Tweede Kamer der Staten Generaal Vaste Commissie voor

Tweede Kamer der Staten Generaal
Vaste Commissie voor VWS
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE
Concept ‘Zelftest cliëntenondersteuning’
2-12-2014
14-0434/MH/dvb
Marijke Hempenius,
1
06- 25276155
Geachte Kamerleden,
Dank voor de gelegenheid om mee te kijken naar de ‘zelftest’, want onafhankelijke
cliëntondersteuning is heel belangrijk voor de meest kwetsbare burgers.
De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen die de regering vraagt om een ‘zelftest’ voor
gemeenten te ontwikkelen op het terrein van cliëntondersteuning (Voortman/Van Dijk, zie bijlage).
Doel van zo’n zelftest is om gemeenteraden en belanghebbenden in staat te stellen om “te
beoordelen of de onafhankelijke cliëntondersteuning geregeld is conform de Wmo 2015”. Het
ministerie van VWS heeft de VNG gevraagd om het voortouw te nemen in het ontwikkelen van zo’n
‘zelftest’. Belangrijkste vraag die u stelt is of de zelftest op deze manier volgens u een bruikbaar
middel kan zijn voor lokale belangenbehartigers om te beoordelen in hoeverre de
cliëntondersteuning in hun gemeente per 1 januari 2015 op orde is conform de Wmo 2015.
De PG-organisaties achten het van groot belang dat op 1 januari in alle gemeenten onafhankelijke
cliëntondersteuning beschikbaar is voor alle groepen voor het brede domein van zorg en
ondersteuning maar ook andere levensterreinen zoals onderwijs, werk en inkomen. Wij achten het
van groot belang dat op 1 januari 2015 in alle gemeenten duidelijk is hoe de cliëntondersteuning
geregeld is en denken dat de zelftest hierbij een belangrijk hulpmiddel kan zijn. In de praktijk
ontvangen wij veel signalen over de cliëntondersteuning:
-
gemeenten weten niet wat onafhankelijke cliëntondersteuning is, of hebben het
ondergebracht bij MEE, of informeren de burger er nauwelijks over en staan er afhoudend
tegenover, want het versterkt de positie van de burger;
-
Het samenwerken tussen formele en informele vormen van cliëntondersteuning kan
verbeterd worden en een goede cliëntondersteuning voor alle groepen is van groot belang;
Het belang van continuïteit voor de MEE-organisaties en de beschikbaarheid van
cliëntondersteuning voor alle doelgroepen (ook die doelgroepen die buiten de AWBZsubsidieregeling voor MEE vallen) staan soms op gespannen voet;
-
MEE wordt ingeweven in het gemeentelijk apparaat en de sociale wijkteams, en wordt dus
steeds minder onafhankelijk;
-
cliëntenorganisaties nemen het initiatief om onafhankelijke cliëntondersteuning aan te
bieden (vrijwillige ouderenadviseurs, cliëntenorganisaties ggz), vraag is hoe de
samenwerking ingevuld gaat worden;
-
mensen die de routes kennen krijgen meer gedaan bij de gemeente dan de teruggetrokken
burgers, daarom is onafhankelijke cliëntondersteuning die ook actief wordt aangeboden erg
nodig voor het versterken van de kwetsbare burgers.
Ons voorstel is ervoor te zorgen dat de zelftest die de VNG heeft ontwikkeld, voor 1-1-2015
integraal en verplicht ingevuld gaat worden in samenspraak tussen gemeenten en adviesorganen
samen. En dat de uitkomst van deze zelftest de basis is voor bijstelling van beleid. Wij achten het
daarnaast van groot belang dat mensen ook echt kunnen kiezen uit verschillende vormen en
personen van formele en informele cliëntondersteuning. Hiervoor is het van belang dat de
gemeente tijdig transparant maakt op haar website, maar ook in de toelichting op gesprekken die
in het kader van het aflopend overgangsrecht gevoerd gaan worden, op welke wijze de
cliëntondersteuning in een bepaalde gemeente geregeld is. Alsook hoe de formele en de informele
cliëntondersteuning zich tot elkaar verhouden en op welke wijze de synergie wordt geregeld.
De zelftest die u ontwikkelde hebben wij getoetst aan de AVI handleiding cliëntondersteuning in de
nieuwe WMO. Wij gaan op de belangrijkste uitgangpunten nader in en stellen een uitbreiding van
de testvragen voor. Graag overleggen wij met u over een minimale set aan vragen en een
mogelijke uitbreiding van vragen.
Uiteraard zijn wij bereid onze reactie nader toe te lichten.
Met vriendelijke groet,
Illya Soffer
Marjan ter Avest
Hadewych Cliteur
directeur Ieder(in)
directeur LPGGz
directeur CSO
Pagina 2 / 5
Bijlage: toets van de zelftest op basis van AVI handreiking cliëntondersteuning in de
nieuwe WMO
Onafhankelijk
Ons kernpunt van kritiek is dat cliëntondersteuning ook echt onafhankelijk moet zijn, dat wil
zeggen los van de gemeente en aanbieders. In deze zelftest staat dat het bij het sociaal wijkteam
ondergebracht kan worden, dat lijkt ons niet juist, want: (1) een sociaal wijkteam wordt, in ieder
geval financieel, aangestuurd door een gemeente, en zal dus met de belangen van de gemeente
rekening houden;
(2) de medewerkers van een wijkteam zijn medewerker van een organisatie, en zullen de neiging
hebben naar de eigen organisatie te verwijzen (eigenbelang van een organisatie).
Daarnaast is de scheiding binnen een sociaal wijkteam van een professional die cliëntondersteuning
biedt en een professional die een maatwerkvoorziening toewijst erg kunstmatig en meer een
theoretische gedachte dan werkelijkheid. In de praktijk kan het uitdraaien op een onderonsje van
professionals die in het casuïstiekoverleg buiten de burger, en met inachtneming van de belangen
van de gemeente en de instellingen, de ondersteuning voor hem bepalen. Wij achten het van groot
belang dat een gemeente in geval de aanbieder van de cliëntondersteuning onderdeel is van het
wijkteam duidelijk wordt gemaakt hoe de onafhankelijkheid geborgd kan worden.
Testvragen die wij graag zouden willen toevoegen:
•
Als de cliëntondersteuning geïntegreerd is in het wijkteam, welke waarborgen zijn er dan voor
de cliënt dat er onafhankelijk en in het belang van de cliënt wordt gehandeld? Heeft de
gemeente hiervoor een beroepscode of een apart statuut ontwikkeld?
•
Kan de cliënt die twijfelt aan de objectiviteit van de cliënt ondersteuner, de gemeente hierop
wijzen en vragen om een andere ondersteuner? Zo ja hoe is dit dan geregeld?
Levensbreed:
Het is van groot belang dat de cliëntondersteuning beschikbaar is voor mensen met vragen over de
zorg en ondersteuning, maar zich ook richt werk, inkomen, welbevinden, rechtspositie en kwaliteit
van leven van mensen.
Testvragen die wij willen toevoegen;
•
Is het aanbod van de cliëntondersteuning voldoende toegesneden op de kenmerken en
behoeften van alle doelgroepen
•
Is de cliëntondersteuning levensbreed, dat wil zeggen heeft deze betrekking op alle terreinen
van het sociaal domein en aanpalende terreinen
•
Worden er alleen formele vormen van co ingezet of is er ook ruimte voor informele vormen. Is
er ook beleid om informele ondersteuning te faciliteren.
Pagina 3 / 5
Gratis algemene voorziening;
Per januari is een grote groep mensen die voorheen zorg en ondersteuning vanuit de AWBZ kreeg
aangewezen op WMO en/of ZVW. Juist in deze periode van transitie is het van belang dat
gemeenten de toegang tot cliëntondersteuning goed geregeld hebben en duidelijk maken welk
soort diensten door de cliëntondersteuner wordt verleend.
Testvragen die wij graag willen toevoegen zijn:
•
Staat tijdig voor 1 januari op de website vermeld op welke wijze en waar de gratis
cliëntondersteuning beschikbaar is.
•
Is duidelijk uit welke soort diensten de cliëntondersteuning bestaat? Het kan bijvoorbeeld gaan
om het geven van informatie en advies op het brede veld van de decentralisaties,
vraagverheldering, kortdurende ondersteuning, activering van de cliënt en diens netwerk,
bemiddeling en verwijzing, hulp bij klachten en (voorkomen van) bezwaar en beroep.
Collectieve voorzieningen kunnen ook deel uitmaken van de cliëntondersteuningen zoals
sommige diensten van steunpunten GGZ of groepscursussen weerbaarheid. Ook de
dienstverlening van de vrijwillige ouderenadviseurs moet bekend worden gemaakt, ook via
gemeenten.
Informatie plicht
Met een aflopend overgangsrecht van mensen die vanuit de AWBZ naar gemeenten overgaan zal
het komende jaar voor veel mensen een gesprek gevoerd gaan worden over de manier waarop hun
zorg en ondersteuning passend geregeld kan worden. De beschikbaarheid van een goede en
onafhankelijke cliëntondersteuning tijdens deze gesprekken achten wij van groot belang.
Testvragen die wij toe willen voegen
•
Is het voor mensen in de gemeente tijdig duidelijk op wie zij een beroep kunnen doen voor
cliëntondersteuning?
•
Worden in ieder geval mensen die uitgenodigd worden voor een “keukentafel”gesprek goed
geïnformeerd wat zij in dit gesprek kunnen verwachten, dat zij gebruik kunnen maken van een
cliëntondersteuning en waar deze te vinden is en wat de rechtspositie van mensen is? Alleen
met goede en tijdige informatie kan een burger zich goed voorbereiden, en iemand benaderen.
•
•
Is er voor alle doelgroepen een laagdrempelig een herkenbaar aanspreekpunt?
Wordt cliëntondersteuning ook outreachend aangeboden aan mensen die uit zichzelf de
gemeente niet gauw om ondersteuning zullen vragen?
•
Is in de informatie op de website en in de brochure voldoende helder dat de
cliëntondersteuning onafhankelijk is en dat dit een persoon is die naast de cliënt staat?
•
Wat zijn de kwaliteitseisen die gemeenten stellen aan de cliëntondersteuning?
•
Zijn deze kwaliteitseisen getoetst aan gebruikersperspectieven en eisen vanuit de vragerskant?
•
Op welke wijze is de keuzevrijheid van mensen voor de inzet van een cliëntondersteuning
gewaarborgd?
•
Op welke wijze is de inspraak en medezeggenschap geregeld?
Pagina 4 / 5
•
Wie is er verantwoordelijk voor witte vlekken, en wat zijn de instrumenten deze zo snel
mogelijk in te vullen?
Pagina 5 / 5