ZOOM SOCIALE RECHTVAARDIGHEID WAT PISA ONS LEERT NAAR KWALITEITSSCHOLEN VOOR IEDEREEN? Sedert 2003 blijkt duidelijk uit de PISA-testen* dat jongeren met een vreemde achtergrond in België op school globaal gezien minder goed presteren dan jonge autochtonen, al zijn er belangrijke nuances tussen de taalgemeenschappen en de onderwijstypes. In de afgelopen tien jaar bestelde de Koning Boudewijnstichting bij de wetenschappers van de onderzoeksgroep GERME (Groupe de Recherches sur les Migrations) van de ULB drie opeenvolgende studies over de schoolprestaties van jongeren met een vreemde achtergrond in Vlaanderen (d.i. de Vlaamse Gemeenschap, dus inclusief de Vlaamse scholen in Brussel) en in de Federatie Wallonië-Brussel (d.i. de Franse Gemeenschap, dus inclusief de Franstalige scholen in Brussel) op basis van de statistieken van de PISA-testen van 2003, 2006 en 2009. In 2013 vroeg de Stichting aan GERME om de resultaten van deze drie studies in perspectief te zetten (zie ‘Zoom School, verspild talent’). Deze synthese beves- tigde de specifieke moeilijkheden op school van leerlingen met een vreemde achtergrond: ondanks een positieve evolutie blijft het verschil groot en blijft de school ongelijkheid reproduceren; de kwetsbare sociaaleconomische positie van de gezinnen en de thuistaal spelen daarin een beslissende rol, maar dat volstaat niet om de situatie te verklaren. Eind 2013 publiceerde de OESO de resultaten van een nieuwe PISA-test (uitgevoerd in 2012) over de wiskundige prestaties. Dat was de aanleiding voor een nieuwe studie met een analyse van de resultaten van België. Onder de titel ‘Naar kwaliteitsscholen voor iedereen? Analyse van de resultaten van het Pisa 2012-onderzoek in Vlaanderen en in de Federatie Wallonië-Brussel’ vergeleek de onderzoeksgroep GERME opnieuw de resultaten tussen Vlaamse en Franstalige jongeren, en tussen leerlingen met/en zonder een migratieachtergrond. Tegelijk meet deze studie de effectiviteit en de gelijkheid van de onderwijssystemen in België. *A ssessments die om de drie jaar worden uitgevoerd in de OESO-landen bij jongeren van vijftien jaar en betrekking hebben op de domeinen lezen, wetenschappen en wiskunde. IN EEN OOGOPSLAG In België worden de schoolprestaties nog steeds erg sterk bepaald door de sociaaleconomische en migratieachtergrond. ›› In Vlaanderen behalen leerlingen van 15 jaar resul- taten voor wiskunde (531 punten) die significatief hoger liggen dan het OESO-gemiddelde (494 punten); dat is niet het geval bij leerlingen in de Federatie Wallonië-Brussel (493 punten). ›› In elk van beide taalgemeenschappen komt het prestatieverschil tussen de sterkste en de zwakste leerlingen overeen met het equivalent van meer dan zes leerjaren. Deze dispersie van de prestaties behoort tot de grootste in de OESO-landen. ›› De invloed van de sociaaleconomische en migratie- achtergrond blijft groot. Deze twee kenmerken verklaren 22 % van de dispersie van de prestaties in de Federatie Wallonië-Brussel en 23 % van deze dispersie in Vlaanderen. De onderwijssystemen in België behoren tot de minst gelijke in de geïndustrialiseerde en democratische landen. ›› Effectiviteit en gelijkheid zijn wel degelijk verenig- baar in andere landen, maar België heeft het moeilijk om deze twee dimensies die nochtans noodzakelijk zijn voor een kwaliteitsvol onderwijssysteem, te verzoenen. ›› De segregatie in het onderwijs, die de prestaties van de leerlingen negatief beïnvloedt, blijft een structureel probleem voor de onderwijssystemen in België. FEITEN EN ANALYSES EFFECTIVITEIT EN GELIJKHEID VAN EEN ONDERWIJSSYSTEEM Het begrip effectiviteit definieert de mate waarin de vaardigheden die worden gemeten door PISA, worden beheerst. Het begrip gelijkheid verwijst naar een onderwijssysteem waarin leerlingen van verschillende sociale groepen (bijvoorbeeld inzake gen- der, sociale of etnische achtergrond) evenveel kans maken om toegang te krijgen tot diploma’s en prestatiedrempels op school. Beide dimensies worden vaak gebruikt om de kwaliteit van een onderwijssysteem te bepalen. Effectiviteit: de wiskundige vaardigheden van leerlingen van 15 jaar gen volstaat niet om de effectiviteit van een onderwijssysteem te beoordelen. Men moet eveneens rekening houden met het percentage leerlingen dat er niet in slaagt om de basisvaardigheden te verwerven die nodig zijn om deel te nemen aan de samenleving. De twee taalgemeenschappen in België behalen povere resultaten voor deze dimensie. ›› In de Federatie Wallonië-Brussel situeren de presta- ties zich wel binnen het gemiddelde van de OESOlanden, maar haalt 24 % van de leerlingen niet het minimale niveau dat vereist is om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. ›› De resultaten van Vlaanderen zijn significatief beter dan het gemiddelde van de OESO-landen. Toch beheerst 15 % van de Nederlandstalige leerlingen de basisvaardigheden niet. Gemiddelde prestaties voor wiskunde Zwitserland Vlaanderen Nederland Finland Canada Polen Duitsland Oostenrijk Ierland Denemarken Frankrijk Ver. Koninkrijk Fed. Wal.-Bru. IJsland Luxemburg Noorwegen Portugal Italië Spanje Ver. Staten Zweden Griekenland 530,9 492,9 OESE-gemiddelde ›› Het meten van de gemiddelde prestaties van leerlin- 460 480 500 520 540 Effectiviteit en gelijkheid: België heeft het moeilijk om deze twee sleuteldimensies van een kwaliteitsvol onderwijssysteem met elkaar te verzoenen ›› De twee taalgemeenschappen onderscheiden zich van de andere OESO-landen door de grote dispersie van de prestaties van hun leerlingen. Er zijn grote verschillen in de resultaten van de zwakste en van de sterkste leerlingen. Dit verschil bedraagt 252,5 punten in de Federatie Wallonië-Brussel en 271 punten in Vlaanderen. Dit vertegenwoordigt een verschil van meer dan zes leerjaren (het Europese gemiddelde is 5,8 leerjaren). heidscijfer die hoger zijn dan het gemiddelde van de OESO-landen. Gemiddelde prestaties voor wiskunde per land (Effectiviteit) op grond van de variantie die wordt verklaard door de index van de economische, sociale en culturele achtergrond 540 VL CHE ›› De invloed van het sociaal determinisme blijft dus NLD FIN POL 520 DEU AUT DNK IRL 500 FRA FWB PRT GBR ESP USA 480 460 GRC 25 20 2 - SOCIALE RECHTVAARDIGHEID ISL LUX ›› Uit internationale vergelijkingen blijkt nochtans dat effectiviteit en gelijkheid perfect gecombineerd kunnen worden. Landen zoals Finland, Canada en in mindere mate Zwitserland en Nederland vertonen immers tegelijk een prestatieniveau en een gelijk- CAN 15 ITA NOR SWE OESO-gemiddelde erg belangrijk in de twee gemeenschappen. Het sociaaleconomisch milieu van de leerlingen verklaart op zich 20,6 % van het prestatieverschil tussen de leerlingen in de Federatie Wallonië-Brussel en 19,9% in Vlaanderen. Bij dezelfde meting komen de OESOlanden gemiddeld uit op 14,8 %. Elk punt in deze grafiek vertegenwoordigt een land. De effectiviteit is aangegeven op de verticale as en de gelijkheid op de horizontale as. De landen die zich situeren in het kwadrant rechtsboven slagen erin om effectiviteit en gelijkheid te combineren. De Federatie Wallonië-Brussel situeert zich in het kwadrant linksonder en combineert een geringe effectiviteit met een geringe gelijkheid. Vlaanderen is wel effectief, maar blijft ongelijk. 10 5 FEITEN EN ANALYSES In welke situatie verkeren leerlingen met een migratieachtergrond? men met het grootste prestatieverschil tussen leerlingen met een migratieachtergrond en autochtonen. Het gemiddelde verschil tussen deze twee groepen bedraagt 98 punten. Dat stemt volgens de OESO overeen met meer dan twee leerjaren. VL Autochtonen ›› Het verschil is kleiner in de Federatie Wallonië-Brussel, FWB ›› Vlaanderen behoort tot de OESO-onderwijssyste- Percentage leerlingen per vaardigheidsniveau in wiskunde volgens de migratiecategorie maar blijft toch groot. Leerlingen die geboren zijn in het buitenland (eerste generatie), doen het minder goed op wiskundeproeven dan zij die geboren zijn in België en ouders hebben die geboren zijn in het buitenland (tweede generatie), en deze laatsten hebben op hun beurt minder goede scores dan de autochtone Belgische leerlingen. De gemiddelden bedragen respectievelijk 445,7 punten, 469,2 punten en 506,9 punten. ›› De Federatie Wallonië-Brussel blijft de verschillen tussen leerlingen met, en leerlingen zonder, een migratieachtergrond verminderen sinds PISA 2003, dit in tegenstelling tot Vlaanderen. ›› In de twee taalgemeenschappen is het percentage leerlingen dat de minimale vaardigheidsdrempel niet haalt, hoger bij leerlingen met een migratieachtergrond, dan bij leerlingen zonder een migratieachtergrond. In de Federatie Wallonië-Brussel is 40,5% van hen niet in staat om cijfermatige resultaten te interpreteren, in Vlaanderen is dat 37,7%. Tweede generatie Eerste generatie Autochtonen Tweede generatie Eerste generatie 40 20 schrijven is aan de migratieachtergrond, kan worden verklaard door de sociaaleconomische positie van de gezinnen en de taal die thuis wordt gesproken, kan het niet tot deze factor worden herleid. In België kan een deel van het verschil alleen worden verklaard door de migratieachtergrond, maar dat is niet het geval in alle landen. 20 40 60 80 Evolutie van de gemiddelde scores voor wiskunde volgens de migratiecategorie ( Autochtonen, Tweede generatie, Eerste generatie) FWB 580 VL 566,8 560 550,8 540 520 513,9 510 505,4 480 460 469,2 440 420 471,5 457,6 458,4 444,8 419,4 435,8 544,8 543,1 506,9 500 400 ›› Hoewel een groot deel van het verschil dat toe te 0 De OESO werkt met een schaal die bestaat uit 6 prestatieniveaus. Deze grafiek toont een verontrustende vaststelling: de meerderheid van de leerlingen van 15 jaar met een migratieachtergrond situeert zich op het eerste vaardigheidsniveau voor wiskunde, ongeacht of ze behoren tot de eerste of tot de tweede generatie. Hoe hoger het vaardigheidsniveau, hoe meer het percentage leerlingen met een migratieachtergrond vermindert. Het contrast is opvallend in vergelijking met hun leeftijdsgenoten zonder migratieachtergrond. 445,6 445 485,7 466,6 455,7 460,8 446,6 442,4 406,3 380 2003 2006 2009 2012 2003 2009 2009 2012 Sinds 2006 zien we dat de lijn van leerlingen met een migratieachtergrond duidelijk stijgt in de Federatie WalloniëBrussel, in tegenstelling tot in Vlaanderen. Deze grafiek geeft eveneens een beeld van de globale prestatieverschillen tussen de Federatie Wallonië-Brussel en Vlaanderen, en ook van de betere resultaten van de leerlingen zonder migratieachtergrond in vergelijking met diegenen met een migratieachtergrond. Segregatie in het onderwijs: een probleem dat duidelijk aanwezig is in België ›› De scholen in de Federatie Wallonië-Brussel en in Vlaanderen zijn duidelijk meer gesegregeerd dan in de andere OESO-landen. Twee segregatietypes vallen het sterkst op: de segregatie inzake het verstrekte onderwijs (m.b.t. de prestaties) en de sociaaleconomische segregatie. ›› Wat de segregatie inzake het verstrekte onderwijs betreft, is er een groot verschil tussen de gemiddelde prestaties van de scholen in de twee gemeenschappen: sommige scholen doen het erg goed in de PISAtesten, terwijl andere het moeilijker hebben. In die zin zijn de vaardigheden van leerlingen binnen eenzelfde school relatief homogeen. ›› De segregatie heeft een impact op de prestaties. Leer- lingen uit een kansarm milieu zijn tweemaal het slachtoffer: ze ervaren het negatieve effect van hun achtergrond en van een minder prestatiegerichte school omgeving. Met andere woorden, kansarme leerlingen hebben meer nood aan efficiënt onderwijs, maar bevinden zich in scholen die hun leerproces niet vergemakkelijken, terwijl leerlingen uit een bevoorrecht milieu les volgen in scholen die hen nog meer doen vooruitgaan. ›› Minder segregatie leidt echter niet per definitie tot mindere prestaties zoals blijkt uit de resultaten van een land zoals Finland dat duidelijk minder gesegregeerd is. 3 - SOCIALE RECHTVAARDIGHEID VAN ANALYSE NAAR ACTIE 1. Actiesporen die de studie aanbeveelt Op basis van de volgende 4 punten hebben de onderzoekers van de GERME een aantal aanbevelingen uitgewerkt. ›› ›› ›› ›› Desegregatie en regeling van de schoolkeuze De watervallogica doorbreken Het grote aantal zittenblijvers opnieuw in vraag stellen Het beroep van leerkracht herwaarderen 2. De Koning Boudewijnstichting in actie De vaststellingen van de onderzoekers sluiten aan bij de bezorgdheden die al meerdere jaren de basis vormen voor de initiatieven die de Koning Boudewijnstichting neemt. De Stichting wil bijdragen tot een verbetering van de schoolprestaties, in het bijzonder door het waarderen van de vaardigheden van iedereen, en tot het verminderen van de ongelijkheid op school. ›› S teun aan schooldirecties in de Federatie Wallonië-Brussel De Stichting zal directies en inrichtende machten van basis- en secundaire scholen actief steunen en begeleiden om de gelijkheid en de kwaliteit van de resultaten van de leerlingen te verbeteren. De eerste voortrekkersscholen worden gekozen in de herfst van 2014. ›› Kleuterscholen en gezinnen in een bestaansonzekere situatie Hoe kan het eerste contact met een school worden gebruikt als hefboom voor de latere scholing van de kinderen? Een publicatie presenteert getuigenissen en concrete actiesporen om een constructieve relatie op te bouwen met de meest kwetsbare ouders. ›› K andidaatleerkrachten in voor schoolse basisvoorzieningen beter voorbereiden op de uitdagingen inzake de armoede en culturele diversiteit van de kinderen Rapport met aanbevelingen om kandidaatleerkrachten kleuteronderwijs bewust te maken van de beslissende rol die ze kunnen hebben op de toekomst van de sociaal meest kwetsbare kinderen en hen in staat stellen om hun loopbaan te starten met een andere kijk op sociale uitsluiting. ›› R emediëring De Koning Boudewijnstichting publiceerde in 2011 een rapport dat een inventaris van de doeltreffende praktijken van remediëring op school bevatte. ›› B OOST voor talenten BOOST versterkt de competenties van getalenteerde jongeren met een bestaansonzekere achtergrond zodat ze meer vorderingen kunnen maken in hun ontwikkeling op school en in hun persoonlijk leven, en aldus positieve rolmodellen kunnen worden. Gedurende vier jaar ontvangen ze een begeleiding in groep en als individu. Ongeveer 200 jongeren worden momenteel gesteund in Brussel, Luik en Antwerpen. ›› H et project Innoveren en Ex- celleren in Onderwijs (pIEO) is een meerjarig project dat de Koning Boudewijnstichting doet in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs Het project wil in een aantal basisscholen met een grote concentratie aan leerlingen met SES-kenmerken (sociale-economische achterstand) in Antwerpen, Brussel, Gent en Limburg, zoeken naar manieren om in deze scholen te komen tot een grotere leerwinst, tot betere leerprestaties en tot een hoger welbevinden van de leerlingen. De bedoeling is om de resultaten uit dit proefproject te transfereren naar andere Vlaamse scholen in een gelijkaardige context en naar alle betrokken partners. 4 - SOCIALE RECHTVAARDIGHEID Publicaties Voor meer informatie en voor het raadplegen van de publicaties, surf naar : www.kbs-frb.be Naar kwaliteitsscholen voor iedereen? Analyse van de resultaten van het Pisa 2012-onderzoek in Vlaanderen en in de Federatie Wallonië-Brussel. Ecoles maternelles et familles en situation de précarité. Ensemble pour accompagner l’enfant dans son parcours scolaire (enkel beschikbaar in het Frans) Ecole maternelle, pauvreté et diversité culturelle. Mieux préparer les futurs instituteurs et institutrices préscolaires au soutien des enfants de milieux précarisés (enkel beschikbaar in het Frans) La remédiation scolaire en Communauté française. Quelles pratiques en vue de réduire l’échec scolaire ? (enkel beschikbaar in het Frans) De Koning Boudewijnstichting SAMEN WERKEN AAN EEN BETERE SAMENLEVING De Koning Boudewijnstichting is een onafhankelijke en pluralistische stichting die actief is in België en op Europees en internationaal niveau. We willen de maatschappij ten goede veranderen en investeren daarom in inspirerende projecten of individuen. In 2013 steunden we 2.000 organisaties en individuen voor een totaalbedrag van 28 miljoen euro. 2.000 personen in onafhankelijke jury’s, stuurgroepen en begeleidingscomités stelden vrijwillig hun expertise ter beschikking. De Stichting organiseert ook rondetafels over belangrijke maatschappelijke thema’s, deelt onderzoeksresultaten via (gratis) publicaties, gaat partnerschappen aan en stimuleert filantropie ‘via’ en niet ‘voor’ de Koning Boudewijnstichting. De Stichting werd opgericht in 1976, toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was. Dank aan de Nationale Loterij en aan alle schenkers voor hun gewaardeerde steun. www.kbs-frb.be Volg ons op: Verantwoordelijke uitgever Luc Tayart de Borms Brederodestraat 21 - 1000 Brussel Mei 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc