KRANT ter gelegenheid van de NEGENDE Amsterdamse Participatiemarkt, 11 november 2014, MEERVAART AMSTERDAM Voor deze markt maakte Stichting De Omslag voor u dit jaar een “Je kunt meer werken aan een inclusieve arbeidsmarkt – krant”. Deze krant zet de toon van de Participatiemarkt. Er staan interviews en columns in van mensen die werken aan participatiemarkt.nl jekuntmeer.nl werk - op verschillende manieren. We presenteren experts met een visie, duo artikelen van werkgevers en werknemers, waaronder de gemeente zelf. Veel leesplezier met deze Jekuntmeer.nl krant. Bij Bijlo is blindheid geen belemmering ‘Ik ben niet arbeidsongeschikt’ Vincent Bijlo (49) is blind vanaf zijn geboorte. Zijn gehoor gaat ook achteruit. Dit zijn geen onoverkomelijke obstakels voor een zeer succesvolle carrière als cabaretier, schrijver en muzikant. Hij opent vandaag in de Meervaart de ‘Je kunt meer markt’, en gaat in gesprek met mensen die werken aan een inclusieve arbeidsmarkt. “Toen ik ging studeren adviseerde een blindenconsulent mij met klem dat ik me arbeidsongeschikt zou laten verklaren. Want dan zou ik kunnen studeren met een uitkering, die veel hoger zou zijn dan een gewone beurs, en bovendien zou ik geen cent hoeven terugbetalen. Ik heb dat geweigerd. Ja zeg. Ik ben helemaal niet arbeidsongeschikt! Dit soort adviezen zijn volkomen normaal en geaccepteerd. Sterker nog, het is zo dat mensen met een handicap op hun achttiende automatisch een uitkering krijgen. Door dit soort praktijken maak je een enorme groep onschadelijk. Hoe langer deze situatie duurt, hoe langer die groep mensen erin gaat geloven dat dit voor hen de beste oplossing is. Sommige gehandicapten hebben de neiging om in een slachtofferrol te kruipen. Maar dat is onverstandig. Woede slaat meer deuren dicht dan je opent. “Je moet doelen in je leven hebben” Zeventig procent van de hogeropgeleide blinden zit thuis. De oorzaken daarvan zit aan twee kanten. Je kan niet alleen maar de arbeidsmarkt de schuld daarvan geven. De blinden zelf hebben daar ook mee te maken. Dat komt omdat ze geprogrammeerd zijn. Het gevoel hebben ontwikkeld dat het voor hen nou eenmaal moeilijker is voor hen. Als je dat maar blijft denken, dan wordt het ook zo. Het is ons op het blindeninstituut ook letterlijk verteld. Je wordt altijd als iemand benaderd die een heel speciale behandeling nodig heeft. Dat is echt het probleem. Zelfs ik maak nog regelmatig mee dat mensen tegen mijn vrouw over me praten, terwijl ik er gewoon naast sta!” “Mijn leven zou beslist minder leuk zijn als ik geen werk zou hebben. Je moet in het leven doelen hebben, hoe concreet of abstract ook. Als een maatschappij ervoor kiest om jou in een hoek te zetten en je een zak geld toe te schuiven, dan wordt jou de mogelijkheid ontnomen om die doelen te bereiken. Natuurlijk kan je ook vrijwilligerswerk gaan doen, dat is absoluut niet minderwaardig, want hoe je je inkomen krijgt dat maakt niet uit. Maar je moet geen stempel opgedrukt krijgen van minder waardigheid. Er zit gelukkig wel enige ontwikkeling in het denken hierover, alhoewel ik absoluut niet geloof in die honderdduizend arbeidsplaatsen die volgens het kabinet geschapen zouden moeten worden voor mindervaliden. Dat gaat echt niet gebeuren. Maar het feit dat dit wordt geopperd, houdt wel in dat er een cultuuromslag op gang is gezet. Mensen moeten worden ingezet op hun talenten, op hun mogelijkheden, want er wordt nu altijd uitgegaan van ónmogelijkheden. Ze hebben het over ‘mensen plaatsen’, alsof het ‘units’ zijn, die ergens neergezet kunnen worden. Je zou mensen eigenlijk bijna meer moeten ‘casten’ dan ‘plaatsen’. Ervoor zorgen dat mensen op een plek terecht komen waar ze blij van worden. Ook mensen met een psychiatrisch verleden zou je moeten casten op zo goed mogelijk toegesneden werk. Let wel, het is geen verplichting tot elke prijs, dat iedereen aan het werk moet. Je moet erg flexibel in zijn. Maar hoe moeilijker je in te passen bent hoe persoonlijker de benadering zou moeten zijn. Anders loop je met zijn allen willens en wetens in de valkuil. Je zou echt maatwerk moeten brengen. Het gaat erom dat iedereen zich zo comfortabel en prettig mogelijk voelt. Werkgevers zou je moeten prikkelen, ze kennis laten maken met die mensen. Het probleem is onbekendheid. Ook al heeft die werkgever iemand in zijn eigen omgeving met een beperking, toch komt hij niet altijd op het idee om die werk te geven. Omdat mensen met een beperking veel te veel geïsoleerd worden in de huidige maatschappij. Een inclusieve arbeidsmarkt is volgens mij een arbeidsmarkt waar we mensen niet in hokjes zetten. Uiteindelijk blijken werkgevers die deze mensen in dienst nemen hier altijd positief over.” “Elkaar gaan zien” Wat betreft de participatiewet kan ik zeggen dat er eigenlijk bij al die grote hervormingen een bedenkelijke kant zit, omdat ze gepaard gaan met gigantische bezuinigingen, dat stuit al op heel veel wantrouwen. Dat geeft een hoop ruis. Mensen zijn er volkomen door in de war. Het zal ook heus niet zo zijn dat de hele arbeidsmarkt ineens verandert. Het is wel goed dat er een verplichting is, een stok achter de deur. Maar ik mis de urgentie. Dat komt omdat de meeste mensen en instanties veel te veel in het oude denken zitten. Men gaat ervan uit dat de overheid het allemaal wel zal oplossen. Terwijl de overheid meer een aanmoedigende instantie moet gaan worden. Ik spreek mensen die geen idee hebben wat er gaat gebeuren. Aan de ene kant moeten nu dus heel veel mensen met een handicap aan de slag, en Hoe belangrijk is werk voor u en waarom is het voor u zinvol om de portefeuille ‘participatie’ tot een succes te maken? Voor mij is werken meer dan alleen geld verdienen voor je levensonderhoud. Werk is een belangrijke voorwaarde om mee te kunnen doen in de maatschappij. Het draagt bij aan je gevoel van eigenwaarde, je nuttig maken. Maar een betaalde baan is niet direct voor iedereen weggelegd. Als wethouder verantwoordelijk voor ‘participatie’ vind ik het belangrijk dat we ook voor die Amsterdammers zorgen dat ze op een volwaardige manier kunnen meedoen. Dit bereiken we bijvoorbeeld door het organiseren van een zinvolle dagbesteding. Een inclusieve arbeidsmarkt voorkomt verspilling van talent Wethouder Arjan Vliegenthart (Werk, Inkomen en Participatie) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet vanaf 1 januari 2015. tegelijk hoort iedereen om zich heen dat er mensen zonder handicap worden ontslagen. Men vraagt zich af wat er met al die ‘gewone’ werklozen moet gebeuren. Maar ik denk wel dat de participatiewet een goeie aanleiding is voor een cultuuromslag, een omslag in denken, waardoor we elkaar steeds meer gaan zien.” Wat is volgens u een inclusieve arbeidsmarkt? Wat zijn daar volgens u de voordelen van? Een inclusieve arbeidsmarkt betekent voor mij dat iedereen, naar zijn of haar vermogen, de kans krijgt om toe te treden tot de arbeidsmarkt. We kijken daarom zoveel mogelijk naar wat mensen wel kunnen, in plaats van naar wat ze misschien niet kunnen. Veel mensen met een beperking willen graag aan het werk, maar zitten nu toch thuis. Het is daarom belangrijk dat er voldoende banen komen, ook voor deze doelgroep. Wat wilt u aan het einde van uw ambtstermijn heel concreet bereikt hebben als het gaat om een inclusieve arbeidsmarkt? Het zou geweldig zijn als we over vier jaar kunnen concluderen dat iemands handicap geen belemmering meer is om een baan te vinden. Als werkgever gaat de gemeente Amsterdam in ieder geval hard haar best doen dit doel te bereiken. Onder andere door jaarlijks 42 mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Hoe passen de plannen rondom een werkbedrijf van de gemeente Amsterdam daarbinnen? Het nieuw op te richten werkbedrijf begeleidt mensen bij het vinden van werk en acquireert banen bij werkgevers in de regio. Het Werkgeversservicepunt doet dit nu al voor een groot deel. Vanaf 1 januari 2015 komt daar in het kader van de Participatiewet een nieuwe doelgroep bij, naar verwachting jaarlijks ongeveer 500 schoolverlaters. Het werkbedrijf zal ook die jongeren ondersteunen, minimaal net zo goed als de instanties die dat nu doen. Welke kansen ziet u voor mensen met een beperking? Een inclusieve arbeidsmarkt voorkomt verspilling van talent. Om mensen met een beperking te laten werken, is vaak maar een kleine aanpassing van de werkzaamheden of werkplek nodig. Ik zie het als onze taak om werkgevers daarbij zoveel mogelijk in te faciliteren, zodat de drempel wordt verlaagd om mensen met een beperking in dienst te nemen. Slecht zicht toch werk Bij Ctalents worden slechtzienden en slechthorenden klaargestoomd voor een baan Ctaste is een restaurant in Amsterdam, waar de gasten in het donker eten, en zodoende kunnen ervaren hoe het is om blind te zijn. Drijvende kracht achter Ctaste is Sandra Ballij. Sinds dit jaar is in de ruimte naast het restaurant een experience gekomen, waar gasten kunnen beleven hoe het is om als blinde door Amsterdam te lopen met behulp van al je andere zintuigen: CtheCity. Het personeel van Ctalents en Ctaste is visueel gehandicapt. Nick van den Ham is één van hen. Ballij ontwikkelde ook Ctalents. Via dit opleidingsprogramma worden talentvolle slechthorenden en slechtzienden, zoals Nick van den Ham klaargestoomd voor een reguliere baan. Nick van den Ham (27) heeft ondanks zijn beperking werk gekregen, dankzij Ctalents. Sandra Ballij (32) is sociaal entrepreneur, oprichter van Ctaste, CtheCity en Ctalents. “In nieuwe baan ben ik precies op mijn plek” “Werk voegt iets toe aan je leven, aan je zelfbeeld” “Dankzij Ctalents ben ik deze maand begonnen bij een nieuwe werkgever. Het is de AWVN, de Algemene Werkgevers Vereniging Nederland. Ik ga een servicelijn bemannen, waar werkgevers vragen kunnen stellen, onder andere juridische. Een reguliere baan, ik begreep dat ook mensen zonder beperking hadden gesolliciteerd. Ik denk niet dat ik deze baan zou hebben gekregen zonder de hulp van Ctalents. Ze hebben voor mij een talentpaspoort opgesteld, waarin staat wat ik kan, en dat aan werkgevers gepresenteerd. Veel werkgevers weten niet hoe ze mensen met een beperking de mogelijkheid kunnen bieden het werk uit te voeren. De mensen van Ctalents hebben de AWVN duidelijk gemaakt dat in dit geval alleen maar de software moet worden aangepast van de computer waarmee ik ga werken. En het UWV betaalt dat. Natuurlijk moest ik zelf een sollicitatiegesprek houden, ook om te kijken of het klikte. Blijkbaar is het goed gegaan. Daar ben ik heel blij mee.Hiervoor ben ik zes weken trainee geweest bij CtheCity. Ik leidde mensen rond door de experience. Opdat zij konden ervaren wat blinden en slechtzienden meemaken als ze door de stad lopen. Je merkt in het algemeen dat mensen je graag willen helpen. Het is vooral onwetendheid wat mensen afschrikt om met mensen met een beperking in zee te gaan. Ik kwam heel makkelijk in aanmerking voor een Wajonguitkering. Dat was wel fijn tijdens mijn studie, want een bijbaan tijdens mijn studie zou wel wat veel van ’t goeie zijn geweest. Maar het is altijd mijn bedoeling geweest om die Wajong uit te gaan. Niet eens puur vanwege de financiën, maar ik vind werk belangrijk, om mezelf verder te ontwikkelen. Ik zie nog wel vijf tot tien procent. Het kan zijn dat ik op een gegeven moment helemaal blind word, want ik heb een progressieve aandoening. Als jongetje kon ik nog voetballen en fietsen, nu is mijn zicht daarvoor te slecht. Ik kan gelukkig wel prima zelfstandig wonen, en ik heb altijd op gewone scholen gezeten, heb mijn gymnasium diploma behaald. Ik heb ook korte tijd aan de universiteit ge studeerd, bestuurskunde. Daarna heb ik een paar jaar in een callcenter gewerkt, vervolgens heb ik een Hbo-opleiding gedaan: Personeel & Arbeid, die nu Human Resource Management heet. De hele dag thuis zitten, daar word ik niet vrolijk van. Ik wil graag een waardevolle bijdrage leveren. Ik weet dat ik dingen kan. In mijn nieuwe baan ben ik precies op mijn plek.” “Zaken als trots, zelfvertrouwen, je eigen geld verdienen, zijn voor mensen met een beperking net zo belangrijk als voor anderen. Onze formule klopt. Het is een commercieel bedrijf, waar de menselijke kant heel goed in verweven zit. Iedereen die bij ons komt, wordt op de een of andere manier geraakt. Dit bedrijf is mijn passie. Hoe mooi is het dat je bezoekers iets wezenlijks kunt meegeven? En vooral: dat je de mensen met wie je werkt een andere toekomst kunt helpen opbouwen! Mijn man en ik hadden een vergelijkbaar concept, althans een restaurant dan, in Parijs gezien. Ik werd daar enorm door geraakt. Ik had daarvoor best veel vooroordelen over mensen die blind waren, vond het zielig. Ik ben zelf vroeger heel ziek geweest. Niets blijvends, maar heb wel even in een rolstoel gezeten net na mijn VWO. Ik merkte dat mijn omgeving me enorm ging pamperen. Bij mij is mijn ziekte, mijn handicap, voorbij gegaan, maar ik kan me goed voorstellen dat als je iets hebt wat altijd blijft, of zelfs achteruit gaat, je steeds meer een slachtoffer wordt. Door hoe je omgeving met je omgaat. Als jij structureel door een maatschappij wordt uitgesloten krijg je een laag zelfbeeld. Ik krijg hier soms mailtjes waarin staat: ‘ik ben blind, dús ik kan niets.’ Dat geeft aan hoe mensen over zich zelf zijn gaan denken. Ik ben er van overtuigd dat ons concept ook toepasbaar is op mensen met andere beperkingen. Het gaat om het her- en onderkennen van de talenten die iemand heeft. En weten hoe je die talenten kunt ontgroenen, en trainen. Dan is het een kwestie van matchen met een behoefte in de markt. In het geval van blinde en dove mensen ben ik ervan overtuigd dat het percentage werkelozen van zeventig naar twintig procent zou kunnen. Ik zie dus zeker ook kansen in de participatiewet. Tot nu toe werd gewoon klakkeloos aangenomen dat iemand met een beperking een uitkering kreeg. Nu zal de vraag gesteld worden: Wat kan je wel? Dat doet wat met je zelfbeeld. Werk voegt iets toe aan je leven. Je krijgt het gevoel dat je mee mag doen. Ik ben geen voorstander van het stellen van een quotumverplichting. Bij sommige bedrijven zou veel meer kunnen en bij andere minder, maar een boete wekt zogenaamd creatief boekhouden in de hand. Ik geloof veel meer in belonen. Ondernemers zijn heus wel bereid op een andere manier te denken.” De juiste werkplek Ik wil graag mensen inspireren Jasna Delic (28) heeft MS. Vorig jaar maakte ze op de Participatiemarkt kennis met de mensen van Emma at Work, een organisatie die jongeren met een chronische ziekte of lichamelijke beperking naar betaald werk bemiddelt. Dankzij hen heeft Jasna een baan gevonden als communicatiemedewerker bij de Dienst Maatschappelijke Ont wikkeling (DMO) van de Gemeente Amsterdam, bij het programma ‘Aanpak Gezond Gewicht’. Ze voelt zich daar helemaal op haar plek. Jasna wil dolgraag een inspiratiebron zijn voor jonge mensen, die net als zij door ziekte een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Ze wil het wel uitroepen: “Laat je helpen, je kan het niet alleen!” en Organisatie gestudeerd. Toen ik bezig was met mijn Master, in 2011, werd duidelijk dat ik MS had. Ik was al zo vaak van mijn fiets gevallen, en ik was zo moe, er moest wel iets zijn. Ik zal nooit de emotie vergeten toen ik de diagnose kreeg. Ik vroeg hoe lang ik nog te leven had. De arts zei: ‘Doe niet zo gek, je hebt een normale levensverwachting’. “Eigenlijk heb ik nu hetzelfde werk dat ik zou hebben gehad als ik gezond was gebleven. Dan had ik alleen meer uren kunnen werken. Mijn neuroloog zegt dat ik nooit een honderdprocent baan zal kunnen volhouden. Maar er zou wel veel veranderen. Ik was destijds zo ambitieus. Ik besef dat ik mijn ambities moet ombuigen. Ik wil graag mensen inspireren die ziek zijn en het gevoel hebben niet serieus genomen te worden door werkgevers. Een boegbeeld worden voor de groep mensen die zich waardeloos voelt, omdat ze denken dat er geen hoop is op normaal werk.” Ik heb eerst HBO Communicatie gedaan, en daarna aan de universiteit Beleid, Communicatie Een kans gunnen “Mijn toestand is stabiel. Ik kan gelukkig gewoon lopen, en zelfstandig wonen. Ik heb een fijne benedenwoning aan geboden gekregen, want traplopen is lastig. En op mijn werk een rustige plek waar ik me kan terugtrekken als het me even te veel is. Ik vind het heerlijk dat ik op mijn werk het gevoel heb dat ze me nodig hebben. Dat ik mijn eigen verantwoordelijkheden heb. Je zelfvertrouwen gaat dan enorm omhoog. Dat had ik zo nodig. Ik heb altijd gedacht: Gun me een kans, dan kan ik bewijzen dat ik niet arbeidsongeschikt ben. Maar op gewone sollicitaties werd ik niet uitgenodigd. Ik kan echt goed brieven schrijven, maar ik loog niet over mijn ziekte. Meestal kreeg ik niet eens een reactie, of ze zeiden dat ik niet paste op de plek van de vacature. Daarom is het zo fijn dat ik dankzij Emma at Work precies op de goede plek terecht ben gekomen. Ze hebben mij prima gematched met een echt fijne baan voor mij die de Gemeente Amsterdam speciaal voor de doelgroep met een arbeidsbeperking heeft gecreëerd.” Iedereen moet een prestatie kunnen leveren De klanten van De Kweker reageren over het algemeen goed op de medewerkers van Cordaan. Veel van onze klanten zijn ook behept met zorg voor de samenleving. Een van hen nodigt deze medewerkers met een beperking, jaarlijks op een feestelijk uitje uit, bij zijn bedrijf in Zandvoort. Helaas heb je ook wel eens negatieve geluiden. Wordt er geroepen: ‘er lopen daar alleen maar debielen rond.’ Dat soort geluiden accepteer ik niet. De balans slaat gelukkig door naar positieve reacties. De Kweker. Op de foto geheel links Peter Poelstra en geheel rechts Sybrand Kuster Peter Poelstra (61); adjunct-directeur van De Kweker biedt in zijn bedrijf graag kansen voor mensen met een beperking. Tien jaar geleden is de Kweker een samenwerking met Cordaan gestart met een groepsdetacheringsproject waarbij zij mensen met een verstandelijke beperking, samen met een begeleider van Cordaan inzetten in hun bedrijf. “Deze mensen moeten serieus worden genomen” “Lang vóór de participatiewetgeving er was, had De Kweker al sociaal zwakkeren in dienst. Er werkt hier zelfs iemand al vijfentwintig jaar, die hier zijn pensioen wel haalt. Ik vind dat iedere medewerker een prestatie moet kunnen leveren. Ook als ze een beperking hebben. Het is de taak van de verantwoordelijke chef om duidelijk uit te leggen wat ze moeten doen, en dit ook te controleren. Onze chefs worden getraind om goed om te gaan met dergelijke medewerkers. Je moet wat meer geduld met ze hebben. Bepaalde taken kunnen door Cordaanmedewerkers worden uitgevoerd. Dan praat je over de spoelkeuken, over koffieautomaten, over bijvullen van vakken, vuilafvoer etc. Ik vraag heus niet hetzelfde aan hen, als wat ik aan onze vaste medewerkers vraag, maar deze mensen moeten wel serieus genomen worden, en duidelijk omschreven taken krijgen. Dan is het ook mogelijk om uitdagingen te zoeken, en je kan hen dan echt op de taak beoordelen die ze uitvoeren. Op mijn zestiende begon ik te werken bij De Kweker. Daarvoor mocht ik al af en toe met mijn vader mee, die een groentezaak in de Jan van Galenstraat had. De handel is me dus met de paplepel ingegoten. Ik heb van De Kweker veel kansen gekregen, en genomen, en heb door kunnen groeien. Ik vind het typisch iets van ons bedrijf om mensen ontwikkelingskansen te bieden. Nog steeds liggen die hier legio. Niet alleen voor jongeren, maar dus ook voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Ik ben altijd voorstander van samenwerking met organisaties als Cordaan geweest. We zijn daar tien jaar geleden mee gestart. De basis ligt erin, dat je een sociale verplichting voelt naar de maatschappij. Dat hebben we in dit familiebedrijf een beetje in onze genen zitten. De nieuwe participatiewet biedt mogelijkheden om mensen, zonder tussenkomst van organisaties, aan te nemen. Daar moeten wij als bedrijf ons beleid op los kunnen laten. Ik vind het persoonlijk heel normaal om dit soort dingen te doen. Het hoort erbij. Ik ben heus geen wereldverbeteraar, maar ik vind wel dat je, waar je mogelijkheden hebt om kansen te bieden aan de wat zwakkeren in de samenleving, je daarvoor moet openstaan. Arbeidsbeperkten aan het werk bij gemeente Amsterdam De regering en sociale partners hebben in het Sociaal Akkoord afgesproken om in 12 jaar tijd (2014-2026) 125.000 banen extra te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. Voor de gemeente Amsterdam zijn dit 412 banen. De gemeente Amsterdam biedt de komende tien jaar jaarlijks 42 mensen, die vanwege een beperking een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben, een baan binnen de gemeente. Met een arbeidsbeperking kom je moeilijk aan de slag, nog moeilijker dan werkzoekenden. Daarom zijn er afspraken, en extra inspanningen nodig. Genoeg werk Vorig jaar beloofde wethouder van Es dat de Gemeente Amsterdam de komende tien jaar, jaarlijks 42 mensen met een arbeidsbeperking aan een baan binnen de gemeente zou helpen. Margot van Pruissen loopbaanadviseur en projectmedewerker binnen het pro gramma, ‘Arbeidsbeperkten aan het Werk’, dat de gemeente Amsterdam sinds maart in het leven heeft geroepen, ziet nu al mooie resultaten. Er zijn immers inmiddels al 11 personen bij de gemeente aangenomen. Obbe Willebrands; projectleider van ditzelfde project, meldt dat Van Pruissen en hij op managers afstap- pen waarvan zij weten dat ze het hart op de goede plek hebben, en die snappen dat het zinvol is. Willebrands: “Soms is er nog geen specifieke vacature, maar er is genoeg werk te doen.” De andere weg, die ook ingezet wordt, is dat het werk aangepast wordt aan de mogelijkheden van degene met de arbeidsbeperking. “Bovendien kost het minder dan je zou denken, dankzij de loonsubsidies,” stelt Willebrands. Genoeg kandidaten Van Pruissen vertelt dat het de gemeente Amsterdam geen moeite kost om kandidaten uit de doelgroep te vinden. “Want Amsterdam is een aantrekkelijke werkgever.” Zij houdt zich er vooral mee bezig managers duidelijk te maken dat er een taak ligt op dit gebied. Van Pruissen: “Werken is van heel groot belang om je te verbinden met de maatschappij.” Het bij elkaar brengen van vraag en aanbod is een taak van aanbieders. Die zijn daar heel bedreven in, meent het tweetal. Een mooi voorbeeld van zo’n goede samenwerking is met de mensen van Emma at Work, die onder andere Jasna Delic, die overduidelijk gelukkiger is nu ze werk heeft, hielpen een baan bij de gemeente te vinden. Willebrands: “Werk is hét middel om erbij te horen.” Ik zie voor de toekomst nog wel meer kansen om naar een inclusieve arbeidsmarkt te werken. Maar waar het vooral om draait is goeie begeleiding, goeie instructie en goeie selectie van gemotiveerde mensen. Uiteindelijk zijn we natuurlijk geen liefdadigheidsinstelling, maar een commercieel bedrijf, en binnen dat commerciële bedrijf kunnen we ons best doen de minder begaafden een rol laten vervullen. Maar wel alleen daar waar het kan. Je kunt bijvoorbeeld niet van Cordaan-medewerkers vragen om plotseling overwerk te doen, omdat een klus niet af is. Je moet je stipt houden aan de tijden. Dat heeft wel eens wat belemmeringen als je puur naar commercie kijkt. We betalen Cordaan uiteraard een bijdrage. We vergoeden de kosten van de begeleiding die zij inzetten. Daarnaast betalen we de Cordaan-medewerkers zelf een vrijwilligersvergoeding. Natuurlijk hebben ook wij met bezuinigingen te maken gekregen. In totaal zijn er binnen het bedrijf minder arbeidsuren gekomen. Maar de medewerkers van Cordaan en dergelijke organisaties hebben we buiten schot gelaten. Dat vind ik fijn. Want ik voel me verantwoordelijk voor al mijn medewerkers, dus zeker ook voor hen.” Sybrand Kuster (31) is magazijnmedewerker bij de Kweker, via Cordaan “Ik werk hier nu een paar maanden. Ik doe kaarsen en servetten in de vakken. Die haal ik op uit het magazijn. Ik ken de weg al goed. Ik hoop dat ik over een tijdje de vakken van de kruiden mag vullen. Dat wil ik graag leren. Dat lijkt me leuk want dan heb ik een beetje afwisseling. Ik zou niet in de kantine willen werken. Dat is niets voor mij. Ik mag al met het ‘hondje werken. Dat is een kleine heftruck. Met een grote mag ik niet, maar dat wil ik ook niet hoor. “Blij dat ik hier werk” Ik werk vier dagen. Niet op woensdag. Om acht uur ga ik van huis en dan drinken we gezellig koffie, en dan begin ik om half negen. Om één uur lunch ik met mijn collega’s, en om vier uur ga ik naar huis. Lopen of op de fiets. Ik woon zelfstandig, maar wel begeleid. De mensen van Cordaan leggen me uit wat ik bij De Kweker voor werk mag doen. Eerst werkte ik bij de Praxis en daarvoor bij Het Goed, tweedehands spullen waren dat. Ik vind het hier nu echt leuk omdat er gezellige mensen zijn en is vaak mooie muziek. Ik wil graag blijven bij De Kweker. Ze hebben gezegd dat het mag, dus ik ben blij.” Will Tinnemans De arbeidsmarkt als kermis Als kind was ik verslaafd aan de muntenschuiver. Nou ja, verslaafd, het was één keer per jaar een paar dagen kermis in het dorp en dan stond ik vaker achter dat apparaat dan mijn moeder lief was. In een glazen kast zat voorin een bulldozerachtige constructie die voortdurend heen en weer schoof. Je kocht munten, die je door een gleuf op het muntenveld liet rollen. Viel je munt bovenop andere, dan was je hem kwijt. De kunst was om ervoor te zorgen dat hij vóór de schuif van de bulldozer op een lege plek terecht kwam, zodat andere munten uit het speelveld geduwd werden. Die uitgestoten munten werden jouw eigendom, je kon er mooie prijzen voor krijgen. De onderkant van de arbeidsmarkt kun je vergelijken met zo’n muntenschuiver. Het speelveld is de arbeidsmarkt voor mensen met maximaal een vmbo-diploma. Denk aan schoonmaak, catering, beveiliging, thuiszorg, groenvoorziening, supermarkten, kas- en tuinbouw, vleesverwerking. De overheid gooit voortdurend werklozen door de gleuf, die er door de onverbiddelijke werkgevers (bulldozer) aan de voor- en zijkant even makkelijk weer uitgeworpen worden. Het verschil met het kermisapparaat: helaas zijn er alleen poedelprijzen te vergeven. Na invoering van de Participatiewet, op 1 januari, voegen gemeenten honderdduizenden mensen met een arbeidsbeperking (Wajong, WSW) en honderdduizenden bijstandsgerechtigden toe aan de werkzoekenden die er nu al zijn. Ze moeten aan het werk, liefst op de reguliere arbeidsmarkt, lees: in het bedrijfsleven. Veel van hen zijn laaggeschoold en dus aangewezen op de onderkant van de arbeidsmarkt. Zonder steuntje in de rug hebben ze geen schijn van kans. Daarom krijgen werkgevers een loonkostensubsidie en eventueel een dekking tegen ziekteverzuim voor mensen met een arbeidshandicap. Bijstandsgerechtigden moeten werkervaring opdoen met behoud van uitkering of worden gedwongen tot een tegenprestatie. Ze krijgen scholing en hulp bij hun zoektocht naar een baan. Gemeenten, provincies en rijk dwingen werkgevers via social return ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’ in dienst te nemen als ze in aanmerking willen komen voor grote aanbestedingen. Allemaal goed bedoeld, maar het is water naar de zee dragen. Er zijn veel te weinig banen voor laagopgeleiden en een deel van die banen wordt in tijden van grote werkloosheid ook nog eens bezet door hogeropgeleiden. Zodra een laagopgeleide werkloze, al dan niet met een beperking, via de lappendeken aan steunmaatregelen aan een baan geholpen wordt, vliegt een andere laagopgeleide de straat op. Er komt immers geen baan bij, er komen alleen maar kandidaten bij! Om er nog maar een kermisapparaat bij te halen: het lijkt op een overvolle carrousel: telkens als een laaggeschoolde werkloze erop springt, wordt een laaggeschoolde met een baan eraf geduwd. Je reinste verdringing. De muntenschuiver leert ons dat er eigenlijk maar twee oplossingen mogelijk zijn. De eerste optie is vergroting van het speelveld, wat dus neerkomt op: meer banen. Dat zal niet meevallen, want we leven sinds 2008 in een financieel-economische crisis waarvan het einde nog niet in zicht is. De overheid zou alvast kunnen stoppen met het omzetten van maatschappelijk zinvol werk in werken met behoud van uitkering en tegenprestaties voor uitkeringsgerechtigden. Maar zo’n maatregel komt ten laste van de overheidskas en is alleen daarom al onwaarschijnlijk. De tweede optie is: kleinere muntjes op het speelveld leggen, zodat er meer op hetzelfde veld passen. Drastische arbeidstijdverkorting voor iedereen dus, liefst in combinatie met een forse verlaging van belasting op arbeid voor laagbetaalden. Het bestaande werk wordt zo eerlijker verdeeld, zonder dat laagbetaalden een deel van hun toch al karige inkomen hoeven in te leveren. Het verlies aan belastingopbrengsten wordt gecompenseerd doordat aanzienlijk minder mensen op een uitkering zijn aangewezen. Die maatregel zou echt zoden aan de dijk zetten, maar betekent wel dat alle werkenden een beetje plaats moeten maken. Iedereen trekt zijn buik in, zodat er toch meer mensen op de carrousel blijken te passen dan we aanvankelijk dachten. Will Tinnemans (Someren 1959) is op 28 oktober jongstleden in Grenoble overleden aan een hartstilstand. Tinnemans verwierf met zijn werk - aanvankelijk als journalist en later als schrijver, dagvoorzitter en mediatrainer - een sterke reputatie met doorwrochte publicaties. De laatste jaren publiceerde hij vooral over de onderkant van de arbeidsmarkt: 'Voor jou tien anderen' en 'De kwetsbaren'. Nieuw Amsterdam Uitgevers, € 16,95. Frank Kalshoven Maak economie van arbeidsgehandicapten Omdat de lat voor deelname aan de arbeidsmarkt steeds hoger komt te liggen, is het voor mensen met een handicap – van welke aard dan ook – steeds lastiger hierop een plek te veroveren. Honderdduizenden die graag zouden willen werken, blijven noodgedwongen aan de kant. Wat doen we hieraan in Nederland? Ik zie twee grotere bewegingen. Eén: Een voorhoede van maatschappelijk betrokken werkgevers verzint oplossingen. Autisten testen software. Blinden werken in een verduisterd restaurant. Mooi. Maar veelal kleinschalig. Twee: Onder dreiging van een quotumregeling heeft VNO-NCW zich verplicht de komende jaren vrijwillig ruim honderdduizend banen te scheppen voor arbeidsgehandicapten. Dit moet het verlies aan arbeidsplaatsen in Sociale Werkplaatsen compenseren. Fijn. Maar contre coeur. Om echt vooruitgang te boeken, is mijn stelling, moeten we op zoek naar stevige economische oplossingen. Grootschalig. En niet tegen heug en meug, maar juist vol enthousiasme. kunnen maken, hun certificaten kunnen verkopen. Aan wie? Aan werkgevers die dat wel willen en kunnen. Wat kost een certificaat voor 1500 uur werk op de beurs? Fors minder dan 10 duizend euro, want de aanbiedende werkgever wil van z’n plicht af. Zeg: 2500 euro. De werkgever die met de gehandicapten werkt, koopt dus een certificaat op de beurs voor 2500 euro en ontvangt aan het einde van het jaar 10 duizend euro bij inlevering. Je zou ook kunnen zeggen: de verkopende werkgever subsidieert de arbeidsplaats bij de kopende werkgever met 7500 euro. Een beurs? Handel? Geld verdienen aan arbeidsgehandicapten? Ja graag. Want als we nieuwe economie maken met arbeidsgehandicapten kunnen we serieus arbeidsplaatsen creëren. Niet kleinschalig en met de beste bedoelingen. Niet tegen heug en meug. Grootschalig. En uit welbegrepen eigenbelang. Hoe? De markt werkt toch tegen? Niet als we zelf een nieuwe maken. Stel: elke werkgever moet op 1 januari per 25 werknemers voor 10 duizend euro een certificaat kopen van het ministerie van Sociale Zaken. Dat certificaat verplicht de werkgever in dat jaar 1500 uur werk te bieden aan een arbeidsgehandicapte. Voldoet de werkgever aan deze verplichting, dan kan het certificaat op 31 december weer worden ingeleverd en wordt de 10 duizend euro teruggestort. Zo klinkt het nog als een doodgewone plicht (op last van een dwangsom). Maar stel verder: de certificaten zijn verhandelbaar. En we beginnen een beurs waarop werkgevers die voor arbeidsgehandicapten geen plek willen of Frank Kalshoven is directeur van De Argumentenfabriek. Reageren? Email: [email protected] Iets ondernemen of een baan hebben is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Misschien behoor jij wel tot de groep mensen die vanwege een beperking niet gemakkelijk meedoet. Gelukkig is er heel veel te doen. Op jekuntmeer.nl vind je ruim 1500 activiteiten op het gebied van leren, werken en doen in Amsterdam. Jekuntmeer.nl is de website waar je kunt ontdekken welke mogelijkheden er zijn om te leren, te werken en te doen voor mensen zoals jij. Jij kunt meer, denken wij. Ga naar www.jekuntmeer.nl en zoek wat er bij jou past. Colofon Uitgave van Stichting De Omslag Redactie Edith Andriesse Fotografie Bastiaan van Musscher Ontwerp Toewan Oplage 2500
© Copyright 2025 ExpyDoc