkeerbesluit (LVB) vastgelegd hoeveel
vliegtuigbewegingen en gehinderden er mogen zijn. Wijziging van het LVB zorgt er voor dat er alleen meer
vluchten mogelijk zijn als er een gelijkwaardige bescherming tegen geluidsbelasting is. De eventueel
mogelijke toename boven de 510.000 vluchten, komt voor de helft ten goede aan de verlaging van de
geluidsbelasting. Het verschil kan slechts voor 50% worden benut voor een verhoging van het maximum
aantal vliegtuigbewegingen. Er kan dus alleen meer worden gevlogen als de geluidsbelasting omlaag gaat.
Van deze daling zullen de omwonenden ook profiteren.
Vraag 3b
Wat is het standpunt van het College over de periode na 2020?
Antwoord vraag 3b
Op dit moment is er middels de Aldersafspraken op een adequate manier voorzien in de periode na 2020.
Vraag 4a
Hoeveel EGH en ESV telde Velsen in het gebruiksjaar 2006 (startsituatie Alderstafel), in 2012 en bij 510.000
vliegbewegingen (2020, eindsituatie Aldersadvies)?
Antwoord vraag 4a
Uit het MER 2008 blijkt dat er in 2008 in Velsen 4.830 EGH en 30 ESV waren.
Uit het onderzoek van TO70 “Effecten maatregelen die in 2012 zijn gerealiseerd” blijkt dat route aanpassing
van de Polderbaan en het verlengen van het nachtregime gezorgd heeft voor een afname van 329 ernstig
gehinderden in Velsen.
Als gevolg van het totaalpakket aan hinderbeperkende maatregelen moet er in 2020 een reductie van
tenminste 5% van ernstig gehinderden in de 48 dB(A) Lden ten opzichte van de grens voor gelijkwaardigheid
optreden. Bij de tussenevaluatie van de Aldersafspraken is geconcludeerd dat de prognose voor de
eindsituatie (510.000) is dat het aantal EGH in binnen en buitengebied met 10-12% zal zijn afgenomen t.o.v.
2008.
Vraag 4b
Wat is de verwachte geluidsbelasting in dB(A) Lden op de locaties waar de Luistervinken hebben gestaan,
voor dezelfde gebruiksjaren als hierboven?
Antwoord vraag 4b
De verwachting is dat de geluidsbelasting de komende jaren (ten opzichte van 2012) niet noemenswaardig
zal wijzigen. De sector is momenteel bezig met het verlengen van het vliegen van CDA`s. Hiervoor is o.a.
een innovatieonderzoek gestart om te zorgen dat de voorspelbaarheid van aankomst van vluchten vergroot
wordt (met als doel in de toekomst vaker CDA`s te kunnen vliegen). Indien de resultaten hiervan positief zijn,
is de verwachting dat de geluidsbelasting zal afnemen. Daarnaast zal het stiller worden van de vloot een
positief effect hebben op de geluidsbelasting.
3
Vraag 5a
In Collegebericht 151 staat dat (citaat): “niet meer over dichtbevolkte gebieden gevlogen” wordt. Dat is in
overeenstemming met het beleid van de gemeente en het Rijk. Het is echter niet in overeenstemming met de
realiteit. Er lopen twee drukbevlogen standaard vertrek routes (SID’s) over Velsen. Daardoor wordt dit
startend vliegverkeer sterk gebundeld boven dichtbevolkt gebied. Hoe verklaart het College het verschil op
dit punt tussen Collegebericht en realiteit?
Antwoord vraag 5a
De standaard vertrekroutes lopen zo min mogelijk over bewoond gebied. De route die over bebouwd gebied
van de gemeente Velsen loopt, is zo gekozen dat deze zoveel mogelijk gebundeld over het Noordzeekanaal
loopt, hiermee worden Velserbroek, Driehuis en IJmuiden ontzien.
Vraag 5b
Welke acties acht het College op dit punt wenselijk/noodzakelijk?
Antwoord vraag 5b
Het College zet zich via de BRS in om vliegen over dichtbevolkte gebieden zoveel mogelijk te voorkomen.
Het standpunt van het college blijft dat dichtbevolkte gebieden gemeden moeten worden.
Vraag 6a
In het Aldersadvies is aangegeven dat verder gewerkt gaat worden aan het introduceren van
glijvluchtlandingen (CDA’s, Continuous Decent Approaches). Daarbij zou het plan zijn om de huidige
nachtroutes te schrappen, en de bestaande dagroutes ook gedurende de nacht te gaan gebruiken. Dat zou
betekenen dat Velsen en Beverwijk ook in de nacht te maken gaan krijgen met startend vliegverkeer en tot
7*24 uur belast kunnen worden. Is dit juist?
Antwoord vraag 6a
De geschetste situatie is onjuist. Er zijn geen plannen om de bestaande dagroutes ook gedurende de nacht
te gaan gebruiken.
Vraag 6b
Zo ja, wat is het standpunt van het College hierover?
Antwoord vraag 6b
N.v.t.
Vraag 6c
Welke acties acht het College op dit punt wenselijk/noodzakelijk?
Antwoord vraag 6c
Het College acht het, aangezien de geschetste situatie onjuist is, niet noodzakelijk om op dit punt actie te
ondernemen. Het College volgt via de BRS de ontwikkelingen rond Schiphol en zal in de BRS de belangen
van de inwoners van Velsen behartigen.
Vraag 6d
Welk effect heeft dat op de aantallen EGH en ESV?
Antwoord vraag 6d
Het vliegen van CDA`s heeft in Velsen een positief effect op de aantallen EGH en ESV.
Vraag 7a
Welke maatregelen voorziet het College om de noodzakelijke grondige dossierkennis op peil te brengen en
te houden?
Antwoord vraag 7a
U suggereert met uw vraag dat de dossierkennis niet op peil is. Het College deelt uw mening op dit punt niet,
er zijn dan ook geen maatregelen noodzakelijk.
4
Vraag 7b
Heeft het College contact gezocht met de lokale ex CROS-bewonersvertegenwoordigers om mogelijk
antwoord te krijgen op de vragen m.b.t. de dosis-effect relatie? Bij hen is veel deskundigheid en ervaring met
het Schiphol dossier voorhanden, en bovendien zijn zij betrokken geweest bij de Strategische Nota’s 2007
en 2012.
Antwoord vraag 7b
U heeft in de hoedanigheid van ex CROS-bewonersvertegenwoordiger contact gezocht. In een gesprek met
twee medewerkers van de Milieudienst IJmond is dit onderwerp aan de orde geweest.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen
5