Jaarverslag Belgacom 2013 METHODOLOGIE VOOR GEGEVENSVERZAMELING EN DEFINITIES VAN ONZE MVOINDICATOREN Dit document geeft uitleg bij de manier waarop we onze gegevens verzamelen en bevat de definities van onze KPI's inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen. De verzameling en de consolidering van lokale gegevens vallen onder de verantwoordelijkheid van het MVO-team. Om de betrouwbaarheid van de gegevens te garanderen, hanteren we het vierogenprincipe: alle gegevens die door de data owner worden aangeleverd, moeten worden gevalideerd door een senior manager. Indien de datakwaliteit aanzienlijk verbetert en/of indien we een significante fout vaststellen, worden de cijfers van de voorbije jaren aangepast. Daarnaast heeft EY een beperkte garantie gegeven voor een selectie van kernindicatoren (aangeduid met √ in onze online-KPI-tabel) om de betrouwbaarheid van de procedures voor gegevensverzameling en het verantwoordelijkheidsniveau van de betrokken businessmanagers te verhogen. Tenzij anders vermeld, hebben alle gegevens en activiteiten betrekking op het jaar 2013 en de Belgacom Groep in zijn geheel. Communicatie toegankelijker maken Bereik van het mobiele 3G/4G-netwerk: percentage van de bevolking dat toegang heeft tot onze mobiele 3G/4Gnetwerken (in België en het Groothertogdom Luxemburg). Bron: interne analyse van Belgacom Bereik van digitale tv: percentage Belgische huishoudens met toegang tot onze digitale tv-diensten. Bron: interne analyse van Belgacom Percentage van de Belgische bevolking dat nog nooit heeft gebruikgemaakt van internet: personen tussen 16 en 74 jaar. Bron: Eurostat - Community survey on ICT usage in Households and by Individuals Percentage van de Belgische sociaal kwetsbare bevolking dat regelmatig gebruikmaakt van internet Met 'sociaal kwetsbare bevolking' bedoelen we mensen met minstens een van de volgende kenmerken: tussen 55 en 74 jaar oud, met een laag opleidingsniveau (ISCED 0-2) en/of uitgesloten van het arbeidscircuit (werkloos, inactief of gepensioneerd). Met 'regelmatig gebruik' bedoelen we dat internet in de voorbije drie maanden minstens eenmaal per week werd gebruikt. De cijfers worden berekend op basis van de beschikbare microgegevens. Bron: Eurostat - Community survey on ICT usage in Households and by Individuals Aantal personen die een ICT-opleiding hebben gevolgd: totaal aantal personen die een ICT-opleiding hebben gevolgd, hetzij rechtstreeks bij Belgacom, hetzij in een door Belgacom ondersteund Belgisch opleidingscentrum (Technobel, Digidak en FIJ). De meeste van deze opleidingen worden gegeven aan werkzoekenden, senioren of kwetsbare jongeren. Sinds 2011 omvatten de cijfers de gratis internetopleidingen verstrekt door Belgacom. Bron: intern rapport van Belgacom en rapportering van onze partners 1 Jaarverslag Belgacom 2013 Een verantwoord gebruik van onze producten bevorderen Aantal kinderen dat van onze werknemers een opleiding kreeg over veilig gebruik van internet en mobiele telefoons: het aantal kinderen in België dat van Belgacom-werknemers een opleiding kreeg over veilig gebruik van internet en mobiele telefoons (op basis van de informatie verstrekt door de school). Bron: rapportering via de webtool die wordt gebruikt voor de inschrijvingen van medewerkers en scholen Een koolstofarme maatschappij stimuleren Energieverbruik en CO 2 -uitstoot Onze methode voor het verkleinen van onze ecologische voetafdruk voldoet aan de richtlijnen van scope 1, scope 2 en (een deel van) scope 3 van het Greenhouse Gas (GHG) Protocol van de World Business Council. • Scope 1 (directe uitstoot van broeikasgassen): brandstofverbranding in het kader van onze eigen activiteiten • Scope 2 (indirecte uitstoot van broeikasgassen, door de productie van elektriciteit): uitstoot van broeikasgassen door de productie van de aangekochte elektriciteit die door het bedrijf wordt verbruikt. Deze uitstoot gebeurt op de plaats waar de elektriciteit wordt opgewekt. Scope 3: een gevolg van de activiteiten van de onderneming, maar afkomstig uit bronnen die geen eigendom zijn van het bedrijf en niet door het bedrijf worden beheerd. We beperken dit tot drie categorieën: energie verbruikt voor woon-werkverkeer via diverse transportmiddelen, brandstof voor uitbesteed transport met het oog op technische installaties, onderhoud en herstellingen, en energieverbruik door vliegtuigen, treinen en voertuigen voor zakenreizen. • (verwarming, benzine voor eigen voertuigen). Emissiefactoren: dit zijn omrekeningsfactoren tussen de gegevens die verband houden met activiteiten en de CO 2 -uitstoot (bronnen: Ademe, Bilan Carbon v6.1. en onze leveranciers (bv. openbaar vervoer, elektriciteitsleveranciers). Afbakening: bevat alle Belgische activiteiten voor scopes 1, 2 en 3. Zij dient als basis voor onze doelstelling om onze CO 2 uitstoot met 70% te verminderen tegen 2020 (t.o.v. referentiejaar 2007). Onze internationale filialen (Tango, Telindus Luxemburg, Telindus Frankrijk, Telindus VK, Telindus-ISIT Nederland en BICS) vallen onder scopes 1 en 2, maar niet onder scope 3. De gedetailleerde procedure, de afbakening en de methodologie voor de gegevensverzameling worden beschreven in het interne document ‘Reporting Protocol for the key figures in the annual CSR, enabling a low carbon society – part 1, CO 2 reporting protocol'. Bron: interne rapporteringssystemen, leveranciersgegevens Percentage gerecycleerd/hergebruikt afval: Belgacom recycleert en hergebruikt papier, vertrouwelijke documenten, hout, metaal, zand, kabels, toners, batterijen, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, petflessen en blikjes. De rest wordt verbrand (brandstof voor energieproductie) of ondergaat een fysicochemische behandeling (gevaarlijk afval). Deze indicator heeft enkel betrekking op onze Belgische activiteiten. Bron: onze afvalverwerkingspartners Percentage gevaarlijk afval: chemische producten, batterijen, brandblusapparaten, olie, fluorescerende lampen, lege gasflessen, koelgassen, lege chemische verpakkingen, solventen, verf, anorganische zuren, detergenten, zeep. Bron: onze afvalverwerkingspartners De gedetailleerde procedure, de afbakening en de methodologie van de gegevensverzameling worden beschreven in het interne document ‘CO 2 Reporting Protocol for the key figures in the annual CSR, enabling a low carbon society – part 2, waste'. Zorgen voor een positieve werkcultuur Tevredenheid van de werknemers over Belgacom als werkgever: sinds 2012 meet Belgacom niet langer de tevredenheid van de werknemers, maar wel hun engagement (mensen die hun doelstellingen overtreffen), de strategische alignering en het aanpassingsvermogen. Bron: jaarlijkse (anonieme) personeelstevredenheidsenquête van Belgacom Percentage werknemers dat minstens één opleiding heeft gevolgd: unieke deelnemers met minstens één opleiding ten opzichte van de gemiddelde headcount. Contractanten en kleine filialen met minder dan vijftig werknemers niet inbegrepen (niet representatief). Bron: HR-rapportering van Belgacom Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer: totaal aantal opleidingsuren ten opzichte van de gemiddelde headcount. Contractanten en kleine filialen met minder dan vijftig werknemers niet inbegrepen (niet representatief). Bron: HR-rapportering van Belgacom Percentage vrouwen in het totale personeelsbestand: totaal aantal vrouwen ten opzichte van de totale headcount (einde van het jaar).Kleine filialen met minder dan vijftig werknemers niet inbegrepen (niet representatief). Bron: HR-rapportering van Belgacom 2 Jaarverslag Belgacom 2013 Percentage vrouwen in het topmanagement: totaal aantal vrouwen ten opzichte van de totale headcount met een functie in het topmanagement (einde van het jaar). Het topmanagement bestaat uit de tweehonderd topmanagers van de Belgacom Groep. Bron: HR-rapportering van Belgacom Frequentiegraad arbeidsongevallen (index): gebaseerd op de officiële berekeningsmethode van de FOD Werkgelegenheid: aantal ongevallen x 1.000.000/aantal uren van blootstelling aan risico. De cijfers gelden enkel voor Belgacom nv (90% van de totale headcount). Bron: rapportering van Belgacom en informatie geleverd door de verzekeringsmaatschappijen Ziekteverzuim (incl. langdurige ziekten): aantal uren niet-beroepsgebonden ziekte (incl. langdurige ziekte) ten opzichte van het totale aantal geplande werkuren. Kleine filialen met minder dan vijftig werknemers niet inbegrepen (niet representatief). Bron: HR-rapportering van Belgacom Vrijwillig personeelsverloop (initiatief van de werknemer) Aantal werknemers dat de onderneming op eigen initiatief verlaat, ten opzichte van de totale headcount. Einde loopbaan, einde contract of vertrek op initiatief van de werkgever is hierbij niet inbegrepen. Kleine filialen met minder dan vijftig werknemers niet inbegrepen (niet representatief). Bron: HR-rapportering van Belgacom Onvrijwillig personeelsverloop (initiatief van de werkgever) Aantal vertrekken op initiatief van de werkgever, ten opzichte van de totale headcount. Einde loopbaan, einde contract of vertrek op initiatief van de werknemer is hierbij niet inbegrepen. De cijfers gelden enkel voor Belgacom nv (90% van de totale headcount). Bron: HR-rapportering van Belgacom Een verantwoordelijke bevoorradingsketen Risicoleveranciers op het totale aantal leveranciers dat een MVO-risico-evaluatie onderging: De cijfers gelden enkel voor Belgacom nv (90% van de totale headcount). Bron: interne rapportering van Belgacom Percentage leveranciers dat werd geïdentificeerd als risicoleverancier en een verbeteringsplan heeft gekregen De cijfers gelden enkel voor Belgacom nv (90% van de totale headcount). Bron: interne rapportering van Belgacom Onze gemeenschappen ondersteunen Investeringen (financieel, in natura, tijd) in mio EUR: financiële giften, giften in natura en tijd van onze medewerkers ten voordele van maatschappelijke activiteiten in België. Bron: interne rapportering van Belgacom 3
© Copyright 2024 ExpyDoc