Beleidsplan Hoogbegaafdheid

Beleidsplan
(hoog)begaafde leerlingen
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
1
De Zonnewijzer
Inhoudsopgave
1. Doelstelling ..................................................................................................................4
2. Doelgroep....................................................................................................................5
3. Signalering
3.1 Doelstelling ...................................................................................................6
3.2 Wanneer? .....................................................................................................6
3.3 Procedure ....................................................................................................7
3.4 Verantwoordelijkheid .....................................................................................8
3.5 Verslaglegging ..............................................................................................8
3.6 Communicatie met ouders .............................................................................8
4. Diagnostiek
4.1 Doelstelling ...................................................................................................9
4.3 Wanneer? .....................................................................................................9
4.3 Procedure .....................................................................................................9
4.4 Verantwoordelijkheid .....................................................................................10
4.5 Verslaglegging ..............................................................................................10
4.6 Communicatie met ouders ............................................................................11
4.7 Extern onderzoek ..........................................................................................11
5. Leerlingbegeleiding
5.1 Opstellen handelingsplan ..............................................................................12
5.2 Vervroegde doorstroming ..............................................................................12
•
Criteria voor doorlopen adviestraject
•
Sociaal-emotionele ontwikkeling
•
Besluitvorming
•
Vervolgtraject
5.3 Compacting ...................................................................................................14
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
2
De Zonnewijzer
5.4 Verrijkingsaanbod .........................................................................................14
•
Keuze verrijkingsmateriaal
•
Orthotheek
5.5 Begeleiding in groep 1-2 ...............................................................................14
•
Compacting
•
Verrijkingsaanbod
•
Planning leerstof
5.6 Pedagogische begeleiding ............................................................................15
Algemeen
Signalering en diagnostiek
Begeleiding
5.7 Begeleiding onderpresteerders .....................................................................16
•
Definitie
•
Signalering en diagnostiek
•
Begeleiding
5.8 Randvoorwaarden begeleiding ......................................................................16
•
Planning leerstof
•
Begeleiding leerling
•
Beoordeling verrijkingswerk
•
Rapportage
•
Registratie
•
Coördinatie
•
Verslaglegging
6. Evaluatie ....................................................................................................................18
6.1 Team.............................................................................................................18
6.2 Ouders ..........................................................................................................18
6.3 Leerling .........................................................................................................18
Bijlagen ...........................................................................................................................19
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
3
De Zonnewijzer
1.
Doelstelling
Onze school kiest ervoor om de begeleiding t.a.v. leerlingen, die behoefte hebben aan een
meer dan gemiddeld leerstofaanbod, vast te leggen in een protocol. Deze keuze sluit aan op
de volgende onderwijsdoelen van de school zoals deze geformuleerd zijn in het schoolplan
2012-2015 en staan ook als zodanig vermeld in onze schoolgids:
-
-
Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken
ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de
ontwikkeling van de leerlingen.
T.a.v. leerlingen die extra zorg nodig hebben, is het onderwijs gericht op de
individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling.
Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke
ontwikkeling, en op het ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de
noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden.
Binnen De Zonnewijzer bieden we de leerlingen alle ruimte om zich te ontplooien. Om deze
reden hanteren we de slogan “ruimte om te groeien”.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
4
De Zonnewijzer
2.
Doelgroep
Onze school richt zich met dit beleidsplan op leerlingen die behoefte hebben aan een
aangepast leerstofaanbod, omdat het reguliere leerstofaanbod hen te weinig uitdaging biedt.
Omschrijving doelgroep
• Intelligente leerlingen: beschikken in voldoende mate over de leereigenschappen, die
kenmerkend zijn voor kinderen met een hoge intelligentie (begaafd niveau).
De persoonskenmerken van begaafdheid komen echter minder duidelijk naar voren,
waardoor er bij deze leerlingen problemen kunnen zijn in het functioneren, die maken
dat de leerling niet optimaal uit de verf komt. Bij deze leerlingen zijn naast
aanpassingen in het leerstofaanbod pedagogische aandachtspunten in de
begeleiding aan de orde.
• Begaafde leerlingen: beschikken in voldoende mate over de leer- en
persoonlijkheidseigenschappen die kenmerkend zijn voor kinderen met een hoge
intelligentie (begaafd niveau). Bij deze leerlingen zijn er geen specifieke problemen in
het functioneren en zijn in principe alleen didactische aanpassingen noodzakelijk.
Kinderen binnen De Zonnewijzer met bovenstaande kenmerken werken volgens de
eerste leerlijn. Deze groep zal binnen de school ook op een bepaald vakgebied
kunnen uitblinken. Ondanks dat deze leerlingen niet strikt genomen onder de
doelgroep vallen.
•
•
Hoogintelligente leerlingen: beschikken in sterke mate over de leereigenschappen,
die kenmerkend zijn voor kinderen met een zeer hoge intelligentie (hoogbegaafd
niveau). De persoonskenmerken van begaafdheid komen echter minder duidelijk
naar voren, waardoor er bij deze leerlingen problemen kunnen zijn in het
functioneren, die maken dat de leerling niet optimaal uit de verf komt. Bij deze
leerlingen zijn naast aanpassingen in het leerstofaanbod pedagogische
aandachtspunten in de begeleiding aan de orde.
Hoogbegaafde leerlingen: beschikken in sterke mate over de leer- en
persoonlijkheidseigenschappen die kenmerkend zijn voor kinderen met een zeer
hoge intelligentie (op hoogbegaafd niveau).
Bij deze leerlingen zijn er geen specifieke problemen in het functioneren en zijn in
principe alleen didactisch aanpassingen noodzakelijk.
Leerlingen op De Zonnewijzer die tot de doelgroep behoren en dus werken met een
eerste of tweede leerlijn worden benoemd met de term verrijkingsleerlingen.
In dit beleidsplan wordt verder niet ingegaan op leerlingen binnen deze doelgroep waarbij
sprake is van specifieke problematiek (zoals o.a. faalangst, sociaal-emotionele problematiek)
of leerproblemen (zoals o.a. dyslexie, ADHD en een disharmonisch ontwikkelingsprofiel).
Deze leerlingen worden aangemeld via de HGPD (conform zorgprocedure) en daarin wordt
individueel bekeken welke maatregelen noodzakelijk zijn binnen de mogelijkheden van het
opgestelde beleid. Bij vragen rondom (hoog)begaafdheid of vragen rondom de interpretatie
van het DHH kan contact opgenomen worden met het zorgloket.
Binnen het zorgteam van Sine Limite zijn een aantal medewerkers met specifieke
deskundigheid op het gebied van (hoog)begaafdheid.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
5
De Zonnewijzer
3.
Signalering
3.1
Doelstelling
Doelstelling van de module signalering is het opsporen van leerlingen die in aanmerking
komen voor verder onderzoek.
3.2
Wanneer?
Uitgangspunt is dat de eerste signalering plaatsvindt in groep 1. We kiezen hiervoor de
signaleringsmaanden november en mei (kinderen moeten minimaal 6 weken op school
zitten). De Zonnewijzer neemt dan voor alle leerlingen de Quickscan af. Deze module kent 3
fasen:
1. Quickscan invullen.
2. Resultaten bekijken.
3. Beslissen over het vervolgtraject.
Door leerlingen in een vroegtijdig stadium op te sporen kan er vanaf het begin worden
ingespeeld op de mogelijkheden van deze leerlingen en kunnen problemen zoveel mogelijk
voorkomen worden.
De signalering kan op elk gewenst moment herhaald worden, wanneer daar aanleiding toe
is. Midden groep 3 zal er wanneer nodig een extra signaleringsmoment zijn.
Signalering vindt in dit geval plaats op grond van één van de volgende signalen:
o
o
o
signaal ouders;
observatie leerkracht ten aanzien van leer en persoonskenmerken (zie bijlage leeren persoonskenmerken van de signalering);
leerling laat snelle ontwikkeling en/of ontwikkelingsvoorsprong zien.
Bij leerlingen die verderop in de schoolloopbaan instromen, wordt de signalering
overgeslagen en rechtstreeks overgegaan naar de module diagnostiek.
Diagnostiek vindt alleen plaats bij leerlingen, bij wie op grond van de overdrachtsinformatie
en/of signalen van ouders aanleiding is om te denken aan mogelijke begaafdheid.
Bij het vermoeden van onderpresteren, leerstoornissen of ernstige gedragsproblematiek
wordt geadviseerd om de fase signalering over te slaan en direct over te gaan naar de fase
van diagnostiek.
Andere situaties waarin het zinvol is om rechtstreeks over te gaan naar de module
diagnostiek worden aangegeven op het gegevensblad van het leerling-dossier in het DHH.
Signalering verderop in de schoolloopbaan:
Nadat de eerste signalering heeft plaatsgevonden in groep 1 kan het zijn dat er aanleiding is
om verderop in de schoolloopbaan opnieuw te kijken naar een leerling.
Bij een signaal van de volgende bronnen:
Leerkracht:
observatie van kenmerken die duiden op begaafdheid;
bij problemen die mogelijk verband kunnen houden met begaafdheid.
Ouders:
signaal van ouders;
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
6
De Zonnewijzer
Didactische gegevens:
leerlingen die overwegend scoren op A-niveau;
wisselende schoolprestaties.
3.3
Procedure signalering
Wij volgen voor de signalering de procedure die gehanteerd wordt in het Digitaal
handelingsprotocol hoogbegaafdheid.
Onderdelen onderzoek:
• Algemene indruk leerkracht
• Algemene indruk ouders
• Signaleringslijst leerkracht
• Signaleringslijst ouders
• Huidige didactische gegevens
• Overige bronnen (denk hierbij aan bijv. overdrachtsgegevens vanuit peuterspeelzaal
of kinderdagverblijf).
Huidige didactische gegevens:
Groep 1-2:
De leerkracht maakt een inschatting van het ontwikkelingsniveau van de leerling op de
verschillende ontwikkelingsgebieden.
•
•
•
•
•
Aanbod taal- en rekenactiviteiten
Fonemisch bewustzijn
Dyslexieonderzoek
LOVS Taal voor kleuters
LOVS Rekenen
Groep 3-8:
De leerkracht noteert de resultaten van de laatst afgenomen toetsen van het
leerlingvolgsysteem (LVS).
•
•
•
•
•
Technisch lezen (DMT)
Spelling (SVS)
Begrijpend lezen (SVR/SBR/TBL)
Rekenen/wiskunde
Leeswoordenschat (LWS)
Voor de leerstofgebieden waar geen toetsen voor worden afgenomen, geeft de leerkracht
een inschatting van het niveau van de leerling op grond van prestaties van de leerling op de
methodegebonden toetsen.
Hierbij wordt de volgende beoordeling gehanteerd:
• V
zwak tot zeer zwak
• IV
benedengemiddeld;
• III
gemiddeld;
• II
goed;
• I
zeer goed;
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
7
De Zonnewijzer
NB; het is belangrijk dat een leerkracht kritisch en genuanceerd kijkt naar de uitslagen van
toetsen. Het is mogelijk dat er een grote discrepantie te zien is tussen de talige toetsen en de
inzichtelijke toetsen.
Tot slot neemt de leerkracht een besluit over het vervolgtraject aan de hand van stap 3 uit
het stappenoverzicht van de module Signalering. Deze stap is verplicht. Wanneer een
leerkracht twijfelt, zal er overleg plaatsvinden met de intern begeleider.
3.4.
Verantwoordelijkheid
De leerkracht is verantwoordelijk voor de gehele module signalering in het DHH.
3.4
Bespreken resultaten
De resultaten van de signaleringsprocedure worden besproken in overleg met de intern
begeleider.
Uitgangspunt is dat alle leerlingen, waarvan het protocol aangeeft dat verder onderzoek
zinvol is, doorgaan naar de module diagnostiek. Verder kunnen leerkracht en/of intern
begeleider op grond van aanvullende informatie besluiten om met meer leerlingen door te
gaan naar de module diagnostiek.
3.5
Verslaglegging
Resultaten van de signalering en de inhoud van de informatie of gesprekken met ouders
wordt opgenomen in het leerling-dossier.Dit is terug te lezen in Parnassys.
3.7
Communicatie met ouders
Wanneer er sprake is dat een kind doorgaat naar de diagnostiek volgt er een gesprek met
ouders.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
8
De Zonnewijzer
4.
Diagnostiek
Onze school hanteert voor de interne diagnostiek van (hoog)begaafde leerlingen de module
diagnostiek uit het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH).
Uitgangspunt is dat scholen het diagnostische procedure van het DHH doorlopen alvorens er
een handelingsplan wordt opgesteld.
4.1
Doelstelling
Het verzamelen van gegevens om richtlijnen te krijgen voor het didactisch en het
pedagogisch handelen van de leerkracht.
Het protocol is niet bedoeld om een diagnose te stellen ten aanzien van begaafdheid maar
als hulpmiddel om te kijken wat een leerling nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen
binnen de basisschool. Er kan altijd over gegaan worden tot een IQ-onderzoek. Dit zal eerst
besproken worden binnen de HGPD.
Wel kan op grond van de gegevens uit het protocol worden aangegeven dat een leerling
waarschijnlijk tot de doelgroep behoort.
4.2
Wanneer?
De module diagnostiek wordt doorlopen bij alle leerlingen die positief uit de signaleringsfase
komen en verder bij leerlingen die op grond van het oordeel van de intern begeleider door
moeten naar de diagnostiekfase. De diagnostiekfase wordt, na de signalering, binnen een
maand afgerond.
4.3
Procedure
Wij volgen binnen onze school voor de diagnostiek de procedure die gehanteerd wordt in het
Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid. Voordat deze procedure wordt gevolgd vindt
altijd eerst overleg met de ouders plaats, ouders moeten ook toestemming geven voor het
onderzoek.
Onderdelen onderzoek:
• Huidige didactische gegevens *
• Oudervragenlijst *
• Leerkrachtvragenlijst *
• Doortoetsen (spelling, begrijpend lezen en rekenen)*
• Leerlingvragenlijst (vanaf groep 5, ter beoordeling van de leerkracht)
• Overige bronnen
* Verplichte gegevens
Doortoetsen met toetsen van het LVS:
Doortoetsen vindt plaats met de beschikbare toetsen van spelling, begrijpend lezen en
rekenen. Er wordt begonnen met de eerstvolgende toetsen volgens het toetsschema en er
wordt doorgetoetst zolang de leerling op A-niveau scoort. Bij de start van het doortoetsen
wordt in alle gevallen doorgetoetst, dus ook wanneer op de laatst afgenomen LVS-toets
geen A-score is behaald.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
9
De Zonnewijzer
Wanneer een leerling op A-niveau heeft gescoord bij het doortoetsen, hoeft hij deze toets
niet opnieuw te maken wanneer hij hem volgens het toetsschema moet maken, heeft hij
lager dan A-niveau gescoord, dan wordt de toets wel meegedaan.
groep 1-2:
Doortoetsen ontwikkelingsniveau
In groep 1-2 wordt van een aantal ontwikkelingsgebieden gevraagd of er sprake is van een
voorsprong.
- 0-6 maanden: er is geen sprake van een voorsprong of de leerling scoort goed ten
opzichte van leeftijdgenoten;
- 7-12 maanden: er is sprake van een redelijke voorsprong ten opzichte van
leeftijdgenoten;
- meer dan 12 maanden: er is sprake van een duidelijke voorsprong, die ook merkbaar
is bij het doortoetsen op de toetsen van het LVS.
De instrumenten waarmee dit waarneembaar is en waarvan gebruik gemaakt kan worden:
- aanvullend aanbod taal- en reken vanuit de methode Onderbouwd;
- fonemisch bewustzijn: ontwikkelingsvoorsprong valt op bij kringactiviteiten;
- dyslexieonderzoek: brede letterkennis;
- cito-toetsen LOVS Taal voor kleuters en Rekenen;
- ontwikkelingsmateriaal voor taal en rekenen.
groep 3-8:
Gegevens doortoetsen LVS
- LOVS Spelling
- LOVS Rekenen*
- LOVS Begrijpend Lezen*
- LOVS Woordenschat
- DMT
*verplicht
4.4
Verantwoordelijkheid
De leerkracht start de procedure van de diagnostiek op. Hij of zij verzamelt ook de gegevens
en verwerkt ze. De intern begeleider zorgt ervoor dat de gegevens op de juiste wijze
geïnterpreteerd worden. Dit gebeurt altijd in samenspraak met de leerkracht. De ib-er is
verantwoordelijk voor het eindverslag.
4.5
Bespreken resultaten
De gegevens van de diagnostiekprocedure worden besproken door de leerkracht en de
intern begeleider. De intern begeleider is verantwoordelijk voor het interpreteren van de
gegevens.
Uitgangspunt is dat het advies van het protocol wordt opgevolgd. Op grond van aanvullende
informatie kan de intern begeleider eventueel afwijken van dit advies.
Dit betreft vooral de keuze van de leerlijn en het doorverwijzen voor extern onderzoek.
Het is mogelijk dat de leerling op grond van de uitkomsten van de module diagnostiek
aangemeld wordt voor een HGPD bespreking. Dit geldt niet voor de leerlingen waarbij het
DHH een duidelijk advies geeft over de begeleiding.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
10
De Zonnewijzer
Extern onderzoek wordt alleen geadviseerd als er handelingsverlegenheid is van de
leerkracht.
4.6
Verslaglegging
De conclusies en grafieken van de diagnostiek zullen in parnassys onder de betreffende
leerling worden opgeslagen. Tevens zal de ib-er na het gesprek met ouders een algemene
conclusie schrijven in het eindverslag schrijven die ook wordt opgeslagen.
4.7
Communicatie met ouders
De uitkomst van de diagnostische procedure wordt besproken met ouders, hierbij kan
gebruik gemaakt worden van het verslag Conclusies en grafieken uit het DHH.
De intern begeleider schrijft vervolgens aan de hand van de beschikbare gegevens een
eindverslag, waarin de eindconclusie wordt weergegeven en wordt aangegeven hoe de
school verder gaat handelen. Het verslag conclusies en grafieken is in principe niet bestemd
voor ouders, wel kan eventueel een kopie van het eindverslag worden meegegeven.
4.8
Extern onderzoek
Leerlingen met problemen worden aangemeld voor een HGPD-bespreking.
Daarin kan besloten worden tot extern onderzoek.
In de volgende gevallen kan extern onderzoek wenselijk zijn:
• Er is geen eenduidige conclusie mogelijk op grond van de gegevens uit het intern
onderzoek;
• er zijn tegenstrijdige gegevens;
• bij het vermoeden van onderpresteren, leerstoornissen of ernstige
gedragsproblematiek na een negatief advies van het DHH.
Extern advies wordt opgevolgd door de school voor zover dit niet strijdig is met het
opgestelde beleid van de school en het bovenschools beleid.
Wat betreft extern advies verwijzen we mede naar het zorgplan 2012-2014 van de school.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
11
De Zonnewijzer
5.
Leerlingbegeleiding
In dit deel van het beleidsplan wordt aangegeven welke begeleidingsmogelijkheden er op
onze school zijn voor (hoog)begaafde leerlingen.
Uitgangspunt van de begeleiding vormt de lijn die wordt uitgezet in het Digitaal
Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid.
De module leerlingbegeleiding van het DHH bestaat uit zes onderdelen:
• Adviesprocedure vervroegde doorstroming
• Opstellen handelingsplan
• Compactingrichtlijnen
• Suggesties voor verrijking
• Pedagogische handelingssuggesties
• Educatieve behoeften
5.1
Opstellen handelingsplan
Nadat het traject diagnostiek is doorlopen wordt voor de leerlingen die tot de tweede leerlijn
behoren een individueel handelingsplan opgesteld. Het handelingsplan wordt opgesteld door
de leerkracht. Deze is ook verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. Binnen de school
gebruiken we het opgestelde en ontwikkelde handelingsplan welke in het DHH te vinden is.
Deze handelingsplan slaan we op in het leerling-dossier. Wanneer de evaluatie heeft
plaatsgevonden koppelen we deze aan Parnassys.
Nadat het handelingsplan door de intern begeleider is bekeken, en eventuele aanpassingen
zijn gedaan, wordt er met ouders gecommuniceerd.
Organisatie
Binnen onze school werken met groepsplannen. De leerlingen die met de eerste leerlijn
werken worden opgenomen in de eerste subgroep (verrijkingsgroep) van ons groepsplan.
Deze leerlingen hebben dus geen individueel handelingsplan. Leerlingen die werken met de
tweede leerlijn hebben wel een individueel handelingsplan. Dit staat vermeld onder het kopje
individueel handelingsplan.
(Zie bijlage Piramide van Ondersteuning uit DOL)
5.2
Vervroegde doorstroming
Alle scholen bieden de mogelijkheid voor (hoog)begaafde leerlingen om vervroegd door te
stromen. Op de Zonnewijzer kiezen wij ervoor om over te gaan tot vervroegde doorstroming
bij voorkeur in de middenbouw. Vervoegde doorstroming wordt echter bij hoge uitzondering
doorgevoerd. De leerkrachten hebben genoeg tools om een leerling binnen de tweede
leerlijn te volgen. Echter wanneer dit niet afdoende is kan er overgegaan worden tot de
vervroegde doorstroming.
Bij een besluit rondom een vervroegde doorstroming van een leerling wordt in alle gevallen
de adviesprocedure vervroegde doorstroming doorlopen:
-
DHH vervroegde doorstroming;
HGPD traject;
PAC vraag;
IQ bepaling.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
12
De Zonnewijzer
Criteria voor doorlopen adviestraject
Na de fase van diagnostiek wordt voor een aantal leerlingen eerst de adviesprocedure
vervroegde doorstroming van het DHH doorlopen.
Notabene: voor leerlingen die de adviesprocedure vervroegde doorstroming wordt
doorlopen, moet de volledige diagnostiekfase zijn afgerond, inclusief het doortoetsen.
Het kan zinvol zijn om de procedure te doorlopen in de volgende gevallen:
De leerling behoort tot de doelgroep van dit protocol, dit komt naar voren uit de fase van
diagnostiek of uit extern onderzoek;
De leerling heeft een didactische voorsprong van meer dan 6 maanden op onderstaande
leerstofgebieden.
Groep 1-2:
Er moet sprake zijn van een brede ontwikkelingsvoorsprong, dat wil zeggen dat er op alle
zes de ontwikkelingsgebieden bij het doortoetsen sprake moet zijn van een voorsprong
van minimaal 7-12 maanden (notabene bij een voorsprong van meer dan 12 maanden
wordt de procedure in alle gevallen doorlopen).
•
Groep 3-8:
Er moet sprake zijn van een didactische voorsprong van minimaal 7-12 maanden op de
onderdelen spelling, begrijpen lezen en rekenen.
(notabene bij een voorsprong van meer dan 12 maanden wordt de procedure in alle
gevallen doorlopen).
•
Sociaal-emotionele ontwikkeling
De school hanteert de volgende instrumenten om de sociaal-emotionele ontwikkeling in kaart
te brengen:
Groep 1-8:
ZIEN wordt als meetinstrument gebruikt. Deze wordt twee keer per jaar ingevuld/afgenomen.
Verder kan er extra geobserveerd worden en wordt er extern advies aangevraagd door
middel van een PAC vraag bij Sine Limite.
Wanneer de leerkracht twijfels heeft over de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling
waarbij een vervroegde doorstroming overwogen wordt, wordt de leerkracht gevraagd om
aan te geven (liefst in een verslag) welke problemen hij ervaart in het functioneren van de
leerling.
Besluitvorming
De leerkracht doorloopt het adviestraject vervroegde doorstroming en bespreekt de uitkomst
met de intern begeleider. Daarna vindt een gesprek plaats met de ouders, de huidige
leerkracht, de intern begeleider, en eventueel de toekomstige leerkracht (wanneer deze
bekend is). Eventueel sluit de PAC-er vanuit Sine Limite ook aan bij het gesprek.
In dit gesprek wordt de definitieve beslissing omtrent de vervroegde doorstroming genomen.
De school heeft de beslissende stem bij vervroegde doorstroming.
In principe is vervroegde doorstroming op ieder moment mogelijk, in overleg wordt bekeken
welk moment het meest wenselijk is.
Vervolgtraject
Aan de hand van de punten die eventueel naar voren zijn gekomen naar aanleiding van het
adviestraject vervroegde doorstroming wordt bekeken welke aandachtspunten er zijn bij de
voorbereiding op de vervroegde doorstroming.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
13
De Zonnewijzer
Wanneer ouders ondanks een positief advies van de school een vervroegde doorstroming
niet wenselijk vinden, dan wordt de leerling in principe ingedeeld in de tweede leerlijn.
Mocht er sprake zijn van een grote didactische voorsprong en de school acht een
vervroegde doorstroming niet wenselijk, dan kan in overleg met de intern begeleider besloten
worden tot een individueel traject voor de leerling.
In principe starten leerlingen die vervroegd zijn doorgestroomd na enkele weken weer met
een aangepast programma. Bij twijfel kan in overleg met de intern begeleider bekeken
worden of een leerling start in de eerste of de tweede leerlijn. Mocht de leerkracht denken
dat een aangepast leerstofaanbod op dat moment nog niet wenselijk is, dan wordt contact
opgenomen met de intern begeleider.
5.3 Compacting van de reguliere leerstof groep 3 t/m 8
Wij hanteren binnen ons leerstofaanbod twee leerlijnen aan de bovenkant.
Alle leerlingen die tot de doelgroep behoren, worden ingedeeld in de eerste of tweede leerlijn
en daarmee ligt tegelijk vast wat ze meedoen van de reguliere leerstof uit de methoden.
Binnen De Zonnewijzer maken we gebruik van de compactings-richtlijnen uit de reguliere
methoden met ondersteuning van de richtlijnen van het SLO. We zijn minimaal verplicht de
leerstof te compacten op het gebied van technisch lezen, taal, spelling en rekenen.
De leerkracht is verantwoordelijk voor het compacten van de leerstof. De richtlijnen voor het
compacten van de leerstof zijn terug te vinden in het DHH.
5.3
Verrijkingsaanbod
In de tijd die vrijkomt door compacting wordt verrijkingsstof aangeboden.
Er wordt in principe niet vooruit gewerkt met de leerstof, tenzij anders is afgesproken in het
handelingsplan.
Wij hebben een verrijkingsaanbod voor zowel de eerste als de tweede leerlijn.
Keuze verrijkingsaanbod
Voor invulling van het structurele gedeelte van de weektaak op het gebied van de reguliere
vakgebieden kiezen we zoveel mogelijk voor vaste materialen voor leerlingen in de eerste en
tweede leerlijn. Een overzicht van deze materialen is opgenomen in bijlage; overzicht
verrijkingsmaterialen.
De leerkracht kan indien nodig bij het onderdeel Suggesties voor verrijking van het DHH
zoeken naar aanvullende suggesties voor verrijking per groep, per vakgebied en per leerlijn.
Binnen het samenwerkingsverband is er een plusklas. Leerlingen van de groepen 6,7 en 8
die hiervoor in aanmerking komen kunnen hier gebruik van maken. Daarnaast kunnen
leerlingen van groep 7 en 8 wanneer zij hiervoor in aanmerking komen deelnemen aan de
masterclass.
NB!
Wij kijken binnen onze school niet alleen naar de intelligentie van de leerling maar ook naar
de zelfredzaamheid en de zelfstandigheid.
Orthotheek
De verrijkingsmaterialen zijn te vinden in de speciale verrijkingskast naast het kantoor van de
ib-er.
5.4
Begeleiding in groep 1-2
Voor groep 1-2 wordt het verrijkingsaanbod vanuit de methode Onderbouwd aangegeven.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
14
De Zonnewijzer
Compacting
We hanteren de uitgangspunten zoals die zijn opgenomen bij de beschrijvende richtlijnen
voor compacting in groep 1-2 van het DHH.
De belangrijkste punten zijn:
Er wordt met de opdrachten en werkjes aangesloten bij het niveau van de leerling;
er worden grotere leerstappen genomen, opdrachten met een gelijke inhoud en/of
doelstelling worden zoveel mogelijk vermeden;
per project wordt bekeken welke opdrachten zinvol zijn voor kinderen uit de doelgroep;
bij de methoden die gebruikt worden ter ondersteuning van het onderwijs wordt bekeken
welke onderdelen zinvol zijn om mee te laten doen.
Verrijkingsaanbod
Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Vanaf het moment dat duidelijk is dat er sprake is van een ontwikkelingsvoorsprong,
wordt gestart met het aanbieden van verrijkingsopdrachten en verrijkingsmateriaal;
er wordt verrijking aangeboden op zoveel mogelijk verschillende ontwikkelingsgebieden,
dus zo breed mogelijk;
per project wordt gezocht naar verrijkingsmogelijkheden vanuit de methode;
er wordt verrijking gezocht die aansluit bij de verschillende manieren van leren die
passen bij kinderen in deze leeftijdsfase (spelend leren, handelingsgericht leren,
methodisch leren);
er wordt aangesloten bij de diverse werkvormen die gehanteerd worden (werken met
ontwikkelingsmateriaal, spelen in hoeken, methodisch materiaal);
ontwikkelingslijnen worden uitgebreid naar boven toe (hiervoor is het nodig om
ontwikkelingsmaterialen aan te schaffen.
Er wordt ingespeeld op de ontwikkeling op het gebied van lezen en rekenen.
Planning leerstof
In groep 1-2 maakt de leerkracht per project een planning van de opdrachten en activiteiten
die aan de orde zullen komen. Vervolgens wordt per dag bepaald welke opdrachten en
activiteiten individuele kinderen gaan doen. Bij kinderen uit de doelgroep wordt bij het
inplannen van opdrachten en activiteiten rekening gehouden met het niveau van de leerling
en zullen naast reguliere opdrachten en activiteiten ook verrijkingsopdrachten ingepland
worden.
5.5
Pedagogische begeleiding
Wij zijn op de hoogte van veel voorkomende problemen bij (hoog)begaafde leerlingen, zoals
onderpresteren en faalangst.
Naast de didactische aanpassingen zijn er leerlingen die ook pedagogische begeleiding
nodig hebben omdat ze problemen hebben in het functioneren. Bijv. leerlingen die werk- en
leerstrategieën aangeleerd moeten krijgen.
Via de vragenlijst die door ouders en leerkracht is ingevuld in de diagnostiekfase kan
bekeken worden op welke gebieden zich eventueel problemen voordoen.
Bij de begeleiding van leerlingen kan gebruik gemaakt worden van de pedagogische
handelingssuggesties in het DHH.
Wanneer de leerkracht handelingsverlegenheid heeft, kan in overleg met de intern
begeleider contact opgenomen worden met het zorgteam voor een HGPD-bespreking of een
aanvraag voor een PAC.
Binnen het zorgteam zijn er mensen met specifieke deskundigheid op het gebied van
(hoog)begaafdheid daarnaast kan er besloten worden om over te gaan tot extern onderzoek.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
15
De Zonnewijzer
5.7
Begeleiding onderpresteerders
Onderpresteerders zijn leerlingen die onder het niveau presteren dat op grond van hun
capaciteiten verwacht mag worden uitgesloten is dat er sprake is van een stoornis. Zie
bijlage; kenmerken onderpresteren.
Signalering en diagnostiek
Bij leerlingen waarvan het vermoeden bestaat dat ze onderpresteren wordt eerst een volledig
intern onderzoek gedaan, zodat er duidelijkheid is over de begaafdheid.
Bij leerlingen waarvan de leerkracht een sterk vermoeden heeft dat er sprake zou kunnen
zijn van onderpresteren wordt ervoor gekozen om de signaleringsprocedure over te slaan en
direct door te gaan naar module 2 Diagnostiek, omdat de kans dan groter is dat de eventuele
begaafdheid van de leerling ook naar voren komt. Mocht er daarna nog onvoldoende
duidelijkheid zijn over de begaafdheid van de leerling, dan is extern onderzoek wenselijk.
Soms geeft het DHH aan bij de factor onderpresteren aan dat er een gevaar is voor
onderpresteren of vertoont de leerling uitval op meerdere clusters van de vragenlijst.
Wanneer dit het geval is en de leerling valt buiten het protocol, dan wordt aangeraden om
extern onderzoek te laten doen.
Begeleiding
Bij leerlingen die onderpresteren is het belangrijk om ze ondanks hun huidige prestaties, in te
delen in een leerlijn. Daarnaast is de pedagogische begeleiding van deze leerlingen
essentieel om een gedragsverandering teweeg te brengen.
Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de pedagogische handelingssuggesties voor het
omgaan met onderpresteren uit het DHH. Mocht er na het toepassen van de
handelingssuggesties na enige tijd nog geen verbetering optreden in de situatie van de
leerling, dan is het wenselijk om een extern deskundige te raadplegen.
5.8
Randvoorwaarden begeleiding
Uitgangspunt is dat wij op school op dezelfde manier omgaan met het aanbieden en
begeleiden van verrijkingsopdrachten als dat wij doen met het aanbieden en begeleiden van
reguliere leerstof.
Planning leerstof
In de groepen 1 t/m 3 wordt de leerstof aangepast voor de meer begaafde kinderen. Er wordt
gewerkt met een kies bord of dagtaak , waarop de lesstof staat die afgestemd is op het
niveau van de kinderen. In de groepen 4 t/m 8 wordt op de zelfde manier gewerkt, alleen
dan met een weektaak.
Dit geeft overzicht voor de leerkracht en verhoogt de zelfstandigheid van de leerling. De
weektaak wordt opgesteld door de leerkracht, hiervoor wordt voor alle leerkrachten hetzelfde
formulier gehanteerd.
De leerkracht gebruikt de blokindeling (onderdeel van de compactingrichtlijnen) als
ondersteuning bij het opstellen van de weektaak.
Begeleiding leerling
Door te werken met het directe instructiemodel binnen ons school besteden we veel
aandacht aan de begeleiding van het verrijkingswerk van zowel de eerste als tweede leerlijn.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
16
De Zonnewijzer
Door de vaste rondes die gelopen worden, worden de leerlingen begeleidt en krijgen ze
feedback op hun werk. Door gebruik van hetzelfde materiaal binnen onze school kunnen de
leerkrachten de leerlingen goed begeleiden.
Leerlingen die werken met de tweede leerlijn krijgen instructie. In groep 4 t/m 8 staat dit
vermeld op hun weektaak.
De leerlingen die werken met de eerste leerlijn hebben geen individuele instructie nodig,
maar worden begeleid tijdens de rondes die de leerkracht loopt. De leerkracht neemt meer
een begeleidende rol in om het denkproces bij de leerlingen met zowel de eerste als tweede
leerlijn te vergroten.
Beoordeling verrijkingswerk
Uitgangspunt hierbij is dat het vooral bij verrijkingswerk erg belangrijk is om het leerproces
van de leerling te bewaken en dat verrijkingsmateriaal zich minder goed leent om het door de
leerling zelf na te laten kijken, gezien de aard van het materiaal. In de groepen 4 t/m 8 wordt
er op de weektaak voor de eerste en tweede leerlijn vermeld wanneer de leerkracht samen
met de leerlingen het verrijkingsmateriaal bespreekt en nakijkt. Deze opdracht(en) worden
ook beoordeeld door de leerkracht volgens een procesgerichte benadering (zie bijlage
beoordelingscriteria) en wordt weergegeven met een beoordeling of cijfer.
Vermelding op rapport
Eerste leerlijn:
Op het rapport wordt naast een cijfer voor de reguliere leerstof een opmerking gemaakt over
hoe de leerling werkt met het verrijkingsmateriaal.
Tweede leerlijn:
Op het rapport wordt naast een cijfer voor de reguliere leerstof ook een cijfer gegeven voor
het verrijkingsmateriaal waar de leerling aan gewerkt heeft.
Het cijfer wordt weergegeven op het rapport. Er wordt per vakgebied aangegeven aan welk
materiaal de leerling gewerkt heeft en per materiaal wordt een cijfer gegeven, die is
gebaseerd op de beoordeling van het werk dat door de leerkracht is nagekeken.
Registratie
Bij de overgang naar een volgende groep wordt bij het overdrachtsgesprek het
groepsoverzicht besproken en daarop staat aangegeven aan welke verrijkingsstof de leerling
gewerkt heeft en hoe ver hij gekomen is met de verschillende materialen.
Coördinatie
De coördinatie van de zorg voor hoogbegaafde leerlingen ligt bij de intern begeleider.
Daarnaast kan de ic-ter ingezet worden bij problemen van het computerprogramma.
Verslaglegging
De verslagen van de signalerings- en diagnostiekfase worden opgenomen in het leerlingdossier. Handelingsplannen en evaluatie gegevens worden genoteerd (waar mogelijk) in het
groepsplan. Wanneer er sprake is van een individueel handelingsplan (tweede leerlijn)
gebeurt dit in parnassys.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
17
De Zonnewijzer
6.
Evaluatie
Uitgangspunt is dat de zorg voor (hoog)begaafde leerlingen wordt geëvalueerd binnen de
school via de normale overlegstructuren voor zorgleerlingen. Verder zijn er afspraken over
de evaluatie met ouders en leerling.
6.1
Team
Binnen ons team hanteren we de volgende overlegstructuren;
- Leerling-bespreking in de bouwvergadering;
- groepsbespreking;
- HGPD;
- zorgvergaderingen;
- ZAT.
Hoe de organisatie van bovenstaande overlegstructuren is vormgegeven staat vermeld in de
Piramide van Ondersteuning DOL.
6.2
Ouders
Wanneer een handelingsplan is opgesteld wordt dit besproken met de ouders/verzorgers. Na
6-8 weken vindt er een evaluatiegesprek plaats met de leerkracht en ouders. Door de
leerkracht wordt er een nieuw handelingsplan opgesteld.
Wanneer een handelingsplan naar tevredenheid loopt en er geen grote aanpassingen meer
nodig zijn, wordt de evaluatie gekoppeld aan de rapportgesprekken (2x per jaar). Dit gesprek
wordt gevoerd door de leerkracht.
Wanneer een handelingsplan niet naar tevredenheid loopt vindt er een gesprek plaats met
leerkracht ib-er en ouders. Ouders, leerkracht en ib-er zorgen er samen voor dat het
handelingsplan passend is voor de desbetreffende leerling.
Op langer termijn (4-6 maanden) kan er eventueel gekozen worden om de vragenlijsten uit
de diagnostiekfase nog eens opnieuw in te vullen. Op deze manier kan bekeken worden of
het handelingsplan ook geleid heeft tot een ander beeld bij ouders en leerkracht.
6.3
Leerling
Het is belangrijk om regelmatig even kort te evalueren met de leerling, zodat de leerkracht
zicht houdt op het leerproces van de leerling. De leerkracht doet dit door middel van
individuele gesprekken met de leerling.
Daarnaast voert de leerkracht gekoppeld aan de rapportgesprekken, een evaluatiegesprek
met de leerling. Hierbij kan de lijst ‘suggesties voor evaluatie’ uit het DHH gebruikt worden.
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
18
De Zonnewijzer
Bijlagen Beleidsplan Hoogbegaafdheid
1. Leer en persoonskenmerken van de signalering
2. Piramide van Ondersteuning
3. Overzicht verrijkingsmaterialen
a. Schema verrijkingsmateriaal groep 1-2
b. Schema verrijkingsmateriaal groep 3-8 (Cd-rom)
4. Kenmerken onderpresteren
5. Beoordelingscriteria
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
19
De Zonnewijzer
1. Leer- en persoonskenmerken van de signalering
Leereigenschappen
− Is snel van begrip
− Maakt grote denk- en leerstappen
− Goed geheugen
− Brede algemene interesse
− Brede algemene kennis
− Analytisch vermogen
− Nieuwe kennis integreren met oude kennis
− Toepassen van verworven kennis
Persoonskenmerken
− Prestatiemotivatie
− Doorzettingsvermogen
− Zelfbeeld
− Zelfstandigheid
− Sociale competentie
− Perfectionisme
− Werk- en leerstrategieën
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
20
De Zonnewijzer
2. Ringen van onderwijs: hoogbegaafdheid
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
21
De Zonnewijzer
3. Overzicht verrijkingsmaterialen
Gr
1-2
3
Lezen
Taal/spelling
Onderbouwd
verrijkingslessen:
communiceren,
discriminatie, klanken
en klankgroepen
Plustaak Taal & lezen
3/4
Zon-versie VLL
4
Plustaak Taal & lezen
3/4
Plusboek Taal
Taal Actief
Plusbladen spelling
Taal Actief
5
Plustaak Taal & lezen
4/5
Plusboek Taal Actief
Plusbladen spelling
Taal Actief
6
Plustaak Taal 5/6
Plusboek Taal Actief
Plusbladen spelling
Taal Actief
Taalmeesters
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
Begrijpend lezen
Rekenen *
Onderbouwd
verrijkingslessen :
geld
Plustaak Taal & lezen Plustaak Rekenen
3/4
Rekentijger
Zon-versie VLL
Verrijkingsbladen
Rekenrijk
Kien
Plustaak Taal & lezen Plustaak Rekenen
3/4
Rekentijger
Somplex
Kien
Rekenmeesters
Verrijkingsbladen
Rekenrijk
Plustaak Taal & lezen Plustaak Rekenen
4/5
Rekentijger
Somplex
Kien
Rekenmeesters
Verrijkingsbladen
Rekenrijk
Plustaak Rekenen
Rekentijger
Somplex
Kien
Rekenmeesters
Verrijkingsbladen
22
De Zonnewijzer
Zaakvakken
Project
Super Denkwerk 4/5
www.webkwestie.nl
Super Denkwerk 4/5
www.webkwestie.nl
Super Denkwerk 5/6
7
Plustaak Taal 6/7
Taalmeesters
Plusboek Taal
Taal Actief
Plusbladen spelling
Taal Actief
8
Plustaak Taal 7/8
Plusboek Taal Actief
Plusbladen spelling
Taal Actief
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
Plustaak begr.lezen
7/8
Rekenrijk
Puzzelboekje rekenen
gr6
Logische breinbrekers
Leuk rekenen
Plustaak Rekenen
www.webkwestie.nl
Rekentijger
Somplex
Kien
Rekenmeesters
Verrijkingsbladen
Rekenrijk
Puzzelboekje rekenen
gr7
Plustaak Rekenen
www.webkwestie.nl
Rekentijger
Somplex
KIEN
Malmberg
puzzelboekje
23
De Zonnewijzer
Topklassers
Werkgidsen
Presenteren is leren
Pittige plustorens
Projectmap
Topklassers
Overzicht verrijkingsspelen uit de verrijkingskast. Sommige spellen zijn ook te
gebruiken in de andere groepen.
Groep 1 en 2
boomgaard
katamino 29,99
Katamino is in de eerste plaats hersenbreker met veel mogelijkheden en
oplossingen, maar daarnaast is het ook een vlot en snel spel voor één tot twee
personen. Leeftijd 4+
camelot junior 27,99
Aan de hand van de opstelling die de opdracht aangeeft, moet je de blokken
bouwen. Maar je moet er ook voor zorgen dat de prins en prinses naar elkaar toe
kunen lopen. Leuke controle.
• Prinses fantasiespel, coöperatief spel,
• Max de kat, coöperatief spel
• Busytown, coöperatief zoekspel,
Groep 3
camouflage northpole
Uitdagende puzzel voor kinderen en volwassenen. De ondergrond verandert steeds
en jij moet zien dat de puzzelstukken er goed op passen. Leuke bijkomstigheid is dat
dit spel is uit te breiden met 60 nieuwe opdrachten.
halli galli
Zie je 5 stukjes van hetzelfde fruit, dan sla je op de bel. Reactiespel, wie ziet het als
eerste, niet voor zenuwpezen. Voor de liefhebbers van fazantenbal en junglespeed.
Ook populair onder volwassenen....
set
Vind zo veel mogelijk sets van 3 kaarten. Let op kleur, vorm, vulling en aantal. En
wees sneller dan de anderen. Zoek overeenkomsten en verschillen.
Tenenkrommende snelheid. Een echte klassieker.
vlotte geesten
Een van onze best verkochte spellen. Pak als eerste het goede voorwerp: de fles,
het spook, de stoel, het boek of de muis. Maar kom er eerst maar eens achter wat
het voorwerp is...
• ZEN blocks, cooperatief spel (tot wel 14 personen)
• Winter, cooperatief spel
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
24
De Zonnewijzer
Groep 4
rush hour
Ontsnap met de rode wagen uit de verkeersopstopping. Inmiddels een klassieker.
anti-virus
Werkt net als Rush Hour, met dit verschil dat de speelstukken verschillende vormen
hebben, en dus anders schuiven. Je krijgt steeds een andere opstelling en dan is het
de bedoeling het rode virus uit het spel te schuiven.
• UFO cooperatief spel
• Ogen van de jungle cooperatief spel
Groep 5
kwatro
Ideaal ‘meeneem’ spel: zo groot als 2 luciferdoosjes. Past dus in je
broekzak. Geschikt voor de hele familie: iedereen kan meedoen. Heel snel te leren
én te spelen. Verpakt in fraai blikje.
op geheime missie
Leuk voor een kinderfeestje. Een van de spelers probeert zoveel mogelijk
afbeeldingen, cijfers en letters te onthouden, terwijl de anderen voor stoorzender
spelen: praten, sirene nadoen, opsommen, hummen. Probeer je dan maar eens te
concentreren. 2-5 spelers. Geheugenspel.
quoridor
Het wordt eentonig, maar wat zijn de spellen van Gigamic toch altijd simpel van
opzet en o zo fraai uitgevoerd. Bij Quoridor is het weer niet anders. Probeer je pion
zo snel mogelijk aan de overkant te krijgen en blok je tegenstander waar je kunt.
Simpel. Jazeker. Eenvoudig? Absoluut niet. Erg tactisch spel.
da vinci code
Prima puzzelspel voor tussendoor zonder poespas. Probeer met de gegeven
informatie - tijdens het spel steeds uitgebreider - codes te kraken. Da Vinci Code is
een combinatie van beredeneren, onthouden en ook het betere gokwerk.
Groep 6
dweebies
Dweebies zijn vrolijke wezens met een eigen hobby of passie. Ze zien er grappig uit
met hun bonte kleuren en drie haren op hun hoofd. Probeer zoveel mogelijk
Dweebies te verzamelen in dit eenvoudige maar vlotte kaartspel. 2 tot 6 spelers en
leeftijd 8+
hive
Zeer uitgekiend spel, waarin het draait om tactisch je tegenstander een stap voor te
blijven. Probeer met insecten, die allemaal een andere eigenschap hebben, een
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
25
De Zonnewijzer
tegel van je tegenstander te omsingelen. Zeer fraai spelmateriaal. Tactisch, maar
makkelijk te leren. Internationaal veelvuldig bekroond. En terecht.
tantrix game pack doos
Tantrix is een behoorlijk strategisch spel, waarin de spelers om de beurt aanleggen
en een zo lang mogelijke lijn of lus maken. Verslavend, alleen al omdat je het elke
keer beter wilt doen. Ook tientallen puzzels om alleen te spelen.
verboden eiland
Eén van de meest toegankelijke coöperatieve spellen. Heel erg goed met twee
personen te spelen. Topper in het genre. Spelers worden gedropt op een eiland en
moeten op jacht naar schatten. Vindt ze, overleg hoe je ze bij elkaar krijgt en verlaat
het eiland voordat het is overstroomd. Ziet er bovendien prima uit.
Groep 7
koehandel
In de meeste kasten van de Nederlandse huiskamers ligt Koehandel. Een van de
populairste spellen onder studenten. Een absolute must voor elke bluffer.
chess quito kokeshi
Chessquito is een educatief en fascinerend houten spel waarmee kinderen worden
ingeleid in de wondere wereld van het schaakspel. Speciale instapregels,
spelenderwijs de stukken leren kennen.
river crossing
Een van de moeilijkste Smartgames. Het valt niet mee de wandelaar aan de overkant
van de rivier te brengen zonder natte voeten te krijgen.
• Equilogic
• Titanic
Groep 8
panic lab
Voor de fans van Jungle Speed, Vlotte Geesten en Set, die op zoek zijn naar een
nog grotere uitdaging. In Panic Lab moet je echt je hoofd erbij houden, anders raak
je de draad kwijt.
flashpoint nederlands
De spelers moeten een gezin uit de vlammen van een brandend huis redden. Alles
zit in het spel. Ambulances, brandweerauto's, brandblussers, noem maar op.
Filosoferen
‘Klein, maar dapper’
‘Vliegende pappa’s’
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
26
De Zonnewijzer
4. Eigenschappen van onderpresteren
Positief:
- Begrijpt en onthoudt moeilijke informatie wanneer het wel geïnteresseerd is.
-
Leest veel of verzamelt in zijn vrije tijd op andere manieren veel informatie.
-
Presteert significant beter op mondelinge dan op schriftelijke overhoringen.
-
Kent veel feiten en heeft een grote algemene ontwikkeling.
-
Komt goed uit de verf bij individueel onderwijs op maat.
-
Is creatief en heeft een levendige verbeelding.
-
Ontwikkelt thuis op eigen initiatief allerlei activiteiten.
-
Heeft een brede belangstelling en vindt het leuk om dingen te onderzoeken.
-
Is gevoelig.
Negatief:
- Presteert op school redelijk tot slecht (soms alleen onder het eigen niveau).
-
Heeft zijn huiswerk niet af of slecht gemaakt.
-
Is vaak ontevreden over zijn eigen prestatie.
-
Heeft een hekel aan automatiseren.
-
Vermijdt nieuwe leeractiviteiten uit angst om te mislukken.
-
Heeft minderwaardigheidsgevoelens, kan wantrouwend of onverschillig zijn.
-
Doet niet graag mee aan groepsactiviteiten, heeft het gevoel dat niemand hem mag.
-
Is minder populair bij leeftijdsgenootjes. Zoekt vrienden onder gelijkgestemden.
-
Doelen worden door het kind te hoog gekozen zodat falen hieraan geweten kan
worden.
-
Is snel afgeleid en impulsief.
-
Staat afwijzend of onverschillig tegenover de school.
-
Wil niet geholpen worden, wil zelfstandig zijn.
-
Neemt geen verantwoordelijkheid voor zijn eigen daden of wijt mislukken aan
anderen.
-
Verzet zich tegen autoriteit.
(Bron: Nelissen & Span, 1999; als signaleringslijst in bijlage 6, Van Gerven & Drent, 2000)
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
27
De Zonnewijzer
5. Beoordelingscriteria verrijkingsmateriaal
Bij het beoordelen van verrijkingsopdrachten kan gelet worden op de volgende aspecten:
− Hoe was de inzet van de leerling?
− Kan de leerling op een zelfstandige manier omgaan met de opdrachten?
− Is de leerling in staat om zelf tot oplossingsstrategieën te komen?
− Is de leerling in staat om samen met anderen tot een oplossing te komen (indien van
toepassing)?
− Is het werk binnen de gestelde tijd afgemaakt?
− Voldoet het eindresultaat aan de verwachtingen?
− Pakt de leerling eventuele aanwijzingen van de leerkracht goed op?
− Is de leerling in staat tot zelfreflectie?
6. Het praktische gedeelte binnen de groepen:
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
28
De Zonnewijzer
Verrijking volgens de 1e leerlijn - OB
Dit betekent dat de kinderen per week 30 minuten tijd hebben voor verrijking. Deze tijd wordt geclusterd zodat ze op de weektaak voor dat vak tijd hebben voor de onderstaande
verrijking. Dit wordt op de weektaak vermeld. Er wordt op de volgende manier gecompact: ( zie onder het vak op welke manier )
Vak +
compacten/
periode
Rekenen
Groepsplan periode 1
oktober )
( juni -
Onderbouwd verrijkingsles
Verrijkingskast
Werkje op het planbord
Groepsplan periode 2
oktober - januari )
(
Onderbouwd verrijkingsles
Verrijkingskast
Werkje op het planbord
Groepsplan periode 3
maart )
( januari -Groepsplan periode 4
juni )
Onderbouwd verrijkingsles
Verrijkingskast
Werkje op het planbord
( maart -
Onderbouwd verrijkingsles
Verrijkingskast
Werkje op het planbord
Verrijking volgens de 1e leerlijn - OB
Dit betekent dat de kinderen per week 30 minuten tijd hebben voor verrijking. Deze tijd wordt geclusterd zodat ze op de weektaak voor dat vak tijd hebben voor de onderstaande
verrijking. Dit wordt op de weektaak vermeld. Er wordt op de volgende manier gecompact: ( zie onder het vak op welke manier )
Vak +
compacten/
periode
Taal
Groepsplan periode 1
oktober )
( juni -
Onderbouwd verrijkingsles
Verrijkingskast
Werkje op het planbord
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
Groepsplan periode 2
oktober - januari )
(
Onderbouwd verrijkingsles
Verrijkingskast
Werkje op het planbord
29
Groepsplan periode 3
maart )
( januari -Groepsplan periode 4
juni )
Onderbouwd verrijkingsles
Verrijkingskast
Werkje op het planbord
( maart -
Onderbouwd verrijkingsles
Verrijkingskast
Werkje op het planbord
De Zonnewijzer
Verrijking volgens de 1e leerlijn - MB
Dit betekent dat de kinderen per week 90 minuten tijd hebben voor verrijking. Deze tijd wordt geclusterd zodat ze op de weektaak voor dat vak tijd hebben voor de onderstaande
verrijking. Dit wordt op de weektaak vermeld. Er wordt op de volgende manier gecompact: ( zie onder het vak op welke manier )
Vak +
compacten/
periode
Groepsplan periode 1
oktober )
( juni -
Groepsplan periode 2
oktober - januari )
(
Groepsplan periode 3
maart )
( januari -Groepsplan periode 4
juni )
Rekenen
Routeboekje SLO
Verrijking Rekenrijk
Routeboekje SLO
Verrijking Rekenrijk
Routeboekje SLO
Verrijking Rekenrijk
Rekentijgers
Eventueel KIEN
Routeboekje SLO
Verrijking Rekenrijk
Rekentijger
Eventueel KIEN
Spelling
Plusbladen Taal Actief (n.a.v. de
dictees)
Plusbladen Taal Actief (n.a.v. de
dictees)
Plusbladen Taal Actief
Plusbladen Taal Actief
( maart -
Verrijking volgens de 1e leerlijn - MB
Dit betekent dat de kinderen per week 30 minuten tijd hebben voor verrijking. Deze tijd wordt geclusterd zodat ze op de weektaak voor dat vak tijd hebben voor de onderstaande
verrijking. Dit wordt op de weektaak vermeld. Er wordt op de volgende manier gecompact: ( zie onder het vak op welke manier )
Vak +
compacten/
periode
Groepsplan periode 1
oktober )
( juni -
Groepsplan periode 2
oktober - januari )
(
Groepsplan periode 3
maart )
( januari -Groepsplan periode 4
juni )
( maart -
Begrijpend
lezen
Taal
Technisch
lezen
Plusboek methode
Plusboek methode
Plusboek methode
Plusboek methode
Estafetteloper
Estefetteloper
Estafetteloper
Estafetteloper
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
30
De Zonnewijzer
Verrijking volgens de 1e leerlijn - BB
Dit betekent dat de kinderen per week 90 minuten tijd hebben voor verrijking. Deze tijd wordt geclusterd zodat ze op de weektaak voor dat vak tijd hebben voor de onderstaande
verrijking. Dit wordt op de weektaak vermeld. Er wordt op de volgende manier gecompact: ( zie onder het vak op welke manier )
Vak +
compacten/
periode
Rekenen
Spelling
Groepsplan periode 1
oktober )
( juni -
Routeboekje SLO en
Verrijkingsbladen Rekenrijk
Plusbladen bij de methode
Groepsplan periode 2
oktober - januari )
(
Groepsplan periode 3
maart )
( januari -Groepsplan periode 4
juni )
( maart -
Routeboekje SLO en
Verrijkingsbalden SLO
Routeboekje SLO en
verrijkingsbalden Rekenrijk
Rekentijger
Kien van leerjaar eerder
Routeboekje SLO en
verrijkingsbalden Rekenrijk
Rekentijger
Kien van leerjaar eerder
Idem
Idem
Idem
Verrijking volgens de 1e leerlijn - BB
Dit betekent dat de kinderen per week 30 minuten tijd hebben voor verrijking. Deze tijd wordt geclusterd zodat ze op de weektaak voor dat vak tijd hebben voor de onderstaande
verrijking. Dit wordt op de weektaak vermeld. Er wordt op de volgende manier gecompact: ( zie onder het vak op welke manier )
Vak +
compacten/
periode
Groepsplan periode 1
oktober )
( juni -
Groepsplan periode 2
oktober - januari )
(
Groepsplan periode 3
maart )
( januari -Groepsplan periode 4
juni )
( maart -
Begrijpend
lezen
Taal
Technisch
lezen
Plusboek methode
Idem
Idem
Idem
Estafette loper
Idem
Idem
Idem
Beleidsplan (hoog)begaafdheid
31
De Zonnewijzer