Verslag D5 – Doorgroeien in cultuur

Verslag inspiratiedag lokaal cultuureducatiefbeleid D5 – Doorgroeien in cultuur: een uitdaging voor lokale beleidsmakers Hoe ervoor zorgen dat iedereen binnen de stad of gemeente aan zijn trekken blijft komen op vlak van cultuureducatie, ook eens hij/zij de schoolbanken ontgroeid is? Op voorstel van ministers Schauvliege en Smet keurde de Vlaamse Regering recent de conceptnota Doorgroeien in cultuur goed. Deze nota vertrekt van Groeien in cultuur en bouwt verder aan het strategisch beleidskader voor cultuureducatie, ditmaal voor volwassenen (18+). Samen met u bekijken de panelleden welke handvatten Doorgroeien biedt voor lokale beleidsmakers. 1. Inleiding 1.1 doorlopen conceptnota De nieuwe “doorgroei” nota (gericht op volwassenen) bouwt voort op vorige “groei”nota (“groeien in cultuur” GIC; gericht op jongeren). Ontstaansreden: 


vanuit perspectief van het beleid; vanuit perspectief van het individu; vanuit perspectief van volwassenwerk. Accenten: 


Verbindingen tussen formele en niet‐formele context Kansengroepen Extra focus op mensen in armoede Doelstellingen (zie ook GIC): 


Meer en bredere cultuureducatie voor iedere inwoner van de stad: beleidsinstrumenatrium, kansengroepen, communicatie, doorstroom & wisselwerking, formeel & niet‐formeel. Competenties van cultuureducatoren: ENCE, opleiding, vorming & tewerkstelling (DKO), leesgroepbegeleiders (reader organisation), werken met kansengroepen. Brede leer‐ en leefomgeving: intergenerationeel, bibliotheek, DKO,… Actieplan: 


Acties Nieuwe gerichte initiatieven Voorbeelden ter inspiratie 2. Stellingen en discussie Discussiedeelnemers 
Niels Verheest (DKO Antwerpen) 


Ria Van Asch (vormingplus Mechelen) An Van Den Bergh (demos) Huib Hinnekint (Vlaamse ouderenraad) 2.1 Een goede wisselwerking tussen het formele en het niet‐formele cultuur educatieve aanbod is nodig zodat iedereen automatisch de weg vindt. 2.1.1 Niels Verheest  Verschillende samenwerkingen met niet‐formele partners zijn belangrijk  Infrastructuur delen  Voorstellingen op verplaatsing bieden kansen 2.1.2 Ria Van Asch  ‘Proevertjes’ in overleg met partners (CVO, Het Arsenaal, …) zijn instappen  Conversatietafels (oefenen van het Nederlands)  Gemeenteverhalen (ism Thomas Moore Hogeschool Mechelen) 2.2 Om mensen uit kansengroepen aan te spreken voor cultuureducatie zijn er naast didactisch‐
agogische competenties en culturele specifieke competenties ook andere specifieke competenties nodig 2.2.1 An Van Den Bergh 4 kenmerken van werkers:  Brede invulling (transversaal denken)  Nabijheid van kansengroepen (tijd en ruimte)  Engagement (lang en oprecht)  (door de korte spreektijd en dus snelle toelichting is het laatste kenmerk aan mij voorbijgegaan) → cultuureducatoren samenbrengen 2.3 Beter intergenerationeel werk, zo zijn er weinig/minder inspanningen nodig om meer leeftijdsgroepen en meer verschillende publieken te bereiken. 2.3.1 Huib Hinnekint  Belangrijk voor cohesie tussen de generaties en dus maatschappelijke cohesie.  Nog belangrijker is dat het educatieve gebeuren sterk wordt ingebed in het maatschappelijke gebeuren.  De gemeente moet mensen samenbrengen als lerende gemeente in bibliotheken, DKO,… 3. Varia (reacties vanuit publiek op de stellingen) 3.1 Een goede wisselwerking tussen het formele en het niet‐formele cultuur educatieve aanbod is nodig zodat iedereen automatisch de weg vindt.  Uitwisseling infrastructuur  Soepele leertrajecten in het DKO 





Meer inhoudelijk overleg Meer kansen voor het niet‐formele circuit Vrije lessen in het DKO Voorstellingen op verplaatsing Samenwerkingen met diverse partners (formeel en niet‐formeel) Gemeenschappelijke communicatie (denkkaders, ontmoetingsplatform, formeel en niet‐
formeel aanbod uitwisselen, mandaatfunctie in de gemeente)  Infopunt (externe partner, bv: de cultuurantenne)  Reflecteren  Goede omgevingsanalyse 3.2 Om mensen uit kansengroepen aan te spreken voor cultuureducatie zijn er naast didactisch‐
agogische competenties en culturele specifieke competenties ook andere specifieke competenties nodig  Vanuit sociale partners (bv: OCMW)  Breed en oplossingsgericht denken  Meer denken vanuit leefwereld kansengroepen  Meer dan alleen financiële drempels (inzicht in de problematiek via ervaringsdeskundigen)  Diversiteit in generaties  Niet alleen competenties zijn belangrijk, ook op beleidsniveau moeten er maatregelen worden getroffen. 3.3 Beter intergenerationeel werk, zo zijn er weinig/minder inspanningen nodig om meer leeftijdsgroepen en meer verschillende publieken te bereiken.  Grootouders zoeken activiteiten samen met kleinkinderen (supervlieg, haaklessen voor kinderen van OKRA)  Familietoneel  GPS‐tocht door jongeren voor ouderen  Remix 2140: een muziekproject waarin verschillende organisaties (jong en oud) apart een muziekstuk leren en nadien worden die dan allemaal tot één groot stuk samengebracht.  Het Berenhuis (woordenzoektocht)