Beleidskaart Gezondheidsthema VO - Gewicht

Voorgezet onderwijs
Versie januari 2014
Beleidskaart
Gezondheidsthema
2
Gewicht
Als school streeft u naar een gezond klimaat, waarin uw leerlingen goed kunnen leren en uw
medewerkers goed kunnen werken. De GGD regio Utrecht wil u graag helpen om zo’n klimaat
te realiseren. We gebruiken daarvoor de gegevens uit de jeugdgezondheidsmonitor, onderdeel
van het project Schoolkracht. Op grond van de gegevens geven we een advies, dat we
ondersteunen met beleidskaarten. De beleidskaarten zijn bedoeld om inzicht te geven in de
oorzaken van gezondheidsproblemen en in mogelijke oplossingen. Er zijn drie thema’s:
gezondheidsthema, zorgstructuur en veiligheid.
U kunt beleidskaarten aanvragen bij Irma Visser: [email protected]. Informatie over
Schoolkracht vindt u op www.schoolkracht.nl.
Zie de beleidskaarten als een hulpmiddel. We zetten mogelijkheden om gezondheid te
bevorderen kort op een rij. Op basis hiervan kunt u als school zelf uw beleidskeuzes maken.
Aan u de uitdaging om uw school nog gezonder te maken!
Leefstijl
Een gezonde leefstijl is van groot belang; het verkleint de kans op bijvoorbeeld overgewicht,
ziekten en verslaving. Iemands leefstijl wordt in de loop der jaren gevormd. Bij kinderen is de
invloed van de ouders nog erg groot, maar jongeren gaan geleidelijk steeds meer eigen keuzes
maken. De school kan hen kennis en vaardigheden meegeven, waardoor zij bewust hun
leefstijl kunnen kiezen. Daarnaast kan de school de omgeving zo inrichten dat die eerder
uitnodigt tot gezond gedrag dan tot ongezond gedrag. Bijvoorbeeld door op school gezond
eten beschikbaar te stellen en door duidelijke regels te hanteren voor het gebruik van alcohol
op school. In deze beleidskaart worden thema’s besproken die belangrijk zijn voor de leefstijl
van jongeren:
 Gewicht.
 Sigaretten, alcohol en drugs.
 Relaties en seksualiteit.
 Pijnstillers.
 De computer.
Deze beleidskaart gaat in op de het thema Gewicht.
1
Voorgezet onderwijs
Versie januari 2014
GEWICHT
Wat is het probleem?
Bij een gezond gewicht is er een goede balans tussen energie-inname via de voeding en
energieverbruik door beweging. Verstoring van dit evenwicht leidt tot overgewicht of tot
ondergewicht. Overgewicht is een groeiend probleem in Nederland. Het kan leiden tot ziektes,
zoals diabetes mellitus, hart- en vaatziekten en kanker. Het is daarom verontrustend dat er
steeds meer jongeren zijn met overgewicht. Zo neemt het aantal jonge mensen met diabetes
toe. Overgewicht tijdens de adolescentie is bovendien een belangrijke voorspeller van
overgewicht op volwassen leeftijd. Je komt er niet zo makkelijk meer van af. Tegenover de
jongeren met overgewicht staan de jongeren met ondergewicht. Relatief veel jongeren, vooral
meisjes, hebben hiermee te kampen. Opvallend vaak zijn zij toch aan het lijnen. Ze vinden
zichzelf te dik terwijl ze dat niet zijn. Dit verstoorde zelfbeeld kan ontaarden in de eetstoornis
anorexia, die in het ergste geval levensgevaarlijk kan worden. Iemand met anorexia blijft
zichzelf te dik vinden, hoe dun ze ook is. Bij jongeren – en weer vooral meisjes - die flink te
zwaar zijn, komen eetstoornissen nog meer voor. Dan gaat het vaak om een eetbuistoornis,
waarbij iemand dik wordt door vreetbuien. Gewicht en leefstijl zijn meestal elkaar verbonden.
Maar er zijn ook jongeren met een gewoon gewicht die een ongezond leefpatroon hebben. En
dat ongezonde leefpatroon is natuurlijk het echte probleem.
Hoe komt het?
Veel voedingsgewoonten worden in de jeugd gevormd. Lang niet alle kinderen groeien op met
iedere dag een ontbijt en met voldoende groenten en fruit. Frisdrank, snoep, vet eten: ze
krijgen vaak veel meer dan goed voor ze is en overal is het verkrijgbaar. Een andere
maatschappelijke trend is dat jongeren minder zijn gaan bewegen en meer achter de tv of
computer zijn gaan zitten. Hoe het dan gaat, hangt grotendeels af van de sociale omgeving en
van omstandigheden: hoe gezond wordt er thuis gegeten, wordt er in de omgeving van de
jongere veel aan sport gedaan, moet hij een flink stuk fietsen naar school? Lichamelijke aanleg
kan een rol spelen bij overgewicht én bij ondergewicht. Ook culturele en psychosociale
factoren kunnen een rol spelen. Slank zijn is de norm en vooral jongeren zijn vaak bang om
niet aan die norm te voldoen. Het kan bijdragen aan een negatief zelfbeeld en weinig
zelfvertrouwen, wat dan weer kan leiden tot een ongezond eetpatroon. Als het echt een
eetstoornis wordt, spelen vaak karaktereigenschappen of slechte ervaringen een rol: jongeren
met anorexia zijn doorgaans perfectionistisch van aard; jongeren met boulimia hebben veelal
iets traumatisch meegemaakt, zoals seksueel misbruik.
Wat kan de school eraan doen?
De school kan een gezonde leefstijl bevorderen, wat betreft voeding en bewegen. Verder kan
de school bijdragen aan een realistisch lichaamsbeeld en een positief zelfbeeld van leerlingen.
Een slim beleid is gericht op een combinatie van voorlichting, voorzieningen en regelgeving.
2
Voorgezet onderwijs
Versie januari 2014
Voor leerlingen:
 In de klas aandacht besteden aan het belang van een gezonde en actieve leefstijl. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren tijdens de lessen verzorging en biologie.
 Aanbieden van bewegingsactiviteiten. Zorg dat er voldoende lessen lichamelijke
opvoeding worden gegeven en motiveer de leerlingen door deel te nemen aan
bijzondere activiteiten, zoals toernooien en clinics waarin ze kennismaken met sporten.
 Aantrekkelijker maken van de lessen lichamelijke opvoeding, ook voor meisjes. Dat kan
door de activiteiten af te wisselen en door de leerlingen mee laten te denken over de
activiteiten.
 Een gastles over eetstoornissen laten geven. Er kan onder meer worden gesproken over
de rol van de media, het belang van een positief zelfbeeld, verantwoord lijnen en het
vroegtijdig herkennen van een eetstoornis.
Voor ouders:
 Ouders informeren over manieren waarop ze bij hun kind gezonde eet- en
beweeggewoontes kunnen bevorderen. Ze kunnen bijvoorbeeld hun kind stimuleren om
te sporten, ze kunnen door zelf gezond te eten en bewegen het goede voorbeeld te
geven en ze kunnen waar mogelijk bijdragen aan een positief zelfbeeld van hun kind.
Tips hierover kunt u plaatsen in de schoolgids of -krant, in nieuwsbrieven, enzovoort.
 Ouders informeren over eetstoornissen, met onder meer aandacht voor lijnen, de
functie van eten in het gezin, de invloed van ingrijpende levensgebeurtenissen. U kunt
een thema-avond organiseren en daarvoor iemand van Hé / Helpdesk Eetstoornissen
uitnodigen.
 Ouders van een kind met een eetstoornis verwijzen naar het Centrum voor
Eetstoornissen.
Voor docenten:
 Afspreken welke docenten op welke manieren aandacht besteden aan gezonde voeding
en bewegen. Docenten kunnen gebruikmaken van bestaande lespakketten. De GGD kan
ondersteunen bij het werken met deze pakketten. (zie www.schoolkracht.nl voor het
aanbod)
 Zorgen dat docenten – en zeker mentoren – genoeg weten over gezond eet- en
lijngedrag en eetstoornissen: hoe herken je problemen op dit vlak en hoe ga je ermee
om? Hiervoor kan een themabijeenkomst georganiseerd worden waarbij bijvoorbeeld
een expert wordt uitgenodigd.
 Docenten informeren over de verwijsmogelijkheden binnen de school en daarbuiten.
(Bijvoorbeeld
het
Zorgadviesteam
en
het
Centrum
voor
Eetstoornissen.
3
Voorgezet onderwijs
Versie januari 2014
In de eigen organisatie:
 Een gezond eet- en drinkbeleid voeren voor de school. De uitdaging is om producten
aan te bieden die zo gezond mogelijk zijn en die de leerlingen ook nog lekker vinden.
(Laat u bijvoorbeeld inspireren door het project ‘Gezonde Schoolkantine’.)
 Fietsen naar school stimuleren. Dit kan door te zorgen voor voldoende en veilige
fietsenstallingen en voor veilige routes rond de school.
 Zorgen voor goede sportvoorzieningen, die natuurlijk veilig zijn, maar die ook veel
verschillende mogelijkheden om te bewegen bieden.
 Zorgen dat leerlingen kunnen bewegen tijdens pauzes en na school, bijvoorbeeld door
een basket op te hangen en ballen beschikbaar te stellen.
 Deelname aan sport- en bewegingsactiviteiten stimuleren. Dit kan onder meer door met
sportclubs kennismakingslessen te organiseren.
 Buitenschoolse sportieve activiteiten organiseren: een sponsorloop, survivaldag,
zelfverdedigingcursus, enzovoort.
 Een goed werkende zorgstructuur realiseren binnen de school. (Met bijvoorbeeld een
Zorgadviesteam, vertrouwenspersonen en schoolmaatschappelijk werk.)
 Communiceren over de zorgstructuur met leerlingen, medewerkers en ouders.
Organisaties: GGD regio Utrecht, Sportservice Midden-Nederland,
het Voedingscentrum, Indigo en het Centrum voor Eetstoornissen.
Het ondersteuningsaanbod in de regio is te vinden op www.schoolkracht.nl.
4