Diensten voor Pleegzorg Naam voorziening (hoofdzetel): Adres: Tel.: E-Mail: Identificatienummer : Afdeling praktijktoets: Adres: Tel.: E-Mail: Verslagnummer: Datum verslag: Data inspectie: Datum: Van: Inspecteurs: Gesprek met (naam en functie): Inrichtende macht: Adres: Directeur: Modelverslag diensten voor pleegzorg inspecties 2014 Tot: Toegepaste regelgeving : - Het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg. Het decreet rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulp van 7 mei 2004. U kunt deze regelgeving terugvinden op www.jongerenwelzijn.be Situering inspectie Het decreet van 29 juni 2012 en het uitvoeringsbesluit van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg hebben het pleegzorglandschap grondig hertekend. De erkende diensten werden samengevoegd tot 5 provinciale diensten en moeten aan een aantal (nieuwe) vergunningsvoorwaarden voldoen. Bij deze inspectie, die georganiseerd werd in samenspraak met Jongerenwelzijn, wordt nagegaan welke weg al werd afgelegd, in hoeverre de diensten zich hebben aangepast aan de vereisten die de gewijzigde regelgeving oplegt en welke stappen nog zullen gezet worden. Het (eveneens nieuwe) kwaliteitskader waarmee de diensten voor Pleegzorg aan de slag moeten gaan, komt bij deze inspecties niet aan bod, maar staat op de agenda van Zorginspectie vanaf eind 2015. Leeswijzer Hoe werkt Zorginspectie? Onze opdracht De opdracht van Zorginspectie bestaat erin om ten behoeve van het Agentschap Jongerenwelzijn een objectief beeld te geven over de mate waarin een organisatie zich conformeert aan de gestelde voorwaarden. Het Agentschap Jongerenwelzijn is immers bevoegd voor de erkenning van de diensten voor Pleegzorg en de finale beoordeling van het dossier komt dit agentschap als toezichthouder toe. Zo kan het bijvoorbeeld uit bijkomende stukken/gegevens uit het dossier beschikken die mogelijk een ander licht werpen op de vaststellingen van de inspecteur. Onze inspecties De inspecties vinden aangekondigd plaats. Niet alle elementen uit de regelgeving komen aan bod tijdens elke inspectie. Dit betekent niet dat aan die elementen uit de regelgeving niet moet worden voldaan, ze komen mogelijk bij een volgende inspectie aan bod. Toegepaste methodiek Tijdens de eerste dag worden een aantal thema ’s op niveau van de organisatie bevraagd. Op dag twee wordt nagegaan of de werkingsprincipes ook in de praktijk worden toegepast aan de hand van een steekproef van dossiers. Het verslag bevat een neerslag van de vaststellingen. Er kunnen werkpunten geformuleerd worden. Dit zijn elementen die door inspectie beschouwd worden als vatbaar voor verbetering in het kader van kwaliteit van hulpverlening. U vindt alle verdere informatie over onze organisatie op “www.zorginspectie.be”. Modelverslag Diensten voor Pleegzorg inspecties 2014 2 adres Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 Brussel telefoon 02 553 34 34 fax 02 553 34 35 mail [email protected] web www.zorginspectie.be 1. Organisatie Interne organisatie van de dienst voor pleegzorg Regelgeving: Decreet: Art. 7. §1 - §2, 1°, 9° - Art. 8. - Art. 9. - Art. 11. 4°, 6°, 7° BVR: art. 15 - art. 18 - art. 19 - art. 20 - art. 21 - art. 22 - art. 26 - art. 29. 1. Organogram en structuur: - Heeft de voorziening zijn organogram aangepast in functie van het hertekende pleegzorglandschap? - Hoe gebeurt de aansturing? - Zijn er nog intenties/plannen i.v.m. herstructurering van de organisatie? Welke? 2. Organisatie van de contactpunten : - Waar zijn de contactpunten? - Zijn er regio’s die niet of moeilijk bereikt worden? - Zijn er afspraken m.b.t. toewijzing van bepaalde begeleidingen aan bepaalde contactpunten? - Hoe verloopt de toewijzing in de praktijk? - Is de dienst goed bereikbaar? - Op welke manier organiseert de dienst de permanentie? - Zijn er nog plannen i.v.m. contactpunten, i.v.m. permanentie? Welke? 3. Personeelsomkadering : - Hoe garandeert de dienst de nodige diversiteit en expertise in zijn personeelsomkadering zodat alle doelgroepen kunnen aan bod komen? - Hoe pakt men het bv. aan indien er tot nog toe weinig of geen ervaring was met personen met een beperking of er nog geen expertise was met personen met een psychiatrisch problematiek? - Zijn er afspraken dat bepaalde personeelsleden zich specialiseren in bepaalde opdrachten? - Zijn er nog plannen i.v.m. personeelsomkadering? Welke? 4. Garanderen van de continuïteit van de hulpverlening : - Is er een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met andere diensten in het belang van de continuïteit ven de hulpverlening (vb. verhuis van pleeggezin)? - Hoe pakt men de begeleiding van brussen aan die geplaatst zijn in verschillende provincies, wat als de pleegzorger in de pleeggezinnendienst werkt? - Bevat het samenwerkingsakkoord bepalingen over afronden van de hulpverlening, overname en informatie-uitwisseling tussen beide diensten? - Houdt men er rekening mee dat de verblijfplaats van het pleeggezin bepalend is voor welke dienst er verantwoordelijk is (niet de domicilie)? - Werden er volwassenen begeleid die woonden met ondersteuning van een particulier (WOP) en wat gebeurde er met deze personen? - Zijn er nog plannen i.v.m. het garanderen van de continuïteit? Welke? Modelverslag Diensten voor Pleegzorg inspecties 2014 3 adres Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 Brussel telefoon 02 553 34 34 fax 02 553 34 35 mail [email protected] web www.zorginspectie.be 5. Dossieropbouw - Hoe zijn de dossiers opgebouwd? Algemene afspraken. - Zijn de dossiers over de hele dienst op dezelfde manier georganiseerd? - Papieren of elektronisch dossier? Of combinatie van beide? - Zijn er nog plannen i.v.m. de dossieropbouw? Welke? Werkpunten: Screening Regelgeving: Decreet Art 7. §2. 3° Art. 14. §1. §2. §3.§4 Stappenplan attestering website Jongerenwelzijn BVR art. 55 - art. 56 - art. 57 - art. 58 - art. 59 - art. 61 - Hoe is de screening van kandidaten georganiseerd? Gecentraliseerd? Screent elk contactpunt? - Is er een procedure en wordt deze bekend gemaakt? - Maakt de procedure van screening een vlotte instap van de kandidaat pleegouders mogelijk? - Hoe pakt men de screening aan in het geval van netwerkpleegzorg? Hoe verloopt de screening van een netwerkplaatsing waarbij het pleegkind reeds verblijft in het kandidaat-pleeggezin? - Hoe worden de draagkracht van het kandidaat - gezin en de 5 aspecten m.n. persoonlijkheid, competenties, materiele mogelijkheden , gezinssituatie en sociale context in de screening in kaart gebracht? - Hoe wordt er over gewaakt dat de 5 aspecten duidelijk gelinkt zijn aan de pleegzorgplaatsing? - Wordt er ook rekening gehouden met kenmerken van pleegkind/pleeggast? - Verloopt de screening voor elke bijkomende plaatsing op dezelfde manier ? - Wat bij een negatief attest van een netwerkplaatsing en het kind uit het pleeggezin moet verwijderd worden? - Wordt de weigering van een kandidaat meegedeeld aan het Agentschap? - Hoe volgt de dienst eventuele wijzigingen van de gezinssamenstelling van de pleegzorger op? Hoe volgt de dienst eventuele wijzigingen van de draagkracht van het pleeggezin op? - Hoe worden pleegzorgers geïnformeerd over de intrekking of niet toekenning van het attest? - Zijn er nog plannen i.v.m. de screening? Welke? Werkpunten: Herscreening Regelgeving Decreet Art 14. §5. Art. 15. BVR art. 56 - Hoe wordt een herscreening aangepakt in vergelijking met de gewone screening? - Wie houdt zich bezig met herscreening? - Is er een verschil tussen herscreening bij weigering attest en intrekken attest? - Zijn er nog plannen i.v.m. de herscreening? Welke? Modelverslag Diensten voor Pleegzorg inspecties 2014 4 adres Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 Brussel telefoon 02 553 34 34 fax 02 553 34 35 mail [email protected] web www.zorginspectie.be Werkpunten: Participatie 1. Opmaak handelingsplan Regelgeving: BVR art. 27 Onder dit algemeen luik wordt het systeem bevraagd, de toepassing ervan wordt nagekeken bij de praktijktoets. -Op welke manier wordt het handelingsplan opgemaakt, gebruikt en geëvalueerd? Zijn er verschillen naargelang de typemodule die werd voorgesteld? -Hoe wordt de inspraak van de verschillende betrokkenen hierbij gegarandeerd? -Binnen welke termijn wordt het handelingsplan opgemaakt, kan dat verschillen naargelang de typemodule ?. - Is er een schriftelijke neerslag van de bijsturing van het handelingsplan? - Zijn er nog plannen i.v.m.de opmaak van het handelingsplan? Welke? 2. Participatieraad Regelgeving: Decreet Art 7. §2. 13° BVR art 13 Hier wordt vooral een stand van zaken en intenties weergegeven, vanuit het oogpunt van een groeiscenario. - Wordt er al een participatieraad georganiseerd? - Ligt de werking van de participatieraad vast in een huishoudelijk reglement – aantal leden – wijze van samenstelling – frequentie van vergaderen – wijze waarop beslissingen worden genomen en raad wordt samen geroepen – kennisgeven van beslissingen? - Hoe worden de vertegenwoordigers van de verschillende groepen bepaald en bewaakt? - Hoe vaak komt de participatieraad samen? - Zijn er nog plannen i.v.m. de participatieraad? Welke? Werkpunten: Omgaan met Grensoverschrijdend gedrag (GOG) Regelgeving: BVR art 30 - art 31 Stand van zaken: is er al een procedure? Is er al een registratiesysteem? Hoe is de bekendmaking ervan verlopen naar de medewerkers? Zijn er nog plannen i.v.m. gog? Welke? Modelverslag Diensten voor Pleegzorg inspecties 2014 5 adres Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 Brussel telefoon 02 553 34 34 fax 02 553 34 35 mail [email protected] web www.zorginspectie.be Werkpunten: 2. Praktijktoets Er worden 5 dossiers geselecteerd, waarbij rekening zal gehouden worden met de vormen en typemodules, met het onderscheid tussen pleegkind en pleeggast en met de leeftijd van de geplaatste kinderen. Er wordt ook een afgerond dossier geselecteerd. Bij elk van deze dossiers wordt een korte schets van het dossier gegeven. Verder zal, afhankelijk van het dossier, gekeken worden naar en toelichting gevraagd worden over: - de screening - de (opmaak van) de afsprakennota - de (opmaak van) het handelingsplan Bij het afgesloten dossier wordt ook gekeken naar de afronding en de nazorg. Werkpunten: Modelverslag Diensten voor Pleegzorg inspecties 2014 6 adres Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 Brussel telefoon 02 553 34 34 fax 02 553 34 35 mail [email protected] web www.zorginspectie.be
© Copyright 2024 ExpyDoc