SPECIAL Toegankelijkheid informatie ook voor langere termijn DocumentWereld Ontmoetingsplaats voor professionals DocumentWereld magazine Zomer 2014 VALUe for moNey door leveranciersonafhankelijke kennisinbreng en bewustwording De strategische partner voor uw volledige digitale informatievoorziening Uw resultaat, onze kennis WAArDeVASte strategieen leveranciersadvisering vanuit gedegen sectorkennis LAgere VerWerViNgSkoSteN door brede kennis van de markt, de aanwezige spelers en hun oplossingen, diensten en referenties SNeL SchAkeLeN via onze contacten met vele product-en dienstenleveranciers ALtijD ActUeeL advies vanuit permanent en gedegen marktonderzoek Maximaal resultaat door onze strategie aanpak te combineren met pragmatische adviezen Lees meer op www.strategy-partners.nl PrAgmAtiSche ontwerp- en realisatieoplossingen door jarenlange praktijkervaring miNDer riSico door validatie en kwaliteitsaudits van strategieën, offertes, projectplannen en implementatieverrichtingen SNeL reSULtAAt door klantgericht regiemanagement of projectbegeleiding AANVULLeND door het aanbieden van bewezen methodes/diensten die u kunt gebruiken bij het aanbieden van uw product in de eindgebruikersmarkt. Strategy Partners Nederland B.V. Willem van Abcoudelaan 11 3971 AA Driebergen 0343.514.882 [email protected] INHOUD Opleidingsinstituut Disceru: Leren van anderen... 04 Column Max Beekhuis: ‘The classical dilemma’ 07 Transitie Rijkswaterstaat: Effectief en efficiënt (digitaal) informatiebeheer 08 04 08 12 Wet revitalisering generiek toezicht: 12 Overheid moet op zichzelf leren vertrouwen Gemeente Vlissingen: Soms in spagaat geplaatst 16 Informatietoegankelijkheid: Wat vooral NIET te doen 20 20 16 Colofon Adresgegevens Doxis Loire 126 2491 AJ DEN HAAG 070-3177172 www.doxis.nl [email protected] Twitter @DoxisInformatie Volg Doxis ook op LinkedIn en Facebook Redactie John de Waard, Tekstschrijven als passie Eindredactie Max Beekhuis (Doxis) Geraldine Scholten (Doxis) Annemiek Waters (Doxis) Beeldredactie Janneke Schmidt Realisatie Vakwereld BV Postbus 101 1260 AC Blaricum 087 -8742062 Productie Deze uitgave is geproduceerd op papier, digitaal gepubliceerd voor e-readers en de artikelen zijn te vinden op www.documentwereld.nl en www.doxis.nl. Auteursrechten Vakwereld BV Partnernieuws Hoe mee te groeien in de snel veranderende wereld van communicatie- en documentlogistiek: Leren van anderen belangrijke pijler van opleidingsinstituut Kennis van zaken overbrengen, praktijkgericht instrueren en ervaringen delen. Dat zijn de belangrijkste kenmerken van ‘opleidingsinstituut’ Disceru. Oprichter is Oscar Dubbeldam, specialist in document logis- tieke ontwikkelingen en –oplossingen. Samen met een aantal vakbroeders wil Dubbeldam de markt, zowel gebruikers als aanbieders, wegwijs maken in het omgaan met een snel veranderende wereld, waar het communicatie- en documentlogistiek betreft. De naam Disceru is afgeleid van het Latijnse Discere, wat kennis delen betekent. En dat is precies waar het voor staat. E en aantal jaar geleden ontstond een initi- hebben, zien ze snel waar de valkuilen zitten waar de experts in de markt: het EOMS-collectief. RFI’s en RFP’s doornemen en beantwoorden, geeft atief van een aantal output management Dubbeldam: ‘EOMS staat voor Enterprise Output Management Systeem. Het doel was een ken- nisplatform bieden om geïnteresseerden te leren omgaan en werken met nieuwe systemen om met name uitgaande documenten te creëren, te valideren, te versturen en respons daarop te verwerken. Er is nogal wat ontwikkeling in de manier waarop organisaties met hun achterban, hun klanten en hun medewerkers communiceren. En er is tegenwoordig heel veel mogelijk, maar je moet tegelijkertijd veel randvoorwaarden in acht nemen, wil je het goed doen. Dat was reden voor ons om met een soort op- leidingsgroep te starten. Daarin werden lessen verzorgd door mensen die gepokt en gemazeld zijn in de markt en jarenlange praktijkervaring hebben. Om een lang verhaal kort te maken, dat initiatief, dat eigenlijk uit een soort vakgebonden idealisme is ontstaan, is omgezet naar Disceru B.V. Met dit opleidingsinstituut zijn we nog beter in staat om met meerdere experts op professionele wijze en met een professionele uitstraling de deelnemers aan de leergangen en masterclasses van dienst te zijn.’ Veel kennis en ervaring beschikbaar Doordat de docenten in Disceru veel praktijkervaring 04 cursisten in stappen. Dubbeldam: ‘Al die jaren van je wel een goed beeld van hoe de ‘andere kant’ denkt en werkt. Mensen die willen deelnemen aan onze opleidingen komen uit de hoek van bijvoorbeeld Postkamer, DIV-medewerkers, facilitair en documentlogistiek, print en repro en (onafhankelijke) consultants. Zij zitten allemaal met een dilemma: hoe kan ik meegroeien in de snelle ontwikkelingen van document- en communicatielogistiek? Mijn wereld verandert razendsnel en ik heb eigenlijk geen goed idee hoe ik daarmee moet omgaan. Laat staan dat ik weet hoe ik er op moet inspelen. Inkomende en uitgaande (klant-)communicatie is echter van wezenlijk belang voor het succes van een onderneming en eigenlijk staat dat centraal in alle opleidingen. De vele nieuwe manieren waarop een consument/klant kan communiceren met een organisatie (leverancier), maakt dat die organisatie zich steeds sneller moet kunnen aanpassen aan die nieuwe technieken. Veel organisaties worstelen met deze problematiek. Hoe blijf ik de oude papieren wereld behartigen en stel ik tegelijkertijd mijn medewerkers in staat om, om te gaan met de nieuwe digitale wereld. Waar liggen mijn kansen en hoe houd ik de regie in handen?’ Partnernieuws Gevalideerde opleidingen ben gevolgd, komen veel uit de financiële- en overheids- passen in de vorm van een gevalideerde opleiding geeft consultancy. Dubbeldam: ‘Juist die combinatie geeft Bijgepraat worden over die technieken en hoe ze toe te weer houvast. Dubbeldam: ‘Onze EOMS opleiding is bijvoorbeeld geaccrediteerd door Xplor. Maar misschien nog wel belangrijker is, dat onze deelnemers kennis krijgen en de ervaringen horen van deskundigen die al vaker met het bijltje gehakt hebben. Als onderdeel van de cursus moeten ze een documentstrategie schrijven en presenteren, waarin ze blijk geven van inzicht in en overzicht over de materie. En dat ze in staat zijn om dat te ‘verkopen’ aan anderen in hun organisatie, want dat is waar een strategie toe leidt. Je volgt zo’n opleiding wereld, maar ook uit de wereld van de leveranciers en leuke discussies tijdens de lessen. Daar wordt ook substantieel ruimte voor ingebouwd, want juist die interactie maakt het leerzaam. Leren van anderen hoe die het ervaren of hoe die bepaalde problemen hebben aangepakt, is een belangrijke pijler van de opleiding. De opleiding is productonafhankelijk en iedereen mag zijn visie geven op bepaalde ontwikkelingen. Gaandeweg zo’n cursus merk je dan dat synergie begint te ontstaan tussen de verschillende bloedgroepen.’ tenslotte niet voor niets. Je wilt, nee moet, er iets mee Het succes van de beginjaren heeft ertoe geleid dat medewerker of consultant willen verheffen boven je output management, maar ook kennisoverdracht over gaan doen binnen je eigen organisatie. Je moet je als huidige niveau. Motivatie vanuit de dagelijkse praktijk is dus een belangrijke drijfveer voor deelname.’ Discussies en interactie De nu zo’n 200 deelnemers die onze opleiding al heb- het cursusaanbod inmiddels is vergroot. Niet alleen input management en (digitale) postkamer, “Het Belang van Archiveren”en “Verantwoord Digitaliseren”(de gecontroleerde vervanging van papier door digitaal) wordt nu aangeboden. Dubbeldam: ‘Alleen maar logisch eigenlijk. Wat bij de een wordt verstuurd, komt bij de 05 Partnernieuws ander binnen en je wilt graag antwoord hebben, dus dat Dubbeldam: ‘Het aanbod van Disceru speelt daarop in staat bent om al dat papier op een goede manier te klant is volop in ontwikkeling. Papier wordt weliswaar dat veel tijd, geld en energie. En het geeft bovendien momenten stijgt enorm. De organisatie moet ook 24/7 komt op een of andere manier ook weer terug. En als je in. De techniek van communicatie tussen bedrijf en vervangen door digitaal in een geolied proces, scheelt vervangen door digitaal, maar het aantal klantcontact- sneller en meer inzicht.’ bereikbaar zijn. Daarnaast wil de klant ook erkend Strategie én uitvoering aanpassing in de organisatie wat betreft document-, logistieke medewerker in de postkamer en printafdeling ring die alleen succesvol kan zijn als de medewerker ring, maar ook op de strategie rondom de document-, nieuwe technieken, de veranderende cultuur en bele- ontwikkelt zich van een uitvoerende medewerker op een worden opgeleid. Niet aan de hand van een lesboekje, die de bedrijfsdoelstellingen kan ‘vertalen’ van doelstel- die zaken en die gedachten in de praktijk uitvoerbaar te en herkend worden als klant. Dit vereist een enorme De trend die zichtbaar is, is dat de facilitaire of document informatie- en communicatielogistiek. Een verande- zich meer en meer gaat richten op niet alleen de uitvoe- voldoende meegaat in zijn ontwikkeling met deze informatie- en communicatielogistiek. De medewerker ving van klantinteractie. Daar moet hij adequaat voor beperkt gebied, naar de consultant voor de organisatie maar door serieus na te denken en te discussiëren over ling naar strategie met praktische oplossingen. maken. Daar ligt het begin van het succes.’ Oscar Dubbeldam 06 De Column ‘The classical dilemma of the chicken and the egg…’ Het is uitgebreid in het nieuws geweest: de overheid betaalt per jaar miljarden euro’s aan mislukte ICTprojecten. Het verloren bedrag is weliswaar iets gedaald ten opzichte van enkele jaren geleden, van 6 miljard euro naar zo’n 4,5 miljard euro per jaar, maar toch. En dat het minder is geworden heeft vast niets te maken met verbeteringen in de uitvoering van het proces, maar alles met de bezuinigingen binnen de overheid, ook/juist op ICT. Het gaat echter nog steeds om grote sommen geld en wat heb je er eigenlijk voor? Daarnaar wordt door de Tijdelijke Commissie ICT van de Tweede kamer al langere tijd onderzoek gedaan. Deskundigen worden geraadpleegd, ervaringsdeskundigen gehoord, maar als straks het onderzoek is afgerond, gaat er dan wat veranderen? Als ervaringsdeskundigen al aangeven dat het ‘erg lastig is wat er precies is mis gegaan en wiens verantwoordelijkheid dat is’, hoe groot is dan de kans dat het in de toekomst wel goed zal gaan? En als juristen het vermoeden uitspreken dat bedrijven niet aansprakelijk worden gesteld bij falend optreden, omdat de leiding binnen de overheid er niets van weet, doet dat het ergste vrezen. Bij eerdere onderzoeken naar deze geldverslindende miskleunen kwam naar voren dat sprake is van sterk uiteenlopende belangen en kennisniveaus tussen de opdrachtgever (overheid) en de opdrachtnemer (het ICT-bedrijf ). Dat gaat echt niet zomaar veranderen. Het belang van een bedrijf is goede dienstverlening leveren voor een faire prijs. Dat van de overheid is de burgers zo efficiënt en effectief mogelijk bedienen, het zogenaamde publieke belang. Dat kan een tegenstelling zijn als er gehandeld wordt vanuit wantrouwen. Geslaagde projecten zijn m.i. voorbeelden van projecten waarin niet is uitgegaan van ongelijkwaardigheid, maar van gemeenschappelijkheid en verbinding op het doel: het bedienen van het publieke belang, met respect voor ieders deelbelang. Ontbrekende kennis bij de overheid moet worden ingehuurd. Althans, dat is wat een van de ervaringsdeskundige ondervraagden, maar ook Maarten Hillenaar, voormalig Rijks-CIO, bij de Tijdelijke Commissie ICT heeft aangegeven. Maar als je eigenlijk niet handelt vanuit verbinding en gezamenlijkheid, omdat je er geen kennis van hebt, of er niet op kunt vertrouwen dat je partner vanuit de zelfde uitgangspunten handelt, hoe kom je dan aan de geslaagde projecten? ‘The classical dilemma of the chicken and the egg…’ Max Beekhuis Foto: Karin Bornhijm ( Janneke Schmidt) ‘….DIM-visie is niet zo zeer een systeemverandering. Het is een verandertraject…’ De Praktijk Afdeling DIM cruciaal bij transitie RWS naar regieorganisatie Effectief en efficiënt informatiebeheer basis voor samenwerken in de keten Samenwerken binnen een goed georganiseerde werkomgeving kan alleen als de informatie die je nodig hebt om te kunnen samenwerken correct, volledig en (digitaal) beschikbaar is. Zo vormt het expertisecentrum Documentaire Informatie van Rijkswaterstaat (RWS) een cruciale schakel in de keten. RWS is hard op weg om steeds meer de regisseursrol te vervullen in die keten. En ook daarvoor geldt: dat kan alleen als de informatie op orde is. Samen met Doxis legt het expertisecentrum Documentaire Informatie samen met het projectmanagement van K DIM-visie daarvoor nu het fundament. arin Bornhijm werkt als specialist Documentaire Informatie bij het gelijknamige expertisecentrum van RWS. ‘Die expertisecentra zijn er om de corporate diensten te ondersteunen, dus eigenlijk om de stafdiensten de instrumenten te geven waarmee zij de organisatie kunnen aansturen. Zo zijn er behalve Documentaire Informatie ook expertisecentra voor onder meer Financiën, HRM, Support en P&O.’ Bornhijm vormt met haar team een belangrijke schakel in de transitie die RWS nu doormaakt. Bornhijm: ‘Iedereen binnen RWS heeft met document management te maken. Binnen RWS zijn veel projecten met veel betrokkenen en belanghebbenden. Die projecten genereren veel informatie die niet alleen beschikbaar moet zijn voor de anderen tijdens het project, maar ook op de lange termijn te raadplegen moet blij- ven. Verantwoording en transparantie staan hoog in het vaandel bij RWS, want wegen aanleggen is nu eenmaal geen kortstondig project. Het is dus zaak om goed na te denken over hoe je wat, waar en wanneer gaat bewaren. Dat is onze taak als expertisecentrum Documentaire Informatie: nadenken over trends en ontwikkelingen daarin en die voor RWS toepasbaar maken.’ DIM-visie vormgeven Mede vanuit het expertisecentrum Documentaire Informatie heeft de DIM-visie vorm gekregen. Bornhijm: ‘DIM-visie is de weerslag van de bespiegelingen binnen RWS, die heeft geleid tot een uitgekristal- liseerde visie op het gebied van Documentaire Informa- tie, digitaal informatiebeheer en digitaal samenwerken. Die visie moet de juiste koers uitzetten, zodat we straks binnen één goed georganiseerde, digitale werkomgeving kunnen samenwerken en alle informatie voortdurend op orde hebben. Dan moeten we RWS-breed kunnen beschikken over álle relevante informatie die we nodig heb- ben om ons werk goed te kunnen doen. Daarbij moet je bedenken dat RWS zich in de toekomst steeds meer zal opstellen als opdrachtgever en minder als de daadwerke- lijke uitvoerder van taken. Daarvoor is het nodig dat de medewerkers - en later ook de andere belanghebbenden in de projectketen - kunnen werken vanuit één uniform ingerichte samenwerkingsomgeving. In dit geval met als centraal element SharePoint 2013, met alle DMS en Records Management functionaliteit die daarbij hoor. Maar niet alleen SharePoint bepaalt die werkomgeving. Vanuit de werkomgeving CONNECT moeten medewerkers in verbinding kunnen staan met andere systemen binnen Rijkswaterstaat en (later) met de andere ketenpartners. Die omgeving hebben we CONNECT genoemd, juist omdat we daarmee met elkaar in verbinding staan. Maar met alleen een samenwerkomgeving ben je er nog niet.’ 09 De Praktijk Goed fundament leggen de zaken die noodzakelijk zijn voor je kernactivi- flinke ommezwaai. Bornhijm: ‘Eigenlijk ga je van een maatschappij: doe waar jij echt goed in bent en zoek Voor alle betrokkenen betekent deze transitie een reactieve organisatie naar een veel meer proactieve organisatie: meteen nadenken over wat later gaat/moet gebeuren met bijvoorbeeld je informatie, je documen- ten. De maatschappij en dus ook RWS is voortdurend in beweging en die veranderingen moet je kunnen bijhouden. Rondom projecten en projectinformatie is dat niet anders. Als de projectmanager of de manager projectbeheersing, de documentatie over het project vanaf het begin goed heeft doordacht en ervoor zorgt dat die op basis van de juiste metadata wordt opgesla- gen en beschikbaar gemaakt, scheelt dat achteraf veel teiten moet je optimaliseren. Die trend zie je in de hele partners voor de zaken waar zíj echt goed in zijn. Dat is een belangrijke insteek van deze transitie. En dat is de achterliggende filosofie van de raamovereenkomsten over dit onderwerp van de afgelopen periodes. We kiezen voor specialisten om ons te begeleiden en te ondersteunen in de zaken waar we zelf minder in thuis zijn of om ons op het pad te brengen waar we naar toe willen gaan. De weg moeten we zelf bewandelen, maar voor het pad er naartoe, kunnen we gebruik maken van goede gidsen.’ moeite. Het is veel lastiger om diezelfde informatie ‘Single point of truth’ maken. Het fundament voor goed projectmanagement periode 2008-2012 en daarin heeft RWS de stappen achteraf te classificeren, metadateren en ontsluitbaar te en een beheersbare, (ook achteraf ) controleerbare werkomgeving, ligt uiteindelijk in adequaat informatiebeheer. Verantwoording en transparantie zijn cruci- ale elementen voor een organisatie als Rijkswaterstaat. Maar ook voor de andere stakeholders in de projecten, van de minister tot de aannemers en onderaannemers. Alles draait om betrouwbare en bruikbare informatie. En hoe we daar mee moeten omgaan is wat we hebben vastgelegd in de DIM-visie. Die informatie vormt de verbindende schakel tussen de organisatie van RWS, de mensen die met en voor ons werken en de markt buiten de organisatie. Dát maakt het mogelijk voor RWS om die regieorganisatie te worden.’ ‘Lean & mean’ Een andere drijvende kracht om de transitie naar een ‘digitale’ regieorganisatie te manoeuvreren, is het feit dat Rijkswaterstaat zelf krimpt en ook in de toekomst De eerste raamovereenkomst had betrekking op de gezet naar vooral traditioneel document management met borging. Bornhijm: ‘Zorg ervoor dat projectdocumenten volgens bepaalde richtlijnen worden opgesteld, opgeslagen en beheerd. Met daaraan gekoppeld duidelijke criteria voor metadata die het mogelijk maken om die documenten ook op langere termijn (digitaal) te ontsluiten. Daarbij hebben we nu nog te maken met een hybride situatie, dus papier en digitaal, maar op termijn moet het mogelijk worden om alleen digitaal te werken. Of het wettelijk in de toekomst zal worden toegestaan om alles alleen digitaal te bewaren, is weliswaar nu nog niet aan de orde, maar daarover moet je wel nadenken. Vanuit het oogpunt van ons ‘single point of truth’ idee, proberen we langzaam maar zeker de eerste stappen te zetten in de richting van één digitale omgeving voor samenwerken. Dat platform moet CONNECT zijn.’ nog wel zal krimpen, denkt Bornhijm. ‘Het streven is Nu moet CONNECT veel meer worden dan ‘one sin- deze aan te sturen, in plaats van zelf steeds het voor- zien. Het is een compleet digitale werkomgeving met om meer met marktpartijen samen op te trekken en touw te nemen in de uitvoering. Dat betekent dat je als organisatie ‘lean & mean’ moet kunnen opereren. Overtollige ballast moet je zien kwijt te raken en 10 gle point of truth’ om informatie op te halen of in te verbindingen naar andere systemen die moeten kunnen worden aangesproken. Bornhijm: ‘CONNECT gaat om het faciliteren van medewerkers. DIM-visie De Praktijk is ontwikkeld en wordt uitgerold om medewerkers in bare en sterke partners om zich heen verzameld die doen, met daarbij volledige controle over inkomende met succes te realiseren, waaronder Doxis Informatie- staat te stellen hun werk beter, sneller en efficiënter te en uitgaande informatie. Het programma van DIMvisie staat borg voor een juiste vastlegging en verantwoording van informatie en –processen. Die informa- tie wordt op één centrale plaats vastgelegd en beheerd. ‘Single storage, multiple use’. Informatie wordt op projectniveau bij elkaar gehouden en ontsluitbaar gemaakt. Daardoor zijn we makkelijker in staat om cruciale processen – ook achteraf – te herleiden en te verantwoorden. Dat moet ook, want het gaat wel over belastinggeld en hoe we dat besteden. DIM-visie is voor ons van strategisch belang. En CONNECT is de samenwerkingsomgeving met het koppelvlak naar andere belangrijke systemen en de buitenwereld.’ Sterke partners Zo’n traject doe je niet alleen. RWS heeft betrouw- de specialistische kennis inbrengen om het project managers. Bornhijm: ‘Doxis brengt veel ervaring en expertise in op het gebied van document management, met de noodzakelijke kwaliteit en borging (bijvoorbeeld met het oog op de migratie van infor- matie naar het nieuwe doelsysteem in CONNECT) en het opleiden en begeleiden van mensen naar de nieuwe situatie. Daar staat tegenover dat er een harde resultaatverplichting geldt: er is een project met duidelijke vastgestelde doelen en die doelen moeten worden gerealiseerd. Doxis is een partner die met je meedenkt en die je kunt (laten) aansturen. Zij beschikt over de juiste mensen met verstand van zaken, die weten hoe je moet (leren) omgaan met deze veranderingen. DIM- visie is in onze optiek niet zo zeer systeemverandering, maar een verandertraject over hoe om te gaan met informatie en samenwerken.’ Rijkswaterstaat 11 Het Toezicht Interbestuurlijk Archieftoezicht en de Wet revitalisering generiek toezicht: ‘Overheid moet langzaamaan meer op zichzelf gaan vertrouwen’ Er staat veel te gebeuren en er is al veel gebeurd op het gebied van toezicht op de archiefbescheiden binnen de gemeentelijke organisatie. Dat mag tegenwoordig binnen de gemeente zelf worden geregeld. De Wet revitalisering generiek toezicht (Wet RGT) voorziet erin dat weliswaar provinciaal archieftoezicht wordt gehouden, maar de beslissing ligt ten principale bij de gemeente: het college van B en W als archiefwettelijk ‘zorgdrager’ en de gemeenteraad als toezichthouder. Bennie te Vaarwerk, interbestuurlijk toezichthouder archieven (provincie Gelderland, en Lolke Folkertsma, provinciaal archiefinspecteur (provincie Overijssel) zien steeds meer ‘afstand ‘H komen’ tussen hun taak en de werkvloer. et archieftoezicht verandert stevig,’ informatiehuishouding. Bij de provincie Overijssel is dat veranderingen is eigenlijk juist veel minder dekkend en ben je dus meer afhankelijk van de begint Folkertsma. ‘En met al die overleg nodig. Niet alleen om bij te blijven, maar ook om elkaar op de goede weg te houden. Daar waar het LOPAI (Landelijk Overleg Provinci- ale Archiefinspecteurs) tot voor kort sturend was, is het nu meer een beraad voor vakgenoten, waar kennis en ervaring worden gedeeld. Ook nuttig, maar dat is een duidelijk andere rol. Daarnaast bestaat BRAIN (Branche- vereniging Archiefinstellingen Nederland) ook al en veel van de werkzaamheden van het LOPAI worden tegen- woordig doorgeschoven naar BRAIN. En dat is minder sturend, daarmee zijn wij als provinciale archiefinspecteurs ook meer volgend geworden. We volgen de zaak op de voet, maar kunnen niet meer heel direct invloed uitoefenen op wat er gebeurt binnen de gemeentes. Het is meer toezicht op afstand geworden met de komst van de Wet RGT.’ netwerk van dergelijke bevoegde functionarissen veel lokale betrokkenheid en deskundigheid van bijvoorbeeld een bestuurder of een ambtenaar.’ Nu de rol van de provinciale archiefinspecteur is veranderd van functioneel onafhankelijke zelfstandige functi- onaris voor toezicht en beheer naar ‘toezichthouder en volger op afstand’, is het voor alle betrokkenen nog even wennen aan de nieuwe rol. Folkertsma: ‘Uiteindelijk gaat het om het borgen van de kwaliteit van het archief en de informatiehuishouding. Een rapport zoals de KPI-check van de VNG is niet het hoofddoel, het is slechts een middel om waar nodig inzicht te krijgen en te verbeteren. De provincie stelt uiteraard wel eisen met betrekking tot de duurzaamheid en het kwaliteitszorgsysteem dat wordt gehanteerd. Voorheen werd door iedereen dezelfde vragenlijst ingevuld en kreeg je als archiefinspecteur een Dekkend netwerk Nu is er wel een essentieel verschil tussen beide provincies en hoe het toezicht, dan wel de aanpak op dat toezicht is geregeld. Bennie te Vaarwerk: ‘Binnen de provincie Gelderland hebben we een vrijwel dekkend netwerk van bevoegde gemeentelijke archiefinspecteurs en dat maakt het wel wat makkelijker om ‘het los te laten’. Deze collega’s zijn bekwaam en bevoegd en zijn dus in staat goed werk te leveren bij het begeleiden van gemeentes in hun 12 helder beeld van de status. Dan kwam het vervolg op die vragenlijst en kon je trends signaleren en eventueel bijsturen. Nu, met de KPI-check, zijn er tien hoofdvragen met enkele tientallen sub-vragen. De antwoorden daarop worden door de eigen organisatie, bijvoorbeeld de controller (Overijssel) of de archiefinspecteur (Gelderland) ingevuld en er wordt binnen de eigen organisatie, dus horizontaal, verantwoording afgelegd. Dat is toch wezenlijk anders.’ Het Toezicht Lolke Folkertsma Te Vaarwerk: ‘Het is natuurlijk niet zo dat maar wat binnen veel gemeentes, denkt ook Folkertsma. ‘Als je het zoals we al aangaven, en in het jaarplan moet ook heel vuldig worden ingevuld. Het college van B en W krijgt aangerommeld kan worden. De provincie stelt eisen, duidelijk zijn hoe het is geregeld met duurzaamheid en kwaliteitszorg van archiefbescheiden en informatiehuis- houding. Echter, de grip die je als archiefinspecteur had, is wat losser geworden. Op dit moment geldt voor veel gemeentes dat ze op ‘oranje’ staan als je de uitkomsten van de veelgebruikte KPI-checks ziet. En veel gemeentes staan op ‘rood’ als het gaat om kwaliteitszorg. Daar is nog te weinig aan gedaan en daar moet snel een flinke slag worden gemaakt. Dat is dan weer één van de actiepunten van Archief 2020.’ Ook digitale informatie meenemen goed wilt doen moet zo’n KPI-check nauwgezet en zorgvervolgens het rapport, beoordeelt dat en legt het voor aan de gemeenteraad. Als die akkoord gaat met hetgeen erin staat en met de bijbehorende aandachts- en verbeter- punten en het plan met oplossingen, pas dan heb je echt een heldere verantwoording afgelegd. En pas in die laatste fase krijgen wij de resultaten te zien van die inspan- ningen’. Dus het ‘bijsturen’ wordt meer ‘achteraf adviseren. Overigens wordt in een zogenaamd informatie- arrangement afgesproken welke informatie de provincie nodig heeft van de gemeente, om het toezicht op afstand uit te kunnen oefenen.’ Als alles goed verloopt, de Wet RGT is nog maar net Het lastige is dat behalve grote hoeveelheden papieren van de reële status van het archief- en informatiebeheer taal voorhanden is en digitaal wordt bewerkt, verwerkt van kracht, is er over een aantal jaar een duidelijker beeld stukken, inmiddels ook enorm veel informatie digi- 13 Het Toezicht Huis der Provincie Gelderland Provinciehuis Overijssel en opgeslagen. Te Vaarwerk: ‘Om daarin orde te schep- pen kan bijvoorbeeld een e-Depot, een belangrijke rol spelen. Er zijn ontwikkelingen op dat gebied, maar veel is ook nog onduidelijk. Provincie en Rijk zitten samen met drie Regionale Historische Centra (RHC’s) in een initiatief rondom een gemeenschappelijk e-Depot. Nu moet worden uitgezocht hoe het werkt, of het werkt, hoe gemeentes daarin passen en of het wel verstandig is om dat als overheid zelf te willen doen. Misschien kan een commerciële partij het beheer wel veel beter doen. Ook moet worden nagedacht over hoe we het gebruik van zo’n e-Depot kunnen stimuleren. Want je kunt iets moois hebben bedacht, maar als het niet of onvoldoende wordt 14 Toegangspoort Huis der Provincie Gelderland gebruikt, schiet het zijn doel voorbij. Veel zal afhangen van standaardisering en duidelijkheid rondom bestandseisen, technische specificaties, procedures, juridische haalbaar- heid en bewijskracht. En dan nog blijft het heel lastig te organiseren. Onderzoek heeft uitgewezen dat slechts vijf procent van de informatie in een documentmanagement- systeem wordt opgeslagen en beheerd. Dat is niet veel; het overgrote deel van (ook archiefwaardig) materiaal bevindt zich in databases, websites en andere applicaties.’ Bewustwording Het duo realiseert zich ook heel goed dat het een kwestie van bewustwording bij de direct betrokkenen is. Het Toezicht In die bewustwording speelt DIV, Documentaire Infor- matievoorziening, een doorslaggevende rol. Te Vaarwerk: ‘Waar DIV voorheen achteraan in de keten zat, schuift ze steeds meer op naar voren in het bedrijfsproces. Je moet aan het begin van het proces alert zijn en meteen inspelen op de ontwikkelingen. Er komen daarom richt- lijnen voor een ‘toetsbaar kwaliteitssysteem’ in het kader van Archief 2020. Het borgen van (de kwaliteit van) de informatiehuishouding en de actualiteitswaarde ervan is cruciaal voor elke onderneming of organisatie. Of dat nu een gemeente is of een bedrijf, dat maakt eigenlijk weinig verschil. En het is een belang waar je niet zomaar even een kant-en-klare oplossing voor hebt. Mensen en hun houding daarover zijn essentieel.’ Folkertsma: ‘Het daadwerkelijke dossierbeheer ligt in de praktijk bij die medewerker. En die heeft vaak andere belangen dan een medewerker DIV. Hij beschikt bovendien lang niet altijd over de juiste deskundigheid. Het is geen onwil, maar men is zich niet bewust van het belang van een goed georganiseerd archief met bijbehorend beheer, met vernietigingstermijnen etc. Uiteindelijk gaat het erom dat je je werk goed kunt doen. Recht doen aan een optimale bedrijfsvoering én de rechtzoekende burger. Dáár ligt wellicht de grootste uitdaging van de Wet RGT. Pas als we er met zijn allen in gelijke mate van overtuigd zijn, dat het belangrijk is om ook op langere termijn te kunnen uitleggen wat je hebt gedaan, hoe je het moet doen, waarom en op basis van welke argumenten en documenten bepaalde beslissingen zijn genomen, pas dan kun je effect verwachten van alles wat je hebt bedacht om archief- en documentbeheer op gemeentelijk niveau zelf- standig te laten functioneren. En alleen dan kan ‘toezicht op afstand’ als uiting van vertrouwen voldoende zijn… Bennie te Vaarwerk 15 De Praktijk Keurt de slager zijn eigen vlees? Eigen toezicht op naleving Archiefwet plaatst gemeenten (soms) in spagaat Meer eigen verantwoordelijkheid staat centraal bij de invoering van de Wet revitalisering generiek toezicht (RGT). In de praktijk betekent deze wet, dat gemeenten grotendeels zelf zorg moeten dragen voor de juiste uitvoering van archieftaken en informatiebeheer, met de daarbij behorende inspectie en controle. Maar gaat dat niet de kant op van de slager die zijn eigen vlees keurt? D eze wetsontwikkeling staat los van de recentelijke decentralisaties, maar heeft wel grote impact op de praktische uitvoering van de Archiefwet op gemeentelijk niveau. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een aantal richtlijnen opgesteld om het makkelijker te maken. Maar hoe ga je daar mee om als afdeling DIV, gemeentelijke archivaris of als adviseur informatiebeheer? De nieuwe wet betekent dat de provincie een stap terug doet op het gebied van inspectie en zich meer opstelt als toezichthouder; gaat alles naar behoren? Elke overheidsorganisatie wordt nu geacht zelf inspecties en naleving te organiseren, alsook verbeteracties op te stellen en uit te voeren. Het college van burgemeester en wethouders heeft nu de zorg en legt verantwoording af aan de gemeenteraad. Die controleert op haar beurt weer de taakuitvoering door het college. De provincie controleert achteraf en is verantwoordelijk voor eventuele gemeentelijke nalatigheden op dit gebied. Het toezicht vindt plaats op de door de gemeente aangeleverde informatie. Een goede handreiking om aan alle wensen en eisen te kunnen voldoen, zijn de zogenaamde Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) die de VNG heeft opgesteld. Wan- neer een organisatie die KPI’s invult en correct uitvoert, ontstaat er een helder beeld waar de organisatie staat als het gaat om of er voldaan is aan de eisen rondom infor- matieplicht richting provincie. Deze KPI-check is een 16 toetsingsinstrument. Het zegt nog niets over de kwaliteit, maar geeft wel inzicht in hoeverre je voldoet als gemeente aan de wettelijke bepalingen. Maar hoe vul je dat in en hoe voer je dat uit? Wie is er binnen de overheidsorgani- satie deskundig genoeg om die specialistische informatie te verstrekken? Dat valt nog niet mee. En indien een externe adviseur wordt ingeschakeld, dat in de praktijk vaak voorkomt, hoe stel je je dan als adviseur op in deze? Gewoon de richtlijnen volgen en afvinken wat is gedaan? En dan tot de conclusie komen dat het in de praktijk nog niet (helemaal) voldoet aan de wettelijke eisen die zijn gesteld? En hoe verloopt dan het vervolgtraject? Gemeente Vlissingen De gemeente Vlissingen heeft er inmiddels ervaring mee. Ad Tramper, gemeentearchivaris: ‘Tot een paar jaar geleden verliep ‘het archiveringsproces’, als je dat zo mag noemen, volgens de bekende weg. Wij zorgden zelf voor het beheer en de provinciale archiefinspecteur contro- leerde. Dat ging op zich prima. Maar met de invoering van de nieuwe wet kwam daarin verandering: de zorg voor adequate archivering en archiefbeheer kwam bij de gemeente zelf. En dat is toch even slikken, want de gemeente Vlissingen heeft maar beperkte mensen en middelen beschikbaar en beschikt ook niet over de vereiste kennis op alle gebieden. Er is bijvoorbeeld geen bevoegd archiefinspecteur binnen de gemeente Vlissingen, zoals bij zo veel andere gemeenten ook niet De Praktijk Ad Tramper het geval is. Dat had de zaak wel een stuk eenvoudiger informeert de raad en het college van Gedeputeerde gemaakt. Ondanks dat je voor je zelf wel het idee hebt Staten. Daarmee voldoet de organisatie aan de externe peiling. De KPI-check van de VNG leek ons Tot zover de optimale situatie. dat je je werk goed doet, is er wel behoefte aan een een uitstekend middel om helder te krijgen waar we informatieverplichting in het kader van de Wet RGT. stonden. Doxis was vervolgens de partij waar we mee Ad Tramper: ‘Die procedure is ook hier gevolgd, in een aantal projecten gedaan en die samenwerking was documenten en eerlijk gezegd viel de uitkomst van de in contact traden. Zij hadden voor de afdeling DIV al goed bevallen. Doxis was overigens ook de enige partij die een dergelijke dienst aanbood. Bovendien waren de randvoorwaarden voor die dienst voor ons aantrekkelijk genoeg om ook hiervoor met ze in zee te gaan.’ Prioriteiten stellen Doxis Informatiemanagers heeft een samenwerking met DIV voor de niet overgedragen check mij mee. Je weet niet goed wat je ervan moet verwachten, omdat, zoals ik al zei, je zelf denkt dat je het goed doet. Maar gezien alle veranderingen in wet- en regelgeving die steeds weer moeten worden gevolgd, is dat geen garantie dat het ook zo goed is als eigen methodiek ontwikkeld om organisaties die de KPI- check willen uitvoeren, te hulp te komen. Aan de hand van de volledig ingevulde KPI-vragenlijst van de VNG, een checklist en een duidelijke handreiking, wordt de actuele stand van zaken rond het archiefbeheer gemeten. Aan de hand van de rapportage kan, door de gemeentearchivaris in de meeste gevallen, het college van B & W worden geïnformeerd over wat de status is en welke aandachtspunten er zijn. Het College je zelf denkt. Doxis gaf in het rapport heel helder weer, aan welke zaken aandacht moet worden besteed. Het is dan vervolgens aan ons, als opdrachtgever, om daarin accenten en prioriteiten aan te brengen en een stappenplan te maken, om aan te geven in welke volgorde en met welke snelheid de zaken zouden kunnen worden opgepakt. Want aan alles hangt een budget en als er iets onder druk staat op dit moment, is het wel ‘het budget’. Maakt niet uit welk budget, maar bij de overheid staan ze allemaal onder druk. Bovendien is het aanbrengen van accenten en prioriteiten ingegeven door de 17 De Praktijk inhoudelijke en vaktechnische kant. Daartegenover staan is aan ons om de feitelijke situatie te rapporteren. Je de praktijk. Het is en blijft aan ons om daar goed mee om aan de opdrachtgever. Deze gebruikt op zijn beurt de dan de ‘strikte’ procedures en die twee botsen wel vaker in te gaan. En per gemeente kan het verschillen hoe je daar invulling aan geeft.’ moet altijd aansturen op onafhankelijke verslaglegging input daarvan om zijn ‘eigen’ verslag op te stellen met de gestelde prioriteiten, zoals Ad al aangeeft.’ Jelger Postma heeft in zijn dagelijkse werkzaamheden Zoeken naar de volgorde maken met dit onderwerp. Hij was ook betrokken bij de verantwoording, de Wet RVT, pas in zijn eerste verslag- als adviseur bij Doxis Informatiemanagers regelmatig te KPI-check voor Vlissingen. En dan blijkt ook hier dat de praktijk net even anders in elkaar steekt. ‘Het blijft een lastige materie, vooral omdat die KPI-check van de VNG geen verplichting is, terwijl er vaak wel zo naar wordt gehandeld. Het is een handreiking om tot een beoordeling te komen. En met die beoordeling moet je als gemeente aan de slag.’ Tegelijkertijd speelt mee dat deze nieuwe wet van leggingsjaar is en dat alle partijen dus nog moeten wennen. Postma: ‘Alles wat nieuw is, moet wennen. Het is nog zoeken naar de juiste volgorde van besluitvor- ming door het college, de raad en informatieverstrekking aan Gedeputeerde Staten. Breng je afzonderlijk verslag uit over de staat van de informatiehuishouding of inte- greer je dit in een bredere cyclus van verantwoording op diverse beleidsterreinen? Zo zijn er meer onderwerpen Duidelijkheid Postma: ‘In een voorgesprek met de opdrachtgever is het zaak om duidelijkheid te scheppen over wat zij van mij verwachten en wat ik van hen mag verwachten. Ruimte voor nuance in de tekst is er natuurlijk altijd, maar het die op het bordje van een gemeente komen, maar waar de organisatie nog niet altijd goed raad mee weet. Het is nog wat wennen aan de nieuwe weg, maar als je eenmaal op het goede spoor zit, voel je je vanzelf steeds meer op je gemak. En daar kunnen wij heel goed bij helpen.’ Het verleden en heden vastleggen voor de toekomst 18 De Praktijk Ad Tramper: ‘Daar kan ik me wel in vinden. Ook voor je de digitale duurzaamheid? Hoe kun je dat technisch meting, waarmee we aan de slag moeten. Dat het door komen, maar hoe pak je dat aan? Er zijn nog maar weinig ons is het wennen. Nu is er een statusrapport, een nul- een buitenstaander is opgesteld, geeft het rapport ook een andere status hier binnen de gemeente. Je moet niet het gevoel krijgen dat de slager zijn eigen vlees keurt. Een gezonde kijk op de zaak geeft soms nieuwe ideeën en creëert ook draagvlak bij het bestuur: het zijn niet de ei- gen mensen (alleen) die dat vinden, maar ook de experts.’ Vervolgstappen Nu de rapportage klaar is, gaat Tramper verder met de borgen? Er moet sowieso een kwaliteitsborging standaarden op dat gebied. Het meeste wordt lokaal geregeld, maar zou dat nou juist niet landelijk moeten worden geregeld? We zijn ook aan het kijken, samen met ICT, hoe we het volledig digitaal kunnen doen. Dus vervanging van al het papier, en dat stelt weer eisen aan de ICT-infrastructuur. Dan zou er tenslotte eigenlijk ook nog een calamiteitenplan moeten zijn. Je begrijpt, we zijn nog niet klaar.’ vervolgstappen. ‘Nu moet het naar het college van B&W, ‘Als de basis echter goed is, het archiveren en archief- En de eerste vraag die zij daar vervolgens stellen is: wat goed fundament. Dat moet kloppen. En daarop kun met onze aanbevelingen aan die van Doxis toegevoegd. het gaat kosten? Daarom zijn vertrouwen en draagvlak zo belangrijk. Alles kost geld en je kunt niet alles binnen één jaar aanpakken. Er is daarnaast een vergaande relatie met het documentmanagementsysteem dat we gebruiken, in ons geval Verseon van Circle Software. En de ICT-infrastructuur? Hoe ga je daar dan mee om? Welke bewaarstrategie hanteer je en hoe regel beheer volgens de archiefverordening, dan heb je een je rustig verder bouwen. Keulen en Aken zijn ook niet op één dag gebouwd en veel gemeenten kampen met dezelfde problemen als wij: gebrek aan mensen, middelen en in sommige zaken ook gebrek aan kennis. Als je je prioriteiten duidelijk kunt beargumenteren zal niemand je daarop aanvallen. Het gaat uiteindelijk om openbaarheid, verantwoording van je handelen en transparantie.’ Michiel de Ruyter ziet toe op een juiste verslaggeving… 19 De Visie De zeven zonden bij informatie toegankelijk houden Toegankelijk houden van informatie nekkenbreker voor iedere ICT-manager Er zijn zo van die zaken die je absoluut niet zou moeten doen, wil je, ook op de langere termijn, (belangrijke) informatie beschikbaar en toegankelijk houden in de organisatie. Overvolle netwerkschijven en e-mailboxen, onduidelijkheid over verantwoordelijkheden en beleid, zijn slechts een paar voorbeelden van issues die spelen als het gaat om de toegankelijkheid van informatie. In dit artikel zoomen we in op de do’s and don’ts omtrent dit onderwerp. Er zijn namelijk een aantal valkuilen waar iedere organisatie gemakkelijk in terecht kan komen. Z Door: John Gerse, professional bij Doxis onde 1: Geen rigoureuze maatregelen durven nemen De opslag van informatie op netwerkschijven vormt in toenemende mate een probleem voor land, met zo’n 10 terabyte aan informatie op de schijven. Bij elkaar goed voor al snel zo’n zes tot zeven miljoen bestanden. En elke medewerker bij zo’n gemeente verzamelt bestanden in digitale mapjes, persoonlijke veel organisaties. Een voorbeeld daarvan betreft het afschaf- mapjes, afdelingsmapjes, hoofdmapjes en sub-mapjes. ties dat medewerkers, naast de gezamenlijke netwerkschij- losse bestanden als tekst, foto’s, spreadsheets, pdf- een persoonlijke schijf. Medewerkers plaatsen daarop veel verschillende versies. En dubbele bestanden, want veel voor ‘eigen gebruik’ beschikbaar moet zijn. Eigen docu- ding, ook nog eens op in hun eigen omgeving. Maar over van de vakantie, (klein)kinderen of anderszins. De vraag is is opgeslagen. Zo ontstaat er een oerwoud aan digitale anderen beschikbaar moet zijn en of het wel nodig is dat gebeurt een ramp. De voor dat moment belangrijke werkgever. Het antwoord daarop is wel duidelijk, de manier op een netwerkschijf. Maar waar ook al weer? En onder kers zo’n persoonlijke schijf namelijk helemaal niet nodig. het bestand op de schijf plaatste, werkt er niet meer. Ook voor anderen en extra opslag. Persoonlijke gegevens bewaar afdelingen’ is niets terug te vinden. Zo’n schijf doorzoeken ‘eigen cloud’. Alleen zakelijke gegevens deel je met collega’s. Zit het daartussen? Misschien ook niet? afgeschaft. Dat vraagt echter wel om een rigoureuze maat- Let wel, dit is de praktijk. De ambtenaar van destijds kelijk, maar komt de organisatie uiteindelijk wel ten goede. weet terug te vinden als het nodig is. En was zich niet Zonde 2: En maar blijven verzamelen… manieren om belangrijke informatie te borgen voor de fen van de persoonlijke schijven. Vaak zien we bij organisa- Geheel naar eigen inzicht. Vaak gaat het om heel veel ven of afdelingsschijven, ook gebruik kunnen maken van bestanden, multimediabestanden, etc. Documenten in informatie waarvan de medewerker vindt dat deze alleen medewerkers slaan bestanden, na onderlinge versprei- mentatie, extra versies van documenten, maar ook foto’s tien jaar weet niemand meer dat het er was en waar het in hoeverre informatie op deze schijven niet gewoon voor informatie. Stel nu, bij zo’n (denkbeeldige) gemeente medewerkers privébestanden op een schijf plaatsen bij de informatie staat ergens tussen die miljoenen bestanden om er van af te komen minder. Eigenlijk hebben medewer- welke benaming? De medewerker die tien jaar geleden Het zorgt alleen maar voor vervuiling, ontoegankelijkheid in de documentmanagementsystemen bij de ‘archief- je thuis op je pc, laptop of, zoals vaker tegenwoordig, in je op onderwerp levert waarschijnlijk honderden hits op. Kortom, de persoonlijke schijf is niet nodig en kan worden regel. Het durven nemen van zo’n maatregel is niet gemak- Stel je eens voor. Een middelgrote gemeente in Neder- 20 heeft waarschijnlijk gedacht dat híj het in ieder geval zo bewust van de gevolgen op langere termijn. Er zijn betere toekomst. Dus stoppen met de ‘eigen verzamelingen’ en De Visie nadenken over hoe we informatie echt delen, beschik- oriënteren op het gebruik van een digitaal depot of verantwoorde manier ‘achterlaten’. vanuit systemen, schijven etc. digitaal wordt overgebracht baar stellen en houden, toegankelijk maken en op een Zonde 3: Nog niet oriënteren op een digitale centrale voorziening Veel organisaties werken inmiddels digitaal. Zij vergelijkbaar alternatief. Oriënteren op hoe het erfgoed, naar de ‘digitale archiefbewaarplaats’. Oriënteren op een digitaal depot betekent: • Weten welke documenten voor eeuwige bewaring in gebruiken veelal digitale kopieën naast het papieren aanmerking komen en waar deze nu zijn opgeslagen volgende stap. Over een aantal jaren worden alleen nog • Bedenken hoe deze documenten straks van de huidige (digitale vervangingen van papier) gebruikt. Daar moet • Regelen dat deze documenten, qua toegankelijkheid, archief. Vervanging (substitutie) van het papier is dan de ‘digitaal geboren’ documenten of digitale reproducties (systemen, schijven, cloud, etc.); omgeving worden overgezet naar een digitaal depot; je als organisatie nu al op inspelen. Binnen deze verzame- voldoen aan de daaraan gestelde normen (metadata, ‘voor de eeuwigheid’ bewaard dienen te worden. Het gaat • Een keuze maken qua digitaal depot (zelf aankopen of van Nederland. We slaan deze documenten nu nog op • Bepalen in hoeverre beperking van openbaarheid een cloud. Maar wat doen we in de toekomst? Er komt een • Het moment bepalen van overbrengen naar een geven waar ze 1) duurzaam voor ‘de eeuwigheid’ kunnen • Zorgen voor voldoende medewerkers, met voldoende publiek’. Voor velen lijkt dat nog heel ver weg. Toch zou delijkheden in relatie tot (het beheer van) een digitaal ling aan documenten gebruiken we ook documenten die daarbij om het zogenaamde digitale (cultureel) erfgoed in allerlei systemen, op schijven of misschien zelfs in de tijd dat we deze documenten echt een plek moeten gaan opslagformaat, etc.); extern opslaan); rol speelt; digitaal depot; worden bewaard en 2) toegankelijk zijn voor ‘het grote kennis en competenties, om taken en verantwoor- het goed zijn als organisaties zich nu al meer zouden depot uit te kunnen voeren. 21 De Visie Digitaal overbrengen vanuit een documentmanagementsysteem lijkt nog het meest eenvoudige. In de praktijk blijkt echter, dat bij veel organisaties ook nog ‘eeuwig De meest gehoorde redenen zijn: • Het centrale systeem werkt niet prettig (opbouw, inrichting, toegang, performance, etc); te bewaren documenten’ op andere omgevingen worden • Er is geen vertrouwen in het beheer van het centrale zullen ook deze documenten voor de toekomst ‘veilig • Even zelf opslaan gaat sneller; opgeslagen. En dan is er nog een lange weg te gaan. We moeten stellen’. We moeten ervoor waken dat deze documenten niet op termijn in de digitale prullenbak verdwijnen. Tijd dus voor ‘digitale waakzaamheid’ in aanloop naar digitale duurzaamheid. Zonde 4: Uitwijkgedrag digitale beheersysteem; • Eigen opslag wordt beter begrepen. Men kent zelf de structuur en inhoud van de schijf; • Ik heb het altijd bij me (laptop, iPad); • Afdelingen willen niet dat anderen in hun werkinformatie kunnen komen; • Mappen worden gebruikt als ‘collaboration tool’ Waarom bewaren medewerkers eigenlijk hun informatie Samen werken aan documenten binnen mappen op de of elders? Waarom slaan ze die niet op in een centrale voldoen. op netwerkschijven, persoonlijke schijven, in de cloud voorziening (centraal informatiesysteem), waar iedereen die daartoe bevoegd is bij kan en waarmee informatie centraal toegankelijk kan worden gemaakt? 22 schijf. Daar kan een centrale voorziening niet altijd aan Het gevolg is dan het zogenaamde ‘uitwijkgedrag’. Wanneer we onvoldoende aandacht besteden aan De Visie snelheid, gebruikersgemak en gebruikerstraining, simpele op twee verschillende plaatsen (datacentra) op hetzelfde gebruik en mogelijkheden voor samenwerking, gaan het ene centrum uit dan neemt ‘de spiegel’ het direct over belangrijke informatie naar eigen inzicht gaan beheren en fluitje van een cent. Zelfs bij het gebruik van persoon- op die leiden tot uitwijkgedrag. Pas wanneer we dat echt schijven, gemeenschappelijke schijven, met veel data, die centrale informatiesysteem en de voordelen daarvan inzien. De praktijk is echter vervelender: er moet, veelal ’s nachts, (lees: van de schijven naar een centrale voorziening pijndossier voor ICT-managers. De oplossing voor dit inrichting, werkcultuur, afspraken maken over centraal moment dezelfde gegevens worden verwerkt. Doel: valt medewerkers ‘om de afspraken heen werken’. Ze zullen en ondervindt de business er geen last van. Technisch een blijven opslaan binnen eigen omgevingen. Los alle redenen lijke schijven, afdelingsschijven, teamschijven, project- aanpakken, gaan medewerkers gebruikmaken van het onbeheerd en soms ook zonder eigenaar aanwezig zijn. Dus niet alleen achteraf belangrijke informatie ‘opdweilen’ ook nog een back-up proces worden doorlopen. Hoofd- overzetten), maar ook zorgen dat de kraan dicht kan. probleem is eigenlijk heel eenvoudig: schaf de veelheid Zonde 5: ‘Vooral veel schijven’ schijven en sla op één schijf op); én identificeer en waar- gespiegeld te werken én daarbij het back-up proces vorm op die manier weg en wat bewaard moet worden, blijft een veelheid aan schijven. Gespiegeld werken houdt in, dat minder energie in het beheer van onnodige informatie. aan opslagschijven af (doe als SharePoint: simuleer eigen Veel ICT-managers worstelen met de noodzaak om deer de informatie op de schijven. Wat weg moet gaat te geven in een infrastructuur die wordt gekenmerkt door bewaard. Vergroenen van informatie noemen we dat: 23 De Visie Zonde 6: Netwerkschijven als het domein van Bijvoorbeeld in het geval van een juridisch conflict. Vervol- Systemen DMS. Slechts een beperkt percentage aan informatie en procesafdelingen en ICT beschouwen zoals een zaaksysteem of document- managementsysteem (DMS) zijn het domein van ‘de archiefafdeling’. De netwerkschijven zijn het domein van ‘procesafdelingen en ICT’. De e-mailbox is het domein van ‘elke individuele medewerker’. Kort door de bocht? Jazeker, maar zo gaat het vaak wel in de praktijk. De verantwoordelijkheid voor wat wordt opgeslagen in een zaaksysteem of DMS wordt in de meeste gevallen wel gevoeld door (informatie)professionals; daar bevinden zich de ‘originele documenten’. Dit gevoel van verantwoordelijkheid gaat dan weer niet op voor de enorme hoeveelheid informatie op netwerkschijven en in e-mailboxen. Deze informatie wordt vaak toebedeeld aan ICT, want ‘zij zijn van de techniek en de ‘bits and bites’. Zij regelen alles zelf met de afdelingen.’ De plaats waar informatie wordt bewaard, bepaalt echter niet de bijbe- horende waarde en wie er voor verantwoordelijk is. De mail van medewerker X waarin hij de samenwer- king met partij Y bevestigt, kan heel wat waard zijn. 24 gens staat het niet in het daarvoor bedoelde zaaksysteem of documenten, dat voor organisaties echt van belang is, wordt opgeslagen in een zaaksysteem of DMS. Dit betekent dat teveel informatie ongestructureerd en onvoldoende toegankelijk is gemaakt en door medewerkers zelf wordt opgeslagen op schijven of in bijvoorbeeld Outlookmappen. En wanneer een medewerker denkt: ‘afgehan- deld, mail kan weg’ of er is onvoldoende opslagcapaciteit beschikbaar, dan worden documenten, e-mailberichten en mappen met hetzelfde gemak als waarmee ze zijn gecreëerd of ontvangen weer verwijderd. Het risico op verlies van belangrijke informatie is daarmee aanzienlijk. Dit versnipperde eigenaarschap leidt tot een hoop onduidelijkheden. Feitelijk ligt de formele verantwoorde- lijkheid voor het functioneren van een organisatie bij de directie. De directie voelt deze verantwoordelijkheid wel maar weet niet bij wie ze moet zijn in de organisatie om dit goed te regelen; een kans voor de informatieprofes- sionals! Samen optrekken met de overige afdelingen en ICT om relevante informatie te borgen voor de toekomst De Visie is echt geen overbodige luxe. Hoe vaak stelt u zichzelf de op netwerkschijven, persoonlijke schijven, in de cloud, op domein) denkt…? calamiteiten, of op andere momenten waarbij de juiste vraag of u wel genoeg ‘out of the box’ (buiten het eigen Zonde 7: Toelaten dat iedere medewerker zijn informatie naar eigen inzicht beheert ‘Is onze afdelingsinformatie snel beschikbaar en goed toegankelijk?’ Dat is de vraag die menig manager zichzelf regelmatig stelt. Toch? Was het maar zo. Managers geven meer prioriteit aan het primaire proces waarop zij worden ‘afgerekend’, de mensen die dit uitvoeren en het geld dat er wel of niet voor beschikbaar is. De informatie die bij de uitvoering van het werk wordt geproduceerd en opgeslagen, wordt vaak behandeld als bijzaak. Het beheer ervan wordt meestal uitgevoerd of overgelaten aan de medewerkers zelf, secretariaten of eigen laptops, iPads, smartphones, etc. In geval van informatie snel boven water moet komen, blijkt het beheer van informatie op zich al een ramp. En dat terwijl informatie binnen de overheid een heel belang- rijke productiefactor betreft. Managers en medewerkers roepen dat informatie beter moet worden beheerd, maar ondertussen blijft er ruimte om op allerlei uiteenlopende manieren met informatie om te gaan. Toegankelijkheid van informatie begint vooral bij het vaststellen van beleid (hoe er mee om te gaan), het maken van duidelijke afspraken over beheer en, nog belangrijker, het naleven en handhaven daarvan. Niet alleen door medewerkers, maar ook door het management zelf, vanuit hun integrale verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering. archiefafdelingen. Het gevolg is een enorme versnippe- Kortom, toegankelijkheid van informatie gaat dus niet reerd is opgeslagen en wel en niet centraal beschikbaar zeker ook over beleid, afspraken, sturing, kennis en de ring van informatie, die gestructureerd en ongestructu- is voor de mensen die het moeten gebruiken. Het komt terecht in systemen, blijft bewaard in e-mailomgevingen, alleen over het ontsluiten van de informatie zelf, maar wil om er met elkaar op een goede manier mee om te gaan. 25 Onze maken voor professionals U de overgang van analoognaardigitaal digitaalwerken succesvol We digitaliseren analoge documenten en werkprocessen, begeleiden trajecten verzekerd tot faciliteren digitaalwerken zaakgericht werken, trekken vastgelopen informatie- en implementatieprojecten vlot en delen onze kennis, methodieken en ervaring bij u op de werkvloer detacheren door het van onze specialisten die de missing link zijn voor u en uw organisatie Voorsprong door informatie >> www.doxis.nl > 070-317 71 72 > @DoxisInformatie
© Copyright 2024 ExpyDoc