Fatwa van De Hoge Raad der Geleerden van Saudi-Arabië met betrekking tot het terrorisme De Hoge raad van de Islamitische geleerden bevestigd dat terrorisme een afschuwelijke misdaad onrechtvaardig en een agressie dat, door de Sharia en de natuurlijke aanleg van de mens, in alle zijn vormen, verworpen wordt. De pleger van een terroristische daad moet met de strengste afschrikwekkende straffen veroordeeld worden. Dit in uitvoering van de Islamitische Sharia teksten, die haar autoriteit bewaren door het verbieden van het verwerpen van de autoriteit. Het staat vandaag aangekondigde in de verklaring van de raad, bij het afsluiten van haar tachtigste sessie, dat plaats heeft gehad te Riyad vanaf 19/11/1435AH. Hier volgt de inhoudelijke tekst: Alle Lof Zij Allah De Heer der Werelden en de Eeuwigheid voor de Godvrezende er is geen aanval behalve tegen de onrechtvaardige, de Gebeden en Vrede zijn met de Dienaar en de Boodschapper onze Profeet Mohammad, Moge Allah zijn afstammelingen, metgezellen en volgelingen eeuwig zegenen: De raad van de Hoge geleerden heeft in haar tachtigste sessie gehouden te Riyad vanaf 19/11/1435AH de, door haar eerdere uitgegeven aanbevelingen waarschuwingen en uitspraken met betrekking tot het gevaar van terrorisme, zijn gevaar en het verbod van het financieren ervan, bestudeerd. Een van die besluiten n°239 uitgevaardigd op 27/4/1431AH waarin de raad het terrorisme definieerde als: een misdaad die het verval van de samenleving beoogd door het verstoren van de veiligheid en het plegen van aanslagen op mensen en de publieke en private eigendommen. Zoals het doen ontploffen van woningen, scholen, ziekenhuizen, fabrieken, bruggen en vliegtuigen of het kapen ervan, de openbare eigendommen zoals de Pipelines van gas en petroleum, en alle vernielingsdaden die er op lijken die verboden zijn door Sharia. Terrorisme zoals hierboven gedefinieerd is volledige in contradictie met de hoogwaardige doelen van onze geloof die met Barmhartigheid en eeuwige Voorspoed voor de mensheid gekomen is. Gezien dat de waarden en de regels van het geloof roepen tot een behoud van de veiligheid met de nodige ordentelijkheid en het bewaren van een harmonieuze samenleving. Het verder goed behoud van de aarde is te garanderen door de goedheid van wie het beheert. De tolerantie van de Sharia van deze godsdienst, in tegenstelling tot het terrorisme en zijn vernielingen en verwoestingen, is gekenmerkt door de heilige doelen zoals het in de Heilige boek staat: ”..en Hij heeft voor jullie geen dwang in het geloof opgelegd..” (Aya 78 van soerat Al-Hajj ). En de uitspraak van de Profeet: “.. Het liefst geloof bij Allah is de eerlijke tolerantie”. In het licht van deze hoogwaardige princiepen van de Islamitische Sharia, ziet men de grandioze rol van de Islam, en dat het terrorisme, die wanorde op aarde en vernielingen in natuur en mensen veroorzaakt, niet met Islam te maken heeft. Ook heet de raad kennis genomen van de boodschap van de bedienaar van de Heilige plaatsen Koning Abdallah Bin Abdelaziz Al Saoud- Moge Allah hem beschermen- dat hij naar de Arabische en de Islamitische Ummah en de Internationale gemeenschap heeft gericht, met een inhoudelijke aanmaning en waarschuwing ten overstaan van de uitdagingen die de wereld aangaat tegen het gevaar van het terrorisme die elke alibi misbruikt om het imago van de Islam te besmeuren. Alsook de waarschuwing van Zijn Majesteit –Moge Allah hem beschermen- over het terrorisme met zijn verschillende uitingen of het afkomstig is van groeperingen of organisaties of landen en die zijn de meeste gevaarlijke door de infrastructuur en de doordachte doelstellingen en haar samenzweringen. Hij heeft –Moge Allah hem steunen- de Internationale gemeenschap haar stilte verweten, hij heeft die internationale gemeenschap, met betrekking tot de vernielingen en agressie van de vijand dat Palestijnse volk overkomen is, verantwoordelijk geacht. Hij waarschuwde over het gevaar van de resultaat, en dat diegenen die zwijgen over de misdaden van het terrorisme zullen zelf de eerste slachtoffers in de nabije toekomst worden. Het terrorisme stelt de belangen van de Ummah voor de aller grootste gevaren, en wie beweert van de Djhad te zijn, is Djaahel (volledig onwetend)en verdwaald. Het heeft niets met Djihad - op weg naar Allah - te maken. De islam treft geen schuld met betrekking tot deze gruwelijke daden en staat mijlen ver deze verdwaalde gedachten die alleen maar verwoesting en chaos, in sommige landen, met bloedvergiet, het blazen van huizen, publieke en private eigendommen veroorzaakt heeft. Het terrorisme is het resultaat van dwaze en verdwaalde buitensporige optreden dat de Sharia verwerpt, en die door “Fitrah”, de natuurlijke aanleg van de mens veroordeeld wordt. Zo heeft Allah (swt) geopenbaard “ Er zijn mensen die zoete praat hebben in het wereldlijke leven en Allah weet wat in hun harten schuilt en dat ze zijn de grote vijanden” (204). “En als hij veranderd is hij een tiran op aarde om chaos te stichten en mensen te doden en natuur en nageslacht te verstoren; Allah houdt niet van wanorde (205). “En als hij gemaand wordt om Allah te vrezen wordt hij woest en steigert hij omwille van zijn egoïsme, tot de hel zal hij keren en dat is de smart dat hem te wachten staat ” Soerat Al Baqara:203-206. Als wij de terroristische daden, gepleegd door een aantal groeperingen zoals DAECH en Al Qaida en de zo genoemd benden van het rechte pad, Hizballah en de Houthi’s, of de terroristische daden uitgevoerd door de Israëlische bezetter, of de criminele daden gepleegd door sommige groepen met de Islam als referentie; die daden zijn verwerpelijk en niet toegestaan in de Islam. Deze daden zijn een aanslag op het mensenleven dat Allah geheiligd heeft , een aanslag op de eigendommen, een aanslag op de veiligheid en stabiliteit en het vredesleven van de mensen in hun huizen en in hun samenlevingen, een aanslag op het algemene belang dat de bevolking nodig heeft. Er is niet zo erg als het overtreden van de verboden en geboden van Allah en het onrechtvaardig handelen tegen over Zijn dienaren en het verschrikken van moslims en wie tussen hen leeft. Allah’s straffen zullen diegenen die het overtreden treffen. Wij smeken Allah om hen te straffen en hun plannen te verijdelen. Gezien wat hierboven aangekondigd is, de raad van Hoge geleerden beslist wat volgt: Eerste: Het terrorisme zoals het boven gedefinieerd staat is een afschuwelijke misdaad, een onrechtvaardigheid en een criminele aanslag dat de Islamitische princiepen en de natuurlijker menselijke aanleg verwerpen. De pleger van zo daden moet met de hoogste berispelijke straffen aangepakt worden. Dit in uitvoering van de Shariateksten, en de regelingen die haar beschikkingsmacht waarborgen, en het verboden van rebellie. De profeet (vzmh) heeft gezegd “wie in opstand komt tegen de gemeenschap en verlaat de gemeenschap en overlijdt in die toestand, zal hij als niet moslim overlijden, en wie strijdt onder een opstandige vlag en verspreidt het kwade of roept tot rebellie of steunt een rebellie; heeft geen band met mij en ik herken hem niet als een volgeling” overgeleverd door Moslim. De Islamitische jeugd moet duidelijkheid krijgen in die zaken en zich niet laten slepen achter uitspraken en corrupte slogans gebruikt om de Ummah te verdelen en er chaos tussen haar leden verspreiden. Deze uitspraken en slogans hebben in werkelijkheid niets met het geloof te maken. De Islamitische Sharia bevat teksten die aantonen dat de pleger van zo daden vervolgd, berispt en gestraft moet worden met de strengste straffen dat het gerecht uitspreekt. Tweede: Op basis van wat hierboven vermeldt staat de raad van de Hoge geleerden steunen de acties van de staat –Moge Allah haar met Zijn Zegening versterken - door haar opvolging van wie tot terreurgroeperingen en criminele bendes zoals DAECH, Al Qaida, Houthi’s en wat Hizballah genoemd wordt, of wie behoort tot andere buitenlandse politieke samenzweringen; dit om de veiligheid van het land en de vredessamenleving te behoeden van elke chaos en “Fitna”. Het is ook de plicht van iedereen om te participeren aan het behoud van het land en de eigendommen, omdat het deel uitmaakt van de ondersteuning van de goedheid en de rechtvaardigheid dat tot de geboden van Allah (swt) behoort: “ En help elkaar voor de goedhed en de rechtvaardigheid, en help niet in de zonde en vernieling, en vrees Allah, Hij is taai in zijn straffen” Soerat Al-Maeda:2. De raad waarschuwt wie deze mensen verbergt of onderdak geeft dat het deel uitmaakt van de grote zonden en valt onder de uitspraak van de Profeet (vzmh)” Allah beschermt niet wie veranderingen pleegt” (hier “verandering” betekend verwoesting en corruptie). Als deze uitspraken voor wie hen onderdak geeft, voor diegene die deelneemt aan hun daden of steunt is het erger. Derde: De raad alle geleerden om hun rol op te nemen en dat ze de ritme van hun raadgevingen en begeleidingen verhogen om duidelijkheid te schepen in deze materie. Vierde: De raad verwerpt wat uitgegeven wordt als “fatwa” of standpunten die deze criminele daden legitimeren of toejuichen of aanzetten tot het plegen ervan. Het is van de ergste daden en de meeste verwerpelijk. Het is niet toegestaan - onder geen enkele voorwendsel – om terroristische daden te legitimeren. Allah heeft zijn dienaren van het kwade, van “fatwa’s” die uitgegeven worden zonder de nodige kennis, gewaarschuwd. Hij heeft duidelijk gemaakt dat het een Satanswerk zijn. Allah (swt) heeft geopenbaard: “ Oh mensen eet van de aarde haar halaal en vermijdt de wandelpaden van satan hij is jullie duidelijke vijand” (168), “hij zet jullie aan verderfelijk werk en om over Allah te vertellen wat jullie onbekend is” Soerat Al Baqara: 168-169. Hij heeft ook openbaart: “En jullie mogen geen leugens vertellen met jullie tongen dat de ene halaal en de andere haraam is, om laster te vertellen over Allah, diegenen die laster verzinnen over Allah zullen nooit slagen”(116) “ Kleine verdiensten en eeuwige bestraffing” Soerat An-Nahl: 116-117. Onze profeet (vzmh) heeft vertelt: “ Wie roept tot verdwaling begaat dezelfde zonde van wie het verricht, van hun bestraffing zal niets afgedaan worden” overgeleverd door Moslim. Het is de plicht van de beschermer om, wie zo “fatwa” uitgeeft of meningen verkondigd die het terrorisme steunt, door gelijke welke middel, naar de rechtbank te verwijzen om de nodige strafrechtelijke regelgeving toe te passen. De Umma zal dan goed beschermd, bewaard en begeleidt worden, en het geloof gevrijwaard blijven. Het is de plicht van elke een die door Allah’s wil kennis heeft verworven om te nodige waarschuwingen en raadgevingen te verkondigen. Zodat de valse verkondigingen en de verzonnen uitspraken voor iedereen als satanswerk duidelijk worden. Het is geen geheim dat het een hoogste plicht van iedereen om het goede woord van Allah en Zijn Profeet en van de Imams en de geleerden bij heel de bevolking te verspreiden. Zeker omdat het gevaar van zo “fatwa’s” beoogt de chaos en paniek in de samenleving wat de veiligheid verstoord. Het veroorzaakt muiterijen en volksdisputen. Ook omdat het de jongeren in een verkeerde richting stuurt. Die uitspraken van mensen die geen kennis hebben van de echte Fatwa’s zetten de jongeren in het ongewis en gebruiken hun naïviteiten om foutieve stellingen aan te nemen die nefaste effecten hebben voor de Islam en de gelovigen. Het effect van zo “fatwa’s” die grenzen van de Sharia overtreden veroorzaakt grote onevenwichtige verhoudingen in de samenleving en daardoor worden beschouwd als ergste wat kan overkomen aan de Islam en scheidt de leden van de Umma uit mekkaar. Het verzwakt de ijver om van de nobele princiepen van Islam en zijn Sharia en zorgen voor het uiteenvallen van de broederschap en samenhang van de samenleving. Vijfde: Het is een plicht voor het beleid om het ageren van mensen die handel drijven in het geloof en de eerbaarheid van de geleerden aantasten, te stoppen. Het zijn mensen die het geloof niet ernstig nemen en verzinnen bij bevolking makkelijkheden om met het geloof om te gaan. Ze verbinden wat met het geloofsleven overkomen met de geloofsinstellingen De raad van Hooggeleerden verwerpt de uitspraken van sommige schrijvers die het terrorisme verbinden met de leermiddelen en de pedagogische leerplannen van de schoolinstellingen of de uitgaven van waardevolle geleerden. De raad verwerpt ook het gebruik van de gebeurtenissen om de basisprinciepen van deze gezegende staat die de ideologie de rechtgeleide Salaf aan te vallen. Zesde: Het Islamitische leer roept tot het verenigen en Allah heeft het verplicht in Zijn Heilige boek en heeft verboden om haat en chaos te verspreiden: “En verenig jullie allen met Allah’s hulp en verdeel jullie niet” Soerat Al Imraan 102, en Hij zegt ook: “Diegenen die zich verdeeld hebben en hun geloof in groepjes hebben herleidt, aan hen behoor je niet” Soerat Al Anaam 159. Zo heeft Allah Zijn Profeet vrijgehouden van mensen die hun geloof gebruikt hebben om verdeeldheid en chaos te scheppen. Dat bewijs het verbod op verdeeldheid en dat het een van grote zonden. Het is godsdienstig bekend dat het verplichtend is voor de gemeenschap om gehoorzaam te zijn aan wie de eerdienstige leiding heeft in het verheerlijken van Allah. Allah heeft geopenbaard: “Oh mensen wees gelovig en gehoorzaam Allah en de Profeet en jullie beschermers” Soerat An-Nissa 59. Ook in de hadith werd overgeleverd over de Profeet (vzmh): “Je moet gehoorzamen in je zware en je makkelijke tijden, in je blijheid en je droevigheid” overgeleverd door Moslim. De profeet (vzmh) heeft ook gezegd: “Wie mij gehoorzaamd, gehoorzaamd Allah en wie mij niet gehoorzaamd, gehoorzaamd Allah niet. En wie gehoorzaamd de Emir gehoorzaamd mij en wie weigert de Emir de gehoorzamen, weigert om mij te gehoorzamen” een authentieke hadith. Op deze weg hebben onze Salaf en de Umma sinds de tijd van de metgezellen en wie hen opvolgde , Moge Allah hen zegenen, in eenheid en gehoorzaamheid en verenigd in het woord en daad geleefd. Om die redenen benadrukt de raad van de Hooggeleerden dat het haraam is om op conflict en “Fitna” regio zich te begeven. Het is dan het verlaten van de verplichte gehoorzaamheid aan de beschermer. De raad waarschuwt tevens wie het toch poogt te doen van de zware zonde en de consequenties ervan. Het is een plicht van de staat om te aanzetters tot ongehoorzaamheid en wie rekruteert om reizen naar conflictgebieden te vervolgen. Dat zijn propagandisten van het kwaad die de ongehoorzaamheid aan de heerser aanwakkeren, wat de hoogste zonden betekend. Onze Profeet (vzmh) zei: ”Er zullen groeperingen gevormd worden, wie de verdeeldheid van deze Ummah beoogt moeten jullie met de zwaard slagen ongeacht wie hij is” overgeleverd door Moslim. In deze waarschuwing voor de propagandisten van het kwaad en de verdeeldheidsprekers en wie hen volgt een voorbeeld van hen in de hiernamaals te wachten staat. Uitgevend van deze besluit herinnert de raad van de Hooggeleerden iedereen om zich vast te houden aan het Edele tot Recht leidende Geloof en, zich op de Rechtpad dat op Het Boek en de Sunnah zich beroept, verder te gaan. Zoals onze geleide Salaf het heeft begrepen en wie hen met oprechtheid gevolgd heeft. De raad der Hooggeleerden herinnert aan de plicht om de opvoeding van de kinderen en het leiden van de jeugd op deze rechtgeleide princiepen op te bouwen. Zo kunnen ze – met de steun van Allah – zuiver gehouden van alle propaganda voor verderfelijke chaos ideologieën en diegenen die voor verdeeldheid en versnippering van de samenleving roepen. Zo zal Allah heel de Ummah de vruchten van haar inzet dankzij de oprechte opvoeding die jongeren in het goed kunnen plukken. Ze zullen de opvolgers en de erfgenamen van de geleerden en de Profeten. Onze jongeren zullen dan stichters van het Goede en Leiding voor de samenleving. De raad van de Hooggeleerden benadrukt dat het plicht om als een man achter de rechtvaardige leiding van dit land en haar eerwaardige geleerden. Het wordt dringender in tijden van “Fitna” en in de huidige toestanden. Wij waarschuwen iedereen de leiders van het land en hun onderdanen van het kwaad dat gericht kan worden indien de zonden begaan worden en, van de zonden als men het laat gebeuren door lichtzinnig met God’s bevelen om te gaan. Iedereen moet zijn eigen zonden beseffen en de rechtpad naar Allah, door het Goede te prediken en het verwerpelijke af te schuwen, op te zoeken. Moge Allah de Verhevene onze land en alle moslimlanden beschermen van elke kwaad. Moge Allah de Verhevene het woord van moslims in het Goede en Vrede verenigen. Moge Allah de Verhevene het kwade van vijanden tegen henzelf keren; Hij is Al Horend Al Wetend en Hij verwezenlijkt de Dua van Zijn dienaren; Moge Allah Zijn Zegening en Barmhartigheid op onze Profeet Mohammad (vzmh) doen neerdalen, voor hem zin metgezellen en zijn volgelingen tot de dag des oordeels. Aamien.
© Copyright 2024 ExpyDoc