HALFJA ARVERSL AG 2014 Verslag van de hoogtepunten en activiteiten voor de eerste helft van 2014 JANUARI Op 2 januari 2014 werd de VLCC Ardenne Venture (2004 - 318.658 dwt) geleverd aan haar nieuwe eigenaars na de aangekondigde verkoop op 14 november 2013 voor 41,7 miljoen USD. De meerwaarde op de verkoop voor Euronav van ongeveer 2,2 miljoen USD werd daarom erkend in het eerste kwartaal van 2014. Op 10 januari 2014 ontving Euronav een bruto-opbrengst van 50 miljoen USD bij uitgifte van 5.473.571 gewone aandelen door middel van een kapitaalverhoging tegen 6,70 EUR per aandeel (gebaseerd op de USD/EUR wisselkoers van 1,3634 USD zoals gepubliceerd op 6 januari 2014). De opbrengsten van deze plaatsing werden gebruikt om de overname van de Maersk VLCCvloot deels te financieren. Op 3 januari 2014 sloot Euronav een overeenkomst voor de overname van vijftien VLCC’s voor een totale aankoopprijs van USD 980 miljoen te betalen op het moment van de effectieve levering van de schepen. De schepen hebben een gemiddelde leeftijd van 4 jaar en worden uitgebaat binnen de Tankers International pool waarvan Euronav medeoprichter is. Tussen eind februari en juli vonden leveringen van 14 schepen plaats. Het laatste schip, de TBN Sandra (2011 – 323.527 dwt) wordt naar verwachting geleverd tussen het vierde kwartaal van 2014 en het eerste kwartaal van 2015. Op 13 januari 2014 gaf Euronav 60 eeuwigdurende converteerbare preferente effecten uit, elk met een nominale waarde van 2,5 miljoen USD, die converteerbaar zijn in bestaande gewone aandelen van de vennootschap naar keuze van de aandeelhouder. De opbrengsten van de uitgifte worden gebruikt om de liquiditeit van de balans te versterken, om financieringsbronnen te diversifiëren en voor algemene bedrijfs- en werkkapitaaldoeleinden. Op 7 januari 2014 verkocht Euronav de Luxembourg, de oudste van de dubbelwandige VLCC’s (1999 – 299.150 dwt), aan een niet-verbonden derde voor een prijs van 28 miljoen USD. Dat resulteerde in een meerwaarde op de verkoop van 6,4 miljoen USD wat erkend werd bij de levering aan haar nieuwe eigenaar op 28 mei 2014. De Luxembourg was volledig eigendom van Euronav. Het schip zal geconverteerd worden tot FPSO en zal bijgevolg de VLCC-wereldvloot verlaten. Op 4 februari 2014 gaf Euronav een niet-gewaarborgde obligatie uit voor een bedrag van 235,5 miljoen USD en met een looptijd van 7 jaar. Deze obligaties werden uitgegeven aan 85 procent (onder pari) en dragen een interest van 5,95% op jaarbasis voor het eerste jaar en zijn halfjaarlijks betaalbaar na verloop van de termijn. De interest stijgt tot 8,50% op jaarbasis voor het tweede en derde jaar en stijgt opnieuw tot 10,20% op jaarbasis vanaf het vierde jaar tot de vervaldag in 2021. >> FEBRUARI De obligaties kunnen op elk ogenblik vrijwillig a pari terugbetaald worden door Euronav. De opbrengst van deze uitgifte werd gebruikt voor de gedeeltelijke financiering van de overname van de Maersk VLCC-vloot. Op 5 februari 2014 kwam Euronav overeen om twee schepen, de VLCC Maersk Hojo (2013 – 302.965 dwt) en de VLCC Maersk Hirado (2011 – 302.550 dwt), onder tijdsbevrachting te nemen voor een periode van 12 maanden, met een optie tot verlenging voor 12 maanden. De tijdsbevrachtingsovereenkomsten startten op 24 maart 2014 en 3 mei 2014 bij levering van het schip. Op 6 februari 2014 gaf Euronav 9.459.286 gewone aandelen uit door conversie van 30 van de 60 uitgegeven en uitstaande eeuwigdurende converteerbare preferente effecten. De overgebleven 30 uitstaande eeuwigdurende converteerbare preferente effecten kunnen op elk ogenblik geconverteerd worden in gewone aandelen naar keuze van de aandeelhouder tegen een prijs van 7,928715 USD per aandeel. De vennootschap heeft de optie om de eeuwigdurende converteerbare preferente effecten te converteren als de aandelenprijs een bepaald niveau bereikt over een bepaalde periode en als de gewone aandelen zijn toegelaten tot een notering op de New York Stock Exchange of de Nasdaq Stock Exchange. Op 20 februari 2014 meldde Euronav dat het eerste schip van Maersk succesvol werd geleverd: de Nautilus (2006 – 307.284 dwt). Op 24 februari 2014 ontving Euronav een brutoopbrengst van 300 miljoen USD bij uitgifte van 32.841.528 gewone aandelen door middel van een kapitaalverhoging tegen 6,70 EUR per aandeel (gebaseerd op de USD/EUR wisselkoers van 1,3634 USD zoals gepubliceerd op 6 januari 2014). De opbrengsten van deze plaatsing werden gebruikt om de overname van de Maersk VLCC-vloot deels te financieren. Op 25 februari 2014 vond de levering van het tweede schip van Maersk plaats: de Nucleus (2007 – 307.284 dwt). MAART Op 1 maart 2014 nam Euronav Ship Management Antwerp (ESMA) het scheepsbeheer over van het schip FSO Africa (2002 – 442.000 dwt), eigendom van TI Africa Ltd. Haar zusterschip FSO Asia (2002 – 442.000 dwt) werd al beheerd door ESMA sinds de conversie van het schip tot een FSO in 2009. De overdracht van het beheer werd uitgevoerd zoals gepland. Tussen 1 januari en 10 maart 2014 vonden verschillende kapitaalverhogingen plaats naar aanleiding van de conversie van converteerbare obligaties uitgegeven in 2013. Dat resulteerde in een kapitaal van 130.950.898,60 USD, vertegenwoordigd door 120.479.757 gewone aandelen. In maart 2014 is de vennootschap overeengekomen om de periode van de aankoopoptie op de Antarctica (2009 – 315.981 dwt) en de Olympia (2008 – 315.981 dwt) te verlengen met één maand, tot 30 april 2014. Op 25 maart 2014 ondertekende Euronav een nieuwe niet-achtergestelde gewaarborgde lening van 500 miljoen USD. De lening kon getrokken worden vanaf 25 maart 2014 en wordt aangewend voor de financiering van de overname van de Maersk VLCC-vloot. De leningsovereenkomst heeft een looptijd van 6 jaar en een interestvoet gelijk aan LIBOR verhoogd met een marge 2,75%. >> APRIL Op 9 april 2014 is Euronav overgegaan tot vervroegde terugbetaling van alle nog uitstaande converteerbare obligaties uitgegeven in 2013 met vervaldatum in 2018 die niet vóór 2 april 2014 werden geconverteerd. Op 22 april 2014 vond er een kapitaalverhoging plaats naar aanleiding van de conversie van de laatste uitstaande converteerbare obligatie uitgegeven in 2013, waarvoor de vennootschap een conversieaankondiging ontving nog voor de deadline van de terugbetaling. Dat resulteerde in de uitgifte van 14.101 nieuwe gewone aandelen en in een kapitaal van 130.966.225,15 USD, vertegenwoordigd door 120.493.858 gewone aandelen. Geen enkele van de converteerbare obligaties met vervaldatum in 2018 staat nog uit. In april 2014 werd de aankoopoptie om de Olympia (2008 – 315.981 dwt) en de Antarctica (2009 – 315.981 dwt) van Euronav te kopen uitgeoefend door een derde voor een totale aankoopprijs van 178 miljoen USD. De optievergoeding van 20 miljoen USD die de vennootschap reeds ontving in januari 2011 werd in mindering gebracht van de aankoopprijs. De vennootschap verwacht de Olympia in september 2014 te kunnen leveren en de Antarctica in januari 2015. Beide schepen blijven in dienst onder hun huidige tijdsbevrachtingsovereenkomsten tot hun respectievelijke leveringsdata. De verkoop zal resulteren in een geraamd gecombineerd verlies van 7,4 miljoen USD, dat geboekt werd in het tweede kwartaal van 2014. MEI Op 9 mei 2014 meldde Euronav dat het derde schip van Maersk succesvol werd geleverd: de Navarin (2007 – 307.284 dwt). JUNI In de loop van juni 2014 werden nog 5 andere schepen van Maersk succesvol geleverd: de Sara (2011 – 323.183 dwt), de Newton (2009 – 307.284 dwt), de Ilma (2012 – 314.000 dwt), de Nautic (2008 – 307.284 dwt) en de Ingrid (2012 – 314.000 dwt). Wereldeconomie, vraag naar ruwe olie en bunkerkosten De algemene economische vooruitzichten voor de eerste helft van 2014 bleven stabiel met een globale groei van 3,6%. Na de wereldwijde financiële crisis, veroorzaakte deze voortdurende economische groei een verhoogd gevoel van stabiliteit. Naarmate het gevoel verbetert, zou ook de consumptie van goederen, de groei en de vraag naar ruwe olie moeten vebeteren. De wereldwijde economische groei wordt nog steeds hoofdzakelijk gedreven door de OESO-landen waarbij de Amerikaanse groei stabiel blijft en de Europese geleidelijk aan tekenen van verbetering vertoont. De Japanse economie bleef onzeker waarbij de recente stijgingen van de omzetbelasting zowel de binnenlandse vraag als de export negatief beïnvloed hebben. De prijs van ruwe olie is ook een factor die de wereldeconomie beïnvloedt. In het eerste semester van 2014 en vooral sinds eind mei volgden de olieprijzen over het algemeen een dalende trend. De gemiddelde prijs per vat bedroeg 101,03 USD voor de WTI en 108,93 USD voor de Brent. Het nieuws dat Libië zijn havens stilaan zal heropenen, zal wellicht de olieprijs beïnvloeden. Bijgevolg zet de bestaande trend zich de komende maanden mogelijks voort. De niet-OESO landen kenden een verbeterde groei Ondanks dat de prijzen voor de brandstof voor schepen hoog bleven, volgden ze dezelfde trend als de prijs van ruwe olie en zaten ze op een dalende curve, wat positief is voor de opbrengsten. De bunkerprijzen voor het eerste semester van 2014 bedroegen gemiddeld 606 USD per ton in Fujairah, 630 USD in Rotterdam en 607 USD in Singapore. ten opzichte van vorig jaar die naar verwachting Hoewel de optimistische cijfers bemoedigend en positief zijn voor het handelsverkeer en de verbeterde consumptie, leggen de markten een zekere voorzichtigheid aan de dag. Het wereldwijde herstel blijft fragiel en sommige geopolitieke conflicten, zoals in Oekraïne/Rusland, Syrië, Irak en Libië, kunnen de vooruitzichten op korte termijn blijven beïnvloeden. 5% zal bedragen in 2014. Ondanks een opvallende industriële vertraging (deels veroorzaakt door het aanpakken van vervuiling en andere sociale kwesties) en kredietproblemen, blijft China de belangrijkste drijvende kracht van de niet-OESO landen met, van bijzonder belang voor de tankervaart, een aanzienlijke groei van de vraag naar olie. Tankermarkt Ondanks een langere onderhoudsperiode in de raffinaderijen dan gewoonlijk in het tweede kwartaal, verbeterden de tarieven in het eerste semester van 2014 aanzienlijk in vergelijking met het eerste semester van 2013 in zowel het VLCC- als het Suezmax-segment en waren ze zeer volatiel. In de loop van de laatste drie jaar is het handelspatroon op de tankermarkt veranderd, vooral door de opkomst van Amerikaanse schalieolieproductie aangezien de bestemming van de export van West-Afrikaanse ruwe olie is verschoven van de Amerikaanse Atlantische kust naar het Verre Oosten. De gemiddelde afstand die moet worden afgelegd tussen de bron van ruwe olie en de consumptie wordt steeds groter. Dat doet de vraag naar tonmijlen toenemen en beïnvloedt daarnaast positief de vraag naar tankers. De toename van het aantal ladingen in combinatie met een negatieve groei van zowel de VLCCals de Suezmax-vloot zorgde ook voor een verbetering van de tankertarieven. ophouden te bestaan. Een nieuwe referentieroute, de TD20 Bonny/Rotterdam, werd onlangs geïntroduceerd. Door de jaren heen veranderde het handelspatroon van het Suezmax-segment aanzienlijk waarbij Suezmax-schepen soms wereldwijd routes voor hun rekening nemen die doorgaans werden uitgevoerd door VLCC’s of Aframax-schepen. Ook de Bonny/Rotterdam route is niet noodzakelijk representatief voor het huidige Suezmax-handelspatroon maar is niettemin relevanter dan de TD5-route. Net zoals voorheen werden er in het eerste semester van 2014 steeds minder ladingen vervoerd van WestAfrika (WAF) naar de Verenigde Staten. Er gingen evenwel meer ladingen naar het Oosten om de voortdurende sterke vraag naar ruwe olie in China en India tegemoet te komen. 10.000 Gemiddelde VLCC tijdsbevrachtingstarieven 60.000 Gemiddelde VLCC tijdsbevrachtingstarieven voor een schip gebouwd in 2000 50.000 40.000 Gemiddelde VLCC tijdsbevrachtingstarieven voor een schip gebouwd in 2010 30.000 20.000 -10.000 04/01/13 24/01/13 13/02/13 05/03/13 25/03/13 14/04/13 04/05/13 24/05/13 13/06/13 03/07/13 23/07/13 12/08/13 01/09/13 21/09/13 11/10/13 31/10/13 20/11/13 10/12/13 30/12/13 19/01/14 08/02/14 28/02/14 20/03/14 09/04/14 29/04/14 19/05/14 08/06/14 0 Gemiddelde Suezmax tijdsbevrachtingstarieven 100.000 80.000 60.000 Gemiddelde Suezmax tijdsbevrachtingstarieven voor een schip gebouwd in 2010 40.000 20.000 0 -20.000 De gemiddelde tijdsbevrachtingstarieven (TCE) behaald door de VLCC-vloot van de vennootschap uitgebaat binnen de Tankers International (TI) Pool, bedroegen ongeveer 28.060 USD per dag over het eerste halfjaar van 2014 (eerste halfjaar 2013: 17.600 USD per dag). De gemiddelde TCE van de Suezmax-vloot van Euronav, die onder langetermijnbevrachtingsovereenkomsten verhuurd wordt, bedroegen ongeveer 23.800 USD per dag over het eerste halfjaar van 2014 (eerste halfjaar 2013: 22.200 USD per dag). Gemiddelde Suezmax tijdsbevrachtingstarieven voor een schip gebouwd in 2000 04/01/13 24/01/13 13/02/13 05/03/13 25/03/13 14/04/13 04/05/13 24/05/13 13/06/13 03/07/13 23/07/13 12/08/13 01/09/13 21/09/13 11/10/13 31/10/13 20/11/13 10/12/13 30/12/13 19/01/14 08/02/14 28/02/14 20/03/14 09/04/14 29/04/14 19/05/14 08/06/14 Het handelspatroon op zowel de VLCC- als de Suezmaxmarkt blijft onderhevig aan veranderingen waarbij er meer reizen plaatsvinden van de AG naar het Oosten en van WAF naar het Oosten/Brazilië. De Bonny Offshore/Philadelphia route (TD5) is niet langer representatief voor de voltooide transacties in West-Afrika. Als gevolg van de sterke daling van de Amerikaanse import uit West-Afrika, wordt de TD5 referentie-index overbodig en zal ze binnenkort wellicht We verwachten dat de tankermarkt zal blijven groeien maar toch volatiel zal blijven evenwel met weinig of geen groei van de wereldwijde VLCC- en Suezmax-vloten in de komende 18 tot 24 maanden. Wij zijn van mening dat een meer evenwichtige capaciteit in combinatie met de gevolgen van de toename van het aantal tonmijlen, de toestand van de tankermarkt moet helpen verbeteren voor de rest van 2014 en daarna. De gemiddelde TCE van de Suezmax-vloot die Euronav rechtstreeks uitbaat op de spotmarkt bedroegen ongeveer 23.300 USD per dag over het eerste halfjaar van 2014 (eerste halfjaar 2013: 17.500 USD per dag). Vlootgroei De VLCC- en de Suezmax-vloot kennen voor het eerst sinds 2003 een negatieve groei en het laagste orderboek sinds 1997. Het aantal reeds geleverde nieuwe schepen in het eerste semester van 2014 blijft redelijk met een totaal van 14 VLCC’s en 4 Suezmax-schepen. De steeds positiever wordende vooruitzichten voor het tankersegment hebben geleid tot een stijgende interesse in de sector. Als gevolg daarvan hebben speculatieve fondsen een aantal eigenaars aangemoedigd om nieuwe schepen (zowel VLCC’s als Suezmax-schepen) te bestellen die de komende jaren zullen geleverd worden. Euronav is nog steeds overtuigd van de waarde van onmiddellijk leverbaar tonnage en heeft bijgevolg geen enkele intentie om speculatieve nieuwbouw bestellingen te plaatsen. Groei VLCC wereldvloot (per jaar) Groei Suezmax wereldvloot (per jaar) Verwijder scenario Voorspelde leveringen Verwijder scenario Voorspelde leveringen Verschroot/verwijderd Geleverd Verschroot/verwijderd Geleverd 80 50 60 40 30 40 20 53 54 62 49 31 0 -20 -24 -29 -16 -21 35 14 6 -3 12 -18 -21 45 39 42 45 27 10 -22 0 -10 -47 -40 -60 20 -7 -15 -17 2009 2010 -7 -20 9 2 -1 -10 7 10 -11 -12 2014 2015 2016 -20 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 -30 2011 2012 2013 De markt van drijvende opslagplatformen en drijvende productie- en opslagplatformen (FSO/FPSO) In juli 2014 waren er wereldwijd 264 drijvende productieplatformen en 99 drijvende opslagplatformen in dienst. Daarnaast waren er 229 offshore projecten in de beoordelings- (71), plannings- (89) of aanbestedingsfase (69). Volgens Energy Maritime Associates (‘EMA’) steeg het orderboek met 65 drijvende productieplatformen wat de daling ten opzichte van de piek van 71 platformen in het eerste kwartaal van 2013 omkeert. Deze onverwachte toename is echter grotendeels te wijten aan reeds geplaatste bestellingen die niet op de geplande datum opgeleverd werden. lijke stijging van FSO-projecten over dezelfde tijdspanne. Ongeveer 20% van de FSO projecten doen een beroep op speciaal daarvoor gebouwde FSO’s terwijl de overgrote meerderheid gebruikmaakt van bestaande tankerrompen die werden omgebouwd tot een FSO. Geconverteerde olietankers zullen de voorkeur blijven genieten voor FSO’s. Eveneens volgens de EMA waren er op het einde van vorig jaar 90 FSO’s in dienst wat een dalende FSO inventaris betekent ten opzichte van de pieken in 2010 en 2012. Dat is vooral te wijten aan de verschroting van olietankers, gebouwd in 1970, die werden gebruikt om ruwe olie en stookolie op te slaan. Het overgrote deel van de FSO-bestellingen zullen blijven gaan naar Zuid-Oost Aziatische landen, waaronder Thailand, Vietnam en Maleisië. Ook de Noordzee en de Middellandse Zee kennen een verhoogde FSO-activiteit. Daarnaast vormt Mexico nog een grote potentiële markt voor FSO’s, wat ideaal zou zijn voor vele projecten in ondiep water. Ultra-diepwater > 1500m Diepwater 1000-1500m Waterdiepte < 1000m 16 14 2 12 4 10 8 15 7 11 2 6 9 2 7 5 3 3 5 Zuidwest-Azië / Midden-Oosten Middellandse Zee China Zuidoost-Azië Golf van Mexico Brazilië Afrika Noord-Europa 0 1 1 Caraïben 7 5 2 Canada 4 Australië / Nieuw-Zeeland Verder zijn er volgens de EMA gedurende de laatste 5 jaar 23 FSO’s besteld wat samenliep met een aanzien- Projecten in de planningsfase per regio en waterdiepte De vloot Op 14 augustus 2014 heeft Euronav 52 schepen in eigendom (inclusief 4 schepen onder bevrachtingsovereenkomsten): 1 V-Plus-schip, 26 VLCC’s (waaronder 1 in joint venture), 23 Suezmax-schepen (waaronder 4 in joint venture) en 2 FSO-schepen (beide in 50/50 joint venture). Acht VLCC’s van de verworven VLCC-vloot van Maersk zijn geleverd in de eerste helft van 2014. In de maand juli vonden leveringen van de overige VLCC’s plaats, met uitzondering van één schip (TBN Sandra (2011 – 323.527 dwt)) dat naar verwachting tussen het vierde kwartaal van 2014 en het eerste kwartaal van 2015 zal geleverd worden. Daarnaast gingen we in juli 2014 een overeenkomst aan om vier bijkomende moderne VLCC’s te kopen van Maersk Tankers voor een totale aankoopprijs van 342 miljoen USD. Drie van deze schepen worden naar verwachting geleverd in het derde en het vierde kwartaal van 2014 en het laatste schip tijdens het tweede kwartaal van 2015. Nadat alle Maersk-schepen geleverd zijn, zullen we 55 dubbelwandige tankers bezitten en beheren met een totaal draagvermogen van ongeveer 13,9 miljoen dwt. Op 23 juli 2014 bedroeg de gewogen gemiddelde leeftijd van onze vloot, rekening houdend met deze overnames en inclusief alle schepen die nog moeten geleverd worden na deze datum, ongeveer 6,7 jaar. De VLCC-vloot van Euronav wordt grotendeels uitgebaat op de spotmarkt binnen de Tankers International (TI) pool. Met een vloot van 38 schepen (op 5 augustus 2014) beheert de TI pool één van de grootste moderne en uitsluitend dubbelwandige VLCC-vloten ter wereld. De Suezmaxvloot van Euronav wordt gedeeltelijk onder langetermijnbevrachtingsovereenkomsten verhuurd. De overige Suezmaxschepen worden rechtstreeks door Euronav op de spotmarkt verhandeld. Op 14 augustus 2014 is het tonnageprofiel van Euronav, met inbegrip van de schepen opgenomen onder bevrachtingsovereenkomsten, verdeeld als volgt: VLCC’s en V-Plus in eigendom 7.439.072,50 dwt VLCC’s via bevrachtingsovereenkomsten 911.264 dwt FSO’s in eigendom 442.000 dwt Suezmax-schepen in eigendom 3.107.299,50 dwt Suezmax-schepen commercieel beheerd door Euronav 317.148 dwt Suezmax-schepen in naaktrompbevrachting 157.258 dwt Totaal tonnage in beheer of eigendom 12.374.042 dwt Verkorte tussentijdse geconsolideerde rekeningen voor de periode van zes maanden eindigend op 30 juni 2014 Hierna volgen uittreksels uit de verkorte tussentijdse geconsolideerde rekeningen van Euronav voor de periode van zes maanden eindigend op 30 juni 2014. De verkorte tussentijdse geconsolideerde rekeningen werden op 27 augustus 2014 door de raad van bestuur goedgekeurd voor publicatie. De volledige versie van de, in overeenstemming met IAS 34, opgestelde verkorte tussentijdse geconsolideerde rekeningen, inclusief het verslag van de commissaris van het beperkt BALANS (in duizenden USD) GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 31.12.2013 * (in duizenden USD) 2.022.168 1.732.676 28 271.274 1.728.993 1.445.433 32 259.535 Omzet EBITDA Afschrijvingen Bedrijfsresultaat Financieel resultaat Uitgestelde belastingvorderingen VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL ACTIVA 17.354 836 607.513 2.629.681 23.113 880 191.768 1.920.761 PASSIVA EIGEN VERMOGEN Kapitaal en reserves LANGLOPENDE SCHULDEN Leningen op meer dan één jaar Overige langlopende schulden Personeelsbeloningen 1.374.321 1.374.321 893.991 886.210 1.901 800.990 800.990 874.979 835.908 31.291 1.900 5.880 361.369 5.880 244.792 2.629.681 1.920.761 ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Financiële vaste activa Investeringen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode Verplichtingen aan joint ventures verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode SCHULDEN OP KORTE TERMIJN TOTAAL PASSIVA nazicht en de verklaring over het getrouw beeld van de halfjaarlijkse jaarrekeningen en het getrouwe overzicht in het tussentijdse jaarverslag, is beschikbaar op www.euronav.com. 30.06.2014 Herwerkt Aandeel in resultaat van investeringen opgenomen volgens vermogensmutatiemethode (na winstbelastingen) Resultaat vóór belastingen Belastingen Resultaat over de periode Toerekenbaar aan eigenaars van de moedermaatschappij Gewogen gemiddelde aantal aandelen Gewone winst per aandeel (in USD) Verwaterde winst per aandeel (in USD) 30.06.2014 30.06.2013 * Herwerkt 201.157 68.592 -67.684 908 -36.515 153.818 44.740 -67.943 -23.203 -25.582 14.393 -21.214 -38 -21.252 9.584 -39.201 -72 -39.273 -21.252 104.324.074 -0,20 -0,20 -39.273 50.000.000 -0,79 -0,79 *De vergelijkende cijfers voor 2013 werden herwerkt voor de toepassing van IFRS 10 & 11. GECONSOLIDEERDE STAAT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN (in duizenden USD) Resultaat over de periode Totaal niet-gerealiseerde resultaten Totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode Toerekenbaar aan eigenaars van de moedermaatschappij 30.06.2014 30.06.2013 * Herwerkt -21.252 2.197 -39.273 4.788 -19.055 -34.485 -19.055 -34.485 MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN (in duizenden USD) Stand bij de aanvang van de periode Totaal van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode Totaal transacties met eigenaars van de vennootschap Saldo bij het einde van de periode 30.06.2014 30.06.2013 * Herwerkt 800.990 867.020 -19.055 -34.485 592.386 1.374.321 -23 832.512 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (in duizenden USD) Geldmiddelen en kasequivalenten op 1 januari Nettokasstroom uit bedrijfsactiviteiten Nettokasstroom uit (gebruikt bij) investeringsactiviteiten Nettokasstroom uit (gebruikt bij) financieringsactiviteiten Valutakoers- en omrekeningsverschillen op geldmiddelen Geldmiddelen en kasequivalenten 30.06.2014 74.309 1.378 -512.476 711.578 -302 274.487 30.06.2013 * Herwerkt 113.051 -38.262 43.746 -55.312 -498 62.725 *De vergelijkende cijfers voor 2013 werden herwerkt voor de toepassing van IFRS 10 & 11. Het Euronav-aandeel Op 14 augustus 2014 bedraagt het aandelenkapitaal van Euronav 142.440.546,45 USD en wordt vertegenwoordigd door 131.050.666 aandelen waaronder 1.750.000 eigen aandelen. Evolutie aandelenkoers (EUR) eerste halfjaar 2014 11 10 9 8 Op basis van de informatie waarover Euronav beschikte door middel van de meest recente kennisgevingen en bekendmakingen bij de opstelling van dit verslag, ziet de aandeelhoudersstructuur er als volgt uit: Aandeelhouder Tanklog Holdings Ltd. Saverco NV York Capital Management Global Advisors LLC BlueMountain Capital Management LLC Victrix NV GoldenTree Asset Management LP Euronav (eigen aandelen) Andere Totaal Aantal aandelen 21.503.509 16.294.539 Procent 16,41% 12,43% 14.100.267 10,76% 8.867.209 7.580.345 6,77% 5,78% 6.306.781 1.750.000 54.648.016 131.050.666 4,81% 1,34% 41,70% 100,00% 7 6 5 december januari februari maart april mei juni Dagelijks verhandelde volumes eerste halfjaar 2014 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 december januari februari maart april mei juni Converteerbare obligaties en eeuwigdurende converteerbare preferente effecten Op 4 september 2009 gaf Euronav 1.500 vastrentende, niet-gewaarborgde converteerbare obligaties uit die vervallen in 2015 voor een totale waarde van 150 miljoen USD. Op 1 februari 2013 lanceerde Euronav een omruilbod op alle uitstaande converteerbare obligaties met vervaldatum 31 januari 2015 voor nieuwe converteerbare obligaties die vervallen op 31 januari 2018. In totaal werden 1.250 obligaties (125 miljoen USD) aangeboden wat betekent dat er vandaag nog 250 obligaties uitstaan die vervallen in 2015, ten belope van een totaal nominaal bedrag van 25 miljoen USD. Tot dusver is er geen enkele van de 250 obligaties met vervaldatum in 2015 geconverteerd in aandelen. Bij het opstellen van dit verslag bezit Euronav 18 obligaties met vervaldatum in 2015, die de vennootschap tegen een gemiddelde prijs van 100.269 USD heeft ingekocht. Op 9 april 2014 heeft Euronav haar optie tot vervroegde terugbetaling uitgeoefend van alle nog uitstaande obligaties uitgegeven in 2013 die niet geconverteerd werden voor 2 april 2014. Bij het opstellen van dit verslag staat geen enkele van de obligaties uitgegeven in 2013 nog uit. Meer gedetailleerde informatie met betrekking tot de converteerbare obligaties is beschikbaar op onze website: www.euronav.com Op 13 januari 2014 finaliseerde Euronav de uitgifte van 60 eeuwigdurende converteerbare preferente effecten voor een totaal bedrag van 150 miljoen USD. Deze effecten werden uitgegeven a pari met een interest van 6% per jaar gedurende de eerste 5 jaar, jaarlijks achteraf betaalbaar in cash dan wel in aandelen naar keuze van de vennootschap. De prijs waartegen het instrument kan worden ingebracht, bedraagt EUR 5,776 (of USD 7,928715 per aandeel aan een EUR/USD wisselkoers van 1,3727) per aandeel. Bij het opstellen van dit verslag staan er nog 30 eeuwigdurende converteerbare preferente effecten uit. De vennootschap heeft de optie om de houders van effecten te verplichten de effecten in te brengen indien (i) het aandeel een bepaalde beurskoers overschrijdt over een bepaalde periode en (ii) de gewone aandelen van de vennootschap noteren in New York (NYSE of NASDAQ). Meer gedetailleerde informatie over de eeuwigdurende converteerbare preferente effecten is opgenomen onder de hoofding ‘Perpetual Convertible Preferred Equity’ op de website van Euronav: www.euronav.com Risico’s en onzekerheden De voornaamste risico’s en onzekerheden waaraan Euronav en de met haar verbonden ondernemingen zijn blootgesteld, blijven voor de rest van het jaar onveranderd ten opzichte van die opgenomen in het jaarverslag 2013 (zie hoofdstukken “Interne controle en risicobeheersystemen”, “Beleid inzake indekking” en “Tonnagebelastingsregime en risico’s”). Sinds eind 2013 is de markt meer in balans. Wij zijn van mening dat de tankertarieven voor ruwe olie volatiel zullen blijven maar gezien de positieve seizoensgebonden vraag en het verbeteren van de onderliggende vraag/ aanbod fundamenten, zou in de komende maanden de stijging van de tarieven toch moeten blijven aanhouden. Gelet op deze volatiele marktomstandigheden blijft de raad van bestuur de markt alsook mogelijke indicatoren voor een bijzondere waardevermindering zoals de huidige marktwaarde van de vloot in vergelijking met de netto boekwaarde, van dichtbij volgen. REGISTERED OFFICE De Gerlachekaai 20 B-2000 Antwerpen - België tel. + 32 3 247 44 11 fax + 32 3 247 44 09 e-mail [email protected] website www.euronav.com VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Hugo De Stoop De Gerlachekaai 20 B-2000 Antwerpen - België Geregistreerd binnen de jurisdictie van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen - BTW BE 0860 402 767 This report is also available in English. U kunt dit verslag downloaden op onze website: www.euronav.com
© Copyright 2024 ExpyDoc