Resource 0727 1, 3, 8-11 11-04-2007 15:27 Pagina 1 Daglichtliefhebbers vinden Atlas een donker hol Pag. 4 WEEKBLAD VOOR WAGENINGEN UR/ Twee ton voor orde in de madeliefjesfamilie Pag. 5 Op het zoenen van Bette staat een boete van één koe Pag. 23 1E JAARGANG/ 12 APRIL 2007 RESOURCE #27 Pag. 8 ‘WAGENINGEN MIST IDEALISME’ Resource colofon 28-02-2007 17:19 Pagina 2 2 COLOFON Resource, Weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum, is een onafhankelijk weekblad voor personeel en studenten van Wageningen UR en wordt uitgegeven door Cereales Uitgeverij; ISSN 1389-7756. Redactieadres/ Binnenhaven 1, 6709 PD Wageningen, Postbus 357, 6700 AJ Wageningen, tel. 0317 466666, fax 0317 466667, e-mail [email protected]; secretariaat Linda Glasmacher en Sandra van den Brink-Vermeulen. Geopend van 8.30 tot 12.30 uur. Redactie/ Korné Versluis (hoofdredacteur, algemeen nieuws), telefoon 0317 466680, e-mail [email protected]; Lieke de Kwant (eindredactie), telefoon 0317 466685, e-mail [email protected]; Yvonne de Hilster (eindredactie, studenten), telefoon 0317 466687, e-mail [email protected]; Gert van Maanen (landbouw, plant, dier), telefoon 0317 466684, e-mail [email protected]; Sara van Otterloo (eindredactie international pages), telefoon 0317 466691, e-mail [email protected]; Win Bras (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail [email protected]; Sander Esser ( studenten), telefoon 0317 466666, e-mail [email protected]; Laurien Holtjer (studenten), telefoon 0317 466689, e-mail [email protected]; Willem Koert (voeding, biotechnologie), telefoon 0317 466681, e-mail [email protected]; Koen Moons (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail [email protected]; Henrik Schmale (international pages), telefoon 0317 466666, e-mail [email protected]; Albert Sikkema (Van Hall Larenstein), telefoon 0317 466669, e-mail [email protected]; Joris Tielens (economie, buitenland), telefoon 0317 466688, e-mail [email protected]; Martin Woestenburg (groene ruimte), telefoon 0317 466682, e-mail [email protected]. Landelijk nieuws: Hoger Onderwijs Persbureau (HOP). Foto's/ Guy Ackermans, Bart de Gouw, Martijn Weterings, BvB, Rita van Biesbergen, Ruben Smit, Hoge Noorden, Jurjen Bersee Illustraties/ Henk van Ruitenbeek, Guido de Groot Vormgeving/ Hans Weggen, telefoon 0317 466686, e-mail [email protected]. Basisvormgeving/ Office for Design, Loek Kemming Druk/ Dijkman Offset BV Directeur Cereales/ Henk Prevaes Abonnementen/ Studenten van Wageningen Universiteit en personeel van Wageningen UR krijgen Resource gratis; anderen kunnen zich abonneren voor E52,50, buitenland E122,50 per jaar. Inlichtingen: telefoon 0317 466666. Advertenties intern/ Onderdelen van Wageningen UR kunnen tegen speciaal tarief adverteren in Resource. Informatie bij het secretariaat. Kleintjes is de rubriek voor niet-commerciële advertenties. Kosten E5 (studenten en medewerkers E3,50) per 30 woorden. Advertenties extern/ Van Vliet, bureau voor media-advies, Passage 13, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023 5714745. Serviceberichten/ Beknopte, zakelijke mededelingen van eenheden van Wageningen UR aan studenten en personeel kunnen gratis in Resource worden geplaatst. Inlichtingen: 0317 466666. Resource 0727 1, 3, 8-11 11-04-2007 15:27 Pagina 3 3 RESOURCE WEEKBLAD VOOR WAGENINGEN UR/ #27 1E JAARGANG/ 12 APRIL 2007 KOERT IK WORD OUDER ‘Kijk nou toch’, zegt Tijs Breukink. ‘Het is te gek voor woorden’, zegt Aalt Dijkhuizen. ‘Dat laat zomaar z’n hond schijten op ons terrein’, briest Breukink, en zet z’n bierfles aan z’n mond. ‘Ik kan niet zien wie het is’, zegt Dijkhuizen. Het is Paasvakantie. De leider der leiders en zijn cijfermatige wonderjongen zitten languit voor Dijkhuizens flatscreen en genieten van een intiem tv-avondje. Knabbelend op pindarotsjes, borrelnootjes en chocolade-eitjes bekijken ze de recente bewakingsvideo’s van de WUR-camera’s. ‘Gezellig’, zegt Dijkhuizen, en klopt Breukink op zijn knie. ‘Ik begin dit soort dingen steeds meer te waarderen. Ik merk dat ik ouder word.’ ‘Altijd werken kan niet’, zegt Breukink. ‘Je werkt om te leven, Tijs’, zegt Dijkhuizen. ‘Maar je leeft niet om te werken’, maakt Breukink af. ‘Zo denk ik er ook over.’ ‘De mensen zijn tegenwoordig altijd maar druk-druk-druk’, zucht Dijkhuizen. ‘Altijd bezig met hun carrière. Altijd bezig om zich met hun ellebogen omhoog te werken.’ ‘Ze lopen zichzelf voorbij’, zegt Breukink. ‘Ze vergeten wat echt belangrijk is.’ ‘Dit is belangrijk, Tijs’, zegt Dijkhuizen met omfloerste stem. ‘Een avondje met vrienden onder elkaar.’ De managers richten hun blik weer op het scherm. ‘Daar parkeert er eentje z’n Volvo dwars op de stoep’, wijst Dijkhuizen. ‘Toe maar.’ ‘Maar dat is toch de Volvo van…’, zegt Breukink. Dijkhuizen buigt zich naar voren. ‘Je hebt gelijk, Tijs’, zegt hij. ‘Alsjeblieft, Batman’, zegt Breukink. Hij overhandigt de bloknoot en de balpen, die onaangeroerd op zijn schoot hebben gelegen, aan de grote roerganger. ‘Dank je, Robin. Ik schrijf het meteen op.’ ‘Wat heb je toch een mooi handschrift, Aalt’, zegt Breukink. ‘Mondje open, kanjer’, beveelt Dijkhuizen, en gooit een eitje. ‘Butterscotch’, zegt Breukink. Willem Koert BOVEN HET MAAIVELD Pag. 7 Uw hond of kat verdrietig? Koop Petvital Nr 6 ‘Terug naar de oerHollandse gezelligheid’ NIEUWE FLEVOHOF Pag. 10 Waarom daalt het aantal zaadcellen al een eeuw? Pag. 14 ‘Een patent staat idealisme niet in de weg’ Page 20 Fencing keeps you on your toes, physically and mentally Het Twentse bedrijf InfoDish uit Hengelo onderzoekt de haalbaarheid van een nieuw educatief pretpark dat de plaats van de Flevohof moet innemen. ‘Ik ben platgebeld door projectontwikkelaars’, zegt Marc Oude Luttikhuis in het Nieuw Kamper Dagblad, kopblad van De Stentor. Wageningen UR wordt volgens hem een belangrijke partner in de nieuwe Flevohof. ‘Beleef de dag van je leven op Flevohof’. Met deze campagne maakte de Flevohof in de jaren tachtig furore. Het recreatiepark in Biddinghuizen probeerde kinderen te interesseren voor het platteland met educatieve attracties, vlinderkassen, tuinen en paviljoens op het gebied van de land- en tuinbouw. Zo kon je van het vleespaviljoen via het aardappelpaviljoen doorsteken naar het graanpaviljoenen, en dan een broodje bakken in de bakkerij. Het park heeft tot 1993 weten te overleven, waarna op dit terrein een echt pretpark werd gerealiseerd: Walibi World. De mogelijke wedergeboorte van de Flevohof is volgens Oude Luttikhuis nodig om het schrikbarende tekort aan kennis over voeding en natuur in Nederland te bestrijden, zo zegt hij op de InfoDish-website. ‘Tegenwoordig weten kinderen niet eens meer dat melk uit een koe komt en niet uit een supermarkt. Laat staan dat ze weten hoe kaas wordt gemaakt of hoe een aardappel groeit.’ We moeten volgens hem uitkijken dat kinderen straks niet alleen in een virtuele wereld leven. ‘Terug naar de oer-Hollandse gezelligheid!’ De Flevohof werd in 1972 mede door het landbouwministerie geopend als een soort modelboerderij, waar de laatste snufjes op het gebied van de moderne landbouw en intensieve veehouderij aan het volk werden getoond. Het park had een onbedoeld neveneffect: een aantal bezoekers schrok zó van wat ze daar zag, dat ze uit pure verontwaardiging de actiegroep Lekker Dier oprichtten. / GvM Omslagfoto Bart de Gouw Resource 0727 4-7 11-04-2007 15:02 Pagina 4 1 4 IN ‘T NIEUWS 29 MAART T/M 11 APRIL 2007 ARCHITECTUURCLUB NOEMT ATLAS ‘DONKERE KORF’ Het uiterlijk van het Atlasgebouw wordt geroemd. Maar volgens de Stichting Living Daylights (SLD) is dit nieuwe gebouw van de Wageningse omgevingswetenschappers een schoolvoorbeeld van hoe ‘ontwerpen op uitstraling ten koste gaat van daglichttoetreding’. ‘Het bewezen positieve effect van natuurlijk licht is voor de universiteit van Wageningen blijkbaar minder belangrijk wanneer het gaat om het functioneren van de eigen medewerkers dan wanneer het gaat om de groeizaamheid van gewassen.’ Dit stelt Atto Harsta, SLD-oprichter en propagandist van daglicht in gebouwen, in één van de recensies die onlangs verschenen na een excursie van de stichting naar het Atlasgebouw. Op de website Archined wordt het gebouw met de beeldbepalende witbetonnen draagconstructie – de ‘netkous’ – een donkere korf genoemd. Dat het pand het visitekaartje voor het nieuwe campusterrein moest worden is volgens de recensies ten koste gegaan van het binnenmilieu. De architecten, Rafael Viñoly en architectenbureau OZ-P, hebben volgens de critici vooral oog gehad voor de buitenkant. ‘De openheid die de diagonale ribben naar buiten uitstralen, wordt binnen ongedaan gemaakt. Dat is een direct gevolg van de wil om een dragend sculpturaal object te maken. De slankheid naar buiten is verder vergroot door een naar buiten taps toelopende vormgeving. Uit oogpunt van daglichttoetreding moet het precies omgekeerd’, aldus recensent Peter Stekelenburg. Ook het centrale atrium is ondanks het grote glazen dak nogal donker, vinden de W De diagonale ribben van de draagconstructie belemmeren volgens daglichtexperts de natuurlijke lichtinval in werkkamers van het Atlasgebouw. / foto GA daglichtliefhebbers. Alleen op de hoogste verdiepingen is volgens hen sprake van een ‘verkwikkende daglichtsituatie’. Hoe lager in het gebouw, hoe donkerder het wordt. ‘Je zou bijna denken dat de ontwerper het erom deed’, stelt een recensent, verwijzend naar de bodemwetenschappers die de onderste verdiepingen bevolken. Facilitair manager Wouter Hiskemuller is PAARDENONDERZOEKERS BUNDELEN KRACHTEN De onderdelen van Wageningen UR die zich bezig houden met paarden gaan meer samenwerken. Dat is besloten tijdens de workshop ‘samen meer paardenkracht’ van Equine Delta op 5 april. Equine Delta werd twee jaar geleden opgericht om samenwerking op paardengebied te bewerkstelligen tussen hogeschool Van Hall Larenstein, Alterra en ASG. Tot nu toe bleef het bij kleinschalige samenwerkingsprojecten, maar dat wordt grootschaliger, verwacht Martine van Tilburg, VHL-docente en coördinator van Equine Delta. ‘We trekken het nu veel breder. Er was belangstelling vanuit allerlei hoeken van Wageningen UR, er blijkt op heel veel plekken binnen de universiteit en onderzoeksinstellingen iets gedaan te worden met paarden. Maar we weten nauwelijks van elkaar wat we doen.’ Naast kennismaken werden er ook con- crete voorstellen gedaan, zoals studenten inzetten bij onderzoek, samenwerken bij subsidieaanvragen en intranet gebruiken om elkaar op de hoogte te houden van onderzoeken en projecten. Verder hoopt Van Tilburg door de krachtenbundeling beter om te kunnen gaan met de ‘moeilijke’ paardensector. ‘De sector is niet te vergelijken met andere veehouderijtakken, waar onderzoeksresultaten gedeeld worden. De paardenhouderij is veel commerciëler. Daar moet eerst vertrouwen gekweekt worden voor een onderzoek gestart wordt.’ Verder moet Wageningen UR voor de paardenwereld één gezicht naar buiten krijgen. Wat dat concreet betekent, kan Van Tilburg niet zeggen. ‘Dat is vooral een managementaangelegenheid. De managers die te gast waren, toonden wel interesse om hier iets mee te doen.’ / KM verbaasd over de klaagzang. ‘We hebben de stichting nog wel zo goed ontvangen’, grapt hij. ‘Over te weinig daglicht heb ik van de bewoners nog geen klachten gekregen, wel over teveel licht. De zonwering werkt namelijk nog niet optimaal’. Atlas trekt volgens hem in ieder geval veel aandacht onder architectuurkenners. Zo is het gebouw opgenomen in het Architec- tuurjaarboek en bracht het tv-programma Arena het gebouw onlangs ‘heel positief in beeld’, aldus Hiskemuller. Uit het internetarchief van SDL blijkt dat de stichting overigens wel gecharmeerd is van het daglichtgebruik in het gebouw recht tegenover Atlas, dat dus terecht de naam Lumen draagt. / GvM DIJKHUIZEN TOCH NIET DE BESTE Aalt Dijkhuizen is niet langer lijstaanvoerder van de economen top-20 van het tijdschrift Economische en Statistische Berichten. Het blad had een rekenfout gemaakt. Dijkhuizen staat in een gerectificeerd overzicht op plaats twee. In de lijst die het blad in december publiceerde stond Dijkhuizen bovenaan. ESB berekende voor de lijst de zogenaamde h-waarde van de belangrijkste Nederlandse economen. Iemand met een h-waarde van tien, heeft tien publicaties geschreven die tien keer of meer zijn geciteerd. De h-waarde van Dijkhuizen is bijgesteld van (INGEZONDEN MEDEDELING) Lesgeven in Forum? Kijk op de 'News and Events' site van Wageningen UR: www.intranet.wur.nl 21 naar 18. Lijstaanvoerder is nu prof. Peter Wakker, econometrist in Rotterdam en Maastricht. / KV (INGEZONDEN MEDEDELING) De opening van het academisch en het hogeschooljaar én de officiele ingebruikname van Wageningen Campus, waaronder het Forum-gebouw, vindt plaats op dinsdag 4 september 2007. Op deze dag wordt er géén onderwijs gegeven aan zowel Hogeschool Van Hall Larenstein als Wageningen Universiteit. Dit geldt voor álle onderwijslocaties, dus ook in Velp en Leeuwarden. Het wordt een bijzondere, feestelijke opening. Alle medewerkers en studenten zijn van harte welkom en ontvangen hiervoor nog een officiële uitnodiging. Kijk ook op www.deborn.wur.nl De bo die ge kl be bo Sc da ze m Tw ge la Ne po Cl en an wa pe de ge la de za te kle en De tre pr Resource 0727 4-7 11-04-2007 15:02 Pagina 5 12 APRIL 2007 5 RESOURCE #27 ‘Weidevogels belichamen zestig jaar cultuurhistorie, dat kunnen we toch niet zomaar laten lopen?’ DRIE RUBICONS, MAAR SLECHTS ÉÉN VENI Van de 91 Veni-subsidies voor jonge wetenschappelijke talenten die onderzoeksorganisatie NWO heeft toegekend gaat er slechts één naar Wageningen UR. De Australische dr. Christina Flann mag drie jaar vernieuwend onderzoek gaan doen: ze gaat de madeliefjesfamilie op orde brengen. Een betere score was er bij de Rubicon-subsidies. Drie pas gepromoveerde Wageningse onderzoekers krijgen de kans om onderzoekservaring op te doen in het buitenland. Bij het aanbreken van het voorjaar maakt de Nederlandse Organisatie voor Weten- schappelijk Onderzoek (NWO) traditiegetrouw bekend welke originele onderzoekstalenten een subsidie krijgen. Voor de Veni’s, één van de drie persoonsgeboden subsidievormen van NWO, kwamen 423 aanvragen binnen. In Wageningen krijgt alleen Flann, verbonden aan de leerstoelgroep Biosystematiek, een Veni-subsidie van maximaal 208.000 euro. Ze gaat zich verdiepen in de familierelaties binnen de plantenfamilie Asteraceae of madeliefjes, één van de grootste plantenfamilies ter wereld. Deze score van één procent is lager dan men op basis van het Wageningse onderzoekspotentieel zou verwachten. De Universiteit Utrecht lijkt de grote winnaar van deze ronde: met 17 Veni’s haalde zij bijna twintig procent van het totale aantal toekenningen binnen. Andere persoongebonden NWO-subsidies zijn de Vidi-subsidies (voor ervaren postdocs) en Vici-subsidies (voor zeer ervaren onderzoekers). Bij de Rubicon-subsidie waren 3 van de 31 toekenningen voor pas of bijna gepromoveerde Wageningers. Celgenetica dr. Esther de Boer (Erfelijkheidsleer) gaat twee jaar werken bij het Memorial SloanKettering Cancer Center in de Verenigde Staten, en toxicoloog dr. Vincent de Boer (Toxicologie / RIKILT) bij de Harvard Medi- cal School; klimaatwetenschapper drs. Ryan Teuling (Hydrologie en kwantitatief waterbeheer) gaat anderhalf jaar onderzoek doen bij het Zwitserse Federal Institute of Technology. In totaal schreven 102 onderzoekers in voor een Rubicon-subsidie, die bedoeld is om Nederlandse onderzoekers buitenlandse ervaring op te laten doen, en hen zo beter in staat te stellen later een Veni in de wacht te slepen. De naam komt van de rivier de Rubicon die Julius Caesar overstak voordat hij aan zijn zegereeks begon die leidde tot de uitspraak 'veni, vidi, vici'. / GvM WAGENINGEN SCOORT MET KLIMAAT De media stonden in het paasweekend bol van de Wageningse wetenschappers die waarschuwden dat er echt gewerkt moet worden aan de klimaatverandering, dankzij een druk bezochte persbijeenkomst in een bovenzaaltje van het Haagse café Schlemmer. Belangrijkste nieuws was dat de klimaatwetenschappers steeds zekerder zijn dat de klimaatverandering miljarden gaat kosten. a is e een Twee televisieploegen, twee radioverslaggevers en diverse vertegenwoordigers van landelijke dagbladen luisterden naar vier Nederlandse mede-auteurs van het rapport van de Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), drie Wageningers en een Amsterdammer. Prof. Rik Leemans, hoogleraar Milieusysteemanalyse, waarschuwde dat de natuur bij een temperatuursstijging van meer dan twee graden sterk achteruit gaat. 'Kwetsbaar zijn gebieden als de Alpen en rond de Middellandse Zee, maar ook de koraalriffen en de mangrovebossen.' En bij de landbouw zal de productiestijging door een hogere temperatuur in bijvoorbeeld Nederland kleiner zijn dan de daling in het te droge en te hete Zuid-Europa. De stijgende zeespiegelstijging en het extremere weer zorgen voor weer andere problemen, vertelde prof. Pavel Kabat van Alterra. Omdat de gletsjers smelten, worden rivieren als de Rijn afhankelijk van regenval, waardoor er in drogere gebieden watertekorten kunnen optreden. Daar staat tegenover dat twintig procent van de wereldbevolking in 2080 meer risico loopt op overstromingen, aldus Kabat, en dat de kosten door 'waterstress' oplopen van ongeveer anderhalf miljard in 1995 tot meer dan het driedubbele in 2050. Alleen in Nederland vereist de klimaatverandering tot 2020 al een investering van vele tientallen miljarden, stelde hoogleraar Milieueconomie prof. Ekko van Ierland. Zo kost het bouwen van klimaatbestendige gebouwen zoals het Forumgebouw met koude en warmteopslag, ongeveer 23 miljard. Aanpassing van de ecologische hoofdstructuur kost zeven miljard, en ruimte geven aan de rivieren meer dan 26 miljard. Met deze kostenschatting is Nederland volgens Van Ierland de eerste in de wereld. De eerste prioriteit blijft voorlopig het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, stelde prof. Karel Berkhout van de Vrije Universiteit. Belangrijke tweede is de aanpak van de waterproblematiek, en daarna volgen de aanpassingen van de gebouwde omgeving en de gezondheidszorg. 'Dat moet de overheid nu meenemen', aldus Berkhout. / MW VERHUIZING/ Begin deze maand zijn gespecialiseerde verhuizers begonnen met het overbrengen van bibliotheekboeken naar de nieuwe hoofdvestiging van de bibliotheek in het Forumgebouw. Volgens Marianne van Boven, hoofd logistiek van de bibliotheek, duurt de verhuizing van de boeken uit het Jan Kopshuis, de huidige hoofdvestiging, nog de hele maand april. Daarna komen de andere vestigingen in Wageningen aan de beurt. ‘Het is behelpen, maar we hebben gekozen voor eerst de boeken en dan de mensen’, aldus Van Boven. De nieuwe Forumbibliotheek wordt volgens de bijgestelde planning op 4 juni geopend. / GvM, foto GA ‘WAGENINGEN MOET ZICH ONTFERMEN OVER WEIDEVOGEL’ Wageningen UR bekommert zich nauwelijks om de weidevogel, constateert docent Ariën Baken van hogeschool Van Hall Larenstein Leeuwarden. ‘Er is geen instituut dat de verantwoordelijkheid op zich neemt, terwijl Wageningen UR toch een expertisecentrum voor weidevogelbeheer zou moeten zijn.’ Baken is de stuwende kracht – manusje van alles, zegt hij zelf – achter het bekroonde gebiedsplan voor het Zuidelijk Westerkwartier, de grensstreek van Groningen met Friesland. In het plan is de samenwerking vastgelegd tussen de boeren van agrarische natuurvereniging De Eendracht en Staatsbosbeheer. Het gebiedsscenario voorziet in maatregelen voor een compleet ecologisch systeem van open graslanden voor weidevogels. Het Zuidelijk Westerkwartier is een overgangsgebied van zandruggen met elzensingels naar veen en kleigronden. De diversiteit maakt het landschap geschikt om het effect van ingrepen voor de weidevogelpopulatie in de verschillende polders met elkaar te vergelijken. ‘Daarbij komt dat de mensen uit de streek van oudsher zeer betrokken zijn bij de natuur.’ De grootste bedreigingen voor de weide- vogel in het gebied zijn, naast ontwatering, de stijgende predatiedruk en verzuring van de grond. ‘Door kap van solitaire bosjes, het verplaatsen van elzensingels en mozaïekbeheer proberen we de roofvogeldruk te verminderen. Honden, katten en vossen houden we op afstand met een geurstof’, legt Baken uit. Het terugdringen van de verzuring vereist echter meer onderzoek. Onder meer het tekort aan ruige stalmest heeft invloed op de bodemgesteldheid. Meer structuur in het voer zou de bemesting van het land verbeteren, en dat is weer gunstig voor de weidevogel, redeneert Baken. De totstandkoming van het gebiedsplan toont vooral de betrokkenheid van de deelnemers, meent Baken, en de eerste weidevogelresultaten zijn bemoedigend. Maar om de vragen achter de praktijk goed te kunnen beantwoorden is volgens hem een interdisciplinaire aanpak nodig van landbouw, milieukunde en diermanagement. Wageningen UR zou daarin het voortouw moeten nemen. ‘De weidevogels belichamen ruwweg zestig jaar cultuurhistorie en zijn onze internationale verantwoordelijkheid. Dat kunnen we toch niet zomaar laten lopen?’ / WB Resource 0727 4-7 11-04-2007 15:02 Pagina 6 1 6 UIT ‘T VELD NIEUWS UIT DE WETENSCHAP B E V Va bio ge Da al on OPLEGKAAS/ Wageningse voedingswetenschappers hebben het productieproces van boeren-Goudse Oplegkaas beschreven. Daardoor kan de kaas worden opgenomen in de Ark van de Smaak van de gastronomische beweging Slow Food, een verzameling bedreigde streekproducten uit de hele wereld. Boeren-Goudse Oplegkaas wordt gemaakt van rauwe melk van koeien die in het veenweidegebied lopen, en moet lang liggen. 'Minimaal twee jaar, maar het streven is vier jaar omdat dan de typische smaak ontstaat', vertelt ir. Conny van der Heijden van de Agrotechnology and Food Sciences Group. Het protocol is vooral bedoeld om het product voor het nageslacht te bewaren, maar is ook handig voor boeren die de kaas willen gaan maken. Er zijn nu nog maar twee producenten van boeren-Goudse Oplegkaas. / MW, foto Rita van Biesbergen MARKTAANDEEL BIOLOGISCH NAUWELIJKS GESTEGEN Het marktaandeel voor biologische producten is in 2006 lichtjes gestegen van 1,8 naar 1,9 procent. Dat blijkt uit het Bio Monitor jaarrapport 2006, waarin het LEI de meest recente cijfers over de biologische sector op een rijtje zette. De cijfers werden op 4 april door platform Biologica gepresenteerd tijdens het tiende Bio-Congres van Biologica op Landgoed Rhederoord. Consumenten besteedden in 2006 negen procent meer aan biologische voedingsmiddelen dan in 2005, in totaal bijna een half miljard euro. De totale consumentenbestedingen aan voedingsmiddelen stegen in dat jaar met drie procent naar 24,6 miljard euro. Het marktaandeel voor biologische producten groeide daardoor met een tiende procent naar 1,9 procent. Bij de versproducten is het marktaandeel iets groter (2,8 procent). De lichte groei is te zien in alle verkoopkanalen, dus zowel bij supermarkten als in gespecialiseerde winkels en in de catering. Wel valt op dat ook de discounters, die alleen op prijs concurreren, meer biologische producten verkochten. Opvallend is verder dat dagverse biologische zuivel het relatief goed doet bij de consument, met een marktaandeel van 3,8%. Ook biologisch vlees en brood zijn iets meer in trek. De regeringsdoelstelling is nog steeds om in 2010 op tien procent van het landbouwareaal biologisch te produceren. Maar de lichte stijging in de vraag van het afgelopen jaar heeft geen gevolgen gehad voor de omvang van de biologische landen tuinbouw in Nederland, concludeert het LEI. / JT ‘NIEUWE WIJK BOUWEN OP LAAG ZEEZAND’ Met zand uit de Noordzee kunnen we Nederland vijf meter ophogen en zijn we de zeespiegelstijging met gemak de baas. Niet erg realistisch, erkent Niels Roode van Rijkswaterstaat, maar de gedachte illustreert volgens hem hoe zijn organisatie naar nieuwe wegen zoekt om klimaatverandering het hoofd te bieden. ‘Misschien is inlandse zandsuppletie bij de aanleg van nieuwe woonwijken in centraal Holland zo gek nog niet’, opperde Roode op het symposium dat Zee- en kustmanagement van Van Hall Larenstein in Leeuwarden op 28 maart wijdde aan de gevolgen van de klimaatsverandering. ‘Want vreemd genoeg bouwen we maar door in het laagst gelegen en dichtstbevolkte deel van ons land, terwijl over grootschalige evacuatieplannen nog nooit is nagedacht.’ Nederland is veiliger dan ooit, bezwoer de Rijkswaterstaatman, maar het steeds verder ophogen van dijken volstaat niet langer om de verwachte watertoevloed te keren. Alleen al de kosten nopen tot een andere benadering van ‘overstromingsveiligheid’, zoals dat heet in Rijkswaterstaatjargon. Rijkswaterstaat zoekt nadrukkelijk de dialoog met de overheid en publieke instanties om de verantwoordelijkheid voor risico’s bij calamiteiten te delen. Een van de ideeën die circuleren is de verplichte overstromingsverzekering voor elke Nederlander. Het is al zo goed als zeker dat die er komt, vertelde Roode. Het compartimenteren van de veertien dijkringgebieden in Nederland ligt politiek gevoeliger. Bij een overstroming wordt het water dan naar gebiedsdelen geleid waar het de minste schade kan aanrichten. Probleem is dat niemand wil dat zijn woonomgeving tot overstromingsgebied wordt bestempeld, voorspelde Roode. / WB On Sc bi ve pe va de Be zo da na te ee ga de m Di Ru in pe als ve te pr de M du die Da pu ve m sc log ku de de be na we as erer n. e d’, aie ern- n n Resource 0727 4-7 11-04-2007 15:02 Pagina 7 12 APRIL 2007 7 RESOURCE #27 ‘Ik zou als koe of varken liever in de biologische sector rondlopen’ DIABETESMEDICIJN VERZACHT GEVOLGEN OVERGEWICHT Het nieuwe diabetesmedicijn Rosiglitazone remt de aanmaak van ontstekingseiwitten door vetcellen. Dat ontdekte dr. Ping Wang, die 29 maart in Maastricht promoveerde. ‘We begrijpen nu beter hoe deze medicijnen werken en wat overgewicht in het lichaam doet’, zegt haar begeleider dr. Jaap Keijer van onderzoeksinstituut RIKILT. Artsen schrijven Rosiglitazone voor aan diabetespatiënten die niet meer goed reageren op insuline. Het medicijn hecht aan het eiwit PPAR in de vetcel, een sensor die jonge vetcellen aanspoort te groeien BIOLOGISCH ECHT BETER VOOR DIER Varkens, koeien en kippen vertonen op biologische bedrijven meer natuurlijk gedrag dan in de gangbare veehouderij. Dat beweerden biologische boeren altijd al, maar nu is het ook wetenschappelijk onderbouwd. Onderzoeker Marko Ruis van de Animal Sciences Group vergeleek het dierwelzijn binnen beide systemen aan de hand van verschillende criteria, zoals angst bij kippen, wroeten bij varkens en zooggedrag van kalveren. De biologische sector scoorde aanzienlijk beter dan de gangbare. Behalve gedrag vergeleek Ruis ook de gezondheid van de dieren. Hij stelde vast dat biologische veehouderij wat dit betreft naast de pluspunten ook enkele minpunten heeft. Zo hebben biologische biggen een grotere kans dat hun moeder op hen gaat liggen, en verhoogt een buitenverblijf de kans op een infectie terwijl preventief medicijngebruik aan banden is gelegd. Dit zijn onvermijdelijke dilemma’s volgens Ruis. ‘Toch zou ik als koe of varken liever in de biologische sector rond willen lopen.’ Maar deze afweging maakt hij niet als onderzoeker, zegt hij. ‘Ik heb puur de vergelijking gemaakt op basis van de wetenschappelijke literatuur. Biologische producenten zoeken onderbouwing voor de algemene claim dat ze het goed doen. Met dit onderzoek kunnen ze nu hun product aanprijzen op basis van de punten die er voor hen toe doen.’ Daarnaast biedt de analyse aanknopingspunten om de biologische veehouderij verder te verbeteren. ‘In de toekomst moet het voer voor dieren in de biologische sector voor honderd procent uit biologische grondstoffen bestaan. Maar hier kunnen problemen ontstaan.’ Zo neemt de hoeveelheid ruwe eiwit toe. Dit leidt onder andere tot diarree bij varkens. ‘Het is belangrijk dat we hier meer onderzoek naar doen om te voorkomen dat het dierwelzijn in de toekomst achteruit gaat.’ / LH en de insulinegevoeligheid verbetert. ‘We hebben vetweefsel lange tijd gezien als iets waar we liever zo min mogelijk van willen hebben’, zegt Keijer. ‘Nu weten we dat vetweefsel een ontgiftende functie heeft. Het slaat vetzuren op. Het voorkomt dat die vetzuren voor een langere periode door het lichaam circuleren en schade veroorzaken.’ Bij ernstig overgewicht wordt vetweefsel echter overbelast. Onderzoekers denken dat vetcellen daardoor afsterven, en vervolgens door immuuncellen worden opgeruimd. Daarbij komen ontstekingseiwitten vrij, die andere cellen in het lichaam ver- hinderen om nog voedingsstoffen op te nemen. Naarmate dat proces ernstiger vormen aanneemt, verliezen cellen steeds meer van hun gevoeligheid voor insuline, en gaan de vetzuren door het lichaam zwerven. ‘Medicijnen als Rosiglitazone stoppen dat proces’, zegt Keijer. ‘Wangs onderzoek maakt duidelijk waarom. Stel je rijpe vetcellen bloot aan Rosiglitazone, dan loopt de aanmaak van ontstekingseiwitten terug.’ Wang heeft ook bestudeerd wat rijpe vetcellen doen als ze worden geprikkeld door insuline. Zo ontdekte ze een paar nieuwe eiwitten die vetcellen aanmaken, waar- van de precieze functie nog niet duidelijk is. Haar onderzoek is pionierswerk, aldus Keijer. ‘Het is binnen de voedingswetenschap het eerste onderzoek dat effecten van stimuli bestudeert met zowel transcriptonomics als proteomics.’ Dat betekent dat onderzoekers alle genen meten die de cel afleest (transcriptonomics), en ook alle eiwitten meten die een cel aanmaakt (proteomics). Wangs promotieonderzoek was een gezamenlijke onderneming van Universiteit Maastricht, RIKILT en het in Wageningen gevestigde Centrum voor Humane Nutrigenomics. / WK CLAIMS HONDENVOER GAAN TE VER Fabrikanten van katten- en hondenvoer verkopen soms producten die strikt genomen alleen dierenartsen zouden mogen voorschrijven. De gezondheidsclaims waarmee de makers adverteren zijn zo verstrekkend dat de producten vallen onder de noemer van ‘diervoeder met medicinale werking’. Tot die conclusie komen onderzoekers van de Animal Sciences Group die voor de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) een verkennend onderzoek hebben gedaan. De onderzoekers hebben zich beperkt tot voer voor honden en katten, maar vermoeden dat de bevindingen gelden voor alle soorten voer voor gezelschapsdieren. In hun rapport Gezondheidsclaims Diervoeding noemen de onderzoekers tientallen voorbeelden van verrijkt voer en supplementen voor dieren die niet door de beugel kunnen. Is uw jonge Wodan een nerveus zenuwlijertje met ‘een slechte ontlasting en angstig of onrustig gedrag’? Prins Petfoods, geven de onderzoekers als voorbeeld, adviseert SpecialCare ‘voor een gezonde start’. Met ‘pure zalmolie voor een optimaal leervermogen, FOS voor een gezonde darmflora en wit mosterdzaad voor uitstekende weerstand’. Helemaal bont maken de fabrikanten van de ‘biologische geneesmiddelen’ het, aldus het rapport. Voor honden die hun baasje zijn verloren maakt Petvital bijvoorbeeld Nr. 6: een mengsel van extracten van lariks, mosterd en kamperfoelie ‘om over het verdriet heen te komen’. Zulke claims zijn niet toegestaan voor voedingsmiddelen en supplementen voor humaan gebruik, aldus de onderzoekers. Eu- ropese producenten voor menselijke producten mogen sinds januari 2007 alleen beweren dat hun producten de gezondheid ondersteunen, en niet zeggen dat die aandoeningen voorkomen of genezen. De regelgeving voor diervoer is minder duidelijk. Hoewel die de vrije verkoop van ‘diervoeder met medicinale werking’ verbiedt, staan de regels wel de vrije verkoop van ‘dieetvoer’ toe, voor dieren met een afwijkende behoefte aan voedingsstoffen. Dat zorgt voor een maas in de wet, waardoor autoriteiten als de VWA met lege handen staan. De onderzoekers vinden dat de regelgeving zou moeten veranderen. Het rapport staat integraal op kennisonline.wur.nl. / WK, foto GA VARKEN WIL ANDERE SPEELTJES DAN BOER Varkens voelen zich het prettigst met stro en ruwvoer in hun stal. Afleidingsmaterialen als kettingen, touwen of ballen zijn echter praktischer voor de boer. Dat blijkt uit onderzoek van de Animal Sciences Group. Onderzoekers vergeleken negen verschil- lende speelmaterialen voor varkens. Daarbij letten ze onder meer op dierwelzijn, kosten, hygiëne en arbeid. Juist de materialen die hoog scoren op de welzijnsmeter van het varken – stro en ruwvoer – zijn impopulair bij de boer. Want stro vraagt meer arbeid dan het ophangen van een ketting en is duurder. Boven- dien komt er veel stof vrij bij het verspreiden van stro. Naast stro waarderen de varkens ruwvoer, omdat dat het verzadigingsgevoel bevordert. Maar ruwvoer levert plakkerige mest op, waardoor het hok sneller vies wordt. / LH Resource 0727 1, 3, 8-11 11-04-2007 15:27 Pagina 8 ACHTERGROND 8 LETTINGA / DOORBIJTER MET IDEALEN 1 ‘ w v k v i d ‘ ‘Vreselijk laf dat Wageningen de landbouw uit zijn naam heeft geschrapt’ no ve co de st ee To h tu tw ge w ho O A p pe d D W w ja lo sc o d o o ga de ve da M ri Te st B o m ge e be vo af ju sl Le M pe de va Resource 0727 1, 3, 8-11 11-04-2007 15:27 Pagina 9 12 APRIL 2007 9 RESOURCE #27 ‘Ik mis nu in Wageningen het vuur om echt te willen bijdragen aan een betere wereld.’ Gatze Lettinga (71), emeritus hoogleraar Milieutechnologie en winnaar van twee belangrijke milieuprijzen, is nog even strijdbaar als altijd. De stuwende kracht achter misschien wel de grootste innovatie die Wageningen ooit voortbracht – de UASB-reactor – gelooft dat ware vernieuwing en idealisme hand in hand gaan. door GERT VAN MAANEN, foto BART DE GOUW ‘W elke karaktereigenschap het belangrijkst is geweest voor mijn loopbaan? Geen idee, dat moet je straks maar aan mijn vrouw vragen, die zal het na ruim veertig jaar wel weten.’ De nog jong ogende Lettinga zit op het dakterras op de bovenste verdieping van een modern appartementencomplex aan het IJ, met een schitterend uitzicht over de Amsterdamse binnenstad. Het zoemt er van de stadsgeluiden: trams, optrekkend verkeer en af en toe een scheepshoorn. Tot voor kort woonde de Friese boerenzoon nog in een huis met zelfontworpen waterzuivering en een grote tuin op het platteland bij Heerenveen. ‘We hebben daar twaalf en een half jaar rust gehad, maar zijn nooit echt geworteld. Mijn vrouw is een stadsmens en hier zitten we dicht bij de kleinkinderen. Er is geen haar op mijn hoofd die nu weer terug wil.’ Op vrijdag 20 april krijgt Lettinga in Los Angeles de Amerikaanse Tyler Prize uitgereikt. Een prestigieuze prijs, bestaande uit 200.000 dollar en een gouden penning, die hem wordt toegekend vanwege zijn verdiensten op het gebied van de milieubescherming. De voormalig hoogleraar Milieutechnologie heeft aan Wageningen voornamelijk goede herinneringen. ‘Het waren gouden tijden.’ Hij kwam aan het begin van de jaren zeventig als bijna gepromoveerde Delftse technoloog naar de landbouwhogeschool om zich op biologische waterzuivering te storten, en vond overal het licht op groen. ‘De industrie stond in die jaren voor de opdracht te voldoen aan nieuwe wetgeving rond de verontreiniging van oppervlaktewater. Bedrijven waren uit op zo goedkoop mogelijke oplossingen. Er lag een gigantisch werkgebied en microbiologische zuivering had de wind in de zeilen. Ik had daar toen nog de ballen verstand van. Het is echt een lucky incident dat ik op dat moment een publicatie van de Amerikaan Perry McCarty onder ogen kreeg over anaerobe waterzuivering die me enorm aansprak.’ Terwijl vrijwel iedereen zich wierp op de aerobe, zuurstofrijke zuiveringstechniek, dook Lettinga in de rotting. Bij deze anaerobe vergisting wordt organische stof onder zuurstofarme omstandigheden omgezet in methaan en kooldioxide, een proces dat in de regel gepaard gaat met de productie van pregnante rotteeierengeur. Dat is volgens Lettinga waarschijnlijk een belangrijke reden dat vrijwel iedereen er ‘zijn neus voor optrok’. ‘De combinatie van biogasproductie en afbraak van organische verbindingen was voor mij juist een belangrijke drijfveer, omdat het kringloopsluiting en zelfvoorziening dichterbij brengt’, aldus Lettinga. Maar behalve een idealistische drijfveer speelde zijn persoonlijkheid ook een rol bij zijn keuze, erkent de onderzoeker. ‘Ik ben een vrij lastig mannetje en houd niet van een hete adem in mijn nek. Dat anderen eigenlijk niks van deze techniek wilden weten, had zeker een voordeel. Ik kon gewoon mijn gang gaan en kreeg daartoe ook alle vrijheid.’ In eerste instantie richtte Lettinga zich vooral op de behandeling van agrarisch-industrieel afvalwater. Rondom aardappelzetmeel- en bietsuikerfabrieken was op dat moment eigenlijk al jarenlang sprake van een onhoudbare situatie. Zo werd in Groningen het saprijke afvalwater uit die fabrieken vrijwel rechtstreeks geloosd op het oppervlaktewater. Dat leidde tot schuimende en stinkende kanalen zonder zuurstof waarin alle vissen het loodje legden. Lettinga herinnert zich dat hij samen met collega’s van de vakgroep tonnen aardappels heeft geschild om die vervolgens te vermalen in een sapcentrifuge. ‘De afbraak in de experimentele opstelling ging fantastisch, maar fabrikant Avebe wilde er niet aan. Ze hadden in Groningen goedkoop aardgas, dus kozen ze voor een op indampen gebaseerde techniek. Later zijn ze op hangende pootjes bij ons teruggekomen.’ Dat het uiteindelijk kwam tot een succesvolle samenwerking met het bedrijfsleven is volgens Lettinga te danken aan het idealisme van Rob de Vletter, medewerker van de Centrale Suiker Maatschappij (CSM). ‘Hij had net als ik gewoon geloof in de zaak en werd daarin ook gesteund door zijn toenmalige directeur. We kregen steun van de overheid en in relatief korte tijd hebben we in 1976 een goed werkend prototype van UASB-reactor gerealiseerd bij de CSM-fabriek in Halfweg.’ GEEN PATENT Toen eenmaal was bewezen dat de techniek werkte, werd er plotseling van alle kanten aan getrokken. ‘Ze wilden allemaal dat er een patent op kwam, maar daar was ik faliekant tegen.’ Lettinga vond dat de uitvinding voor iedereen toegankelijk moest zijn. ‘Als noodgreep heb ik toen besloten heel snel te publiceren in een obscuur tijdschrift. Het was mijn gouden publicatie, maar het ziet er uit als een stencil.’ Lettinga springt op en komt even later terug met een vergeeld nummer van ‘Extern’, een Limburgs tijdschrift voor omgevingswetenschappen. ‘Ik heb er nooit spijt van gehad, al had het wel een keerzijde. Als je een patent hebt kun je een beetje de vinger aan de pols houden.’ De Upflow Anaerobic Sludge Blanket (UASB) reactor is een echte doorbraak, omdat in deze installaties zich een zeer goed en actief – korrelig – anaeroob slib ontwikkelt van micro-organismen die gezamenlijk de afvalstoffen afbreken. Door het egaalomhoog stromende water en het opborrelende methaangas wordt het afval op elegante wijze gemengd, waardoor het afbraakproces op gang blijft en optimaal gebruik wordt gemaakt van de actieve biomassa. Samen met de verbeterde versie, de Expanded Granular Sludge Bed (EGSB), zijn er nu wereldwijs meer dan tweeduizend van zulke reactoren in gebruik, met name voor industrieel afvalwater. In Latijns-Amerika en India wordt het systeem inmid- dels ook toegepast bij de (voor)zuivering van rioolwater. In Nederland is die toepassing voor rioolwater nog steeds niet van de grond gekomen. Lettinga: ‘De gevestigde orde in het sanitatiewereldje heeft hier tot nu toe een stokje voor gestoken. We hebben hier de krankzinnige situatie dat we onze toiletten doorspoelen met zeer hoogwaardig drinkwater. Het rioolwater wordt via peperdure en zeer onduurzame buizen over grote afstanden getransporteerd en dat sterk verdunde afvalwater – zo verdund dat het lastiger is om rendabel te vergisten – wordt vervolgens in grootschalige, energieverslindende installaties gezuiverd. In ons paradijs van overvloed is dat voorlopig nog aan de burgers te verkopen. Mijn grootste nachtmerrie is echter dat wij, met hulp van onze kroonprins, zulke zogenaamde innovatieve hoogwaardige systemen ook nog eens gaan exporteren naar ontwikkelingslanden.’ SUPERSOCIALIST Lettinga maakt zich ook zorgen over de ontwikkeling van energie uit biomassa en met name het gebruik van gewassen voor de productie van bio-ethanol en biodiesel. ‘Als je ziet wat de productie van bio-ethanol betekent voor het landschap in Brazilië dan zijn ‘we’ daar schandalig bezig. Er is een veel duurzamer alternatief met een veel hoger rendement: biogasproductie uit energiegewassen maar ook uit mest, afval en gewasresten.’ Dat Wageningen de Biobased Economy omarmt, vindt Lettinga dan ook niet onverdeeld positief. ‘Even vooropgesteld: Wageningen heeft in potentie alles in huis om een geweldige bijdrage te leveren aan werkelijke duurzaamheid in de landbouw, voedselvoorziening en energieproductie. Alleen mis ik langetermijnvisie en het vuur om echt te willen bijdragen aan een betere wereld voor iedereen. Het is te veel gericht op de ‘grootindustrie’ en internationale handel. Wageningen zou vooral moeten inzetten op regionale zelfvoorziening. Globalisering maakt zeer veel kapot. Noem me maar een supersocialist, maar grote bedrijven kiezen voor een grotere winst. Topmanagers jagen schandalig hoge salarissen na en verhullen dat met mooie praatjes.’ Volgens Lettinga heeft Wageningen ook nog een ereschuld, het heeft meegeholpen de boerenstand om zeep te brengen door een te ver doorgevoerde industrialisatie van de agrarische sector. ‘Dat heeft geleid tot de eliminatie van echte boeren, mensen die met liefde voor planten, dieren en landschap hun beroep uitoefenen. Zulke boeren, in een modern jasje, zijn voor mij de spil van duurzame ontwikkeling. Ik vind het vreselijk laf dat Wageningen de landbouw uit zijn naam heeft geschrapt. Eerst meehelpen de landbouw in diskrediet te brengen en vervolgens de L uit je naam schrappen omdat het slechte associaties oproept. Zet maar in de krant: die L moet gewoon weer terug.’ Bij het afscheid vraag ik zijn vrouw Dora nog even naar de karaktereigenschap die bepalend is geweest voor Lettinga’s loopbaan. ‘O, dat is makkelijk. Als Gatze een keer iets vast heeft, laat hij echt nooit meer los.’ < Resource 0727 1, 3, 8-11 11-04-2007 15:27 Pagina 10 ACHTERGROND 10 STEEDS WAT MINDER VRUCHTBAAR 1 A W v o d V D ka st ru Sw de de co de b va a m m N ba de de d e bo m te ge H vo ba ja sc cr a m te w o in ‘Als de Amerikaanse studie klopt is de mens door eigen toedoen een uitstervende soort’ Eé e ro m be de W ac m te ‘D ge sc Resource 0727 1, 3, 8-11 11-04-2007 15:27 Pagina 11 12 APRIL 2007 11 RESOURCE #27 Al tientallen jaren daalt het aantal zaadcellen dat mannen aanmaken. Wetenschappers zoeken de verklaringen in milieuverontreiniging, veranderde voedingsgewoonten of hormoonachtige stoffen in cosmetica. De grote vraag is of de daling zal leiden tot onvruchtbaarheid. door WILLEM KOERT V rouwen die tijdens hun zwangerschap veel rundvlees eten, krijgen vaker zonen die op volwassen leeftijd geen kinderen kunnen krijgen. Hoe meer rundvlees de moeders hebben gegeten, des te geringer is de aanmaak van zaadcellen bij hun zonen. Dat is, kort samengevat, de uitkomst van een Amerikaanse studie die aan de andere kant van de oceaan stof doet opwaaien. Kranten en tijdschriften besteden ruim aandacht aan het onderzoek van prof. Shanna Swan en de Deen dr. Neils Skakkebaek. Niet verwonderlijk, vindt prof. Rolaf van Leeuwen, sinds kort bijzonder hoogleraar Integrale risicoschatting van toxische componenten in voedsel. ‘Het zijn gerespecteerde onderzoekers. Ze onderzoeken al jaren of manmade verbindingen verantwoordelijk zijn voor de achteruitgang van het menselijk sperma. Het probleem dat ze in hun artikel aansnijden liegt er natuurlijk niet om. Als de vermoedens van Swan en Skakkebaek kloppen, dan is de mens door eigen toedoen een uitstervende soort.’ Niet vlees zelf verhoogt de kans dat mannen onvruchtbaar worden, aldus de onderzoekers. Varkensvlees lijkt de kans op onvruchtbaarheid niet te verhogen. Daarom denken de onderzoekers dat de synthetische hormonen die Amerikaanse veetelers sinds 1954 aan hun koeien en stieren geven het effect veroorzaken. In de VS mogen boeren sinds 1979 het oestrogene hormoon DES niet meer gebruiken, maar groeibevorderaars als estradiol, testosteron, het anabole steroid trenbolon en het progesteronachtige megestrol zijn nog steeds in gebruik. Het idee dat kunstmatige verbindingen de menselijke voedselketen in glippen en ons geleidelijk onvruchtbaar maken, is niet nieuw. Sinds in het midden van de jaren negentig de bestseller Our Stolen Future verscheen, kent iedere krantenlezer de theorie dat endocrine disruptors, in de vorm van hormoonresiduen of andere verbindingen, de hoeveelheid zaadcellen verminderen en de hormoonhuishouding op hun kop zetten. Dat komt niet alleen doordat Al Gore het voorwoord van Our Stolen Future schreef, maar ook omdat onderzoekers steeds meer aanwijzingen vinden dat er inderdaad iets aan de hand is. erfenis van de dioxinecrisis van de jaren negentig.’ Rolaf van Leeuwen, die zich voor de World Health Organization vaak in dioxines heeft verdiept, vraagt zich af of dat klopt. ‘Het grote probleem met dit soort epidemiologisch onderzoek is dat je alleen ziet waar je naar kijkt’, zegt hij. ‘Als ik het Belgische onderzoek lees vraag ik me onwillekeurig af of er ook niet andere factoren in het spel zijn. In eierdooiers zit van nature ook vrij veel van het vrouwelijke geslachtshormoon estradiol. Dat zou ook een rol kunnen spelen. En dat heeft niets met dioxines te maken.’ De lijst potentiële endocrine disruptors die in theorie de aanmaak van zaadcellen kunnen beïnvloeden is enorm, zegt de Wageningse emeritus hoogleraar en organisch chemicus prof. Aede de Groot. ‘Het lichaam reguleert de aanmaak van zaadcellen onder meer via het mannelijke geslachtshormoon testosteron en het vrouwelijke geslachtshormoon estradiol. Van veel chemicaliën is aangetoond dat ze die hormonen kunnen nabootsen. Van tientallen insecticiden, herbiciden, verbindingen die vrijkomen bij de productie van papier, weekmakers, afbraakproducten van DDT en zelfs sommige pcb’s weten we bijvoorbeeld dat ze zich net als testosteron kunnen vastmaken aan de androgeenreceptor.’ Voor de aanmaak van spermacellen is het binden van testosteron aan zijn receptor een voorwaarde. In dierstudies waarbij onderzoekers forse concentraties van die contaminanten gebruiken, verdringen veel manmade verbindingen met een androgene werking het natuurlijke testosteron. Ze maken zich vast aan de androgeenreceptor, maar dat leidt niet of in mindere mate tot de processen die plaatsvinden nadat testosteron zich aan de receptor heeft vastgemaakt. De bewuste verbindingen ontpoppen zich dus vooral als anti-androgenen. Een ander mechanisme kan zijn dat verbindingen in het lichaam de werking van estradiol imiteren. Net als antiandrogenen remt estradiol de aanmaak van zaadcellen. ‘We zijn allemaal blootgesteld aan kleine hoeveelheden endocrine disruptors’, zegt toxicoloog dr. Tinka Murk. ‘Als je die hoeveelheden geeft aan een gezonde volwassen man, gebeurt er niets. Zijn lever maakt ze onschadelijk en hij scheidt ze uit via de gal. Maar bij ongeboren kinderen werken die ontgiftingsmechanismen nog niet.’ Samen met een promovendus bestudeerde Murk het DIOXINE EN PCB’S gedrag van endocrine disruptors in zwangere muizen. Eén van die aanwijzingen is het onderzoek van Gentse De studie is nog niet gepubliceerd, maar er blijkt uit dat endocrinologen, dat verleden jaar verscheen in Envisommige synthetische verbindingen met een hormonaronmental Health Perspectives. Naarmate Vlaamse le werking via de moeder naar de foetus kunnen komen. mannen meer eieren aten, ontdekten de Gentenaren, Bisphenol-A, een stof met een oestrogene en anti-anbevatte hun bloed meer dioxines en pcb’s. Voor hun on- drogene werking die veel in plastics zit, kan het uitstederzoek gebruikten de Gentenaren overigens een door kend. Plantaardige pseudo-hormonen kunnen het niet. Wageningse toxicologen ontwikkelde cellijn die dioxine- ‘In de foetus ontwikkelen weefsels zich nog en moeten achtige stoffen detecteert. Naarmate de Vlamingen allerlei hormoonbalansen nog worden ingeregeld’, vermeer dioxines en pcb’s in hun bloed hadden, was hun klaart Murk. ‘Kleine hoeveelheden hormonale stoffen testosteronspiegel lager. kunnen dan een groot effect hebben. Ik vind het idee ‘De Belgische bevolking is de voorbije jaren vaker bloot- dat slecht afbreekbare residuen van synthetische horgesteld aan dioxines en pcb’s dan andere Europeanen’, monen in vlees via zwangere vrouwen invloed hebben schrijven de Belgen. ‘Wat we hier zien is misschien de op de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen, hele- maal niet zo onwaarschijnlijk.’ Ook de toename van het aantal gevallen van hormoongerelateerde soorten kanker zoals borstkanker en testeskanker hangt samen met endocrine disruptors, vreest Murk. COSMETICA Binnen de leerstoelgroep Fysiologie van mens en dier volgt dr. Katja Teerds de discussie over endocrine disruptors met interesse, maar niet kritiekloos. ‘Volgens de cijfers daalt het aantal zaadcellen van mannen nu al langer dan een eeuw’, zegt ze. ‘Of zich dat ook vertaalt in onvruchtbaarheid is niet bewezen. Mannen maken miljoenen zaadcellen aan. Een vermindering van enkele tientallen procenten maakt nog niet onvruchtbaar. Het is bovendien duidelijk geworden dat je die metingen niet met elkaar kunt vergelijken. Al die metingen zijn op een andere manier tot stand gekomen. Het maakt bijvoorbeeld uit hoe lang je de monsters in een laboratorium bewaart voordat je de cellen gaat tellen. Dat door de jaren heen de hoeveelheid zaadcellen in mannen vermindert zegt voor hetzelfde geld dus meer over een veranderde manier waarop onderzoekers in een laboratorium werken dan over de werkelijkheid.’ Een ander punt is de aard van de endocrine disruptors, aldus Teerds. ‘De vingers wijzen naar kunstmatige verbindingen. Maar we krijgen ook natuurlijke hormonale verbindingen binnen. De consumptie van groene thee is bijvoorbeeld aan het toenemen, net als die van soja. Zowel groene thee als soja bevatten hormonale verbindingen. Als mannen inderdaad minder zaadcellen aanmaken dan vroeger, dan zou dat dus ook door veranderde voedingsgewoonten kunnen komen.’ Niet onmogelijk, zegt dr. Toine Bovee, die op onderzoeksinstituut RIKILT onderzoek doet naar de hormonale werking van plantenstoffen. ‘In de New England Journal of Medicine stond nog niet zo lang geleden een artikel over drie jongens tot tien jaar die borsten zouden hebben gekregen omdat ze shampoo gebruikten met olie van de theeboom en lavendel’, zegt Bovee. We krijgen via onze voeding, en misschien ook via cosmetica, natuurlijke stoffen binnen die ons hormoonsysteem beïnvloeden, zegt Bovee. ‘In mijn promotieonderzoek heb ik een verbinding met een krachtige oestrogene werking in het plantje hop onderzocht. Vroeger gebruikten vrouwen hop soms als anticonceptiemiddel.’ Maar daarbij moet Bovee meteen aantekenen dat hop een uitzondering is, en dat ook over de werking van lavendel en theeboomolie nog niet veel bekend is. Praktisch alle plantenstoffen met een oestrogene werking werken maar zwak, en ontpoppen zich in sommige weefsels misschien zelfs als een anti-oestrogeen, een verbinding die de werking van estradiol afremt. ‘Van die stoffen kun je dus met evenveel recht beweren dat ze de vruchtbaarheid juist bevorderen’, zegt Bovee. ‘De potentie van deze stoffen in een reageerbuis of in proefdieren staat niet ter discussie, maar ik durf niets te zeggen over hun effecten op mensen. En dan kun je als wetenschapper beter je mond houden.’ < Resource 0727 12-15 11-04-2007 14:57 Pagina 12 REPORTAGE 12 1 IN BEELD versneld door infraroodlinten onder de bollen. Gewasonderzoeker narcis en hyacint ing. Peter Verburg (foto rechtsmidden): ‘De bollen kunnen pas groeien als de hyacint gebloeid heeft. We hopen zo eerder bollen te kunnen rooien die in de herfst gebruikt kunnen worden voor de teelt van snijbloemen of potplantjes. Die zijn nu U d foto’s GUY ACKERMANS, tekst GERT VAN MAANEN Als er ergens sprake is van een uitbundig voorjaarsgevoel dan is het bij PPO Bollen en Bomen in Lisse. In het kassencomplex staan het hele jaar door bolgewassen in bloei, maar nu zijn ook de proefvelden bedekt met een kleurige lappendeken. Bijzonder zijn de hyacinten waarvan de ontwikkeling in het veld is O nog vaak afkomstig van Franse teelt.’ In een proef met narcissen is het gewas afgedekt met insectengaas om ziekteverspreiding te voorkomen. Op de achtergrond staat een gemeentelijk monument, de voormalige Rijks Middelbare Tuinbouwschool. Ee br M W E C Lin pi no ge ee an in ge to ‘D he Ev te na cië en ce hij ‘H Da Resource 0727 12-15 11-04-2007 14:57 Pagina 13 12 APRIL 2007 13 RESOURCE #27 OUDE KOEIEN UIT DE ARCHIEVEN VAN WAGENINGEN UR door KOEN MOONS t m DE AFTAKELING VAN HET KOLONIALE LANDBOUWMUSEUM ks Om de Wageningse Koloniale Landbouwschool naar Deventer te lokken, richtte de stad in 1910 het Koloniale Landbouwmuseum op. Het museum werd populair bij studenten en het grote publiek, maar kwijnde door financiële problemen langzaam weg. Een Indische vogelverschrikker (petakut) uit 1912. / bron: Catalogus Collectie Deventer, Volkenkundig Museum Gerardus van der Leeuw, Groningen Begin twintigste eeuw kon de Rijkslandbouwschool in Wageningen niet in de behoefte voorzien van studenten die op een carrière bij een landbouwbedrijf in Nederlands-Indië hoopten. Daarom werd de school gesplitst in een school gericht op Nederlandse landbouw, en een school voor koloniale landbouw. Als vestigingsplaatsen voor de koloniale tak waren Haarlem en Deventer in de race. De gemeente Deventer zag de school graag komen en stelde grond en geld ter beschikking. Haarlem had echter een belangrijk pluspunt: een koloniaal museum. Om de school toch naar Deventer te lokken, stelde de afdeling Deventer van de Maatschappij van Nijverheid voor om een materiaal over de koloniale landbouw te verzamelen. Dat kon dan worden tentoongesteld, en beschikbaar worden gesteld aan de school. Mede dankzij dit initiatief viel de keus van de politiek op Deventer. Op 16 september 1912 opende daar de Middelbare Koloniale Landbouwschool zijn deuren en in 1915 volgde het museum. Studenten van de landbouwschool waren vaste bezoekers. Ook gebruikten docenten regelmatig voorwerpen uit het museum om hun lessen mee te illustreren. Het museum ging bovendien aanvullende cursussen verzorgen, waaronder de suikercursus en de rubbercursus. Tijdens de economische crisis in de jaren dertig, die in Nederlands-Indië grote gevolgen had, kwam het succesvolle museum echter in financiële problemen. Geldschieters vielen af, het ministerie van Koloniën zette de subsidie stop en de stichting die de cursussen gaf kon de huur niet meer betalen. Achterstallig onderhoud was het gevolg. De oorlog die volgde deed het gebouw en de collectie ook geen goed. De schade viel aanvankelijk nog mee, maar in de weken na de bevrijding brachten enkele dronken Canadese soldaten een bezoekje aan het museum en wierpen en pasant wat tafels met bijzondere voorwerpen omver. In de jaren vijftig en zestig groeide het bezoekersaantal, maar financieel en organisatorisch ging het allemaal nog slechter. Het museum – door het verlies van de koloniën maar omgedoopt tot Tropisch Landbouwmuseum – raakte zo erg in verval dat elektriciteit en verwarming het op een gegeven moment begaven. Als de conciërge, naast de directeur de enige medewerker, ziek was, moest het museum dicht. In 1963 betekende dit dat de deuren een half jaar gesloten bleven. Het museum kwijnde zo langzaam weg. In 1965 stopten alle overheidssubsidies. De gemeente Deventer schoot nog te hulp om de slarissen te betalen. In 1967 nam de directeur echter ontslag en ging de conciërge, tachtig jaar inmiddels, eindelijk met pensioen. Dit betekent het definitieve einde van het Koloniale Landbouwmuseum. De gemeente Deventer schonk de collectie in 1972 aan het Volkenkundig Museum ‘Gerardus van der Leeuw’ in Groningen. Na opheffing van dit museum in 2003 vond de collectie onderdak bij de Rijksuniversiteit Groningen. Studenten Tropische landbouw zitten tegenwoordig weer in Wageningen op de hogeschool. / Koen Moons WERKPLEK EVERT VAN DE POL CONCIËRGE IN EEN NIEUW GEBOUW Links of rechts? Oh nee, nog een verdieping hoger. Evert van de Pol moet soms nog even nadenken als hij door de gangen van het Forumgebouw loopt. Hij is een van de vijf conciërges die straks verantwoordelijk zijn voor het reilen en zeilen in het nieuwe onderwijsgebouw van Wageningen UR. ‘Eerder had ieder zijn eigen toko. Nu zitten we bij elkaar’, vertelt hij. ‘Dat is een uitdaging, maar we zijn al een hechte club geworden.’ Evert werkt sinds 1979 voor de universiteit. Hij groeide door van postmedewerker naar chef postzaken. Later werd hij conciërge. Of er nu een student onderuit gaat en bloedend bij hem aanklopt, of een docent de beamer niet aan de praat krijgt, hij helpt ze allemaal met evenveel plezier. ‘Het is zo breed en elke dag is anders. Daarom is het de leukste functie die er is.’ En spannend kan het ook zijn. ‘In 2001 werkte ik op het Transitorium. Daar werden ontzettend veel beamers gejat. Met een ingebouwd cameraatje heb ik twaalf dieven in de kraag gegrepen’, vertelt hij trots. De metalen behuizing voor de apparaten die Evert ontwikkelde, maakte het de dieven nog lastiger. Een echte favoriete plek in het grote Forumgebouw heeft Evert niet, maar hij laat enthousiast de koepel in de bibliotheek en het verre uitzicht vanaf de achtste verdieping zien. ‘Ook ik vind het afstoten van de kleinere gebouwen zonde, maar we hebben nu wel eindelijk iets waar we mee voor de dag kunnen komen. Wageningen is al eens een voetbalclub kwijtgeraakt; een gebouw als het Forum is nodig om te voorkomen dat de stad ook de universiteit verliest.’ / Laurien Holtjer foto Guy Ackermans Resource 0727 12-15 11-04-2007 14:57 Pagina 14 OPINIE 14 1 M.I. Milieutechnoloog prof. Gatze Lettinga deed in 1976 zijn uiterste best om te voorkomen dat zijn technologie voor anaerobe waterzuivering werd gepatenteerd (zie pagina 8/9). Hij wilde dat de kennis voor iedereen beschikbaar zou blijven, en publiceerde daarom snel in een obscuur tijdschrift. Anno 2007 erkent hij dat deze aanpak ook nadelen heeft gehad. Remmen patenten en octrooien de doorstroming van kennis nou, of juist niet? REMMEN PATENTEN DE VOORUITGANG? Prof. Richard Visser, hoogleraar Plantenveredeling, houder van verschillende patenten ‘Patenten zijn ooit in het leven geroepen om de doorstroming van kennis te bevorderen. Om ervoor te zorgen dat ideeën uit hoofden kwamen en op papier. Je hoort nu vaak de klacht dat patenten nieuwe vindingen juist afremmen, ik denk dat de waarheid daar ergens tussenin ligt. Ik zorg er altijd voor dat we bij het aanvragen van patenten samenwerken met bedrijven. De kosten voor het aanvragen en instandhouden van een patent zijn hoog. En als het wordt aangevochten ben je helemaal duur uit. Bedrijven kunnen die kosten wel dragen, wij niet. Voor mij biedt een patent een extra mogelijkheid om geld binnen te halen voor on- derzoek. Een tijd geleden hebben wij een aandeel in een patent verkocht aan een multinational. Van de opbrengst konden we een aio-project betalen. Het aanvragen van een patent staat idealisme zoals dat van Lettinga ook niet in de weg. Wij hebben een patent op het genetisch transformeren van cassave. Daarbij hebben wij met de eigenaar afgesproken dat er geen kosten in rekening worden gebracht als iemand die techniek wil gebruiken ten bate van voedselzekerheid in ontwikkelingslanden. Een groot bedrijf dat er industrieel mee aan de slag wil, moet wel betalen.’ ‘De Wageningse omzet door patenten bedraagt enkele miljoenen per jaar’ Ir. Paul van Helvert, beheert voor Wageningen Business Generator de patenten van de kenniseenheden Voeding en Dier ‘Patenteren hoeft brede toepassing zeker niet in de weg te staan. Maar er zijn meer mensen aan de universiteit die weinig van patenten willen weten. Voor sommigen zal dat te maken hebben met idealisme, voor een groot deel van de onderzoekers is patenteren een ver-van-mijn-bedshow. Je ziet dat een paar mensen erg actief zijn, anderen doen er niet zo veel mee. De afgelopen tijd is de houding van geldschieters veranderd. De Europese Unie en Nederlandse geldschieters eisen tegenwoordig dat je vindingen octrooieert. Ze hopen op die manier een deel van de in- vestering terug te verdienen. Voor bedrijven is het belangrijk dat je meedoet met het spel. Als je bij een bedrijf komt met een financieringsvoorstel en je moet melden dat je geen patent hebt, maar wel een mooie publicatie, maak je toch minder kans. Er is geen volledig overzicht van de omzet die Wageningen UR boekt door patenten, maar je moet denken aan enkele miljoenen per jaar. Dat is dus best wat, en ik ben er van overtuigd dat we hier en daar nog kansen missen. Wageningen UR heeft relatief weinig octrooien, als je het vergelijkt met andere instellingen.’ PO Re va ge of Po ‘O a door KORNÉ VERSLUIS ‘Een patent staat idealisme niet in de weg’ P ‘Een patent geeft je zeggenschap over wie er aan de slag gaat met je idee’ Dr. Henny Mastwijk, houder van een patent over het conserveren van voedsel met behulp van elektrische velden ‘Voor mij is het verschil tussen patenteren en publiceren niet zo groot. Uiteindelijk komt de kennis beschikbaar. Maar het is niet gek dat je, als je veel geld hebt geïnvesteerd in onderzoek, probeert te voorkomen dat de buurman er zomaar mee aan de slag kan. Wij hopen natuurlijk dat we wat gaan verdienen aan dit patent, maar dat hoeft niet per se in de vorm van fees voor het gebruik van de techniek te zijn. Door patent aan te vragen laat je de wereld zien dat je actief bent op een bepaald terrein, en dat je van plan bent dat nog even te blijven. Zo hoop je ook partners te interesseren. Bovendien geeft een patent je ook enige zeggenschap over wie er aan de slag gaat met je ideeën. In ons geval gaat het om voedselveiligheid. Het is belangrijk dat de techniek goed wordt toegepast. Je wilt niet geassocieerd worden met een voedselschandaal. Al moet je de reikwijdte van een patent niet overschatten. Wij hebben niet het geld om wereldwijd te controleren of het patent niet geschonden wordt. Als iemand in China er mee aan de haal gaat, is er geen haan die daar naar kraait. Ik weet niet of dit patent veel gaat doen. Ik zie wel veel potentie in de techniek, maar pasteuriseren doen we al een eeuw of twee met hitte. Dat verander je niet zomaar. Langzaam maar zeker zal het wel gebeuren. In Amerika gebeurt het al met elektrische velden. Ik verwacht dat Europa de komende jaren zal volgen, en dan zijn wij er in ieder geval bij.’ ‘Het bedrijfsleven neust vaker in patenten dan in Nature’ Prof. Rob Hamer, heeft onder andere een patent op een nieuwe manier om de korst van afbakbroodjes knapperiger te maken ‘Of de korst knapperig is, heeft te maken met de mate waarin hij water bindt. Wij hebben bedacht dat we die eigenschap konden veranderen door enzymen aan te brengen aan de buitenkant van het brood. Bakkers zijn gewend om hulpstoffen al voor het kneden toe te voegen, maar dan werken ze door het hele brood heen. Hier had nog nooit iemand aan gedacht. Nu kun je de korst knapperiger maken, zonder de eigenschappen van de rest van het brood te veranderen. Er is veel belangstelling voor ons patent. Ik ben niet negatief over patenten. Wij pa- tenteren eerst, dan publiceren we. Een patent is ook geen rem voor onderzoekers. De kennis die beschreven is in een patent, kun je als onderzoeker zonder problemen gebruiken. Nieuwe inzichten publiceer je, nieuwe toepassingen patenteer je. Dat hoeft elkaar niet te bijten. Het voordeel van een patent voor een onderzoeker is dat je wat te geven hebt in een onderhandeling met een bedrijf dat onderzoek wil financieren. Bovendien laat het zien dat je ook zakelijk denkt. Bij TNO heb ik gezien dat het aanhouden van een patentenportefeuille het aanzien van een groep ook verhoogd. Bedrijven die telkens op jouw naam stuiten als ze door de patentenbank zoeken, raken geïnteresseerd in wat je te bieden hebt. Het bedrijfsleven neust vaker in patenten dan in Nature.’ C G In in da on ge ge br de ga da re Te be do te de ge Te on se tie de ke we st le Te bie sla sc de pla ee ve lei aa st m je as se Bo ee op va ge ni re zij De el kla St als m va Do pr en ge Ny Ch W Resource 0727 12-15 11-04-2007 14:57 Pagina 15 12 APRIL 2007 t g POST POST is de brievenrubriek van Resource, bestemd voor reacties van lezers. Brieven kunnen worden gericht aan [email protected] of aan Resource, rubriek Post, Postbus 357, 6700 AJ Wageningen. ‘Overgang op VHL allesbehalve soepel’ COMPETENTIEGERICHT LEREN at e an n en s at, w o- t - ro- er n- at O n n ns rd n In het artikel ‘Kropff en zijn onderwijshuis’ in Resource 25 stelt rector Martin Kropff dat de overgang naar competentiegericht onderwijs op Van Hall Larenstein goed is gegaan. Uit de discussieavond die de Wageningse Studenten Organisatie op 27 februari organiseerde voor studenten van de hogeschool bleek echter dat de overgang allesbehalve soepel is verlopen en dat de implementatie van ‘het nieuwe leren’ nog lang niet optimaal is. Ten eerste worden studenten te weinig begeleid. De docenten die dit moeten doen (coaches) zitten volgens de studenten nog in een testfase. De projecten en de te leren competenties veranderen regelmatig binnen een periode. Ten tweede wordt er niet veel cursorisch onderwijs gegeven. De weinige theorielessen die er zijn hebben vaak geen relevantie voor het project van dat moment. Studenten krijgen het gevoel dat zij weinig kennis opdoen. Daarnaast wordt er nauwelijks gewerkt met studieboeken zodat studenten daar niet op terug kunnen vallen. Ten derde is er een probleem op het gebied van feedback en beoordeling. De verslagen die studenten gedurende het jaar schrijven worden niet beoordeeld. Er vinden slechts tweejaarlijks assessments plaats. Daarvoor krijgen de studenten wel een cijfer. Echter, de beoordelaar van het verslag is niet de docent die voor de begeleiding heeft gezorgd, zodat studenten onaangenaam verrast kunnen worden. De studenten vinden bovendien twee assessments per jaar niet voldoende. Wanneer je een van de toetsen uit de periode van assessment niet haalt, moet je álle toetsen opnieuw doen. Bovengenoemde problemen zijn slechts een greep uit alle problemen die spelen op Van Hall Larenstein. De studenten ervaren ook nadelen van de fusie met Wageningen UR en de verhuizing naar Wageningen. De beloofde voordelen zoals betere faciliteiten en betere onderwijskwaliteit zijn nog niet waargemaakt. De studenten voelen zich machteloos. In elke bestuurslaag ervaren ze dat hun klachten niet serieus behandeld worden. Structurele problemen worden afgedaan als ‘incidenten’. Als studentenvakbond maken we ons sterk voor de studenten van Van Hall Larenstein in Wageningen. Door middel van deze brief willen we de problemen onder uw aandacht brengen en vragen we u om structurele oplossingen op korte termijn. Nynke van der Laan en Charlotte van Erp Taalman Kip, Wageningse Studenten Organisatie 15 RESOURCE #27 V.D.REDACTIE IDEALISME Emeritus hoogleraar Gatze Lettinga mist idealisme in Wageningen. ‘Ik zie geen vuur om echt te willen bijdragen aan een betere wereld.’ Lettinga is uitvinder van een anaerobe waterzuiveringsinstallatie. Hij deed er alles aan om een patent op zijn vondst te vermijden, en maakt zich nog dagelijks boos over de ‘rioolmaffia’ die onnodig geld en schoon water verkwist met riolen en grote waterzuivernigsinstallaties. Lettinga richt zijn pijlen ook op het bedrijfsleven. ‘Noem me een supersocialist, maar ik geloof echt niet dat grote bedrijven uit zijn op het voordeel van burgers. Die kiezen voor een grotere winst, nog hogere topsalarissen en verhullen dat met mooie praatjes.’ Zo’n harde uitval richting het bedrijfsleven hoor je niet vaak in Wageningen. Integendeel. De raad van bestuur weet de laatste jaren met succes de banden met de commercie aan te halen. Ook de overheid wil juist de samenwerking tussen universiteiten en bedrijfsleven bevorderen. Bij veel subsidieprogramma’s is samenwerking met bedrijven verplicht. Investeren in kennis, is investeren in de Nederlandse economie. Lettinga heeft echter geen gelijk als hij zegt dat er geen idealisten meer zijn in Wageningen. Als er ergens nog wereldverbeteraars rondlopen, is het hier. Ook de wetenschappers van nu worden gedreven door de wens om maatschappelijk nuttige vondsten te doen. Maar Wageningen UR is de laatste jaren wel erg sterk op de commercie gericht. De ene bijzonder hoogleraar na de andere uit het bedrijfsleven wordt benoemd. Het bijzonder hoogleraarschap lijkt een nieuw PR-instrument om mensen met netwerken in het bedrijfsleven binnen de deuren te halen. Wageningen dreigt daardoor eenzijdig te worden. Nu is daar een eenvoudige remedie tegen. Waarom ook niet eens een paar spraakmakende deskundigen op het gebied van dierenwelzijn, gezondheid of natuur uit een andere hoek binnengehaald? Misschien zijn Wouter van Dieren, Jonnie Boer of Midas Dekkers wel te porren. / Korné Versluis HR Henk van Ruitenbeek DE HOOG DE OUDERE DRONKENLAP Onze epidemiologen zijn heel matige mensen. Zij wijzen ons keer op keer op de gevaren van onmatigheid en overvloed. En noemen de zegeningen van een voedzaam en een gezond leven. Het is goed dat ze iets met koffie hebben, want koffie is de smeerolie van het universitaire bestel. Daarom is het geweldig dat ze hebben bewezen dat de vieze koffie uit de automaat ook nog eens slecht is voor onze gezondheid. Koffie moet vers zijn, dat is lekker en niet schadelijk. Epidemiologen hebben ook iets met wijn. Dat is begrijpelijk want na de koffie op het werk, gaat een goed glas wijn er thuis wel in. Uit Wageningen kwam zelfs het verheugende bericht dat een paar glazen wijn gezond zijn voor lijf en leden. Dat was voor de matige drinker en voor de wijnhandel een goed bericht. Onze wijnranken zijn niet voor niets geplant. Daarbij is het niet gebleven. Want in de wonderlijke wereld van drank en gezondheid is veel te koop. Daarom zijn onze onderzoekers bij oudere Wageningse dames en heren gaan kijken hoe het zat met het roken, bewegen en hoesten en proesten. Niets aan de hand met de tevreden roker die niet aan wandelen met twee stokken doet, maar wel met de oude wijndrinker. Eén glas wijn en gelijk kuchen. Maar er is hoop, want wellicht houdt bij zes glazen wijn het gekuch helemaal op. Daarom op naar het volgende opzienbarende epidemiologisch onderzoek bij oudere dronkenlappen en hun virale infecties. / Kees de Hoog Resource 0727 20-24 11-04-2007 15:37 Pagina 20 INTERNATIONAL 20 1 ‘Fencing is not just people prancing around in white suits’ A GAME OF WITS THAT GETS YOU SWEATING TOO The markings on the floor of the small hall in De Bongerd sports centre mean little to most people, and most will not notice the wires hanging from the ceiling. One group of sports people uses them each week, however – the fencers. The student fencing club De Schermutselaers will celebrate their fortieth anniversary this autumn. On 29 April, the club will host the Dutch championships together with the local fencing club in De Bongerd in Wageningen. The finals will be held on a specially constructed platform in the Junushoff theatre. Everyone is welcome to come and watch, but what can you expect to see? It’s not just people prancing around in white suits, explains Arne Jansma. ‘The suit is thick and hot, and you are constantly trying to anticipate what your opponent is going to do, so you work up a real sweat.’ Jansma, doing a masters in Animal Sciences, tried the sport out once and has been doing it ever since. ‘It’s fairly easy to pick up the basics. I like it because it’s pretty energetic but you need to use your brains as well.’ That is perhaps the most difficult aspect of the sport. The movements become automatic after a bit of practice, but fencers have to try and get under their opponent’s skin and then catch them off balance. The training for this involves lots of talking. After warming up, the foils and masks are fetched from the cupboard, but the students continue to stand quietly as they try to think up a compound attack. ‘You think that I’m attacking, but I’m not really, and then I think that you… and then I attack, the first time wrongly on purpose, and only then do I really attack.’ That’s the idea at least. The club practises in English because international students participate. Pornsin Keanthao, a VHL student from Thailand, is one. After an hour of practice his pace is no longer so fast. ‘I’m tired,’ he sighs. Pornsin took up fencing to get some exercise – ‘I was a bit overweight’ – and wanted to learn something new. ‘It would be difficult for me to do this in Thailand, as the equipment is far too expensive to buy yourself.’ Fencers use three weapons: foil and epee – both weapons for thrusting – and the sabre – a cutting weapon. The foil is flexible and using it involves agility more than strength. The epee is heavier and less flexible, and you make completely different movements with a sabre. ‘It’s a kind of hacking movement,’ says Marieke Schor, ‘With more thrusting in a forward direction.’ All is revealed in her bout with Ernest van Ophuizen. It’s real fighting: swinging out at each other and parrying. The hits are recorded through a wire attached to the sabre that runs through the sleeve of the thick sabre jacket to the player’s back and then to the ceiling. After the bout, which only lasts a couple of minutes, two red, sweating faces emerge from under the masks. After three hours of good-humoured hard labour it’s time for the real relaxation. The canteen always keeps the deep fryer hot for De Schermutselaers: for the bitterballen. / YdH See the fencers in action on page 22. More info: www2.wau.nl/wssv/main.php WHAT’S ON ‘Th da th co em gr of bu re bu wh th ba Fa wa so jok th th wo Friday 13 April 20.00 / KSV International Latin American evening: Mexican, Colombian, Costa Rican and Nicaraguan food, followed by open podium and salsa lessons. 20.30 / Skanin’ time, including live ska band The Palookas. 20.30 / Flandres, see www.movie-w.nl. 22.00 / Stedia Café, Bass sessions. T y t E w W t s T Saturday 14 April 15.15 / Salsa at Café Loburg. 23.00 / Big Dirty Hippy Party at Unitas. Thursday 19 April 09.00 / WSO/OWI Education Day 2007, Chemistry Building (316), Dreijenplein 4. See www.eday.wur.nl. 20.00 / The Struggle for Water, showing of films on local power struggles for water in Bolivia and Ecuador, followed by discussion. Otherwise evening in LA13. 20.30 / Little Miss Sunshine, see www.movie-w.nl. 22.00 / Baywatch VS the A-team party at Nji Sri, Nieuwstraat. 23.00 / F*ck the Exams, Let’s Dance! at Unitas. Th al St bu cla ap da Ac de ha ins ro on ra do ge Thursday 12 April 20.00 / Studium Generale debate: Towards a productive vision of Europe in a globalising world. See www.wau.nl/sg. 22.00 / Open party ‘Starstyle’ in honour of Stichting Flat Overleg’s newly launched website at KSV. Dress code: Rich & Famous. 23.00 / Ipso Facto study association benefit party at Unitas. Money raised will go to Theatre for a Change project in Ghana. Sunday 15 April 14.00 / Local live talent on stage at Unitas. A ‘ Participants in the ‘Colombia Game’ quiz on Tuesday 10 April in LA13. / photo GA QUIZ BROADENS VIEW ON COLOMBIA ‘There is more to Colombia than the war and drugs that the country is most known for,’ tells Angela Lewis from Studium Generale. A few Colombian students in Wageningen were getting sick of this limited view, so they held a special evening with a quiz to enlighten those who wanted to learn more, on 10 April in LA13. More than thirty students and other interested people turned up at the Studium Generale building in Wageningen to find out more about the South American country. ‘My boyfriend is a Colombian, but I know nothing about his home country,’ said Dutch biology student Kim Buisman. She regarded the evening as a good opportunity to learn more about his background. Studium Generale had invited Colombia experts Antoine Cleef, professor of Tropical Vegetation Ecology and Mapping, and Anita Brus, who studied modern Colombian literature, to help compile the ‘Colossal Colombia Quiz’. The multiple-choice test consisted of questions about famous and less well-known authors and the rich biodiversity of the Latin American country. ‘It’s good to talk with other people about my country,’ commented one of the organisers, Enrique Diaz Gonzalez, about the choice of subjects. ‘Foreigners know so little about Colombia. Tonight we wanted to introduce them to less known subjects like anthropology, literature and biodiversity.’ The questions were challenging: even the Colombian students didn’t know all the answers. ‘It doesn’t matter,’ was Angela Lewis’ reaction. ‘At least they got to hear about a different side of their country, and it was more fun than just a presentation.’ / LH I s f o U U E e v a A s A f Resource 0727 20-24 11-04-2007 15:37 Pagina 21 12 APRIL 2007 21 RESOURCE #27 SNAPPED WHO? Dianika Lestami from Indonesia, PhD researcher, going into a supermarket. VERY DUTCH LUNCH ‘I like it a lot. In the morning and in the evening I still eat rice.’ WHY? ‘I’m going to buy myself some lunch. I made some cheese and jam sandwiches this morning but forgot to put them in my bag. Maybe I was a bit sleepy after the long Easter weekend.’ YOU SPEAK DUTCH TOO ‘Yes. I had lessons in Indonesia for four months, as I wanted to study in the Netherlands. Learning the language gives you more opportunities when in another country.’ / YdH e ATLAS IS ‘DARK BASKET’ e er The exterior of the Atlas building is already famous, but according to the Stichting Living Daylights (SLD), the new building for environmental scientists is a classic example how designing for appearances is done at the expense of daylight penetration. e d he t p ‘The proven positive effect of natural daylight is apparently less important for the university of Wageningen when it comes to the functioning of its own employees than when it is about the growth of crops.’ Atto Harsta, the founder of SLD and promoter of daylight in buildings, expressed this opinion in a review after a recent visit to the Atlas building. The building with the striking white concrete bearing construction on the outside is referred to as a ‘dark basket’. According to the reviews, the exciting design of the building on the new campus has been achieved at the expense of the inside environment. Despite the big glass roof, the central atrium is dark, and only on the highest floors is there an ‘invigorating’ amount of daylight. The lower down you go in the building, the darker it gets. Facilities manager Wouter Hiskemuller was surprised at the complaint. ‘We were so hospitable to the SLD people,’ he joked. ‘I haven’t had any complaints from the occupants about too little light, quite the opposite: the sunshades aren’t working properly yet.’ / GvM (INGEZONDEN MEDEDELING) The joint opening of the academic year for both the University and the University of Professional Education Van Hall Larenstein, as well as the official opening of Wageningen Campus, including the new Forum building, is scheduled to take place on Tuesday September 4 2007. ut In order to allow both staff and students to take part in the festivities surrounding the opening, both Wageningen University and Van Hall Larenstein University of Professional Education will cancel all educational activities at the various locations, including Velp and Leeuwarden on this date. d An official invitation will be sent to staff and students in due course. ts Additional information can be found at www.deborn.wur.nl. n OPERA / International students from Van Hall Larenstein gave the kick-off for the Participatory Opera Project ‘The Valley of the Druves’ on Thursday 5 April by performing a small excerpt. The project will culminate in a full-scale performance during the official opening of the Forum building on 4 September. Everyone at Wageningen UR can participate. Students doing the professional master’s in Training, Rural Extension and Transformation wrote a preliminary version of the story. ‘They did this for the practical part of their course,’ explains the course coordinator Loes Witteveen, ‘Which is about learning to organise participatory projects.’ Witteveen hopes that putting on the opera will create positive feelings about the move to the new building. ‘There has been a lot of discussion about the move, and now we need to make a fresh start together in a constructive way,’ she said. ‘We’d really like other people from Wageningen UR to join us for the production. Everyone who likes acting, singing or plays a music instrument is welcome. We are also looking for sponsors and someone who can lend us some horses,’ she adds intriguingly. / KM, photo GA Interested in taking part? Contact [email protected] DUTCH SOLUTIONS TO RISING SEA LEVELS What about raising ground level in the Netherlands by five metres using sand from the North Sea as a solution to the rising sea level? Not very realistic, admits Niels Roode from the Dutch water authority Rijkswaterstaat, but the thought illustrates the way his organisation is seeking novel ways to address climate change. ‘Perhaps adding a layer of sand when building new neighbourhoods in central Holland isn’t such a crazy idea after all,’ suggested Rood at the symposium Sea and Coast Management organised by Van Hall Larenstein in Leeuwarden on 28 March. ‘It’s strange really that we continue building in the lowest and most densely populated part of our country, while a large-scale evacuation plan has never been properly thought out.’ The Netherlands has never been safer, the man from Rijkswaterstaat hastened to add, but simply making the dykes higher is no longer enough to deal with the expected rise in water levels. The costs alone are enough to prompt a search for an alternative approach to ‘flooding safety’, as it is called in Rijkswaterstaat jargon. Rijkswaterstaat is now actively seeking dialogue with the government and public bodies so that responsibility for risks arising from calamities can be shared. One of the ideas is compulsory flood insurance for all Dutch citizens. It is almost certain that this will be introduced, Roode said. Compartmentalising the fourteen dyked areas in the Netherlands is politically more sensitive. The plan is that, in the event of a flood, the water would be diverted to areas where the least damage would be done. The problem is that nobody wants to live in an area that may become designated as a flood area, predicted Roode. / WB ONLY ONE VENI, THREE RUBICONS Of the 91 Veni-grants for young talented scientists awarded by the Dutch research organisation NWO, just one has gone to Wageningen UR this year. The Australian Dr Christina Flann will now be able to do three years of innovative research. Flann, working at the Biosystematics Group, will receive a Veni subsidy of a maximum of 208,000 euros to do research on the relationships within the Asteraceae plant family. Wageningen did slightly better with the Rubicon subsidies. Three recently graduated Wageningen doctorates now have the opportunity to get research experience abroad. Cell geneticist Dr Esther de Boer (Genetics) will work for two years at the Memorial Sloan-Kettering Cancer Center in the US and toxicologist Dr Vincent de Boer (Toxicology/RIKILT) will go to the Harvard Medical School; climate researcher Ryan Teuling (Hydrology and Quantitative Water Management) will spend eighteen months at the Swiss Federal Institute of Technology. / GvM Resource 0727 20-24 11-04-2007 15:37 Pagina 22 STUDENT > 22 1 Een modelspoorwegclub in Veenendaal heeft in een oude kippenschuur station Ede-Wageningen volledig nagebouwd. De veertig leden werpen zich nu iedere maandagavond op de realisatie van station Driebergen-Zeist. Wij roepen iedereen die nog iets van zijn leven wil maken op deel te nemen aan dit unieke project. De bekende popzanger Joe – Unchain my heart – Cocker doet in het Algemeen Dagblad een belangrijke ontboezeming. Als zijn stem het niet meer toelaat om te zingen zal hij zich volledig toeleggen op zijn hobby: het kweken van tomaten. De zanger met de rauwe stem heeft in de Verenigde Staten al een tomatenkwekerij. Met een beetje hulp van vrienden? K M LISANKA Bl nie Ki op he alt m on ‘o eig MIETJE Snel, bukken! Ha, mis. Een rond balletje gevuld met gele gelatine is rakelings langs me heen geschoten. Buikschuivend door het zand zoek ik dekking achter de houten muur van wat een kasteel blijkt te zijn. Opgezweept door de muziek van Rammstein en Blink 182 probeer ik mijn volgende slachtoffer te zoeken. Iemand van het andere team rent voorbij. Ik schiet. Blauwe verf druipt langs de muur. Shit. De muziek stopt. Ik loop terug naar de kantine waar de tegenpartij met ónze vlag staat te zwaaien. Ook nog eens verloren. Nieuwe verfkogels worden gekocht en ik maak me klaar voor de volgende ronde. Ons team mag als eerste naar binnen. Ik verstop me achter een paar netten in dezelfde kamer als de vlag. Dit keer zullen ze niet winnen. Na tien minuten heb ik nog steeds niemand van het vijandelijke team gezien. Waar zouden ze blijven? Ik sluip naar beneden. Via de glijbaan kom ik bij een verlaten kerkje. Althans, dat dacht ik. Au! Godver. Die kogel kwam hard aan. Behalve met gele verf ben ik nu ook nog gesierd met een mooie blauwe plek. Ik kruip terug naar de kantine, hopend dat ik niet nog een keer beschoten word. Als de tweede ronde is afgelopen stroomt de kamer vol met besmeurde gezichten. ‘Wie heeft mij beschoten?!’, is een veel gehoorde uitroep, evenals ‘jou krijg ik nog wel!’. Wie heeft ooit beweerd dat paintball goed is voor de teambuilding? Tijdens de volgende ronde blijf ik aan de bar zitten. Op de videoschermen kijk ik toe hoe mijn collega’s het er vanaf brengen. Na twintig minuten komt mijn team terug met de vlag van de vijand. Blijkbaar helpt het als ik niet meespeel. Ik wrijf nogmaals over mijn blauwe plek. Paintball is niet voor mietjes. / Lisanka van Scheijndel Vo M he Pa Ze Ad ve vo Go he lat uit Marieke en Ernest schermen een partijtje met de sabel. / foto GA DENKSPORT WAAR JE VAN GAAT ZWETEN Het vlakkenpatroon op de vloer van de kleine zaal in sportcentrum De Bongerd zal maar weinig mensen iets zeggen. En de draden aan het plafond zullen ook niemand opvallen. Eén groep sporters gebruikt ze echter wekelijks: de schermers. Veertig jaar bestaat studentenschermvereniging De Schermutselaers komend najaar. En op 29 april organiseert ze samen met de burgervereniging het Nederlands kampioenschap schermen in De Bongerd in Wageningen. Voor de finales wordt zelfs een baan op het podium in schouwburg de Junushoff gebouwd. Iedereen mag komen kijken. Maar wat zie je dan eigenlijk? In elk geval geen mooidoenerij in witte pakjes, vertelt Arne Jansma. ‘Het pak is dik en warm, en je bent constant aan het anticiperen op je tegenstander, dus het is flink zweten.’ De masterstudent Dierwetenschappen probeerde de sport gewoon eens uit en bleef. ‘Je pikt de basis redelijk snel op. Ik vind het leuk omdat je best ac- RESOURCE zoekt studentverslaggever De redactie van Resource zoekt een student die het Wageningse studentenleven op zijn/haar duimpje kent en daarover wil schrijven. Wij zoeken iemand met oog voor de serieuze én de vrolijke kant van het studeren. Je doet graag bloemrijk verslag van een feest, maar wil je ook verdiepen in de vergaderstukken van de studentenraad. Journalistieke ervaring is niet nodig, nieuwsgierigheid en gevoel voor taal wel. Het werk voor Resource kost ongeveer acht uur per week. Die tijd kun je voor een groot deel zelf indelen. Sollicitaties kun je (tot 19 april) richten aan Korné Versluis, hoofdredacteur Resource, Postbus 357, 6700 AJ Wageningen, [email protected]. Inlichtingen: Korné Versluis (0317-466680) of Lieke de Kwant (0317-466685). tief bezig bent en het ook een denkspelletje is.’ Dat laatste is misschien wel het moeilijkst van de sport. Bewegingen kunnen reflexen worden, maar schermers moeten vooral leren hun tegenstander te doorgronden en op het verkeerde been te zetten. En dat trainen ze door veel te praten. Na de warming-up komen wel de floretten en maskers uit het hok in de hal, alleen blijven de studenten rustig staan terwijl ze een derdeintentieaanval uitdenken. ‘Je denkt dat ik aanval maar dat doe ik niet en dan denk ik dat jij… en dan val ik je aan waarbij ik de eerste keer opzettelijk mis en dan pas echt toesla.’ Dat idee. De voertaal is Engels, want er doen ook internationale studenten mee. Zoals Pornsin Keanthao, een VHL-student uit Thailand. Na het eerste uur is zijn lopen meer sjokken. ‘Ik ben moe’, vertelt hij. Pornsin is gaan schermen om beweging te krijgen – ‘ik was wat zwaar’ – en wilde wel eens wat nieuws leren. ‘Deze sport kon ik moeilijk gaan doen in Thailand, want zelf een uitrusting kopen is veel te duur.’ Schermers gebruiken drie wapens: floret en degen – beide steekwapens – en sabel – een houwwapen. De floret is flexibel en het draait bij dit wapen meer om lenigheid dan kracht. De degen is zwaarder en stugger, en met de sabel maak je andere bewegingen. ‘Het is meer ruw hakken’, zegt Marieke Schor, ‘en je speelt meer naar voren.’ In het partijtje met Ernest van Ophuizen is te zien wat de studente Moleculaire wetenschappen bedoelt. Het is echt vechten: naar elkaar uithalen, pareren. Via een draad aan de sabel die door de mouw en het dikke, speciale sabelvest via de rug naar het plafond loopt, worden rake klappen geregistreerd. Als de partij na een paar minuten is afgelopen komen er twee rode, zwetende hoofden onder de maskers vandaan. Na ruim drie uur in een ontspannen sfeer beulen is het tijd voor echte gezelligheid. De kantine houdt voor De Schermutselaers altijd het vet warm. Voor de bitterballen. / YdH Zo sc ste he pla vo ke Ag leg Bo ‘D pr ge va ge da Bo W ‘W m Re Le we sin W De ee m on va re De ge m di CREATIEF MET TURF Staatsbosbeheer grijpt in de Wieden en Weerribben terug op een eeuwenoude methode: het persen van turfbroodjes uit bagger en rietafval. De broodjes kunnen bio-energie leveren of worden toegepast in de tuin. Op de laatste mogelijkheid mogen studenten van Van Hall Larenstein hun creativiteit loslaten. Eeuwenlang persten rietsnijders hun afval tot turfbroodjes, die na droging opgestookt werden in de potkachel. In de Wieden en Weerribben, het Nationaal Park in wording waar het rietsnijden onderdeel is van het beheer, blijft het rietafval nu grotendeels liggen. Om ervan af te komen en de kosten van het beheer gedeeltelijk te dekken, stoft Staatsbosbeheer nu de turfpers weer af. Bedrijven en instellingen gaan op kosten van de provincie Overijssel de mogelijkheden onderzoeken. Hogeschool Van Hall Larenstein mag op zoek naar een mooie toepassing in de tuin. ‘De studenten mogen iets verzinnen’, zegt docent Johan Vlug. ‘Die zijn het meest vindingrijk.’ Vlug denkt zelf aan decoratie, maar er zijn volgens hem ook nieuwere toepassingen mogelijk. ‘Je kunt er bepaalde zaden aan toevoegen zodat er leuke vegetatie uitkomt. Ook gaan we kijken naar combinaties met hout of metaal.’ / KM De in e t el gn e an e- r st n n e er . Resource 0727 20-24 11-04-2007 15:37 Pagina 23 12 APRIL 2007 23 Ondanks een Europees verbod lijken genetisch gemanipuleerde gloeivisjes – GloFish ® – door de mazen van het net te glippen. In een dierenwinkel in het Duitse Kiel zijn zebravisjes opgedoken die dankzij een gen uit een zeeanemoon in vijf kleuren oplichten. De genvisjes kunnen worden gebruikt als verklikker bij watervervuiling, maar zijn in Amerika en Azië ook toegestaan als huisdier. Amerikanen hebben zelfs visjes gemaakt die je aan en uit kan zetten. Voor iedereen die het interview met Marianne Thieme in weekblad Vrouw heeft gemist: de lijsttrekster van de Partij voor de Dieren is overtuigd Zevendedags Adventist en claimt dat Adam en Eva vegetariërs waren. De vele dierenoffers in de bijbel waren volgens Thieme tevergeefs omdat God daarvan walgt. Thieme heeft uit het Europese verkiezingsprogramma laten schrappen dat haar partij uitgaat van de evolutietheorie. KANSRIJKE BOEREN MOETEN ONTPUMMELEN Blijf niet op het erf hangen, maar wees nieuwsgierig naar hoe anderen het doen. Kijk rond in het buitenland en ga vooral op kamers wonen. Zoek wijze mensen in het onderwijs. Leef je uit, werken kan altijd nog, en zorg dat je dat ene leuke meisje vindt. Landbouwstudenten met ondernemersambities moeten ‘ontpummelen’ willen zij slagen met een eigen bedrijf. Zo luidde op 30 maart de centrale boodschap op het forum van Van Hall Larenstein Leeuwarden over de toekomst van het agrarische ondernemersschap. Het platteland biedt meer kansen dan ooit tevoren, maar dan moet je wel van die trekker afkomen. Agrariërs vinden zichzelf bescheiden, verlegen en onzeker, weet forumlid Anton de Boer uit een onlangs gehouden enquête. ‘Dat doet het misschien goed in datingprogramma’s, maar daarmee bouw je geen bedrijf op.’ Het negatieve zelfbeeld van de beroepsgroep verklaart hij door de gerichtheid op de eigen onderneming. En dat moet hoognodig veranderen, vindt De Boer. ‘Als beginnende agrarisch onderne- mer moet je de kracht bezitten om verbindingen te leggen met een groter geheel.’ Zijn organisatiebureau test voor de Rabobank jaarlijks 1200 jonge boeren op hun ondernemerspotentie; het vermogen om met open vizier de bedrijfsmogelijkheden te onderzoeken geeft daarbij de doorslag. Bedrijfsadviseur Albert Canrinus wees de hbo-studenten er op dat de komende tien jaar ongekend veel land vrijkomt; maar liefst 57 procent van de huidige agrarische bedrijven heeft geen opvolger. Kansen te over, maar kennis is daarbij onontbeerlijk, vindt Canrinus. ‘Wees niet tevreden met wat je krijgt aangeboden maar ga op zoek naar meer. Voor een langetermijnvisie moet je van het erf af. Een echte ondernemer melkt geen koeien, maar kievieten, biobrandstof, of vermoeide zakenlui.’ ‘Het verschil tussen de boer die op zijn trekker rondjes blijft rijden en de boer die nieuwe inzichten buiten het eigen erf opdoet kan jaarlijks oplopen tot vijfhonderd euro aan opbrengst per koe’, weet de Drentse veehouder Harm Holman uit de praktijk. / WB WAGENINGEN IN DE MODE ‘Wageningen wordt nog beroemd en hip’, mailt Eline Vranken aan de redactie van Resource. De tweedejaars studente Levensmiddelentechnologie kwam op de website van het trendy kledingmerk gsus sindustries foto’s van het Biotechnion in Wageningen tegen. De fotoploeg heeft ook het arboretum en een laboratorium bezocht. ‘Ze namen meer dan een jaar geleden contact met ons op’, vertelt Simon Vink, woordvoerder van Wageningen UR. ‘Ze hadden een interessante locatie nodig.’ De kledingontwerpers Jan Schrijver en Angelique Berkhout zijn in 1993 begonnen met het maken van de strakke gsus-kleding als verzet tegen de oversized mode van destijds. Ze verkopen hun kleding nu in 28 landen en wonnen onlangs de Nima Marketing Jaarprijs omdat ze ‘controversieel zijn en lef hebben’. De ontwerpers hebben een heel verhaal bij hun nieuwe voorjaarscollectie, zoals op hun site te lezen is. ‘The gsus spring collection 2007 appears to have been born out of a weird science fantasy. In the twilight zone between ancient legend and modern science, genetic manipulation lays the foundation for a magical collection.’ De keuze voor Wageningen als fotolocatie was toen snel gemaakt, zegt een woordvoerder van gsus. Handig ook voor ontwerper Schrijver, die op de Wageningse berg woont. ‘Het is praktisch in zijn achtertuin.’ / LH rf- n e- - jn n n - RESOURCE #27 De ontwerpers van de trendy kledinglijn gsus hebben hun nieuwe voorjaarscollectie in Wageningen laten fotograferen. / foto gsus sindustries Vlak voor Pasen was het raak. In het regenwoud van Sumatra heeft een automatisch fototoestel een opname gemaakt van het uiterst zeldzame ‘gestreepte Sumatraanse konijn’. De foto – genomen in het Bukit Barisan National Park – is de derde opname die ooit van het diertje gemaakt is. De laatste waarnemingen dateren uit 1972. De onderzoekers hebben in het gebied geen mandjes met gestreepte eieren aangetroffen. HET ECHTE WERK EEN ZOEN OP MADAGASKAR Bette Harms, vijfdejaars Communicatiewetenschappen, zat deze winter drie maanden in Madagascar als stagiair voor het Wereld Natuur Fonds (WNF). Het arme land herbergt veel unieke dier- en plantensoorten. De natuur wordt echter bedreigd door de bevolkingsgroei; in 25 jaar verdubbelde het aantal eilandbewoners. ‘De eerste weken zat ik in een dorp in het midden van nergens met hutjes van bamboe en palmbladeren op palen. Iedere ochtend werd ik om vier uur wakker. Naast mijn huis stond de enige pomp, ‘s ochtends dé plek voor lokale roddel. Of een zware technobeat wekte me – van de vrouwen die rijst stampen. Drie keer per dag eten de Malagasy een berg rijst. Zoute witte plakkerige korrels die ik moeilijk weg kreeg. De eerste dag kwam er op straat een oude man op me af die me vriendelijk toelachte en zijn hand uitstak. Ik reikte hem mijn hand en kreeg een dikke zoen. De hele straat schaterde van het lachen. Al gauw deed dit verhaal de ronde, met als gevolg dat de koning van het gebied, waar we mee samenwerkten, die avond nog een nieuwe wet maakte. Iedereen die mij of mijn vriendin nog probeerde aan te raken moest een koe betalen. Bij zonsondergang stelde de koning luid roepend op het plein het dorp op de hoogte van deze nieuwe wet. Overdag hielp ik de dorpelingen met rijst planten. De Tanala verzamelen voedsel uit het bos en branden iedere drie, vier jaar nieuwe stukken kaal voor de rijstbouw. Het WNF leert hen hoe je rijst op terrassen verbouwt, wat drie keer meer opbrengst geeft én bos spaart. De laatste maand zat ik in de hooglanden. De Betsileo, een stam die rijst verbouwt en zeboes houdt, ontvingen ons met open armen. Mijn collega en ik kregen dekens, potten en pannen en ze gaven een feest ter ere van ons bezoek. De rum ging rond en in de donkere hoekjes zaten overal kinderen weggedoken in hun dekens. Op een gegeven moment joeg de dorpsoudste ze weg omdat het bedtijd was, maar toen veel moeders sliepen en vaders voldoende onder invloed waren, doken overal weer kleine kinderen op. Samen met de dorpsbewoners hebben we tweeduizend bomen geplant om een stuk dat een jaar eerder in vlammen was opgegaan te herbebossen. De gemeenschap ziet in dat het bos van levensbelang is, voor constructiehout, traditionele medicijnen en drinkbaar water, en heeft een commissie opgericht die controleert op illegale houtkap en bosbranden. Ondanks mijn gebrekkige Malgaschze kwamen mijn buurvrouw en haar vriendinnen iedere dag langs voor een praatje. En toen ik een aantal dagen met koorts op bed lag door malaria, brachten dorpelingen me kruiden die mijn hoofdpijn verzachtten. Kinderen die ons afval vonden toverden het om tot speelgoed: mijn waterfles werd vrachtwagen, de plastic tas een vlieger en mijn blikje tomatenpuree is nu een autootje.’ / Yvonne de Hilster Resource 0727 20-24 11-04-2007 15:37 Pagina 24 STUDENT RESOURCE #27 24 Een Twents studentenhuis is in rep en roer. Onbekenden hebben uit de woonkamer zestien kratten bier ontvreemd: vijftien volle en één lege. De bewoners vermoeden dat het niet gaat om een geintje, maar dat ‘mensen uit de buurt’ voor de diefstal verantwoordelijk zijn. Zo’n inbraak moet een vreselijk leeg gevoel achterlaten. PRIKBORD Vijftien luchtgitaristen doen op 14 juli mee aan het Nederlands kampioenschap. De winnaar zal Nederland in september vertegenwoordigen op de wereldkampioenschappen in Finland. Tip: op marktplaats.nl heeft adverteerder Airthunder nog een ‘prima onderhouden’ luchtgitaar in de aanbieding. De gitaar is ‘draadloos aan te sluiten op alle soorten audioapparatuur’. Het hoogste bod loopt al in de tien cijfers. [email protected] VOOR JE MOOISTE FOTO, JE EERSTE VERHAAL, JE EIGEN CARTOON BALKONPARTY ‘De bewoners van Asserpark 10B waren er, zoals elk jaar, alweer vroeg bij op het balkon’, mailt Daisy van der Burg. Frank-Juriën Dam, Edwin Kroon en Ruud Aanstoot sleepten op één van de eerste mooie lentedagen de televisie naar buiten voor de traditionele balkonparty met frituur, the A-team, bier en veel zon. ‘Natuurlijk vloeide het water ook weer rijkelijk naar beneden, onder het toeziende oog van de halve flat’, schrijft Daisy. ‘Dit soms tot grote ergernis van nietsvermoedende studenten in de fietsenstalling. Uiteraard bleef 10B niet gespaard, door ludieke acties van de veertiende en vijftiende verdieping.’ VOOR EN DOOR NERDS Nerds. Nog steeds kampen scholieren die met negens en tienen slagen voor hun examens scheikunde en natuurkunde met dit imago. Bovenal wordt nog steeds gedacht dat alleen zij in staat zijn om een bètaopleiding te doen. Maar niets is minder waar, zeggen de studenten en docenten die betrokken zijn bij Beta1op1, een pr-campagne van alle Nederlandse universiteiten met een bètaopleiding in het pakket. Zij kwamen vrijdag 30 maart bijeen in de Leeuwenborch in Wageningen. ‘Het gaat er binnen Beta1op1 niet om alle scholieren te overtuigen om een bètarichting te kiezen’, vertelt Susanne Laven, coördinator van de Wageningse studentmentoren. ‘Wij willen hen een juiste keuze laten maken op basis van een realistisch beeld in plaats van op vooroordelen.’ Door hun eigen bètastudenten het land door te sturen, proberen de universiteiten het beeld van de echte studiebollen die altijd met hun neus in de boeken en zelfs in hun vrije tijd rondlopen in witte labjassen enigszins te nuanceren. En inderdaad, het zijn niet alleen brillenhoofden die de collegezaal vullen. Een ratjetoe aan alledaagse studenten luistert aandachtig naar de lezing van Cocky Booy, directeur van het Landelijk Expertisebureau Meiden en Techniek over het tekort aan ‘meisjes’ binnen de technische hoek. ‘Nederland heeft het laagste percentage vrouwelijke studenten bètatechniek in de wereld’, begint zij. Maar de toehoorders, inderdaad overwegend man, zijn meer van de cijfertjes dan de maatschappelijke inzichten. ‘Hoe komt u aan die berekening, mevrouw?’, vraagt iemand. De vraag doet Booy even fronsen. ‘Vind je het erg als ik dat nu niet hier helemaal toe ga lichten? Het gaat om de boodschap. Meisjes onderschatten zichzelf en scholen werken hier aan mee. Als zij een zeven halen voor scheikunde raden veel scholen hen aan toch de gamma- of alfakant te kiezen. Het is aan jullie om de veronderstelling dat technische studies alleen zijn weggelegd voor excelleerders te ontzenuwen.’ Het heersende beeld van wiskundige bollebozen blijkt echter niet zomaar uit de lucht te zijn gevallen. De boodschap ‘gewoon goed is goed genoeg’ komt niet luid en duidelijk aan. Zoals het heuse bètastudenten betaamt, fluisteren de aanwezigen onderling nog steeds over Cocky Booys berekening. / Laurien Holtjer <
© Copyright 2024 ExpyDoc