Huis voor Gezondheid vzw Lakensestraat 76 bus 7 1000 Brussel t. 02 412 31 65 f. 02 412 31 69 [email protected] www.huisvoorgezondheid.be ond. nr. 821.455.683 GEZONDHEIDSMEETING 2014: GEZOND EN WEL DOORHEEN DE OUDERENZORG VAN MORGEN WORKSHOP 2: WAT JE NIET KAN HELEN MOET JE STRELEN: DEMENTIE IN DE OUDERENZORG Deze workshop werd verzorgd door Home-info vzw Opzet: Na een inleiding over de mens achter de persoon met dementie worden 3 voorbeelden (thuiszorg en residentiële zorg) voorgesteld over mogelijke zorg voor een persoon met dementie. 1) Sam Van de Putte, expertisecentrum dementie Broes: De mens achter de persoon met dementie. Een dementie-diagnose stellen is moeilijk. De diagnose moet gesteld worden op basis van gerichte observatie, het verhaal van de omgeving en specifiek neurologisch onderzoek. Het is belangrijk dat de diagnose niet verborgen wordt voor de persoon met dementie. Dit kan anders leiden tot een vertrouwensbreuk met de omgeving en tot een paniekreactie van de betrokken persoon. De omgeving is vaak bang dat de persoon met dementie emotioneel uit evenwicht zal geraken bij het vernemen van de diagnose. De mededeling van de diagnose is de eerste stap in het verwerkingsproces. Een tijdige diagnose geeft de persoon met dementie de kans om zijn toekomst zelf te plannen en plaatst de ziekte in een juist perspectief: er kan nog een hele periode met zinvolle en mooie momenten volgen. Het is belangrijk dat mensen geïnformeerd worden en dat vooral de persoon met dementie, maar ook de directe omgeving zich omringd weet. Daarom is het zo belangrijk dat er alzheimercafés en familiegroepen worden opgezet (in Brussel bijvoorbeeld in SintMonika). Een volkomen expertisekennis rond dementie bestaat niet want elke persoon is uniek. Het is ook belangrijk dat er op de juiste manier gecommuniceerd wordt. Een hulpmiddel hierbij kan de publicatie van de koning Boudewijnstichting zijn: “Ik blijf een mens. Anders communiceren over dementie – een uitnodiging tot actie”. 2) Ellen Meersmans, Familiehulp: Zorg met aandacht bij personen met dementie aan de hand van de Levensboom. Vertrekpunt: Vraaggerichte en belevingsgerichte thuiszorg met mogelijkheden en kansen voor de cliënt en rekening houdend met de realiteit van zijn/haar kwetsbaarheid. Aandacht voor het lichamelijke, het psychologische, het sociale, het spirituele en het ethische aspect van zorg, het levensverhaal en de zingeving. Aandacht voor de familie als partner in de zorg: beslissingen in samenspraak met cliënt en familie. Zorgverleners houden rekening met de behoeften en het tempo van de persoon met dementie , maar bewaken daarbij ook hun eigen professionele rol en grenzen. Werkinstrument: De Levensboom. Document om de zorgverlening af te stemmen op de leefwereld van de persoon met dementie en een aanvulling op het zorgverleningsplan. De cliënt zelf aan het woord laten als een volwaardige gesprekspartner. Informatie over o.a. de levensgeschiedenis, activiteiten van het dagelijks leven, voorkeur in vrijetijdsbesteding vroeger en nu, beschrijving van eigen persoonlijkheid en gezondheidsbeleving. Het gaat om de beleving en niet of de informatie correct is. Nadien kan de informatie aangevuld worden met waarheidsgetrouwe info Huis voor Gezondheid krijgt de STEUN van Huis voor Gezondheid draagt ZORG in Brussel aangeleverd door mantelzorgers of andere zorgverleners. De belevingsgerichte inhouden kunnen wijzigen doorheen de tijd en worden aangevuld. 3) Sigrid De Geyter, Huize Sint-Monika, Het leven zoals het is: Meyboom Huize Sint-Monika heeft een afdeling van 24 personen met dementie. Men werkt er met bewonergestuurde zorg: flexibele zorg uitgaande van de mogelijkheden en beperkingen van de bewoner. De bewoner is zolang mogelijk gids van zijn eigen leven, de zorgverlener is een reisgenoot in een “angstige, onveilige wereld”. Zorgen die de kwaliteit van leven en wonen bevorderen. Contact met families is een heel belangrijke schakel. De familie is ervaringsdeskundige, wenst betrokken te blijven bij de zorg en de bewoner ervaart vaak een gevoel van algemeen welbevinden via zijn familie. Duidelijke afspraken met de familie zijn wel nodig: hoe kan familie meehelpen met het maaltijdgebeuren, hoe kan men meehelpen bij het badmoment van de partner …. Creativiteit is vaak nodig om goede zorg te realiseren. Creativiteit in de infrastructuur: gaanderij (interactie met natuur), mini- filmzaal met monotone en/of oude beelden (reminiscentie, rustpunt), fonteinhoek (rustpunt, sensorische stimulatie), binnentuin (stimulans, rustpunt, ontmoeting). Creativiteit in de activiteiten en de zorg : ritme van de persoon wordt gerespecteerd, fingerfood, milkshakes, dieren in het rusthuis, intergenerationele activiteiten, …. Bevordering van contacten tussen bewoners met dementie en andere bewoners dank zij een vorming voor deze laatste. Geen aparte bewonersraad. 4) Betty Herbots, Floordam. Kleinschaligheid en visie Er zijn 11 wooneenheden, waarvan 5 voor psychogeriatrische zorg. De organisatie is gedecentraliseerd. Elke woning telt gemiddeld 14 bewoners. Het leven van elke dag speelt zich af in de woning. Het eigen ritme van de bewoners wordt gerespecteerd. Ontbijt kan daardoor vrij laat vallen en daarom wordt de warme maaltijd ook ’s avonds geserveerd. Elke woning heeft een eigen keuken waar de maaltijden worden klaar gemaakt. De bewoners helpen mee bij het klaar maken van de maaltijden. Woonfunctie en huishoudelijke sfeer is belangrijk. Doelstellingen van het kleinschalig wonen: handhaven of verbeteren van de levenskwaliteit, het in stand houden van restvermogens, het herwinnen van verloren gegane vaardigheden, het compenseren van beperkingen, continuïteit van wonen, zorg en leven. Taken van het personeel zijn ruimer dan in andere traditionele woonzorgcentra. Ondersteunen in de woonfunctie hoort er ook bij en verantwoordelijkheid voor de beleidsvisie in de woning. Medewerkers worden eveneens ondersteund door een zelfreflectiedocument en zelfreflectiegesprekken. 5) Vragenronde 5.1) Werkt men met heterogene of homogene groepen werkt in de Meyboom en Floordam? In de Meyboom geeft men de voorkeur aan heterogene groepen. Mensen met een vorm van lichte en zware dementie verblijven samen in dezelfde afdeling. Het grote voordeel is dat de bewoners niet meer moeten verhuizen. Men helpt elkaar onderling. Dit betekent niet dat elke bewoner met dementie verplicht is om overdag continu in de beschermde afdeling te blijven. Het moeilijkste is vaak om de familie te overtuigen. Bewoners met lichte dementie zien dat bewoners met zware dementie de nodige warme aandacht krijgen van het personeel, en voelen zich gerust gesteld naar hun mogelijke toekomst toe. In Floordam kunnen mensen met lichte dementie in de woningen voor somatische opvang blijven indien ze geen storend gedrag vertonen. In de woningen met psychogeriatrische zorg blijven de mensen tot het einde van hun leven in dezelfde woning. 5.2) Plaats van ergo-kiné-logo in Floordam? De meeste activiteiten zijn woninggebonden. Ergo-kiné-logo zijn niet verbonden aan één specifieke woning. Zij gaan naar de woningen. Ergo helpt bijvoorbeeld samen met de bewoners met [Titel] Pagina 2 van 3 Huis voor Gezondheid draagt ZORG in Brussel het dekken van de tafel, logo is bijvoorbeeld aanwezig tijdens het maaltijdgebeuren ,kiné komt oefeningen doen in een woning. 5.3) Wat met HACCP normen in kleinschalig wonen met aparte keukens? De keukens in de aparte woningen worden niet meer beschouwd als een grootkeuken en HACCP controle wordt in de woningen niet meer gedaan (in het begin wel). Niet duidelijk of dit overal in Vlaanderen zo benaderd wordt. 5.4) Jobtevredenheid bij kleinschalig wonen? De jobtevredenheid is in Floordam, na het invoeren van het kleinschalig wonen groter geworden. Men leert de bewoner op een andere manier kennen, niet alleen tijdens het toiletgebeuren waar de bewoner niet altijd op zijn best is. 5.5) Betaalbaarheid van kleinschalig wonen? De verhoging van de dagprijs kwam er in de eerste plaats door de nieuwbouw en niet door het kleinschalig wonen. Het kleinschalig wonen had nog beter gekund indien er meer geldmiddelen waren. 5.6) Hoe moet de zorgkundige in de thuiszorg omgaan met eisen die de familie stelt? Communicatie met de familie is erg belangrijk. Het kan ook helpen wanneer de familie ziet wat de zorgkundige allemaal doet en op welke manier. Overleg en overeenstemming met de familie leidt tot en gedragen zorgplan waar de bewoner wordt gerespecteerd. 5.7) Hoe zit het met het transitieplan dementie in Vlaanderen? Met dit plan (nog niet effectief) wil de overheid dat elke persoon met dementie terecht moet kunnen bij één persoon, die gedurende het hele dementieproces de zorgbegeleiding op zich neemt. De basiszorgverlener kan ook terecht bij een externe dementie-expert. Het zou goed zijn dat er voor dit transitie-plan rekening wordt gehouden met de specifieke situatie in Brussel. De goede contacten die nu bestaan tussen diensten zoals Familiehulp en EDC Broes zullen ook na de invoering van dit plan blijven bestaan. [Titel] Pagina 3 van 3
© Copyright 2024 ExpyDoc