MEI 2014 ARTSENMAGAZINE 66 Oncologie Special Vroegtijdige detectie colorectaal carcinoom essentieel Behandeling van hersentumoren blijft evolueren Diagnose en aanpak van longkanker EDITO FOCUS De spoed bekent kleur De spoedgevallendienst van AZ Sint-Lucas is een van de drukst bezochte in Vlaanderen. Met bijna 37.000 patiënten per jaar was de afdeling dan ook aan uitbreiding toe. Er zijn aparte ruimtes voorzien om de triage beter te kunnen uitoefenen en de urgentiegraad nauwkeuriger te kunnen inschatten. Hierbij is gekozen om te werken volgens de kleurcodes van het Manchester Triage Systeem. Onze spoedartsen vertellen u er graag meer over op de medische avond van woensdag 28 mei. Inschrijven kan via www.azstlucas.be/activiteiten. dr. DIRK MAES Medisch directeur S inds 2004 heeft AZ Sint-Lucas een erkenning voor een gespecialiseerd zorgprogramma voor oncologie. Meer dan ooit profileert het ziekenhuis zich als het expertisecentrum oncologie bij uitstek. In deze oncologie-special van FOCUS maken we graag een stand van zaken op. Binnen het zorgtraject oncologie hechten we veel belang aan multidisciplinaire samenwerking tussen alle betrokken actoren. Het aantal MOC’s (multidisciplinair oncologisch consult) is de voorbije jaren aanzienlijk gestegen. Jaarlijks worden er zo’n 2000 gehouden waaraan u als huisarts via videoconferentie steeds kan deelnemen. Ook netwerking tussen ziekenhuizen onderling wordt steeds belangrijker. Zeker in het kader van uitzonderlijk voorkomende tumoren wordt er nu reeds op regelmatige basis overlegd met expertise centra in binnen- en buitenland. Blijven ontwikkelen is de boodschap. Op dit moment participeren we met het oncologisch studiecentrum aan 15 klinische studies en volgen 35 patiënten het medical need-programma. Daarnaast zal eind juni onze nieuwe cleanroom voor oncologische en hematologische bereidingen in werking treden waarmee we alvast voorbereid zijn op de strenge normering die er zit aan te komen. Los van de medische expertise staat steeds de patiënt en zijn omgeving centraal. In het nieuw oncologisch-hematologisch dagcentrum voorzien we meer comfort voor de patiënt en zijn familie. We beschikken over een uitgebreid oncologisch begeleidingsteam dat de patiënt en zijn naasten ondersteunt gedurende het volledige traject van diagnose, behandeling en nazorg. En we zijn ook erg fier op ‘Lucas en de ziekte die kanker heet’, onze nieuwe telg in de reeks Lucasboekjes waarin een moeilijk onderwerp als kanker bespreekbaar wordt gemaakt voor jonge kinderen. 02 INHOUD 06 Individuele begeleiding van patiënt maakt het verschil EN VERDER 10 Organisatie van het zorgprogramma oncologie 12 Dienst urologie/radiotherapie speelt voortrekkersrol voor brachytherapie 17 Nieuw oncologisch/ hematologisch dagziekenhuis 19 Jaarlijks 2000 MOC’s in AZ Sint-Lucas 14 Medical need-programma biedt zeer goede resultaten 18 Nieuw boekje Lucas en de ziekte die kanker heet In het ziekenhuis haalde de dokter het knobbeltje weg. Na de operatie gingen we bij haar op bezoek. Mama zag er bleek uit. Toch glimlachte ze toen ze ons zag. COLOFON Focus is het driemaandelijks tijdschrift van vzw AZ Sint‑Lucas en Volkskliniek: Campus Sint‑Lucas, Groenebriel 1, 9000 Gent, Campus Volksklinie, Tichelrei 1, 9000 Gent, tel 09 224 61 11, info@azstlucas. ‘Mag ik je een zoen geven?’ vroeg zus. be, www.azstlucas.be • Hoofdredactie Iny Cleeren • Redactie en ‘Tuurlijk,’ antwoordde mama, ‘maar wel voorzichtig.’ eindredactie Kim Aerts, Iny Cleeren, Toen we thuiskwamen, deden zus [email protected] ik de afwas om papa te helpen. • Verantwoordelijke uitgever dr. Dirk Maes, Groenebriel 1, 9000 Gent • Foto’s AZ Sint-Lucas, Johan Martens, Philip Vanoutrive, coverfoto photocase fotograaf Inkje • Vormgeving Jansen en J anssen Creative Content, www.jaja.be 03 KORT Week van de prothese groot succes Verpleegkundige Leen Lampaert wint 1e prijs Neuro vasculaire zorg Begin april organiseerde de dienst orthopedie van AZ Sint-Lucas de ‘Week van de prothese’ met infosessies voor patiënten en bezoekers over de vernieuwingen op het gebied van orthopedische chirurgie. Meer dan 200 kinesitherapeuten en artsen genoten van het panorama en het afsluitende symposium in de KBC-toren. Leen Lampaert, verpleegkundige op de afdeling intensieve zorg en Parkinsonverpleegkundige van AZ Sint-Lucas won met haar paper ‘Sonderen? Of net niet… Uitwerken van een stappenplan’ de eerste prijs binnen de opleiding Neurovasculaire Zorg. Zij mocht op reis naar de European Stroke Conference in Nice van 6 tot 9 mei. Opbrengst concert Jardindesvoix naar vzw H.E.L.P. Op 25 april vond het concert van koor Jardindesvoix plaats in de Augustijnenkerk. Ze brachten werk van o.a. Bach en Zelenka. De opbrengst van de verkoop van de programmaboekjes gaat integraal naar de vzw H.E.L.P. een organisatie die zich toespitst op reconstructieve chirurgie bij kinderen en jong volwassenen in onder meer Madagascar. Voorzitter van de vzw dr. Frank De Wolf dankt alle aanwezigen voor hun bijdrage. Aangepaste zorg voor onco-geratrische Eind 2012 stapte AZ Sint-Lucas in de studie onco-geriatrie II (i.k.v. FOD Kankerplan Actie 24). Ongeveer 50% van alle tumoren worden gediagnosticeerd bij 65-plussers. Doel van de studie is een programma te ontwikkelen voor aangepaste geriatrische zorg bij een oudere met kanker. Het functioneren van de patiënt wordt grondig nagegaan op vlak van geheugen & aandacht, emotioneel functioneren, voedingsgewoontes, mobiliteit (bv. valrisico), medicatiegebruik, medische voorgeschiedenis, func- 04 tionele toestand,… Op vraag van de arts wordt een eerste screening afgenomen, indien nodig volgt een comprehensive geriatric assessment. De geriatrische adviezen worden geïntegreerd in het multidisciplinair therapeutisch beleid (beschikbaar op het MOC). Op deze manier wordt de behandeling volledig aangepast aan de individuele behoeftes en kunnen andere hulpverleners ingeschakeld worden. De tussenkomst van het geriatrisch team is gratis. Het team werkt nauw samen met het oncolo- Laag-FODMAP dieet zorgt voor comfort bij patiënten met IBS Borstkliniek AZ Sint-Lucas organiseert GRATIS i.s.m. borstkliniek AZ Alma en borstkliniek Jan Palfijn Gent AV Ik heb kanker Hoe vertel ik het aan mijn (klein)kinderen? Programma • Voorstelling van ons boek ‘Lucas en de ziekte die kanker heet’ • Wat vertel je aan je kinderen? • Hoe reageren kinderen? infoavond 5 juni 2014 19:00 –21:00 AZ Sint-Lucas Groenebriel 1, 9000 Gent Sint-Jozefzalen (straat 31) Inschrijven vóór 28 mei 2014 via: [email protected] 09/224 63 00 Joke De Meester, psycholoog oncologisch begeleidingsteam Koen Deprez, psycholoog oncologisch begeleidingsteam 2014_29_borstkliniek_02.indd 1 8/05/14 10:35 Info-avond Borstkliniek Op donderdag 5 juni organiseert de borstkliniek van AZ Sint-Lucas i.s.m. borstkliniek AZ Alma en borstkliniek AZ Jan Palfijn een informatieavond voor patiënten en hun omgeving met als thema: ‘Ik heb kanker. Hoe vertel ik het aan mijn (klein)kinderen?’ Mogen wij u vriendelijk vragen de affiche die u bij deze Focus vindt in uw wachtzaal uit te hangen. patiënt gisch begeleidingsteam, diëtisten, palliatief supportteam, sociale dienst, valkliniek en het interne liaison team. Tot en met eind maart werden 5317 patiënten geïncludeerd waarvan 299 in AZ Sint- Lucas. Info Contact: Dagziekenhuis geriatrie: 09 224 56 31 (elke werkdag tussen 8‑17u), [email protected] Het prikkelbare darmsyndroom komt voor bij 20% van de Belgische bevolking en treft vooral jonge mensen. Het is een complexe aandoening waarvan de oorzaak niet volledig gekend is. Gastro-enteroloog dr. Walter Pauwels: “Op zich is het een onschuldige aandoening die geen maligniteiten veroorzaakt maar het is wel een vervelende ziekte. Tot nu toe werd medicatie zoals spasmolytica of probiotica voorgeschreven maar zonder afdoende resultaat. De patiënt moest er verder mee leren leven. Vandaag is er het low-FODMAP dieet, een op Australisch onderzoek gebaseerd dieet zonder bijwerkingen en met zeer goede resultaten. FODMAP staat voor fermenteerbare oligo, di-, monosacchariden en polyolen. Dit zijn koolhydraten die door bepaalde personen onvoldoende verteerd worden. De suikers blijven in de darmen en hebben een osmotische werking of fermenteren.” “Indien de patiënt voldoet aan een aantal criteria wordt gestart met het dieet. Alle FODMAP’s worden gedurende zes weken uitgeschakeld. Na vier weken zien we de patiënt een eerste maal terug”, vertelt diëtiste Valerie Wandels. “Indien de klachten dan al veel verminderd zijn, starten we met de volgende fase: reïntroductie van de verschillende suikers. Eerst testen we de voedingsmiddelen met enkelvoudige FODMAP’s uit , daarna de voedingsmiddelen die meer dan één FODMAP bevatten. Bijvoorbeeld bij het testen van lactose eet de patiënt op dag één 1 yoghurt en noteert men of er klachten zijn. Indien geen klachten eet men op dag twee 2 yoghurts, op dag drie 3 yoghurts enz. Het ganse proces kan twee maanden duren. Wij begeleiden iedere patiënt individueel en geven aangepaste voedingstabellen mee. Medisch gezien mogen deze patiënten alles eten, het is een dieet louter voor het comfort van de patiënt. Bij 80% van de patiënten heeft het dieet het gewenste resultaat.” Info Contact: Diëtiste Valérie Wandels 09 224 62 13. Feedbackrapporten indicatorenproject online In februari organiseerde AZ Sint- Lucas een symposium rond het Quality Indicator Project. Er was o.a. aandacht voor het ontstaan van het project, hoe artsen aan de slag kunnen met de gevalideerde indicatoren en wat deze transparantie voor patiënten betekent. Net zoals andere ziekenhuizen zal AZ Sint-Lucas in de toekomst feedbackrapporten op de website blijven publiceren zoals reeds eind 2013 gebeurde met de Borstindicatoren. Info www.azstlucas.be/ over-az-sint-lucas/kwaliteit 05 ONCOLOGISCH BEGELEIDINGSTEAM INDIVIDUELE TRAJECTBEGELEIDING VAN ONCOLOGISCHE PATIËNT MAAKT HET VERSCHIL Care naast Cure Het oncologisch begeleidingsteam ondersteunt patiënten en hun familie van bij het eerste slecht nieuwsgesprek tot in de nazorgfase. Op die manier vormt zich rond de patiënt een multidisciplinair team op maat. 06 In 2013 werden 730 nieuwe patiënten door een begeleidingsverpleegkundige bijgestaan en 487 nieuwe patiënten kregen psychologische ondersteuning. De begeleiding is kosteloos voor de patiënt en zijn omgeving. Indien u begeleiding zinvol vindt bij uw patiënt, kunt u als huisarts contact opnemen met het oncologisch begeleidingsteam: Borstkliniek •Begeleidingsverpleegkundigen Rita De Coninck en Ann Van Damme 09 224 52 77 borstkliniek.gent@azstlucas.be •Psycholoog Koen Deprez 09 224 57 92, [email protected] Teamverantwoordelijke Leen Haesebroek, zorgcoördinator oncologie: [email protected] 09 224 52 75 Hoofd- en hals-, t horacale en slokdarmoncologie •Begeleidingsverpleegkundige Kathleen Van Vlierberghe 09 224 57 95 kathleen.vanvlierberghe@azstlucas.be •Psycholoog Joke De Meester, 09 224 57 94 [email protected] Neuro-oncologie, hematologie, melanomen en sarcomen •Begeleidingsverpleegkundige Caroline Dekeyser 09 224 52 91 [email protected] •Psycholoog Els Van Poucke 09 224 50 96, [email protected] Urologische, digestieve en gynaecologische oncologie •Begeleidingsverpleegkundige Nele Cailliau 09 224 57 93, [email protected] •Psycholoog Charlotte De Witte 09 224 57 91, [email protected] W at is de belangrijkste taak van het oncologisch begeleidingsteam? Leen Haesebroek, coördinator: De begeleidingsverpleegkundigen en psychologen van het oncologisch begeleidingsteam zijn er in hoofdzaak om aandacht te schenken aan de mens in de patiënt. De beleving van de patiënt en zijn familie staan centraal, daarop wordt de begeleiding afgestemd. De diagnose en behandeling van een oncologische of hematologische aandoening zijn niet gemakkelijk om te dragen en hebben veel impact op het leven van de patiënt en zijn naasten. Het oncologisch begeleidingsteam is er om hen te ondersteunen gedurende het volledige traject van diagnose, behandeling en nazorg. Zij vormen bij wijze van spreken ‘de rode draad’ voor de patiënt en zijn familie. De patiënt kan met al zijn vragen bij de verpleegkundige terecht? Leen: Het tempo van het ziekenhuis is anders dan het tempo van de patiënt. Een arts wil na een diagnose zo snel mogelijk de behandeling opstarten terwijl de patiënt en zijn gezin vaak nog het slechte nieuws aan het verwerken zijn. De begeleidingsverpleegkundigen zijn er om die zaken op elkaar afgestemd te krijgen. Door hun ervaring voelen zij heel goed aan of een patiënt nood heeft aan bijkomende informatie of wanneer deze nog overdonderd is en geen bijkomende informatie meer kan verwerken. Ze zijn er ook om de informatie regelmatig te herhalen en om op alle vragen en een zo gepast mogelijk antwoord te geven. De patiënt ziet de begeleidingsverpleegkundige tijdens zijn bezoek aan het ziekenhuis maar Feedback Het oncologisch begeleidingsteam krijgt veel appreciatie van de patiënten en hun omgeving. Een greep uit de feedback: kan ook van thuis uit contact opnemen. Er bestaat geen standaardverwerking, iedere patiënt reageert anders. Ziek zijn kan je leven ingrijpend veranderen. Je moet er mee leren omgaan in het dagelijks leven. Iedere pathologie heeft specifieke zaken om op te letten. Het gaat bijvoorbeeld om informatie over het plaatsen van een stoma, vragen over bijwerkingen of heel praktische zaken zoals ‘mag ik douchen als ik bestraald word?’ Wanneer wordt een psycholoog bij de patiënt betrokken? Leen: Psychologen worden ingezet bij bijvoorbeeld verwerkingsproblematiek. Ook bepaalde rollen die omkeren, kunnen doorwegen. Wanneer een mama gewend is om haar kinderen naar school te brengen en te koken, zal de papa deze rol vaak met heel goede bedoelingen overnemen. Toch neemt hij op deze manier soms te veel taken uit handen waardoor de mama zich nog meer in een ziekterol geduwd voelt. Psychologen zijn er dus zeker niet alleen om grote psychische problemen aan te pakken maar ondersteunen vaak bij de aanpassing van een nieuwe (gezins)situatie door het ziek zijn. Ze gaan ervan uit dat iedereen over een grote portie veerkracht en weerbaarheid beschikt. Na de eerste shock van de diagnose gaan zij samen op zoek naar die kracht. Zij bevragen en bewaken nadrukkelijk de draagkracht van de patiënt en zijn familie. Hoe houdt men het vol? Psychologen worden ook vaak betrokken op het moment dat de patiënt hervalt. Zij volgen de patiënt nauwgezet op? Leen: Het begeleidingsteam staat heel dicht bij de patiënt en heeft een sterke signaalfunctie. Zij ondervangen problemen en koppelen deze ‘Bedankt om er te zijn en mijn hand vast te houden voor de operatie, ik voelde me zo angstig en klein. Ook na de operatie was je er weer… Bedankt!’ ‘Bedankt voor de goede uitleg, het helpen geven van vertrouwen en voor jouw bezoekjes op mijn kamer. Hoewel je het heel druk had en toch tijd voor me vrij maakte. Jullie maken echt het verschil! Nog drie bestralingen te gaan.’ LEEN HAESEBROEK zorgcoördinator oncologie ‘De beleving van de patiënt en zijn familie staan centraal, daarop wordt de begeleiding afgestemd.’ terug naar de arts. Ze zijn aanwezig op multidisciplinair overleg en verwijzen door naar andere hulpverleners zoals onco-diëtisten, kinesitherapeuten, logopedisten, de sociale dienst, pastorale dienst of het palliatief supportteam. Zo ontstaan er per patiënt multidisciplinaire teams. Ook na de behandeling, als de patiënt in follow-up is, kan er beroep gedaan worden op het oncologisch begeleidingsteam. ‘Dankjewel voor de steun, voor het luisterend oor, voor de begeleiding. Het waren die duwtjes in de rug die me vooruit hielpen.’ 07 LONGKANKER Longkanker is nog steeds één van de meest voorkomende k ankers. Er is een belangrijk verband met roken al is er de laatste tijd een toenemende groep niet-rokers die longkanker ontwikkelen. Niet- kleincellige longkankers staan voor 75-80%, kleincellige longkankers voor 20-25%. Diagnose en aanpak van longkanker D iagnose Indien de (niet-kleincellige) longkanker vroegtijdig wordt ontdekt, wordt er geopteerd voor heelkunde, radiotherapie, al dan niet in combinatie met chemotherapie. Vaak wordt longkanker echter pas in een laattijdig uitgezaaid stadium ontdekt. Op dat ogenblik is er geen sprake meer van een genezende behandeling. De behandeling is dan enkel nog gericht op controle van de kanker en op levenskwaliteit. Chemotherapie staat hier centraal. De laatste jaren is er heel wat vooruitgang geboekt, ook voor de groep patiënten met uitgezaaide longkanker. De diagnose wordt verder verfijnd. Zo wordt de groep van nietkleincellige longkankers verder opgesplitst in adenocarcinoom en spinocellulair carcinoom. De chemotherapie wordt toegespitst op het welbepaald type longkanker. Moleculaire therapie Voornamelijk voor de groep adenocarcinoom heeft onderzoek nieuwe therapiemogelijkheden geopend. ‘Moleculaire therapie’ is een behandeling die als werkingsmechanisme ingrijpt op de deling van de kankercel. Daarom gebruiken de labo’s pathologie en klinische biologie nieuwe tests die het moleculair profiel van een tumor bepalen, en zo de respons op de therapie kunnen voorspellen. Er worden verschillende technieken gebruikt: routinematig gebeurt nu al immuunhistochemie en PCR (polymerase chain reaction) waarbij respectievelijk ALK mutatie (bij ± 6 % van de adenocarcinomen) of EGFR mutatie (bij ± 10 % van de adenocarcinomen) kan bepaald worden. Doordat er vaak weinig tumorweefsel beschikbaar is en er constant nieuwe geneesmiddelen beschikbaar worden, zal in de toekomst ook een nieuwe techniek, DNA sequencing, gebruikt worden, waarbij het tumor DNA nog meer in detail onderzocht wordt zodat we nog meer informatie krijgen om therapie op maat te kunnen geven. Er wordt nog volop onderzoek gedaan naar andere moleculaire therapieën. Vele van deze producten zijn nog in testfase. Onze dienst probeert zoveel mogelijk mee te doen aan studies die in dit verband lopen zodat we de patiënt een zo optimaal mogelijke behandeling kunnen aanbieden. ROTS Moleculaire therapie is – in tegenstelling tot chemotherapie – dikwijls peroraal in te nemen. Onze labo’s gebruiken nieuwe tests die het moleculair profiel van een tumor bepalen en zo de respons op de therapie kunnen voorspellen. Dr. Caroline Van den Broecke, dr. Henk Louagie, dr. André Verstraeten, dr. Elke Govaerts 08 Om zorgvuldig de instructies van inname, de mogelijke medicamenteuze interferenties en de te verwachten nevenwerkingen te volgen, kunnen de artsen beroep doen op de ROTS (raadpleging voor orale antitumorale medicatie Sint-Lucas) onder de bevoegdheid van een gespecialiseerde verpleegkundige en apotheker. HERSENTUMOR In AZ Sint-Lucas worden alle hersentumoren behandeld, behalve bij kleine kinderen. Dr. Henry Colle is o.a. gespecialiseerd in de chirurgie van hersentumoren en functionele hersenchirurgie. De technieken die worden gebruikt, zoals de transcraniële magnetische stimulatie, blijven steeds verder evolueren. Behandeling van hersentumoren blijft evolueren D e behandeling van hersentumoren wordt bekeken als een totaalpakket. Er is niet enkel oog voor diagnose, operatie en nabehandeling, er wordt ook gezorgd voor psychologische, familiale en eventueel sociale ondersteuning. Diagnostisch Voor de operatie worden de hersentumor limieten gedefinieerd, maar ook (en vnl.) de functies rond de tumor: preoperatieve functionele naast anatomische MRI scan (3 Tesla) met mogelijkheid van DTI-fiber-tracking (visualisatie van de belangrijkste functionele banen in de witte stof), CT scan voor geometrische nauwkeurigheid, eventueel FET-PET scan bij gliale tumoren of genavigeerde transcraniële magnetische stimulatie bij tumoren rond de motore zone. Deze techniek wordt door dr. Colle als enige in België toegepast en bestaat uit het pijnloos doorheen de schedel stimuleren van de motorische hersenschors met uitlokken van motore antwoorden. Preoperatieve psychologische begeleiding De patiënt wordt opgevolgd door een begeleidingsverpleegkundige, eventueel een psycholoog en bij wakkere tumoroperaties ook door een neurolinguïst. Operatie De ingreep gebeurt aan de hand van neuro- navigatie , waarbij d.m.v. klevers of een klem op het hoofd referentiepunten worden aangeduid ter GPS-geleiding. Vaak wordt een ultrason gebruikt ter betere delimitatie van de tumor en andere ‘regions of interest’. Voor het fluoresceren van maligne tumorweefsel wordt 5 aminovulinezuur (gliolan) gebruikt (fluorescence guidance). AZ Sint-Lucas fungeert ook als pilootcentrum wat betreft het afstemmen van navigatie-anatomie op functie-stimulatie. Eventueel gebeurt er ook deels wakkere (pijnloze) mapping en monitoring van de functies rondom de tumor. De hoofdbedoeling is om de totaliteit of het maximum van tumorweefsel te verwijderen zonder uitval van belangrijke functies (motorisch, taal, gezicht,…) d.m.v. stimulatie-technieken. B elangrijk zijn ook de uitgebreide monitoringstechnieken van de cranale zenuwen (Inomed). Het is de bedoeling Chirurg met stimulator in de hand terwijl de neurologopedist de wakkere patiënt stimuleert om elke 4 seconden een woord te benoemen. om in de toekomst de navigatie-anatomie nog beter te koppelen aan de functie-stimulatie. AZ Sint-Lucas f ungeert hier als pilootcentrum. Postoperatief Na de ingreep voorzien we kwaliteitscontrole van de resectie met MR-scan. Alle informatie wordt doorgegeven aan de neuro-oncologen en besproken op de staf neuro-oncologie en op de MOC, in samenspraak met neuroradioloog, neurologen, neurochirurgen, neuropathologen, psychologe en begeleidingsverpleegkundige. Eventuele verdere oncologische behandeling Indien nodig wordt radiochemotherapie toegepast met de laatste jaren enorme vooruitgang in chemotherapeutica (Temozolomide-Temodal°, Bevazicumab-Avastin°, Axitinib..) alsook in meer ‘targeted’ radiotherapie (tot radiochirurgie). Info Hersenchirurgie wordt verricht door een team van artsen: Dr. Giovanni Alessi, gespecialiseerd in hypofysetumorchirurgie Dr. Bob D’Haen, gespecialiseerd in schedelbasischirurgie Dr. David Colle, dr. Henry Colle en dr. Bonny Noens: (functionele) tumorchirurgie 09 Organisatie en structuur van het zorgprogramma oncologie Sinds 2004 heeft AZ Sint-Lucas een erkenning voor een gespecialiseerd zorg- TUMORWERKGROEPEN programma voor oncologie. Er is tevens DIGESTIEVE ONCOLOGIE, voorzitter dr. Johan Van Ongeval een erkenning voor het zorgprogramma borstkliniek. MULTIDISCIPLINAIRE COMMISSIE VOOR ONCOLOGIE GYNAECOLOGISCHE ONCOLOGIE, voorzitter dr. Adriaan Logmans HEMATOLOGIE, voorzitter dr. Marjan Petrick Basisfilosofie Op het ogenblik dat een patiënt geconfronteerd wordt met een kwaadaardig gezwel komt hij in een gestructureerd zorgtraject terecht dat hem voor zijn specifieke aandoening en psychosociale situatie optimale cure en care garandeert. De noden van de patiënt worden centraal gesteld in de multidisciplinaire samenwerking van alle betrokken actoren in het zorgtraject. Om dit te realiseren is een onderliggende structuur noodzakelijk. HOOFD & HALSONCOLOGIE, voorzitter dr. Christophe Vanclooster MEDISCH COÖRDINATOR ZORGPROGRAMMA Dr. Vincent Renard HUIDTUMOREN & SARCOMEN, voorzitter dr. Olivier Van Kerschaver NEUROLOGISCHE ONCOLOGIE, voorzitter dr. Henry Colle MOC SENOLOGIE, voorzitter dr. Ilse Vanhoutte THORACALE ONCOLOGIE, voorzitter dr. André Verstraeten THYROÏDTUMOREN, voorzitter dr. Christophe Vanclooster UROLOGISCHE ONCOLOGIE, voorzitter dr. Luc Merckx ONCOLOGISCHE & HEMATOLOGISCHE DIAGNOSTIEK 10 ONCOLOGISCHE HEELKUNDE WERKGROEP ANTI-TUMORALE MEDICATIE DAGELIJKS BESTUUR ONCOLOGIE MEDISCH COÖRDINATOR BORSTKLINIEK Dr. Ilse Vanhoutte ZORGCOÖRDINATOR Leen Haesebroek DATAMANAGERS ONCOLOGIE Ingrid Bruggeman Isabelle Van Acker STUDIECENTRUM ONCOLOGIE Eveline Vanhauwenhuyse Sieglinde Pletinck Els Van der Spiegel ONCOLOGISCH BEGELEIDINGSTEAM zie p . 6-7 patiëntenzorgtraject RADIOTHERAPIE SYSTEEMTHERAPIE ONCOLOGISCHE REVALIDATIE PALLIATIEVE ZORG 11 PROSTAATKANKER Dienst urologie/ radiotherapie speelt voortrekkersrol voor brachytherapie Op de dienst urologie/radiotherapie werden tussen 2003 en 2012 in Voorbeeld van distributie totaal 274 patiënten behandeld voor prostaatkanker door middel van radioactieve zaadjes in de prostaat, realtime 2D en 3D brachytherapie. Onze dienst speelt daarmee een voortrekkersrol voor deze techniek in België. B rachytherapie is een manier van inwendige bestraling waarbij titaniumzaadjes opgeladen worden met Jodium 125 en vervolgens zeer precies worden geïmplanteerd in de prostaat via een weinig invasieve operatieve procedure. Over een periode van ongeveer zes maand zorgt de inwendige straling voor een langzaam afsterven van de kankercellen. Alle patiënten behandeld in Sint‑Lucas hadden een gemiddelde ziektevrije overleving van 70 tot 80%. Na de implantatie verblijft de patiënt meestal slechts één nacht in het ziekenhuis. In de jaren na de therapie wordt de patiënt door de urologen regelmatig opgevolgd door middel van PSA controles. PSA PSA is een merker die bij elke man in het bloed te controleren is en enkel afgescheiden wordt door de prostaatcellen. Na het verrichten van brachytherapie stijgt de PSA-waarde eerst tijdelijk door het afsterven van de kankercellen en het vrijkomen van PSA in het bloed, nadien daalt de waarde terug over een periode van jaren. We konden met onze analyse aantonen 12 dat de laagste PSA-waarde die postoperatief bereikt wordt een significante predictor is voor het al dan niet hervallen van een patiënt. Vandaar het belang van de continue opvolging. Verder bleek dat alle patiënten behandeld in Sint-Lucas een gemiddelde ziektevrije overleving hadden van 70 tot 80% afhankelijk van de risicogroep waartoe ze behoorden. Deze waarden zijn vergelijkbaar met andere behandelingsmethodes voor gelokaliseerde prostaatkanker zoals het operatief verwijderen van de prostaat en externe bestraling . Neveneffecten Naast de overleving is het ook belangrijk om te weten wat de korte en lange termijn neveneffecten van deze behandeling zijn. Vooraf bestaande mictieklachten zijn een relatieve contra-indicatie voor deze behandelingsmethode. We keken in onze analyse tevens naar het effect van de bestraling op de mictie en de gastro-intestinale functies postoperatief. Dit kan veroorzaakt worden als gevolg van ongewenste bestraling van de urethra en het rectum en post implant oedeem. We konden aantonen dat er weinig ernstige problemen waren (Graad 3-4) en slechts een beperkt aantal middelmatige mictieklachten (Graad 2), meestal van korte duur. Uit een studie van de literatuur blijkt dat deze neveneffecten in gelijke mate optraden in andere centra. Besluit Brachytherapie is een vaste waarde in de behandeling van patiënten met een gelokaliseerde prostaatkanker. Het is een doeltreffende procedure waarvan de patiënt relatief snel herstelt en slechts kort in het ziekenhuis verblijft. Indien vooraf een goede selectie gebeurt, zijn de lange termijnresultaten zowel op het vlak van neveneffecten als de oncologische overleving gelijk aan de andere behandelingsmethodes zoals heelkunde of externe radiotherapie. dr. Frank Bouttens, dr. Nico De Graeve, dr. Pieter Logghe, dr. Dirk Maes, dr. Luc Merckx 5 jaar biochemisch vrije overleving 5 jaar na brachytherapie Risico groep Blasko Wallner Grado St. Lucas Laag 94% 100-80% 82% 85% Gemiddeld 82% 45% 75% 70% Hoog 65% 39% 57% 70% DIKKEDARMKANKER Vroegtijdige detectie colorectaal carcinoom essentieel Colorectaal carcinoom is een van de meest frequente kankers en is goed voor ongeveer 10 tot 15% van alle tumoren. Daarnaast is het de tweede oorzaak van kankergerelateerde mortaliteit. In België zijn er jaarlijks ongeveer 8000 nieuwe gevallen. De incidentie neemt toe met de leeftijd. 5 -jaarsoverleving De globale 5-jaarsoverleving van colorectaal carcinoom bedraagt 50 tot 60%. 25% van de gevallen vertonen metastasen op het ogenblik van diagnose en ongeveer de helft van de patiënten zullen metastasen ontwikkelen. De meeste patiënten met gemetastaseerd colorectaal carcinoom zullen overlijden ten gevolge van hun ziekte. De enige curatieve strategie in de behandeling van colorectaal carcinoom blijft volledige heelkundige resectie van de primaire tumor en eventuele gemetastaseerde ziekte. Daarom is het ook essentieel om de ziekte in een vroegtijdig stadium op te sporen. Hoe vroeger in zijn ontwikkeling de kanker ontdekt wordt, hoe groter de kans op curatie: bij vroegtijdige detectie is er een 5-jaarsoverleving van bijna 95%. Screening Op basis van ervaringen in de ons omringende landen weten we dat een goed georganiseerd screeningsprogramma door middel van een FOB-test de mortaliteit ten gevolge van de ziekte met 15 tot 20% kan doen dalen. De Europese code voor Kankerbestrijding beveelt dan ook een bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker aan bij alle vrouwen en mannen vanaf 50 jaar. Eind oktober werd ook in Vlaanderen gestart met een bevolkingsonderzoek via het Centrum voor Kankerbestrijding. Dit grootschalige bevolkingsonderzoek gebeurt aan de hand van Binnen onze dienst is er een grote expertise voor de endoscopische resectie van grote poliepen. de iFOB-test (immunochemische faeces occult bloed-test). De iFOB-test biedt als voordelen ten opzichte van de gFOB-test (guaiac FOB-test) een betere gebruiksvriendelijkheid (en aldus een hogere participatiegraad), een hogere detectiegraad voor geavanceerde adenomen en een betere kosteneffectiviteit. Het aantal deelnemers aan de gratis test lag hoger dan verwacht. In 2013 werden bijna 249.000 mensen uitgenodigd voor de test en ongeveer 43% hiervan stuurde een staal naar het labo. Van de onderzochte stalen werd in 9,3% bloed in de stoelgang gevonden. Dit percentage ligt hoger dan verwacht maar dit heeft te maken met de leeftijdscategorie van de onderzochte populatie (in 2013 werden de 66- tot 74-jarigen uitgenodigd voor de test). Coloscopie Bij een afwijkende test wordt aangeraden een coloscopie te ondergaan. Bij 1 op 10 wordt verwacht een maligne gezwel te diagnosticeren, bij 4 op 10 worden ‘advanced’ adenoma vastgesteld. De eerste resultaten van patiënten onderzocht op de dienst gastro-enterologie van het AZ Sint-Lucas naar aanleiding van een afwijkend resultaat bij het bevolkingsonderzoek lijken in diezelfde lijn te liggen. Indien een maligne gezwel wordt vastgesteld, wordt er bijkomend onderzoek verricht (medische beeldvorming en biochemie) en in functie van de staging wordt de behandelingsstrategie bepaald. Deze dossiers worden besproken op het wekelijks multidisciplinair oncologisch overleg (MOC) door een team bestaande uit gastro-enteroloog, oncoloog, radioloog, radiotherapeut, anatoompatholoog, chirurg en psycholoog. Op onze dienst worden jaarlijks ongeveer 3000 coloscopieën verricht. Bij ongeveer 25% van de patiënten worden poliepen gereseceerd. Binnen onze dienst is er een grote expertise voor de endoscopische resectie van grote poliepen. Sinds de start van het bevolkingsonderzoek zien wij een duidelijke toename in het aantal coloscopieën. Wij proberen hoe dan ook de wachttijd voor onze patiënten zo kort mogelijk te houden. Intussen zijn wij op onze dienst gestart met de registratie van de resultaten van de coloscopieën verricht naar aanleiding van een afwijkende iFOB-test, teneinde de kwaliteit van onze dienstverlening te kunnen optimaliseren. Wij hopen dan ook om deze resultaten naar buiten te kunnen brengen bij een volgende editie van FOCUS. Info Screeningscoloscopieën worden verricht door alle artsen van de dienst gastro-enterologie: dr. Ercan Cesmeli, dr. Frank Hublé, dr. Denis Marichal, dr. Walter Pauwels, prof. dr. Harald Peeters, dr. Sofie Rogge, dr. Johan Van Ongeval Follow-up van oncologische patiënten gebeurt door dr. Sofie Rogge en dr. Johan Van Ongeval 13 ONCOLOGISCH STUDIECENTRUM Een geneesmiddel waarvan een klinische studie afgerond is, is niet altijd meteen beschikbaar voor de patiënt. De periode tussen registratie en terugbetaling kan even duren. Ook geneesmiddelen die reeds terugbetaald worden voor een bepaalde indicatie maar nog niet voor een andere, kunnen bij uitzondering toch aan de patiënt ter beschikking gesteld worden. Studieverpleegkundige Els Van der Spiegel volgt deze medical need en compassionate use-programma’s in AZ Sint-Lucas op. Els Van der Spiegel 35 patiënten in medical need-programma’s W elke patiënten komen in aanmerking voor medical need of compassionate u seprogramma’s? Patiënten die lijden aan een ernstige chronische of levensbedreigende ziekte en die niet op afdoende wijze behandeld kunnen worden met een bestaand geneesmiddel kunnen onder bepaalde voorwaarden deelnemen aan deze programma’s. Net als bij klinische studies moet men rekening houden met een aantal in- en exclusiecriteria. Er dient hiervoor een aanvraag te gebeuren? De aanvraag van een medical need-programma is een groot stuk van het werk. De patiënt wordt uitgebreid geïnformeerd en dient zijn toestemming tot deelname te verlenen via een informed consent. Zowel de patiënt als de firma behoudt het recht om de behandeling stop te zetten. Ook als de arts vindt dat de patiënt te veel bijwerkingen ondervindt of als er sprake is van progressieve ziekte, wordt de behandeling stopgezet. Voor de start van een medical need of compassionate use-programma dient een 14 notificatie ingediend te worden bij het plaatselijk Ethisch Comité. Hoe verloopt het toedienen van deze medicatie? Aangezien het om nieuwe en dure medicatie gaat, is het belangrijk dat we er voorzichtig en strikt mee omgaan. Een goede opvolging is noodzakelijk. De dispensing van de orale medicatie gebeurt door mezelf, de intraveneuze toediening gebeurt op het dagziekenhuis of de opnameafdeling. Ik maak een overzicht van de meest frequente bijwerkingen, belangrijke aandachtspunten en mogelijke interacties met andere medicatie en/of voedingsmiddelen. Deze brief krijgt de patiënt mee zodat zowel hijzelf als de huisarts (of dokter van wacht) hiervan op de hoogte is. Ook in het dagziekenhuis oncologie worden steeds meer standaardbrieven meegegeven voor de (huis)arts met informatie over de behandeling (zie p. 17). Hoeveel patiënten volgen zo een programma? Momenteel volg ik een 35-tal patiënten op. Zij krijgen allemaal individuele programma’s en begeleiding. Iedere keer als de patiënt naar het ziekenhuis komt, wordt hij zowel door de arts als door mijzelf gezien. De bijwerkingen worden nagevraagd en gemeld bij de betrokken firma, die alles strikt opvolgt. Per cyclus dient een nieuwe aanvraag te gebeuren en evaluaties worden doorgegeven. Deze persoonlijke aanpak werpt zijn vruchten af? Het is echt een meerwaarde voor de patiënt. Voor patiënten met BRAF-gemuteerde hersengemetastaseerde melanomen zijn er bijvoorbeeld niet veel alternatieven commercieel beschikbaar. In dit medical need-programma zien we zeer goede resultaten met relatief weinig bijwerkingen. Voor een aantal patiënten is dit programma het enige middel dat er nog is. Indien er geen medical need-programma voorhanden is, kan er soms met stalen gewerkt worden. Hiervoor dient een aanvraag met motivatiebrief, bijvoorbeeld een MOC-verslag, naar de medical advisor van de firma gestuurd te worden. Dankzij deze persoonlijke opvolging kunnen we ongetwijfeld meer betekenen voor de patiënt. CLEANROOM Nieuwe cleanroom voor oncologische en hematologische bereidingen Jaarlijks worden in AZ Sint-Lucas meer dan 13.000 oncologische bereidingen gemaakt. Binnenkort zullen die gebeuren in een gloednieuwe cleanroom. Daarmee anticipeert de apotheek op de wetgeving voor ziekenhuisapotheken, die momenteel herschreven wordt en waarin zal staan dat alle magistrale bereidingen volgens nieuwe normen zullen moeten gemaakt worden. E en cleanroom is een omgeving waarbinnen de concentratie van de in de lucht zwevende contaminanten wordt beperkt tot gespecificeerde grenzen. Deze in de lucht zwevende contaminanten kunnen o.a. veroorzaakt worden door stof, micro-organismen, papier en personen. Om die gespecificeerde grenzen te bereiken wordt zuivere lucht binnengebracht via een HEPA-filter en wordt getracht de lucht in de cleanroom zo zuiver mogelijk te houden. Dit gebeurt o.a. via luchtverversingen, een aangepaste infrastructuur zonder hoekjes en kantjes, personensassen, materiaalsluizen en positieve luchtdrukverschillen. Omdat de mens eigenlijk de grootste vervuiler is van een cleanroom wordt er met aangepaste kledij gewerkt. Ook de manier van werken dient aangepast te worden. Visuele controle met digitale camera camera Onze cleanroom bestaat uit twee afzonderlijke bereidingsruimten, één voor monoklonale antilichamen (oncologisch en niet-oncologisch) en één voor cytostatica. Vermits er met toxische en mogelijks toxische producten wordt gewerkt in de bereidingsruimten, worden beiden in onderdruk geplaatst t.o.v. omliggende ruimtes. Dit zorgt ervoor dat bij een morsincident de omliggende ruimtes niet gecontamineerd kunnen worden. Extra beschermende maatregelen voor het werken met deze producten omvatten het dragen van beschermende kledij en het werken met een gesloten bereidingssysteem Omkleedruimte sas 1 klasse D Bereidingsruimte monoklonale antilichamen klasse C Afhaalpunt verpleging klasse NC sas klasse C Stockage ruimte klasse NC Bereidingsruimte cytostatica klasse C Voorbereidingsruimte klasse D in een bioveiligheidskast. Het transport van de meeste bereidingen zal via een aparte buizenpost met lekvrije patronen gebeuren. Opdat de apotheker een controle kan uitvoeren op de apothekerassistent die de bereiding maakt, worden er camera’s geïnstalleerd in de bereidingsruimtes zodat het product, de dosis en de verdunningsvloeistof visueel kunnen gecheckt worden. Toekomst Cytostatica worden steeds op maat van de patiënt bereid. Hierdoor is er enige wachttijd voor de patiënt. Om die wachttijd te verkorten, worden verschillende pistes bekeken om bijvoorbeeld bereidingen reeds daags voordien te bereiden. Info Verantwoordelijken voor de cleanroom zijn apothekers Ans Devreese en Annelien Stappaerts 15 HEMATOLOGIE Artsen van eerste-tweede-derdelijnszorg,… verenigt u! De hematologen van de Gentse regio zijn op bijna twee handen te tellen. Als kleine groep hematologen willen we u ons samenwerkingsmodel presenteren, de realisaties van deze samenwerking en de mogelijke evolutie. H istorisch concentreerde de Gentse hematologie zich aanvankelijk in het Universitair Ziekenhuis. De laatste twintig jaar heeft hematologie zich ook in welbepaalde algemene ziekenhuizen ontwikkeld. Sinds 2000 is dr. Marjan Petrick in het AZ Sint-Lucas voltijds hematoloog, in associatie met de dienst radiotherapie en oncologie. Collega Eva Steel, vast staflid van dienst hematologie in het UZ, biedt ondersteuning en houdt wekelijks consultaties op vrijdag. Het AZ Maria Middelares heeft vanuit het UZ een consulentschap hematologie en werft binnenkort een hematoloog aan. Dr. Petrick verzorgt een consulentschap in AZ Jan Palfijn. Dit is de structuur van het netwerk. Vervolgens moeten samenwerkingsovereenkomsten deze structuur functioneel maken en een hechte wisselwerking garanderen. Stamceltransplantaties De gerealiseerde overeenkomst tussen AZ Sint-Lucas en het UZ betreft autologe (eigen) of allogene (donor) stamceltransplantaties. Een patiënt met Lymfoom, Myeloom of AML wordt in het AZ Sint-Lucas behandeld tot remissie bereikt is. Welbepaalde patiënten komen daarna in aanmerking voor stamceltransplant. De patiënt met autoloog stamceltransplant wordt in het UZ opgenomen voor hoge dosis chemotherapie en stamcelreïnfusie. Aansluitend wordt hij getransfereerd naar het AZ Sint-Lucas waar hij gehospitaliseerd blijft tot er voldoende hematologische en fysische recuperatie is. 16 De patiënt die na een voorafgaande behandeling in het AZ Sint-Lucas, een allogene stamceltransplantatie moet krijgen, wordt in het UZ opgenomen voor de volledige duur van conditionering, stamcelreïnfusie en recuperatie. Vanaf dag 100 posttransplant wordt hij afwisselend in het AZ Sint-Lucas en in het UZ opgevolgd. nosticeerd en behandeld. Met dezelfde vanzelfsprekendheid als waarmee de patiënt zich beweegt tussen huisarts en ziekenhuis, verplaatst hij zich tussen AZ en UZ en omgekeerd. Zoals deze wisselwerking verloopt tussen 2de en 3de lijn, zo loopt ook de samenwerking tussen 1ste en 2de lijn. Verkeer in twee richtingen Deze samenwerking verloopt volgens de principes en werkwijze van een internationaal erkend accrediteringssysteem (Jacie). Dit model toont hoe de patiëntenstroom tussen het Algemeen Ziekenhuis en het UZ niet een éénrichtingsverkeer is, van AZ naar UZ, zoals we gewoon zijn, Opvolging Bepaalde chronische hematologische pathologie laat zich na diagnose goed opvolgen bij de huisarts mits episodische of zelfs sporadische passage bij de specialist. Recente behandelingsmethodes spelen zich ambulant af en worden niet meer exclusief in het dag- of hospitaal toegepast, maar ten huize van de patiënt. Hiervoor moeten de banden tussen de 1ste, 2de en 3de lijn stevig aangehaald worden. De recente medische avond Hematologie: “Myeloom, diagnose en behandeling op een kruispunt tussen 1ste, 2de en 3de lijn” was hiertoe een eerste aanzet. Onderling informatie uitwisselen tussen enerzijds 1ste en anderzijds 2de en 3de lijn is cruciaal. Tijdens het behandelingstraject van een patiënt moet iedere zorgverlener steeds over de meest recente ontwikkelingen beschikken. Responsabilisering van de patiënt als hoeder van de individuele informatie die hij steeds bij zich heeft, is hierop een mogelijk antwoord. Nieuwe communicatietechnologieën kunnen enorm faciliteren maar zijn niet bepalend. Essentieel is de wil en de bereidheid een cultuur van collegiale samenwerking te creëren tussen 1ste, 2de en 3de lijnszorg. dr. Marjan Petrick Met dezelfde vanzelfsprekendheid als waarmee de patiënt zich beweegt tussen huisarts en ziekenhuis, verplaatst hij zich tussen AZ en UZ en omgekeerd. maar in de twee richtingen kan verlopen. Dit model beperkt zich niet tot transplantaties maar leent zich tot verdere uitbreiding naar andere hematologische pathologie. Deze manier van samenwerken moet de Gentse huisarts geruststellen. Indien hij zijn patiënt naar een perifeer ziekenhuis stuurt, wordt deze correct gediag- DAGZIEKENHUIS Gloednieuw dagziekenhuis oncologie/ hematologie Wouter Lievyns en Begin februari verhuisde het oncologisch/hematologisch dagziekenhuis naar de derde verdieping Katrien Van Cauwenberge van de gloednieuwe ‘blok Z’. Dagelijks komen hier 40 à 50 oncologische en hematologische patiënten over de vloer voor dagbehandelingen en onderzoeken. Dienstverantwoordelijken Wouter Lievyns en Katrien Van Cauwenberge en medisch oncoloog dr. Vincent Renard streven naar een afdeling waar de patiënt zich comfortabel voelt en zo snel mogelijk geholpen wordt. H DR. VINCENT RENARD Medisch oncoloog ‘Elke patiënt beleeft zijn ziekte anders en hier willen we maximaal aan tegemoet komen.’ eeft de verhuis iets veranderd aan de werking? De patiënt moet alleen de allereerste keer inschrijven aan het onthaal, de volgende keren kan hij rechtstreeks naar het dagziekenhuis komen. We werken niet met een wachtzaal maar brengen de patiënt naar een kamer waar een bloedafname gebeurt en indien nodig een infuus wordt geplaatst. We merken dat de patiënten het appreciëren dat ze meer comfort hebben op hun kamer terwijl ze wachten op hun consultatie of behandeling. Daarnaast kunnen we de patiënten meer spreiden: we hebben 24 posities die ongeveer tweemaal per dag ingevuld worden zodat er dagelijks 40 à 50 patiënten over de vloer komen. We hebben ook een nieuwe arts, medisch oncoloog dr. Stefanie De Waele, die de afdeling versterkt. De patiënten hebben meer comfort maar toch zijn er vaak nog wachttijden? Het kan inderdaad gebeuren dat een patiënt moet wachten omdat de behandeling verschillende stappen vraagt: bloed prikken, analyse van het bloed, afspraak bij de arts, het voorschrift wordt via het programma Cytoweb elektronisch verzonden naar de apotheker die de bereiding maakt en pas dan kan de therapie starten. We denken er hard over na hoe we de wachttijden kunnen verminderen. Zo zou de bloedafname b.v. de dag voordien kunnen gebeuren waardoor de chemo op voorhand kan worden bereid. In de toekomst willen we ons zo organiseren dat de patiënt zijn eigen traject volgt binnen het dagziekenhuis. Hij gaat naar het priklokaal voor bloedafname, neemt plaats in een gezellige lounge met zetels en komt pas op een kamer nadat hij de arts gezien heeft en deze bevestigd heeft dat de behandeling door kan gaan. De communicatie met de huisarts wordt ook verbeterd? We zijn gestart met een standaard ontslagbrief die de patiënt meekrijgt met informatie voor de huisarts. Daarin staat wanneer welke behandeling is opgestart, of er problemen zijn opgetreden tijdens het verloop en welke bijwerkingen te verwachten zijn. Hier zal op termijn ook het medicatie-overzicht aan toegevoegd worden. In het najaar willen we starten met een ‘communicatiemap’ die door alle betrokkenen steeds aangevuld wordt: arts, huisarts, thuisverpleging,… Zo heeft iedereen steeds een actueel overzicht van de behandeling. In het mapje zal o.a. ook een protocol zitten rond medicatie tegen misselijkheid en een voorschrift voor mondspoeling bij aantasting van de slijmvliezen. Op die manier willen we anticiperen op een aantal problemen die de patiënt kan ondervinden. Wat verstaan jullie onder optimale zorg? We streven naar een dienst die niet alleen kwaliteit biedt en zo efficiënt mogelijk werkt, maar die tegelijk zorg op maat biedt. Elke patiënt heeft specifieke problemen en beleeft zijn ziekte anders en hier willen we maximaal aan tegemoet komen. Typisch aan een dagziekenhuis is dat onze patiënten regelmatig terugkomen. Dit maakt dat er vaak een bijzondere band wordt opgebouwd tussen patiënt en zorgverlener(s) en dat is niet alleen voor de patiënt maar ook voor zijn familieleden een grote steun. 17 LUCASBOEKJE Lucas en de ziekte In het ziekenhuis haalde de dokter het knobbeltje weg. Na de operatie gingen we bij haar op bezoek. Mama zag er bleek uit. Toch glimlachte ze toen ze ons zag. ‘Mag ik je een zoen geven?’ vroeg zus. ‘Tuurlijk,’ antwoordde mama, ‘maar wel voorzichtig.’ Toen we thuiskwamen, deden zus en ik de afwas om papa te helpen. die kanker heet Uniek aan het boek is de bijsluiter? Naast het verhaal van een mama die kanker heeft, vonden we het belangrijk om achteraan in het boek alle praktische tips voor ouders en grootouders te bundelen. Wat is kanker? Wat zijn mogelijke behandelingen? Wat vertel je aan kinderen en hoe reageren ze hierop? Ook voor leerkrachten is dit een handig instrument om kanker bespreekbaar te maken in de klas. Wanneer kinderen in hun directe omgeving geconfronteerd worden met kanker gaat dit gepaard met angst, onzekerheid, vragen,… In onze reeks Lucas-boekjes voor kinderen verwelkomen we daarom een nieuwe telg: ‘Lucas en de ziekte die kanker heet’. Het boekje wil een moeilijk onderwerp als kanker bespreekbaar maken voor jonge kinderen. Waarom vonden jullie het belangrijk om dit boekje te maken? Ons oncologisch begeleidingsteam (zie p.6) 18 •• • •• • zoemt in op … dat zijn speelse, kleurrijke prentenboeken met een informatief extraatje. Deze boeken kunnen een pedagogisch hulpmiddel zijn voor ouders, leerkrachten en opvoeders. Maar bovenal staan ze voor gonzend leesplezier! Mama en ik fietsten naar school. Vaak reden we om het snelst de brug op. Die dag niet. ‘Ik heb er geen zin in, Lucas,’ zei mama. Ze vertelde dat ze naar de dokter moest. ‘Ben je ziek dan?’ vroeg ik. Mama schudde haar hoofd. ‘Dat weet ik nog niet,’ zei ze. Ik zag dat ze ongerust was. Bij de mama van Lucas wordt een knobbeltje gevonden. Ze heeft kanker. Er begint een periode van behandeling en herstel. De ziekte is zwaar voor het hele gezin, maar ze blijven niet bij de pakken neerzitten. En na een lange winter breekt weer een nieuwe lente aan. kank er Stefan Boonen | Ilse Vanhoutte | Pauline Oud Lucas en de ziekte die kanker heet Lucas en de ziekte die kanker heet Gaat het boek enkel over borstkanker, Dr. Vanhoutte? Omdat we in de borstkliniek vaak geconfronteerd worden met jonge patiënten met kleine kinderen komt het initiatief om hierover een boekje te maken inderdaad van ons team. Maar we hebben het bewust opengetrokken naar alle patiënten met alle mogelijke vormen van kanker. In het boek komt het woord borstkanker dus niet aan bod. Info wordt heel vaak geconfronteerd met ouders die vragen hoe ze de communicatie met hun kinderen moeten aanpakken. Je moet slecht nieuws niet verzwijgen voor kinderen maar hen de kans geven om het te plaatsen en te verwerken door er eerlijk over te praten. Om ouders te helpen het gesprek aan te gaan, kunnen we hen nu dit boekje aanbieden als houvast. Ze vinden er niet alleen medische info in hanteerbare taal maar er is ook aandacht voor de emoties die erbij komen kijken en de invloed van de ziekte op het dagelijks leven van de kinderen. Stefan Boonen | Ilse Vanhoutte | Pauline Oud H et boekje kwam tot stand op initiatief van de borstkliniek van AZ Sint-Lucas. Dr. Ilse Vanhoutte, medisch coördinator van de borstkliniek, is co-auteur. wisten waar we naartoe wilden, hebben we auteur Stefan Boonen en illustratrice Pauline Oud uitgenodigd in ons ziekenhuis voor een rondleiding en hen alle mogelijke info gegeven die ze nodig hadden om zich in te leven in het onderwerp. Een helder informatief prentenboek voor kinderen die in hun onmiddellijke omgeving met kanker te maken krijgen. Met achter in het boek nuttige informatie voor ouders, leerkrachten en hulpverleners die meer willen weten over kanker en hoe ze erover kunnen praten. www.clavisbooks.com ISBN 978-9044820584 Met de steun van Hoe zijn jullie tewerk gaan? We hebben hier met een heel team van borstverpleegkundigen, de psychologen van het oncologisch begeleidingsteam en dr. Birgitte Vangehuchten – co-auteur van de andere Lucasboekjes – hard aan gewerkt. Toen we Clavis informatief Het boek wordt door het begeleidingsteam meegegeven met ouders en is ook verkrijgbaar in de boekhandel, ISBN 978-9044820584 (uitgeverij Clavis). Eerder verschenen bij uitgeverij Clavis ‘Lucas en de fotodokter’, ‘Lucas en de slaapdokter’, ‘Lucas, het komt dik in orde’ en ‘Lucas gaat intensief’. Kinderen kunnen ook steeds terecht op onze kinderwebsite lucas.azstlucas.be MOC In AZ Sint-Lucas vinden jaarlijks 2000 multidisciplinaire o ncologische consults (MOC’s) plaats van negen verschillende disciplines. Deze hebben elk hun coördinator. Bij ieder MOC bespreken specialisten van minstens drie verschillende disciplines een individueel behandelplan voor oncologische en hematologische patiënten. Een verslag van de bespreking met het behandeladvies wordt zo snel mogelijk naar alle betrokken artsen en de huisarts opgestuurd. Jaarlijks 2000 MOC’s in AZ Sint-Lucas H uisarts belangrijke speler De huisarts heeft een belangrijke rol op het overleg. Hij kent de ziektegeschiedenis van zijn patiënt en is op de hoogte van zijn sociale achtergrond, aspecten die meespelen bij het voorstellen van de best mogelijke behandeling. AZ Sint-Lucas biedt de huisarts de mogelijkheid om ofwel fysiek aanwezig te zijn op het MOC ofwel deel te nemen via videoconferentie. K50 Voor een toelichting van de diagnose en de bespreking van het MOC-advies met de patiënt, kunt u een K50 aanrekenen. U kunt dit slechts eenmalig aanrekenen volgend op een eerste MOC (waarbij de eerste maal de diagnose van een maligniteit gesteld wordt). De verstrekking 350232 is niet cumuleerbaar met een raadpleging of bezoek. MOC schildkliertumoren Het meest recent bijgekomen MOC is die van de schildkliertumoren. Dr. Christophe Vanclooster: “Schildkliertumoren zijn doorgaans heel goed behandelbaar. Chirurgie is steeds de eerste behandeling. Op het MOC wordt samen met de endocrinologen, nuclearisten, oncologen en radiotherapeuten beslist welke postoperatieve nabehandeling eventueel nodig is. Ook de verdere noodzakelijke endocrinologische follow up wordt bepaald. Recent kwamen anti-tumorale middelen beschikbaar voor hardnekkige recidieven. Tot deze nieuwe behandelingen wordt steeds in multidisciplinair verband beslist.” Uitzonderlijk voorkomende tumoren Af en toe wordt de diagnose gesteld van een heel uitzonderlijk voorkomende maligniteit. Deze wordt voorgelegd tijdens het maandelijkse MOC ‘melanoma-sarcoma-uitzonderlijk voorkomende tumoren’. Tijdens deze vergadering wordt ook de beschikbare internationale literatuur van de uitzonderlijk voorkomende casus voorgesteld en bediscussieerd. We hebben goede contacten met meerdere universitaire centra zowel in het binnen- als het buitenland, zodat we experten (zelfs in het buitenland) advies kunnen vragen indien nodig. Als we bijvoorbeeld een patiënte hebben die borstkanker heeft tijdens haar zwangerschap nemen wij steeds contact op met de dienst van Prof. Amant in UZ Leuven en wordt het behandelplan samen opgesteld en uitgewerkt. Op deze manier weet de patiënt dat hij kan rekenen op kwaliteit van het hoogste niveau zonder dat hij zich daarvoor dient te verplaatsen. Uiteraard wordt de patiënt doorverwezen voor een specifieke behandeling naar een ander centrum indien er voor deze behandeling onvoldoende expertise aanwezig is in ons ziekenhuis. Wenst u een MOC bij te wonen? Als huisarts wordt u steeds vooraf uitgenodigd om aan een MOC deel te nemen waar één van uw patiënten besproken wordt. Deelname kan ook via videoconferentie. U dient zich hiervoor éénmalig te registreren, dit kan via www.azstlucas.be/moc. U vindt er ook een overzicht van de verschillende MOC’s. Info Evolutie aantal MOC’s in AZ Sint-Lucas 2008 -2013 Meer informatie bij datamanagers: Jaartal 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Coördinator MOC 1067 1211 1306 1144 1130 1164 87 753 813 817 1067 1211 1393 1897 1943 1981 Opvolging MOC Eindtotaal Ingrid Bruggeman, 09 224 54 94, [email protected] Isabelle Van Acker, 09 224 50 32, [email protected] 19 IN DE PRAKTIJK Veneuze access bij de oncologische patiënt via poortkatheter Indien patiënten voor een bepaalde tijd veelvuldig moeten worden aangeprikt voor het toedienen van chemotherapie kan het plaatsen van een subcutaan toegangssysteem tot de veneuze bloedbaan een uitkomst zijn. V oordelen Een poortkatheter (bv. Districath®) bestaat uit een toegangspoort die verbonden is met een katheter. Via een poortkatheter kunnen we op een veilige en relatief comfortabele manier caustische stoffen toedienen. Ook transfusie, bloedafnames en langdurige intra-veneuze vochttherapie zijn mogelijk. Plaatsen van een poortkatheter Plaatsing van een poortkatheter gebeurt in de operatiezaal onder lokale anesthesie, eventueel met sedatie. Bij voorkeur wordt de poortkatheter links geplaatst tenzij anders geïndiceerd (bv. na okselevidement, klierpakket,…). De poortkatheter wordt gefixeerd op de musculus pectoralis major, hetgeen de pijnklachten de eerste dagen na implantatie kan verklaren. Extensie en bruuske beweging van de arm dient de eerste 4 weken vermeden te worden om dislocatie van de katheter te voorkomen. Na 4 tot 6 weken zijn er geen bewegingsbeperkingen meer. De wonde wordt intra-dermaal gehecht en steriel afgedekt, de intra-dermale draad dient 14 dagen postoperatief verwijderd te worden. De poort kan onmiddellijk worden gebruikt en wordt aangeprikt indien er diezelfde dag nog gestart wordt met de chemotherapeutische sessies. Aanprikken en hepariniseren van een poortkatheter Het aanprikken van een poortkatheter dient strikt aseptisch te gebeuren met Huberpuntnaalden (een speciale punt met zijdelingse opening). De katheter moet na elk gebruik en minstens om de 6 tot 8 weken doorgespoeld en gehepariniseerd worden. Het heparineslot wordt aangelegd door het inspuiten van 10ml heparine-oplossing (100 eenheden/ml). Indien er zich geen problemen voordoen (infectie, occlucie) kan de poortkatheter minstens 2000 maal worden aangeprikt. In overleg met de medisch oncoloog kan de poort definitief verwijderd worden door een kleine ingreep onder lokale verdoving. dr. Yves Blomme, dr. Cedric Coucke, dr. Annelies Steyaert Nuttig om weten _Een poortkatheter is geen contra-indicatie voor een NMR onderzoek, de katheter is bestendig voor drukinjecties met contraststof. _De kans is klein dat de poortkatheter het alarmsysteem van warenhuizen of de luchthaven zal activeren. Er wordt wel steeds een identificatiekaartje met de patiënt meegegeven. _Er zijn geen contra-indicaties voor sportbeoefening, zwembadbezoek of andere vrijetijdsactiviteiten. Als de poortkatheter is aangeprikt mag men uiteraard niet douchen, zwemmen of baden en moet de wonde strikt aseptisch worden verzorgd
© Copyright 2024 ExpyDoc