Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Februari 2014 Herintredende vrouwen: nood aan zichtbaarheid voor vrouwelijke werkzoekenden Inleiding De notie herintredende vrouwen verwijst naar huisvrouwen die na een meer of minder langere periode van inactiviteit (opnieuw) de arbeidsmarkt willen betreden. Doordat ze niet bij de gewestelijke tewerkstellingsdiensten zijn ingeschreven en dus geen statuut hebben, zijn ze als werkzoekende maar weinig zichtbaar en moeilijk identificeerbaar. Hierdoor stoten ze op heel wat moeilijkheden wanneer ze (opnieuw) een beroepsleven willen opnemen. Ze komen immers niet in aanmerking voor tewerkstellingsplannen, hebben geen toegang tot beroepsopleidingen, worden niet opgevolgd via de constructie van het beroepsproject en krijgen weinig of geen specifieke begeleiding. Ze worden bovendien als laaggekwalificeerd beschouwd, omdat ze gedurende een hele tijd niet actief zijn geweest. Deze focus tracht, vanuit de bestaande literatuur over dit onderwerp, deze problematiek af te bakenen door een raming te maken van het aantal herintredende vrouwen in het Brussels Gewest en door een stand van zaken te schetsen van de belangrijkste problemen die zij op hun weg naar werk tegenkomen. Definitie en raming van het aantal herintredende vrouwen Om statistische redenen (en niet om administratieve redenen) hebben we onze eigen definitie1 van herintredende vrouwen opgesteld. Volgens deze definitie gaat het om niet-werkende vrouwen tussen 25 en 49 jaar die, al dan niet op vrijwillige basis, hun beroepsloopbaan om familiale redenen hebben onderbroken zonder zich als werkzoekende in te schrijven, en die zich opnieuw op de arbeidsmarkt wensen in te schakelen. Ook al is het uitermate moeilijk om het aantal herintredende vrouwen in cijfers te vertalen, toch hebben we geprobeerd om op grond van de gegevens van de enquête naar de arbeidskrachten (EAK) een raming te maken. Hiervoor hebben we de IAB-werkloze vrouwen tussen 25 en 49 jaar, die één jaar voor de enquête inactief waren, in aanmerking genomen. We willen hierbij vermelden dat de gegevens van de EAK geen indicatie geven over hoelang deze vrouwen van de arbeidsmarkt afwezig waren, noch of ze al dan niet bij Actiris waren ingeschreven. Het concept van IAB-werkloze of inactieve persoon hangt immers niet samen met het feit of deze persoon een uitkering ontvangt of bij een openbare dienst voor arbeidsbemiddeling is ingeschreven. Wanneer we kijken naar de gemiddelde waarde voor de jaren 2008 tot 2012, dan schatten we het percentage herintredende vrouwen rond de 14,5% voor het Brussels Gewest. Dit is hoger dan in de andere twee gewesten (9,8% in Vlaanderen en 8,6% in Wallonië). Dit percentage komt neer op iets minder dan 4.000 Brusselse vrouwen per jaar die opnieuw proberen te gaan werken. 1 Er bestaan verschillende definities van het begrip “herintredende vrouwen”. Voor deze focus hebben we ervoor gekozen om de langdurig werkloze vrouwen (meer dan twee jaar) buiten beschouwing te laten. 1 Oorzaken waarom de vrouwen de arbeidsmarkt verlaten Eerdere onderzoeken hebben reeds aangetoond dat vrouwen minder aan de arbeidsmarkt neigen deel te nemen door het extra huishoudelijk werk als gevolg van het moederschap, vooral tijdens de eerste jaren na de geboorte van een kind en afhankelijk van het aantal kinderen. Zo proberen heel wat vrouwen bij de komst van een kind minder te gaan werken, of ze besluiten om hun beroepsactiviteit te onderbreken. Dit gebeurt vaak geleidelijk, via ouderschapsverlof, loopbaanonderbreking, deeltijds werk enz. Het tekort aan betaalbare plaatsen in de kinderopvangstructuren is een belangrijke factor in deze beslissing. Toch kunnen ook andere elementen meespelen in het besluit om de arbeidsmarkt tijdelijk te verlaten. De werkuren binnen een onderneming kunnen het moeilijk maken om het gezins- en beroepsleven met elkaar te verzoenen, vooral in geval van een atypisch uurrooster (zoals afwijkende uren in de horeca of de schoonmaaksector). De ongelijke verdeling van de huishoudelijke taken maakt dit probleem nog prangender. Bovendien zet het verschil in loon tussen de geslachten vrouwen er vaker dan mannen toe aan om hun beroepsactiviteit even terzijde te schuiven. Het gemiddelde salaris van vrouwen ligt immers lager dan dat van mannen. Huisvrouwen: inactief maar met veel activiteiten In veel gevallen nemen huisvrouwen eens hun kind(eren) naar de kleuterschool of de lagere school gaa(t)(n) activiteiten op waarbij ze vaardigheden leren die hen van pas zouden kunnen komen wanneer ze opnieuw gaan werken2. Dit kan officieel vrijwilligerswerk zijn (bij een vereniging of humanitaire instelling), of onofficieel vrijwilligerswerk of buurtwerk (bijstand aan hulpbehoevende personen zoals oudere of zieke buren, betrokkenheid bij activiteiten op de school van de kinderen of de consultaties van ONE/Kind en Gezin, enz.). De activiteiten kunnen ook van artistieke of artisanale aard zijn. Wanneer hun financiële situatie dit vereist, kunnen deze activiteiten een lucratief karakter aannemen. Vrouwen die met financiële problemen kampen, worden immers, ook al zijn hun kinderen nog erg jong, vaak gedwongen om voor een onzekere job te solliciteren, die niet noodzakelijk bij hun ambities of de verplichtingen van hun gezinsleven aansluit. Zo kunnen ze occasionele werkzaamheden uitvoeren (het huishouden bij kennissen bijvoorbeeld, of de organisatie van homeparty’s) of ze nemen jobs van korte duur aan. Ten slotte kunnen deze vrouwen wanneer ze niet werken ook een opleiding volgen. Het volgen van een opleiding wordt niettemin beïnvloed door hun statuut (al dan niet ingeschreven als werkzoekende), het aantal kinderen, de leeftijd van hun kinderen en de steun van hun familie. Ook de voorwaarden van de opleiding zelf spelen een rol (het uurrooster, de verplaatsingen, het huiswerk enz.), want deze kunnen gelijkaardig zijn aan de voorwaarden uit de bedrijfswereld. Verder heeft ook het opleidingsniveau invloed op het soort van activiteiten die de vrouwen ondernemen. We weten dat officieel vrijwilligerswerk en artistieke activiteiten te maken hebben met persoonlijke ontplooiing en dat we dit vooral bij geschoolde vrouwen terugvinden. Het geregeld aannemen van jobs van kortere duur hangt samen met de levensomstandigheden en heeft niets te maken met het opleidingsniveau. De modaliteiten voor de professionele (her)inschakeling van herintredende vrouwen Voor Anne-Marie Dieu3 zijn er twee verschillende manieren om de arbeidsmarkt opnieuw te betreden, de verplichte terugkeer en de vrijwillige terugkeer. In tegenstelling tot de verplichte terugkeer, kan de 2 Dieu A.-M., Delhaye C. en Cornet A., Les femmes au foyer: des activités méconnues et peu valorisées en employabilité, Travail et Emploi n°122, april-juni 2010. Dieu A.-M. en Delhaye C., Le retour sur le marché de l’emploi des femmes : analyse de reconversions professionnelles positives, Egid-HECULG, 2009. 3 2 vrijwillige terugkeer worden gepland. Vaak gaat het om gediplomeerde vrouwen die geen financiële problemen kennen. Doordat ze tijdens hun periode als huisvrouw bijvoorbeeld officieel vrijwilligerswerk hebben verricht of een opleiding hebben gevolgd, is het voor hen gemakkelijker om de vaardigheden die ze tijdens hun afwezigheid hebben verworven in de kijker te zetten en kunnen ze gebruik maken van het sociale netwerk dat ze hebben opgebouwd. Ze voldoen bijgevolg sneller aan de vereisten van de arbeidsmarkt en hun beroepsproject sluit dichter aan bij het verlangen tot persoonlijke ontplooiing. Dit gaat niet op voor de vrouwen die uit financiële noodzaak dringend opnieuw gaan werken en dus geen tijd hebben om hun terugkeer voor te bereiden. Zoals we hierboven reeds vermeldden, zijn zij verplicht om werk te aanvaarden zonder hierbij met hun ambities, hun vaardigheden en hun gezinsleven rekening te houden. De activiteiten die ze tijdens hun afwezigheid hebben uitgevoerd, kunnen de beroepsomschakeling van vrouwen die zich op een positieve manier op de arbeidsmarkt wensen te herpositioneren voor een deel richting geven en ondersteunen. Deze omschakeling kan de tegenovergestelde richting uitgaan van de studies of de ervaring die de vrouwen vóór hun periode als huisvrouw hebben opgedaan, of hier via parallelle richtingen bij aansluiten. De vrouwen kunnen kiezen voor een volledige of een gedeeltelijke omscholing. Voor een volledige omscholing is een nieuwe opleiding vereist en moeten er nieuwe netwerken worden aangeboord, aangezien deze omscholing zich richt op een domein dat verschilt van de oorspronkelijke opleiding en de beroepservaring die voor hun afwezigheid werd verworven (bv.: een boekhoudster die een modeopleiding volgt en zelfstandig modeontwerpster wordt). Een gedeeltelijke omscholing betekent dat de vrouwen van beroep veranderen, maar in een sector blijven die nauw bij hun opleiding of de eerder uitgevoerde activiteiten aansluit. Zo bijvoorbeeld het geval van een juriste die, voor ze huisvrouw werd, als advocate werkte. Ze volgt een opleiding bedrijfsbemiddeling en begint een activiteit in dit domein. In dit geval steunt haar beroepsomschakeling op de studies en de vaardigheden die ze vroeger heeft verworven. De moeilijkheden die herintredende vrouwen ervaren De struikelblokken waarmee de herintredende vrouwen worden geconfronteerd zijn onder andere4: Moeilijkheden gelinkt aan de begeleiding: vrouwen die hun beroepsactiviteit onderbreken en niet als werkzoekende zijn ingeschreven (uit eigen keuze, om niet van een werkloosheidsuitkering afhankelijk te zijn, of uit gebrek aan informatie) denken meestal dat de gewestelijke instellingen voor arbeidsbemiddeling hen niet kunnen helpen om terug een beroepsleven op te nemen. Moeilijkheden gelinkt aan de perceptie van de werkgevers: er zijn maar weinig werkgevers die de periodes van afwezigheid op een positieve manier bekijken. Zelfs indien de vaardigheden die tijdens de afwezigheid werden verworven op het cv worden vermeld, houden de werkgevers hier niet altijd rekening mee, waardoor de vrouwen terugvallen op het laatst behaalde diploma (dat vaak van meer dan twintig jaar terug dateert) en op een beroep dat ze (nooit of) niet meer hebben uitgeoefend. Moeilijkheden gelinkt aan de leeftijd: boven de leeftijd van 45 jaar dalen geleidelijk de kansen om nieuw werk te vinden. Vrouwen in de leeftijdsklassen van 45-50 jaar, de zogenaamde sandwichgeneratie, zitten geklemd tussen de zorg voor hun kinderen en hun ouders, een situatie die soms maar moeilijk verenigbaar is met de manier waarop het werk wordt georganiseerd. Moeilijkheden gelinkt aan de valorisatie van de ervaring die tijdens de afwezigheid werd verworven: behalve een gebrek aan zelfvertrouwen doordat ze zich als huisvrouw op sociaal vlak niet erkend voelden, kan het voor herintredende vrouwen ook moeilijk zijn om de vaardigheden die ze tijdens hun afwezigheid hebben verworven te doen valoriseren, aangezien deze ervaringen niet officieel erkend zijn. Wanneer men na een periode van inactiviteit opnieuw gaat werken, ten slotte, heeft men geen recht op verlof, wat voor deze vrouwen tijdens schoolvakanties voor problemen met de opvang van hun kinderen kan zorgen. 4 Dieu A.-M., Les acteurs organisationnels et le retour à l’emploi des femmes rentrantes, CESEP, 2011. 3 Besluit De al dan niet vrijwillige afwezigheid op de arbeidsmarkt gaat gepaard met verschillende problemen, die nu eens te maken hebben met hoe moeilijk het voor de vrouwen is om hun gezinsleven en hun beroepsleven met elkaar te verzoenen, dan weer met de genderongelijkheid die nog steeds op de arbeidsmarkt bestaat. Aan de basis van deze terugtrekking van de arbeidsmarkt ligt vaak de aanwezigheid van een of meer jonge kinderen en het fundamentele tekort aan kinderopvangplaatsen. Niettemin speelt zeker ook de tijdsindeling van het werk binnen de onderneming een rol en kan de beslissing om niet meer te gaan werken ook zijn ingegeven door het loonverschil tussen mannen en vrouwen. Het zijn immers vaker vrouwen die hun beroepsleven tijdelijk stopzetten omdat hun loon gemiddeld lager ligt dan dat van mannen. De grootste moeilijkheid waarmee de huisvrouwen worden geconfronteerd wanneer ze (opnieuw) willen beginnen te werken, ligt in het feit dat ze geen officieel statuut hebben. Doordat ze niet als werkzoekende zijn ingeschreven, worden ze als inactief beschouwd, ook al oefenen een aantal van deze vrouwen tijdens hun afwezigheid een vrijwillige of betaalde activiteit uit die, in voorkomend geval, bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt gevaloriseerd kan worden. Daardoor blijven ze verstoken van een reeks begeleidingsmaatregelen waar ze anders aanspraak op zouden kunnen maken. De manier waarop men opnieuw aan het werk gaat, hangt af van de omstandigheden waarin dit gebeurt. Wanneer de terugkeer gewenst is, is de kans groter dat de vrouwen een beroepsproject opstellen dat bij hun ambities aansluit en/of dat ze zich omscholen. Wanneer de terugkeer daarentegen verplicht is, bijvoorbeeld uit financiële noodzaak, dan zien ze zich vaker gedwongen om een onzekere job of een job die niet bij hun project en hun verlangens aansluit, te aanvaarden. Er kunnen verschillende actiepistes worden overwogen om de herintredende vrouwen te helpen hun (her)inschakeling op de arbeidsmarkt zo goed mogelijk te laten verlopen. Zo zou deze groep werkloze vrouwen duidelijk als dusdanig geïdentificeerd kunnen worden, of er kan een specifieke begeleiding voor hen georganiseerd worden. In die zin wil het Brussels Gewest binnenkort een sensibiliseringscampagne voor de betreffende vrouwen, maar ook voor de actoren betrokken bij de socioprofessionele inschakeling lanceren. Bibliografische verwijzingen Dieu A.- M. en Delhaye C., Le retour sur le marché de l’emploi des femmes : analyse de reconversions professionnelles positives, Egid-HEC- ULG, 2009. Dieu A.- M., Delhaye C. en Cornet A., Les femmes au foyer: des activités méconnues et peu valorisées en employabilité, Travail et Emploi n°122, april-juni 2010. Dieu A.- M., Delhaye C. en Cornet A., L'insertion ou la réinsertion professionnelle des femmes au foyer ou femmes rentrantes, oktober 2007. Dieu A.-M., Les acteurs organisationnels et le retour à l’emploi des femmes rentrantes, CESEP, 2011. Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid De Brouckèreplein 12, 1000 Brussel http://www.actiris.be , rubriek Arbeidsmarkt 4
© Copyright 2025 ExpyDoc