Voorstel_35964.doc

agendapunt 3.a.3
1128858
Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden
LANDENCOÖRDINATIE INDONESIË (STAND VAN ZAKEN)
Portefeuillehouder
Datum
Aard bespreking
Afstemming
Bijlagen
Zaaknummer
Haersma Buma, M.A.P. van
13 mei 2014
Informatief
2
35964
Gremia
Datum
Aard
PFO Hae
14-04-2014
B
D&H
13-05-2014
Gewijzigd akkoord
PFO Hae
PFO Hae
14-05-2014
14-07-2014
PFO Hae
04-08-2014
Conform
Voor kennisgeving
aangenomen
-
I
Advies/
besluit
Gewijzigd akkoord
Parafering
Geparafeerd door:
Janssen, T.R.J.
Geparafeerd door:
Janssen, T.R.J.
Geparafeerd door:
Hottinga, F.H.H.
Gevraagd besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 13-05-2014
I.
Gezien de beperkte voortgang op het gebied van watergerelateerde activiteiten in
Indonesië wordt de voortgang van het coördinatorschap Indonesië door Delfland niet
opportuun geacht.
II. De brief aan de Unie van waterschappen inzake landencoördinatie Indonesië, ons kenmerk
1129276, vast te stellen
Besluit College van Dijkgraaf en Hoogheemraden 13-05-2014
Invulling landencoördinatie Indonesië
1.
Probleemstelling - context
Sinds 2011 is Delfland namens de Unie van waterschappen belast met de landencoördinatie
Indonesië. Dit betekent dat Delfland intermediair is om waterbeheer gerelateerde vragen en
verzoeken vanuit Indonesië uit te zetten in de Nederlandse waterschapswereld.
Ondanks dat Delfland in 2013 deel heeft genomen aan een missie naar Indonesië, zijn tot nu
toe dergelijke vragen en verzoeken uitgebleven. Gezien het grotere maatschappelijke belang
van buitenlandactiviteiten bij de waterschappen, het belang van Indonesië als partner in
waterbeheer, en het toegenomen belang van de landencoördinatoren binnen de Unie, is dit
opvallend. Daarom wordt een gewijzigde aanpak voorgesteld.
2.
Beoogd effect
Duidelijkheid te geven over de gewijzigde invulling van de landencoördinatie Indonesië en dit
per brief aan de Unie van waterschappen mede te delen.
3.
Kernboodschap
Delfland zal voortaan de landencoördinatie gerichter en actiever in gaan vullen. Dit gebeurt
vooral door aansluiting te vinden bij het Indonesië-netwerk in Nederland. Daarmee wordt
zowel recht gedaan aan de ambities van de Unie om de waterschappen in Indonesië te
profileren, als de belangen van Delfland. Dit wordt in een brief aan de Unie verduidelijkt.
4.
Historie - eerdere besluitvorming
Op 20 december 2011 heeft het college ingestemd met het verzoek van de Unie om aan het
landencoördinator Indonesië invulling te geven en de samenwerking aan te gaan in de Jakarta
delta (DMS-kenmerk 980695). Hiervoor is binnen de formatie 0,1 – 0,3 FTE aan
formatieruimte gereserveerd.
Op 11 december 2012 heeft het college ingestemd met de voorbereiding en uitvoering van
een verkenningsmissie naar Indonesië ten einde invulling te kunnen geven aan de
landencoördinatie Indonesië van Delfland (DMS-kenmerk 1035915).
Op 11 juni 2013 heeft het college ingestemd met het versturen van een brief aan de VV
(DMS-kenmerk 1065480) inzake de buitenlandse samenwerking (DMS-kenmerk 1071165).
Op 29 april 2014 is het gewijzigde buitenlandbeleid door D&H vastgesteld (DMS-kenmerk
1105432). Hierin is aangegeven welke voorwaarden Delfland hanteert bij haar
buitenlandactiviteiten. Dit beleid zal binnenkort ter besluitvorming aan de VV worden
voorgelegd.
5.
Regelgeving en Beleid
Het wettelijk kader voor de taken van Delfland als waterschap – waarmee de ruimte voor
activiteiten in het buitenland wordt afgebakend – zijn specifiek en limitatief geregeld bij de
Grondwet, Waterschapswet en provinciale verordening en provinciaal Reglement van Bestuur.
Binnen deze kaders is het mogelijk dat Delfland activiteiten (kennisdeling en samenwerking)
in het kader van het landencoordinatie ontplooit, mits gehandeld wordt conform de
randvoorwaarden:
relatie met uitvoering van publieke taak;
relatie met aanwezige of gewenste kennis;
geen gevaar voor publieke taken;
dienstbaarheid aan belangen beheergebied;
beperkte mogelijkheid tot aanwending van "geoormerkte middelen";
transparantie in administratie;
condities van normaal handelsverkeer / geen ongeoorloofde kruissubsidiëring.
6.
Financiën
N.v.t.
7.
Duurzaamheid
Het voorgestelde buitenlandbeleid sluit aan op de millenniumdoelstellingen van de Verenigde
Naties en draagt op deze wijze bij aan duurzaamheid.
8.
Organisatorische en personele consequenties
N.v.t.
9.
OR/GO
N.v.t.
10.
Risico- en beheersmaatregelen
De kans is aanwezig dat de Unie van waterschappen de inspanningen van Delfland
ontoereikend vinden voor de invulling van het landencoördinatie Indonesië. Bestuurlijk zal de
wijze waarop Delfland invulling geeft aan het landencoördinatie daarom onder de aandacht
van CINTER worden gebracht.
11.
Communicatie (in- en extern)
De Unie zal per brief worden geïnformeerd over de invulling van het landencoördinatie
Indonesië (zie bijlage).
12.
Bekendmaking en vervolgprocedure
N.v.t.
13.
Bevoegd orgaan
College van dijkgraaf en hoogheemraden is bevoegd op grond van artikel 84 Waterschapswet,
dat bepaalt dat het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse aangelegenheden van het
2
waterschap.
14.
Toelichting
In 2011 heeft Delfland op verzoek van de Unie de landencoördinatie Indonesië op zich
genomen. Ondanks dat Delfland zelf geen relaties had met Indonesië, was dit voor de Unie
acceptabel, omdat er geen andere waterschappen waren die bereid waren de landencoördinatie op zich te nemen.
In 2013 heeft Delfland meegedaan aan een missie naar Indonesië. Ondanks de contacten die
tijdens deze missie zijn gelegd, zijn er sindsdien geen verzoeken meer vanuit Indonesië – of
Nederlandse organisaties die activiteiten in Indonesië ontplooien – aan Delfland gericht. Bij
HHSK, die wel zelf activiteiten hebben in Indonesië, komen verzoeken vanuit Indonesië wel
binnen, maar omdat zij de afspraak hebben met de ambassade om dergelijke verzoeken
vanwege mogelijke financiering bij hun neer te leggen, komen er (via de ambassade) geen
verzoeken meer binnen. Ook de mogelijkheden die Delfland al geruime tijd biedt aan
Indonesische kaders om stage te lopen, worden niet gebruikt.
Weliswaar kan er nog geen verklaring gegeven worden waarom er geen verzoeken bij
Delfland voor ondersteuning door waterschappen voor activiteiten in Indonesië zijn binnen
gekomen. Wel kan er geconcludeerd worden dat de huidige wijze van invulling van de
landencoördinatie niet tot resultaten leidt. Voorgesteld wordt dat Delfland gerichter en
actiever de landencoördinatie gaat invullen. Dit mag echter niet leiden tot hogere kosten,
bijvoorbeeld vanwege het zelfstandig afreizen naar Indonesië. Daarbij biedt het
buitenlandbeleid van Delfland een aantal aanknopingspunten:
Delfland voert niet zelfstandig buitenlandprojecten uit, maar alleen als partner met
een minderheidsbelang. De landencoördinatie zal dus vooral het aanknopen en
onderhouden van contacten zijn met partijen die activiteiten in Indonesië uitvoeren.
Voor de financiering van de buitenlandactiviteiten zal onderzocht worden of hierbij
een beroep kan worden gedaan op derden. Ook dit betekent vooral het onderhouden
van contacten met organisaties die activiteiten in Indonesië uitvoeren dan zelf de
contacten met Indonesië onderhouden.
De nadruk zal daarom komen te liggen op het aansluiten op het Nederlandse Indonesiënetwerk. De volgende contacten zijn daarbij van belang:
Het zakelijke NCICD-netwerk, oftewel het netwerk rondom het masterplan ‘National
Capital Integrated Coastal Development’ ter bescherming van de hoofdstad Jakarta;
Vanuit ‘Rembrandt water’ is het naar voren gekomen dat waterschappen het
Nederlandse bedrijfsleven kunnen ondersteunen bij het verkrijgen en uitvoeren van
waterwerken in Indonesië. Delfland zal aansluiting zoeken bij bedrijven met
Indonesische projecten en de mogelijkheden met hun verkennen voor ondersteuning
vanuit de waterschappen.
Opleiding en capacity-building; Waterschappen kunnen participeren in
samenwerkingsprogramma’s om Indonesische studenten en kaders stage en
ondersteuning te bieden om het gebied van waterbeheer. Dit betreft de
programma’s ‘Young water professionals’ van Wateropleidingen/Deltares/MDF, en
het stageprogramma van DKI Jakarta van de Hogeschool Rotterdam. Deze
programma’s bieden bij uitstek de mogelijkheid om ‘water governance’ onder de
aandacht te brengen in Indonesië en biedt de mogelijkheid om rechtstreeks in
contact te komen met de Indonesische waterbeheerders.
Bestaande samenwerkingsprojecten op het gebied van waterbeheer; HHSK in
Banger/Semarang (governance) samen met de Nederlandse ambassade in
Indonesië, en de samenwerking tussen Jakarta en de gemeente Rotterdam op het
gebied van beheer en onderhoud, bieden mogelijk aanknopingspunten voor verdere
uitbouw van de ondersteuning door waterschappen. Bovendien draagt dit voor
Delfland bij aan een betere samenwerking met HHSK en de gemeente Rotterdam.
Op deze wijze wordt er weliswaar nog niet voldaan aan de concept taakomschrijving voor het
landencoördinatie, welke onlangs door de Unie is opgesteld (zie bijlage) maar is de
3
verwachting dat Delfland een maximale inspanning doet om bruikbare contacten op te leveren
voor een bijdrage van Nederlandse waterschappen in Indonesië.
15.
Bijlagen
1. Brief aan Unie van waterschappen
2. Concept taakomschrijving landencoördinatie Unie
4
Alleen in te vullen indien het een VV-voorstel betreft
** = in te vullen door team Bestuur
Kenmerk VV
:
…**
Vergaderdatum
:
…
Beleidsveld
:
…
Agendapunt
:
…**
De Verenigde Vergadering van Delfland,
op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van …(datum collegevergadering), kenmerk
…(BIS-zaaknummer D&H besluit);
gelezen het positieve/negatieve …(bij ondertekening doorstrepen wat niet van toepassing is)
advies van de commissie(s) …(commissie noemen);
overwegende dat:
…
(motiveer het besluit, waarom wordt dit besluit genomen).
Gelet op:
…
artikel 84 van de Waterschapswet (bij D&H-voostellen);
artikel 77 van de Waterschapswet (bij VV-voorstellen);
alle andere wetgeving (zoals KRW, NBW, verordening Zuid-Holland, delegatiebesluit
etc.;
Besluit:
…
Dit moet in overeenstemming zijn met het ontwerpbesluit (ontwerpbesluit kopiëren).
Aldus besloten in de openbare vergadering van …(datum)
De Verenigde Vergadering voornoemd,
de Secretaris,
de Voorzitter,
mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart
mr. M.A.P. van Haersma Buma