Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25770 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Van Thuy, Pham Title: Beyond political skin : convergent paths to an independent national economy in Indonesia and Vietnam Issue Date: 2014-05-14 342 Beyond Political Skin SAMENVATTING Deze studie betreffende de overgang van de koloniale naar de nationale economieën van Indonesië en Vietnam analyseert de processen van economische dekolonisatie en wederopbouw die na de Tweede Wereldoorlog in beide landen plaatsvonden. Bijzondere aandacht krijgen de politieke en institutionele factoren die hierbij een rol speelden. Ondanks grote verschillen in de lokale politieke situaties, streefden het Vietnamese en het Indonesische leiderschap in feite het zelfde lange termijn doel na: economische onafhankelijkheid. Het Indonesische streven om zich van de koloniale economische erfenis te ontdoen en de gehele economie onder staatscontrole en –eigendom te plaatsen, leek in menig opzicht op de socialistische transformatie die in Noord Vietnam in de 50-er jaren plaatsvond, en op de hoge concentratie van economische macht die de regering van Zuid Vietnam in dezelfde periode naar zich toe trok. Het proefschrift richt zich in eerste instantie op de grote verschillen in de politieke en institutionele kaders van Indonesië en Vietnam onmiddellijk na de onafhankelijkheid. De Indonesische leiders waren nationalisten die aan verscheidene politieke partijen waren verbonden. Velen van hen hadden onder Nederlands en Japans bestuur gediend en bezaten een uitgebreide kennis en ervaring op het gebied van economisch beheer. Daartegenover bestond de meerderheid van de leden van de Democratische Republiek Vietnam (DRV) uit revolutionaire leiders die de communistische ideologie aanhingen. Het penetreren van deze partijleden in het staatsapparaat versnelde na 1954, en in 1960 had de Partij de belangrijkste posities verworven in de DRV-regering. Een deel van de Vietnamese nationalisten die snel uit het bestuur waren weggewerkt, dook Summary 343 opnieuw op in Zuid Vietnam na de deling van het land als gevolg van het Akkoord van Geneve in 1954. Het verschil in politieke en professionele achtergronden van de leiders van Indonesië en Vietnam had grote gevolgen voor het proces van economische dekolonisatie in beide landen. Aanvankelijk probeerden de Indonesische leiders erkenning te krijgen van Nederland door economische concessies te doen. Het Indonesische pragmatische beleid leidde tot de overeenkomsten die bereikt werden bij de Ronde Tafel Conferentie in november 1949. In feite waren de economische concessies die H3 Chí Minh deed aan de Fransen in de Modus Vivendi van 14 september 1946 vergelijkbaar met die van de Indonesische leiders hadden gedaan, met uitzondering van de bepalingen aangaande de schuldverplichtingen. Toen de onderhandelingen met de Fransen toch mislukten en het in december 1946 op een oorlog uitliep, veranderde het beleid van de DRV met betrekking tot de Franse bedrijven radicaal. Naast militaire operaties, organiseerde de Vi-t Minh ook sabotage campagnes gericht tegen de Franse economische vestigingen. Onder deze ongunstige omstandigheden vonden de Franse bedrijven het raadzaam om zich met hun activiteiten uit Vietnam terug te trekken. Dit proces begon in 1948 en werd een heersende tendens aan het begin van de 50er jaren. Banken en industriële ondernemingen werden geleidelijk verplaatst naar andere Franse koloniën of terug naar Frankrijk. In Zuid Vietnam werd de economische positie van de Fransen en de Chinezen al gauw bedreigd door het nationalistische beleid van Ngô "ình Di-m. Tijdens de landhervorming uitgevaardigd aan het eind van 1956, gingen de grote Franse rijstplantages over naar de Zuid Vietnamezen. Toen de regering van Di-m ten val kwam in 1963, waren bijna alle buitenlandse bedrijven die deel hadden uitgemaakt van de Franse kolonisatie, al in beheer genomen door de Vietnamese autoriteiten. Opvallend is dat de Nederlanders nog lang vasthielden aan hun economische positie terwijl de Franse bedrijven zich uit Vietnam begonnen te vertrekken. De 344 Beyond Political Skin Nederlandse overheersing over de Indonesische economie kwam pas ten einde in 1957, toen bijna alle Nederlandse bedrijven werden bezet door de vakbonden en de militairen. Nationalisering door de Indonesische regering volgde in 1959. De etnisch Chinese minderheid werd het volgende doelwit van het Indonesische nationalisme. In 1960 werden Chinezen en andere buitenlanders buitengesloten van handel op het platteland. De overname van Engelse en Amerikaanse bedrijven vond plaats tussen 1963 en 1965 in het kader van Soekarno’s Confrontatie politiek. Op 24 april 1964 plaatste President Soekarno alle buitenlandse bedrijven onder regeringstoezicht. Een ander aspect van de economische strijd in Vietnam en Indonesië betreft de nationalisering van de economie. De grondwet van de Indonesische republiek van 1945 benadrukte het belang van staatscontrole van de economie, maar aanvankelijk werd staatstoezicht slechts uitgevoerd op coöperaties en de oprichting van kleine staatsbedrijven. Ook de DRV regering intervenieerde weinig in de economie tijdens de beginjaren van de onafhankelijkheid. Veranderingen drongen pas door in het systeem in 1951 toen de communistische partij officieel de beleidsvorming overnam van de DRV. Tussen december 1953 en juli 1956 voerde de partij een radicale landhervorming uit, die alle voorafgaande systemen van grondbezit wegvaagde op het Vietnamese platteland. Landhervorming werd gevolgd door collectiviseringscampagnes, waarmee al het land ingelijfd werd in landbouw productie coöperaties. De socialistische overgang in de industrie, ambacht en handel begon in laat 1957. Rond 1960 was dit proces in Noord Vietnam in grote lijnen volbracht en was het beheer over alle belangrijke middelen van productie en distributie in handen van de partijstaat terecht gekomen. De economische reorganisatie in Zuid Vietnam leidde ook tot een concentratie van economische macht in handen van de Di-m regering. Bij de landhervorming werd een groot deel van het onteigende land eigendom van de staat. De regering richtte nieuwe staatsbedrijven op om de meerderheid van aandelen te kopen of zelfs het volledig beheer van bestaande buitenlandse bedrijven in handen te krijgen. Nieuwe buitenlandse investeringen werden slechts Summary 345 geaccepteerd in de vorm van joint ventures, waarin de regering minstens 51 procent van het vermogen bezat. De radicale verandering in de structuur van de Indonesische economie vond pas eind jaren 50 plaats, toen de staat onder het motto van ‘Geleide Economie’ rechtstreeks controle ging uitoefenen over de nationale economie. Met uitzondering van een aantal kleine landgoederen en winkels in de privé sector werden grote Nederlandse, Chinese, Engelse en Amerikaanse bedrijven gereorganiseerd en ingelijfd in staatsbedrijven. Het management van deze bedrijven werd toevertrouwd aan verschillende regeringsinstanties met een raad van beheer bestaande uit geselecteerde kabinetministers, legerofficieren en vertegenwoordigers van de Communistische vakbonden. Dit verschilde aanmerkelijk met de situatie in Noord Vietnam waar de partijkaders de volle verantwoordelijkheid namen voor het management van staatsbedrijven en coöperaties. Terwijl Noord en Zuid Vietnam werden gesteund door respectievelijk het Socialistische blok en de kapitalistische landen, moest de Indonesische economie op eigen benen leren staan. Soekarno probeerde daarbij een eigen Indonesische Socialisme op te bouwen, het zogenaamde ‘Socialism à la Indonesia’. Ondanks verschillen vertoonden het Indonesische Socialisme en zijn tegenhanger in Noord Vietnam overeenkomsten op het vlak van de centraal geplande administratie van de nationale economie. Nu afscheid was genomen van alle principes van de koloniale economie, kwam in beide landen een ware nationale economie tot stand.
© Copyright 2024 ExpyDoc