Brief aan Staatssecretaris d.d. 7 februari 2014

Dr. W. van Raamsdonk Brinkstraat 42 6721 WV Bennekom Email: [email protected] Bennekom 17 februari 2014 Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken Mevr. S. A. M. Dijksma Ministerie van Economische Zaken Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Betreft: inspraak beheerplan N2000 gebieden Binnenveld Geachte mevrouw Dijksma, Wij, de gezamenlijke milieu en natuur organisaties rond het Binnenveld, richten ons rechtstreeks tot u om de volgende reden: Op niet al te lange termijn zal een beheerplan voor de Natura 2000 gebieden in het Binnenveld worden vastgesteld (Natura 2000-­‐gebied Binnenveld, gebiedsnummer 065). De gezamenlijke natuurorganisaties hechten er groot belang aan om betrokken te zijn bij het hele proces van het opstellen van het beheerplan. Wij hebben dan ook tot 2012 actief geparticipeerd in de klankbordgroep die in verband met het opstellen van het beheerplan door de Dienst Landelijk Gebied (DLG) in het leven was geroepen. Echter, na december 2012 is deze klankbordgroep opgeheven, hoewel er toen al belangrijke stappen waren genomen bij de ontwikkeling van het beheerplan. Ondanks ons herhaaldelijk verzoek, aan de stuurgroep Binnenveld om verder betrokken te worden bij het opstellen van het definitieve beheerplan voor de N2000 gebieden in het Binnenveld, is er nog steeds geen duidelijkheid óf en hoe wij daadwerkelijk kunnen deelnemen aan het besluitvormingsproces. Dit ondanks het feit dat in het LNV Handboek Crisisbesluitvorming v.1.0 (2002) het belang van klankbordgroepen wordt onderstreept bij het bereiken van voldoende maatschappelijk draagvlak voor belangrijke bestuurlijke besluiten. Toelichting: Er zijn op dit moment twee voorstellen voor het beheer van de Natura 2000 gebieden in het Binnenveld: A: een concept-­‐beheerplan opgesteld door DLG (Binnenveld Beheerplan Natura 2000 werkdocument, december 2012). Het werkdocument van DLG is opgesteld na uitvoerig overleg met een klankbordgroep waarin de milieu-­‐ en natuurorganisaties van de gemeenten rond het Binnenveld (Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal ofwel de WERV-­‐
gemeenten) actief participeerden B: een concept opgesteld door Royal Haskoning DHV in opdracht van Projectbureau Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei (november 2013). De milieu-­‐ en natuurorganisaties zijn noch bij de opdracht noch bij het opstellen van dit alternatieve concept-­‐beheerplan betrokken geweest. Na ampel overleg en zorgvuldige bestudering van de twee concepten hebben wij, milieu-­‐ en natuurorganisaties, onze voorkeur uitgesproken voor het concept beheerplan van DLG (december 2012). Wij zouden onze visie graag willen toelichten in de betreffende klankbordgroep, maar, zoals gezegd, daar is geen uitzicht op. In bijgevoegd document ontvangt u het standpunt met argumentatie van de milieu-­‐ en natuurorganisaties. Wat willen wij? 1-­‐De Natuurorganisaties willen op korte termijn betrokken worden bij het overleg over de vaststelling van het definitieve beheerplan voor de N2000 gebieden in het Binnenveld. Voor een goede afweging van de belangen van de levende natuur ten opzichte van de belangen van een aantal agrarische ondernemingen is goed overleg tussen betrokken partijen een noodzaak. 2-­‐Natuurorganisaties hechten er aan dat besluiten die op bestuurlijk niveau al zijn genomen ook daadwerkelijk bij verdere besluiten meegenomen worden. Een groot deel van het kerngebied van het Binnenveld is in de natuurbeheerplannen van de provincies Gelderland en Utrecht aangewezen als gebied met bestemming natuur/nog om te vormen tot natuur/ vochtig hooiland/of nat schraalland. Het gaat hierbij om gebieden die al in 1990 zijn aangewezen als EHS-­‐gebied (min. LNV,199021) en qua milieudoelstelling in principe uitstekend aansluiten bij de milieudoelstellingen van de N2000 gebieden Binnenveld. Juist door uitvoering van het concept-­‐beheerplan opgesteld door DLG wordt de kans op succesvolle uitvoering van de provinciale natuurbeheerplannen voor het kerngebied van het Binnenveld aanzienlijk vergroot, en wordt bovendien het kleine N2000 gebied uit zijn ecologische isolement verlost. Wij hopen dat u onze visie op beide beheerplannen in de besluitvorming over de N2000 gebieden in het Binnenveld betrekt. Wij zullen uw reactie op bovengenoemde punten zeer op prijs stellen. Met vriendelijke groet, Dr. W. van Raamsdonk (namens de gezamenlijke milieu-­‐ en natuurorganisaties rond het Binnenveld: Stichting Milieuwerkgroepen Ede; Stichting Wagenings Milieu Overleg, Stichting Werkgroep Milieubeheer Rhenen; Stichting Mooi Wageningen; Gelderse Natuur-­‐ en Milieufederatie; IVN Ede; IVN Veenendaal-­‐Rhenen). Cc : J.J. van Dijk, gedeputeerde provincie Gelderland; B. Krol, gedeputeerde provincie Gelderland; G. van Santen, Gebiedscoöperatie O-­‐gen; mevr. T. Klip-­‐Martin, Waterschap Vallei en Veluwe.
Visie van de gezamenlijke Natuur-­‐ en Milieuorganisaties rond het Binnenveld op twee concept-­‐beheerplannen N2000 Binnenveld Voor de N2000-­‐gebieden in het Binnenveld, de Hellen en de Meent, zijn twee beheerplannen opgesteld, namelijk het ‘Plan DLG’, opgesteld door de Dienst Landelijk gebied (DLG)1 in opdracht van Ministerie van EZ, en het ‘Plan Royal Haskoning DHV’(HDHV), opgesteld in opdracht van de Stuurgroep Binnenveld2. De natuur-­‐ en milieuorganisaties rond het Binnenveld hebben beide plannen bestudeerd, en concluderen dat het ‘Plan DLG’ verreweg de beste perspectieven biedt voor het behoud van de natuurgebieden in het Binnenveld. Doelen van het beheerplan N2000 Binnenveld De Hellen en de Meent zijn als N2000 gebieden aangewezen met als doel de instandhouding en het herstel van de habitattypen blauwgraslanden, kalkmoerassen en trilvenen1,3. De belangrijkste knelpunten daarbij zijn verdroging, verzuring en vermesting1,4. Het beheerplan moet daar oplossingen voor bieden. Deze moeten ten minste inhouden (doelen van beheerplan): • Versterking van de kweldruk1,5 • Vermindering van stikstofdepositie1,6 • Uitbreiding arealen van habitattypen (N2000 opgave)1,7 Twee beheerplannen Er zijn nu twee beheerplannen opgesteld voor de N2000 gebieden in het Binnenveld: A ‘Plan DLG’ 1, december 2012. Dit plan behelst kortweg het volgende: • Verhoging van het waterpeil in de Grift met 20 cm, vanaf de stuw bij de Veenkampen tot een nieuw te bouwen stuw ter hoogte van de rondweg Veenendaal8. • Dempen van sloten in N2000 gebied en de directe omgeving daarvan9. • Aanleg van een dam rond de Bennekomse Meent10 . Verwacht resultaat1: • Versterking van de kweldruk • Verhoging grondwaterstanden en • Extra vernatting in groot deel van het kerngebied van het Binnenveld. B ’Plan Royal HaskoningDHV’2), november 2013. In het kort houdt dit plan in: • Bouw van kwelputten, infiltratieputten en leidingen in N2000 gebieden. • Dempen van sloten in N2000 gebied en de directe omgeving daarvan9. • Aanleg van een dam rond de Bennekomse Meent10 . Verwacht resultaat2: • Versterking van de kweldruk • Verhoging van grondwaterstand in de N2000 gebieden • De extra vernatting in het kerngebied van Binnenveld is beperkt tot een relatief klein areaal rond de N2000 gebieden. Waarom twee beheerplannen? De agrariërs, de gemeente Veenendaal en de gemeente Rhenen vreesden een toename van de natschade voor de landbouw, en mogelijk voor woongebieden, als gevolg van de peilopzet van de Grift volgens ‘Plan DLG’12. Daarom is namens de Stuurgroep Binnenveld13 opdracht verleend aan Royal Haskoning DHV om alternatieven voor het beheerplan van DLG te onderzoeken. Dit resulteerde in ’Plan Royal Haskoning DHV’2. Tabel 1. Vergelijking ‘Plan DLG’ – ’Plan Royal Haskoning DHV’ Verwacht effect ’Plan DLG’ ’Plan Royal Haskoning DHV’ Vernatting in gebieden met bestemming natuur
/gebieden’ nog om te vormen tot natuur’.
Vernatting in overige gebieden (bestemming
vnl. landbouw en wonen)
Gewenste aankoop landbouwgrond wegens
ernstige toename natschade
Extra natschade industrieterrein Nijverkamp
In relatief groot areaal1
In relatief klein gebied2
Klein areaal (Fig. 1C); nauwelijks
meer dan in bestaande situatie
Gebied tussen Hel en Meent
Vergelijkbaar effect als ‘Plan DLG’
(Fig. 1B)
Gebied tussen Hel en Meent
Nauwelijks
Over relatief groot areaal10
Onttrekking grondwater
Geen onttrekking grondwater
In EHS-gebied kans op ontwikkeling schrale
graslanden en weidevogelgebied
Kans op samenvoeging Hel en
Bennekomse Meent
Vermindering stikstof depositie vanuit directe
omgeving van N2000 gebieden
Versterking kweldruk in N2000
Slaagkans doelen van beheerplan
Veel onttrekking grondwater11,19,20
Deel van grondwater stroomt af naar de
Grift. Dreiging verdere verdroging in
delen van N2000 gebied Veluwe.
Grote kans;
Kleine kans;
veel extra mogelijkheden15
geen extra mogelijkheden
Groot16 ,wegens ongeschiktheid van klein16 ,doel van plan is om effecten
tussenliggend gebied voor
van beheerplan te beperken
landbouw
tot N2000 gebieden
Grote kans op vermindering
Geen kans op vermindering
stikstofdepositie16
stikstofdepositie16.
Voldoende
Voldoende tot aanzienlijk
groot
afwachten
Oordeel van de milieuorganisaties over beide concept-­‐beheerplannen Op basis van de vergelijking van beide beheerplannen hebben de milieuorganisaties rond het Binnenveld een uitgesproken voorkeur voor het ‘Plan DLG’. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen gebieden met bestemming Natuur/nog om te vormen tot natuur (de zwartgekleurde gebieden in figuur 1) en gebieden met andere bestemmingen (de anders gekleurde gebieden in figuur 1; bestemming vnl. landbouw en wonen). Dan blijkt dat noch ‘Plan Royal Haskoning’ noch ‘Plan DLG’ veel effect hebben op de vernatting buiten de gebieden met bestemming Natuur/nog om te vormen tot natuur (vergelijk figuur 1B en 1C met figuur 1A; een uitzondering is het nu reeds natte gebied tussen Hel en Bennekomse Meent. Dat zal bij uitvoering van beide plannen extra vernatten, het gebied komt o.i. in aanmerking voor ‘aankoop’). Zowel ‘Plan Royal Haskoning’ als ‘Plan DLG’ leiden tot voldoende herstel van de kweldruk in de N2000 gebieden. Figuur 1. Vergelijking van de effecten van ‘Plan DLG’ en ‘Plan Royal Haskoning’ op de vernatting buiten de gebieden met bestemming Natuur. Het zwarte gebied is in bezit van Staatsbosbeheer, en/of heeft bestemming Natuur/of nog om te vormen tot natuur (Prov. Gelderland en Utrecht). Met rode punten is het gebied met ernstige natschade aangegeven. De niet-­‐
zwarte gebieden hebben vnl. bestemming landbouw en wonen. A, bestaande situatie; B, Verwachte situatie na toepassing ‘Plan Royal Haskoning’; C, Verwachte situatie na toepassing van ‘Plan DLG’. Het gebied tussen Hel en Meent heeft in alle situaties ernstige natschade, en komt in aanmerking voor aankoop. In beide voorgestelde beheerplannen wordt een wal om de Bennekomse Meent aangelegd en worden sloten in en rond het N 2000 gebied afgedamd. Het plan ‘Royal Haskoning’ heeft echter een aantal grote nadelen: a) Een belangrijk nadeel is, dat het ‘Plan Royal Haskoning’ niet leidt tot vermindering van de stikstofdepositie in de N2000 gebieden16, terwijl dit één van de hoofddoelen van het beheerplan is. Het voldoet daarom niet als beheerplan voor deze gebieden. b) Een belangrijk bijkomend nadeel van ‘Plan Royal Haskoning’ is de onttrekking van veel grondwater. Dit is nadelig voor de drinkwatervoorziening: naar schatting zal een hoeveelheid drinkwater worden onttrokken aan het grondwater die overeenkomt met het verbruik van 16000 huishoudens. Bovendien zal het ‘Plan Royal Haskoning’ naar verwachting nadelig uitpakken voor andere natuurgebieden in de omgeving, vooral de randgebieden van de Veluwe 20. In het ‘Plan Royal Haskoning’ stroomt een belangrijk deel van het toch al schaarse grondwater af naar de Grift. In het DLG plan is dat niet het geval. c) Het Industriegebied Nijverkamp zal volgens ‘Plan Royal Haskoning’ sterker vernatten dan volgens ‘Plan DLG’10 (Nijverkamp is niet weergegeven in figuur 1, maar zie bijlage 10 van ‘plan DLG’). Plan DLG’ daarentegen heeft enkele belangrijke voordelen: a) ‘Plan DLG’ leidt het tot een sterkere vernatting in de gebieden met bestemming Natuur/nog om te vormen tot natuur (voor een belangrijk deel EHS-­‐gebied Binnenveld), wat extra kansen biedt voor een natuurontwikkeling die goed aansluit bij de natuur in de N2000 gebieden (NB: natuurontwikkeling in het EHS-­‐gebied Binnenveld is een doelstelling van de provincies Gelderland en Utrecht17,18). b) Bovendien leidt ‘Plan DLG’ naar verwachting tot minder stikstofdepositie in de N2000 gebieden16 . Daarom voldoet ‘Plan DLG’, in tegenstelling tot ‘Plan Royal Haskoning’, als beheerplan voor de N2000 gebieden in het Binnenveld. Referenties: 1 Binnenveld, Beheerplan Natura 2000, werkdocument. Dienst Landelijk Gebied, In opdracht van Ministerie van EZ, Programmadirectie Natura 2000; Programmateam Beheerplannen, Arnhem, 5 december 2012. 2 Natura 2000-­‐gebied, Binnenveld: alternatieven voor het opzetten van het peil op de Grift. Geohydrologisch onderzoek, Royal Haskoning DHV, Projectbureau SVGV, november 2013. 3 Document PAS-­‐analyse, Herstelstrategieën voor Natura 2000 gebied Binnenveld. Royal Haskoning DHV, Projectbureau SVGV, november 2013. 4 Ontwerp-­‐aanwijzingsbesluit Natura 2000-­‐gebied #65 Binnenveld. Ministerie van LNV (november 2007). 5 Knelpunten-­‐ en kansenanalyse Natura 2000-­‐gebied 65 Binnenveld. Kiwa Water Research/EGG-­‐consult. Werkdocument 19-­‐6-­‐2007. 6 Bijlage 11.14. Maatregelenkaart bij ref. 1 7 Advies Deskundigencommissie Natuur Binnenveld definitief, DLG, Arnhem, mei-­‐juni 2011. 8 Aanvullend advies locatie stuw mei 2012 -­‐ Deskundigencommissie Binnenveld. DLG, Arnhem, april 2012. 9 Bijlage adviezen deskundigencommissie bij ref 1. Analyse rekenresultaten Binnenveld. Bijlage bij N2000 Binnenveld. 10 Bijlage adviezen deskundigencommissie bij ref 1. Analyse rekenresultaten stuw Grift mei 2012 11 Ontwerp Natuurbeheerplan Gelderland, 2014. Prov. Gelderland, mei 2013. 12 Natuurbeheerplan provincie Utrecht 2013, Prov. Utrecht, september 2012. 13 Landschapsontwikkelingsplan Binnenveld voor de WERV-­‐gemeenten. Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal, juni 2007. 14 Beeldkwaliteitplan Buitengebied Ede. BügelHajema, Amersfoort, 2011 15 Inrichting kernzone (EHS-­‐gebied) Binnenveld, Visie van de gezamenlijke milieu-­‐ en natuurorganisaties van de WERV gemeenten. Ede, 2010. 16 Scenario waterhuishoudkundige maatregelen en kwelputten, pag. 79 in ref. 2. 17 Bijlage 12 Scenario kwelputten en waterhuishoudkundige maatregelen, in ref. 2. 18 Bijlage 12.1 en 12.2, vergelijk met bijlage 11.1 en 11.2 ref. 2. 19 Natura 2000-­‐gebied 57-­‐Veluwe. KIWA waterresearch/EGG-­‐consult oktober 2007. 20 Samen ervoor zorgen dat de Veluwe niet verder verdroogt, Interview met Flip Witte. Nieuwe Veluwe 4, 2013, p 36-­‐38. 21 Natuurbeleidsplan. Regeringsbeslissing. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. LNV (1990). Den Haag. Cc: Dijkgraaf Waterschap Vallei en Veluwe, mevr. T. Klip-­‐Martin. Steenboktraat 10; 7324 AX Apeldoorn; Gedeputeerde Provincie Utrecht De hr. B. Krol. Archimedeslaan 6 3584 BA Utrecht; Gedeputeerde Provincie Gelderland De hr. J. J. Van Dijk. Postbus 9090 6800 GX Arnhem; Directeur Gebiedscoöperatie O-­‐gen De hr. G. Van Santen. Burg. Postbus 125 3925 ZJ Scherpenzeel.