Eindbrief Vliegwielproject DoorOntwikkeling Delta april 2014 De William Schrikker Groep (WSG) is een instelling voor drang, jeugdbescherming, jeugdreclassering en pleegzorg. We werken in iedere jeugdzorgregio en zijn landelijk verbonden. We richten ons op kinderen met een beperking of chronische ziekte, maar ook op kinderen van ouders met een beperking. Wanneer in de thuissituatie ernstige opvoedingsproblemen ontstaan bieden we hulp, advies en ondersteuning. Dat doen we al meer dan 70 jaar. Het Expertisecentrum William Schrikker richt zich op kennis op het grensvlak van jeugdzorg en gehandicaptenzorg. Zorg en Wonen biedt kinderen die, vanwege hun beperking AWBZzorg nodig hebben, een thuis in de vorm van een gezinshuis. Aanleiding Vanaf 2007 is in Nederland de Deltamethode voor de uitvoering van de Ondertoezichtstelling (OTS) geïmplementeerd. Wetenschappelijk onderzoek door het Kohnstamm Instituut in opdracht van het WODC in 20101 wijst uit dat het methodisch werken volgens de Deltamethode een positief effect heeft op de duur van de OTS, de kans op Uithuisplaatsing en de duur ervan. De William Schrikker Groep (WSG) en haar specifieke doelgroep is destijds niet meegenomen in dit onderzoek. Aanbevolen wordt om vervolgonderzoek uit te voeren bij de landelijk werkende instellingen, teneinde de doelmatigheid van de Deltamethode bij hen te onderzoeken en in kaart te brengen hoe de Deltamethode kan worden aangepast voor het gebruik bij specifieke doelgroepen. De WSG wil de in 70 jaar ontwikkelde expertise inzetten om de hulp aan kinderen en ouders met een beperking voortdurend te verbeteren. Het Vliegwielsubsidiekader van het Ministerie van Veiligheid en Justitie maakt het in 2012 mogelijk om te investeren in de doorontwikkeling van de Deltamethode bij kinderen en ouders met een beperking. De WSG voert ongeveer 20% van alle landelijk uitgesproken kinderbeschermings- en jeugdreclasseringsmaatregelen uit. Specifiek is dat bij alle kinderen en/of hun ouders sprake is van een beperking. Deze kinderen met een (licht verstandelijke) beperking komen voornamelijk uit gezinnen waarin armoede samen gaat met problemen op verschillende gebieden, zoals verslaving, mishandeling, misbruik en psychiatrische problematiek2. In veel gezinnen is sprake van Langdurig Problematische Gezinssituaties3. Doelstelling en beoogde resultaten In het Vliegwielproject DoorOntwikkeling Delta wil de WSG de duur van de OTS-en en de hoeveelheid Uithuisplaatsingen verminderen door in te zetten op doorontwikkeling van de Deltamethode voor jeugdbescherming, specifiek voor cliënten met een beperking. Middels dit ambitieuze plan wil de WSG aantonen dat investeren in een kwalitatieve verbeterslag in met name het eerste jaar van de OTS op termijn leidt tot vermindering van structurele uitgaven. Het project laat zich samenvatten in drie pijlers: • verrijking van de Deltamethode met werkzame elementen van Signs of Safety en de kracht van het systeem • versterking van de programma-integriteit (‘methodetrouw’) • verbinding met het vrijwillige zorgaanbod Vanuit onze ambitie en de bevindingen vanuit kwalitatief en kwantitatief onderzoek verwachten wij met het project DoorOntwikkeling Delta de volgende resultaten te bereiken. 1.Een verkorting van de duur van de OTS met 12 maanden. 2.Afname van het aantal Uithuisplaatsingen met10%. 3.Intensiteit/kosten van het benodigde zorgaanbod gaat “één factor” omlaag4. Stams, G.J.J.M., Top-van der Eem, M., Limburg, S., Vugt, van, E. & Laan, van der, P.H. (2010). Implementatie en doelmatigheid van de Deltamethode Gezinsvoogdij. Onderzoek naar de invloed van de Deltamethode Gezinsvoogdij op het verloop van de ondertoezichtstelling. Amsterdam: Kohnstamm Instituut, p. 6, 50-55. 2 Jansen, H., Leeman, M. & Verstegen, D. (2009). Startdocument Orthopedagogische Behandelcentra. Utrecht: VOBC. 3 Drost, J. (2010). Maatschappelijke participatie door (jonge) mensen met een licht verstandelijke beperking. Langdurig Problematische Gezinssituaties: de outliers van de samenleving. In: Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 49, 485-499. 4 We streven naar ‘zo thuis mogelijk’: Als blijkt dat ouders met intensieve hulp en ondersteuning van het netwerk de opvoeding niet aankunnen, dan plaatsen we bij voorkeur in een netwerkgezin, wanneer dat niet haalbaar blijkt in een bestandsgezin, indien nodig in combinatie met hulp of therapie en als dat niet mogelijk is, wordt pas gekeken naar een verblijf in een instelling. 1 Aan het einde van het project willen we: • Zicht hebben op de noodzaak, wenselijkheid en inhoud van een OTS > 3 jaar bij cliënten met een beperking en zicht op de omvang van deze groep. • Zicht hebben op de effectieve bestanddelen van de doorontwikkeling van de Deltamethode bij cliënten met een beperking. • Zicht hebben op zorg die nodig is om een aansluitend aanbod na afsluiting van de OTS te realiseren. De omvang van de pilot De looptijd van het project was van 1 april 2012 tot en met 31 maart 2014, een totale projectduur van 2 jaar. Het project is uitgevoerd in de regio’s Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. In totaal werkten 4 teams aan dit project, ongeveer 80 medewerkers. In deze 2 jaar zijn 373 nieuwe OTS-en ingestroomd in het project DoorOntwikkeling Delta. Met de betreffende gemeenten en stadsregio zijn afspraken gemaakt over het overnemen van de gezinnen in een intensief “stut en steun zorgaanbod” voor ouders en kinderen met een beperking, zodra het gedwongen kader niet meer nodig is. Het proces van de pilot Kenmerkend voor de projectaanpak zijn de inzet en betrokkenheid van alle lagen van de organisatie. Gezinsvoogd en directeur maken deel uit van dezelfde trainingsgroep. De projectaanpak is ingezet op vele onderdelen en niveaus: Daarnaast, en zeker niet minder belangrijk, streven we naar kwalitatieve opbrengsten, namelijk 1. Dat het door DoorOntwikkeling Delta beter gaat met kinderen met een beperking die onder toezicht zijn gesteld. 2. Dat ouders en kinderen tevreden zijn over de gezinsvoogd en de WSG: ouders en kinderen weten wat de gronden van hun OTS zijn en wat de zorgen van de gezinsvoogd zijn. Ze voelen zich meer betrokken bij de hulpverlening, meer aangesproken op hun mogelijkheden en oplossingen. Er wordt meer gerapporteerd over “working relationships” tussen ouders/gezinnen en hulpverleners. 3. Dat gezinsvoogden tevreden zijn over hun werk: over het nut van wat ze doen, over het nut van de methodiek en de hulpmiddelen, over de samenwerking met samenwerkingspartners, over de kwaliteit van besluitvorming. Gezinsvoogden zijn meer trots, minder angstig en beter in staat om een beoordeling te geven van de zaak. gesteld. Dit is een ervaren gezinsvoogd die voor 0,5 FTE compensatie krijgt om een voortrekker te zijn in het team, collega’s te ondersteunen, mee te gaan op huisbezoek, etc. • Teamvergaderingen en reguliere casuïstiekbespreTijd: kingen beginnen met het delen van goede praktijken. • Iedere nieuwe OTS in de pilot krijgt een extra waarde Successen worden gevierd door er nadrukkelijk aan ring, waardoor de gezinsvoogd 15 uren op jaarbasis dacht voor te hebben. meer kan investeren in de familie en het netwerk. • Tijdens personeelsdagen worden de goede praktijken • Vanuit de projectsubsidie is er de mogelijkheid om een gepresenteerd. Eigen Kracht-conferentie of Familienetwerkberaad in te zetten. Persoonlijke ontwikkeling: • De inhoudelijk managers houden voortgangsTraining: gesprekken met de gezinsvoogden over hun leerproces • Ieder half jaar geeft Andrew Turnell training over Signs in DoorOntwikkeling Delta. of Safety. Eerst de basisattitude, daarna vervolgtraining. • Het middenkader volgt met de praktijkcoaches, regio Monitoring: managers en directeur verdiepende trainingen. • In het tweede projectjaar worden de eerste ‘harde’ cijfers Aandacht voor parallelle processen in de aansturing. in kaart gebracht over het percentage Uithuisplaatsingen. • Tweedaagse training door Susie Essex over Words & Later ook over het percentage afsluitingen OTS. Pictures. • Van de zaken in de pilot wordt geregistreerd welke speci fieke DOD-elementen zijn uitgevoerd op welk moment. Supervisie/thema’s: • Iedere zes weken is er een voortgangsoverleg met het • Ongeveer een keer per twee weken geeft Andrew middenkader, de regiomanagers en de directeur. Turnell supervisie middels videoconference. • De teams organiseren aanvullend op de reguliere Externe samenwerking: casuïstiekbesprekingen, zogenaamde “methodische • Voorlichting aan samenwerkingspartners wordt in het casuïstiekbesprekingen”, waarin het leren van de tweede jaar opgestart. gezinsvoogd in een actuele casus centraal staat. Hierbij zijn we ondersteund door BJZ Drenthe en Bureau Signaal. Inhoudelijke expertise, ondersteuning, • Teams organiseren zelf themabijeenkomsten over Door- productontwikkeling, onderzoek: Ontwikkeling Delta. • Het Expertisecentrum begeleidt en stimuleert de ontwikkeling van DoorOntwikkeling Delta. In samenLearning on the job: werking met de praktijk worden producten ontwik • In ieder team is een zogenaamde ‘praktijkcoach’ aan keld. Het Expertisecentrum doet onderzoek. Uitkomsten onderzoek De resultaten kunnen pas zichtbaar worden na een intensief implementatietraject. Aan het einde van de pilotperiode (april 2014) verwachten we de eerste resultaten te zien van de afname van het aantal Uithuisplaatsingen en de vermindering van de kosten van zorg. In 2014 en 2015 verwachten we de eerste signalen te zien van de verkorting van de gemiddelde OTS-duur. Middels een monitor hebben we data verzameld om een eerste trend te signaleren ten aanzien van de kwantitatieve resultaten. Verkorting gemiddelde OTS-duur Hoewel we de eerste resultaten van de afname van de gemiddelde OTS-duur pas in 2014 en 2015 verwachten, zijn we op zoek gegaan naar indicatoren die een aanwijzing kunnen geven voor de afname van de gemiddelde OTS-duur. Allereerst hebben we gekeken naar het percentage OTS-en dat gestart is na 1 april 2012 (start pilot) en al weer is afgesloten voor het einde van de pilot. Er zijn aanwijzingen dat DoorOntwikkeling Delta kan leiden tot een afname van de gemiddelde OTS-duur. Een scherper assessment en een scherpere focus op de concrete bedreigingen en wat er moet veranderen om de maatregel te beëindigen, in verbinding met steviger investeren op samenwerking, eigenaarschap en steun vanuit het netwerk, worden genoemd als bijdragen aan deze uitkomsten. Voorzichtigheid bij de interpretatie van de uitkomsten is ook geboden. Toename of afname van de gemiddelde OTS-duur is afhankelijk van vele variabalen. In welke mate kan preventief zorgaanbod worden ingezet? Is een stut en steun zorgaanbod inzetbaar zodra de gedwongen maatregel niet meer nodig is? Wat is in een regio de visie van de Raad voor de Kinderbescherming en Rechtbank op de verderstrekkende maatregel? Hoe ‘zwaar’ is de problematiek bij aanvang? Zijn effectieve behandelmethoden beschikbaar? Zijn er wachtlijsten? Zijn er verschillen tussen grote steden en platteland? Et cetera. De uitkomst van de gemiddelde OTS-duur zal dan ook altijd grondig moeten worden geanalyseerd. % OTS gestart na 1 april 2012 en reeds afgesloten % UHP - OTS gestart in 2012 50% 50% 40% 40% 30% 30% 20% 20% 10% 10% 0% 0% Rotterdam / Amsterdam Den Haag Pilotteams DOD Regulier Bij de groep pilotzaken zijn meer zaken die na 1 april 2012 zijn gestart al weer afgesloten (26% versus 15%). Dit verschil wordt grotendeels gemaakt door de teams Rotterdam/Den Haag (34%). Team Amsterdam scoort met 16% iets hoger dan WSG regulier (15%). % UHP in het 1e jaar Regulier % UHP in het 2e jaar % UHP - OTS gestart in 2013 50% 40% 30% 20% Vervolgens hebben we gekeken naar de gemiddelde OTS-duur in de pilotteams op peildatum tussen januari 2010 en januari 2014. De gemiddelde OTS-duur in de pilotteams daalt tussen 2010 en 2014. In de pilotperiode is de gemiddelde OTS-duur in de pilotteams met 6,6% gedaald. Januari 2014 is de gemiddelde OTS-duur in de pilotteams 2 jaar en 4,4 maanden. Ten derde is gekeken naar de verhouding kortlopende (< 3 jaar) en langlopende (> 3 jaar) OTS-en. Bij de pilotteams stijgt het percentage kortlopende OTS-en en daalt het percentage langlopende OTS-en. Op langere termijn zal hierdoor de gemiddelde duur afnemen. Binnen de pilotteams willen we als vervolg nog nader inzoomen op de groep OTS > 3 jaar. Hoewel deze groep in aantal afneemt, willen we scherper kijken naar de noodzaak van de OTS bij deze casuïstiek. 10% 0% DOD Regulier % UHP in het 1e jaar Afname percentage Uithuisplaatsingen De monitor laat zien dat bij de pilotzaken minder kinderen uit huis worden geplaatst dan bij de reguliere zaken. Dit percentage blijft een jaar later nagenoeg gelijk, in tegenstelling tot de reguliere zaken, waar in het tweede jaar van de OTS, meer kinderen uit huis worden geplaatst. Bij de nieuwe zaken in 2013 zien we dat het in de pilotteams opnieuw lukt om minder kinderen uit huis te plaatsen (van 25% naar 22%). Ook bij de reguliere zaken zien we een iets lager percentage dan in 2012 (van 37% naar 34%). Afname kosten van zorg Een eerste vergelijking tussen de ingezette zorg bij de pilotzaken en de verwachtingen bij aanvang, laat zien dat er minder zwaardere zorg wordt ingezet en meer ambulante zorg dan verwacht. Kwalitatief onderzoek De uitkomsten van de monitor roepen vragen op over waar deze positieve resultaten door worden veroorzaakt. Kennis over werkzame factoren geeft ons houvast in welke elementen belangrijk zijn voor doorontwikkeling, coaching en programma-integriteit. Om hier meer inzicht in te verkrijgen zijn we gestart met kwalitatief onderzoek. Het kwalitatieve onderzoek heeft zich gericht op welke elementen van DoorOntwikkeling Delta zijn uitgevoerd in een casus, wat de ervaringen zijn van de ouder(s) en van de gezinsvoogden en wat de kwaliteit van het plan van aanpak is. Het kwalitatieve onderzoek heeft een voorzichtig eerste beeld getoond. Het maken van een genogram en het opstellen van ‘danger statements’ lijken vanzelfsprekend te worden in de pilotteams. In de pilotteams wordt meer gerapporteerd over krachten en bestaande veiligheid. Gezinsvoogden in de pilotteams voelen zich meer competent om met kinderen te praten. Andere verschillen zijn vooralsnog niet gevonden. Vervolgonderzoek is gewenst. We hebben de hypothese dat er met name verschillen gevonden kunnen worden in de attitude en visie van de gezinsvoogden en het management. Een looptijd van twee jaar voor ontwikkeling en implementatie is kort. Methodische processtappen kunnen vanaf nu meer trouw worden uitgevoerd en gerapporteerd. Op basis daarvan wordt goede proces- en effectevaluatie mogelijk. De uitkomsten stimuleren ons om mogelijkheden te zoeken voor het structureel uitvoeren van onderzoek. HouVast In het projectplan schreven we eind 2011 dat de gemiddelde OTS-duur bij de WSG zo hoog is, omdat cliënten met een beperking vaker een langdurig en outreachend stut en steun aanbod nodig hebben, aansluitend op de OTS, om de veilige opvoedingssituatie duurzaam te borgen. Een dergelijk landelijk dekkend aanbod was er niet. In de pilotregio’s hebben we daartoe afspraken gemaakt met gemeenten en de Stadsregio. Inmiddels zien we dat een stut en steun aanbod meer en meer geboden kan worden. Het Expertisecentrum heeft een methodiek ontwikkeld voor de outreachende begeleiding van ouders met een beperking en thuiswonende kinderen. Deze methodiek heet HouVast (www.houvast.nu). HouVast is door het Nederlands Jeugdinstituut (onder voorbehoud) erkend als ‘goed onderbouwd’. Vasthouden en uitbouwen Met trots kijken we terug op het proces van de afgelopen twee jaren en de uitkomsten. Een belangrijke eerste stap. De uitkomsten stimuleren ons om door te gaan op de ingeslagen weg. Gezinsvoogden en leidinggevenden vertellen dat hun werkplezier, denkkracht, creativiteit en inspiratie met DoorOntwikkeling Delta absoluut is toegenomen. Zij willen doorgaan op deze weg! Op dit moment worden definitieve plannen gemaakt om de ontwikkeling en de resultaten vast te houden en te verbreden naar de organisatie. Niet alleen de gewenste kostenreductie is gerealiseerd, maar het is ook gelukt om de samenwerking, inbreng en positie van kwetsbare cliënten te verbeteren. Vliegwielproject DoorOntwikkeling Delta Postadres Postbus 12685, 1100 AR Amsterdam Centraal kantoor Bijlmerdreef 101, 1102 BP Amsterdam ZO T 088 526 00 00 F 088 526 00 01 Deze Eindbrief is een uitgave van de William Schrikker Groep. Website Voor meer informatie over de William Schrikker Groep kijk op www.williamschrikkergroep.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc