De arbeidsmarkt is in beweging. Hoera!

deelneMers
26
hét ondernemersBelang // editie 01 • 2014
dik roseBoom
edwin van de laar
nelleke spelt
Ro-Ad BV is een adviesorganisatie voor
verzuimbegeleiding en preventie. Een
specialist in mensgerichte verzuimbegeleiding die voor honderden bedrijven de
verzuimbegeleiding uitvoert, met als doel
de verzuimkosten te verlagen.
Het Werkgevers Servicepunt Rijnstreek
staat voor een goed ondernemersklimaat
. Als intermediair tussen bedrijfsleven en
gemeenten ontzorgt het bedrijven en
helpt het mensen in Rijnstreek vanuit de
uitkering aan regulier werk.
Tops BV personeelsdiensten is de specialist op het gebied van uitzenden en werving van tijdelijk of vast personeel, door
middel van het bij elkaar brengen van
vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
ronde tafel
tekst: Luuk Braun // fotografie: Ruud Voest
de arbeidsmarkt is in
beweging. hoera!
De arbeidsmarkt is in beweging. Hoera! Of juichen we te vroeg? Veel Nederlanders durven in het vijfde jaar van de
economische crisis nog steeds niet van baan te veranderen.
Zeven geëngageerde ondernemers
uit Het Groene Hart binnen
een verscheidenheid aan
disciplines, filosofeerden op verzoek
van Hét Ondernemersbelang op 15
januari aan de hand van vier stellingen over het thema ‘de arbeidsmarkt
in beweging’. Een rondetafelgesprek
op woensdagnamiddag in het gezellige
Restaurant ‘t Vaantje in Reeuwwijk, onder
leiding van onze verslaggever Luuk Braun.
Tijdens de discussie blijkt dat de ondernemers
het verrassend vaak over veel zaken eens
waren. Het gesprek levert voor de verschillende vraagstukken niet direct panklare
oplossingen op, maar wel nieuwe inzichten. Na
ruim twee uur praten gaan de twee dames en
vijf heren geïnspireerd huiswaarts...
Aanwezig zijn directeur Dik Roseboom
van het in Waddinxveen gevestigde Ro-Ad
BV, projectleider Edwin van de Laar van
het Werkgevers Servicepunt Rijnstreek
(Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag
en Braassem), directeur Nelleke Spelt van
Tops BV personeelsdiensten uit Nieuwerbrug,
mede-eigenaar Ad Smit van VerzuimVitaal
uit Woerden, namens de Antenna Groep uit
Aalsmeer algemeen directeur Frank Spring
in ‘t Veld, operationeel directeur David van
Maanen van het in Gouda en Capelle gehuis-
veste Promen en Jacqueline Bakker, directeur
van Werkend Nederland, gevestigd in
Gouda. Accountmanager Piet Rood
(Hét Ondernemersbelang) is belangstellend toehoorder.
vraagteken
Na het voorstelrondje reageren de
aanwezigen allereerst op het thema ‘de
arbeidsmarkt is in beweging, hoera!’. Voor
“De arbeidsmarkt
is per definitie
in beweging.”
Roseboom is de kreet niet bepaald een
vanzelfsprekendheid. “Die beweging
is pas net begonnen”, opent hij. “ Als
medewerkers zelf meer ondernemer
worden, begint het pas echt.” Ook
Van de Laar zet liever een vraagteken
dan uitroepteken achter de uitspraak.
“Geen hoera voor mij nee. Of toch wel een
beetje. Er komen namelijk ook nieuwe kansen
bij een verslechterde arbeidsmarkt.” Spelt
knikt instemmend: “Maar zeker vanuit de
werkgever valt er weinig te juichen nog. De
aanwas van jongeren om straks de 55-plussers
te vervangen is daarvoor nog een te groot
probleem.” Bakker is wat optimistischer. “Ik
roep wel hoera”, zegt ze met een glimlach.
“Bedrijven die nu wakker zijn, trekken
versterking aan en zorgen voor doorstroom.
Zij staan op voorsprong en gaan het talent
dat er is zeker aan zich binden.” Van Maanen
neemt de stelling vervolgens even letterlijk.
“De arbeidsmarkt is per definitie in beweging”,
zegt hij. “De vraag zal zijn in welke kant op?
Maar ik zie wel enige groei in de vraag.” Spring
in ‘t Veld is nog iets positiever: “Er zit zeker
meer beweging in de arbeidsmarkt. Wij zien
dat patroon en merken het ook in de dagelijkse
praktijk.” Smit sluit vervolgens af met: “Ik
blijf nog even somber. Er moeten nog heel wat
mensen weg bij veel bedrijven. Een tweede
ontslaggolf dus. Dat zie je vaker als de cijfers
aangeven dat het ietsje beter gaat.”
stelling 1: het huidige aanBod
werkzoekenden sluit onvoldoende aan op de vraag van de
markt
Vrijwel alle deelnemers aan het rondetafelgesprek zijn het volmondig eens met de
stelling. “Als arbodienst zien wij zelden men-
ad smit
frank spring in t’ veld
david van maanen
jacQueline Bakker
VerzuimVitaal is een toonaangevende arbodienstverlener nieuwe stijl. De onderneming versterkt in de eigen kracht van
werkgevers en werknemers. Op maat
persoonlijk ondersteund door een deskundige Verzuimcoaches.
Antenna is een regionaal uitzendbureau
dat voor ondernemingen dé geschikte
werknemers vindt. Het doorgrondt bedrijf en vacature echt goed. Noodzakelijk
om bij de selectie van kandidaten de
juiste keus te maken.
Promen werkt op het gebied van sociale
werkvoorziening en re-integratie. Het
biedt ontwikkelmogelijkheden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Zet de juiste mensen op de juiste plaats.
Werkend Nederland haalt het beste uit
een onderneming naar boven.
Optimaliseert de inzet van personeel en
bevordert werkplezier en prestaties.
Zorgt voor gemotiveerde medewerkers
op de juiste werkplek.
hét ondernemersBelang // editie 01 • 2014
27
ronde tafel
sen die uitvallen in de richting van ander werk
gaan of een cursus doen”, weet Roseboom.
“Dat heeft overigens ook met de werkgevers te
maken. Die moeten een proactief beleid voeren. Ik denk daarbij wel dat mensen over het
algemeen vaak niet de juiste opleiding hebben
om de volgende stap te zetten.”
“Ik vermoed dat dertig procent van
de mensen tegenwoordig een flexibel
contract heeft,” denkt Spring in ‘t
Veld. Dat klopt wel, gelooft Spelt:
“Ja, dat wordt de nieuwe werknemer.
In een veranderende arbeidsmarkt is er
behoefte aan - en ontwikkelt zich - een ander
type werknemer. Iemand die van project naar
project gaat. Al dan niet via het uitzendbureau.
Een totaal ander iemand dan tien jaar geleden.
Bedrijven zijn vooral vanwege de economische
situatie steeds minder bereid en niet in staat
medewerkers een vast dienstverband aan te
bieden.’’
Volgens Van Maanen wordt dat laatste voor
beide partijen straks een stuk gemakkelijker.
“Onze generatie had allemaal een vast dienstverband. Dat gaat inderdaad veranderen.
Maar om zo ver te komen is er op veel plaatsen
nog wel een cultuuromslag nodig.” Van de
Laar ziet nog andere oorzaken en verbanden.
“De arbeidsmarkt zit op slot door het verhogen
van de pensioenleeftijd. Dat is lastig voor
jongeren. Die ook het probleem hebben dat
hun opleiding en capaciteiten niet aansluiten
bij de vraag uit de markt. Ze kunnen vaker
niet dan wel aan het door bedrijven gevraagde
profiel voldoen.”
Smit brengt in herinnering dat de tijd dat je als
bedrijf noodgedwongen wegens schaarste aan
personeel iedereen wel móest aannemen, nog
geen zeven jaar achter ons ligt. “Toen dachten
we ze hard nodig te hebben, nu vallen ze uit
en zit je met allerlei ingewikkelde problemen.”
Spelt was onlangs bij een open dag van het
ROC. “Alle jongeren rennen daar naar de
opleidingen Toerisme en Sport & Bewegen. Bij
de voorlichting over Werktuigbouw zag je niemand. Lassers en metaalbewerkers, we hebben
er een tekort aan en krijgen er een nog groter
tekort aan. Maar niemand wil dit werk doen.”
De verklaring daarvoor komt van Bakker.
“Die beroepen zijn voor de jongeren van nu
gewoon niet sexy genoeg. Ze spreken niet tot
de verbeelding. Van de Laar haakt razendsnel
aan: “Mijn vader zei het vroeger al: in een
pak verdien je meer dan in een overall.” En
Spelt: “Dat is nu andersom. Een grondwerker
verdient meer dan een startende Hbo’er.”
Bakker vervolgt: “Het is Rechten en Economie
wat de klok slaat bij studenten. Overigens
wordt niet de opleiding, maar de mens
28
hét ondernemersBelang // editie 01 • 2014
achter de kandidaat de komende jaren steeds
belangrijker. Kennis kunnen we aanleren.”
Van de Laar reageert: “We moeten kijken naar
wat iemand kan en niet waar ie niet goed in is.
Op die manier krijg je de goede werknemer.”
En Spring in ‘t Veld: “Bedrijven zoeken
tegenwoordig al ‘t schaap met de vijf
poten. Toen personeel nog schaarser
was, nam je iemand gewoon aan. Je
gaf hem een opleiding en het kwam
goed.”
De stelling bevalt Van Maanen wel.”Wij
werken met de bijzondere doelgroep van 1500
mensen met een arbeidsbeperking, dus dat is
anders. Maar we proberen nu flexibiliteit op te
brengen richting de werkgevers waarvoor ze
bezig zijn. We willen de mensen verder brengen en ze persoonlijk ontwikkelen.” Van de
Laar is het daar van harte mee eens. Hij zegt:
“Er is in het verleden teveel gepamperd. Veel
werknemers hadden de behoefte en ambitie
niet om eens elders iets anders te gaan doen.”
stelling 2: een werknemer is een
(interne) klant om rekening mee te
houden
Spelt stelt resoluut: “Je personeel is het goud
van je bedrijf. Begeleid ze daar dus in en
geef voorbeelden. Vertrouw ze. Dan zijn het
waardevolle krachten, die klaar staan voor je
bedrijf, de eigen collega’s en opdrachtgevers.
Alleen moet je soms even tegen zo’n bedrijf
zeggen, dat het zo werkt.”
Bakker trapt af. “Nederland ontgroent en
vergrijst”, zegt ze. “De arbeidsmarkt verandert
en levert onvoldoende geschikt personeel
op. Medewerkers zijn te lang gezien als
iets wat er bij hoorde. Dit in tegenstelling
tot het materieel en gebouwen. Onderhouden
van je mensen is minstens zo belangrijk. Andersom werkt het ook zo: personeel
moet in beweging komen, niet achterover
leunen. Hoog tijd om het personeel onder de
loep te nemen. Dat is wat wij doen met onze
APK voor personeel.”
“Nederland
ontgroent en
vergrijst”
Volgens Smit voorziet ook zijn bedrijf in die
behoefte. “Met het project Blij Werkt!. Wij
geloven in de innovatieve totaalaanpak van
verzuim die bij de eerste klanten al tot 50%
verzuimreductie heeft geleid. Door intensieve
begeleiding, in de eigen kracht van werkgevers
én werknemers kunnen we het verzuim substantieel en blijvend verlagen.”
Roseboom ziet in de praktijk hele
grote verschillen als hij naar de
stelling kijkt. “Als een bedrijf niet
innoveert, doen de werknemers dat
ook niet”, is zijn stellige overtuiging.
“En andersom. Dan bloedt het daar dood.”
Spring in ‘t Veld werkte ooit bij een Amerikaans
luchtvaartbedrijf. “Er kwam een nieuwe CEO
die de overtuiging had dat alles werknemers
‘replaceable’ zijn. Onzin natuurlijk, dacht ik
toen al. Motiveer je team en betrek ze erbij.
Voor je klant doe je veel, dus waarom niet voor
die interne klant, je eigen werknemer?”
stelling 3: overspoelen de roemenen
en Bulgaren, die op 1 januari overal in
europa mogen werken, de nederlandse
arBeidsmarkt al?
Een eensluidend nee komt onmiddellijk over
tafel. We schrijven weliswaar pas 15 januari
bij dit rondetafelgesprek, maar iedereen is
het erover eens dat van een ‘overspoeling’ van
Roemenen en Bulgaren helemaal nooit sprake
zal zijn. Niemand merkte er in de eerste twee
weken van 2014 iets van. “Ze zullen al meer
in Zuid-Europa gaan werken”, zegt Smit.
“Voornamelijk in Spanje, niet in Nederland.”
Ook bij Spring in ‘t Veld heeft zich nog geen
enkele Bulgaar of Roemeen gemeld: “We
hebben met ons Uitzendbureau veel ervaring
met Poolse werknemers in de bloemen- en
plantengroothandel. Als de in Nederlandse
zeer gewaardeerde Pool in figuurlijke zin
opdroogt, kan ik me voorstellen dat daar
andere Oost-Europeanen voor in de plaats
komen. Ik denk overigens ook dat de Bulgaren
en Roemenen elders in Europa dichterbij huis
aan de slag kunnen. Wij hebben ze nog niet
gezien in Aalsmeer.”
De discussie verschuift vervolgens naar het
uurloon van de buitenlandse krachten van
naar verluid 8,63 per uur. Goedkope krachten dus, die Oost-Europeanen. “Hoe
kunnen Oost Europeanen goedkoper
zijn als niet Oost Europeanen”,
vraagt Spelt zich af. “We hebben
in bepaalde sectoren simpelweg te
maken met een CAO-loon. Of iemand
nu lang of kort, dik of dun, Oost Europeaan
of Nederlander is: we behoren volgens de wet
gewoon allemaal het CAO-loon van de betreffende branche uitbetaald te krijgen.”
Als gevolg van bezuinigingen bestaat de kans
dat uitkeringen uiteindelijk worden aangepast,
oppert Van de Laar. “De wal keert dan het
schip.” Van Maanen: “Mensen een uitkering
geven, motiveert ze niet om te gaan werken.
Polen in dienst nemen lijkt aantrekkelijker.
Die zijn nooit ziek en willen ook op zondag
werken. En als ze ziek zijn vervang je ze door
een andere Pool. Tegelijk draagt deze wijze
van inzetten van mensen niet bij aan een beter
werkklimaat. Het is daarmee geen duurzame
arbeidsinzet en op de langere termijn niet
aantrekkelijk voor de werkgever.” Smit: “Het
wordt gelukkig wel steeds lastiger in dit land
als je niet bereid bent te werken als uitkeringsgerechtigde.”
Die tendens is er wel. Roseboom: “De bijstand
is niet meer betaalbaar. De mensen die daar
in zitten kunnen gewoon werken, maar ze
hebben hun leven al helemaal ingericht met
andere bezigheden en activiteiten. Die cultuur
moeten we afbreken.” Bakker trekt het breder,
richting de volgende stelling: “Immigranten
zullen hard nodig blijven, nu er steeds
minder uitkeringsgerechtigden en jongeren in Nederland werk doen waar
je vuile handen van krijgt. Denk aan
de tuinbouw en techniek.”
stelling 4: de werkloosheid is
eind vorig jaar voor het eerst sinds
tijden weer gedaald: van 8,5 naar 8,2
procent. gaan we (ooit weer) richting
hoogconjunctuur?
Spelt krijgt als eerst het woord.
Hoogconjunctuur? Ze gelooft er niks van.
“Zal niet gebeuren. De oude werknemers
zullen in de toekomst de nieuwe werknemers
worden. Bedrijven kunnen geen vast personeel
in dienst nemen. Ze moeten snel en flexibel
inspringen op veranderingen van productieaanbod en aanvraag. Dit om de concurrentie
met het buitenland en de in Nederland
veranderende vraag van bedrijven
voor te blijven. Bedrijven zullen
huiverig zijn om personeel vast in
dienst te nemen. Dat zal naar mijn
mening nooit meer kunnen leiden tot
hoogconjunctuur.”
Smit gelooft in tegenstelling tot de meeste
andere aanwezigen nog wel in vaste dienstverbanden. “De helft van de mensen die ik de
laatste twee jaar een vaste baan heb gegeven
waren boven de vijftig”, zegt hij. “En wat
blijkt? Ze hebben toch echt hart voor de zaak.
Je bindt ze met een vaste baan, maar moet ook
jongeren blijven aannemen. Ik denk overigens
dat het WW-cijfer van 8,5 procent nog weer
iets omhoog zal gaan door de ontslagronden die ons nog te wachten staan de
komende tijd.”
Roseboom sluit zich daar naadloos
bij aan. “Als de cijfers zoals deze na
jaren van economische crisis opeens
een beter beeld laten zien, gooien sommige
bedrijven er inderdaad juist dan nog wat
mensen uit,” is zijn verwachting. Van Maanen
heeft een hele andere invalshoek, waardoor
hij het idee heeft dat de bekende golfbeweging
binnen de economie geen stand houdt: “Ik
zie geen grote technologische revolutie meer
komen, zoals die in het verleden telkens voor
hoogconjunctuur zorgde. “
Ook Spring in ‘t Veld is die mening toegedaan:
“We hebben nu een dergelijk lange krimp
gehad, dat ik niet vermoed dat we opeens een
enorme groei gaan meemaken.”
Van Maanen denkt eerder aan een
sociale revolutie. “De jongeren van
nu staan heel anders in het leven.
En zij zijn de werkgevers van de
toekomst. Zullen dat gaan doen volgens
een andere filosofie. Kijk naar Spotify. Erg
populair en gebaseerd op het principe ‘lenen
van elkaar’.” Van de Laar verwacht voor de
nabije toekomst vooral dat flexibele krachten
het ‘vaste’ bedrijfsleven gaan vervangen. “Dat
zullen steeds vaker veelzijdige medewerkers
zijn. Die binnen dezelfde functie in de winter
bijvoorbeeld een band kunnen verwisselen en
in de lente bloemen inpakken. De werknemer
is nu nog iemand die altijd hetzelfde trucje
doet, maar wordt in de toekomst breder
inzetbaar.”
Bakker beaamt: “Dat is waar. De maatschappij verandert in rap tempo. Dat vraagt meer
van medewerkers. De generatie van nu staat
eerder open voor verandering en hebben soms
verrassende ideeën. Dat vraagt om een andere
aansturing, maar je kunt er als werkgever wel
je voordeel mee doen.”
«
hét ondernemersBelang // editie 01 • 2014
29