Slikstoornissen bij ouderen

Slikstoornissen bij ouderen
Evenwicht tussen slikken en voeding
Martine DEGAND
Logopediste
Geriatrie - campus J. BRACOPS
Epidemiologie
90% van de geriatrische bevolking vertoont
voedingsgebonden problemen
Dysfagie:
50 % van de bewoners in RVT
30 % van de bejaarde patiënten die in een acuut ziekenhuis
verblijven
Ondervoeding:
30-40% in het ziekenhuis
25% van de bewoners in RO-RVT zijn ondervoed
39% vertonen een risico op ondervoeding
13% van de bejaarden die thuis wonen
Pr G.Desuter, KNO, UCL-Mont Godinne 2012. Screening en evaluatie van de voedingsstatus van
bewoners in RO-RVT. Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de
Voedselketen en Leefmilieu.
Het slikmechanisme
ADEMHALING
Kruising van de
luchtwegen (blauw) en
de
spijsverteringskanalen
(rood) in de slokdarm
SLIKBEWEGING
KLANKVORMING
De 3 fasen van het slikken
Willekeurige orale fase
Faryngeale fase
l
automatische
slikreflex
Oesofageale fase
reflex
De slikbeweging
Bij de bejaarde patiënt
Alarmsignalen bij de logopedische
evaluatie
Dysfonie, dysartrie, waterige stem
Beperking van het vrijwillig hoesten of reflex
Geen of abnormale verhoging van de larynx
Paralysie van een stemband (na intubatie?)
Verminderde reflex om te braken
Verminderde tong- en/of liptonus
Mislukken voor de test met de slok water
Eventuele fibroscopie in KNO
Voorbeelden van verkeerd slikken
Maar dokter, als ik mijn
medicatie neem…
Ouder worden en slikken
Gevolgen van het normaal ouder
worden
PRESBYFAGIE, of « invloed van het
verouderingsproces op het slikmechanisme »
volgens Logemann
Gebonden aan de verandering van de structuur van
de mond en tanden, de keelholte, de larynx en de
slokdarm
Farmacologische agentia: sedativa, neuroleptica
Structurele en functionele
veranderingen
Atrofie van de slijmvliezen, vermindering
van de spierkracht, -spanning en
-elasticiteit
Tandproblemen
Verminderde mobiliteit van de kaakgewrichten,
prognatisme
Verminderde druk van het
orthosympathische zenuwstelsel (OSZ)
Maag-darmreflux
De geassocieerde functies
ADEMHALING: langere apneu tijdens het slikken
en verminderd ademhalingsvermogen en
hoestreflex (> 70 jaar)
REUKZIN: vermindering van het
geurwaarnemingsvermogen
SMAAKZIN: verlies van 60 %, geleidelijke afname
van de erkenning van smaken : zout,
vervolgens suiker, gevolgd door zuur, en
tot slot bitter
Gevolgen voor het slikken
Geen speekselafscheiding, mond wordt niet
gesloten
Vermindering van de voor- en achterwaartse
beweging van de tong
Vertraagde slikreflex waardoor ontstaan van
vallecullaire stase (voedselresten); vermindering van
de faryngeale peristaltiek en van de
laryngeale verhoging, secundaire hoest
Vallecullaire stase
Alarmsignalen van Presbyfagie
Verslechtering van de algemene toestand
Moeilijk kauwen
Kwijlen
Etensresten in de mond
« Hoge » of « lage » blokkades
Hoesten
Deze tekenen kunnen afzonderlijk voorkomen,
maar meetal in combinatie met twee of drie
Gevolgen van het pathologisch
ouder worden
Dysfagie is de medisch term voor alle
problemen of moeilijkheden om voedsel van de
mond naar de maag te brengen.
Bij dementie
De aard van problemen kan afhankelijk zijn
van het type van dementie:
Z.A: dypraxie
DLB: snel ontstaan van dysfagie,
verminderde aandacht
FTD: dwangmatig gedrag bij maaltijden of
« gulzigheid »
Algemene kenmerken
Waakzaamheid en aandacht
Archaïsche reflexen
Selectief gedrag, weigerende houding, droge mond
(controleren op mycose?)
Stasen in de mond
Vermageren, ondervoeding en dehydratatie
Slechte staat van het gebit door gebrek aan
verzorging
Erg verstoord eetgedrag
Degeneratie van de reuk- en smaakzin
« Gulzigheid », de hele dag door eten en hyperfagie
Beheer van de stoornis
Onderscheid maken tussen een « echte »
slikstoornis en een stoornis in het
voedingsgedrag
Eten in een rustige en ontspannen sfeer
Afleidingen beperken
Beperk de inversie van smaken (suiker voor zout)
Helpen door te leiden en vervolgens door de
handelingen in de plaats van de persoon te stellen
Texturen aanpassen
Rekening houden met de automatische handelingen van
de patiënt
Een vast ritueel zorgt ervoor dat de patiënt een vast
patroon aanneemt en behoudt.
Bij een C.V.A.
In de eerste fase kunnen we van massieve
stoornissen spreken (vertraagde faryngeale fase –
stille ademhaling): zorg voor een halfzittende
houding en plaats een neus-maagsonde
De specificiteit en de omvang van de stoornis zijn
afhankelijk van de zone van de aangetaste hersenen
(vooral rechter hersenhelft)
Motorieke en/of zintuiglijke aantasting
Kenmerken van een post-CVA-stoornis
Hemiparesie van het gelaat,
unilateraal kwijlen
Vaste stasen (voedsel, medicatie), of van
vloeistoffen en speeksel
Communicatieproblemen
Geen afsluiting van de luchtwegen
(aspiratie)
Moeite om voedsel te hanteren
Afasie (expressie/begrip), soms geassocieerd
Beheer van de stoornis
Frequentie: 30 % van de CVA.
Inhalatiepneumopathie bij ongeveer ¼ van de
patiënten
Tijdelijk, of recuperatie in de 3-6 eerste maanden
•
•
•
Belang van het automatisme,
zonder woorden
Nooit vast en vloeibaar tegelijk
Plaats het voedsel aan de gezonde kant van de
mond
Akinesie
Bij de ziekte van
Parkinson
Stijfheid
Beven in
rusttoestand
Akinesie en bradykinesie tasten het kauw- en slikvermogen
van vloeibare > vaste voeding aan
Prevalentie: tussen 50 en 80%
« Speekselvloed »
Dysartrie, dysfonie
Algemene toestand: langzame, verraderlijke verslechtering
van de toestand
Vermageren
Vertraging van de cognitieve functies
Kenmerken van de stoornis
Slechte controle over de voedselbrok
Etensresten in de mond
Verhakt slikken
Blokkades (bij gebrek aan opening van het OSZ)
Primair en secundair verkeerd slikken (op stase)
Alarmsignalen
- Trillen van de tong
- Labiale incontinentie
- Oprispingen langs mond of neus
- Pijn en hoesten bij het slikken
- Zwak efficiënt hoesten
- Recidiverende pneumopathieën
Beheer van de stoornis
Werken aan de bewustwording
De vrijwillige medewerking stimuleren
Aanwijzingen vereenvoudigen en niet
cumuleren
Eraan doen denken om « krachtig te
slikken »
Dysfagie: een evenwicht tussen
slikken en voeding
Verpleegk.
Kine
Arts
Patiënt
Diëtist
Familie
Logopedist
Ergo
Psycholoog
Met dank aan Marie BOUCHEZ en Aurélie LINTERMANS,
diëtisten IZZ
Aanpassingsstrategieën
Tussenkomst van de diëtist
De screening
Gewichtsverlies ≥5% in 1 maand of ≥10% in 6
maanden
voorbeeld: 60kg = - 3kg/1 maand of - 6kg/6 maanden
BMI < 21kg/m²
Biologie: Albuminemie <35g/l - Prealbumine <0.2g/l
Eiwitten < 64g
De voedingsevaluatie
MNA-SF
Score /14.
Snel en vergt geen precieze
enquête (nuttig bij demente
patiënten)
scores:
12-14 punten: normale voedingstoestand
8 - 11 punten: risico op ondervoeding
0 -7: ernstige ondervoeding
Ondervoeding
Verstoord evenwicht tussen inbreng-behoefte
kwetsbaarheid en afhankelijkheid
Energieverbruik
(fysieke activiteit, …)
Energie-inbreng
(voeding)
Een nauw verband
Ondervoeding Dysfagie
veroorzaakt
onderhoudt
verergert
Voedingsbehoefte van de bejaarde persoon
1800-2100kcal waarvan 72g eiw./dag
‘s morgens
‘s middags
‘s avonds
Hoe voldoen aan de behoeften van de
bejaarde patiënt?
Natuurlijke verrijking
Van nature rijke gerechten
Olie, volle room, suiker, geconcentreerde melk,
geraspte kaas, … toevoegen
Modulaire producten: eiwitpoeder
Orale voedingssupplementen (OVS)
Bij de patiënt met dysfagie
Homogene gladde structuur
1800kcal
Gemixte structuur
1800kcal
Zachte gesneden structuur 2000 kcal
Gewone geriatrische structuur
2000 kcal
Recepten IZZ
voor patiënten met dysfagie
Gemixt gesuikerd of gezouten brood
ingrediënten:
sandwich, verse room 40%,
melk, beleg
Suiker: chocolade, karamel,
speculoos, citroen, frambozen
confituur
Zout: kaas, hesp,
vis (tonijn, krab), salami
450 tot 700 kcal
Brussels genotsrecept
Americain – frieten (of brood) – mayonnaise
Vochtinbreng
1,5 l vloeistof/dag
(Totale vochtinbreng = 40ml/kg/dag)
Remmers
Angst voor verkeerd slikken
Volumes verhogen wanneer de drank ingedikt is
Indikken
Door middel van poeder volgens de gewenste textuur
Siroop
Crème
Te vermijden voedsel in geval van dysfagie
Hard voedsel (stukken vlees, vis,…)
Korrelig voedsel (beschuiten, rijst, griesmeel…)
Kleverig voedsel (compacte puree, petits suisses…)
Vezelachtig voedsel (rabarber, groene bonen, …)
Sappig voedsel (appelsien, kerstomaten…)
Gemixt voedsel (fruit op siroop, soep met vermicelli…)
Ref: Emilie Berger, logopedist, UCL - Mont-Godinne, 2012
Samenwerking
Logopedist – Diëtist
Onze gezamenlijke uitdaging:
een patiënt met dysfagie correct voeden
De diëtist moet toezien op de voedingsinbreng van de door
de logopedist aanbevolen textuur
Elke maaltijd moet dus gezamenlijk besproken worden
Onze doelstellingen:
- veilig slikken
- de risico’s op broncho-aspiratie beperken
- geleidelijk gewichtsverlies afremmen
Aanpassingsstrategieën
Tussenkomst van de logopedist
Klinische balans van het slikken
De mogelijkheid evalueren om eventuele richtlijnen
uit te werken (cognitief aspect)
Vraag voor bijkomende onderzoeken (advies KNO
/gastro/ neuro/ stomato …)
Info uitwisselen tijdens de wekelijkse
multidisciplinaire vergaderingen. Frequente ethische
vragen (Levenskwaliteit? Nut van onze
tussenkomsten? Sondevoeding? …)
Ontslagrapport voor RO / RVT
Regelmatige opvolging
Logopedische opvolging
Dagelijkse aanpassing volgens het evolutieritme
van de patiënt
Luisteren naar de patiënt en zijn omgeving. Info
over dysfagie
Regelmatig opnieuw evalueren
Keuze van aangepast materiaal met de ergo
Voeding opdrijven naar gelang de evolutie
teneinde de voedselinbreng te bevorderen
Nauwe samenwerking met de diëtist, de
verpleegkundigen en de arts
Affiches aan het
bed van de patiënt
Site J. Bracops / Logopedie
BESLUIT: De voeding van de patiënt
met dysfagie moet als volgt zijn:
Zonder risico
Voldoende
Evenwichtig
Aangenaam (smaak en
presentatie)
Opgesplitst
In de geriatrie
passen wij ons aan…
Behoud van een maximale autonomie
(zelfvoeding, technische hulpmiddelen,
fingerfood… )
Ingedikte drank met meer smaak aanbieden
(indikken zorgt voor een flauwere smaak)
Geef de patiënt de tijd om te eten (rustige omgeving,
1 hap per keer, rustige ademhaling…)
Dank voor uw aandacht