rapport - Brabantse Netwerkbibliotheek

Vruchten om te plukken?
Marktverkenning kansen samenwerking
bibliotheek en bedrijfsleven
Anne-Marie Pluijm, 2014
Colofon
In opdracht van:
Uitgevoerd door:
Anne-Marie Pluijm ©2014
1
Inhoud
Hoofdstuk 1 Inleiding .............................................................................................................................. 3
Aanleiding onderzoek .......................................................................................................................... 3
Doelstelling onderzoek ........................................................................................................................ 4
Vraagstelling onderzoek ...................................................................................................................... 4
Opdrachtgevers ................................................................................................................................... 5
Hoofdstuk 2 Marktverkenning ................................................................................................................ 6
Opzet marktverkenning ....................................................................................................................... 6
Stap ❶ DESTEP - Trends en positionering ......................................................................................... 7
Stap ❷ Informatie scannen en verzamelen ...................................................................................... 8
Stap ❸ In kaart brengen bedrijven, instellingen en activiteiten ....................................................... 8
Stap ❹ Verkenning speelveld .......................................................................................................... 11
Hoofdstuk 3 Conclusies ......................................................................................................................... 14
Hoofdstuk 4 Aanbevelingen .................................................................................................................. 16
Overwegingen vooraf ........................................................................................................................ 16
Concrete aanbevelingen.................................................................................................................... 17
Tot slot ............................................................................................................................................... 21
Bijlage 1 Overzicht bedrijven Automotive Campus Helmond ............................................................... 22
Bijlage 2 Overzicht onderwijsinstellingen Automotive Campus ........................................................... 26
Bijlage 3 Overzicht voorbeelden activiteiten en initiatieven binnen Brainport regio/Automotive
Campus .................................................................................................................................................. 29
Bijlage 4 DESTEP analyse ....................................................................................................................... 31
Bijlage 5 Notities overleg vertegenwoordigers onderwijs Automotive regio/Brainport ...................... 33
Bijlage 6 Notities gesprek Cor Fransen, Manager Producten & Diensten & Innovatie Bibliotheek
Helmond-Peel ........................................................................................................................................ 35
Bijlage 7 Notities gesprek Dianne Timmers, Manager Publieke Dienstverlening Bibliotheek HelmondPeel ........................................................................................................................................................ 36
2
Hoofdstuk 1 Inleiding
De provincie Noord-Brabant heeft 20 basisbibliotheken. In opdracht van de provincie Noord-Brabant
ondersteunt De Brabantse Netwerkbibliotheek (BNB) de afzonderlijke Brabantse bibliotheken. BNB
bestaat uit de 20 Brabantse bibliotheken en Cubiss. Een essentieel doel van de Brabantse
Netwerkbibliotheek is het creëren van een goed toegankelijk netwerk. Een plek waar ideeën floreren,
waar informatie en ervaringen worden uitgewisseld en waar kennis wordt gedeeld zodat de klant
uiteindelijk optimaal wordt bediend.
Cubiss is de uitvoerende organisatie binnen BNB en voert het meerjarig beleidsplan uit. Hiervoor is
een werkplan opgesteld met negen projecten. In deze projecten wordt de kennis van verschillende
disciplines ingezet, zowel van de Brabantse bibliotheken, als van Cubiss. Eén van de
projectonderdelen is het oprichten van een expertisepool. Deze expertisepool richt zich op
verschillende thema’s, met de bedoeling nieuw spirit en elan toe te voegen aan de bibliotheekbranche. Hierbij staat het opbouwen en delen van nieuwe kennis centraal. Eén van de thema’s van
de expertisepool is ‘business development’. Binnen dit thema worden nieuwe producten en/of
diensten bedacht en ontwikkeld voor diverse bibliotheekorganisaties om deze vervolgens succesvol
in de markt te zetten.
Dankzij mijn commerciële ervaring heb ik binnen dit thema van de expertisepool de kans gekregen
om een kijkje te nemen achter de schermen van het bibliotheekwezen met al haar uitdagingen en
kansen. Het rapport wat voor u ligt brengt hiervan verslag. Dit rapport draagt een steentje bij aan de
waardevolle uitwisseling van informatie en ervaringen zoals dat centraal staat binnen BNB en Cubiss.
Aanleiding onderzoek
Bibliotheken zoeken naar mogelijkheden voor eigen financiering omdat het risicovol is om te blijven
vertrouwen op subsidies, niet alleen omdat de geldkraan dicht kan (afhankelijkheid van lokale
politieke ontwikkelingen en de volgende bezuinigingsronde) maar ook omdat er door de gemeente
eisen gesteld kunnen worden die strijdig zijn met de kernproposities1 van het bibliotheekwezen. De
ledenaantallen en uitleningen staan onder druk. Subsidiegelden nemen gestaag af. De bibliotheek
moet daarom op zoek naar nieuwe samenwerkingsverbanden en dit zouden partijen kunnen zijn die
op dit moment nog niet per definitie actief benaderd worden. Het ondernemen zit nog niet
noodzakelijkerwijs in het DNA van het bibliotheekwezen. Dit laatste is een observatie waarmee ik
bedoel dat er op microniveau (stad waarin de bibliotheek zich bevindt) al wel heel veel gebeurd en er
ook veel bereikt is de laatste jaren. Op mesoniveau (regionaal) worden de eerste stappen gezet,
waaronder deze marktverkenning, maar dat er op macroniveau (provinciaal) nog veel werk aan de
winkel is.
De bibliotheken Helmond-Peel, Veldhoven en Best hebben de wens geuit om meer marktgericht te
willen werken en minder afhankelijk te worden van subsidies. De tijden zijn veranderd en business
development is daarom onvermijdelijk. De maatschappij blijft snel veranderen, de leefwereld van
leerlingen verschilt steeds meer van die in het schoolgebouw, werknemers moeten flexibel zijn,
zelfstandig en reflectief, en kennis en vaardigheden kunnen opdoen en toepassen is net zo belangrijk
1
Met welke producten/diensten en met welk aanbod gaat een bedrijf de markt op
3
als kennis hebben. Zo al vier redenen waarom een bibliotheek er principieel anders uit zou moeten
zien.
Doelstelling onderzoek
Voordat ik de onderzoeksopdracht van dit onderzoek verder beschrijf, wil ik hier eerst wat dieper
ingaan op de term ‘business development’ om daarmee de doelstelling van het onderzoek toe te
lichten. In dit onderzoek ben ik als het ware een drietal maanden in de huid van een business
developer gekropen. Deze rol binnen een bedrijf is belangrijk omdat de business developer nieuw
marktaandeel en nieuwe klanten aanbrengt.
Een business developer wil in de eerste plaats de activiteiten van de organisatie uitbreiden. De
doelstellingen zijn daarbij:

Op zoek gaan naar nieuwe producten of diensten die de organisatie zou kunnen aanbieden,
en daarbij producten of diensten voorstellen waardoor het bedrijf een nieuwe richting zou
kunnen inslaan.

Nieuwe klanten aantrekken door het onderzoeken en bewerken van de markt en daarbij te
mikken op de behoeften van toekomstige klanten.

Markten onderzoeken waar de organisatie nog niet actief is.
Deze elementen zijn essentieel voor elk bedrijf dat zijn concurrentiekracht en zijn aanwezigheid op
de markt wil versterken. Het doel van dit onderzoek is om te bekijken of en hoe bibliotheekorganisaties nieuwe klanten kunnen aantrekken, nieuwe samenwerkingsverbanden aan kunnen
gaan. Het lokale bedrijfsleven is hiervoor in kaart gebracht.
In verband met de beperkte tijd voor dit onderzoek wordt ‘business development’ hier gedefinieerd
als marktverkenning (bij een marktverkenning wordt er informatie verzameld over de mogelijke
markten en mogelijke klanten) om antwoord te geven op de vraag of er voor bibliotheekorganisaties
mogelijkheden zijn om aansluiting te vinden bij bedrijven en of die aansluiting wellicht tot nieuwe
verdienmodellen kan leiden. Bij een verdienmodel gaat het puur financieel gezien om hoe een bedrijf
geld verdient maar in principe om de wijze waarop een bedrijf maatschappelijke meerwaarde
creëert. Voor de duidelijkheid, er worden in dit rapport geen nieuwe verdienmodellen beschreven,
het is een eerste aanzet tot verdienmogelijkheden en de verkenning daarvan. Deze marktverkenning
dient daarom als basis voor vervolgonderzoek en vervolgstappen. In de aanbevelingen wordt dit
verder uitgewerkt.
Vraagstelling onderzoek
Binnen het kader van het hierboven beschreven thema business development is de centrale vraag
van dit onderzoek in hoeverre er voor de bibliotheek kansen liggen om tot samenwerkingsverbanden te komen met het bedrijfsleven.
4
Opdrachtgevers
Vanuit Cubiss werd deze opdracht uitgevoerd voor de drie hieronder kort beschreven bibliotheken;
Bibliotheek Helmond-Peel, Bibliotheek Best en Bibliotheek Veldhoven.
Bibliotheek Helmond-Peel is in 2005 ontstaan uit een fusie van de
bibliotheken in Asten, Deurne, Helmond en Someren en heeft een
werkgebied van ongeveer 154.000 inwoners.
Bibliotheek Helmond-Peel heeft in de regio op dit moment 4
bibliotheekvestigingen en een groeiend aantal de Bibliotheek op
School vestigingen (dBoS).
Bibliotheek Best, sinds januari 2014 Cultuurspoor Best, heeft twee vestigingen waarvan een in het
centrum van Best en een op het Heerbeeck College en is met meer dan 100.000 fysieke en digitale
bezoeken en 10.000 leden de grootste publieke en culturele instelling in Best. Dé culturele hotspot in
Best.
Vijftig jaar actief en verbindend in Veldhoven.
De bibliotheek Veldhoven bedient een verzorgingsgebied van
ruim 44.000 inwoners en ligt in het hart van het centrum.
Gezamenlijk hebben deze drie bibliotheken een niet te
onderschatten bestand van 57.000 leden.
5
Hoofdstuk 2 Marktverkenning
Tijdens dit korte onderzoek is de keuze gemaakt om hoofdzakelijk te kijken naar bedrijven en
kennisinstellingen die zich op de automotive campus in Helmond bevinden. De automotive campus,
gelegen in de Brainport regio, is de nationale en internationale hotspot, ontmoetingsplek en
vestigingslocatie op het gebied van automotive2. Ook al ligt de focus van de marktverkenning op deze
campus, deze verkenning is relevant voor de drie betrokken bibliotheken. Zo kent de regio Veldhoven
de High Tech Campus en de regio Best de Healthcare Campus en de automotive campus wordt als
voorbeeld gebruikt voor hoe te werk gegaan kan worden in het verkennen van de markt. De
bevindingen van dit onderzoek zijn dus te projecteren op het werkveld van de bibliotheek Veldhoven
en de bibliotheek Best. Van belang is dat het vergelijkbare bedrijventerreinen zijn waar de unieke
manier van samenwerken de basis vormt voor open innovatie, waardoor kennis delen leidt tot
kennis vermenigvuldiging.
Opzet marktverkenning
Zoals in het eerste hoofdstuk is aangegeven wordt ‘business development’ in dit rapport
gedefinieerd als marktverkenning. Het resultaat van deze marktverkenning geeft antwoord op de
vraag of er kansen voor de genoemde bibliotheken liggen om tot samenwerkingsverbanden te
komen met het bedrijfsleven. Hieronder wordt beschreven hoe in deze marktverkenning te werk is
gegaan en voor welke opzet is gekozen.
In dit onderzoek is er voor gekozen om volgens een trechtermodel te werken, van breed naar smal.
Ik heb mee eerst verdiept in de markt waarin de bibliotheekorganisatie zich beweegt. Dit om te
komen tot een beter inzicht van toekomstige opgaven, waarin wellicht kansen schuilen tot nieuwe
verdienmogelijkheden. De volgende stappen zijn genomen:
❶ Uitvoering DESTEP analyse (bijlage 4)
❷ QuickScan van relevante bronnen (jaarverslagen, beleidsplannen) om zoveel mogelijk
informatie te verzamelen en een beter beeld te krijgen van de betrokken bibliotheken en het
bibliotheekwezen in zijn algemeen
❸ In kaart brengen van bedrijven, instellingen en activiteiten
(bijlage 1, 2 en 3)
❹ Verkenning van het speelveld
De resultaten van bovengenoemde stappen in de marktverkenning zijn hieronder nader uitgewerkt.
Beschreven wordt ondermeer welke bedrijven en speerpunten in de regio toonaangevend zijn,
beïnvloedende trends die de kerntaken van de bibliotheek raken alsook het spanningsveld waar zij in
relatie tot het bedrijfsleven in verkeren. De verschillende overzichten van bedrijven, instellingen en
activiteiten zijn terug te vinden in de bijlagen.
2
De automotive sector betreft het ontwerpen, ontwikkelen, produceren en verkopen van auto's, trucks, motors etc.
6
Stap ❶ DESTEP - Trends en positionering
Als resultaat van de DESTEP-analyse is een aantal trends naar voren gekomen die invloed hebben op
de vraag hoe de bibliotheek in de toekomst haar rol gaat invullen. Deze trends vormen geen concrete
kansen om tot nieuwe samenwerkingsverbanden te komen, maar zijn wel relevant in het speelveld
waarin de bibliotheek zich moet bewegen om tot nieuwe kansen te komen. Digitalisering,
globalisering, individualisering zijn drie trends die enorm van invloed zijn op de kern van het
bibliotheekwerk: informatie, educatie, leesbevordering, ontmoeting, cultuur en debat. Daarnaast zijn
er uiteraard regionale en lokale ontwikkelingen die van invloed zijn op de bibliotheek en hoe die op
een goede manier haar functie kan vervullen richting de inwoners, instellingen en andere
organisaties.
Veel bibliotheken kampen met sterk afnemende subsidiegelden en worstelen met verdienmodellen.
In de nabije toekomst maar ook op lange termijn, is een toenemende mate van samenwerking met
zowel maatschappelijke als commerciële partijen van essentieel belang. Ook met als doel om beter
aansluiting te kunnen vinden bij de wensen en behoeften van de burgers en de koppeling aan imago
verandering.
Verzakelijking en professionalisering van de bibliotheekorganisaties heeft zich al jaren geleden
ingezet en de druk van de klant/bezoeker neemt toe. Leden verwachten bijvoorbeeld een betere en
snellere service. Om het teruglopend budget aan te kunnen vullen zullen nieuwe kansen en markten
moeten worden onderzocht en dit rapport hoopt hierin een bijdrage te kunnen leveren.
Onderstaande afbeelding geeft een goed beeld van de positionering van de bibliotheek en vat (al dan
niet gedeeltelijk) de resultaten van de uitgevoerde DESTEP analyse (voor de volledige analyse zie
bijlage 4) samen.
Afbeelding 1: De bibliotheek als verbindende schakel. Bron: SIOB
7
Stap ❷ Informatie scannen en verzamelen
Automotive draait om beweging. Een zijdelingse vraag die de moeite waard is om te stellen zonder
hier direct een antwoord op te kunnen en te willen geven, is de vraag of de bibliotheekorganisatie
iets kan leren van de automotive sector? De auto-industrie hoort immers bij de meest innovatieve
industrieën ter wereld. Wat kan de bibliotheek in beweging zetten?
Na het lezen van de beleidsplannen van de betrokken bibliotheken en de visienota 2014-2018 van de
Automotive Campus, heb ik onderstaand overzicht van raakvlakken in visie en functie van
Automotive Campus en de bibliotheekorganisatie geformuleerd.
Een op ontmoeting gerichte omgeving waar kennis en kennisdeling centraal staat, een
kristallisatiepunt voor innovatie en onderwijs. Op de campus worden gebouwen en faciliteiten steeds
meer ingericht op het creëren van ontmoetingen. De bibliotheek richt zich ook steeds meer in op dit
gebied, de Programmerende Bibliotheek (vraaggericht programma). Bijvoorbeeld ‘Skoolzone’ in de
bibliotheek Helmond waar studenten op vaste tijden studiebegeleiding van docenten kunnen krijgen.
Educatie is een van de pijlers voor de ontwikkeling van Automotive Campus, versterkt door de
vestiging van clusterorganisaties op het educatieve vlak zoals ACE (Automotive Centre of Expertise)
en M.A.C. (MBO Automotive Centre). Eén van de kernfuncties van de bibliotheek is educatie en
samenwerking met onderwijsinstellingen in bijvoorbeeld de vorm van De Bibliotheek op School.
Zowel Automotive Campus als de bibliotheek denken na over en houden zich bezig met
imagoverbetering of in ieder geval imagoversterking richting de samenleving en stakeholders zoals
de gemeente. De gemeente speelt overigens een belangrijke rol bij de promotie van de campus en
zoekt naar mogelijkheden om de campus onder de aandacht te brengen bij de burgers.
Tot slot is het voor beide partijen belangrijk dat de visie die uitgedragen wordt aansluit bij relevante
maatschappelijke ontwikkelingen en vraagstukken. Inspelen op de actualiteit middels activiteiten in
de bibliotheek is hier een voorbeeld van. Het netwerk van bibliotheekvoorzieningen past zich
voortdurend aan bij de mogelijkheden van de regio.
Met bovenstaande aanknopingspunten als uitgangspunt heb ik vervolgens een aantal overzichten
gemaakt om inzichtelijk te krijgen wat er zoal op de automotive campus gebeurt en welke
gesprekspartners mogelijk interessant zijn. Zie voor een overzicht van bedrijven op de automotive
campus bijlage 1 en een overzicht van de onderwijsinstellingen op de campus bijlage 2. Eerst kijken
we in de volgende alinea op nationaal niveau naar de samenstelling van het bedrijfsleven, dan volgt
een beschrijving van de Brainport regio om vervolgens als laatste naar de automotive campus in
Helmond te kijken.
Stap ❸ In kaart brengen bedrijven, instellingen en activiteiten
Hoe ziet dat bedrijfsleven er nu eigenlijk uit? Als je op nationaal niveau kijkt naar de samenstelling
van het bedrijfsleven (zie figuur 1) is het opvallend dat 99% van alle Nederlandse bedrijven binnen de
categorie midden- en kleinbedrijf (MKB) valt. Dit zijn bedrijven met maximaal 250 werknemers. De
vijver om uit te vissen beperkt zich dus zeker niet tot de belangrijke en grote spelers in Brabant zoals
een Philips, een ASML of een Vlisco. Hiermee is niet gezegd dat de multinationals niet interessant zijn
8
als mogelijke samenwerkingspartner, maar het MKB is naar mijn mening toegankelijker en
ontvankelijker voor nieuwe initiatieven. Harde uitspraken hierover kunnen echter niet gedaan
worden in de reikwijdte van dit korte onderzoek. Interessant is dat er vorig jaar zo’n 150.000 nieuwe
bedrijven zijn bijgekomen waarvan meer dan de helft in de branche dienstverlening, hiervan is
overigens 94% ZZP-er.
Figuur 1: Info graphic Nederlands bedrijfsleven (Bron: MKB Servicedesk)
9
Na deze korte verkenning van het bedrijfsleven op nationaal niveau gaan we verder kijken, maar
voordat ik de focus leg op de automotive campus wordt hieronder eerst aandacht besteed aan de
speerpuntsectoren van de Brainport regio waarvan de automotive campus een onderdeel is.
bestaat uit 21 Brabantse gemeentes en is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een high
tech centrum van Europa. Deze regio is een concentratie van kennis- en maakindustrie waarin
gewortelde multinationals zoals Philips en DAF een belangrijk aandeel hebben. Het is een belangrijke
pijler van de Nederlandse economie met de vijf hieronder beschreven speerpuntsectoren; High Tech
Systems & Materials (Best), Food & Technology, Lifetec & Health (Veldhoven), Design en Automotive
(Helmond).
High Tech Systems & Materials is de 'moeder' van de andere belangrijke technologiegebieden in de
Brainport Regio. Cruciaal voor de ontwikkeling van kennis, technieken en ondernemingen. De High
Tech Systems & Materials industrie in de regio is sterk vertegenwoordigd, met internationaal
opererende toptechnologiebedrijven.
Food & Technology Regio Zuidoost-Nederland is de derde exporterende regio van Nederland in
voedselproductie- en verwerking. De meerwaarde van de foodsector voor de Brainport regio ligt
vooral in het feit dat deze raakvlakken heeft met technologiegebieden zoals High Tech Systems &
Materials en Lifetec & Health. Naast grote producenten als Campina en Bavaria zijn er honderden
MKB-bedrijven gevestigd met foodactiviteiten. Zij produceren levensmiddelen uiteenlopend van
zoetwaren, vlees, zuivel, bier en groenten tot ingrediënten en 'poeders' voor de levensmiddelenindustrie.
Een uitgebreid netwerk van bedrijven in de Brainport regio is actief op het gebied van 'lifetec en
health': de verzamelnaam voor 'medische technologie en life sciences'. Wereld leidende
ontwikkelaars en producenten zijn bijvoorbeeld Frencken, Sioux en Philips Medical Systems. Ook de
Technische Universiteit Eindhoven investeert veel researchcapaciteit in biomedische en medische
technologie. Dit onderzoek is multidisciplinair en wordt uitgevoerd in samenwerking met de industrie
en medische instellingen in de regio.
Design zit al tientallen jaren in het DNA van de regio Eindhoven. Vanuit een industriële en
technologische achtergrond groeide Eindhoven uit tot een innovatieve en creatieve stad, herkenbaar
in de vele innovatieve producten die worden bedacht, ontwikkeld en geproduceerd in de Brainport
regio. Designiconen zijn de Design Academy Eindhoven, de top ontwerpstudio van Philips Design, het
befaamde Van Abbemuseum, de Faculteit van Industriële Vormgeving aan de Technische Universiteit
Eindhoven, ontwerpstudio Van Berlo en de zeer drukbezochte, jaarlijkse Dutch Design Week.
is dus een onderdeel van de Brainport regio. Op dit moment zijn er
ongeveer 30 bedrijven gevestigd op deze campus in Helmond. Samen zijn zij goed voor zo’n 550
arbeidsplaatsen.
10
Er is een doorlopende leerlijn opgezet van mbo, via hbo naar wo. Het aantal studenten dat
regelmatig op de campus te vinden is, groeit sterk en de onderwijsinstellingen op de campus voeren
een ambitieus beleid om op korte termijn meer studenten te werven.
Verder is in 2012 AutomotiveNL opgericht. Deze clusterorganisatie is gevestigd in het Automotive
House, midden op het campusterrein. Deze nieuwbouw omvat test- en onderzoeksfaciliteiten en
ruimte voor onderwijs en kantoren. Hiermee heeft de campus belangrijke faciliteiten die voorzien in
de behoefte van de ondernemingen en kennisinstellingen.
Facts & figures automotive campus
11.000 m² kantoren, werkplaatsen en lab
500 engineers en onderzoekers
100 automotive studenten op alle niveaus
30 bedrijven en instellingen
25 labs en testfaciliteiten
50 events per jaar
3000 bezoekers per jaar
Bron: www.automotivenl.com
Stap ❹ Verkenning speelveld
Aan de hand van oriënterende gesprekken is er een duidelijker beeld ontstaan van het speelveld
waarin de betrokken bibliotheken opereren. Behalve het bijwonen van verschillende
netwerkactiviteiten zijn er gesprekken gevoerd met:




directieleden van de betrokken bibliotheken (bijlage 6 en 7)
vertegenwoordigers onderwijsinstellingen (focusgroep bijlage 5)
clusterorganisaties op de automotive campus (bijlage 2)
gemeenteambtenaren Gemeente Helmond (verder uitgewerkt in de aanbevelingen)
Netwerkactiviteiten
Voor de marktverkenning heb ik een aantal ‘netwerkactiviteiten’ uitgevoerd die mij meer zicht gaven
op de positie zoals die nu door de onderscheiden bibliotheken in de regio wordt bekleed.
Dit betrof:

Bijwonen brainstormsessie ‘Wat Deel jij?’ (www.watdeeljij.nl). Dit is een initiatief van
Heijmans, gemeente Helmond, Athlon, TNO, ECN en Enexis. Deze partijen willen een buurt
realiseren waar gebruik voor bezit gaat. De woonomgeving moet onder andere een eigen
energieopwekking krijgen en een slim mobiliteitsconcept hebben. De partners onderzoeken
in de Brainportregio wat mensen bereid zijn om te delen en welke eisen ze aan zo’n buurt
stellen. Het publiek wordt door de partijen actief betrokken bij het verder uitwerken van de
levenswijze waar delen voorop staat. Relevantie voor dit onderzoek is dat er gekeken is naar
een locatie in het centrum van Helmond maar natuurlijk ook dat boeken uitleen gebruik is in
plaats van bezit.
11

Bijwonen brainstormsessie ‘De Brabant Wagen’. Dit is een project dat is ontstaan door
nauwe samenwerking van het Enevate team, Provincie Brabant, de B53 en ondernemers uit
de mobiliteit- en toerisme sector. Tijdens de totstandkoming van dit project is het aantal
deelnemers sterk gegroeid. Er is een zeer interessante, gezamenlijke visie ontstaan rondom
elektrische mobiliteit in de toeristensector van Brabant en de relevantie voor dit onderzoek
ligt in het feit dat er een rol weg gelegd zou kunnen zijn voor het VVV maar ook de vraag of
de bibliotheek een podium kan bieden voor soortgelijke initiatieven.
Gesprekken directies bibliotheken
Er zijn gesprekken gevoerd met Ruud Hakvoort (directeur Bibliotheek Helmond-Peel), Cor Fransen
(Manager Producten & Diensten & Innovatie Bibliotheek Helmond-Peel, zie bijlage 6), Dianne
Timmers (Manager Publieke Zaken Bibliotheek Helmond-Peel, zie bijlage 7), Dorine Prinsen
(directrice Bibliotheek Veldhoven), Ingrid van Beek (directrice Bibliotheek Best) en Hans Derks
(directeur Bibliotheek Den Bosch). De conclusie van deze gesprekken is dat er op dit moment nog (te)
weinig samengewerkt wordt met het bedrijfsleven. Als er al initiatieven zijn dan zijn deze niet
structureel van aard.
Om op de hoogte te blijven van activiteiten die interessant zouden kunnen zijn om in kaart te
brengen, heb ik me verder ingeschreven op verschillende online nieuwsbrieven, onder andere van de
gemeente Helmond en heb ik via LinkedIn verschillende organisaties gevolgd.
Samenwerking zoeken met wie?
Tijdens dit onderzoek is duidelijk geworden dat de Brainport regio op termijn te kampen krijgt met
een tekort aan goed gekwalificeerd personeel. Bedrijfsleven en onderwijs groeien daarom steeds
meer naar elkaar toe en vanuit het onderwijs neemt de vraag naar samenwerking toe. De vraag die
gesteld kan worden is of hier een rol weggelegd kan zijn voor de bibliotheek? Kan de bibliotheek de
groeiende samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs faciliteren? Op welke manier?
Vanuit deze optiek is in eerste instantie, maar zeker ook mede door de tijdsdruk en de
zomervakantieperiode, gekozen om voornamelijk te ‘netwerken’ binnen de onderwijsinstellingen op
de automotive campus en in kaart te brengen of daar mogelijkheden zijn om samen te werken. In vrij
korte tijd hebben de inspanningen geresulteerd in een overleg van een focusgroep met
3
De 5 grootste Brabantse steden en de provincie hebben zich verenigd in een stedelijk netwerk: BrabantStad.
12
vertegenwoordigers van de doorlopende leerlijn van automotive en technisch onderwijs (zie voor het
volledig verslag bijlage 5).
De belangrijkste bevinding van dit overleg is dat volgens de deelnemers de bibliotheek niet meer
echt bij kinderen ‘leeft’. Er is een hiaat, waar halen kinderen kennis vandaan, de schoolbibliotheken
sluiten en internet is de nieuwe bron van kennis. Er is behoefte aan een ‘kennisbibliotheek’
gekoppeld aan de kenniseconomie in Brabant. Het tekort aan goed geschoold personeel in de kennisen maakindustrie in de brainport regio is hierin een leidend argument.
Clusterorganisaties op de campus
Er zijn verschillende clusterorganisaties op de campus. AutomotiveNL bijvoorbeeld staat voor de
automotive industrie in Nederland. Zij behartigt de belangen van de betrokken bedrijven en
organisaties op alle niveaus met het doel de positie van de automotive industrie in Nederland te
versterken. AutomotiveNL organiseert diverse trainingen, leergangen en themamiddagen voor
professionals. Deze laatste potentiele doelgroep zou overigens verder bestudeerd moeten worden
om duidelijk te krijgen of de bibliotheek hierbij aansluiting kan vinden. Omdat de campus groeit zal
ook deze groep van professionals in de toekomst groeien. Behoeften van deze doelgroep zouden nog
in kaart gebracht moeten worden om te bezien of de bibliotheek aansluiting kan vinden en op welke
manier.
De beschikbaarheid van goed gekwalificeerd personeel is dus van cruciaal belang voor de toekomst
van de brainport regio en de automotive industrie in geheel Nederland. Het automotive onderwijs
van mbo tot en met universitair niveau op de campus voorziet in deze behoefte. De Automotive
Campus focust primair op onderzoek, ontwikkeling- en testactiviteiten, maar wil tevens een
contextrijke leeromgeving bieden voor automotive studenten. Nevenvestigingen van
opleidingsinstituten op verschillende niveaus (mbo, hbo en wo) zijn reeds gevestigd op de Campus.
Stuk voor stuk dragen zij de Nederlandse cultuur van 'out of the box' denken hoog in het vaandel, om
studenten optimaal voor te bereiden op functioneren in een open innovatie omgeving.
13
Hoofdstuk 3 Conclusies
In het begin van dit rapport stelden we onszelf de vraag in hoeverre er voor de bibliotheek kansen
liggen om tot samenwerking te komen met het bedrijfsleven. Uit de bevindingen van de
marktverkenning blijkt dat die kansen er wel degelijk zijn. Tijdens dit onderzoek is namelijk gebleken
dat de verschillende partijen waarmee gesproken is erg welwillend staan tegenover samenwerken
met de bibliotheek maar dat niet altijd helder is hoe de bibliotheek de laatste jaren aan het
veranderen is. Het is zeker dat er meer mogelijk is en ook wenselijk dan de traditionele bibliotheek.
Dit is natuurlijk een open deur want wat is er dan mogelijk en wat is dan wenselijk? Wat is dan de
traditionele bibliotheek versus de veelbesproken ‘bibliotheek van de toekomst’? De marktverkenning
zoals die nu voor u ligt kan hierop geen concreet antwoord geven. Laten we wel vooropstellen dat de
bibliotheek moet laten zien in hoeverre de organisatie de laatste jaren in positieve zin veranderd is,
wat de nieuwe veelbelovende ontwikkelingen zijn en hoe de bibliotheek op microniveau een
belangrijke rol speelt. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor de afdeling marketing en
communicatie. Business development en marketing zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Dit onderzoek begon bij de bibliotheek, de aanbodkant, maar het lijkt me beter te beginnen bij de
omgeving, de vraagkant. Als de ambitie bestaat om samen te willen werken met het bedrijfsleven,
nieuwe samenwerkingsverbanden te willen aangaan, dan zullen de behoeftes die binnen het
bedrijfsleven spelen in kaart moeten worden gebracht. Anno 2014 is netwerken de sleutel tot
succes. Het initiatief tot samenwerking zou uit kunnen gaan van de bedrijven, daarvoor moet er een
goed netwerk zijn opgebouwd en moeten de behoeftes van bedrijven bekend zijn en moet door de
bibliotheekorganisaties de kerncompetenties en de kernproposities duidelijk en zichtbaar naar
buiten worden gebracht zodat mogelijke samenwerkingspartners weten waarop zij en de bibliotheek
kunnen matchen.
Ook al laten innovaties zich niet plannen en samenwerkingsverbanden zich niet afdwingen, uit deze
marktverkenning is gebleken dat er in slechts drie maanden tijd een aantal vruchten rijp zijn om te
plukken. De lijntjes zijn uitgezet en openingen gecreëerd. Het vinden en vooral het vasthouden van
de juiste gesprekspartners om te komen tot nieuwe samenwerkingsverbanden kost veel tijd.
Gebleken is dat de communicatie van de bibliotheekorganisatie met de verschillende partijen zoals
de gemeente en de vertegenwoordigers van het onderwijs een belangrijk aandachtspunt vormt.
Hiermee bedoel ik dat uit de gesprekken die gevoerd zijn gebleken is dat men te weinig kennis heeft
over wat er in de bibliotheek gaande is, welke expertise de bibliotheekorganisatie in huis heeft en
hoe deze te gebruiken als men denkt aan het samenwerken met de bibliotheek. Samenwerken of
eraan werken houdt natuurlijk niet op met zeggen dat het van belang is. Afspraken vastleggen en
activiteiten onderdeel laten zijn van het beleid van de bibliotheek zijn cruciaal voor het ontstaan en
het uiteindelijke succes van nieuwe samenwerkingsvormen.
Wat is er voor nodig om ervoor te zorgen dat potentiele samenwerkingspartners helder voor ogen
hebben welke rol een bibliotheek zou kunnen spelen. Het vereist allereerst een proactieve rol van de
bibliotheek en een verdere professionalisering van het contact met de ‘buitenwereld’. Daarmee
bedoel ik niet het bestaande klantenbestand want daar is in deze marktverkenning immers geen
onderzoek naar gedaan. Hoe zou dat contact met de buitenwereld er dan uit moeten zien?
14
Om een proactieve rol te spelen moet aan de volgende randvoorwaarden worden voldaan:

(Door-) ontwikkelen van de commerciële, signalerende en proactieve rol van de
bibliotheekorganisatie gericht op het ondersteunen van de commerciële doelen

Het stroomlijnen van taken en activiteiten op bijvoorbeeld een afdeling account
management (of een accountmanager), enkel gericht op samenwerkingspartners, zowel
bestaande als nieuwe

Analyse op de aard en de frequentie van contactmomenten (‘touches’) met als doel
optimalisatie van proces en het rendement hiervan

Een optimale, effectieve bezetting en inzet van het accountmanagement team of de
accountmanager
Vanuit een commerciële visie valt en staat het succes van een organisatie in belangrijke mate bij hoe
goed het product aansluit bij de wensen van de klant. Als de klant zijn/haar geld er niet voor over
heeft, omdat het product niet goed aansluit, dan zijn alle inspanningen zonde van de tijd. Het is
daarom voor elke organisatie van levensbelang om de wensen van de klanten goed in het vizier te
hebben. Het verdient daarom aanbeveling de lokale en regionale situatie van de
bibliotheekorganisatie als een continu proces uitgebreid in kaart te brengen en daar andere partijen
zoals onderwijs, bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen en de gemeente bij te betrekken, ook
om draagvlak te krijgen. De bibliotheek moet klantgericht en vraaggericht zijn (incl.
vraagontwikkeling). Van wezenlijk belang daarbij is dat de bibliotheek verbonden is met de
gemeenschap in de breedste zin van het woord. Dan willen mensen financieel bijdragen of
ondersteuning bieden als vrijwilliger. Ik concludeer dit ook omdat dit de kansen op samenwerking
met bedrijven zou vergroten.
De bibliotheken zullen dus een omslag moeten maken van aanbodgericht naar vraaggericht denken
en breder dan de bibliotheek zelf. Om te overleven zal dat commercieel moeten in die zin, dat ze niet
afhankelijk moeten willen zijn van één geldstroom en producten en diensten moeten aanbieden
waar langdurig voldoende betaalde vraag naar is. Dan is het ook mogelijk om, ideëel, enkele niet
rendabele producten en diensten aan te bieden. Cultureel ondernemerschap dus: duurzaam
commercieel verantwoord, klantgericht, servicegericht, vernieuwend…en met draagvlak in de
gemeenschap.
15
Hoofdstuk 4 Aanbevelingen
Overwegingen vooraf
Zoals eerder beschreven in dit rapport zijn bibliotheken op zoek naar mogelijkheden voor eigen
financiering, nieuwe verdienmodellen, omdat het risicovol is om te vertrouwen op subsidies. Niet
alleen omdat de geldkraan dicht kan maar ook omdat er eisen gesteld kunnen worden gesteld die
strijdig zijn met doelstellingen. De bibliotheek is op zoek naar nieuwe samenwerkingsverbanden,
partijen die nog niet altijd actief benaderd worden. In deze marktverkenning is onderzocht of er
kansen liggen om samen te werken met bedrijven en instellingen op de automotive campus.
Er zijn legio bestaande voorbeelden van verbindingen van bibliotheekorganisaties met voornamelijk
andere culturele instellingen te noemen. Te denken valt aan samenwerking met het VVV-kantoor,
filmhuis, theater. Behalve ‘shop in shop’ formules, zoals een postkantoor of bank in het hetzelfde
gebouw, zijn er voor structurele samenwerkingen met het bedrijfsleven tijdens deze verkenning
geen bewijzen gevonden.
De Brainport regio heeft te maken met een toekomstig tekort aan goed gekwalificeerd personeel.
Deze constatering zou als een link gezien kunnen voor samenwerking van de bibliotheek met het
bedrijfsleven, en dan in eerste instantie via het onderwijs. Het onderwijslandschap is sterk aan
verandering onderhevig. Het aantal basisscholen zal binnen 10 jaar gaan krimpen (door sluitingen en
fusies) omdat er minder leerlingen zullen zijn. Bibliotheken werken op dit moment nauw samen met
het primair onderwijs, er liggen kansen om samen te gaan werken met het hoger onderwijs (vanaf
mbo tot universitair). Vanaf 2015 krijgt het middelbaar beroepsonderwijs structureel € 75 miljoen
extra om technische opleidingen te bekostigen. Hierdoor kunnen regionale opleidingscentra (ROC),
agrarische opleidingscentra (AOC) en (kleine) vak instellingen hun techniekonderwijs verder
ontwikkelen.
De bibliotheek zou een focus in collectie en zonder meer ook activiteiten kunnen aanbrengen
gedreven door de speerpunten van Brabant, de speerpunten van de gemeente, de onderwerpen per
stad die hoog in het vaandel staan, zoals bijvoorbeeld mobiliteit (automotive) in Helmond.
In mijn visie zou de bibliotheek een contextrijke leeromgeving kunnen zijn om daarmee aansluiting
te vinden bij de kenniseconomie. Dit kwam ook sterk naar voren in het overleg met de
vertegenwoordigers van de onderwijsinstellingen. Kenniseconomie, ook wel informatiemaatschappij,
is een vrij abstract begrip uit de economie waarmee wordt bedoeld dat een significant deel van de
economische groei in de samenleving voortkomt uit (technische) kennis. Het is een maatschappij
waarin de productiefactor kennis een steeds belangrijkere plaats in neemt ten opzichte van arbeid,
natuur en kapitaal (de drie traditionele productiefactoren).
16
Concrete aanbevelingen
Hieronder benoem ik, in volgorde van slagingskans, een aantal concrete kansen die ik tijdens de
marktverkenning heb weten bloot te leggen en die voortvloeien uit de kennismakingsgesprekken
met de verschillende partijen die in het speelveld van automotive opereren. Bij iedere kans wordt
kort benoemd wie de samenwerkingspartner is, wat de kans/uitdaging is en hoe, door wie en
wanneer deze kans aangegrepen zou kunnen worden.
1. Mogelijke samenwerkingspartner: NCAD – Jan Wouters
Het NCAD verzamelt, beheert en ontsluit een uniek archief op auto- en verkeer historisch gebied en
bevat 150.000 persfoto's, 60.000 brochures en 20.000 tijdschriften. Daarnaast zijn er duizenden
boeken over autotechnologie, auto-industrie, milieu en olie-industrie. Het NCAD beheert tevens het
P.A.C. (Pionier Automobielen Club) -, Olyslager- en het technisch archief van de ANWB en het archief
van de N.A.V. (Nederlandse Autosport Vrienden) en een lijst nummerbewijzen.
Kans/uitdaging: de bibliotheek kan helpen met het ontsluiten van regio-specifieke kennis en het is
een kans op verdieping en uitbreiding van de eigen collectie conform regionale ontwikkelingen. Er
zijn ook kansen om samen te werken om het aantal leden en de naamsbekendheid van beide
organisaties te vergroten, denk aan korting lidmaatschap beide partijen.
Hoe die uitdaging aan te gaan: het NCAD is niet alleen een archief maar verzorgt ook diverse lezingen
over (en ontwikkelingen in) de auto-industrie en aanverwante bedrijfstakken. Samenwerking zou
bestaan uit het gezamenlijk ontwikkelen van activiteiten (voorlichting) en daarmee aansluiting
vinden bij activiteiten op de automotive campus maar ook breder inhakend op bijvoorbeeld de Dutch
Technology Week.
Wie doet de uitvoering: Ruud Hakvoort/accountmanager
Wanneer: zo snel mogelijk vervolgafspraak voor bezoek NCAD
2. Mogelijke samenwerkingspartner: ACE / Fontys – Rob Kluivers
ACE ondersteunt initiatieven om het beroepenveld van automotive onder de aandacht te brengen bij
de jeugd zodat zij voor een vervolgstudie automotive kiezen. ACE heeft als een van haar
doelstellingen het intensiveren van samenwerking met het bedrijfsleven op het gebied van toegepast
onderzoek.
17
Kans/uitdaging: dit is een specifiek voorbeeld van samenwerking met een onderwijsinstelling op de
automotive campus met als doel om nieuwe doelgroepen te bereiken, onderwijsinstellingen en
studenten vanaf MBO niveau. De uitdaging is om een breder draagvlak binnen het onderwijs te
creëren ten einde nieuwe doelgroepen aan te boren zodat studenten de bibliotheek als kennisluik en
contextrijke leeromgeving gaan zien. Nieuwe verdienmodellen hebben immers ook te maken met
nieuwe klanten, in dit geval dus nieuwe doelgroepen voor de bibliotheek.
Hoe die uitdaging aan te gaan: vervolg geven aan het overleg van de vertegenwoordigers onderwijs
(zie notitie overleg in bijlage 5), waarbij ook een sleutelfiguur van de gemeente aan tafel zit. Astrid
Louwers faciliteert vanuit de gemeente het netwerken tussen bedrijven en onderwijsinstellingen met
als doel deze te koppelen en verbindingen te zoeken. Vervolgens moeten er afspraken gemaakt
worden om structureel gezamenlijk activiteiten op te pakken waarbij mogelijk studenten de vraag
bepalen of in ieder geval een rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan presentaties (het ontsluiten van
projecten) van leerlingen in de bibliotheek. Hiervoor dient echter nader onderzoek om na te gaan in
hoeverre dit wenselijk is omdat er tijdens deze korte verkenning niet met de doelgroep studenten is
gesproken.
Wie doet de uitvoering: Bibliotheek Helmond-Peel is de aanjager van het verdere proces
(management/accountmanager)
Wanneer: minimaal voor de start van het nieuwe schooljaar
3. Mogelijke samenwerkingspartner: Gemeente Helmond – Inez van Poppel (PR Automotive
regio Helmond) en Astrid Louwers (coördinator relatie bedrijfsleven - onderwijs – overheid)
Kans/uitdaging: de gemeente heeft de taak om de activiteiten en projecten die zij financieel
ondersteunen, breed bij de burger onder te aandacht te brengen om zo een maatschappelijk
draagvlak te creëren. De gemeente initieert, al dan niet in samenwerking met bedrijven, met enige
regelmaat bijeenkomsten en brainstormsessies waar burgers uitgenodigd worden om hun mening te
delen of kennis te maken met activiteiten van de gemeente.
Binnen iedere gemeente zijn er verschillende culturele instellingen die ruimte kunnen bieden aan dit
soort bijeenkomsten en er ligt een duidelijke kans voor de bibliotheek om als eerste partner gezien te
worden in het faciliteren van deze activiteiten. Op dit moment is de gemeente Helmond op zoek naar
manieren op de Automotive Campus te promoten en daarvoor zoeken zij partners. Het is een
overigens een uitdaging om de concurrentiepositie met andere culturele instellingen te versterken,
een vraag die interessant genoeg is om nader te onderzoeken.
Hoe, wie en wanneer: advies is dat Ruud Hakvoort en/of een accountmanager Bibliotheek HelmondPeel zo spoedig mogelijk een vervolg geven aan de kennismakingsgesprekken met Inez van Poppel en
Astrid Louwers. Er bestaat zeker interesse en men staat open voor samenwerking. Maar dit moet ook
zeker als een continue proces van netwerken en lobbyen gezien worden omdat
projectverantwoordelijkheden van ambtenaren kunnen veranderen in de loop der tijd.
18
4. Mogelijke samenwerkingspartner: Enevate – Anton Wolthuis (AutomotiveNL)
Enevate houdt zich voornamelijk bezig met de ontwikkeling van mobiliteitsconcepten voor elektrisch
vervoer in Brabant. Ze organiseren onder andere brainstormsessies waar concepten worden
uitgewerkt en draagvlak vinden.
Kans/uitdaging: er ligt een kans (die nader onderzocht dient te worden) dat door deelname aan
provinciale initiatieven de zichtbaarheid en vindbaarheid van de bibliotheek richting B2B verbeterd
kan worden.
Hoe die uitdaging aan te gaan: de bibliotheek kan een podium bieden aan Brabantse initiatieven, in
dit specifieke voorbeeld rondom elektrisch rijden. Om dit te bekijken zou de bibliotheek het gesprek
aan kunnen gaan met Enevate maar ook met bijvoorbeeld de Brabantse e-tafel. Dit is een initiatief
van de gemeente Helmond, TU Eindhoven, E-trucks Europe en APPM Management Consultants en
mede mogelijk gemaakt door Enevate.
Wie doet de uitvoering: management bibliotheek/accountmanager
Wanneer: de volgende bijeenkomst van de Brabantse e-tafel is 25 september, locatie nog niet
bekend!
5. Mogelijke samenwerkingspartner: Brainport Development / Technific – Peter Cox
Verbindingscentrum Technific laat landelijke, provinciale en regionale techniekactiviteiten in de
Brainport regio landen. Het verbindt partijen en initiatieven met elkaar, ondersteunt met de
financiering en zorgt dat de kwaliteit en het effect van de verschillende initiatieven verder
verbeteren. Partners zijn Provincie Noord-Brabant, Gemeente Helmond, Gemeente Veldhoven en de
Gemeente Eindhoven.
Kans/uitdaging: deel uit maken van een netwerk van belang voor de regio en gezien worden als een
partner voor het bereiken van studenten
Hoe die uitdaging aan te gaan: aan tafel met partners van Technific om uit te diepen hoe de
bibliotheek een rol kan spelen.
Wie doet de uitvoering: management bibliotheek /accountmanager
Wanneer: vervolgafspraak na de zomervakantie
De laatste concrete aanbeveling heeft een overkoepelend karakter. In bijlage 3 is een aantal
voorbeelden te vinden van interessante (jaarlijks terugkerende) activiteiten in de Brainport regio
zoals de Dutch Technology Week, De Dutch Design Week en Het Weekend van de Wetenschap. Er
zijn voldoende redenen en voordelen om te overwegen aan welke activiteiten concreet
deelgenomen kan worden:
19

Koppel de bibliotheek aan de ‘merken’ van grootschalige evenementen en onderschrijf
daarmee het belang van wetenschap en technologie

Maak door deelname de maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid zichtbaar

Vergroot de bezoekersaantallen en naamsbekendheid

Lift mee op de landelijke campagne (o.a. dagbladadvertenties, buitenreclame, tv-aandacht)

Profiteer van de mediapartners

Profiteer van pr-campagnes landelijk en/of regionaal

Aandacht in tekst en beeld op de websites van de verschillende activiteiten

Aandacht via vele social media: Facebook/Twitter/LinkedIn/YouTube

Vaak mogelijk om (gratis) digitale campagnemiddelen te ontvangen om relaties en achterban
te informeren en te mobiliseren

Deelname is vaak kosteloos
Hieronder wordt als voorbeeld van een activiteit in de regio waaraan de bibliotheek deel zou kunnen
nemen, de Dutch Technology Week uitgelicht. Er is overigens al met Inez van Poppel van de
gemeente Helmond over gesproken of en hoe er dit jaar een grotere rol voor de bibliotheek
Helmond-Peel weggelegd kan zijn tijdens dit evenement.
Mogelijk samenwerkingspartner: Dutch Technology Week (DTW)
Het aantal bedrijven en opleidingen dat meedoet aan de DTW neemt toe, en de activiteiten groeien
daardoor in aantal en diversiteit mee. Een breed publiek, van jong tot oud en van professional tot
liefhebber. De grote interesse laat zien dat aandacht en passie voor technologie leeft, zowel in de
regio als daarbuiten en door deelname onderschrijft de bibliotheek het belang van wetenschap en
technologie en maakt de maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid zichtbaar.
Kans/uitdaging: samenwerking met DTW is een uitgelezen kans voor de bibliotheek om nieuwe
ontwikkelingen en faciliteiten te profileren, zoals bijvoorbeeld de onlangs gepresenteerde
MakersBuzz terwijl het tegelijkertijd extra ‘traffic’ (toename bezoekersaantallen) genereert. Een
positief bijkomend effect is dat nieuwe bezoekers de bibliotheek ‘ontdekken’.
Hoe en wanneer de uitdaging aan te gaan: het evenement vindt ieder jaar in mei plaats dus het is van
belang snel in kaart te brengen wat de organisatie van DTW en wat de gemeente in samenwerking
met het lokale bedrijfsleven organiseert en daarbij aansluiten met een variëteit aan activiteiten. Er
zijn legio mogelijkheden te bedenken omdat het thema van DTW erg breed is; lezingen, workshops,
open podia, exposities.
Wie doet de uitvoering: management bibliotheek/accountmanager, (voor Bibliotheek Helmond-Peel
een vervolggesprek met de projectleider Automotive Gemeente Helmond - Inez van Poppel).
20
Tot slot
Alle conclusies en aanbevelingen bijeen genomen ligt er een aantal werkzaamheden voor de
bibliotheek waarmee aan de slag zou moeten worden gegaan. Deze marktverkenning komt niet tot
zijn recht als er geen vervolg aan wordt gegeven. In korte tijd zijn er veel deuren open gezet en er
liggen nieuwe verdienmogelijkheden in het verschiet. Zoals in de aanbevelingen al genoemd is
kunnen deze werkzaamheden vervuld worden door een accountmanager. Dit kun je voor je zien in
de vorm van een accountmanager new business (regio Zuidoost Brabant) die vanaf september voor
een periode van een jaar voor minstens 20 per week zich gaat bezighouden met het oppakken van de
resultaten zoals in dit rapport beschreven. Een jaar omdat naar jaarlijks terugkerende activiteiten
toegewerkt moet worden en bovendien met het schooljaar en vakanties rekening moet worden
gehouden.
Deze accountmanager brengt onder andere de activiteiten structureel in kaart en houdt bij wat er
speelt binnen de regio en ook landelijk (gericht op speerpunten van de regio zoals die eerder
geschetst zijn in dit rapport) in de vorm van een kalender. Vervolgens moet er aan de hand van
vooraf bepaalde criteria afgewogen worden wanneer en hoe de samenwerking tot stand kan komen.
Er moet telkens opnieuw bekeken worden wie de juiste gesprekspartner is en hoe deze te benaderen
en, van belang, met welk motief (de juiste propositie) vervolgstappen gezet gaan worden. In dit
proces zijn goede onderhandelingsvaardigheden onmisbaar.
21
Bijlage 1 Overzicht bedrijven Automotive Campus Helmond
De Automotive Campus in Helmond, gelegen in de Brainport Regio, is de nationale en internationale
hotspot, ontmoetingsplek en vestigingslocatie op het gebied van automotive. De Automotive
Campus biedt een aantrekkelijke leer- en werkomgeving, state of the art technologische
(test)faciliteiten en flexibele huisvestingsconcepten.
Automotive Campus
Steenovenweg 1
5708 HN Helmond
Actia, Nederland BV / www.actia.nl
De ACTIA Automotive divisie is gespecialiseerd in elektronische boordsystemen die bestemd zijn voor
voertuigen van kleine tot middelgrote productie oplagen.
ASAS Filter / www.asasfilter.com
Asas Filter ontwerpt en produceert filters voor de automotive industrie. De productgroepen bestaan
uit: oliefilters, brandstoffilters, luchtfilters, cabine filters, droger filters en waterfilters.
AutomotiveNL / www.automotivenl.com
AutomotiveNL bevordert een bloeiende Nederlandse automotive sector door zowel nationaal als
internationaal de sector te profileren en te representeren bij OEM's en automotive toeleveranciers,
koepelorganisaties, clusterorganisaties en overheden.
BAESIS Automotive / www.baesis.nl
Zij richten zich op het toevoegen van de veiligheid in complexe auto-elektronische systemen met
behulp van de nieuwste auto-industrie standaard: AUTOSAR en ISO 26262
BBZOB, Beter bereikbaar Zuidoost Brabant / www.bbzob.nl
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, 21 gemeenten, provincie Noord-Brabant en
Rijkswaterstaat werken nauw samen aan een vlotte, betrouwbare en veilige doorstroming van het
verkeer in Zuidoost-Brabant.
Benteler Engineering Services / www.benteler-engineering.nl
Benteler Engineering Services biedt engineering, protobouw en testing support. Ze leveren deze
diensten in diverse marktsegmenten zoals automotive, openbaar vervoer, bepantsering en industrie.
Campus Sui Moveo
Het facilitair beheer op de Automotive Campus wordt beheerd door Campus Sui Moveo. Voor alle
verzoeken zoals vragen, klachten en storingen kunnen de Campus bewoners contact opnemen en
wordt ondersteuning geboden.
22
Connected / www.toconnect.nl
Connected adviseert en begeleidt organisaties bij (her)positioneringen, reorganisaties,
cultuuromslagen, veranderingsprocessen, veranderingscommunicatie, omgevingsmanagement,
(strategische) communicatievraagstukken, pers en woordvoering en nieuwe uitdagingen in de markt.
Met natuurlijk als specialisme verkeer & vervoer en water.
Cummins Emission Solutions / www.cumminsemissionsolutions.com
Cummins Emission Solutions is een wereldwijde leider in het ontwerpen, vervaardigen en integreren
van uitlaatgasnabehandelingssystemen voor de automotive industrie.
DITCM / www.ditcm.eu
DITCM is een open innovatie organisatie bestaande uit DITCM Innovations en DITCM Facilities en
heeft tot doel nieuwe mobiliteitsconcepten en technologieën te ontwikkelen, gericht op een betere
doorstroming van het verkeer, meer veiligheid op de weg, betere luchtkwaliteit en meer comfort
voor de weggebruiker.
DuvedeC / www.duvedec.com
DucedeC is gespecialiseerd in productontwikkeling en -ontwerp met een reputatie in het maken van
concepten, modellen en prototypes voor vooraanstaande bedrijven in de automotive- en
transportindustrie.
Ebusco / www.ebusco.eu
EBUSCO richt zich op de ontwikkeling, marketing en verkoop van volledige elektrische bussen voor de
Europese markt.
E-carmedia / www.e-carmedia.com
E-carmedia is producent van een nieuw televisie programma over de automotive branche en
mobiliteit. Het programma wordt uitgezonden op de nationale tv.
ECMD, European Center for Mobility Documentation / www.ecmd.nl
Het Europees Centrum voor Mobility Documentation (ECMD) is een Nederlands instituut dat zich
richt op projecten met betrekking tot documentatie van mobiliteit en automotive.
FIER Automotive / www.fier.net
FIER Automotive is een adviesbureau gespecialiseerd in de automotive retail sector en de automotive
(maak)industrie.
Green Motion Technologies / www.greenmotiontechnologies.com
Green Motion Technology is een technisch innovatief bedrijf. Ze ontwikkelen duurzame en efficiënte
hightech oplossingen voor OEM's en andere industriële toeleveranciers.
High Tech Solutions / www.hightech.nl
High Tech Solutions is een ambitieus en dynamisch softwarehuis dat gespecialiseerd is in de
ontwikkeling van embedded software. Haar klanten zijn grote en middelgrote hightechbedrijven in
Nederland die state-of-the-art producten of systemen ontwikkelen waarvoor kwalitatief
hoogwaardige software nodig is.
HSpro, High Standard Professionals / www.hspro.nl
HSPro is een ingenieurs- & projectenorganisatie actief binnen de industrie & machinebouw. De
23
vakgebieden zijn werktuigbouwkunde, elektrotechniek, procestechniek, industriële automatisering
en technische bedrijfskunde.
Imtech / www.imtech.com
Imtech is een Europese technische dienstverlener. Ze combineren hoogwaardige elektrotechniek, ICT
en werktuigbouw. Van consultancy, ontwerp en realisatie tot beheer en onderhoud.
Innovam / www.innovam.nl
Innovam is een kennis- en opleidingsinstituut voor de mobiliteitsbranche. Bij Innovam werken circa
300 bevlogen en betrokken medewerkers, met als doel te zorgen voor voldoende gekwalificeerde
medewerkers in de mobiliteitsbranche.
KesselsGranger DesignWorks / www.kesselsgranger.com
KesselsGranger DesignWorks biedt product design diensten; van concept tot de uiteindelijke
oppervlak ontwerp en detaillering.
Landwind / www.landwind.eu
Landwind behoort tot de Chinese Jiangling Motors Holding (JMH). Jiangling Motors Holding en haar
strategische partners zorgen ervoor dat internationale technologie gecombineerd wordt met Chinees
vakmanschap en Chinese efficiency.
MIOR / www.mior.com
Mior ICT Diensten is onafhankelijk totaalleverancier op het gebied van ICT oplossingen voor het
midden- en kleinbedrijf.
NCAD, Nationaal Centrum voor Autohistorische Documentatie / www.ncad.nl
Het team van het Nationaal Centrum voor Autohistorische Documentatie (NCAD) bestaat uit
ongeveer 30 vrijwillige medewerkers die zich inzetten voor de ontsluiting van de collectie en
helpdeskvragen afhandelen.
NONOX / www.nonox.nl
NoNox heeft zijn eigen motor testbank faciliteit ontwikkeld en kan daarom onafhankelijk nieuwe
technologieën ontwikkelen en verder aanpassen.
RDW / www.rdw.nl
De RDW is een publieke dienstverlener in de mobiliteitsketen. De RDW beschikt over een grote
expertise door jarenlange ervaring met de uitvoering van wettelijke en opgedragen taken. Taken op
het gebied van toelating van voertuigen en onderdelen daarvan, toezicht en handhaving, registratie,
informatieverstrekking en documentafgifte. Deze taken voert de RDW in nauwe samenwerking met
diverse partners in de mobiliteitsketen uit.
Rijkswaterstaat / www.rijkswaterstaat.nl
De verkeerscentrale Zuid-Nederland verhuist eind 2014 naar de Automotive Campus. Ze houdt voor
de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg het verkeer op de rijkswegen nauwlettend in de
gaten. De centrale heeft zicht op de veiligheid en de doorstroming van het verkeer in deze
provincies.
Superior / www.superior.nl
Hostingprovider met twee datacentra in Helmond.
24
TASS International / www.tassinternational.com
TASS International is een volledig erkend en onafhankelijk testinstituut. Zij bieden uitgebreide
testdiensten en adviseren in de certificering van verschillende veiligheidsproducten.
TNO Transport and Mobility / www.tno.nl
TNO richt zich, samen met overheden en bedrijven, zowel op technologische innovatie als op
beïnvloeding van menselijk gedrag.
Ventac Group, Vehicle Noise Control / www.ventacnoisecontrol.com
Ventac gebruikt een grote verscheidenheid van meet- en analyse technieken voor het identificeren
en kwantificeren van de geluidsbronnen.
VIRO Helmond / www.viro.nl
VIRO levert integrale projectoplossingen middels een slagvaardige en geïntegreerde aanpak. De core
business is engineering en projectmanagement.
25
Bijlage 2 Overzicht onderwijsinstellingen Automotive Campus
Fontys/Automotive Center of Expertise (ACE):
www.fontys.nl/automotive
www.acemobility.nl
Contact: Rob Kluivers, marketing manager
ACE is een samenwerkingsverband tussen de Automotive instituten van de Hogeschool van Arnhem
en Nijmegen (HAN), Hogeschool van Rotterdam (HvR), Fontys Hogeschool Automotive en het
bedrijfsleven. Het is hét HBO kenniscentrum waar alle expertise op automotive gebied bij elkaar
komt. Het voornaamste doel van ACE is het stimuleren van het aantal excellente automotive
studenten om aan de toenemende vraag van de sector te voldoen.
Binnen het lectoraat Automotive control wordt een talentenprogramma exclusief voor de excellente
studenten aangeboden waaronder ondermeer unieke projecten en onderzoek op hoog niveau, met
dit alles worden ACE studenten voorbereid op een veelzijdig automotive beroep.
Bedrijven kunnen vraagstukken bij ACE neerleggen, waar ACE studenten in samenwerking met het
bedrijf, mee aan de slag gaan. Door deze wisselwerking komt het bedrijfsleven al in een vroeg
stadium in contact met de hoogopgeleide engineers die zij nodig hebben.
Technasium
www.drknippenbergcollege.nl/technasium
www.technasiumbrabantoost.nl
Contact: Gerard Bosmans, coördinator Technasium Dr.-Knippenbergcollege en Marieke Coebergh
De Technasium-formule bestaat inmiddels 10 jaar. Scholen die het predicaat Technasium hebben,
bieden van klas 1 tot en met klas 6 het vak Onderzoek & Ontwerpen aan. Leerlingen werken daar
altijd in groepen aan opdrachten vanuit het bètatechnische bedrijfsleven. Zij maken kennis met de
opleiding en beroep van een bètaprofessional en verplaatsen zich in die rol om een actueel probleem
op te lossen. Dit gebeurt altijd in groepen.
Het Dr.-Knippenbergcollege heeft sinds 2006 het predicaat en er zijn ook al leerlingen geslaagd met
Onderzoek & Ontwerpen op hun diploma. Een belangrijk doel van deze manier van bètaonderwijs is
het aanleren van 8 belangrijke competenties. Groei op gebieden is belangrijk met het oog op het
vervolgonderwijs. Onderzoek & Ontwerpen vormt een goede basis voor een succesvol vervolg na de
middelbare school.
Bij Technasium werken scholen samen in een netwerk. Het Dr.-Knippenbergcollege werkt samen met
de scholen Eckartcollege (Eindhoven), Varendonckcollege (Asten), Jacob-Roelandslyceum (Boxtel),
‘dOultremontcollege (Drunen) en Jeroen Boschcollege (Den Bosch) in de regio Zuidoost Brabant.
Samen maken de scholen uitdagende opdrachten. Zulke opdrachten hebben altijd te maken met het
brede vakgebied bètatechniek. Het kan gaan om energiezuinige huizen, architectuur, fooddesign,
automotive, ontwerpen van een interactief spel, een drijvend podium, en dat soort dingen.
De opdrachtgever is altijd een bedrijf: er wordt een reëel probleem voorgelegd waar leerlingen
gevraagd wordt een oplossing voor te bedenken. Vaak zal er een prototype gemaakt worden. Er
hoort een bedrijfsbezoek of een andere toepasselijke excursie bij. Meestal krijgen leerlingen hulp
26
vanuit het bedrijf en/of Fontys en TUE. De beoordeling van het product wordt door het bedrijf zelf
gedaan en het proces doet de docent.
Summa College:
www.summacollege.nl
Contact: Roel Akkerman, waarnemend directeur
Het Summa College is een ambitieuze onderwijsorganisatie voor middelbaar beroepsonderwijs in de
Brainport regio. Het college bestaat uit 22 scholen die ieder specifieke opleidingen, cursussen en
maatwerk aanbieden. Deze branchegerichte scholen verzorgen meer dan 250 beroepsopleidingen in
verschillende leerwegen en op verschillende niveaus. Een volledig overzicht is te vinden op:
http://www.summacollege.nl/over-summa-college/onze-scholen
Het Summa College streeft naar duurzame samenwerkingsverbanden met partners.
Het Centrum voor Ondernemerschap (CvO) is een initiatief van het Summa College en helpt mensen
hun ambitie waar te maken op het gebied van ondernemerschap. Het CvO verzorgt
onderwijstrajecten op het gebied van ondernemerschap die door alle studenten van het Summa
College gevolgd kunnen worden. Daarnaast organiseert zij diverse evenementen op het gebied van
ondernemerschap en verleent zij individuele ondersteuning aan studenten die een bedrijf gestart
zijn. Het CvO wil met diverse partners uit het werkveld een samenwerking aangaan om te komen tot
een goede bundeling van krachten en expertise op het gebied van ondernemerschap.
M.A.C.
www.macautomotive.nl
Contact: Roel Akkerman
Het M.A.C. staat voor MBO Automotive Centre en is een erkend Centrum voor Innovatief
Vakmanschap (CIV). Het voornaamste doel is het zorgen voor vernieuwend, uitdagend vakonderwijs
en enthousiaste vakkrachten in de sector automotive. Dat realiseren ze door samen te werken met
vier roc’s, een hbo-instelling en verschillende automotive bedrijven. Zo wordt de opleiding van
(toekomstig) vakkrachten gecombineerd met de wensen uit het bedrijfsleven.
TU Eindhoven
www.tue.nl/studeren/tue-bachelor-college/bacheloropleidingen/automotive/
Contact: Rianne Sanders
De Technische Universiteit Eindhoven biedt het Bachelorprogramma Automotive aan. Dit is een
unieke opleiding in automotive engineering op universitair niveau. De studenten doen ervaring op bij
diverse bedrijven op de Campus in Helmond.
Naast een bacheloropleiding biedt de TU/e ook een masteropleiding op het gebied van Automotive
aan, de master Automotive Technology.
AutomotiveNL
www.automotivenl.com/nl
AutomotiveNL staat voor de automotive industrie in Nederland. Zij behartigt de belangen van de
betrokken bedrijven en organisaties op alle niveaus met het doel de positie van de automotive
industrie in Nederland te versterken. Zij organiseren diverse trainingen, leergangen en
themamiddagen voor professionals.
27
AutomotiveNL is ook actief in Jet-Net, het jongeren en technologie netwerk Nederland, dat tot doel
heeft HAVO/VWO maar ook VMBO leerlingen een reëel beeld te geven van Bèta en technologie en
hen te interesseren voor een technische vervolgopleiding.
Technific
www.technific.nl
contactpersoon: Peter Cox
Het verbindingscentrum Technific (onderdeel van Brainport Development) is niet aanwezig op de
campus maar mag als schakel niet ontbreken in dit overzicht. Er zijn veel initiatieven om kinderen en
jongeren te interesseren voor techniek. Tal van succesvolle projecten, onderwijsprogramma’s en
diverse samenwerkingsverbanden tussen met name onderwijs en bedrijfsleven. Er is zoveel dat het
voor leerkrachten, kinderen en hun ouders maar ook voor bedrijven, scholen en diverse instanties
belangrijk is dat ze de weg kunnen vinden. Verbindingscentrum Technific wijst binnen de Brainport
regio de weg en zorgt voor een goed gecoördineerd en onderhouden wegennet.
Verbindingscentrum Technific laat landelijke, provinciale en regionale techniekactiviteiten in de
Brainport regio landen. Het zorgt voor onderlinge afstemming en verstevigt de samenwerking tussen
onderwijs, bedrijfsleven en overheid. Verbindingscentrum Technific voert zelf geen projecten uit; het
verbindt partijen en initiatieven met elkaar, ondersteunt met de financiering en zorgt dat de
kwaliteit en het effect van de verschillende initiatieven verder verbeteren. Partners zijn Provincie
Noord-Brabant, Gemeente Helmond, Gemeente Veldhoven en de Gemeente Eindhoven.
28
Bijlage 3 Overzicht voorbeelden activiteiten en initiatieven binnen Brainport
regio/Automotive Campus
Mei 2014: AutoTech
Om tijdens de Dutch Technology techniek week te beleven kwamen dit jaar ruim duizend
basisscholieren van groep 7 en 8 in Helmond en omgeving naar de AutoTech op de Automotive
Campus in Helmond. Iedere schoolklas legt een gevarieerd circuit af over de Automotive Campus.
Twee uur lang knutselen, spelen, experimenteren. Zo ontdekken de kinderen de wonderlijke wereld
van de techniek. De Automotive Campus hoopt met dit soort verrassende belevenissen de leerlingen
te winnen voor techniek. Deze bijeenkomst is een onderdeel van de Dutch Technology Week.
Mei 2014: Dutch Technology Week (DTW)
De belangstelling voor dit evenement blijft jaarlijks groeien. De vorige editie met 22.000 bezoekers
werd dit jaar ruim overtroffen. Ook het aantal bedrijven en opleidingen dat meedoet aan de DTW
neemt toe, en de activiteiten groeien daardoor in aantal en diversiteit mee. Een breed publiek, van
jong tot oud en van professional tot liefhebber, is getrakteerd op een gevarieerd programma. De
grote interesse laat zien dat aandacht en passie voor technologie leeft, zowel in de regio als
daarbuiten. In zeven dagen bezochten meer dan 34.000 mensen één of meerdere van de ruim
veertig evenementen in de Brainport Regio Eindhoven.
Februari 2014: Succesvolle lancering ExpertQloud op de Automotive Campus Helmond
Op 19 februari is expertQloud gelanceerd, de softwaretool die het zonder tussenkomst van derden
mogelijk maakt om studenten, professionals, bedrijven en zzp-ers met elkaar in contact te brengen.
ExpertQloud is een uniek digitaal systeem dat kenniscreatie en kenniscirculatie bevordert. Het open
systeem is bestemd voor iedereen in de automotive industrie, van student tot en met professional.
Bedrijven en studenten vinden elkaar rechtstreeks op het juiste niveau, selecties zijn eenvoudig en
kennis is deelbaar en overdraagbaar. Het systeem is ontwikkeld in samenwerking met gemeente
Helmond, gemeente Eindhoven, TU/e, Automotive Center of Expertise ACE, AutomotiveNL en
Brabant Talents.
September 2014: Schone Lucht Rally: 10 auto rally's in 10 steden
Op zaterdag 20 september vindt de Schone Lucht Rally plaats. Het evenement omvat 10 auto rally’s
in 10 steden en is voor elektrische en plug-in hybride auto’s. Doel van de Schone Lucht Rally is om
zoveel mogelijk traditionele auto rijders kennis te laten maken met elektrisch en plug-in hybride
rijden en hen te inspireren over te stappen. Naar verwachting zullen 2.500 personen met 1.000
auto’s meerijden, waarmee de Schone Lucht Rally het grootste elektrische en plug-in hybride auto
event ter wereld wordt.
Bijzonder aan de Schone Lucht Rally is dat deze niet alleen bedoeld is voor volwassenen, maar ook
voor kinderen met hun ouders. In juni vond een campagne plaats gericht op de kinderen van alle
6.800 basisscholen over de voordelen van elektrisch rijden en worden kinderen uitgenodigd om met
hun ouders aan de Schone Lucht Rally deel te nemen.
Om het aantal van 1.000 deelnemende auto’s te kunnen bereiken, wordt samengewerkt met Natuur
& Milieu, die op dezelfde dag de ‘Nationale Instapdag Elektrisch Rijden’ organiseert. Eigenaren van
elektrische en plug-in hybride auto’s worden uitgenodigd om die dag hun auto ter beschikking te
stellen aan geïnteresseerden. De namen van de 10 steden waar de 10 rally’s zullen plaatsvinden zijn
29
nog niet bekend, maar zullen de grotere steden in Nederland zijn, met een goede geografische
spreiding. In één van deze steden zal tevens de hoofdrally plaatsvinden met een uitgebreider
programma en vele prominente deelnemers, waaronder landelijke politici, BN-ers en bestuurders
van grote bedrijven. De Schone Lucht Rally is het vervolg op de Amsterdam E-Challenge in 2013 en de
PP Electric Rally in 2012. In 2012 werd een vermelding in het Guinness Book of World Record
verworven door met een parade van 257 elektrische auto’s vanuit het Olympisch Stadion naar de
Zaanse Schans te rijden.
FabLab Brainport (www.fablabbrainport.nl) is een digitale werkplaats is waar technische starters,
ondernemers, techniekstudenten en designers hun ideeën kunnen omzetten in producten die
oplossingen bieden voor de maatschappelijke uitdagingen van de toekomst.
In het FabLab (fabrication laboratory) kan gebruik gemaakt worden van digitaal aangestuurde
machines, zoals 3D printers en lasersnijders, maar bovenal van de kennis van anderen. Naast een
fysieke werkplaats, is het FabLab immers ook een internationale community waar mensen kennis
delen en samen werken aan de producten van morgen. De FabLab community bestaat wereldwijd uit
zo’n 240 FabLabs. Het FabLab Brainport is gevestigd in de School voor Techniek van het Summa
College, aan de Frederiklaan 60A in Eindhoven.
Oktober 2014: Weekend van de Wetenschap
Het Weekend van de Wetenschap is een activiteit van de stichting Nationaal Centrum voor
Wetenschap & Technologie en wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap. Het Weekend van de Wetenschap is het grootste landelijke wetenschap- en
technologiefestival van Nederland dat elk jaar plaatsvindt tijdens het eerste weekend van oktober.
Tijdens dit festival ontdekken bezoekers van jong en oud de dynamische wereld van wetenschap en
technologie; een festival waar nieuwsgierigen kunnen ontdekken, ervaren en zich kunnen verrijken.
Tijdens het weekend openen diverse organisaties zoals bedrijven, instituten, universiteiten,
onderzoeksinstellingen, musea en sterrenwachten hun deuren om bezoekers van jong tot oud de
unieke kans te geven een stap te zetten in de wereld van wetenschap en technologie. Zij organiseren
unieke en exclusieve activiteiten zoals proefjes, experimenten, demonstraties, open dagen,
tentoonstellingen en meer.
Oktober 2014: Dutch Design Week (DDW)
Van 18 t/m 26 oktober 2014 vormt DDW voor de dertiende keer het
podium voor Dutch design. DDW is het grootste designevent van
Nederland. Het is een grootschalig en internationaal jaarlijks
negendaags evenement in Eindhoven waarbij design in allerlei
facetten centraal staat.
30
Bijlage 4 DESTEP analyse
Een DESTEP analyse is een model dat veel gebruikt wordt bij het maken van een externe analyse van
een bedrijf en dient om de marktontwikkeling en de bedrijfspositionering beter te begrijpen. Het
behandelt de externe factoren waar een bedrijf geen invloed op heeft, maar die wel van belang zijn
voor de bedrijfsvoering. DESTEP staat voor Demografisch, Economisch, Sociaal-cultureel,
Technologisch, Ecologisch en Politiek. De bedoeling van een DESTEP analyse is dat deze zes
onderwerpen kort behandeld worden. Per onderwerp worden daarbij ook de kansen en
bedreigingen benoemd.
Demografische factoren:
Demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing, het steeds ouder worden en een veranderende
gezinssamenstelling, zullen niet alleen een verandering teweegbrengen in de collectievorming van
de bibliotheek, maar ook in de manier waarop die collectie wordt aangeboden. Een bedreiging is dat
door de fysieke locatie (en de afname van locaties) van de bibliotheek nieuwe doelgroepen niet of
nauwelijks bereikt kunnen worden. De generatie ‘nieuwe ouderen’ 4vormen een kans als nieuwe
doelgroep. Door die doelgroep zal de bibliotheek ‘klassieke stijl’ waarschijnlijk langer kunnen
voortbestaan. Door de vergrijzing komen gespecialiseerde professionals vrij, dit is een kans om meer
richting een professionele vrijwilligersorganisatie te gaan.
Economische factoren:
Dalende inkomsten door het teruglopen van het aantal leden maakt dat de bibliotheek actief op
zoek gaat naar nieuwe/extra inkomsten. Het risico dat men daar niet in slaagt, vormt
vanzelfsprekend een bedreiging, kansen bestaan juist uit het vinden van nieuwe verdienmodellen,
het vinden van nieuwe partnerschappen. Door de 24/7 economie en de toename van online
winkelen, verwachten klanten andere service en ruime openingstijden. Dit stelt (hoge) eisen aan het
personeel van de bibliotheek, meer flexibiliteit, ruimere inzetbaarheid.
Sociaal-culturele factoren:
Op dit gebied speelt er natuurlijk erg veel, te veel om in deze analyse te benoemen maar een aantal
voor de bibliotheek relevante sociale ontwikkelingen zijn onderwijs gerelateerde. Taalachterstand bij
bepaalde bevolkingsgroepen en een groeiende digitale kloof zijn aanknopingspunten voor de rol van
de bibliotheek richting de samenleving, in het bijzonder richting die bevolkingsgroepen die het
meeste ‘geraakt’ worden door deze ontwikkelingen. Het is de vraag of juist deze mensen hun weg
kunnen vinden naar de bibliotheek.
4
de babyboomgeneratie is actiever en kapitaalkrachtiger dan eerdere generaties ouderen.
31
Technologische factoren:
Digitalisering en het digitale lezen (e-books) valt niet meer weg te denken uit onze huidige
maatschappij. De kans die ik daarin zie is dat de bibliotheek het bereik kan vergroten en het aanbod
kan verbeteren. Risico is dat de digitale infrastructuur van de bibliotheek (nog) niet toereikend is en
dat men achter de snelle technologische ontwikkelingen aan blijft rennen, met onvoldoende
middelen en mensen.
Het internet levert een massaliteit aan informatie, het karakter is niet altijd duidelijk en
betrouwbaar. Als ‘informatiemakelaar’ kan er een belangrijke rol weggelegd zijn voor de bibliotheek.
Het begeleiden van informatiestromen voor externe partijen (ook scholen) zou een kans kunnen zijn.
Ecologische factoren:
Maatschappelijk verantwoord ondernemen en de duurzaamheidtrend zijn voor heel ondernemend
Nederland belangrijk, dus ook van de ‘ondernemende bibliotheek’ wordt hierin iets verwacht. Het
‘niet-handelen’ zou een risico kunnen vormen voor de concurrentiekracht. Hiermee bedoel ik de
concurrentie van andere informatieleveranciers of bedrijven die het bibliotheekmodel in een andere
vorm aanbieden (Questum5). Uitgevers bijvoorbeeld die hun content via een digitaal leerplatform
rechtstreeks aan scholen leveren waardoor het ecologisch gezien kostbare gedrukte boek een steeds
kleinere rol binnen het onderwijs speelt. Hierdoor wordt de rol van de ‘klassieke bibliotheek’ steeds
kleiner. De rol van de digitale bibliotheek groeit echter en hierin liggen ook meteen kansen.
Politieke factoren:
Minder subsidies. De bibliotheek is nog altijd voor een groot gedeelte afhankelijk van subsidies en de
afname ervan is natuurlijk een bedreiging. Meer doen met minder middelen is een uitdaging. De
noodzaak om op zoek te gaan naar nieuwe financieringsmogelijkheden is een kans om verder te
professionaliseren en te reorganiseren om tot een efficiëntere organisatie te komen.
Terugtrekkende overheid en lokale politieke ontwikkelingen. De vraag of de gemeente de toegang
tot openbare bibliotheken voldoende blijft waarborgen vormt een duidelijke bedreiging.
Door de komst van een nieuwe bibliotheekwet (2015) is het onzeker in hoeverre de politiek de
lokale bibliotheken blijft ondersteunen. Een directe bedreiging is dat de bibliotheek uit dorpen en
wijken zal verdwijnen en het aantal vestigingen nog verder terugloopt. Er liggen kansen om nog meer
samen te gaan werken met scholen en andere culturele instellingen om ‘zichtbaar’ te blijven buiten
de stadscentra. Een kans is de komst van de Nationale Bibliotheekpas (integratie lidmaatschap
fysieke en digitale bibliotheek) waarmee de huidige dienstverlening kan worden gemoderniseerd en
uitgebreid.
5
Questum verzorgt en onderhoudt schoolbibliotheken
32
Bijlage 5 Notities overleg vertegenwoordigers onderwijs Automotive
regio/Brainport
9 juli 2014 08.30-09.30
Locatie Bibliotheek Helmond-Peel
Aanwezigen:
Rob Kluivers: marketing manager ACE/Fontys
Marieke Coebergh: docente Sk, NLT en O&O / Dr Knippenberg College
Gerard Bosmans: coördinator Technasium / Dr Knippenberg College
Roel Akkermans: M.A.C./waarnemend directeur Summacollege
Toos v.d. Beuken: accountmanager educatie Bibliotheek Helmond-Peel
Anne-Marie Pluijm: Brabantse Netwerk Bibliotheek/Cubiss
Als onderdeel van dit onderzoek zag ik kans een viertal vertegenwoordigers van de doorlopende
leerlijn op het gebied van automotive en technisch onderwijs bij elkaar aan tafel te krijgen. Na een
kort voorstelrondje is per onderwijsniveau kort besproken wat er speelt en waar knelpunten zitten
met als doel een overzicht te krijgen waar behoeftes liggen en waar mogelijke samenwerking van
belang zou kunnen zijn.
De verschillende opleidingen zitten schijnbaar in de lift, de instroom van studenten op mbo en hboniveau neemt toe. De opleidingen zelf werken hard aan pr en voorlichting en dat zou de stijging hier
kunnen verklaren terwijl de landelijke trend juist een terugloop van het aantal bètaleerlingen laat
zien. De stijging van het aantal studenten komt niet altijd ten goede van de kwaliteit van het
onderwijs, er is dan ook veel uitval (Summacollege bijvoorbeeld 50%) en vooral op mbo-niveau zijn er
veel zogenaamde zorgleerlingen, leerlingen met een rugzakje die veel tijd en aandacht nodig hebben.
Er is veel versnippering binnen de opleidingen, teveel kleine groepen, teveel keuzes. Het
Summacollege heeft voor 220 studenten maar liefst 18 opleidingen. Hoge uitval is ook het gevolg van
een slechte voorlichting, zowel ouders als leerlingen op jongere leeftijd hebben een verkeerd beeld
van techniek, van wat een technische studie nu eigenlijk inhoudt.
Doelstelling van het Technasium is om het tekort aan technisch personeel te ondervangen door al op
middelbaar niveau leerlingen voor techniek te interesseren en ermee vertrouwd te maken. Vanuit
een samenwerking met middelbare scholen en het bedrijfsleven (=Technasium) kunnen studenten
met (technische) projecten aan de slag. Door de intensieve kennismaking met projecten, beroepen
en werkprocessen in de praktijk krijgen jongeren een beter beeld van de mogelijkheden die de
techniek biedt.
33
Hierna hebben we de rol van lezen besproken, wat is de beleving van het boek bij kinderen. Er zijn
kinderen die niet meer lezen, die niet meer in een bibliotheek komen en later qua kennis en
vaardigheden niet voldoende uitgerust zijn om projectmatig te werken. Zeker niet alle scholen
bieden een goed geoutilleerde bibliotheek dus is internet de voornaamste bron van informatie
geworden met alle gevolgen van dien. Volgens de aanwezigen leeft de bibliotheek niet meer bij
kinderen. Er is een hiaat, waar halen kinderen kennis, de schoolbibliotheken sluiten. Er is behoefte
aan een ‘kennisbibliotheek’ gekoppeld aan de kenniseconomie in Brabant. Het tekort aan personeel
in de maakindustrie is hierin leidend.
Er is ook gesproken over de ontwikkelingen ten aanzien van digitaal lezen als zijnde een oorzaak dat
leerlingen niet meer in een bibliotheek komen en de vraag is hoe de bibliotheek daar op anticipeert.
Men ziet mogelijkheden om presentaties van leerlingen in de bibliotheek te laten plaatsvinden of een
startbijeenkomst in een kennisomgeving. Het ontsluiten van projecten van studenten van Fontys
werd ook genoemd als mogelijke kans om samen te werken.
De bibliotheek zou volgens de vertegenwoordigers de ‘awareness’ van de jongeren voor techniek
kunnen stimuleren, als je iets wilt weten over techniek dan kom je naar de bieb werd gesuggereerd.
Het zou een sterke business case zijn om je als bibliotheek hard te maken voor een sterke
wetenschappelijke collectie waarbij zeker ook vanuit de politiek en het bedrijfsleven commitment
moet bestaan voor de relevantie van goed geschoold technisch personeel. Dit zou betekenen dat de
bibliotheek behalve collectie de nodige expertise in huis moet halen en dat er keuzes gemaakt
moeten worden.
34
Bijlage 6 Notities gesprek Cor Fransen, Manager Producten & Diensten &
Innovatie Bibliotheek Helmond-Peel
Volgens Cor is de bibliotheek Helmond-Peel de laatste jaren vooral vernieuwend bezig geweest op
een drietal punten:
-
‘de Bibliotheek op school’ is in 2012 flink opgepakt om zoveel mogelijk scholen en leerlingen
in de regio te bereiken
-
‘De Digitale Bibliotheek’ heeft steeds meer vorm gekregen. Activiteiten vooral gericht op het
ondersteunen van bezoekers op gebied van digitale media in de vorm van workshops.
-
Er is ook een slag gemaakt op het gebied van Programmering. Uitbreiding van het aanbod
van lezingen in samenwerking met andere culturele organisaties (bijvoorbeeld de
Volksuniversiteit).
Cor is van mening dat er meer richting bedrijfsleven gedaan zou kunnen worden. Het doel dat hij
daarmee voor ogen heeft is het doorbreken van het imago van de bibliotheek, zijnde de ‘klassieke
bibliotheek’. Verder vind hij het belangrijk dat het netwerk wordt uitgebreid, de bibliotheek heeft
een goed bestaand netwerk richting onderwijs maar dat moet breder. Er bestaat op dit moment nog
geen netwerk richting het bedrijfsleven. Hij noemt Vlisco6 en de Atlantgroep7 in Helmond als mogelijk
interessante partijen voor samenwerkingsverbanden.
Op mijn vraag wat het USP8 van de bibliotheek zou zijn als ze daarmee naar buiten zouden treden
richting het bedrijfsleven antwoordt hij dat de bibliotheek een belangrijke ondersteuning kan bieden
in educatie. De bibliotheek zou ook iets kunnen betekenen in het begeleiden van informatiestromen
voor kleinere bedrijven en wellicht kan de bibliotheek ook iets betekenen voor personeel van MKB
op het gebied van social media. Het er mee om leren gaan, training, workshops.
Verder is gesproken over het faciliteren van kennisdeling. De bibliotheek heeft prachtige ruimtes die
nu nog onvoldoende benut worden. Te denken valt aan het organiseren van bijvoorbeeld
koffiebijeenkomsten waar studenten hun projecten kunnen presenteren/bespreken. Hij ziet een
Interessante link met opleidingen zoals de Design Academy en Industrial Design. Hoe bereiken
studenten de burger, hoe betrekken zij de samenleving bij wat ze doen/ontwikkelen?
6
textiel- en designbedrijf in Helmond, internationaal bekend vanwege het uniek designbeeld
7
begeleiden het plaatsen van medewerkers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt bij reguliere werkgevers
8
uniek verkoopargument
35
Bijlage 7 Notities gesprek Dianne Timmers, Manager Publieke Dienstverlening
Bibliotheek Helmond-Peel
Dianne geeft bij het begin van het gesprek aan dat er helaas veel afbraak is op het gebied van
publieke dienstverlening in verband met de actuele situatie (sluiting vestiging Deurne) maar toch
blijft ze zich inspannen tijdens de zoektocht naar verbetering van de dienstverlening, bijvoorbeeld
door verruiming van de openingstijden. In de winterperiode is de bibliotheek in Helmond ook op
zondag open en dit wordt mede mogelijk gemaakt door de inzet van vrijwilligers. Alle hulp en steun
van vrijwilligers maakt het veel leuker maar niet altijd makkelijker. De openstelling op zondag wordt
door het publiek erg gewaardeerd. Veel gezinnen bezoeken de bibliotheek die dag als ‘gezinsuitje’,
ouderen komen hun krantje of tijdschrift lezen. Een verassend nieuwe doelgroep zijn jonge
studenten, op zoek naar een rustige werkplek, weg van de afleiding thuis.
Dianne vind het belangrijk om, tegen de stroom in, te blijven zoeken naar initiatieven die het
bestaansrecht van de bibliotheek onderbouwen. In zijn algemeenheid moet er meer ingezet worden
op ‘cocreatie’ en er zijn voorbeelden die illustreren dat de bibliotheek in een stad of dorp als
‘huiskamer’ kan fungeren. Door een ruime openstelling bewijs je je functie binnen de samenleving en
het is nu dan ook de tijd dat de bibliotheek zich bewijst.
Het management van de bibliotheek Helmond-Peel volgt het laatste jaar de politieke ontwikkelingen
veel nauwgezetter dan voorheen, bijna dagelijks. Dit wordt getriggerd door de belangrijke vraag wie
over de toekomst van de bibliotheek beslist en in de toekomst gaat beslissen, hoe ziet het politiek
apparaat eruit waarvan de bibliotheek qua subsidiegelden zo afhankelijk is. Dianne vind
netwerkactiviteiten, zoals onder andere het bezoeken van het Ondernemerscafé, steeds
belangrijker. Er is een nieuwe manier van ‘kijken’ nodig, een noodzaak om naar buiten te kijken en
nieuwe ‘connecties’ te zoeken.
36