Download hier de Jekuntmeer.nl krant

KRANT
ter gelegenheid van de NEGENDE Amsterdamse Participatiemarkt, 11 november 2014, MEERVAART AMSTERDAM
Voor deze markt maakte Stichting De Omslag voor u dit jaar een “Je kunt meer
werken aan een inclusieve arbeidsmarkt – krant”. Deze krant zet de toon van de
Participatiemarkt. Er staan interviews en columns in van mensen die werken aan
participatiemarkt.nl
jekuntmeer.nl
werk - op verschillende manieren. We presenteren experts met een visie, duo
artikelen van werkgevers en werknemers, waaronder de gemeente zelf. Veel leesplezier met deze Jekuntmeer.nl krant.
Bij Bijlo is blindheid geen belemmering
‘Ik ben niet arbeidsongeschikt’
Vincent Bijlo (49) is blind vanaf zijn geboorte. Zijn gehoor gaat ook
achteruit. Dit zijn geen onoverkomelijke obstakels voor een zeer
succesvolle carrière als cabaretier, schrijver en muzikant. Hij opent
vandaag in de Meervaart de ‘Je kunt meer markt’, en gaat in gesprek
met mensen die werken aan een inclusieve arbeidsmarkt.
“Toen ik ging studeren adviseerde
een blindenconsulent mij met klem
dat ik me arbeidsongeschikt zou laten
verklaren. Want dan zou ik kunnen
studeren met een uitkering, die veel
hoger zou zijn dan een gewone beurs,
en bovendien zou ik geen cent hoeven
terugbetalen. Ik heb dat geweigerd. Ja
zeg. Ik ben helemaal niet arbeidsongeschikt!
Dit soort adviezen zijn volkomen normaal en geaccepteerd. Sterker nog,
het is zo dat mensen met een handicap op hun achttiende automatisch
een uitkering krijgen. Door dit soort
praktijken maak je een enorme groep
onschadelijk. Hoe langer deze situatie
duurt, hoe langer die groep mensen
erin gaat geloven dat dit voor hen de
beste oplossing is. Sommige gehandicapten hebben de neiging om in een
slachtofferrol te kruipen. Maar dat is
onverstandig. Woede slaat meer deuren dicht dan je opent.
“Je moet
doelen in je
leven hebben”
Zeventig procent van de hogeropgeleide blinden zit thuis. De oorzaken daarvan zit aan twee kanten. Je
kan niet alleen maar de arbeidsmarkt
de schuld daarvan geven. De blinden
zelf hebben daar ook mee te maken.
Dat komt omdat ze geprogrammeerd
zijn. Het gevoel hebben ontwikkeld
dat het voor hen nou eenmaal
moeilijker is voor hen. Als je dat maar
blijft denken, dan wordt het ook zo.
Het is ons op het blindeninstituut
ook letterlijk verteld. Je wordt altijd
als iemand benaderd die een heel
speciale behandeling nodig heeft. Dat
is echt het probleem. Zelfs ik maak
nog regelmatig mee dat mensen tegen
mijn vrouw over me praten, terwijl ik
er gewoon naast sta!”
“Mijn leven zou beslist minder leuk
zijn als ik geen werk zou hebben. Je
moet in het leven doelen hebben,
hoe concreet of abstract ook. Als
een maatschappij ervoor kiest om jou
in een hoek te zetten en je een zak
geld toe te schuiven, dan wordt jou de
mogelijkheid ontnomen om die doelen
te bereiken. Natuurlijk kan je ook vrijwilligerswerk gaan doen, dat is absoluut niet minderwaardig, want hoe je
je inkomen krijgt dat maakt niet uit.
Maar je moet geen stempel opgedrukt
krijgen van minder waardigheid.
Er zit gelukkig wel enige ontwikkeling
in het denken hierover, alhoewel ik absoluut niet geloof in die honderdduizend arbeidsplaatsen die volgens het
kabinet geschapen zouden moeten
worden voor mindervaliden. Dat gaat
echt niet gebeuren. Maar het feit dat
dit wordt geopperd, houdt wel in dat
er een cultuuromslag op gang is gezet.
Mensen moeten worden ingezet op
hun talenten, op hun mogelijkheden,
want er wordt nu altijd uitgegaan van
ónmogelijkheden. Ze hebben het over
‘mensen plaatsen’, alsof het ‘units’
zijn, die ergens neergezet kunnen
worden. Je zou mensen eigenlijk bijna
meer moeten ‘casten’ dan ‘plaatsen’.
Ervoor zorgen dat mensen op een plek
terecht komen waar ze blij van worden.
Ook mensen met een psychiatrisch
verleden zou je moeten casten op zo
goed mogelijk toegesneden werk. Let
wel, het is geen verplichting tot elke
prijs, dat iedereen aan het werk moet.
Je moet erg flexibel in zijn. Maar hoe
moeilijker je in te passen bent hoe
persoonlijker de benadering zou moeten zijn. Anders loop je met zijn allen
willens en wetens in de valkuil. Je zou
echt maatwerk moeten brengen. Het
gaat erom dat iedereen zich zo comfortabel en prettig mogelijk voelt.
Werkgevers zou je moeten prikkelen,
ze kennis laten maken met die mensen. Het probleem is onbekendheid.
Ook al heeft die werkgever iemand in
zijn eigen omgeving met een beperking, toch komt hij niet altijd op het
idee om die werk te geven. Omdat
mensen met een beperking veel te
veel geïsoleerd worden in de huidige
maatschappij.
Een inclusieve arbeidsmarkt is volgens
mij een arbeidsmarkt waar we mensen niet in hokjes zetten. Uiteindelijk
blijken werkgevers die deze mensen in
dienst nemen hier altijd positief over.”
“Elkaar
gaan zien”
Wat betreft de participatiewet kan
ik zeggen dat er eigenlijk bij al die
grote hervormingen een bedenkelijke kant zit, omdat ze gepaard gaan
met gigantische bezuinigingen, dat
stuit al op heel veel wantrouwen.
Dat geeft een hoop ruis. Mensen
zijn er volkomen door in de war. Het
zal ook heus niet zo zijn dat de hele
arbeidsmarkt ineens verandert. Het
is wel goed dat er een verplichting
is, een stok achter de deur. Maar ik
mis de urgentie. Dat komt omdat de
meeste mensen en instanties veel te
veel in het oude denken zitten. Men
gaat ervan uit dat de overheid het
allemaal wel zal oplossen. Terwijl de
overheid meer een aanmoedigende
instantie moet gaan worden.
Ik spreek mensen die geen idee hebben wat er gaat gebeuren. Aan de ene
kant moeten nu dus heel veel mensen
met een handicap aan de slag, en
Hoe belangrijk is werk voor u en
waarom is het voor u zinvol om
de portefeuille ‘participatie’ tot
een succes te maken?
Voor mij is werken meer dan alleen
geld verdienen voor je levensonderhoud. Werk is een belangrijke
voorwaarde om mee te kunnen doen
in de maatschappij. Het draagt bij aan
je gevoel van eigenwaarde, je nuttig
maken. Maar een betaalde baan is
niet direct voor iedereen weggelegd.
Als wethouder verantwoordelijk voor
‘participatie’ vind ik het belangrijk
dat we ook voor die Amsterdammers
zorgen dat ze op een volwaardige
manier kunnen meedoen. Dit bereiken
we bijvoorbeeld door het organiseren
van een zinvolle dagbesteding.
Een inclusieve arbeidsmarkt
voorkomt verspilling van talent
Wethouder Arjan Vliegenthart (Werk, Inkomen en Participatie) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet vanaf
1 januari 2015.
tegelijk hoort iedereen om zich heen
dat er mensen zonder handicap
worden ontslagen. Men vraagt zich
af wat er met al die ‘gewone’ werklozen moet gebeuren. Maar ik denk
wel dat de participatiewet een goeie
aanleiding is voor een cultuuromslag,
een omslag in denken, waardoor we
elkaar steeds meer gaan zien.”
Wat is volgens u een inclusieve
arbeidsmarkt? Wat zijn daar volgens u de voordelen van?
Een inclusieve arbeidsmarkt betekent
voor mij dat iedereen, naar zijn of
haar vermogen, de kans krijgt om toe
te treden tot de arbeidsmarkt. We
kijken daarom zoveel mogelijk naar
wat mensen wel kunnen, in plaats van
naar wat ze misschien niet kunnen.
Veel mensen met een beperking
willen graag aan het werk, maar
zitten nu toch thuis. Het is daarom
belangrijk dat er voldoende banen
komen, ook voor deze doelgroep.
Wat wilt u aan het einde van
uw ambtstermijn heel concreet
bereikt hebben als het gaat om
een inclusieve arbeidsmarkt?
Het zou geweldig zijn als we over vier
jaar kunnen concluderen dat iemands
handicap geen belemmering meer
is om een baan te vinden. Als werkgever gaat de gemeente Amsterdam
in ieder geval hard haar best doen
dit doel te bereiken. Onder andere
door jaarlijks 42 mensen met een
arbeidsbeperking in dienst te nemen.
Hoe passen de plannen rondom
een werkbedrijf van de gemeente
Amsterdam daarbinnen?
Het nieuw op te richten werkbedrijf
begeleidt mensen bij het vinden
van werk en acquireert banen bij
werkgevers in de regio. Het Werkgeversservicepunt doet dit nu
al voor een groot deel. Vanaf
1 januari 2015 komt daar in het
kader van de Participatiewet een
nieuwe doelgroep bij, naar verwachting jaarlijks ongeveer 500
schoolverlaters. Het werkbedrijf zal
ook die jongeren ondersteunen,
minimaal net zo goed als de instanties
die dat nu doen.
Welke kansen ziet u voor mensen
met een beperking?
Een inclusieve arbeidsmarkt voorkomt verspilling van talent. Om
mensen met een beperking te laten
werken, is vaak maar een kleine
aanpassing van de werkzaamheden
of werkplek nodig. Ik zie het als onze
taak om werkgevers daarbij zoveel
mogelijk in te faciliteren, zodat de
drempel wordt verlaagd om mensen
met een beperking in dienst te
nemen.
Slecht zicht
toch werk
Bij Ctalents worden slechtzienden
en slechthorenden klaargestoomd
voor een baan
Ctaste is een restaurant in Amsterdam, waar de gasten in het donker eten, en zodoende
kunnen ervaren hoe het is om blind te zijn. Drijvende kracht achter Ctaste is Sandra
Ballij. Sinds dit jaar is in de ruimte naast het restaurant een experience gekomen, waar
gasten kunnen beleven hoe het is om als blinde door Amsterdam te lopen met behulp
van al je andere zintuigen: CtheCity. Het personeel van Ctalents en Ctaste is visueel
gehandicapt. Nick van den Ham is één van hen. Ballij ontwikkelde ook Ctalents. Via dit
opleidingsprogramma worden talentvolle slechthorenden en slechtzienden, zoals Nick
van den Ham klaargestoomd voor een reguliere baan.
Nick van den Ham (27) heeft ondanks
zijn beperking werk gekregen, dankzij
Ctalents.
Sandra Ballij (32) is sociaal entrepreneur,
oprichter van Ctaste, CtheCity en
Ctalents.
“In nieuwe baan
ben ik precies op
mijn plek”
“Werk voegt iets toe
aan je leven, aan je
zelfbeeld”
“Dankzij Ctalents ben ik deze maand begonnen
bij een nieuwe werkgever. Het is de AWVN, de
Algemene Werkgevers Vereniging Nederland. Ik
ga een servicelijn bemannen, waar werkgevers
vragen kunnen stellen, onder andere juridische.
Een reguliere baan, ik begreep dat ook mensen
zonder beperking hadden gesolliciteerd.
Ik denk niet dat ik deze baan zou hebben
gekregen zonder de hulp van Ctalents. Ze
hebben voor mij een talent­­­­­paspoort opgesteld,
waarin staat wat ik kan, en dat aan werkgevers
gepresenteerd.
Veel werkgevers weten niet hoe ze mensen met
een beperking de mogelijkheid kunnen bieden
het werk uit te voeren. De mensen van Ctalents
hebben de AWVN duidelijk gemaakt dat in dit
geval alleen maar de software moet worden
aangepast van de computer waarmee ik ga
werken. En het UWV betaalt dat. Natuurlijk
moest ik zelf een sollicitatiegesprek houden,
ook om te kijken of het klikte. Blijkbaar is het
goed gegaan. Daar ben ik heel blij mee.Hiervoor
ben ik zes weken trainee geweest bij CtheCity.
Ik leidde mensen rond door de experience. Opdat zij konden ervaren wat blinden en slechtzienden meemaken als ze door de stad lopen.
Je merkt in het algemeen dat mensen je graag
willen helpen. Het is vooral onwetendheid wat
mensen afschrikt om met mensen met een
beperking in zee te gaan. Ik kwam heel makkelijk
in aanmerking voor een Wajonguitkering. Dat
was wel fijn tijdens mijn studie, want een bijbaan
tijdens mijn studie zou wel wat veel van ’t goeie
zijn geweest. Maar het is altijd mijn bedoeling
geweest om die Wajong uit te gaan. Niet eens
puur vanwege de financiën, maar ik vind werk
belangrijk, om mezelf verder te ontwikkelen.
Ik zie nog wel vijf tot tien procent. Het kan zijn
dat ik op een gegeven moment helemaal blind
word, want ik heb een progressieve aandoening.
Als jongetje kon ik nog voetballen en fietsen, nu
is mijn zicht daarvoor te slecht.
Ik kan gelukkig wel prima zelfstandig wonen,
en ik heb altijd op gewone scholen gezeten,
heb mijn gymnasium­
diploma behaald. Ik heb
ook korte tijd aan de universiteit ge­
studeerd,
bestuurskunde. Daarna heb ik een paar jaar in
een callcenter gewerkt, vervolgens heb ik een
Hbo-opleiding gedaan: Personeel & Arbeid, die
nu Human Resource Management heet.
De hele dag thuis zitten, daar word ik niet vrolijk
van. Ik wil graag een waardevolle bijdrage
leveren. Ik weet dat ik dingen kan. In mijn nieuwe
baan ben ik precies op mijn plek.”
“Zaken als trots, zelfvertrouwen, je eigen geld
verdienen, zijn voor mensen met een beperking
net zo belangrijk als voor anderen.
Onze formule klopt. Het is een commercieel
bedrijf, waar de menselijke kant heel goed in
verweven zit. Iedereen die bij ons komt, wordt
op de een of andere manier geraakt. Dit bedrijf
is mijn passie. Hoe mooi is het dat je bezoekers
iets wezenlijks kunt meegeven? En vooral: dat
je de mensen met wie je werkt een andere
toekomst kunt helpen opbouwen!
Mijn man en ik hadden een vergelijkbaar
concept, althans een restaurant dan, in Parijs
gezien. Ik werd daar enorm door geraakt. Ik
had daarvoor best veel vooroordelen over
mensen die blind waren, vond het zielig.
Ik ben zelf vroeger heel ziek geweest. Niets
blijvends, maar heb wel even in een rolstoel
gezeten net na mijn VWO. Ik merkte dat mijn
omgeving me enorm ging pamperen. Bij mij
is mijn ziekte, mijn handicap, voorbij gegaan,
maar ik kan me goed voorstellen dat als je iets
hebt wat altijd blijft, of zelfs achteruit gaat, je
steeds meer een slachtoffer wordt. Door hoe
je omgeving met je omgaat. Als jij structureel
door een maatschappij wordt uitgesloten krijg
je een laag zelfbeeld. Ik krijg hier soms mailtjes
waarin staat: ‘ik ben blind, dús ik kan niets.’ Dat
geeft aan hoe mensen over zich zelf zijn gaan
denken.
Ik ben er van overtuigd dat ons concept ook toepasbaar is op mensen met andere beperkingen.
Het gaat om het her- en onderkennen van de
talenten die iemand heeft. En weten hoe je
die talenten kunt ontgroenen, en trainen. Dan
is het een kwestie van matchen met een behoefte in de markt. In het geval van blinde en
dove mensen ben ik ervan overtuigd dat het percentage werkelozen van zeventig naar twintig
procent zou kunnen.
Ik zie dus zeker ook kansen in de participatiewet. Tot nu toe werd gewoon klakkeloos aangenomen dat iemand met een beperking een
uitkering kreeg. Nu zal de vraag gesteld worden:
Wat kan je wel? Dat doet wat met je zelfbeeld.
Werk voegt iets toe aan je leven. Je krijgt het
gevoel dat je mee mag doen.
Ik ben geen voorstander van het stellen van
een quotumverplichting. Bij sommige bedrijven
zou veel meer kunnen en bij andere minder,
maar een boete wekt zogenaamd creatief
boekhouden in de hand. Ik geloof veel meer in
belonen. Ondernemers zijn heus wel bereid op
een andere manier te denken.”
De juiste werkplek
Ik wil graag mensen inspireren
Jasna Delic (28) heeft MS. Vorig jaar maakte
ze op de Participatiemarkt kennis met de
mensen van Emma at Work, een organisatie
die jongeren met een chronische ziekte of
lichamelijke beperking naar betaald werk
bemiddelt. Dankzij hen heeft Jasna een baan
gevonden als communicatiemedewerker bij
de Dienst Maatschappelijke Ont­
wikkeling
(DMO) van de Gemeente Amsterdam, bij
het programma ‘Aanpak Gezond Gewicht’.
Ze voelt zich daar helemaal op haar plek.
Jasna wil dolgraag een inspiratie­bron zijn
voor jonge mensen, die net als zij door ziekte
een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Ze
wil het wel uitroepen: “Laat je helpen, je
kan het niet alleen!”
en Organisatie gestudeerd. Toen ik bezig was
met mijn Master, in 2011, werd duidelijk dat ik
MS had. Ik was al zo vaak van mijn fiets gevallen,
en ik was zo moe, er moest wel iets zijn. Ik zal
nooit de emotie vergeten toen ik de diagnose
kreeg. Ik vroeg hoe lang ik nog te leven had. De
arts zei: ‘Doe niet zo gek, je hebt een normale
levensverwachting’.
“Eigenlijk heb ik nu hetzelfde werk dat ik zou
hebben gehad als ik gezond was gebleven. Dan
had ik alleen meer uren kunnen werken. Mijn
neuroloog zegt dat ik nooit een honderdprocent
baan zal kunnen volhouden.
Maar er zou wel veel veranderen. Ik was destijds
zo ambitieus. Ik besef dat ik mijn ambities moet
ombuigen. Ik wil graag mensen inspireren die
ziek zijn en het gevoel hebben niet serieus
genomen te worden door werkgevers. Een
boegbeeld worden voor de groep mensen die
zich waardeloos voelt, omdat ze denken dat er
geen hoop is op normaal werk.”
Ik heb eerst HBO Communicatie gedaan, en
daarna aan de universiteit Beleid, Communicatie
Een kans
gunnen
“Mijn toestand is stabiel. Ik kan gelukkig gewoon
lopen, en zelfstandig wonen. Ik heb een fijne
benedenwoning aan­
geboden gekregen, want
traplopen is lastig. En op mijn werk een rustige
plek waar ik me kan terugtrekken als het me
even te veel is. Ik vind het heerlijk dat ik op mijn
werk het gevoel heb dat ze me nodig hebben.
Dat ik mijn eigen verantwoordelijkheden heb. Je
zelfvertrouwen gaat dan enorm omhoog. Dat
had ik zo nodig.
Ik heb altijd gedacht: Gun me een kans, dan
kan ik bewijzen dat ik niet arbeidsongeschikt
ben. Maar op gewone sollicitaties werd ik niet
uitgenodigd. Ik kan echt goed brieven schrijven,
maar ik loog niet over mijn ziekte. Meestal kreeg
ik niet eens een reactie, of ze zeiden dat ik niet
paste op de plek van de vacature.
Daarom is het zo fijn dat ik dankzij Emma at
Work precies op de goede plek terecht ben
gekomen. Ze hebben mij prima gematched met
een echt fijne baan voor mij die de Gemeente
Amsterdam speciaal voor de doelgroep met een
arbeidsbeperking heeft gecreëerd.”
Iedereen moet een prestatie kunnen leveren
De klanten van De Kweker reageren
over het algemeen goed op de
medewerkers van Cordaan. Veel van
onze klanten zijn ook behept met zorg
voor de samenleving. Een van hen
nodigt deze medewerkers met een
beperking, jaarlijks op een feestelijk
uitje uit, bij zijn bedrijf in Zandvoort.
Helaas heb je ook wel eens negatieve
geluiden. Wordt er geroepen: ‘er
lopen daar alleen maar debielen rond.’
Dat soort geluiden accepteer ik niet.
De balans slaat gelukkig door naar
positieve reacties.
De Kweker. Op de foto geheel links Peter Poelstra en geheel rechts Sybrand Kuster
Peter Poelstra (61); adjunct-directeur van De Kweker biedt in zijn bedrijf
graag kansen voor mensen met een beperking. Tien jaar geleden is
de Kweker een samenwerking met Cordaan gestart met een groepsdetacheringsproject waarbij zij mensen met een verstandelijke beperking, samen met een begeleider van Cordaan inzetten in hun bedrijf.
“Deze mensen moeten serieus
worden genomen”
“Lang vóór de participatiewetgeving
er was, had De Kweker al sociaal
zwakkeren in dienst. Er werkt hier
zelfs iemand al vijfentwintig jaar, die
hier zijn pensioen wel haalt.
Ik vind dat iedere medewerker een
prestatie moet kunnen leveren. Ook
als ze een beperking hebben. Het is de
taak van de verantwoordelijke chef om
duidelijk uit te leggen wat ze moeten
doen, en dit ook te controleren. Onze
chefs worden getraind om goed om te
gaan met dergelijke medewerkers. Je
moet wat meer geduld met ze hebben.
Bepaalde taken kunnen door Cordaanmedewerkers worden uitgevoerd.
Dan praat je over de spoelkeuken,
over koffieautomaten, over bijvullen
van vakken, vuilafvoer etc. Ik vraag
heus niet hetzelfde aan hen, als wat
ik aan onze vaste medewerkers vraag,
maar deze mensen moeten wel
serieus genomen worden, en duidelijk
omschreven taken krijgen. Dan is
het ook mogelijk om uitdagingen te
zoeken, en je kan hen dan echt op de
taak beoordelen die ze uitvoeren.
Op mijn zestiende begon ik te werken
bij De Kweker. Daarvoor mocht ik
al af en toe met mijn vader mee,
die een groentezaak in de Jan van
Galenstraat had. De handel is me
dus met de paplepel ingegoten.
Ik heb van De Kweker veel kansen
gekregen, en genomen, en heb door
kunnen groeien. Ik vind het typisch
iets van ons bedrijf om mensen
ontwikkelingskansen te bieden. Nog
steeds liggen die hier legio. Niet alleen
voor jongeren, maar dus ook voor
mensen met een grotere afstand tot de
arbeidsmarkt. Ik ben altijd voorstander
van samenwerking met organisaties
als Cordaan geweest. We zijn daar
tien jaar geleden mee gestart. De basis
ligt erin, dat je een sociale verplichting
voelt naar de maatschappij. Dat
hebben we in dit familiebedrijf een
beetje in onze genen zitten.
De nieuwe participatiewet biedt
mogelijkheden om mensen, zonder
tussenkomst van organisaties, aan te
nemen. Daar moeten wij als bedrijf
ons beleid op los kunnen laten.
Ik vind het persoonlijk heel normaal
om dit soort dingen te doen. Het
hoort erbij. Ik ben heus geen
wereldverbeteraar, maar ik vind wel
dat je, waar je mogelijkheden hebt
om kansen te bieden aan de wat
zwakkeren in de samenleving, je
daarvoor moet openstaan.
Arbeidsbeperkten aan het werk
bij gemeente Amsterdam
De regering en sociale partners hebben in het Sociaal Akkoord afgesproken om in 12 jaar tijd (2014-2026)
125.000 banen extra te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. Voor de gemeente Amsterdam
zijn dit 412 banen.
De gemeente Amsterdam biedt de komende tien jaar jaarlijks 42 mensen, die vanwege een beperking een
grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben, een baan binnen de gemeente.
Met een arbeidsbeperking kom je moeilijk aan de slag, nog moeilijker dan werkzoekenden. Daarom zijn er
afspraken, en extra inspanningen nodig.
Genoeg werk
Vorig jaar beloofde wethouder van Es
dat de Gemeente Amsterdam de komende tien jaar, jaarlijks 42 mensen
met een arbeidsbeperking aan een
baan binnen de gemeente zou helpen.
Margot van Pruissen loopbaanadviseur
en projectmedewerker binnen het
pro­
gramma, ‘Arbeidsbeperkten aan
het Werk’, dat de gemeente Amsterdam sinds maart in het leven heeft
geroepen, ziet nu al mooie resultaten.
Er zijn immers inmiddels al 11 personen bij de gemeente aangenomen.
Obbe Willebrands; projectleider van
ditzelfde project, meldt dat Van
Pruissen en hij op managers afstap-
pen waarvan zij weten dat ze het hart
op de goede plek hebben, en die
snappen dat het zinvol is.
Willebrands: “Soms is er nog geen
specifieke vacature, maar er is genoeg werk te doen.” De andere weg,
die ook ingezet wordt, is dat het werk
aangepast wordt aan de mogelijkheden van degene met de arbeidsbeperking.
“Bovendien kost het minder dan je
zou denken, dankzij de loonsubsidies,”
stelt Willebrands.
Genoeg kandidaten
Van Pruissen vertelt dat het de gemeente Amsterdam geen moeite kost
om kandidaten uit de doelgroep te
vinden. “Want Amsterdam is een aantrekkelijke werkgever.” Zij houdt zich
er vooral mee bezig managers duidelijk te maken dat er een taak ligt op dit
gebied. Van Pruissen: “Werken is van
heel groot belang om je te verbinden
met de maatschappij.”
Het bij elkaar brengen van vraag
en aanbod is een taak van aanbieders. Die zijn daar heel bedreven
in, meent het tweetal. Een mooi
voorbeeld van zo’n goede samenwerking is met de mensen van
Emma at Work, die onder andere
Jasna Delic, die overduidelijk gelukkiger is nu ze werk heeft, hielpen
een baan bij de gemeente te vinden.
Willebrands: “Werk is hét middel om
erbij te horen.”
Ik zie voor de toekomst nog wel
meer kansen om naar een inclusieve
arbeidsmarkt te werken. Maar
waar het vooral om draait is goeie
begeleiding, goeie instructie en goeie
selectie van gemotiveerde mensen.
Uiteindelijk zijn we natuurlijk geen
liefdadigheidsinstelling, maar een
commercieel bedrijf, en binnen dat
commerciële bedrijf kunnen we ons
best doen de minder begaafden een rol
laten vervullen. Maar wel alleen daar
waar het kan. Je kunt bijvoorbeeld niet
van Cordaan-medewerkers vragen om
plotseling overwerk te doen, omdat
een klus niet af is. Je moet je stipt
houden aan de tijden. Dat heeft wel
eens wat belemmeringen als je puur
naar commercie kijkt.
We betalen Cordaan uiteraard
een bijdrage. We vergoeden de
kosten van de begeleiding die zij
inzetten. Daarnaast betalen we de
Cordaan-medewerkers
zelf
een
vrijwilligersvergoeding.
Natuurlijk hebben ook wij met
bezuinigingen te maken gekregen.
In totaal zijn er binnen het bedrijf
minder arbeidsuren gekomen. Maar
de medewerkers van Cordaan en
dergelijke organisaties hebben we
buiten schot gelaten. Dat vind ik fijn.
Want ik voel me verantwoordelijk voor
al mijn medewerkers, dus zeker ook
voor hen.”
Sybrand Kuster (31) is magazijnmedewerker bij de Kweker, via
Cordaan
“Ik werk hier nu een paar maanden. Ik
doe kaarsen en servetten in de vakken.
Die haal ik op uit het magazijn. Ik ken
de weg al goed. Ik hoop dat ik over
een tijdje de vakken van de kruiden
mag vullen. Dat wil ik graag leren.
Dat lijkt me leuk want dan heb ik
een beetje afwisseling. Ik zou niet in
de kantine willen werken. Dat is niets
voor mij. Ik mag al met het ‘hondje
werken. Dat is een kleine heftruck.
Met een grote mag ik niet, maar dat
wil ik ook niet hoor.
“Blij dat ik
hier werk”
Ik werk vier dagen. Niet op woensdag.
Om acht uur ga ik van huis en dan
drinken we gezellig koffie, en dan
begin ik om half negen. Om één uur
lunch ik met mijn collega’s, en om vier
uur ga ik naar huis. Lopen of op de
fiets. Ik woon zelfstandig, maar wel
begeleid.
De mensen van Cordaan leggen me
uit wat ik bij De Kweker voor werk
mag doen.
Eerst werkte ik bij de Praxis en
daarvoor bij Het Goed, tweedehands
spullen waren dat. Ik vind het hier nu
echt leuk omdat er gezellige mensen
zijn en is vaak mooie muziek.
Ik wil graag blijven bij De Kweker. Ze
hebben gezegd dat het mag, dus ik
ben blij.”
Will Tinnemans
De arbeidsmarkt als kermis
Als kind was ik verslaafd aan de muntenschuiver. Nou ja, verslaafd, het was één keer per jaar een
paar dagen kermis in het dorp en dan stond ik vaker achter dat apparaat dan mijn moeder lief
was. In een glazen kast zat voorin een bulldozerachtige constructie die voortdurend heen en weer
schoof. Je kocht munten, die je door een gleuf op het muntenveld liet rollen. Viel je munt bovenop
andere, dan was je hem kwijt. De kunst was om ervoor te zorgen dat hij vóór de schuif van de bulldozer op een lege plek terecht kwam, zodat andere munten uit het speelveld geduwd werden. Die
uitgestoten munten werden jouw eigendom, je kon er mooie prijzen voor krijgen.
De onderkant van de arbeidsmarkt kun je vergelijken met zo’n muntenschuiver. Het speelveld is
de arbeidsmarkt voor mensen met maximaal een vmbo-diploma. Denk aan schoonmaak, catering,
beveiliging, thuiszorg, groenvoorziening, supermarkten, kas- en tuinbouw, vleesverwerking. De
overheid gooit voortdurend werklozen door de gleuf, die er door de onverbiddelijke werkgevers
(bulldozer) aan de voor- en zijkant even makkelijk weer uitgeworpen worden. Het verschil met het
kermisapparaat: helaas zijn er alleen poedelprijzen te vergeven.
Na invoering van de Participatiewet, op 1 januari, voegen gemeenten honderdduizenden mensen
met een arbeidsbeperking (Wajong, WSW) en honderdduizenden bijstandsgerechtigden toe aan de
werkzoekenden die er nu al zijn. Ze moeten aan het werk, liefst op de reguliere arbeidsmarkt, lees:
in het bedrijfsleven. Veel van hen zijn laaggeschoold en dus aangewezen op de onderkant van de
arbeidsmarkt. Zonder steuntje in de rug hebben ze geen schijn van kans. Daarom krijgen werkgevers
een loonkostensubsidie en eventueel een dekking tegen ziekteverzuim voor mensen met een arbeidshandicap. Bijstandsgerechtigden moeten werkervaring opdoen met behoud van uitkering of worden
gedwongen tot een tegenprestatie. Ze krijgen scholing en hulp bij hun zoektocht naar een baan.
Gemeenten, provincies en rijk dwingen werkgevers via social return ‘mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt’ in dienst te nemen als ze in aanmerking willen komen voor grote aanbestedingen.
Allemaal goed bedoeld, maar het is water naar de zee dragen. Er zijn veel te weinig banen voor
laagopgeleiden en een deel van die banen wordt in tijden van grote werkloosheid ook nog eens bezet
door hogeropgeleiden. Zodra een laagopgeleide werkloze, al dan niet met een beperking, via de lappendeken aan steunmaatregelen aan een baan geholpen wordt, vliegt een andere laagopgeleide de
straat op. Er komt immers geen baan bij, er komen alleen maar kandidaten bij! Om er nog maar een
kermisapparaat bij te halen: het lijkt op een overvolle carrousel: telkens als een laaggeschoolde werkloze erop springt, wordt een laaggeschoolde met een baan eraf geduwd. Je reinste verdringing.
De muntenschuiver leert ons dat er eigenlijk maar twee oplossingen mogelijk zijn. De eerste optie
is vergroting van het speelveld, wat dus neerkomt op: meer banen. Dat zal niet meevallen, want
we leven sinds 2008 in een financieel-economische crisis waarvan het einde nog niet in zicht is. De
overheid zou alvast kunnen stoppen met het omzetten van maatschappelijk zinvol werk in werken
met behoud van uitkering en tegenprestaties voor uitkeringsgerechtigden. Maar zo’n maatregel
komt ten laste van de overheidskas en is alleen daarom al onwaarschijnlijk.
De tweede optie is: kleinere muntjes op het speelveld leggen, zodat er meer op hetzelfde veld passen. Drastische arbeidstijdverkorting voor iedereen dus, liefst in combinatie met een forse verlaging
van belasting op arbeid voor laagbetaalden. Het bestaande werk wordt zo eerlijker verdeeld, zonder
dat laagbetaalden een deel van hun toch al karige inkomen hoeven in te leveren. Het verlies aan
belastingopbrengsten wordt gecompenseerd doordat aanzienlijk minder mensen op een uitkering
zijn aangewezen. Die maatregel zou echt zoden aan de dijk zetten, maar betekent wel dat alle werkenden een beetje plaats moeten maken. Iedereen trekt zijn buik in, zodat er toch meer mensen op
de carrousel blijken te passen dan we aanvankelijk dachten.
Will Tinnemans (Someren 1959) is op 28 oktober jongstleden in Grenoble overleden aan
een hartstilstand.
Tinnemans verwierf met zijn werk - aanvankelijk als journalist en later als schrijver, dagvoorzitter en mediatrainer - een sterke reputatie met doorwrochte publicaties. De laatste
jaren publiceerde hij vooral over de onderkant van de arbeidsmarkt: 'Voor jou tien anderen'
en 'De kwetsbaren'. Nieuw Amsterdam Uitgevers, € 16,95.
Frank Kalshoven
Maak economie van
arbeidsgehandicapten
Omdat de lat voor deelname aan de arbeidsmarkt
steeds hoger komt te liggen, is het voor mensen
met een handicap – van welke aard dan ook – steeds
lastiger hierop een plek te veroveren. Honderdduizenden die graag zouden willen werken, blijven
noodgedwongen aan de kant.
Wat doen we hieraan in Nederland?
Ik zie twee grotere bewegingen.
Eén: Een voorhoede van maatschappelijk betrokken werkgevers verzint oplossingen. Autisten testen software.
Blinden werken in een verduisterd restaurant. Mooi.
Maar veelal kleinschalig.
Twee: Onder dreiging van een quotumregeling heeft
VNO-NCW zich verplicht de komende jaren vrijwillig ruim
honderdduizend banen te scheppen voor arbeidsgehandicapten. Dit moet het verlies aan arbeidsplaatsen in Sociale
Werkplaatsen compenseren. Fijn. Maar contre coeur.
Om echt vooruitgang te boeken, is mijn stelling, moeten
we op zoek naar stevige economische oplossingen.
Grootschalig. En niet tegen heug en meug, maar juist vol
enthousiasme.
kunnen maken, hun certificaten kunnen verkopen. Aan
wie? Aan werkgevers die dat wel willen en kunnen.
Wat kost een certificaat voor 1500 uur werk op de
beurs?
Fors minder dan 10 duizend euro, want de aanbiedende
werkgever wil van z’n plicht af. Zeg: 2500 euro. De werkgever die met de gehandicapten werkt, koopt dus een
certificaat op de beurs voor 2500 euro en ontvangt aan het
einde van het jaar 10 duizend euro bij inlevering. Je zou ook
kunnen zeggen: de verkopende werkgever subsidieert de
arbeidsplaats bij de kopende werkgever met 7500 euro.
Een beurs? Handel? Geld verdienen aan arbeidsgehandicapten?
Ja graag. Want als we nieuwe economie maken met
arbeidsgehandicapten kunnen we serieus arbeidsplaatsen
creëren. Niet kleinschalig en met de beste bedoelingen.
Niet tegen heug en meug. Grootschalig. En uit welbegrepen
eigenbelang.
Hoe? De markt werkt toch tegen?
Niet als we zelf een nieuwe maken.
Stel: elke werkgever moet op 1 januari per 25 werknemers
voor 10 duizend euro een certificaat kopen van het
ministerie van Sociale Zaken. Dat certificaat verplicht de
werkgever in dat jaar 1500 uur werk te bieden aan een
arbeidsgehandicapte. Voldoet de werkgever aan deze
verplichting, dan kan het certificaat op 31 december
weer worden ingeleverd en wordt de 10 duizend euro
teruggestort. Zo klinkt het nog als een doodgewone plicht
(op last van een dwangsom).
Maar stel verder: de certificaten zijn
verhandelbaar. En we beginnen een
beurs waarop werkgevers die voor
arbeidsgehandicapten geen plek willen of
Frank Kalshoven is directeur van De Argumentenfabriek. Reageren? Email: [email protected]
Iets ondernemen of een baan hebben is niet voor iedereen
vanzelfsprekend. Misschien behoor jij wel tot de groep mensen die vanwege een beperking niet gemakkelijk meedoet.
Gelukkig is er heel veel te doen. Op jekuntmeer.nl vind je
ruim 1500 activiteiten op het gebied van leren, werken en
doen in Amsterdam.
Jekuntmeer.nl is de website waar je kunt ontdekken welke
mogelijkheden er zijn om te leren, te werken en te doen voor
mensen zoals jij.
Jij kunt meer, denken wij. Ga naar www.jekuntmeer.nl en
zoek wat er bij jou past.
Colofon
Uitgave van Stichting De Omslag
Redactie Edith Andriesse
Fotografie
Bastiaan van Musscher
Ontwerp Toewan
Oplage 2500