Nr. 27 - 12 april (1,08 mb) - Resource

Resource 0727 1, 3, 8-11
11-04-2007
15:27
Pagina 1
Daglichtliefhebbers
vinden
Atlas een
donker hol
Pag. 4
WEEKBLAD VOOR WAGENINGEN UR/
Twee ton
voor orde
in de
madeliefjesfamilie
Pag. 5
Op het
zoenen van
Bette staat
een boete
van één koe
Pag. 23
1E JAARGANG/ 12 APRIL 2007
RESOURCE
#27
Pag. 8
‘WAGENINGEN
MIST IDEALISME’
Resource colofon
28-02-2007
17:19
Pagina 2
2
COLOFON
Resource, Weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum, is een onafhankelijk weekblad voor personeel en studenten van Wageningen UR
en wordt uitgegeven door Cereales Uitgeverij; ISSN 1389-7756.
Redactieadres/ Binnenhaven 1, 6709 PD Wageningen, Postbus 357, 6700 AJ Wageningen, tel. 0317 466666, fax 0317 466667, e-mail [email protected];
secretariaat Linda Glasmacher en Sandra van den Brink-Vermeulen. Geopend van 8.30 tot 12.30 uur.
Redactie/ Korné Versluis (hoofdredacteur, algemeen nieuws), telefoon 0317 466680, e-mail [email protected];
Lieke de Kwant (eindredactie), telefoon 0317 466685, e-mail [email protected];
Yvonne de Hilster (eindredactie, studenten), telefoon 0317 466687, e-mail [email protected];
Gert van Maanen (landbouw, plant, dier), telefoon 0317 466684, e-mail [email protected];
Sara van Otterloo (eindredactie international pages), telefoon 0317 466691, e-mail [email protected];
Win Bras (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail [email protected];
Sander Esser ( studenten), telefoon 0317 466666, e-mail [email protected];
Laurien Holtjer (studenten), telefoon 0317 466689, e-mail [email protected];
Willem Koert (voeding, biotechnologie), telefoon 0317 466681, e-mail [email protected];
Koen Moons (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail [email protected];
Henrik Schmale (international pages), telefoon 0317 466666, e-mail [email protected];
Albert Sikkema (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail [email protected];
Joris Tielens (economie, buitenland), telefoon 0317 466688, e-mail [email protected];
Martin Woestenburg (groene ruimte), telefoon 0317 466682, e-mail [email protected].
Landelijk nieuws: Hoger Onderwijs Persbureau (HOP).
Foto's/ Guy Ackermans, Bart de Gouw, Martijn Weterings, BvB, Rita van Biesbergen, Ruben Smit, Hoge Noorden, Jurjen Bersee
Illustraties/ Henk van Ruitenbeek, Guido de Groot
Vormgeving/ Hans Weggen, telefoon 0317 466686, e-mail [email protected]. Basisvormgeving/ Office for Design, Loek Kemming
Druk/ Dijkman Offset BV
Directeur Cereales/ Henk Prevaes
Abonnementen/ Studenten van Wageningen Universiteit en personeel van Wageningen UR krijgen Resource gratis;
anderen kunnen zich abonneren voor E52,50, buitenland E122,50 per jaar. Inlichtingen: telefoon 0317 466666.
Advertenties intern/ Onderdelen van Wageningen UR kunnen tegen speciaal tarief adverteren in Resource. Informatie bij het secretariaat.
Kleintjes is de rubriek voor niet-commerciële advertenties. Kosten E5 (studenten en medewerkers E3,50) per 30 woorden.
Advertenties extern/ Van Vliet, bureau voor media-advies, Passage 13, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023 5714745.
Serviceberichten/ Beknopte, zakelijke mededelingen van eenheden van Wageningen UR aan studenten en personeel kunnen gratis in Resource worden geplaatst. Inlichtingen: 0317 466666.
Resource 0727 1, 3, 8-11
11-04-2007
15:27
Pagina 3
3
RESOURCE
WEEKBLAD VOOR WAGENINGEN UR/
#27
1E JAARGANG/ 12 APRIL 2007
KOERT
IK WORD OUDER
‘Kijk nou toch’, zegt Tijs Breukink.
‘Het is te gek voor woorden’, zegt Aalt Dijkhuizen.
‘Dat laat zomaar z’n hond schijten op ons
terrein’, briest Breukink, en zet z’n bierfles aan z’n mond.
‘Ik kan niet zien wie het is’, zegt Dijkhuizen.
Het is Paasvakantie. De leider der leiders
en zijn cijfermatige wonderjongen zitten
languit voor Dijkhuizens flatscreen en genieten van een intiem tv-avondje. Knabbelend op pindarotsjes, borrelnootjes en
chocolade-eitjes bekijken ze de recente
bewakingsvideo’s van de WUR-camera’s.
‘Gezellig’, zegt Dijkhuizen, en klopt Breukink op zijn knie. ‘Ik begin dit soort dingen
steeds meer te waarderen. Ik merk dat ik
ouder word.’
‘Altijd werken kan niet’, zegt Breukink.
‘Je werkt om te leven, Tijs’, zegt Dijkhuizen.
‘Maar je leeft niet om te werken’, maakt
Breukink af. ‘Zo denk ik er ook over.’
‘De mensen zijn tegenwoordig altijd maar
druk-druk-druk’, zucht Dijkhuizen. ‘Altijd
bezig met hun carrière. Altijd bezig om
zich met hun ellebogen omhoog te werken.’
‘Ze lopen zichzelf voorbij’, zegt Breukink.
‘Ze vergeten wat echt belangrijk is.’
‘Dit is belangrijk, Tijs’, zegt Dijkhuizen met
omfloerste stem. ‘Een avondje met vrienden onder elkaar.’
De managers richten hun blik weer op het
scherm.
‘Daar parkeert er eentje z’n Volvo dwars
op de stoep’, wijst Dijkhuizen. ‘Toe maar.’
‘Maar dat is toch de Volvo van…’, zegt
Breukink.
Dijkhuizen buigt zich naar voren. ‘Je hebt
gelijk, Tijs’, zegt hij.
‘Alsjeblieft, Batman’, zegt Breukink. Hij
overhandigt de bloknoot en de balpen, die
onaangeroerd op zijn schoot hebben gelegen, aan de grote roerganger.
‘Dank je, Robin. Ik schrijf het meteen op.’
‘Wat heb je toch een mooi handschrift,
Aalt’, zegt Breukink.
‘Mondje open, kanjer’, beveelt Dijkhuizen,
en gooit een eitje.
‘Butterscotch’, zegt Breukink.
Willem Koert
BOVEN
HET
MAAIVELD
Pag. 7
Uw hond of kat verdrietig? Koop Petvital Nr 6
‘Terug naar
de oerHollandse
gezelligheid’
NIEUWE FLEVOHOF
Pag. 10
Waarom daalt
het aantal
zaadcellen al
een eeuw?
Pag. 14
‘Een patent staat
idealisme niet in
de weg’
Page 20
Fencing keeps you on
your toes, physically
and mentally
Het Twentse bedrijf InfoDish uit Hengelo
onderzoekt de haalbaarheid van een
nieuw educatief pretpark dat de plaats
van de Flevohof moet innemen. ‘Ik ben
platgebeld door projectontwikkelaars’,
zegt Marc Oude Luttikhuis in het Nieuw
Kamper Dagblad, kopblad van De
Stentor. Wageningen UR wordt volgens
hem een belangrijke partner in de
nieuwe Flevohof.
‘Beleef de dag van je leven op Flevohof’.
Met deze campagne maakte de Flevohof
in de jaren tachtig furore. Het recreatiepark in Biddinghuizen probeerde kinderen
te interesseren voor het platteland met
educatieve attracties, vlinderkassen, tuinen en paviljoens op het gebied van de
land- en tuinbouw. Zo kon je van het
vleespaviljoen via het aardappelpaviljoen
doorsteken naar het graanpaviljoenen, en
dan een broodje bakken in de bakkerij.
Het park heeft tot 1993 weten te overleven, waarna op dit terrein een echt pretpark werd gerealiseerd: Walibi World.
De mogelijke wedergeboorte van de Flevohof is volgens Oude Luttikhuis nodig om
het schrikbarende tekort aan kennis over
voeding en natuur in Nederland te bestrijden, zo zegt hij op de InfoDish-website.
‘Tegenwoordig weten kinderen niet eens
meer dat melk uit een koe komt en niet
uit een supermarkt. Laat staan dat ze weten hoe kaas wordt gemaakt of hoe een
aardappel groeit.’ We moeten volgens
hem uitkijken dat kinderen straks niet alleen in een virtuele wereld leven. ‘Terug
naar de oer-Hollandse gezelligheid!’
De Flevohof werd in 1972 mede door het
landbouwministerie geopend als een
soort modelboerderij, waar de laatste
snufjes op het gebied van de moderne
landbouw en intensieve veehouderij aan
het volk werden getoond. Het park had
een onbedoeld neveneffect: een aantal
bezoekers schrok zó van wat ze daar zag,
dat ze uit pure verontwaardiging de actiegroep Lekker Dier oprichtten. / GvM
Omslagfoto Bart de Gouw
Resource 0727 4-7
11-04-2007
15:02
Pagina 4
1
4
IN ‘T NIEUWS
29 MAART T/M 11 APRIL 2007
ARCHITECTUURCLUB NOEMT ATLAS ‘DONKERE KORF’
Het uiterlijk van het Atlasgebouw wordt
geroemd. Maar volgens de Stichting
Living Daylights (SLD) is dit nieuwe
gebouw van de Wageningse omgevingswetenschappers een schoolvoorbeeld
van hoe ‘ontwerpen op uitstraling ten
koste gaat van daglichttoetreding’.
‘Het bewezen positieve effect van natuurlijk licht is voor de universiteit van Wageningen blijkbaar minder belangrijk wanneer het gaat om het functioneren van de
eigen medewerkers dan wanneer het gaat
om de groeizaamheid van gewassen.’ Dit
stelt Atto Harsta, SLD-oprichter en propagandist van daglicht in gebouwen, in één
van de recensies die onlangs verschenen
na een excursie van de stichting naar het
Atlasgebouw.
Op de website Archined wordt het gebouw
met de beeldbepalende witbetonnen
draagconstructie – de ‘netkous’ – een
donkere korf genoemd. Dat het pand het
visitekaartje voor het nieuwe campusterrein moest worden is volgens de recensies ten koste gegaan van het binnenmilieu. De architecten, Rafael Viñoly en architectenbureau OZ-P, hebben volgens de
critici vooral oog gehad voor de buitenkant. ‘De openheid die de diagonale ribben naar buiten uitstralen, wordt binnen
ongedaan gemaakt. Dat is een direct gevolg van de wil om een dragend sculpturaal object te maken. De slankheid naar
buiten is verder vergroot door een naar
buiten taps toelopende vormgeving. Uit
oogpunt van daglichttoetreding moet het
precies omgekeerd’, aldus recensent Peter Stekelenburg.
Ook het centrale atrium is ondanks het
grote glazen dak nogal donker, vinden de
W
De diagonale ribben van de draagconstructie belemmeren volgens daglichtexperts de natuurlijke lichtinval in werkkamers van
het Atlasgebouw. / foto GA
daglichtliefhebbers. Alleen op de hoogste
verdiepingen is volgens hen sprake van
een ‘verkwikkende daglichtsituatie’. Hoe
lager in het gebouw, hoe donkerder het
wordt. ‘Je zou bijna denken dat de ontwerper het erom deed’, stelt een recensent,
verwijzend naar de bodemwetenschappers
die de onderste verdiepingen bevolken.
Facilitair manager Wouter Hiskemuller is
PAARDENONDERZOEKERS
BUNDELEN KRACHTEN
De onderdelen van Wageningen UR die
zich bezig houden met paarden gaan
meer samenwerken. Dat is besloten
tijdens de workshop ‘samen meer
paardenkracht’ van Equine Delta op
5 april.
Equine Delta werd twee jaar geleden opgericht om samenwerking op paardengebied te bewerkstelligen tussen hogeschool Van Hall Larenstein, Alterra en
ASG. Tot nu toe bleef het bij kleinschalige
samenwerkingsprojecten, maar dat wordt
grootschaliger, verwacht Martine van Tilburg, VHL-docente en coördinator van
Equine Delta. ‘We trekken het nu veel breder. Er was belangstelling vanuit allerlei
hoeken van Wageningen UR, er blijkt op
heel veel plekken binnen de universiteit
en onderzoeksinstellingen iets gedaan te
worden met paarden. Maar we weten nauwelijks van elkaar wat we doen.’
Naast kennismaken werden er ook con-
crete voorstellen gedaan, zoals studenten
inzetten bij onderzoek, samenwerken bij
subsidieaanvragen en intranet gebruiken
om elkaar op de hoogte te houden van onderzoeken en projecten. Verder hoopt Van
Tilburg door de krachtenbundeling beter
om te kunnen gaan met de ‘moeilijke’
paardensector. ‘De sector is niet te vergelijken met andere veehouderijtakken,
waar onderzoeksresultaten gedeeld worden. De paardenhouderij is veel commerciëler. Daar moet eerst vertrouwen gekweekt worden voor een onderzoek gestart wordt.’
Verder moet Wageningen UR voor de
paardenwereld één gezicht naar buiten
krijgen. Wat dat concreet betekent, kan
Van Tilburg niet zeggen. ‘Dat is vooral
een managementaangelegenheid.
De managers die te gast waren, toonden wel interesse om hier iets mee te
doen.’ / KM
verbaasd over de klaagzang. ‘We hebben
de stichting nog wel zo goed ontvangen’,
grapt hij. ‘Over te weinig daglicht heb ik
van de bewoners nog geen klachten gekregen, wel over teveel licht. De zonwering
werkt namelijk nog niet optimaal’. Atlas
trekt volgens hem in ieder geval veel aandacht onder architectuurkenners. Zo is
het gebouw opgenomen in het Architec-
tuurjaarboek en bracht het tv-programma
Arena het gebouw onlangs ‘heel positief
in beeld’, aldus Hiskemuller.
Uit het internetarchief van SDL blijkt dat
de stichting overigens wel gecharmeerd is
van het daglichtgebruik in het gebouw
recht tegenover Atlas, dat dus terecht de
naam Lumen draagt. / GvM
DIJKHUIZEN TOCH NIET DE BESTE
Aalt Dijkhuizen is niet langer lijstaanvoerder van de economen top-20 van het
tijdschrift Economische en Statistische
Berichten. Het blad had een rekenfout
gemaakt. Dijkhuizen staat in een
gerectificeerd overzicht op plaats twee.
In de lijst die het blad in december publiceerde stond Dijkhuizen bovenaan. ESB
berekende voor de lijst de zogenaamde
h-waarde van de belangrijkste Nederlandse economen. Iemand met een h-waarde
van tien, heeft tien publicaties geschreven die tien keer of meer zijn geciteerd. De
h-waarde van Dijkhuizen is bijgesteld van
(INGEZONDEN MEDEDELING)
Lesgeven in Forum? Kijk
op de 'News and Events'
site van Wageningen UR:
www.intranet.wur.nl
21 naar 18. Lijstaanvoerder is nu prof. Peter Wakker, econometrist in Rotterdam en
Maastricht. / KV
(INGEZONDEN MEDEDELING)
De opening van het academisch
en het hogeschooljaar én de
officiele ingebruikname van
Wageningen Campus, waaronder
het Forum-gebouw, vindt plaats
op dinsdag 4 september 2007.
Op deze dag wordt er géén
onderwijs gegeven aan zowel
Hogeschool Van Hall Larenstein
als Wageningen Universiteit. Dit
geldt voor álle onderwijslocaties,
dus ook in Velp en Leeuwarden.
Het wordt een bijzondere, feestelijke opening. Alle medewerkers
en studenten zijn van harte
welkom en ontvangen hiervoor
nog een officiële uitnodiging.
Kijk ook op www.deborn.wur.nl
De
bo
die
ge
kl
be
bo
Sc
da
ze
m
Tw
ge
la
Ne
po
Cl
en
an
wa
pe
de
ge
la
de
za
te
kle
en
De
tre
pr
Resource 0727 4-7
11-04-2007
15:02
Pagina 5
12 APRIL 2007
5
RESOURCE #27
‘Weidevogels
belichamen zestig
jaar cultuurhistorie,
dat kunnen we toch
niet zomaar laten
lopen?’
DRIE RUBICONS, MAAR SLECHTS ÉÉN VENI
Van de 91 Veni-subsidies voor jonge
wetenschappelijke talenten die onderzoeksorganisatie NWO heeft toegekend
gaat er slechts één naar Wageningen UR.
De Australische dr. Christina Flann mag
drie jaar vernieuwend onderzoek gaan
doen: ze gaat de madeliefjesfamilie op
orde brengen. Een betere score was er bij
de Rubicon-subsidies. Drie pas gepromoveerde Wageningse onderzoekers
krijgen de kans om onderzoekservaring
op te doen in het buitenland.
Bij het aanbreken van het voorjaar maakt
de Nederlandse Organisatie voor Weten-
schappelijk Onderzoek (NWO) traditiegetrouw bekend welke originele onderzoekstalenten een subsidie krijgen. Voor de Veni’s, één van de drie persoonsgeboden
subsidievormen van NWO, kwamen 423
aanvragen binnen. In Wageningen krijgt
alleen Flann, verbonden aan de leerstoelgroep Biosystematiek, een Veni-subsidie
van maximaal 208.000 euro. Ze gaat zich
verdiepen in de familierelaties binnen de
plantenfamilie Asteraceae of madeliefjes,
één van de grootste plantenfamilies ter
wereld. Deze score van één procent is lager dan men op basis van het Wageningse onderzoekspotentieel zou verwachten.
De Universiteit Utrecht lijkt de grote winnaar van deze ronde: met 17 Veni’s haalde
zij bijna twintig procent van het totale aantal toekenningen binnen. Andere persoongebonden NWO-subsidies zijn de Vidi-subsidies (voor ervaren postdocs) en Vici-subsidies (voor zeer ervaren onderzoekers).
Bij de Rubicon-subsidie waren 3 van de
31 toekenningen voor pas of bijna gepromoveerde Wageningers. Celgenetica dr.
Esther de Boer (Erfelijkheidsleer) gaat
twee jaar werken bij het Memorial SloanKettering Cancer Center in de Verenigde
Staten, en toxicoloog dr. Vincent de Boer
(Toxicologie / RIKILT) bij de Harvard Medi-
cal School; klimaatwetenschapper drs.
Ryan Teuling (Hydrologie en kwantitatief
waterbeheer) gaat anderhalf jaar onderzoek doen bij het Zwitserse Federal Institute of Technology.
In totaal schreven 102 onderzoekers in
voor een Rubicon-subsidie, die bedoeld is
om Nederlandse onderzoekers buitenlandse ervaring op te laten doen, en hen
zo beter in staat te stellen later een Veni
in de wacht te slepen. De naam komt van
de rivier de Rubicon die Julius Caesar
overstak voordat hij aan zijn zegereeks
begon die leidde tot de uitspraak 'veni,
vidi, vici'. / GvM
WAGENINGEN SCOORT MET KLIMAAT
De media stonden in het paasweekend
bol van de Wageningse wetenschappers
die waarschuwden dat er echt
gewerkt moet worden aan de
klimaatverandering, dankzij een druk
bezochte persbijeenkomst in een
bovenzaaltje van het Haagse café
Schlemmer. Belangrijkste nieuws was
dat de klimaatwetenschappers steeds
zekerder zijn dat de klimaatverandering
miljarden gaat kosten.
a
is
e
een
Twee televisieploegen, twee radioverslaggevers en diverse vertegenwoordigers van
landelijke dagbladen luisterden naar vier
Nederlandse mede-auteurs van het rapport van de Intergovernmental Panel on
Climate Change (IPCC), drie Wageningers
en een Amsterdammer. Prof. Rik Leemans, hoogleraar Milieusysteemanalyse,
waarschuwde dat de natuur bij een temperatuursstijging van meer dan twee graden sterk achteruit gaat. 'Kwetsbaar zijn
gebieden als de Alpen en rond de Middellandse Zee, maar ook de koraalriffen en
de mangrovebossen.' En bij de landbouw
zal de productiestijging door een hogere
temperatuur in bijvoorbeeld Nederland
kleiner zijn dan de daling in het te droge
en te hete Zuid-Europa.
De stijgende zeespiegelstijging en het extremere weer zorgen voor weer andere
problemen, vertelde prof. Pavel Kabat van
Alterra. Omdat de gletsjers smelten, worden rivieren als de Rijn afhankelijk van regenval, waardoor er in drogere gebieden
watertekorten kunnen optreden. Daar
staat tegenover dat twintig procent van de
wereldbevolking in 2080 meer risico loopt
op overstromingen, aldus Kabat, en dat
de kosten door 'waterstress' oplopen van
ongeveer anderhalf miljard in 1995 tot
meer dan het driedubbele in 2050.
Alleen in Nederland vereist de klimaatverandering tot 2020 al een investering van
vele tientallen miljarden, stelde hoogleraar Milieueconomie prof. Ekko van Ierland. Zo kost het bouwen van klimaatbestendige gebouwen zoals het Forumgebouw met koude en warmteopslag, ongeveer 23 miljard. Aanpassing van de ecologische hoofdstructuur kost zeven miljard,
en ruimte geven aan de rivieren meer dan
26 miljard. Met deze kostenschatting is
Nederland volgens Van Ierland de eerste
in de wereld.
De eerste prioriteit blijft voorlopig het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, stelde prof. Karel Berkhout van
de Vrije Universiteit. Belangrijke tweede is
de aanpak van de waterproblematiek, en
daarna volgen de aanpassingen van de
gebouwde omgeving en de gezondheidszorg. 'Dat moet de overheid nu meenemen', aldus Berkhout. / MW
VERHUIZING/
Begin deze maand zijn gespecialiseerde verhuizers begonnen met het overbrengen van bibliotheekboeken naar de nieuwe hoofdvestiging
van de bibliotheek in het Forumgebouw. Volgens Marianne van Boven, hoofd logistiek
van de bibliotheek, duurt de verhuizing van de boeken uit het Jan Kopshuis, de
huidige hoofdvestiging, nog de hele maand april. Daarna komen de andere
vestigingen in Wageningen aan de beurt. ‘Het is behelpen, maar we hebben gekozen
voor eerst de boeken en dan de mensen’, aldus Van Boven. De nieuwe Forumbibliotheek wordt volgens de bijgestelde planning op 4 juni geopend. / GvM, foto GA
‘WAGENINGEN MOET ZICH ONTFERMEN OVER WEIDEVOGEL’
Wageningen UR bekommert zich nauwelijks om de weidevogel, constateert
docent Ariën Baken van hogeschool Van
Hall Larenstein Leeuwarden. ‘Er is geen
instituut dat de verantwoordelijkheid op
zich neemt, terwijl Wageningen UR toch
een expertisecentrum voor
weidevogelbeheer zou moeten zijn.’
Baken is de stuwende kracht – manusje
van alles, zegt hij zelf – achter het bekroonde gebiedsplan voor het Zuidelijk
Westerkwartier, de grensstreek van Groningen met Friesland. In het plan is de samenwerking vastgelegd tussen de boeren
van agrarische natuurvereniging De Eendracht en Staatsbosbeheer. Het gebiedsscenario voorziet in maatregelen voor een
compleet ecologisch systeem van open
graslanden voor weidevogels.
Het Zuidelijk Westerkwartier is een overgangsgebied van zandruggen met elzensingels naar veen en kleigronden. De diversiteit maakt het landschap geschikt
om het effect van ingrepen voor de weidevogelpopulatie in de verschillende polders met elkaar te vergelijken. ‘Daarbij
komt dat de mensen uit de streek van
oudsher zeer betrokken zijn bij de natuur.’
De grootste bedreigingen voor de weide-
vogel in het gebied zijn, naast ontwatering, de stijgende predatiedruk en verzuring van de grond. ‘Door kap van solitaire
bosjes, het verplaatsen van elzensingels
en mozaïekbeheer proberen we de roofvogeldruk te verminderen. Honden, katten
en vossen houden we op afstand met een
geurstof’, legt Baken uit.
Het terugdringen van de verzuring vereist
echter meer onderzoek. Onder meer het
tekort aan ruige stalmest heeft invloed
op de bodemgesteldheid. Meer structuur
in het voer zou de bemesting van het land
verbeteren, en dat is weer gunstig voor de
weidevogel, redeneert Baken.
De totstandkoming van het gebiedsplan
toont vooral de betrokkenheid van de
deelnemers, meent Baken, en de eerste
weidevogelresultaten zijn bemoedigend.
Maar om de vragen achter de praktijk
goed te kunnen beantwoorden is volgens
hem een interdisciplinaire aanpak nodig
van landbouw, milieukunde en diermanagement. Wageningen UR zou daarin het
voortouw moeten nemen. ‘De weidevogels belichamen ruwweg zestig jaar cultuurhistorie en zijn onze internationale
verantwoordelijkheid. Dat kunnen we toch
niet zomaar laten lopen?’ / WB
Resource 0727 4-7
11-04-2007
15:02
Pagina 6
1
6
UIT ‘T VELD
NIEUWS UIT DE WETENSCHAP
B
E
V
Va
bio
ge
Da
al
on
OPLEGKAAS/
Wageningse voedingswetenschappers hebben het productieproces van boeren-Goudse Oplegkaas beschreven. Daardoor kan de kaas worden
opgenomen in de Ark van de Smaak van de gastronomische beweging Slow Food, een verzameling bedreigde streekproducten uit de hele wereld. Boeren-Goudse Oplegkaas
wordt gemaakt van rauwe melk van koeien die in het veenweidegebied lopen, en moet lang liggen. 'Minimaal twee jaar, maar het streven is vier jaar omdat dan de typische
smaak ontstaat', vertelt ir. Conny van der Heijden van de Agrotechnology and Food Sciences Group. Het protocol is vooral bedoeld om het product voor het nageslacht te
bewaren, maar is ook handig voor boeren die de kaas willen gaan maken. Er zijn nu nog maar twee producenten van boeren-Goudse Oplegkaas. / MW, foto Rita van
Biesbergen
MARKTAANDEEL BIOLOGISCH
NAUWELIJKS GESTEGEN
Het marktaandeel voor biologische
producten is in 2006 lichtjes gestegen
van 1,8 naar 1,9 procent. Dat blijkt uit
het Bio Monitor jaarrapport 2006, waarin
het LEI de meest recente cijfers over de
biologische sector op een rijtje zette.
De cijfers werden op 4 april door platform
Biologica gepresenteerd tijdens het tiende Bio-Congres van Biologica op Landgoed Rhederoord. Consumenten besteedden in 2006 negen procent meer aan biologische voedingsmiddelen dan in 2005,
in totaal bijna een half miljard euro. De totale consumentenbestedingen aan voedingsmiddelen stegen in dat jaar met drie
procent naar 24,6 miljard euro. Het
marktaandeel voor biologische producten
groeide daardoor met een tiende procent
naar 1,9 procent. Bij de versproducten is
het marktaandeel iets groter (2,8 procent).
De lichte groei is te zien in alle verkoopkanalen, dus zowel bij supermarkten als in
gespecialiseerde winkels en in de catering. Wel valt op dat ook de discounters,
die alleen op prijs concurreren, meer biologische producten verkochten. Opvallend
is verder dat dagverse biologische zuivel
het relatief goed doet bij de consument,
met een marktaandeel van 3,8%. Ook biologisch vlees en brood zijn iets meer in
trek.
De regeringsdoelstelling is nog steeds om
in 2010 op tien procent van het landbouwareaal biologisch te produceren.
Maar de lichte stijging in de vraag van het
afgelopen jaar heeft geen gevolgen gehad
voor de omvang van de biologische landen tuinbouw in Nederland, concludeert
het LEI. / JT
‘NIEUWE WIJK BOUWEN
OP LAAG ZEEZAND’
Met zand uit de Noordzee kunnen we
Nederland vijf meter ophogen en zijn we
de zeespiegelstijging met gemak de
baas. Niet erg realistisch, erkent Niels
Roode van Rijkswaterstaat, maar de
gedachte illustreert volgens hem hoe zijn
organisatie naar nieuwe wegen zoekt om
klimaatverandering het hoofd te bieden.
‘Misschien is inlandse zandsuppletie bij
de aanleg van nieuwe woonwijken in centraal Holland zo gek nog niet’, opperde
Roode op het symposium dat Zee- en
kustmanagement van Van Hall Larenstein
in Leeuwarden op 28 maart wijdde aan
de gevolgen van de klimaatsverandering.
‘Want vreemd genoeg bouwen we maar
door in het laagst gelegen en dichtstbevolkte deel van ons land, terwijl over
grootschalige evacuatieplannen nog nooit
is nagedacht.’
Nederland is veiliger dan ooit, bezwoer de
Rijkswaterstaatman, maar het steeds verder ophogen van dijken volstaat niet langer
om de verwachte watertoevloed te keren.
Alleen al de kosten nopen tot een andere
benadering van ‘overstromingsveiligheid’,
zoals dat heet in Rijkswaterstaatjargon.
Rijkswaterstaat zoekt nadrukkelijk de dialoog met de overheid en publieke instanties om de verantwoordelijkheid voor risico’s bij calamiteiten te delen. Een van de
ideeën die circuleren is de verplichte overstromingsverzekering voor elke Nederlander. Het is al zo goed als zeker dat die er
komt, vertelde Roode. Het compartimenteren van de veertien dijkringgebieden in
Nederland ligt politiek gevoeliger. Bij een
overstroming wordt het water dan naar
gebiedsdelen geleid waar het de minste
schade kan aanrichten. Probleem is dat
niemand wil dat zijn woonomgeving tot
overstromingsgebied wordt bestempeld,
voorspelde Roode. / WB
On
Sc
bi
ve
pe
va
de
Be
zo
da
na
te
ee
ga
de
m
Di
Ru
in
pe
als
ve
te
pr
de
M
du
die
Da
pu
ve
m
sc
log
ku
de
de
be
na
we
as
erer
n.
e
d’,
aie
ern-
n
n
Resource 0727 4-7
11-04-2007
15:02
Pagina 7
12 APRIL 2007
7
RESOURCE #27
‘Ik zou als koe of
varken liever in de
biologische sector
rondlopen’
DIABETESMEDICIJN VERZACHT GEVOLGEN OVERGEWICHT
Het nieuwe diabetesmedicijn
Rosiglitazone remt de aanmaak van
ontstekingseiwitten door vetcellen. Dat
ontdekte dr. Ping Wang, die 29 maart in
Maastricht promoveerde. ‘We begrijpen
nu beter hoe deze medicijnen werken en
wat overgewicht in het lichaam doet’,
zegt haar begeleider dr. Jaap Keijer van
onderzoeksinstituut RIKILT.
Artsen schrijven Rosiglitazone voor aan
diabetespatiënten die niet meer goed reageren op insuline. Het medicijn hecht aan
het eiwit PPAR in de vetcel, een sensor
die jonge vetcellen aanspoort te groeien
BIOLOGISCH
ECHT BETER
VOOR DIER
Varkens, koeien en kippen vertonen op
biologische bedrijven meer natuurlijk
gedrag dan in de gangbare veehouderij.
Dat beweerden biologische boeren altijd
al, maar nu is het ook wetenschappelijk
onderbouwd.
Onderzoeker Marko Ruis van de Animal
Sciences Group vergeleek het dierwelzijn
binnen beide systemen aan de hand van
verschillende criteria, zoals angst bij kippen, wroeten bij varkens en zooggedrag
van kalveren. De biologische sector scoorde aanzienlijk beter dan de gangbare.
Behalve gedrag vergeleek Ruis ook de gezondheid van de dieren. Hij stelde vast
dat biologische veehouderij wat dit betreft
naast de pluspunten ook enkele minpunten heeft. Zo hebben biologische biggen
een grotere kans dat hun moeder op hen
gaat liggen, en verhoogt een buitenverblijf
de kans op een infectie terwijl preventief
medicijngebruik aan banden is gelegd.
Dit zijn onvermijdelijke dilemma’s volgens
Ruis. ‘Toch zou ik als koe of varken liever
in de biologische sector rond willen lopen.’ Maar deze afweging maakt hij niet
als onderzoeker, zegt hij. ‘Ik heb puur de
vergelijking gemaakt op basis van de wetenschappelijke literatuur. Biologische
producenten zoeken onderbouwing voor
de algemene claim dat ze het goed doen.
Met dit onderzoek kunnen ze nu hun product aanprijzen op basis van de punten
die er voor hen toe doen.’
Daarnaast biedt de analyse aanknopingspunten om de biologische veehouderij
verder te verbeteren. ‘In de toekomst
moet het voer voor dieren in de biologische sector voor honderd procent uit biologische grondstoffen bestaan. Maar hier
kunnen problemen ontstaan.’ Zo neemt
de hoeveelheid ruwe eiwit toe. Dit leidt onder andere tot diarree bij varkens. ‘Het is
belangrijk dat we hier meer onderzoek
naar doen om te voorkomen dat het dierwelzijn in de toekomst achteruit gaat.’ / LH
en de insulinegevoeligheid verbetert. ‘We
hebben vetweefsel lange tijd gezien als
iets waar we liever zo min mogelijk van
willen hebben’, zegt Keijer. ‘Nu weten we
dat vetweefsel een ontgiftende functie
heeft. Het slaat vetzuren op. Het voorkomt dat die vetzuren voor een langere
periode door het lichaam circuleren en
schade veroorzaken.’
Bij ernstig overgewicht wordt vetweefsel
echter overbelast. Onderzoekers denken
dat vetcellen daardoor afsterven, en vervolgens door immuuncellen worden opgeruimd. Daarbij komen ontstekingseiwitten
vrij, die andere cellen in het lichaam ver-
hinderen om nog voedingsstoffen op te
nemen. Naarmate dat proces ernstiger
vormen aanneemt, verliezen cellen
steeds meer van hun gevoeligheid voor insuline, en gaan de vetzuren door het lichaam zwerven. ‘Medicijnen als Rosiglitazone stoppen dat proces’, zegt Keijer.
‘Wangs onderzoek maakt duidelijk waarom. Stel je rijpe vetcellen bloot aan Rosiglitazone, dan loopt de aanmaak van ontstekingseiwitten terug.’
Wang heeft ook bestudeerd wat rijpe vetcellen doen als ze worden geprikkeld door
insuline. Zo ontdekte ze een paar nieuwe
eiwitten die vetcellen aanmaken, waar-
van de precieze functie nog niet duidelijk
is.
Haar onderzoek is pionierswerk, aldus
Keijer. ‘Het is binnen de voedingswetenschap het eerste onderzoek dat effecten
van stimuli bestudeert met zowel transcriptonomics als proteomics.’ Dat betekent dat onderzoekers alle genen meten
die de cel afleest (transcriptonomics), en
ook alle eiwitten meten die een cel aanmaakt (proteomics). Wangs promotieonderzoek was een gezamenlijke onderneming van Universiteit Maastricht, RIKILT
en het in Wageningen gevestigde Centrum voor Humane Nutrigenomics. / WK
CLAIMS HONDENVOER GAAN TE VER
Fabrikanten van katten- en hondenvoer
verkopen soms producten die strikt
genomen alleen dierenartsen zouden
mogen voorschrijven. De gezondheidsclaims waarmee de makers adverteren
zijn zo verstrekkend dat de producten
vallen onder de noemer van ‘diervoeder
met medicinale werking’.
Tot die conclusie komen onderzoekers
van de Animal Sciences Group die voor de
Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) een
verkennend onderzoek hebben gedaan.
De onderzoekers hebben zich beperkt tot
voer voor honden en katten, maar vermoeden dat de bevindingen gelden voor
alle soorten voer voor gezelschapsdieren.
In hun rapport Gezondheidsclaims Diervoeding noemen de onderzoekers tientallen voorbeelden van verrijkt voer en supplementen voor dieren die niet door de
beugel kunnen.
Is uw jonge Wodan een nerveus zenuwlijertje met ‘een slechte ontlasting en angstig of onrustig gedrag’? Prins Petfoods,
geven de onderzoekers als voorbeeld,
adviseert SpecialCare ‘voor een gezonde
start’. Met ‘pure zalmolie voor een optimaal leervermogen, FOS voor een gezonde darmflora en wit mosterdzaad voor uitstekende weerstand’.
Helemaal bont maken de fabrikanten van
de ‘biologische geneesmiddelen’ het, aldus het rapport. Voor honden die hun
baasje zijn verloren maakt Petvital bijvoorbeeld Nr. 6: een mengsel van extracten
van lariks, mosterd en kamperfoelie ‘om
over het verdriet heen te komen’.
Zulke claims zijn niet toegestaan voor voedingsmiddelen en supplementen voor humaan gebruik, aldus de onderzoekers. Eu-
ropese producenten voor menselijke producten mogen sinds januari 2007 alleen
beweren dat hun producten de gezondheid ondersteunen, en niet zeggen dat
die aandoeningen voorkomen of genezen.
De regelgeving voor diervoer is minder
duidelijk. Hoewel die de vrije verkoop van
‘diervoeder met medicinale werking’ verbiedt, staan de regels wel de vrije verkoop
van ‘dieetvoer’ toe, voor dieren met een
afwijkende behoefte aan voedingsstoffen.
Dat zorgt voor een maas in de wet, waardoor autoriteiten als de VWA met lege
handen staan. De onderzoekers vinden
dat de regelgeving zou moeten veranderen.
Het rapport staat integraal op kennisonline.wur.nl. / WK, foto GA
VARKEN WIL ANDERE SPEELTJES DAN BOER
Varkens voelen zich het prettigst met
stro en ruwvoer in hun stal. Afleidingsmaterialen als kettingen, touwen of
ballen zijn echter praktischer voor de
boer. Dat blijkt uit onderzoek van de
Animal Sciences Group.
Onderzoekers vergeleken negen verschil-
lende speelmaterialen voor varkens.
Daarbij letten ze onder meer op dierwelzijn, kosten, hygiëne en arbeid. Juist de
materialen die hoog scoren op de welzijnsmeter van het varken – stro en ruwvoer – zijn impopulair bij de boer. Want
stro vraagt meer arbeid dan het ophangen van een ketting en is duurder. Boven-
dien komt er veel stof vrij bij het verspreiden van stro.
Naast stro waarderen de varkens ruwvoer,
omdat dat het verzadigingsgevoel bevordert. Maar ruwvoer levert plakkerige
mest op, waardoor het hok sneller vies
wordt. / LH
Resource 0727 1, 3, 8-11
11-04-2007
15:27
Pagina 8
ACHTERGROND
8
LETTINGA /
DOORBIJTER
MET IDEALEN
1
‘
w
v
k
v
i
d
‘
‘Vreselijk laf
dat Wageningen
de landbouw
uit zijn naam
heeft geschrapt’
no
ve
co
de
st
ee
To
h
tu
tw
ge
w
ho
O
A
p
pe
d
D
W
w
ja
lo
sc
o
d
o
o
ga
de
ve
da
M
ri
Te
st
B
o
m
ge
e
be
vo
af
ju
sl
Le
M
pe
de
va
Resource 0727 1, 3, 8-11
11-04-2007
15:27
Pagina 9
12 APRIL 2007
9
RESOURCE #27
‘Ik mis nu in Wageningen het vuur om echt te willen bijdragen aan een betere
wereld.’ Gatze Lettinga (71), emeritus hoogleraar Milieutechnologie en winnaar
van twee belangrijke milieuprijzen, is nog even strijdbaar als altijd. De stuwende
kracht achter misschien wel de grootste innovatie die Wageningen ooit
voortbracht – de UASB-reactor – gelooft dat ware vernieuwing en idealisme hand
in hand gaan.
door GERT VAN MAANEN, foto BART DE GOUW
‘W
elke karaktereigenschap
het belangrijkst is geweest
voor mijn loopbaan? Geen
idee, dat moet je straks
maar aan mijn vrouw vragen, die zal het na ruim
veertig jaar wel weten.’ De
nog jong ogende Lettinga zit op het dakterras op de bovenste verdieping van een modern appartementencomplex aan het IJ, met een schitterend uitzicht over
de Amsterdamse binnenstad. Het zoemt er van de
stadsgeluiden: trams, optrekkend verkeer en af en toe
een scheepshoorn.
Tot voor kort woonde de Friese boerenzoon nog in een
huis met zelfontworpen waterzuivering en een grote
tuin op het platteland bij Heerenveen. ‘We hebben daar
twaalf en een half jaar rust gehad, maar zijn nooit echt
geworteld. Mijn vrouw is een stadsmens en hier zitten
we dicht bij de kleinkinderen. Er is geen haar op mijn
hoofd die nu weer terug wil.’
Op vrijdag 20 april krijgt Lettinga in Los Angeles de
Amerikaanse Tyler Prize uitgereikt. Een prestigieuze
prijs, bestaande uit 200.000 dollar en een gouden
penning, die hem wordt toegekend vanwege zijn verdiensten op het gebied van de milieubescherming.
De voormalig hoogleraar Milieutechnologie heeft aan
Wageningen voornamelijk goede herinneringen. ‘Het
waren gouden tijden.’ Hij kwam aan het begin van de
jaren zeventig als bijna gepromoveerde Delftse technoloog naar de landbouwhogeschool om zich op biologische waterzuivering te storten, en vond overal het licht
op groen. ‘De industrie stond in die jaren voor de opdracht te voldoen aan nieuwe wetgeving rond de verontreiniging van oppervlaktewater. Bedrijven waren uit
op zo goedkoop mogelijke oplossingen. Er lag een gigantisch werkgebied en microbiologische zuivering had
de wind in de zeilen. Ik had daar toen nog de ballen
verstand van. Het is echt een lucky incident dat ik op
dat moment een publicatie van de Amerikaan Perry
McCarty onder ogen kreeg over anaerobe waterzuivering die me enorm aansprak.’
Terwijl vrijwel iedereen zich wierp op de aerobe, zuurstofrijke zuiveringstechniek, dook Lettinga in de rotting.
Bij deze anaerobe vergisting wordt organische stof
onder zuurstofarme omstandigheden omgezet in
methaan en kooldioxide, een proces dat in de regel
gepaard gaat met de productie van pregnante rotteeierengeur. Dat is volgens Lettinga waarschijnlijk een
belangrijke reden dat vrijwel iedereen er ‘zijn neus
voor optrok’. ‘De combinatie van biogasproductie en
afbraak van organische verbindingen was voor mij
juist een belangrijke drijfveer, omdat het kringloopsluiting en zelfvoorziening dichterbij brengt’, aldus
Lettinga.
Maar behalve een idealistische drijfveer speelde zijn
persoonlijkheid ook een rol bij zijn keuze, erkent de onderzoeker. ‘Ik ben een vrij lastig mannetje en houd niet
van een hete adem in mijn nek. Dat anderen eigenlijk
niks van deze techniek wilden weten, had zeker een
voordeel. Ik kon gewoon mijn gang gaan en kreeg daartoe ook alle vrijheid.’
In eerste instantie richtte Lettinga zich vooral op de behandeling van agrarisch-industrieel afvalwater. Rondom aardappelzetmeel- en bietsuikerfabrieken was op
dat moment eigenlijk al jarenlang sprake van een onhoudbare situatie. Zo werd in Groningen het saprijke
afvalwater uit die fabrieken vrijwel rechtstreeks geloosd op het oppervlaktewater. Dat leidde tot schuimende en stinkende kanalen zonder zuurstof waarin
alle vissen het loodje legden.
Lettinga herinnert zich dat hij samen met collega’s van
de vakgroep tonnen aardappels heeft geschild om die
vervolgens te vermalen in een sapcentrifuge. ‘De afbraak in de experimentele opstelling ging fantastisch,
maar fabrikant Avebe wilde er niet aan. Ze hadden in
Groningen goedkoop aardgas, dus kozen ze voor een
op indampen gebaseerde techniek. Later zijn ze op
hangende pootjes bij ons teruggekomen.’
Dat het uiteindelijk kwam tot een succesvolle samenwerking met het bedrijfsleven is volgens Lettinga te
danken aan het idealisme van Rob de Vletter, medewerker van de Centrale Suiker Maatschappij (CSM). ‘Hij
had net als ik gewoon geloof in de zaak en werd daarin
ook gesteund door zijn toenmalige directeur. We kregen steun van de overheid en in relatief korte tijd hebben we in 1976 een goed werkend prototype van
UASB-reactor gerealiseerd bij de CSM-fabriek in Halfweg.’
GEEN PATENT
Toen eenmaal was bewezen dat de techniek werkte,
werd er plotseling van alle kanten aan getrokken. ‘Ze
wilden allemaal dat er een patent op kwam, maar daar
was ik faliekant tegen.’ Lettinga vond dat de uitvinding
voor iedereen toegankelijk moest zijn. ‘Als noodgreep
heb ik toen besloten heel snel te publiceren in een obscuur tijdschrift. Het was mijn gouden publicatie, maar
het ziet er uit als een stencil.’ Lettinga springt op en
komt even later terug met een vergeeld nummer van
‘Extern’, een Limburgs tijdschrift voor omgevingswetenschappen. ‘Ik heb er nooit spijt van gehad, al had het
wel een keerzijde. Als je een patent hebt kun je een
beetje de vinger aan de pols houden.’
De Upflow Anaerobic Sludge Blanket (UASB) reactor is
een echte doorbraak, omdat in deze installaties zich
een zeer goed en actief – korrelig – anaeroob slib ontwikkelt van micro-organismen die gezamenlijk de afvalstoffen afbreken. Door het egaalomhoog stromende
water en het opborrelende methaangas wordt het afval
op elegante wijze gemengd, waardoor het afbraakproces op gang blijft en optimaal gebruik wordt gemaakt
van de actieve biomassa. Samen met de verbeterde
versie, de Expanded Granular Sludge Bed (EGSB), zijn
er nu wereldwijs meer dan tweeduizend van zulke reactoren in gebruik, met name voor industrieel afvalwater.
In Latijns-Amerika en India wordt het systeem inmid-
dels ook toegepast bij de (voor)zuivering van rioolwater.
In Nederland is die toepassing voor rioolwater nog
steeds niet van de grond gekomen. Lettinga: ‘De gevestigde orde in het sanitatiewereldje heeft hier tot nu toe
een stokje voor gestoken. We hebben hier de krankzinnige situatie dat we onze toiletten doorspoelen met
zeer hoogwaardig drinkwater. Het rioolwater wordt via
peperdure en zeer onduurzame buizen over grote afstanden getransporteerd en dat sterk verdunde afvalwater – zo verdund dat het lastiger is om rendabel te
vergisten – wordt vervolgens in grootschalige, energieverslindende installaties gezuiverd. In ons paradijs van
overvloed is dat voorlopig nog aan de burgers te verkopen. Mijn grootste nachtmerrie is echter dat wij, met
hulp van onze kroonprins, zulke zogenaamde innovatieve hoogwaardige systemen ook nog eens gaan exporteren naar ontwikkelingslanden.’
SUPERSOCIALIST
Lettinga maakt zich ook zorgen over de ontwikkeling van
energie uit biomassa en met name het gebruik van gewassen voor de productie van bio-ethanol en biodiesel.
‘Als je ziet wat de productie van bio-ethanol betekent
voor het landschap in Brazilië dan zijn ‘we’ daar schandalig bezig. Er is een veel duurzamer alternatief met
een veel hoger rendement: biogasproductie uit energiegewassen maar ook uit mest, afval en gewasresten.’
Dat Wageningen de Biobased Economy omarmt, vindt
Lettinga dan ook niet onverdeeld positief. ‘Even vooropgesteld: Wageningen heeft in potentie alles in huis
om een geweldige bijdrage te leveren aan werkelijke
duurzaamheid in de landbouw, voedselvoorziening en
energieproductie. Alleen mis ik langetermijnvisie en
het vuur om echt te willen bijdragen aan een betere
wereld voor iedereen. Het is te veel gericht op de ‘grootindustrie’ en internationale handel. Wageningen zou
vooral moeten inzetten op regionale zelfvoorziening.
Globalisering maakt zeer veel kapot. Noem me maar
een supersocialist, maar grote bedrijven kiezen voor
een grotere winst. Topmanagers jagen schandalig hoge
salarissen na en verhullen dat met mooie praatjes.’
Volgens Lettinga heeft Wageningen ook nog een ereschuld, het heeft meegeholpen de boerenstand om
zeep te brengen door een te ver doorgevoerde industrialisatie van de agrarische sector. ‘Dat heeft geleid tot
de eliminatie van echte boeren, mensen die met liefde
voor planten, dieren en landschap hun beroep uitoefenen. Zulke boeren, in een modern jasje, zijn voor mij de
spil van duurzame ontwikkeling. Ik vind het vreselijk laf
dat Wageningen de landbouw uit zijn naam heeft geschrapt. Eerst meehelpen de landbouw in diskrediet te
brengen en vervolgens de L uit je naam schrappen omdat het slechte associaties oproept. Zet maar in de
krant: die L moet gewoon weer terug.’
Bij het afscheid vraag ik zijn vrouw Dora nog even naar
de karaktereigenschap die bepalend is geweest voor
Lettinga’s loopbaan. ‘O, dat is makkelijk. Als Gatze een
keer iets vast heeft, laat hij echt nooit meer los.’ <
Resource 0727 1, 3, 8-11
11-04-2007
15:27
Pagina 10
ACHTERGROND
10
STEEDS WAT MINDER
VRUCHTBAAR
1
A
W
v
o
d
V
D
ka
st
ru
Sw
de
de
co
de
b
va
a
m
m
N
ba
de
de
d
e
bo
m
te
ge
H
vo
ba
ja
sc
cr
a
m
te
w
o
in
‘Als de Amerikaanse
studie klopt is de
mens door eigen
toedoen een uitstervende soort’
Eé
e
ro
m
be
de
W
ac
m
te
‘D
ge
sc
Resource 0727 1, 3, 8-11
11-04-2007
15:27
Pagina 11
12 APRIL 2007
11
RESOURCE #27
Al tientallen jaren daalt het aantal zaadcellen dat mannen aanmaken.
Wetenschappers zoeken de verklaringen in milieuverontreiniging, veranderde
voedingsgewoonten of hormoonachtige stoffen in cosmetica. De grote vraag is
of de daling zal leiden tot onvruchtbaarheid.
door WILLEM KOERT
V
rouwen die tijdens hun zwangerschap
veel rundvlees eten, krijgen vaker zonen die op volwassen leeftijd geen kinderen kunnen krijgen. Hoe meer rundvlees de moeders hebben gegeten,
des te geringer is de aanmaak van
zaadcellen bij hun zonen.
Dat is, kort samengevat, de uitkomst van een Amerikaanse studie die aan de andere kant van de oceaan
stof doet opwaaien. Kranten en tijdschriften besteden
ruim aandacht aan het onderzoek van prof. Shanna
Swan en de Deen dr. Neils Skakkebaek. Niet verwonderlijk, vindt prof. Rolaf van Leeuwen, sinds kort bijzonder hoogleraar Integrale risicoschatting van toxische
componenten in voedsel. ‘Het zijn gerespecteerde onderzoekers. Ze onderzoeken al jaren of manmade verbindingen verantwoordelijk zijn voor de achteruitgang
van het menselijk sperma. Het probleem dat ze in hun
artikel aansnijden liegt er natuurlijk niet om. Als de vermoedens van Swan en Skakkebaek kloppen, dan is de
mens door eigen toedoen een uitstervende soort.’
Niet vlees zelf verhoogt de kans dat mannen onvruchtbaar worden, aldus de onderzoekers. Varkensvlees lijkt
de kans op onvruchtbaarheid niet te verhogen. Daarom
denken de onderzoekers dat de synthetische hormonen
die Amerikaanse veetelers sinds 1954 aan hun koeien
en stieren geven het effect veroorzaken. In de VS mogen
boeren sinds 1979 het oestrogene hormoon DES niet
meer gebruiken, maar groeibevorderaars als estradiol,
testosteron, het anabole steroid trenbolon en het progesteronachtige megestrol zijn nog steeds in gebruik.
Het idee dat kunstmatige verbindingen de menselijke
voedselketen in glippen en ons geleidelijk onvruchtbaar maken, is niet nieuw. Sinds in het midden van de
jaren negentig de bestseller Our Stolen Future verscheen, kent iedere krantenlezer de theorie dat endocrine disruptors, in de vorm van hormoonresiduen of
andere verbindingen, de hoeveelheid zaadcellen verminderen en de hormoonhuishouding op hun kop zetten. Dat komt niet alleen doordat Al Gore het voorwoord van Our Stolen Future schreef, maar ook omdat
onderzoekers steeds meer aanwijzingen vinden dat er
inderdaad iets aan de hand is.
erfenis van de dioxinecrisis van de jaren negentig.’
Rolaf van Leeuwen, die zich voor de World Health Organization vaak in dioxines heeft verdiept, vraagt zich af
of dat klopt. ‘Het grote probleem met dit soort epidemiologisch onderzoek is dat je alleen ziet waar je naar
kijkt’, zegt hij. ‘Als ik het Belgische onderzoek lees
vraag ik me onwillekeurig af of er ook niet andere factoren in het spel zijn. In eierdooiers zit van nature ook vrij
veel van het vrouwelijke geslachtshormoon estradiol.
Dat zou ook een rol kunnen spelen. En dat heeft niets
met dioxines te maken.’
De lijst potentiële endocrine disruptors die in theorie de
aanmaak van zaadcellen kunnen beïnvloeden is enorm,
zegt de Wageningse emeritus hoogleraar en organisch
chemicus prof. Aede de Groot. ‘Het lichaam reguleert
de aanmaak van zaadcellen onder meer via het mannelijke geslachtshormoon testosteron en het vrouwelijke
geslachtshormoon estradiol. Van veel chemicaliën is
aangetoond dat ze die hormonen kunnen nabootsen.
Van tientallen insecticiden, herbiciden, verbindingen
die vrijkomen bij de productie van papier, weekmakers,
afbraakproducten van DDT en zelfs sommige pcb’s weten we bijvoorbeeld dat ze zich net als testosteron kunnen vastmaken aan de androgeenreceptor.’
Voor de aanmaak van spermacellen is het binden van
testosteron aan zijn receptor een voorwaarde. In dierstudies waarbij onderzoekers forse concentraties van
die contaminanten gebruiken, verdringen veel manmade verbindingen met een androgene werking het natuurlijke testosteron. Ze maken zich vast aan de androgeenreceptor, maar dat leidt niet of in mindere mate tot
de processen die plaatsvinden nadat testosteron zich
aan de receptor heeft vastgemaakt. De bewuste verbindingen ontpoppen zich dus vooral als anti-androgenen.
Een ander mechanisme kan zijn dat verbindingen in het
lichaam de werking van estradiol imiteren. Net als antiandrogenen remt estradiol de aanmaak van zaadcellen.
‘We zijn allemaal blootgesteld aan kleine hoeveelheden
endocrine disruptors’, zegt toxicoloog dr. Tinka Murk.
‘Als je die hoeveelheden geeft aan een gezonde volwassen man, gebeurt er niets. Zijn lever maakt ze onschadelijk en hij scheidt ze uit via de gal. Maar bij ongeboren
kinderen werken die ontgiftingsmechanismen nog niet.’
Samen met een promovendus bestudeerde Murk het
DIOXINE EN PCB’S
gedrag van endocrine disruptors in zwangere muizen.
Eén van die aanwijzingen is het onderzoek van Gentse De studie is nog niet gepubliceerd, maar er blijkt uit dat
endocrinologen, dat verleden jaar verscheen in Envisommige synthetische verbindingen met een hormonaronmental Health Perspectives. Naarmate Vlaamse
le werking via de moeder naar de foetus kunnen komen.
mannen meer eieren aten, ontdekten de Gentenaren,
Bisphenol-A, een stof met een oestrogene en anti-anbevatte hun bloed meer dioxines en pcb’s. Voor hun on- drogene werking die veel in plastics zit, kan het uitstederzoek gebruikten de Gentenaren overigens een door kend. Plantaardige pseudo-hormonen kunnen het niet.
Wageningse toxicologen ontwikkelde cellijn die dioxine- ‘In de foetus ontwikkelen weefsels zich nog en moeten
achtige stoffen detecteert. Naarmate de Vlamingen
allerlei hormoonbalansen nog worden ingeregeld’, vermeer dioxines en pcb’s in hun bloed hadden, was hun
klaart Murk. ‘Kleine hoeveelheden hormonale stoffen
testosteronspiegel lager.
kunnen dan een groot effect hebben. Ik vind het idee
‘De Belgische bevolking is de voorbije jaren vaker bloot- dat slecht afbreekbare residuen van synthetische horgesteld aan dioxines en pcb’s dan andere Europeanen’, monen in vlees via zwangere vrouwen invloed hebben
schrijven de Belgen. ‘Wat we hier zien is misschien de
op de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen, hele-
maal niet zo onwaarschijnlijk.’ Ook de toename van het
aantal gevallen van hormoongerelateerde soorten kanker zoals borstkanker en testeskanker hangt samen
met endocrine disruptors, vreest Murk.
COSMETICA
Binnen de leerstoelgroep Fysiologie van mens en dier
volgt dr. Katja Teerds de discussie over endocrine disruptors met interesse, maar niet kritiekloos. ‘Volgens
de cijfers daalt het aantal zaadcellen van mannen nu
al langer dan een eeuw’, zegt ze. ‘Of zich dat ook vertaalt in onvruchtbaarheid is niet bewezen. Mannen maken miljoenen zaadcellen aan. Een vermindering van
enkele tientallen procenten maakt nog niet onvruchtbaar. Het is bovendien duidelijk geworden dat je die
metingen niet met elkaar kunt vergelijken. Al die metingen zijn op een andere manier tot stand gekomen. Het
maakt bijvoorbeeld uit hoe lang je de monsters in een
laboratorium bewaart voordat je de cellen gaat tellen.
Dat door de jaren heen de hoeveelheid zaadcellen in
mannen vermindert zegt voor hetzelfde geld dus meer
over een veranderde manier waarop onderzoekers in
een laboratorium werken dan over de werkelijkheid.’
Een ander punt is de aard van de endocrine disruptors,
aldus Teerds. ‘De vingers wijzen naar kunstmatige verbindingen. Maar we krijgen ook natuurlijke hormonale
verbindingen binnen. De consumptie van groene thee
is bijvoorbeeld aan het toenemen, net als die van soja.
Zowel groene thee als soja bevatten hormonale verbindingen. Als mannen inderdaad minder zaadcellen aanmaken dan vroeger, dan zou dat dus ook door veranderde voedingsgewoonten kunnen komen.’
Niet onmogelijk, zegt dr. Toine Bovee, die op onderzoeksinstituut RIKILT onderzoek doet naar de hormonale werking van plantenstoffen. ‘In de New England
Journal of Medicine stond nog niet zo lang geleden een
artikel over drie jongens tot tien jaar die borsten zouden hebben gekregen omdat ze shampoo gebruikten
met olie van de theeboom en lavendel’, zegt Bovee.
We krijgen via onze voeding, en misschien ook via cosmetica, natuurlijke stoffen binnen die ons hormoonsysteem beïnvloeden, zegt Bovee. ‘In mijn promotieonderzoek heb ik een verbinding met een krachtige oestrogene werking in het plantje hop onderzocht. Vroeger gebruikten vrouwen hop soms als anticonceptiemiddel.’
Maar daarbij moet Bovee meteen aantekenen dat hop
een uitzondering is, en dat ook over de werking van lavendel en theeboomolie nog niet veel bekend is. Praktisch alle plantenstoffen met een oestrogene werking
werken maar zwak, en ontpoppen zich in sommige
weefsels misschien zelfs als een anti-oestrogeen, een
verbinding die de werking van estradiol afremt. ‘Van
die stoffen kun je dus met evenveel recht beweren dat
ze de vruchtbaarheid juist bevorderen’, zegt Bovee. ‘De
potentie van deze stoffen in een reageerbuis of in
proefdieren staat niet ter discussie, maar ik durf niets
te zeggen over hun effecten op mensen. En dan kun je
als wetenschapper beter je mond houden.’ <
Resource 0727 12-15
11-04-2007
14:57
Pagina 12
REPORTAGE
12
1
IN BEELD
versneld door infraroodlinten onder de bollen.
Gewasonderzoeker narcis en hyacint ing. Peter Verburg
(foto rechtsmidden): ‘De bollen kunnen pas groeien als
de hyacint gebloeid heeft. We hopen zo eerder bollen te
kunnen rooien die in de herfst gebruikt kunnen worden
voor de teelt van snijbloemen of potplantjes. Die zijn nu
U
d
foto’s GUY ACKERMANS, tekst GERT VAN MAANEN
Als er ergens sprake is van een uitbundig
voorjaarsgevoel dan is het bij PPO Bollen en Bomen in
Lisse. In het kassencomplex staan het hele jaar door
bolgewassen in bloei, maar nu zijn ook de proefvelden
bedekt met een kleurige lappendeken. Bijzonder zijn de
hyacinten waarvan de ontwikkeling in het veld is
O
nog vaak afkomstig van Franse teelt.’ In een proef met
narcissen is het gewas afgedekt met insectengaas om
ziekteverspreiding te voorkomen. Op de achtergrond
staat een gemeentelijk monument, de voormalige Rijks
Middelbare Tuinbouwschool.
Ee
br
M
W
E
C
Lin
pi
no
ge
ee
an
in
ge
to
‘D
he
Ev
te
na
cië
en
ce
hij
‘H
Da
Resource 0727 12-15
11-04-2007
14:57
Pagina 13
12 APRIL 2007
13
RESOURCE #27
OUDE KOEIEN
UIT DE ARCHIEVEN VAN WAGENINGEN UR
door KOEN MOONS
t
m
DE AFTAKELING VAN HET KOLONIALE LANDBOUWMUSEUM
ks
Om de Wageningse Koloniale
Landbouwschool naar Deventer te
lokken, richtte de stad in 1910 het
Koloniale Landbouwmuseum op. Het
museum werd populair bij studenten en
het grote publiek, maar kwijnde door
financiële problemen langzaam weg.
Een Indische vogelverschrikker (petakut) uit 1912. /
bron: Catalogus Collectie Deventer, Volkenkundig
Museum Gerardus van der Leeuw, Groningen
Begin twintigste eeuw kon de Rijkslandbouwschool in Wageningen niet in de behoefte voorzien van studenten die op een
carrière bij een landbouwbedrijf in Nederlands-Indië hoopten. Daarom werd de
school gesplitst in een school gericht op
Nederlandse landbouw, en een school
voor koloniale landbouw. Als vestigingsplaatsen voor de koloniale tak waren
Haarlem en Deventer in de race. De gemeente Deventer zag de school graag komen en stelde grond en geld ter beschikking. Haarlem had echter een belangrijk
pluspunt: een koloniaal museum.
Om de school toch naar Deventer te lokken, stelde de afdeling Deventer van de
Maatschappij van Nijverheid voor om een
materiaal over de koloniale landbouw te
verzamelen. Dat kon dan worden tentoongesteld, en beschikbaar worden gesteld
aan de school.
Mede dankzij dit initiatief viel de keus van
de politiek op Deventer. Op 16 september
1912 opende daar de Middelbare Koloniale Landbouwschool zijn deuren en in
1915 volgde het museum. Studenten van
de landbouwschool waren vaste bezoekers. Ook gebruikten docenten regelmatig
voorwerpen uit het museum om hun lessen mee te illustreren. Het museum ging
bovendien aanvullende cursussen verzorgen, waaronder de suikercursus en de
rubbercursus.
Tijdens de economische crisis in de jaren
dertig, die in Nederlands-Indië grote gevolgen had, kwam het succesvolle museum echter in financiële problemen. Geldschieters vielen af, het ministerie van Koloniën zette de subsidie stop en de stichting die de cursussen gaf kon de huur niet
meer betalen. Achterstallig onderhoud
was het gevolg.
De oorlog die volgde deed het gebouw en
de collectie ook geen goed. De schade
viel aanvankelijk nog mee, maar in de weken na de bevrijding brachten enkele
dronken Canadese soldaten een bezoekje aan het museum en wierpen en pasant
wat tafels met bijzondere voorwerpen omver.
In de jaren vijftig en zestig groeide het
bezoekersaantal, maar financieel en
organisatorisch ging het allemaal nog
slechter. Het museum – door het verlies
van de koloniën maar omgedoopt tot Tropisch Landbouwmuseum – raakte zo erg
in verval dat elektriciteit en verwarming
het op een gegeven moment begaven.
Als de conciërge, naast de directeur de
enige medewerker, ziek was, moest het
museum dicht. In 1963 betekende dit dat
de deuren een half jaar gesloten bleven.
Het museum kwijnde zo langzaam weg.
In 1965 stopten alle overheidssubsidies.
De gemeente Deventer schoot nog te hulp
om de slarissen te betalen. In 1967 nam
de directeur echter ontslag en ging de
conciërge, tachtig jaar inmiddels, eindelijk met pensioen. Dit betekent het definitieve einde van het Koloniale Landbouwmuseum.
De gemeente Deventer schonk de collectie in 1972 aan het Volkenkundig
Museum ‘Gerardus van der Leeuw’ in
Groningen. Na opheffing van dit museum
in 2003 vond de collectie onderdak bij de
Rijksuniversiteit Groningen. Studenten
Tropische landbouw zitten tegenwoordig
weer in Wageningen op de hogeschool. /
Koen Moons
WERKPLEK
EVERT VAN DE POL
CONCIËRGE IN EEN NIEUW GEBOUW
Links of rechts? Oh nee, nog een verdieping hoger. Evert van de Pol moet soms
nog even nadenken als hij door de gangen van het Forumgebouw loopt. Hij is
een van de vijf conciërges die straks verantwoordelijk zijn voor het reilen en zeilen
in het nieuwe onderwijsgebouw van Wageningen UR. ‘Eerder had ieder zijn eigen
toko. Nu zitten we bij elkaar’, vertelt hij.
‘Dat is een uitdaging, maar we zijn al een
hechte club geworden.’
Evert werkt sinds 1979 voor de universiteit. Hij groeide door van postmedewerker
naar chef postzaken. Later werd hij conciërge. Of er nu een student onderuit gaat
en bloedend bij hem aanklopt, of een docent de beamer niet aan de praat krijgt,
hij helpt ze allemaal met evenveel plezier.
‘Het is zo breed en elke dag is anders.
Daarom is het de leukste functie die er is.’
En spannend kan het ook zijn. ‘In 2001
werkte ik op het Transitorium. Daar werden ontzettend veel beamers gejat. Met
een ingebouwd cameraatje heb ik twaalf
dieven in de kraag gegrepen’, vertelt hij
trots. De metalen behuizing voor de apparaten die Evert ontwikkelde, maakte het
de dieven nog lastiger.
Een echte favoriete plek in het grote Forumgebouw heeft Evert niet, maar hij laat
enthousiast de koepel in de bibliotheek
en het verre uitzicht vanaf de achtste verdieping zien. ‘Ook ik vind het afstoten van
de kleinere gebouwen zonde, maar we
hebben nu wel eindelijk iets waar we mee
voor de dag kunnen komen. Wageningen
is al eens een voetbalclub kwijtgeraakt;
een gebouw als het Forum is nodig om te
voorkomen dat de stad ook de universiteit
verliest.’ / Laurien Holtjer
foto Guy Ackermans
Resource 0727 12-15
11-04-2007
14:57
Pagina 14
OPINIE
14
1
M.I.
Milieutechnoloog prof. Gatze Lettinga deed in 1976 zijn uiterste best
om te voorkomen dat zijn technologie voor anaerobe waterzuivering
werd gepatenteerd (zie pagina 8/9). Hij wilde dat de kennis voor
iedereen beschikbaar zou blijven, en publiceerde daarom snel in
een obscuur tijdschrift. Anno 2007 erkent hij dat deze aanpak ook
nadelen heeft gehad. Remmen patenten en octrooien de doorstroming van kennis nou, of juist niet?
REMMEN PATENTEN DE VOORUITGANG?
Prof. Richard Visser, hoogleraar
Plantenveredeling, houder van
verschillende patenten
‘Patenten zijn ooit in het leven geroepen
om de doorstroming van kennis te bevorderen. Om ervoor te zorgen dat ideeën uit
hoofden kwamen en op papier. Je hoort
nu vaak de klacht dat patenten nieuwe
vindingen juist afremmen, ik denk dat de
waarheid daar ergens tussenin ligt.
Ik zorg er altijd voor dat we bij het aanvragen van patenten samenwerken met bedrijven. De kosten voor het aanvragen en
instandhouden van een patent zijn hoog.
En als het wordt aangevochten ben je helemaal duur uit. Bedrijven kunnen die kosten wel dragen, wij niet.
Voor mij biedt een patent een extra mogelijkheid om geld binnen te halen voor on-
derzoek. Een tijd geleden hebben wij een
aandeel in een patent verkocht aan een
multinational. Van de opbrengst konden
we een aio-project betalen.
Het aanvragen van een patent staat idealisme zoals dat van Lettinga ook niet in de
weg. Wij hebben een patent op het genetisch transformeren van cassave. Daarbij
hebben wij met de eigenaar afgesproken
dat er geen kosten in rekening worden gebracht als iemand die techniek wil gebruiken ten bate van voedselzekerheid in ontwikkelingslanden. Een groot bedrijf dat er
industrieel mee aan de slag wil, moet wel
betalen.’
‘De Wageningse
omzet door patenten
bedraagt enkele
miljoenen per jaar’
Ir. Paul van Helvert, beheert voor
Wageningen Business Generator de
patenten van de kenniseenheden
Voeding en Dier
‘Patenteren hoeft brede toepassing zeker
niet in de weg te staan. Maar er zijn meer
mensen aan de universiteit die weinig van
patenten willen weten. Voor sommigen zal
dat te maken hebben met idealisme, voor
een groot deel van de onderzoekers is patenteren een ver-van-mijn-bedshow. Je
ziet dat een paar mensen erg actief zijn,
anderen doen er niet zo veel mee.
De afgelopen tijd is de houding van geldschieters veranderd. De Europese Unie en
Nederlandse geldschieters eisen tegenwoordig dat je vindingen octrooieert. Ze
hopen op die manier een deel van de in-
vestering terug te verdienen. Voor bedrijven is het belangrijk dat je meedoet met
het spel. Als je bij een bedrijf komt met
een financieringsvoorstel en je moet melden dat je geen patent hebt, maar wel
een mooie publicatie, maak je toch minder kans.
Er is geen volledig overzicht van de omzet
die Wageningen UR boekt door patenten,
maar je moet denken aan enkele miljoenen per jaar. Dat is dus best wat, en ik
ben er van overtuigd dat we hier en daar
nog kansen missen. Wageningen UR
heeft relatief weinig octrooien, als je het
vergelijkt met andere instellingen.’
PO
Re
va
ge
of
Po
‘O
a
door KORNÉ VERSLUIS
‘Een patent staat
idealisme niet
in de weg’
P
‘Een patent geeft je
zeggenschap over
wie er aan de slag
gaat met je idee’
Dr. Henny Mastwijk, houder van een
patent over het conserveren van voedsel
met behulp van elektrische velden
‘Voor mij is het verschil tussen patenteren
en publiceren niet zo groot. Uiteindelijk
komt de kennis beschikbaar. Maar het is
niet gek dat je, als je veel geld hebt geïnvesteerd in onderzoek, probeert te voorkomen dat de buurman er zomaar mee
aan de slag kan.
Wij hopen natuurlijk dat we wat gaan verdienen aan dit patent, maar dat hoeft niet
per se in de vorm van fees voor het gebruik van de techniek te zijn. Door patent
aan te vragen laat je de wereld zien dat je
actief bent op een bepaald terrein, en dat
je van plan bent dat nog even te blijven.
Zo hoop je ook partners te interesseren.
Bovendien geeft een patent je ook enige
zeggenschap over wie er aan de slag gaat
met je ideeën. In ons geval gaat het om
voedselveiligheid. Het is belangrijk dat de
techniek goed wordt toegepast. Je wilt
niet geassocieerd worden met een voedselschandaal. Al moet je de reikwijdte van
een patent niet overschatten. Wij hebben
niet het geld om wereldwijd te controleren
of het patent niet geschonden wordt. Als
iemand in China er mee aan de haal gaat,
is er geen haan die daar naar kraait.
Ik weet niet of dit patent veel gaat doen.
Ik zie wel veel potentie in de techniek,
maar pasteuriseren doen we al een eeuw
of twee met hitte. Dat verander je niet zomaar. Langzaam maar zeker zal het wel
gebeuren. In Amerika gebeurt het al met
elektrische velden. Ik verwacht dat Europa de komende jaren zal volgen, en dan
zijn wij er in ieder geval bij.’
‘Het bedrijfsleven
neust vaker in
patenten dan in
Nature’
Prof. Rob Hamer, heeft onder andere een
patent op een nieuwe manier om de
korst van afbakbroodjes knapperiger te
maken
‘Of de korst knapperig is, heeft te maken
met de mate waarin hij water bindt. Wij
hebben bedacht dat we die eigenschap
konden veranderen door enzymen aan te
brengen aan de buitenkant van het brood.
Bakkers zijn gewend om hulpstoffen al
voor het kneden toe te voegen, maar dan
werken ze door het hele brood heen. Hier
had nog nooit iemand aan gedacht. Nu
kun je de korst knapperiger maken, zonder de eigenschappen van de rest van het
brood te veranderen. Er is veel belangstelling voor ons patent.
Ik ben niet negatief over patenten. Wij pa-
tenteren eerst, dan publiceren we. Een
patent is ook geen rem voor onderzoekers. De kennis die beschreven is in een
patent, kun je als onderzoeker zonder problemen gebruiken. Nieuwe inzichten publiceer je, nieuwe toepassingen patenteer
je. Dat hoeft elkaar niet te bijten.
Het voordeel van een patent voor een onderzoeker is dat je wat te geven hebt in
een onderhandeling met een bedrijf dat
onderzoek wil financieren. Bovendien laat
het zien dat je ook zakelijk denkt. Bij TNO
heb ik gezien dat het aanhouden van een
patentenportefeuille het aanzien van een
groep ook verhoogd. Bedrijven die telkens
op jouw naam stuiten als ze door de patentenbank zoeken, raken geïnteresseerd
in wat je te bieden hebt. Het bedrijfsleven
neust vaker in patenten dan in Nature.’
C
G
In
in
da
on
ge
ge
br
de
ga
da
re
Te
be
do
te
de
ge
Te
on
se
tie
de
ke
we
st
le
Te
bie
sla
sc
de
pla
ee
ve
lei
aa
st
m
je
as
se
Bo
ee
op
va
ge
ni
re
zij
De
el
kla
St
als
m
va
Do
pr
en
ge
Ny
Ch
W
Resource 0727 12-15
11-04-2007
14:57
Pagina 15
12 APRIL 2007
t
g
POST
POST is de brievenrubriek van
Resource, bestemd voor reacties
van lezers. Brieven kunnen worden
gericht aan [email protected]
of aan Resource, rubriek Post,
Postbus 357, 6700 AJ Wageningen.
‘Overgang op VHL
allesbehalve soepel’
COMPETENTIEGERICHT LEREN
at
e
an
n
en
s
at,
w
o-
t
-
ro-
er
n-
at
O
n
n
ns
rd
n
In het artikel ‘Kropff en zijn onderwijshuis’
in Resource 25 stelt rector Martin Kropff
dat de overgang naar competentiegericht
onderwijs op Van Hall Larenstein goed is
gegaan. Uit de discussieavond die de Wageningse Studenten Organisatie op 27 februari organiseerde voor studenten van
de hogeschool bleek echter dat de overgang allesbehalve soepel is verlopen en
dat de implementatie van ‘het nieuwe leren’ nog lang niet optimaal is.
Ten eerste worden studenten te weinig
begeleid. De docenten die dit moeten
doen (coaches) zitten volgens de studenten nog in een testfase. De projecten en
de te leren competenties veranderen regelmatig binnen een periode.
Ten tweede wordt er niet veel cursorisch
onderwijs gegeven. De weinige theorielessen die er zijn hebben vaak geen relevantie voor het project van dat moment. Studenten krijgen het gevoel dat zij weinig
kennis opdoen. Daarnaast wordt er nauwelijks gewerkt met studieboeken zodat
studenten daar niet op terug kunnen vallen.
Ten derde is er een probleem op het gebied van feedback en beoordeling. De verslagen die studenten gedurende het jaar
schrijven worden niet beoordeeld. Er vinden slechts tweejaarlijks assessments
plaats. Daarvoor krijgen de studenten wel
een cijfer. Echter, de beoordelaar van het
verslag is niet de docent die voor de begeleiding heeft gezorgd, zodat studenten onaangenaam verrast kunnen worden. De
studenten vinden bovendien twee assessments per jaar niet voldoende. Wanneer
je een van de toetsen uit de periode van
assessment niet haalt, moet je álle toetsen opnieuw doen.
Bovengenoemde problemen zijn slechts
een greep uit alle problemen die spelen
op Van Hall Larenstein. De studenten ervaren ook nadelen van de fusie met Wageningen UR en de verhuizing naar Wageningen. De beloofde voordelen zoals betere faciliteiten en betere onderwijskwaliteit
zijn nog niet waargemaakt.
De studenten voelen zich machteloos. In
elke bestuurslaag ervaren ze dat hun
klachten niet serieus behandeld worden.
Structurele problemen worden afgedaan
als ‘incidenten’. Als studentenvakbond
maken we ons sterk voor de studenten
van Van Hall Larenstein in Wageningen.
Door middel van deze brief willen we de
problemen onder uw aandacht brengen
en vragen we u om structurele oplossingen op korte termijn.
Nynke van der Laan en
Charlotte van Erp Taalman Kip,
Wageningse Studenten Organisatie
15
RESOURCE #27
V.D.REDACTIE
IDEALISME
Emeritus hoogleraar Gatze Lettinga mist
idealisme in Wageningen. ‘Ik zie geen
vuur om echt te willen bijdragen aan een
betere wereld.’ Lettinga is uitvinder van
een anaerobe waterzuiveringsinstallatie.
Hij deed er alles aan om een patent op
zijn vondst te vermijden, en maakt zich
nog dagelijks boos over de ‘rioolmaffia’
die onnodig geld en schoon water verkwist met riolen en grote waterzuivernigsinstallaties.
Lettinga richt zijn pijlen ook op het bedrijfsleven. ‘Noem me een supersocialist,
maar ik geloof echt niet dat grote bedrijven uit zijn op het voordeel van burgers.
Die kiezen voor een grotere winst, nog hogere topsalarissen en verhullen dat met
mooie praatjes.’
Zo’n harde uitval richting het bedrijfsleven
hoor je niet vaak in Wageningen. Integendeel. De raad van bestuur weet de laatste
jaren met succes de banden met de commercie aan te halen. Ook de overheid wil
juist de samenwerking tussen universiteiten en bedrijfsleven bevorderen. Bij veel
subsidieprogramma’s is samenwerking
met bedrijven verplicht. Investeren in kennis, is investeren in de Nederlandse economie.
Lettinga heeft echter geen gelijk als hij
zegt dat er geen idealisten meer zijn in
Wageningen. Als er ergens nog wereldverbeteraars rondlopen, is het hier. Ook de
wetenschappers van nu worden gedreven
door de wens om maatschappelijk nuttige
vondsten te doen.
Maar Wageningen UR is de laatste jaren
wel erg sterk op de commercie gericht. De
ene bijzonder hoogleraar na de andere uit
het bedrijfsleven wordt benoemd. Het bijzonder hoogleraarschap lijkt een nieuw
PR-instrument om mensen met netwerken in het bedrijfsleven binnen de deuren
te halen. Wageningen dreigt daardoor
eenzijdig te worden.
Nu is daar een eenvoudige remedie tegen. Waarom ook niet eens een paar
spraakmakende deskundigen op het
gebied van dierenwelzijn, gezondheid of
natuur uit een andere hoek binnengehaald? Misschien zijn Wouter van Dieren,
Jonnie Boer of Midas Dekkers wel te
porren. / Korné Versluis
HR
Henk van Ruitenbeek
DE HOOG
DE OUDERE DRONKENLAP
Onze epidemiologen zijn heel matige
mensen. Zij wijzen ons keer op keer op de
gevaren van onmatigheid en overvloed.
En noemen de zegeningen van een voedzaam en een gezond leven. Het is goed
dat ze iets met koffie hebben, want koffie
is de smeerolie van het universitaire bestel. Daarom is het geweldig dat ze hebben bewezen dat de vieze koffie uit de automaat ook nog eens slecht is voor onze
gezondheid. Koffie moet vers zijn, dat is
lekker en niet schadelijk.
Epidemiologen hebben ook iets met wijn.
Dat is begrijpelijk want na de koffie op het
werk, gaat een goed glas wijn er thuis wel
in. Uit Wageningen kwam zelfs het verheugende bericht dat een paar glazen
wijn gezond zijn voor lijf en leden. Dat was
voor de matige drinker en voor de wijnhandel een goed bericht. Onze wijnranken
zijn niet voor niets geplant.
Daarbij is het niet gebleven. Want in de
wonderlijke wereld van drank en gezondheid is veel te koop. Daarom zijn onze onderzoekers bij oudere Wageningse dames
en heren gaan kijken hoe het zat met het
roken, bewegen en hoesten en proesten.
Niets aan de hand met de tevreden roker
die niet aan wandelen met twee stokken
doet, maar wel met de oude wijndrinker.
Eén glas wijn en gelijk kuchen.
Maar er is hoop, want wellicht houdt bij
zes glazen wijn het gekuch helemaal op.
Daarom op naar het volgende opzienbarende epidemiologisch onderzoek bij oudere dronkenlappen en hun virale infecties. / Kees de Hoog
Resource 0727 20-24
11-04-2007
15:37
Pagina 20
INTERNATIONAL
20
1
‘Fencing is
not just
people
prancing
around in
white suits’
A GAME OF WITS THAT GETS YOU SWEATING TOO
The markings on the floor of the small
hall in De Bongerd sports centre mean
little to most people, and most will not
notice the wires hanging from the ceiling.
One group of sports people uses them
each week, however – the fencers.
The student fencing club De Schermutselaers will celebrate their fortieth
anniversary this autumn. On 29 April, the
club will host the Dutch championships
together with the local fencing club in De
Bongerd in Wageningen. The finals will be
held on a specially constructed platform
in the Junushoff theatre. Everyone is
welcome to come and watch, but what
can you expect to see?
It’s not just people prancing around in
white suits, explains Arne Jansma. ‘The
suit is thick and hot, and you are
constantly trying to anticipate what your
opponent is going to do, so you work up a
real sweat.’ Jansma, doing a masters in
Animal Sciences, tried the sport out once
and has been doing it ever since. ‘It’s
fairly easy to pick up the basics. I like it
because it’s pretty energetic but you need
to use your brains as well.’
That is perhaps the most difficult aspect
of the sport. The movements become
automatic after a bit of practice, but
fencers have to try and get under their
opponent’s skin and then catch them
off balance. The training for this involves
lots of talking. After warming up, the foils
and masks are fetched from the
cupboard, but the students continue to
stand quietly as they try to think up a
compound attack. ‘You think that I’m
attacking, but I’m not really, and then I
think that you… and then I attack, the
first time wrongly on purpose, and only
then do I really attack.’ That’s the idea at
least.
The club practises in English because
international students participate.
Pornsin Keanthao, a VHL student from
Thailand, is one. After an hour of practice
his pace is no longer so fast. ‘I’m tired,’ he
sighs. Pornsin took up fencing to get some
exercise – ‘I was a bit overweight’ – and
wanted to learn something new. ‘It would
be difficult for me to do this in Thailand,
as the equipment is far too expensive to
buy yourself.’
Fencers use three weapons: foil and epee
– both weapons for thrusting – and the
sabre – a cutting weapon. The foil is
flexible and using it involves agility more
than strength. The epee is heavier and
less flexible, and you make completely
different movements with a sabre. ‘It’s a
kind of hacking movement,’ says Marieke
Schor, ‘With more thrusting in a forward
direction.’ All is revealed in her bout with
Ernest van Ophuizen. It’s real fighting:
swinging out at each other and parrying.
The hits are recorded through a wire
attached to the sabre that runs through
the sleeve of the thick sabre jacket to the
player’s back and then to the ceiling. After
the bout, which only lasts a couple of
minutes, two red, sweating faces emerge
from under the masks.
After three hours of good-humoured hard
labour it’s time for the real relaxation. The
canteen always keeps the deep fryer hot
for De Schermutselaers: for the bitterballen. / YdH
See the fencers in action on page 22.
More info: www2.wau.nl/wssv/main.php
WHAT’S ON
‘Th
da
th
co
em
gr
of
bu
re
bu
wh
th
ba
Fa
wa
so
jok
th
th
wo
Friday 13 April
20.00 / KSV International Latin American
evening: Mexican, Colombian, Costa
Rican and Nicaraguan food, followed by
open podium and salsa lessons.
20.30 / Skanin’ time, including live ska
band The Palookas.
20.30 / Flandres, see www.movie-w.nl.
22.00 / Stedia Café, Bass sessions.
T
y
t
E
w
W
t
s
T
Saturday 14 April
15.15 / Salsa at Café Loburg.
23.00 / Big Dirty Hippy Party at Unitas.
Thursday 19 April
09.00 / WSO/OWI Education Day 2007,
Chemistry Building (316), Dreijenplein 4.
See www.eday.wur.nl.
20.00 / The Struggle for Water, showing
of films on local power struggles for water
in Bolivia and Ecuador, followed by
discussion. Otherwise evening in LA13.
20.30 / Little Miss Sunshine, see
www.movie-w.nl.
22.00 / Baywatch VS the A-team party at
Nji Sri, Nieuwstraat.
23.00 / F*ck the Exams, Let’s Dance! at
Unitas.
Th
al
St
bu
cla
ap
da
Ac
de
ha
ins
ro
on
ra
do
ge
Thursday 12 April
20.00 / Studium Generale debate:
Towards a productive vision of Europe in a
globalising world. See www.wau.nl/sg.
22.00 / Open party ‘Starstyle’ in honour
of Stichting Flat Overleg’s newly launched
website at KSV. Dress code: Rich &
Famous.
23.00 / Ipso Facto study association benefit party at Unitas. Money raised will go
to Theatre for a Change project in Ghana.
Sunday 15 April
14.00 / Local live talent on stage at
Unitas.
A
‘
Participants in the ‘Colombia Game’ quiz on Tuesday 10 April in LA13. / photo GA
QUIZ BROADENS VIEW ON COLOMBIA
‘There is more to Colombia than the war
and drugs that the country is most known
for,’ tells Angela Lewis from Studium
Generale. A few Colombian students in
Wageningen were getting sick of this limited view, so they held a special evening
with a quiz to enlighten those who wanted
to learn more, on 10 April in LA13.
More than thirty students and other interested people turned up at the Studium
Generale building in Wageningen to find
out more about the South American
country. ‘My boyfriend is a Colombian, but
I know nothing about his home country,’
said Dutch biology student Kim Buisman.
She regarded the evening as a good opportunity to learn more about his background.
Studium Generale had invited Colombia
experts Antoine Cleef, professor of Tropical
Vegetation Ecology and Mapping, and
Anita Brus, who studied modern Colombian
literature, to help compile the ‘Colossal
Colombia Quiz’. The multiple-choice test
consisted of questions about famous and
less well-known authors and the rich biodiversity of the Latin American country.
‘It’s good to talk with other people about
my country,’ commented one of the
organisers, Enrique Diaz Gonzalez, about
the choice of subjects. ‘Foreigners know
so little about Colombia. Tonight we
wanted to introduce them to less known
subjects like anthropology, literature and
biodiversity.’ The questions were
challenging: even the Colombian students
didn’t know all the answers. ‘It doesn’t
matter,’ was Angela Lewis’ reaction. ‘At
least they got to hear about a different
side of their country, and it was more fun
than just a presentation.’ / LH
I
s
f
o
U
U
E
e
v
a
A
s
A
f
Resource 0727 20-24
11-04-2007
15:37
Pagina 21
12 APRIL 2007
21
RESOURCE #27
SNAPPED
WHO?
Dianika Lestami from Indonesia, PhD researcher, going into a supermarket.
VERY DUTCH LUNCH
‘I like it a lot. In the morning and in the
evening I still eat rice.’
WHY?
‘I’m going to buy myself some lunch. I
made some cheese and jam sandwiches
this morning but forgot to put them in my
bag. Maybe I was a bit sleepy after the
long Easter weekend.’
YOU SPEAK DUTCH TOO
‘Yes. I had lessons in Indonesia for four
months, as I wanted to study in the
Netherlands. Learning the language gives
you more opportunities when in another
country.’ / YdH
e
ATLAS IS
‘DARK BASKET’
e
er
The exterior of the Atlas building is
already famous, but according to the
Stichting Living Daylights (SLD), the new
building for environmental scientists is a
classic example how designing for
appearances is done at the expense of
daylight penetration.
e
d
he
t
p
‘The proven positive effect of natural
daylight is apparently less important for
the university of Wageningen when it
comes to the functioning of its own
employees than when it is about the
growth of crops.’ Atto Harsta, the founder
of SLD and promoter of daylight in
buildings, expressed this opinion in a
review after a recent visit to the Atlas
building. The building with the striking
white concrete bearing construction on
the outside is referred to as a ‘dark
basket’.
According to the reviews, the exciting
design of the building on the new campus
has been achieved at the expense of the
inside environment. Despite the big glass
roof, the central atrium is dark, and only
on the highest floors is there an ‘invigorating’ amount of daylight. The lower
down you go in the building, the darker it
gets.
Facilities manager Wouter Hiskemuller
was surprised at the complaint. ‘We were
so hospitable to the SLD people,’ he
joked. ‘I haven’t had any complaints from
the occupants about too little light, quite
the opposite: the sunshades aren’t
working properly yet.’ / GvM
(INGEZONDEN MEDEDELING)
The joint opening of the academic
year for both the University and
the University of Professional
Education Van Hall Larenstein, as
well as the official opening of
Wageningen Campus, including
the new Forum building, is
scheduled to take place on
Tuesday September 4 2007.
ut
In order to allow both staff and
students to take part in the
festivities surrounding the
opening, both Wageningen
University and Van Hall Larenstein
University of Professional
Education will cancel all
educational activities at the
various locations, including Velp
and Leeuwarden on this date.
d
An official invitation will be sent to
staff and students in due course.
ts
Additional information can be
found at www.deborn.wur.nl.
n
OPERA / International students from Van Hall Larenstein gave the kick-off for the Participatory Opera Project ‘The Valley
of the Druves’ on Thursday 5 April by performing a small excerpt. The project will culminate in a full-scale performance during
the official opening of the Forum building on 4 September. Everyone at Wageningen UR can participate. Students doing the
professional master’s in Training, Rural Extension and Transformation wrote a preliminary version of the story. ‘They did this for
the practical part of their course,’ explains the course coordinator Loes Witteveen, ‘Which is about learning to organise
participatory projects.’ Witteveen hopes that putting on the opera will create positive feelings about the move to the new building.
‘There has been a lot of discussion about the move, and now we need to make a fresh start together in a constructive way,’ she
said. ‘We’d really like other people from Wageningen UR to join us for the production. Everyone who likes acting, singing or plays
a music instrument is welcome. We are also looking for sponsors and someone who can lend us some horses,’ she adds
intriguingly. / KM, photo GA
Interested in taking part? Contact [email protected]
DUTCH SOLUTIONS TO RISING SEA LEVELS
What about raising ground level in the
Netherlands by five metres using sand
from the North Sea as a solution to the
rising sea level? Not very realistic, admits
Niels Roode from the Dutch water
authority Rijkswaterstaat, but the
thought illustrates the way his
organisation is seeking novel ways to
address climate change.
‘Perhaps adding a layer of sand when
building new neighbourhoods in central
Holland isn’t such a crazy idea after all,’
suggested Rood at the symposium Sea
and Coast Management organised by Van
Hall Larenstein in Leeuwarden on 28
March. ‘It’s strange really that we
continue building in the lowest and most
densely populated part of our country,
while a large-scale evacuation plan has
never been properly thought out.’
The Netherlands has never been safer,
the man from Rijkswaterstaat hastened
to add, but simply making the dykes
higher is no longer enough to deal with
the expected rise in water levels. The
costs alone are enough to prompt a
search for an alternative approach to
‘flooding safety’, as it is called in Rijkswaterstaat jargon.
Rijkswaterstaat is now actively seeking
dialogue with the government and public
bodies so that responsibility for risks
arising from calamities can be shared.
One of the ideas is compulsory flood
insurance for all Dutch citizens. It is
almost certain that this will be introduced,
Roode said. Compartmentalising the
fourteen dyked areas in the Netherlands
is politically more sensitive. The plan is
that, in the event of a flood, the water
would be diverted to areas where the
least damage would be done. The
problem is that nobody wants to live in an
area that may become designated as a
flood area, predicted Roode. / WB
ONLY ONE VENI, THREE RUBICONS
Of the 91 Veni-grants for young talented
scientists awarded by the Dutch research
organisation NWO, just one has gone to
Wageningen UR this year.
The Australian Dr Christina Flann will now
be able to do three years of innovative
research. Flann, working at the Biosystematics Group, will receive a Veni subsidy
of a maximum of 208,000 euros to do
research on the relationships within the
Asteraceae plant family. Wageningen did
slightly better with the Rubicon subsidies.
Three recently graduated Wageningen
doctorates now have the opportunity to
get research experience abroad. Cell
geneticist Dr Esther de Boer (Genetics)
will work for two years at the Memorial
Sloan-Kettering Cancer Center in the US
and toxicologist Dr Vincent de Boer
(Toxicology/RIKILT) will go to the Harvard
Medical School; climate researcher Ryan
Teuling (Hydrology and Quantitative Water
Management) will spend eighteen months
at the Swiss Federal Institute of
Technology. / GvM
Resource 0727 20-24
11-04-2007
15:37
Pagina 22
STUDENT
>
22
1
Een modelspoorwegclub in Veenendaal
heeft in een oude kippenschuur station
Ede-Wageningen volledig nagebouwd.
De veertig leden werpen zich nu iedere
maandagavond op de realisatie van
station Driebergen-Zeist. Wij roepen
iedereen die nog iets van zijn leven wil
maken op deel te nemen aan dit unieke
project.
De bekende popzanger Joe – Unchain my
heart – Cocker doet in het Algemeen
Dagblad een belangrijke ontboezeming.
Als zijn stem het niet meer toelaat om te
zingen zal hij zich volledig toeleggen op
zijn hobby: het kweken van tomaten. De
zanger met de rauwe stem heeft in de
Verenigde Staten al een
tomatenkwekerij. Met een beetje hulp
van vrienden?
K
M
LISANKA
Bl
nie
Ki
op
he
alt
m
on
‘o
eig
MIETJE
Snel, bukken! Ha, mis. Een rond balletje
gevuld met gele gelatine is rakelings langs
me heen geschoten. Buikschuivend door
het zand zoek ik dekking achter de houten
muur van wat een kasteel blijkt te zijn. Opgezweept door de muziek van Rammstein
en Blink 182 probeer ik mijn volgende
slachtoffer te zoeken. Iemand van het andere team rent voorbij. Ik schiet. Blauwe
verf druipt langs de muur. Shit.
De muziek stopt. Ik loop terug naar de
kantine waar de tegenpartij met ónze vlag
staat te zwaaien. Ook nog eens verloren.
Nieuwe verfkogels worden gekocht en ik
maak me klaar voor de volgende ronde.
Ons team mag als eerste naar binnen. Ik
verstop me achter een paar netten in dezelfde kamer als de vlag. Dit keer zullen ze
niet winnen.
Na tien minuten heb ik nog steeds niemand van het vijandelijke team gezien.
Waar zouden ze blijven? Ik sluip naar beneden. Via de glijbaan kom ik bij een verlaten kerkje. Althans, dat dacht ik. Au! Godver. Die kogel kwam hard aan. Behalve
met gele verf ben ik nu ook nog gesierd
met een mooie blauwe plek. Ik kruip terug
naar de kantine, hopend dat ik niet nog
een keer beschoten word.
Als de tweede ronde is afgelopen stroomt
de kamer vol met besmeurde gezichten.
‘Wie heeft mij beschoten?!’, is een veel gehoorde uitroep, evenals ‘jou krijg ik nog
wel!’. Wie heeft ooit beweerd dat paintball
goed is voor de teambuilding?
Tijdens de volgende ronde blijf ik aan de
bar zitten. Op de videoschermen kijk ik toe
hoe mijn collega’s het er vanaf brengen.
Na twintig minuten komt mijn team terug
met de vlag van de vijand. Blijkbaar helpt
het als ik niet meespeel. Ik wrijf nogmaals
over mijn blauwe plek. Paintball is niet
voor mietjes. / Lisanka van Scheijndel
Vo
M
he
Pa
Ze
Ad
ve
vo
Go
he
lat
uit
Marieke en Ernest schermen een partijtje met de sabel. / foto GA
DENKSPORT WAAR JE VAN GAAT ZWETEN
Het vlakkenpatroon op de vloer van de
kleine zaal in sportcentrum De Bongerd
zal maar weinig mensen iets zeggen. En
de draden aan het plafond zullen ook
niemand opvallen. Eén groep sporters gebruikt ze echter wekelijks: de schermers.
Veertig jaar bestaat studentenschermvereniging De Schermutselaers komend najaar. En op 29 april organiseert ze samen
met de burgervereniging het Nederlands
kampioenschap schermen in De Bongerd
in Wageningen. Voor de finales wordt zelfs
een baan op het podium in schouwburg
de Junushoff gebouwd. Iedereen mag
komen kijken. Maar wat zie je dan eigenlijk?
In elk geval geen mooidoenerij in witte
pakjes, vertelt Arne Jansma. ‘Het pak is
dik en warm, en je bent constant aan het
anticiperen op je tegenstander, dus het is
flink zweten.’ De masterstudent Dierwetenschappen probeerde de sport gewoon
eens uit en bleef. ‘Je pikt de basis redelijk
snel op. Ik vind het leuk omdat je best ac-
RESOURCE zoekt studentverslaggever
De redactie van Resource zoekt een student die het Wageningse studentenleven op zijn/haar duimpje kent en daarover wil schrijven.
Wij zoeken iemand met oog voor de serieuze én de vrolijke kant van het
studeren. Je doet graag bloemrijk verslag van een feest, maar wil je ook
verdiepen in de vergaderstukken van de studentenraad.
Journalistieke ervaring is niet nodig, nieuwsgierigheid en gevoel voor taal wel.
Het werk voor Resource kost ongeveer acht uur per week. Die tijd kun je voor
een groot deel zelf indelen.
Sollicitaties kun je (tot 19 april) richten aan Korné Versluis, hoofdredacteur
Resource, Postbus 357, 6700 AJ Wageningen, [email protected].
Inlichtingen: Korné Versluis (0317-466680) of Lieke de Kwant (0317-466685).
tief bezig bent en het ook een denkspelletje is.’
Dat laatste is misschien wel het moeilijkst
van de sport. Bewegingen kunnen reflexen worden, maar schermers moeten
vooral leren hun tegenstander te doorgronden en op het verkeerde been te zetten. En dat trainen ze door veel te praten.
Na de warming-up komen wel de floretten
en maskers uit het hok in de hal, alleen
blijven de studenten rustig staan terwijl ze
een derdeintentieaanval uitdenken. ‘Je
denkt dat ik aanval maar dat doe ik niet
en dan denk ik dat jij… en dan val ik je
aan waarbij ik de eerste keer opzettelijk
mis en dan pas echt toesla.’ Dat idee.
De voertaal is Engels, want er doen ook
internationale studenten mee. Zoals Pornsin Keanthao, een VHL-student uit Thailand. Na het eerste uur is zijn lopen meer
sjokken. ‘Ik ben moe’, vertelt hij. Pornsin
is gaan schermen om beweging te krijgen
– ‘ik was wat zwaar’ – en wilde wel eens
wat nieuws leren. ‘Deze sport kon ik moeilijk gaan doen in Thailand, want zelf een
uitrusting kopen is veel te duur.’
Schermers gebruiken drie wapens: floret
en degen – beide steekwapens – en sabel – een houwwapen. De floret is flexibel
en het draait bij dit wapen meer om lenigheid dan kracht. De degen is zwaarder en
stugger, en met de sabel maak je andere
bewegingen. ‘Het is meer ruw hakken’,
zegt Marieke Schor, ‘en je speelt meer
naar voren.’ In het partijtje met Ernest van
Ophuizen is te zien wat de studente Moleculaire wetenschappen bedoelt. Het is
echt vechten: naar elkaar uithalen, pareren. Via een draad aan de sabel die door
de mouw en het dikke, speciale sabelvest
via de rug naar het plafond loopt, worden
rake klappen geregistreerd. Als de partij
na een paar minuten is afgelopen komen
er twee rode, zwetende hoofden onder de
maskers vandaan.
Na ruim drie uur in een ontspannen sfeer
beulen is het tijd voor echte gezelligheid.
De kantine houdt voor De Schermutselaers altijd het vet warm. Voor de bitterballen. / YdH
Zo
sc
ste
he
pla
vo
ke
Ag
leg
Bo
‘D
pr
ge
va
ge
da
Bo
W
‘W
m
Re
Le
we
sin
W
De
ee
m
on
va
re
De
ge
m
di
CREATIEF MET TURF
Staatsbosbeheer grijpt in de Wieden en
Weerribben terug op een eeuwenoude
methode: het persen van turfbroodjes uit
bagger en rietafval. De broodjes kunnen
bio-energie leveren of worden toegepast
in de tuin. Op de laatste mogelijkheid
mogen studenten van Van Hall
Larenstein hun creativiteit loslaten.
Eeuwenlang persten rietsnijders hun afval tot turfbroodjes, die na droging opgestookt werden in de potkachel. In de Wieden en Weerribben, het Nationaal Park in
wording waar het rietsnijden onderdeel is
van het beheer, blijft het rietafval nu grotendeels liggen. Om ervan af te komen en
de kosten van het beheer gedeeltelijk te
dekken, stoft Staatsbosbeheer nu de turfpers weer af.
Bedrijven en instellingen gaan op kosten
van de provincie Overijssel de mogelijkheden onderzoeken. Hogeschool Van Hall
Larenstein mag op zoek naar een mooie
toepassing in de tuin. ‘De studenten mogen iets verzinnen’, zegt docent Johan
Vlug. ‘Die zijn het meest vindingrijk.’
Vlug denkt zelf aan decoratie, maar er zijn
volgens hem ook nieuwere toepassingen
mogelijk. ‘Je kunt er bepaalde zaden aan
toevoegen zodat er leuke vegetatie uitkomt. Ook gaan we kijken naar combinaties met hout of metaal.’ / KM
De
in
e
t
el
gn
e
an
e-
r
st
n
n
e
er
.
Resource 0727 20-24
11-04-2007
15:37
Pagina 23
12 APRIL 2007
23
Ondanks een Europees verbod lijken
genetisch gemanipuleerde gloeivisjes
– GloFish ® – door de mazen van het net
te glippen. In een dierenwinkel in het
Duitse Kiel zijn zebravisjes opgedoken
die dankzij een gen uit een zeeanemoon
in vijf kleuren oplichten. De genvisjes
kunnen worden gebruikt als verklikker
bij watervervuiling, maar zijn in Amerika
en Azië ook toegestaan als huisdier.
Amerikanen hebben zelfs visjes
gemaakt die je aan en uit kan zetten.
Voor iedereen die het interview met
Marianne Thieme in weekblad Vrouw
heeft gemist: de lijsttrekster van de
Partij voor de Dieren is overtuigd
Zevendedags Adventist en claimt dat
Adam en Eva vegetariërs waren. De
vele dierenoffers in de bijbel waren
volgens Thieme tevergeefs omdat
God daarvan walgt. Thieme heeft uit
het Europese verkiezingsprogramma
laten schrappen dat haar partij
uitgaat van de evolutietheorie.
KANSRIJKE BOEREN
MOETEN ONTPUMMELEN
Blijf niet op het erf hangen, maar wees
nieuwsgierig naar hoe anderen het doen.
Kijk rond in het buitenland en ga vooral
op kamers wonen. Zoek wijze mensen in
het onderwijs. Leef je uit, werken kan
altijd nog, en zorg dat je dat ene leuke
meisje vindt. Landbouwstudenten met
ondernemersambities moeten
‘ontpummelen’ willen zij slagen met een
eigen bedrijf.
Zo luidde op 30 maart de centrale boodschap op het forum van Van Hall Larenstein Leeuwarden over de toekomst van
het agrarische ondernemersschap. Het
platteland biedt meer kansen dan ooit tevoren, maar dan moet je wel van die trekker afkomen.
Agrariërs vinden zichzelf bescheiden, verlegen en onzeker, weet forumlid Anton de
Boer uit een onlangs gehouden enquête.
‘Dat doet het misschien goed in datingprogramma’s, maar daarmee bouw je
geen bedrijf op.’ Het negatieve zelfbeeld
van de beroepsgroep verklaart hij door de
gerichtheid op de eigen onderneming. En
dat moet hoognodig veranderen, vindt De
Boer. ‘Als beginnende agrarisch onderne-
mer moet je de kracht bezitten om verbindingen te leggen met een groter geheel.’
Zijn organisatiebureau test voor de Rabobank jaarlijks 1200 jonge boeren op hun
ondernemerspotentie; het vermogen om
met open vizier de bedrijfsmogelijkheden
te onderzoeken geeft daarbij de doorslag.
Bedrijfsadviseur Albert Canrinus wees de
hbo-studenten er op dat de komende tien
jaar ongekend veel land vrijkomt; maar
liefst 57 procent van de huidige agrarische bedrijven heeft geen opvolger. Kansen te over, maar kennis is daarbij onontbeerlijk, vindt Canrinus. ‘Wees niet tevreden met wat je krijgt aangeboden maar
ga op zoek naar meer. Voor een langetermijnvisie moet je van het erf af. Een echte
ondernemer melkt geen koeien, maar kievieten, biobrandstof, of vermoeide zakenlui.’
‘Het verschil tussen de boer die op zijn
trekker rondjes blijft rijden en de boer die
nieuwe inzichten buiten het eigen erf opdoet kan jaarlijks oplopen tot vijfhonderd
euro aan opbrengst per koe’, weet de
Drentse veehouder Harm Holman uit de
praktijk. / WB
WAGENINGEN IN DE MODE
‘Wageningen wordt nog beroemd en hip’,
mailt Eline Vranken aan de redactie van
Resource. De tweedejaars studente
Levensmiddelentechnologie kwam op de
website van het trendy kledingmerk gsus
sindustries foto’s van het Biotechnion in
Wageningen tegen.
De fotoploeg heeft ook het arboretum en
een laboratorium bezocht. ‘Ze namen
meer dan een jaar geleden contact met
ons op’, vertelt Simon Vink, woordvoerder
van Wageningen UR. ‘Ze hadden een interessante locatie nodig.’
De kledingontwerpers Jan Schrijver en Angelique Berkhout zijn in 1993 begonnen
met het maken van de strakke gsus-kleding als verzet tegen de oversized mode
van destijds. Ze verkopen hun kleding nu
in 28 landen en wonnen onlangs de Nima
Marketing Jaarprijs omdat ze ‘controversieel zijn en lef hebben’.
De ontwerpers hebben een heel verhaal
bij hun nieuwe voorjaarscollectie, zoals
op hun site te lezen is. ‘The gsus spring
collection 2007 appears to have been
born out of a weird science fantasy. In the
twilight zone between ancient legend and
modern science, genetic manipulation
lays the foundation for a magical collection.’ De keuze voor Wageningen als fotolocatie was toen snel gemaakt, zegt een
woordvoerder van gsus. Handig ook voor
ontwerper Schrijver, die op de Wageningse berg woont. ‘Het is praktisch in zijn
achtertuin.’ / LH
rf-
n
e-
-
jn
n
n
-
RESOURCE #27
De ontwerpers van de trendy kledinglijn gsus hebben hun nieuwe voorjaarscollectie
in Wageningen laten fotograferen. / foto gsus sindustries
Vlak voor Pasen was het raak. In het
regenwoud van Sumatra heeft een
automatisch fototoestel een opname
gemaakt van het uiterst zeldzame
‘gestreepte Sumatraanse konijn’. De
foto – genomen in het Bukit Barisan
National Park – is de derde opname
die ooit van het diertje gemaakt is.
De laatste waarnemingen dateren uit
1972. De onderzoekers hebben in
het gebied geen mandjes met
gestreepte eieren aangetroffen.
HET ECHTE
WERK
EEN ZOEN OP MADAGASKAR
Bette Harms, vijfdejaars Communicatiewetenschappen, zat deze winter drie
maanden in Madagascar als stagiair voor
het Wereld Natuur Fonds (WNF). Het
arme land herbergt veel unieke dier- en
plantensoorten. De natuur wordt echter
bedreigd door de bevolkingsgroei; in
25 jaar verdubbelde het aantal eilandbewoners.
‘De eerste weken zat ik in een dorp in het
midden van nergens met hutjes van bamboe en palmbladeren op palen. Iedere
ochtend werd ik om vier uur wakker.
Naast mijn huis stond de enige pomp,
‘s ochtends dé plek voor lokale roddel. Of
een zware technobeat wekte me – van de
vrouwen die rijst stampen. Drie keer per
dag eten de Malagasy een berg rijst. Zoute witte plakkerige korrels die ik moeilijk
weg kreeg.
De eerste dag kwam er op straat een
oude man op me af die me vriendelijk toelachte en zijn hand uitstak. Ik reikte hem
mijn hand en kreeg een dikke zoen. De
hele straat schaterde van het lachen. Al
gauw deed dit verhaal de ronde, met als
gevolg dat de koning van het gebied, waar
we mee samenwerkten, die avond nog
een nieuwe wet maakte. Iedereen die mij
of mijn vriendin nog probeerde aan te raken moest een koe betalen. Bij zonsondergang stelde de koning luid roepend op
het plein het dorp op de hoogte van deze
nieuwe wet.
Overdag hielp ik de dorpelingen met rijst
planten. De Tanala verzamelen voedsel
uit het bos en branden iedere drie, vier
jaar nieuwe stukken kaal voor de rijstbouw. Het WNF leert hen hoe je rijst op
terrassen verbouwt, wat drie keer meer
opbrengst geeft én bos spaart.
De laatste maand zat ik in de hooglanden. De Betsileo, een stam die rijst verbouwt en zeboes houdt, ontvingen ons
met open armen. Mijn collega en ik kregen dekens, potten en pannen en ze gaven een feest ter ere van ons bezoek. De
rum ging rond en in de donkere hoekjes
zaten overal kinderen weggedoken in hun
dekens. Op een gegeven moment joeg de
dorpsoudste ze weg omdat het bedtijd
was, maar toen veel moeders sliepen en
vaders voldoende onder invloed waren,
doken overal weer kleine kinderen op.
Samen met de dorpsbewoners hebben
we tweeduizend bomen geplant om een
stuk dat een jaar eerder in vlammen was
opgegaan te herbebossen. De gemeenschap ziet in dat het bos van levensbelang is, voor constructiehout, traditionele
medicijnen en drinkbaar water, en heeft
een commissie opgericht die controleert
op illegale houtkap en bosbranden.
Ondanks mijn gebrekkige Malgaschze
kwamen mijn buurvrouw en haar vriendinnen iedere dag langs voor een praatje. En
toen ik een aantal dagen met koorts op
bed lag door malaria, brachten dorpelingen me kruiden die mijn hoofdpijn verzachtten. Kinderen die ons afval vonden
toverden het om tot speelgoed: mijn waterfles werd vrachtwagen, de plastic tas
een vlieger en mijn blikje tomatenpuree is
nu een autootje.’ / Yvonne de Hilster
Resource 0727 20-24
11-04-2007
15:37
Pagina 24
STUDENT
RESOURCE #27
24
Een Twents studentenhuis is in rep en
roer. Onbekenden hebben uit de
woonkamer zestien kratten bier
ontvreemd: vijftien volle en één lege. De
bewoners vermoeden dat het niet gaat
om een geintje, maar dat ‘mensen uit de
buurt’ voor de diefstal verantwoordelijk
zijn. Zo’n inbraak moet een vreselijk leeg
gevoel achterlaten.
PRIKBORD
Vijftien luchtgitaristen doen op 14 juli
mee aan het Nederlands kampioenschap. De winnaar zal Nederland in
september vertegenwoordigen op de
wereldkampioenschappen in Finland.
Tip: op marktplaats.nl heeft adverteerder
Airthunder nog een ‘prima onderhouden’
luchtgitaar in de aanbieding. De gitaar is
‘draadloos aan te sluiten op alle soorten
audioapparatuur’. Het hoogste bod loopt
al in de tien cijfers.
[email protected]
VOOR JE MOOISTE FOTO, JE EERSTE VERHAAL, JE EIGEN CARTOON
BALKONPARTY
‘De bewoners van Asserpark 10B waren
er, zoals elk jaar, alweer vroeg bij op het
balkon’, mailt Daisy van der Burg.
Frank-Juriën Dam, Edwin Kroon en Ruud
Aanstoot sleepten op één van de eerste
mooie lentedagen de televisie naar
buiten voor de traditionele balkonparty
met frituur, the A-team, bier en veel zon.
‘Natuurlijk vloeide het water ook weer
rijkelijk naar beneden, onder het
toeziende oog van de halve flat’, schrijft
Daisy. ‘Dit soms tot grote ergernis van
nietsvermoedende studenten in de
fietsenstalling. Uiteraard bleef 10B niet
gespaard, door ludieke acties van de
veertiende en vijftiende verdieping.’
VOOR EN DOOR NERDS
Nerds. Nog steeds kampen scholieren die
met negens en tienen slagen voor hun
examens scheikunde en natuurkunde
met dit imago. Bovenal wordt nog steeds
gedacht dat alleen zij in staat zijn om een
bètaopleiding te doen. Maar niets is minder waar, zeggen de studenten en docenten die betrokken zijn bij Beta1op1, een
pr-campagne van alle Nederlandse universiteiten met een bètaopleiding in het
pakket. Zij kwamen vrijdag 30 maart bijeen in de Leeuwenborch in Wageningen.
‘Het gaat er binnen Beta1op1 niet om alle
scholieren te overtuigen om een bètarichting te kiezen’, vertelt Susanne Laven,
coördinator van de Wageningse studentmentoren. ‘Wij willen hen een juiste keuze
laten maken op basis van een realistisch
beeld in plaats van op vooroordelen.’
Door hun eigen bètastudenten het land
door te sturen, proberen de universiteiten
het beeld van de echte studiebollen die
altijd met hun neus in de boeken en zelfs
in hun vrije tijd rondlopen in witte labjassen enigszins te nuanceren.
En inderdaad, het zijn niet alleen brillenhoofden die de collegezaal vullen. Een
ratjetoe aan alledaagse studenten luistert
aandachtig naar de lezing van Cocky
Booy, directeur van het Landelijk Expertisebureau Meiden en Techniek over het tekort aan ‘meisjes’ binnen de technische
hoek. ‘Nederland heeft het laagste percentage vrouwelijke studenten bètatechniek in de wereld’, begint zij. Maar de toehoorders, inderdaad overwegend man,
zijn meer van de cijfertjes dan de maatschappelijke inzichten. ‘Hoe komt u aan
die berekening, mevrouw?’, vraagt iemand. De vraag doet Booy even fronsen.
‘Vind je het erg als ik dat nu niet hier helemaal toe ga lichten? Het gaat om de
boodschap. Meisjes onderschatten zichzelf en scholen werken hier aan mee. Als
zij een zeven halen voor scheikunde raden veel scholen hen aan toch de gamma- of alfakant te kiezen. Het is aan jullie
om de veronderstelling dat technische
studies alleen zijn weggelegd voor excelleerders te ontzenuwen.’
Het heersende beeld van wiskundige bollebozen blijkt echter niet zomaar uit de
lucht te zijn gevallen. De boodschap ‘gewoon goed is goed genoeg’ komt niet luid
en duidelijk aan. Zoals het heuse bètastudenten betaamt, fluisteren de aanwezigen onderling nog steeds over Cocky
Booys berekening. / Laurien Holtjer
<