Plusvoorwaarden Paramedische zorg 2015-2016 Inleiding Het ‘Plus’ inkoopbeleid kenmerkt zich door het verbeteren van de kwaliteit van de fysiotherapeutische en oefentherapeutische zorg voor klanten en het stimuleren en belonen van therapeuten die bereid zijn deze kwaliteit te bieden. Achmea divisie Zorg en Gezondheid kiest ervoor om een intensieve samenwerking aan te gaan met een aantal fysiotherapeutische en oefentherapeutische zorgverleners. Vanuit deze samenwerking verwachten wij dat de contractant ‘het Plus partnership’ binnen de eigen praktijk bestendigt. Binnen de visie van Achmea wordt veel waarde gehecht aan partnership. Met u als Pluscontractant gaan wij een intensieve samenwerking aan. Daarmee bent u als Pluscontractant onze partner. Dit partnership is gestoeld op de volgende belangrijke uitgangspunten; vertrouwen, een wederzijds langdurige relatie, samenwerken, een gedeelde verantwoordelijkheid en het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe producten of diensten. Aan deze nieuwe producten of diensten is kwaliteit als belangrijk aangrijpingspunt binnen het inkoopbeleid verbonden. Achmea definieert kwaliteit op vier niveaus, op basis waarvan differentiatie in de overeenkomsten is geborgd. • Verbeteren kwaliteit van zorg en daarmee de gezondheid van de klant; • Onderscheiden, belonen en communiceren van kwaliteit en innovatie; • Vertrouwensvolle relatie met zorgverleners en maximale behandelvrijheid en transparantie; • Stimuleren van kostenefficiency en doelmatigheid. In het volgende schema is het Paramedische inkoopbeleid weergegeven. Doelmatigheidsnorm maximaal 150* Standaard Basis Beheersmodel doelmatigheidsnorm > 115 Basis Xtra* Plus Doelmatigheidsnorm < 90 Plusaudit, klinimetrie CQ - EPD Landelijk normen Minimale normen CQ - EPD CQ* Multidisc. samenwerken* Voorportaal Plus CQ - EPD Multidisc. samenwerken Multidisc. samenwerken Maatwerk Resultaatafspraak bij behandelindex > 90 en < 115 Plusaudit niet behaald** Behandelindex* > 115 en < 150 *2016 ** Plusaudit niet behaald en behandelindex < 90 Basis Xtra overeenkomst ** Plusaudit niet behaald en behandelindex > 90 Basisovereenkomst Integratie Plusovereenkomst en Plusvoorwaarden voor oefentherapeuten en fysiotherapeuten De Plusovereenkomst1 voor oefentherapeuten en fysiotherapeuten en de daarbij horende Plusvoorwaarden2 zijn voor 2015-2016 geüniformeerd. Dit omdat het Plusbeleid voor Fysiotherapie en Oefentherapie qua zorginkoopbeleid en prestaties veel raakvlakken met elkaar hebben. Voor 2015-2016 bieden wij de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 aan, aan zowel de fysio- als de oefentherapeut. Ook deze voorwaarden “Plusvoorwaarden Paramedische zorg 2015-2016” zijn van toepassing op de fysio- en de oefentherapeut. De samenvoeging moet leiden tot een transparant en overzichtelijk contractaanbod voor de zorgaanbieder en een effectiever proces. Plusvoorwaarden: Algemeen deel en Zorgsoort specifiek deel Binnen deze Plusvoorwaarden Paramedische zorg 2015-2016 zijn de voorwaarden onderverdeeld in een “algemeen deel” welke is bestemd voor Pluscontractanten Fysiotherapie en Oefentherapie en een “zorgsoort specifiek deel” waarin de voorwaarden zijn ondergebracht welke van toepassing zijn voor Pluscontractanten Fysiotherapie en Pluscontractanten Oefentherapie. 1. Wanneer in dit document gesproken wordt over de Plusovereenkomst dan wordt daarmee de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 bedoeld. 2. Wanneer in dit document gesproken wordt over de Plusvoorwaarden dan wordt daarmee de Plusvoorwaarden Paramedische zorg 2015-2016 bedoeld. Algemeen deel Onderstaande voorwaarden zijn van toepassingen op contractanten oefentherapie en fysiotherapie met een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. Artikel 1 Plusvoorwaarden Om in aanmerking te komen voor een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 of om de Plusovereenkomst te behouden dient u te voldoen aan de volgende algemene voorwaarden: 1.1.De contractant had in 2013-2014 een Plusovereenkomst of heeft in 2015 en kwartaal 1 van 2016 minimaal 1 jaar een geldende Basisovereenkomst en vanaf kwartaal 2 2016 een Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg 2016; 1.2. De contractant heeft een overeenkomst op praktijkniveau; 1.3. Voorwaarden ten aanzien van Communicatie en uitingen in de media; 1.4. Positief bevonden Motivational Paper en Plusaudit; 1.5. Voorwaarden doelmatig handelen; 1.6. Het maken van Resultaatsafspraken. Hieronder worden bovenstaande Plusvoorwaarden verder toegelicht. 1.1. Basisovereenkomst voor minimaal 1 jaar of Plusovereenkomst 2013-2014 Om in 2015 in aanmerking te komen voor een Plusovereenkomst dient de fysiotherapiecontractant minimaal één jaar in het bezit te zijn van een geldende Basisovereenkomst (Basisovereenkomst Fysiotherapie 2014) en dient de oefentherapeut minimaal 1 jaar in het bezit te zijn van een Standaardovereenkomst (Standaardovereenkomst Oefentherapie 2014). Daarbij is het van belang dat contractant aantoonbaar conform de voorwaarden verbonden aan de betreffende overeenkomst heeft gewerkt. voorwaarden. Per praktijk wordt er één overeenkomst gesloten. Indien er meerdere vrijgevestigde therapeuten (niet in loondienst zijnde) werkzaam zijn binnen de praktijk wordt er gebruik gemaakt van de zogenaamde ‘volmacht constructie’ waarbij één van de vrijgevestigde therapeuten gevolmachtigd wordt door alle andere therapeuten. De gevolmachtigde sluit vervolgens de overeenkomst namens alle vrijgevestigde therapeuten. Een praktijk kan bestaan uit één vestiging of één hoofdvestiging met een of meerdere nevenvestigingen. Praktijklocaties met meerdere praktijken (meerdere praktijk - AGB - codes) op hetzelfde adres komen niet in aanmerking voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. NB. Is er op hetzelfde praktijkadres van een of meerdere praktijklocaties van de praktijk een andere gecontracteerde therapeut en/of praktijk gevestigd, dan komt de praktijk niet in aanmerking voor de Plusovereenkomst. 1.3. Communicatie en uitingen in de media 1.3.1. Achmea huisstijl Een huisstijl laat de identiteit van een organisatie zien. Iedere uiting van de organisatie draagt bij aan deze identiteit en zorgt voor eenheid in communicatie. Achmea en haar merken hebben voor hun organisatie voor het gebruik van de huisstijl richtlijnen opgesteld. Deze richtlijnen moeten door alle onderdelen van het concern worden toegepast zodat de herkenbaarheid en uniformiteit wordt gewaarborgd. Achmea stelt diverse (plus) uitingen beschikbaar aan haar contractanten. Een Plus uiting is een poster, Pluspraktijk Folder voor verzekerden en een banner op de website. Wij verwachten dat u onze samenwerking kracht bij zet door onze uitingen te voeren op onder andere uw praktijkwebsite en praktijkpromotiemateriaal. U bent verplicht deze uitingen als een goed huisvader te beheren. Indien contractant in kwartaal 1 van 2016 in aanmerking wil komen voor de Plusovereenkomst dan dient zowel de oefen- als fysiotherapeut in 2015 een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 in bezit te hebben. Indien de contractant vanaf april 2016 een Plusovereenkomst wil aangaan dan dient hij op dat moment in het bezit te zijn van een Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg 2016. 1.3.2. Logo en tekstgebruik Doordat het gebruik van de Achmea - logo’s aan regels is gebonden, wil Achmea dat haar logo’s alleen worden gebruikt in uitingen die door de organisatie zelf worden uitgegeven. Het is daarom niet toegestaan om de Achmea - logo’s zonder toestemming op bijvoorbeeld uw briefpapier, uw folder of uw internetsite te gebruiken. Hiermee wil Achmea voorkomen dat bij aanpassing van de huisstijl oudere versies in omloop blijven. Contractanten met een Plusovereenkomst 2013-2014 komen automatisch in aanmerking voor de Plusovereenkomst voor 2015-2016 mits zij voldoen aan deze Plusvoorwaarden. Wanneer contractant de Plusovereenkomst afsluit dient hij op het persoonlijk deel aan te geven dat hij voldoet aan deze Plusvoorwaarden. 1.3.3. Naamgeving Wanneer de contractant Achmea of een van haar labels noemt in de media of gebruik maakt van de huisstijl, logo’s of teksten van Achmea dient dit altijd na overleg en goedvinden van Achmea plaats te vinden. U kunt dit schriftelijk aan ons kenbaar maken via [email protected]. 1.2. Overeenkomst op praktijkniveau De Plusovereenkomst wordt altijd op praktijkniveau (AGB praktijkcode) afgesloten. Alle fysio- en oefentherapeuten werkzaam binnen de praktijk dienen te voldoen aan de gestelde 1.4. Voorwaarden Motivational Paper en Plusaudit 2015-2016 Om in aanmerking te komen voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 dient de contractant allereerst een positief beoordeelde Achmea Motivational Paper (MP) in bezit te hebben. Daarnaast dient de Plusaudit, te zijn uitgevoerd door een auditbureau geselecteerd door de SKMZ3 en met een positief eindresultaat te zijn afgerond. Wanneer u zowel een positief Achmea Motivational Paper heeft en de Plusaudit positief heeft doorlopen, ontvangt u van het auditbureau een Plusauditcertificaat. Het Achmea Motivational paper maakt onlosmakelijk deel uit van de Plusaudit, de Plus opvolgingsaudit en het nieuw op te leveren SKMZ plusauditproduct voor fysiotherapeuten. 1.4.1. Stichting Kwaliteits Monitoring Zorg (SKMZ) De zorgverzekeraars Achmea, CZ, De Friesland en Menzis hebben op 27 juni 2013 de Stichting Kwaliteitsmonitoring Zorg (SKMZ) opgericht. De SKMZ heeft tot doel: -- Het beheren van de rechten op en het in stand houden en door ontwikkelen van de huidige auditmodellen binnen de paramedische sector en het beschikbaar stellen hiervan aan derden; -- Het bundelen van kennis, kunde en vaardigheden, waaronder nieuwe audit- en ook andere modellen en instrumenten voor het meten van kwaliteit ontwikkeld en ingezet kunnen worden voor zowel de fysiotherapie als andere zorgsoorten binnen de paramedische sector en overige eerstelijnszorg en het beschikbaar stellen hiervan aan derden; -- Het borgen van de kwaliteit van uitvoering van de audits door het beoordelen, evalueren en selecteren van de auditsbureaus en overige uitvoerders. resultaatsafspraken met de Pluscontractant. De beoordeling van het MP vindt plaats door het auditbureau. De beoordeling is bindend. Indien het Achmea-MP als negatief wordt beoordeeld (en u de Plusaudit toch laat uitvoeren) ontvangt u geen geldend Plusauditcertificaat voor Achmea. Het Achmea MP heeft een geldigheidsduur van maximaal 6 maanden, gerekend vanaf de datum waarop het auditbureau de uitslag van de beoordeling aan de contractant heeft verstuurd. Dat betekent dat de Plusaudit binnen de termijn van 6 maanden dient plaats te vinden. Het MP van Achmea en de Plusaudit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. MP van andere zorgverzekeraars zijn niet uitwisselbaar. 1.4.3. Plusaudit en procedure De Plusaudit zal door het gekozen auditbureau op de praktijklocatie(s) plaatsvinden. Tijdens deze Plusaudit zal getoetst worden of u als contractant voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in de vigerende ‘Auditcriteria Plusaudit Fysiotherapie/Oefentherapie’. MP Achmea Plusaudit 2 jaar Bij uitbreiding of overname Pluspraktijk Voor de Plusprocedure selecteert de SKMZ de auditbureaus. De SKMZ beheert het auditproduct, de Auditcriteria Plusaudit Fysiotherapie/Oefentherapie en het Plusauditregelement. Op de website van de SKMZ; www.skmz.nl kunt u de volgende documenten raadplegen: -- Overzicht van de geselecteerde auditbureaus; -- Vigerende Auditcriteria Plusaudit Fysiotherapie/ Oefentherapie; -- Auditreglement voor de procedure behorend bij het MP en de Plusaudit.4 1.4.2. Achmea Motivational Paper Het Achmea Motivational Paper (MP) is ontwikkeld ter voorbereiding voor de praktijk c.q. contractant op de Plusaudit. Daarnaast geeft het MP informatie over de praktijkvoering, het gevoerde beleid en zaken als de mate van multidisciplinaire samenwerking en beleid binnen de praktijk op het gebied van zelfmanagement en ontwikkelingen op het gebied van zorginnovaties. Op basis van het MP wordt door het auditbureau beoordeeld of en binnen welke termijn de Plusaudit uitgevoerd kan worden. Tevens geeft het inzicht over uw praktijksituatie en kan het gebruikt worden door de relatiemanager van Achmea voor het maken van Plusaudit MP Achmea Opvolgingsaudit 2 jaar Plusaudit Bij uitbreiding of overname Pluspraktijk Keuzemoment MP Achmea MP Achmea Nieuw auditproduct SKMZ5 Opvolgingsaudit Inhoud hetzelfde 3. SKMZ: Stichting Kwaliteits Monitoring Zorg; zie 1.4.1. 4. Bij het schrijven van deze voorwaarden is het Auditreglement niet gereed. Zodra het auditreglement gereed is zal Achmea haar contractanten hier actief over informeren via de website van de SKMZ: www.skmz.nl 5. Momenteel wordt er door de SKMZ in samenwerking met een selectie van PlusPraktijken Fysiotherapie een nieuw product ontwikkeld. De SKMZ kan nog niet aangeven binnen welke termijn dit nieuwe product beschikbaar is en hoe dit er uit zal komen te zien. Vanaf het moment dat het nieuwe product geïmplementeerd kan worden dient een Pluspraktijk fysiotherapie welke reeds minimaal twee maal de Plusaudit met goed gevolg heeft afgelegd zich bij voorkeur te laten toetsen middels het nieuwe product. Zodra er meer informatie beschikbaar is over het nieuwe product zal Achmea u daarvan op de hoogte stellen. Procedure Met betrekking tot de auditprocedure zijn er een viertal situaties van toepassing, deze zijn: 1. U heeft een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 en wil in 2015 een Plusovereenkomst aangaan. Hiertoe dient u zowel een MP als een Plusaudit met goed gevolg af te leggen; 2. U heeft een Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg 2016 en wil in 2016 een Plusovereenkomst aangaan. Hiertoe dient u zowel een MP als een Plusaudit met goed gevolg af te leggen. Na het eerste kwartaal van 2016 komt de contractant met een Basisovereenkomst niet meer in aanmerking voor de Plusovereenkomst (zie ook artikel 1.5. Voorwaarden doelmatig handelen); 3. U bent in het bezit van een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2013-2014 en dient een opvolgingsaudit te doen in 2015 of 2016. U dient voor het Auditcertificaat verloopt de MP en de Plusaudit met goed gevolg te hebben afgelegd; 4. U bent in het bezit van een Plusovereenkomst Fysiotherapie 2013-2014, uw certificaat verloopt gedurende 2015-2016 en u heeft reeds minimaal twee maal de Plusaudit opeenvolgend met goed gevolg afgelegd (u bent minimaal vier jaar in het bezit van een Plusovereenkomst). U dient dan voordat het lopende certificaat afloopt een MP en een Plusaudit met goed gevolg af te leggen5. 1.4.4. Auditbureaus Om de transparantie en de onafhankelijkheid van de beoordeling van het MP en Plusaudit te waarborgen, is besloten de uitvoering en beoordeling van het Achmea MP en de Plusaudit te beleggen bij de door SKMZ geselecteerde, externe en onafhankelijke auditbureaus. Een actueel overzicht van de auditbureaus treft u aan op de website van de SKMZ: www.skmz.nl. Op de website van de auditbureaus kunt u de volgende documenten raadplegen: -- Achmea Motivational Paper; -- Kosten van het Achmea MP en de Plusaudit. U dient er rekening mee te houden dat het door u geselecteerde bureau zowel de beoordeling van het Achmea MP als de Plusaudit zal uitvoeren. 1.4.5. Kosten en te toetsen praktijklocaties -- De contractant meldt zich namens zijn praktijk aan voor het beoordelen van het MP en het uitvoeren van de Plusaudit. Hij is daarbij gehouden aan de procedure zoals beschreven op de websites van de auditbureaus; -- De kosten voor de Plusaudit (MP en Plusaudit op praktijklocatie) zijn voor rekening van de contractant. De kosten voor het beoordelen van het MP worden apart door het auditbureau bij de praktijk in rekening gebracht; -- De praktijk sluit voorafgaand aan het hele traject een overeenkomst met het auditbureau. De kosten van de Plusaudit zijn afhankelijk van de omvang van de praktijk en het aantal praktijklocaties (dependances/nevenvestigingen). Bij het bepalen van het aantal te toetsen locaties en dossiers en de daarbij horende kosten, dient de contractant rekening te houden met het volgende: Indien een praktijk uit meerdere locaties bestaat en alle locaties onderdeel uitmaken van de overeenkomst die met de zorgverzekeraar is/wordt afgesloten, is de wortelformule van toepassing. Voorbeeld: in het geval dat een contractant zes praktijklocaties heeft en voor deze praktijken via één praktijk AGB-code bij Achmea declareert, dan worden deze praktijken als nevenlocaties gezien. In dit geval wordt de wortelformule toegepast (√6, afronden naar boven = 3) en dienen de hoofdvestiging en twee nevenlocaties de Plusaudit te doorlopen. Daarbij moeten alle dossiers van alle vestigingen op de hoofdvestiging toegankelijk zijn, bijvoorbeeld via het ICT-netwerk. Als dat niet het geval is, komt de wortelformule te vervallen en geldt dat er alsnog voor iedere vestiging een aparte Plusaudit met dossiertoets uitgevoerd wordt. Als een contractant 10 of meer praktijklocaties heeft, wordt de helft (50%) van het aantal praktijklocaties getoetst. Op het Plusauditcertificaat worden alle praktijklocaties vermeld. Het aantal te toetsen dossiers is afhankelijk van het aantal werkzame fysiotherapeutische en/of oefentherapeutische FTE’s6 binnen de praktijk en de nevenvestigingen. Indien er t/m 5 FTE werkzaam zijn in de organisatie worden er 10 dossiers getoetst en indien er meer dan 5 FTE werkzaam zijn worden er 15 dossiers getoetst. Per locatiebezoek worden er nog eens 5 dossiers getoetst. --- -- De dossiertoets wordt uitgevoerd over alle beschikbare dossiers7 welke behoren tot de toets periode van 6 maanden voorafgaande aan de auditdatum; De dossiertoets kent een representativiteitpercentage van 100%, dat wil zeggen dat alle dossiers behorende bij de toetsperiode van iedere werkzame oefen- en/ of fysiotherapeut beschikbaar dienen te zijn. Aan de dossiertoets kan slechts een beoordeling worden toegekend indien er aan dit representativiteitspercentage is voldaan; Indien een bestaande contractant met een Plusovereenkomst een nieuwe praktijklocatie opent of een bestaande locatie overneemt van een niet-Pluspraktijk (en deze locatie laat vallen onder de AGB-code van de hoofdvestiging), dient deze nieuwe locatie binnen 6 - 9 maanden geaudit te worden. Indien de audituitslag (van de nieuwe locatie) negatief is, zal de Plusovereenkomst voor alle praktijklocaties vervallen. De contractant kan vervolgens minimaal 12 maanden na de auditdatum pas opnieuw de Plusauditprocedure starten om weer in aanmerking te komen voor een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. 1.4.6. Patiëntendossiers en privacy De praktijk is verplicht inzage te geven in alle dossiers binnen de betreffende praktijklocatie en zorgt er voor dat dit gebeurt binnen de geldende privacywetgeving. De praktijk dient tijdens de Plusaudit patiëntendossiers aan te leveren aan de auditoren van het auditbureau. De termijn waaruit de patiëntendossiers worden getrokken is altijd zes maanden voorafgaand aan de auditdatum. De exacte termijn wordt aangegeven door het auditbureau. 6. 1 FTE staat voor een 40-urige werkweek. 7. Het betreft alle dossiers van alle zorgverzekeraars waarvan tenminste één behandeling valt in de toets periode. Het is de verantwoordelijkheid van de contractant dat hij ten aanzien van de Plusaudit voldoet aan de vereisten van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). Binnen de WBP mogen in beginsel geen herleidbare patiëntgegevens aan derden worden verstrekt. De contractant is verantwoordelijk voor het informeren van zijn patiënten, cq het verkrijgen van toestemming over het aanleveren van de patiëntendossiers ofwel de patiëntendossiers dienen geanonimiseerd aan de auditoren van het auditbureau aangeleverd te worden. De wijze waarop dit gebeurt, is vorm vrij en kan door de contractant zelf worden ingevuld rekening houdend met de geldende wet- en regelgeving. 1.4.7. Beoordeling Plusaudit Op basis van de vigerende Auditcriteria Plusaudit Fysiotherapie/ Oefentherapie wordt door het auditbureau beoordeeld of de contractant heeft voldaan aan auditcriteria. Na afloop van de Plusaudit wordt de uitslag (wel/niet voldaan) direct door het auditbureau aan de contractant gecommuniceerd. Achmea ontvangt het auditrapport van het auditbureau binnen 3 werkdagen. De contractant dient zelf het behaalde Pluscertificaat kenbaar te maken aan Achmea door een mail te sturen naar [email protected] indien de contractant in aanmerking wil komen voor de Plusovereenkomst. 1.4.8. Heraudit -- Bij een negatieve audituitslag van de Plusaudit kan de contractant binnen 6 tot 9 maanden na de eerste audit een Plus heraudit laten uitvoeren door hetzelfde auditbureau. Het positief beoordeelde MP zal in dit geval bij een heraudit tot maximaal 9 maanden geldig zijn gerekend vanaf de datum van de negatieve audituitslag; -- Bij een negatieve Plus heraudit kan de contractant na minimaal 12 maanden, na de auditdatum van de negatief beoordeelde Plus heraudit opnieuw de procedures Achmea Motivational paper en Plusaudit starten; -- Tijdens de nieuwe procedure wordt opnieuw berekend welk aantal praktijklocaties en hoeveel dossiers er worden getoetst. 1.4.9. Pluscertificaat Het Pluscertificaat voor Achmea wordt verstrekt na een positief beoordeelde Motivational Paper en een met goed gevolg afgeronde Plusaudit. Het Pluscertificaat kent een geldigheidsduur van twee jaar vanaf de datum dat het Pluscertificaat door het auditbureau wordt afgegeven. Wanneer de geldigheidsduur van het Pluscertificaat lopende de overeenkomst vervalt, dient de contractant er zorg voor te dragen dat er in het kwartaal waarin het certificaat verloopt een Plusaudit bij de praktijk wordt uitgevoerd en met een positieve uitkomst wordt afgerond. 1.4.10. Opvolgingsaudit De Opvolgingsaudit is van toepassing voor contractanten waarvan de geldigheidsduur van het eerste Plus auditcertificaat afloopt en die voor minimaal de twee de maal een Plusaudit doorlopen. Voor de inhoud van de opvolgingsaudit zie: vigerende Auditcriteria Plus audit Fysiotherapie/Oefentherapie op de websites van de SKMZ: www.skmz.nl. Om opnieuw het Pluscertificaat te behalen zal zowel een Achmea MP als een Opvolgingsaudit met goed gevolgd moeten zijn afgerond. De inhoud van het MP ter voorbereiding op de opvolgingsaudit is anders ten opzicht van het Achmea MP behorend bij de ‘reguliere’ Plusaudit. Voor een uitgebreide toelichting over de opvolgingsaudit en MP op locatie verwijzen wij graag naar de websites van de auditbureaus. Deze staan vermeld op de website www.skmz.nl. 1.5. Voorwaarden doelmatig handelen Achmea gelooft dat het mogelijk is om door een goede samenwerking met u als zorgaanbieders de zorg efficiënter en kwalitatief beter te maken en bovendien betaalbaar te houden. Achmea ziet haar rol in dit proces door samen met u durf, initiatief en doorzettingsvermogen te tonen. Alleen op die manier is het mogelijk de paramedische zorg ook in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden. Achmea constateert dat een beperkt aantal praktijken gemiddeld ruim meer of minder verrichtingen per verzekerde uitvoert in vergelijking met alle andere praktijken. Aanvullende analyses en gesprekken geven onvoldoende verklaring voor deze afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde aantal verrichtingen per verzekerde van deze praktijken. Achmea implementeert vanaf 2015 de behandelindex en de daaraan verbonden doelmatigheidsnorm als onderdeel van de Plusvoorwaarden verbonden aan de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. De behandelindex geeft een gewogen behandelgemiddelde weer van de contractant op praktijkniveau. Binnen de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 wordt door Achmea op basis van de behandelindex een doelmatigheidsnorm gehanteerd, die een maximum grenswaarde kent. Deze norm zal geleidelijk worden geïntroduceerd. In 2015 ontvangt u als contractant van Achmea spiegelinformatie. Met behulp van deze spiegelinformatie verkrijgt u inzicht in uw doelmatigheid en de eventuele afwijking van de norm. In 2016 zal de doelmatigheidsnorm daadwerkelijk worden gehanteerd. De consequenties voor bestaande Pluscontractanten die afwijken van de norm staan beschreven in deze voorwaarden. 1.5.1. Spiegelinformatie De contractant ontvangt per kwartaal spiegelinformatie van Achmea met daarin verwerkt de behandelindex en de verzekerde-index. De behandelindex is het verschil tussen het werkelijke en verwachte behandelgemiddelde van de praktijk. De verzekerde-index is een weergave van de declaratiegegevens van contractant op het niveau van individuele verzekerden. De verzekerde-index toont het gemiddelde verschil tussen het werkelijke en verwachte aantal behandelingen per verzekerde. Op deze wijze houden wij zicht op praktijken die doelbewust hun behandelindex beïnvloeden door middel van bijvoorbeeld het uitwisselen van verzekerden tussen praktijken, of het onevenredig vaak minder behandelen van verzekerden. 1.5.1.2. In de tabel hieronder wordt de frequentie weergeven van het verzenden van spiegelinformatie door Achmea aan de contractant. De spiegelinformatie over het werkelijke en het verwachte behandelgemiddelde van de contractant wordt op contractantniveau verstrekt op basis van de declaraties over de vastgestelde periode. Het verschil tussen het werkelijke en het verwachte behandelgemiddelde wordt weergegeven in een behandelindex. Op deze wijze heeft contractant gedurende het jaar inzicht in welke mate er wordt voldaan aan de doelmatigheidsnorm zoals gesteld in artikel 1.5.2. en de mogelijke consequenties zoals benoemd in artikel 1.5.3. voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. 1.5.1.3. Achmea controleert op basis van de behandelindex verzonden in april 2016, die bepaald is op basis van de declaratiegegevens over januari 2015 tot en met december 2015, of de contractant definitief heeft voldaan aan de doelmatigheidsnorm verbonden aan de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. Wanneer de contractant niet of wel heeft voldaan aan de doelmatigheidsnorm zoals benoemd in artikel 1.5.2. treden de gevolgen in werking als benoemd in artikel 1.5.3 Wanneer ontvangt contractant spiegelinformatie? Behandelingen plaatsgevonden op Spiegelinformatie verstuurd januari t/m september 2014 medio december 2014* januari t/m december 2014 medio april 2015* januari t/m juni 2015 medio september 2015* januari t/m september 2015 medio december 2015* januari t/m december 2015 medio april 2016** * Spiegelinformatie ter informatie voor contractant ** Zie artikel 1.5.1.3. 1.5.2. De doelmatigheidsnorm De behandelindex is een gewogen behandelgemiddelde op praktijkniveau. Het aantal behandelingen verleend aan verzekerden van Achmea door contractant (en de eventueel onder de overeenkomst vallende medewerker(s) verbonden aan contractant), wordt vergeleken met het gemiddeld aantal behandelingen verleend aan de verzekerden van Achmea, gedeclareerd door alle andere contractanten fysiotherapie of oefentherapie bij Achmea. Alle declaraties en dossiers van Achmea-verzekerden vallen binnen de behandelindex en doelmatigheidsnorm(en) onderdeel uitmakende van deze ‘Voorwaarden Doelmatig handelen’, met uitzondering van de zittingen vallende onder het label FBTO en de volmachten van Avéro. leeftijd, geslacht, verzekeringsgrond (basisverzekering en type aanvullende verzekering) en zorgzwaarte. De volgende fysiotherapeutische/oefentherapeutische prestaties worden niet meegenomen in het bepalen van de behandelindex en de doelmatigheidsnorm: screening, eenmalig fysiotherapeutisch/oefentherapeutisch onderzoek, eenmalig kinderfysiotherapeutisch rapport, eenmalig kinderoefentherapeutisch rapport, toeslag uitbehandeling en facultatieve prestaties.8 Doelmatigheidsnorm 90 De doelmatigheidsnorm is verbonden aan de behandelindex op contractantniveau. De doelmatigheidsnorm voor de Plusovereenkomst is gesteld op een behandelindex van maximaal 90 in 2016. Dit betekent dat er bij nieuwe contractanten vanaf het eerste kwartaal in 2016 maximaal een behandelindex van 90 wordt gehanteerd. Vanaf kwartaal 2 komen alleen contractanten met een Basis Xtra9 overeenkomst in aanmerking komen voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. Om in aanmerking te komen voor een Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg geldt (onder andere) ook de doelmatigheidsnorm van maximaal 90. Doelmatigheidsnorm 115 en 150 Voor contractanten die in 2015 in het bezit zijn van de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 hanteren we als overgang voor 2016 naast de doelmatigheidsnorm van 90 ook de doelmatigheidsnorm van 115 en de doelmatigheidsnorm van 150. Informatie over de behandelindex van de praktijk in relatie tot de doelmatigheidsnormen wordt verstrekt zoals beschreven in artikel 1.5.1. Spiegelinformatie. -- De maximale doelmatigheidsnorm voor de Plusovereenkomst is gesteld op 150. Meer informatie is opgenomen in de artikelen 1.5.3. a en 1.5.4. -- De Plusovereenkomst van contractanten met een behandelindex tussen 115 en 150 (periode januari-december 2015) zal worden omgezet naar een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2016. Meer informatie is opgenomen in de artikel 1.5.3. b en 1.5.5. -- De Pluscontractant met een behandelindex tussen 90 en 115 is gehouden te onderzoeken en aan te tonen welke oorzaken dit heeft en één of meerdere resultaatsafspraken te maken. Meer informatie is opgenomen in de artikelen 1.5.3. c en 1.5.6. 8. Indien de prestatie op de prestatiebeschrijvingsbeschikking van de NZa verandert, en dit heeft invloed op de totstandkoming van de behandelin-dex, zullen wijzigingen in de spiegelinformatie duidelijk worden vermeld. 9. De Basis Xtra overeenkomst biedt Achmea vanaf 2016 aan. Voor meer informatie over de voorwaarden verbonden aan de Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg 2016 informeren wij u in het eerste kwartaal van 2015 op de website van www.achmea.nl/zorgaanbieders. De behandelindex wordt gewogen op de volgende variabelen: 8. Indien de prestatie op de prestatiebeschrijvingsbeschikking van de NZa verandert, en dit heeft invloed op de totstandkoming van de behandelindex, zullen wijzigingen in de spiegelinformatie duidelijk worden vermeld. 9. De Basis Xtra overeenkomst biedt Achmea vanaf 2016 aan. Voor meer informatie over de voorwaarden verbonden aan de Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg 2016 informeren wij u in het eerste kwartaal van 2015 op de website van www.achmea.nl/zorgaanbieders. 1.5.3. Consequenties doelmatigheidsnorm voor bestaande Pluscontractanten a. C onsequenties bij overschrijding van de doelmatigheidsnorm 150 voor de Pluscontractant De doelmatigheidsnorm is verbonden aan de behandelindex op contractantniveau. Bij overschrijding van deze maximale doelmatigheidsnorm beëindigt Achmea de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. In april 2016 wordt op basis van de spiegelinformatie genoemd in artikel 1.5.1. bepaald of er sprake is van een overschrijding van de doelmatigheidsnorm van maximaal 150 en bepaalt Achmea of de Plusovereenkomst van contractant vervalt, waarna de procedure welke is opgenomen in artikel 1.5.4. aanvangt. Indien uit de spiegelinformatie verstrekt in medio september 2015 en/of medio december 2015 blijkt dat de contractant de doelmatigheidsnorm van 150 overschrijdt dan behoudt Achmea zich het recht voor, om het contractaanbod voor 2016 in te trekken. b. C onsequenties bij overschrijding van de doelmatigheidsnorm 115 (tot 150) voor de Pluscontractant In april 2016 wordt op basis van de spiegelinformatie genoemd in artikel 1.5.1. bepaald of er sprake is van een overschrijding van de doelmatigheidsnorm van > 115 en <150. Indien de behandelindex zich tussen de 115 en 150 bevindt, zal Achmea de Plusovereenkomst omzetten naar de Basisovereenkomst Paramedische zorg 2016. De procedure hier omtrent is opgenomen in artikel 1.5.5. c. C onsequenties bij overschrijding van de doelmatigheidsnorm 90 (tot 115) voor de Pluscontractant De Pluscontractant met een behandelindex tussen 90 en 115 is verplicht na ontvangst van de spiegelinformatie te onderzoeken en aan te tonen welke oorzaken dit heeft. Op indicatie van Achmea is contractant verplicht één of meerdere resultaatsafspraken te maken om de behandelindex te verbeteren. De procedure hieromtrent staat beschreven in artikel 1.5.6. 1.5.4. Procedure beëindiging van de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 bij een overschrijding van de doelmatigheidsnorm van 150 -- In april 2016 controleert Achmea de behandelindex over 2015. Wanneer contractant de doelmatigheidsnorm van 150 overschrijdt, wordt de contractant hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld door Achmea. Het schriftelijk besluit zal in april 2016 worden verstrekt. -- Wanneer de behandelindex van (een van) uw praktijk(en) hoger is dan de doelmatigheidsnorm van 150, eindigt vervolgens van rechtswege de Plusovereenkomst Paramedische 2015-2016, drie maanden na het schriftelijk besluit. Contractant heeft vanaf het moment van het schriftelijke besluit 3 maanden (dat wil zeggen tot en met juli 2016) de tijd om Achmea-verzekerden adequaat te informeren over de consequenties behorend bij het niet hebben van een overeenkomst met Achmea. -- Na het schriftelijke besluit zal Achmea haar verzekerden informeren over het niet voldoen aan de verplichtingen zoals benoemd in de overeenkomst van contractant. De -- contractvorm en diens praktijkadres(sen) worden vanaf de datum van het schriftelijke besluit gewijzigd op de websites van Achmea. De contractant, zijn/haar medewerkers en diens praktijk(en) vallend onder de overeenkomst worden na dit schriftelijk besluit voor minimaal twaalf maanden na de datum van beëindiging uitgesloten van een overeenkomst met Achmea. Met deze handeling eindigt hier de procedure voor de contractant. Indien de contractant na deze twaalf maanden een overeenkomst wil aangaan, zal contractant een aanvraag met onderbouwing in moeten dienen, waaruit blijkt dat contractant haar doelmatigheid aantoonbaar heeft verbeterd. Men komt dan alleen voor een Standaardovereenkomst in aanmerking. 1.5.5. Procedure wijziging van de overeenkomst bij een behandelindex van > 115 en < 150 -- In april 2016 controleert Achmea de behandelindex over 2015. Wanneer de Pluscontractant een behandelindex tussen 115 en 150 heeft, wordt de Pluscontractant hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld door Achmea. De schriftelijke mededeling zal in april 2016 worden verstrekt. -- Indien de contractant met een Plusovereenkomst paramedische zorg 2015-2016 op praktijkniveau, een behandelindex heeft van tussen 115 en 150, wordt de Plusovereenkomst van de contractant omgezet naar een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2016 (mits wordt voldaan aan de betreffende Basisvoorwaarden). De contractant wordt hiervan door middel van een schriftelijk besluit op de hoogte gesteld. Het schriftelijk besluit zal in april 2016 worden verstrekt. -- Na het schriftelijke besluit zal Achmea haar verzekerden informeren over de contractvorm. De contractvorm en de bijbehorende praktijkadres(sen) worden vanaf de datum van het schriftelijke besluit gewijzigd op de websites van Achmea. 1.5.6. Procedure bij een behandelindex van > 90 en < 115 -- In april 2016 controleert Achmea de behandelindex over 2015. Wanneer de Pluscontractant een behandelindex tussen 90 en 115 heeft, wordt de contractant hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld door Achmea. De schriftelijke mededeling zal in april 2016 worden verstrekt. -- De Pluscontractant heeft vanaf het moment van de schriftelijke mededeling 3 maanden (dat wil zeggen tot en met juni 2016) de tijd om te onderzoeken en aan te tonen wat de oorzaken zijn van de afwijking en hier Achmea adequaat over te informeren. Van contractant wordt verwacht hierin pro-actief richting Achmea op te treden. Wanneer contractant geen medewerking verleent zal Achmea overgaan tot de procedure genoemd onder artikel 1.5.5. -- De contractant met een Plusovereenkomst paramedische zorg 2015-2016 met een behandelindex tussen 90 en 115 is verplicht op indicatie van Achmea één of meerdere resultaatsafspraken te maken om de behandelindex van contractant te verbeteren. De relatiemanager van Achmea zal na ontvangst van de informatie en onderbouwing van contractant deze resultaatsafspraken maken. Zie voor meer informatie de Voorwaarden resultaatsafspraken in artikel 1.6. Voorwaarden resultaatsafspraken. 1.5.7. Doelmatigheidsnorm 90 en de Basis Xtra overeenkomst als voorwaarde in 2016 voor de Plusovereenkomst paramedische zorg 2015-2016 (voor nieuwe Pluscontractanten) Om in 2016 een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 aan te gaan dient de contractant te voldoen aan de doematigheidsnorm van 90. Vanaf april 2016 kunnen contracten met een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2016 overstappen naar de Basis Xtra10 overeenkomst mits zij aan alle voorwaarden voldoen (zie voor meer informatie “Voorwaarden Doelmatig handelen” op www.achmea.nl/zorgaanbieders). Vanaf april 2016 is het in het bezit zijn van een Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg 2016 voorwaarde voor de Plusovereenkomst (zie ook artikel 1.2.). Wanneer de Basiscontractant met een doelmatigheidsnorm van 90 of lager (eerste kwartaal 2016) of de Basis Xtracontractant (vanaf het tweede kwartaal 2016) een Plusovereenkomst paramedische zorg wil aan gaan, kan de contractant een aanvraag indienen bij Achmea om in aanmerking te komen voor een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. Wanneer contractant voldoet aan alle Plusvoorwaarden, ontvangt contractant binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag een besluit, of de Basisovereenkomst Paramedische zorg 2016 of de Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg 2016 gewijzigd wordt naar een Plusovereenkomst Paramedische zorg 20152016. Achmea verifieert de aanvraag van contractant op het voldoen aan de voorwaarden en controleert de verzekerdeindex op significante afwijkingen in de declaratiegegevens. Bij het verifiëren van de verzekerde-index wordt nagegaan of de contractant geen significante afwijkingen laat zien in haar declaratiegegevens op het niveau van individuele verzekerden. Indien contractant aan de verzekerdenindex en alle overige Plusvoorwaarden voldoet, zal Achmea de Basis (Xtra) overeenkomst omzetten naar een Plusovereenkomst Paramedische zorg. 1.5.8. Behoud van doelmatigheidsnorm 90 Voor contractanten met een Plusovereenkomst paramedische zorg 2015-2016 en een doelmatigheidsnorm van 90 of lager dienen dit gedurende de looptijd van de overeenkomst te handhaven. Ook voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2017-2018 zal de Doelmatigheidsnorm van 90 van toepassing zijn. Achmea zal ten behoeve van de doelmatigheidsnorm van 90 voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2017-2018 spiegelinformatie gedurende 2016 met daarin de behandelindex verstrekken. In april 2017 zal de behandelindex over 2016 worden bepaald en zal worden bepaald of voldaan is aan de doelmatigheidsnorm van 90. over zorginfrastructurele verbeteringen, kennisdeling van ‘best practices’, het continue verbeteren in de praktijk, doelmatigheid en patiëntervaringen. Vervolgens wordt gekeken hoe zorg zo effectief en efficiënt mogelijk kan worden ingezet. De spiegelinformatie van uw praktijk over behandelgemiddelde en de behandelindex zoals omschreven in artikel 1.5.3. net als de verzekerde–index (zie artikel 1.5.1), Achmea Paramedische Praktijk Status, uitkomsten uit de CQ-index en/of en het KlantErvaringsOnderzoek Oefentherapie kunnen hierbij als basis worden gebruikt. Deze resultaatsafspraken staan los van de resultaatsafspraken die worden gemaakt met Pluspraktijken met een behandelgemiddelde tussen 90 en 115 zoals beschreven in artikel 1.5.6. 1.6.2. Het maken van de resultaatsafspraken bij nieuwe PlusPraktijken De relatiemanager van Achmea zal vooraf aan het sluiten van de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 bij nieuwe PlusPraktijken resultaatsafspraken maken. Samen met uw relatiemanager maakt u resultaatsafspraken. Wij verwachten dat u samen met uw relatiemanager de mogelijkheden onderzoekt om op basis van specifieke, meetbare, aanvaardbare, realistische en tijdgebonden informatie deze afspraken vastlegt en opvolgt en u continue aantoonbaar verbeterd. 1.6.3. Voortgang resultaatsafspraken Pluspraktijken vanuit Plusovereenkomst 2013-2014 De Resultaatsafspraken die gemaakt zijn met Pluspraktijken Fysiotherapie op basis van de Plusovereenkomst 2013-2014 worden geëvalueerd en indien van toepassing gecontinueerd en nageleefd conform de afspraken die tussen Achmea en de Pluscontractant zijn gemaakt. Voor deze PlusPraktijken welke reeds resultaatsafspraken met Achmea hebben gemaakt kunnen naast de bestaande door Achmea en de contractant nieuwe resultaatsafspraken gemaakt worden. 1.6.4. Inhoud en gewenst resultaat van deze afspraken De afspraken bevatten duidelijke doelstellingen, meetbare resultaten en richten zich altijd op een van de elementen kwaliteit in relatie tot betaalbaarheid, eigen verantwoordelijkheid van Achmea verzekerden en samenwerking tussen verschillende disciplines binnen de gezondhgezondheidszorg. Dergelijke resultaatafspraken moeten uiteindelijk leiden tot een situatie waarin er sprake is van een gewenst resultaat voor de verzekerde van Achmea, u als Pluspraktijk en voor Achmea: 1.6. Voorwaarden resultaatsafspraken 1.6.1. Het maken van resultaatsafspraken bij bestaande Pluspraktijken Achmea kan te allen tijde met de Pluspraktijk in 2015 en 2016 resultaatsafspraken maken. Deze afspraken worden gemaakt indien de praktijk afwijkingen vertoont ten opzichte van de andere Pluspraktijken. In deze afspraken maken we afspraken • Achmea verzekerde: toename van eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid, ervaart efficiënte samenwerking tussen de betrokken zorgdisciplines en met een optimale behandelinterventie voor een sneller en duurzaam eindresultaat; • Pluspraktijk: continu verbeteren van de werkwijze van de praktijk, ondersteuning door Achmea in marktuitingen en de 10. De Basis Xtra overeenkomst biedt Achmea vanaf 2016 aan. Voor meer informatie over de voorwaarden verbonden aan de Basis Xtra overee komst Paramedische zorg 2016 informeren wij u in het eerste kwartaal van 2015 op de website van https://www.achmea.nl/zorgaanbieders. profilering van uw praktijk naar (potentiële) klanten; • Achmea: doordat er een toenemende mate van zelfstandigheid en verbetering van de inhoudelijke kwaliteit voor onze verzekerden wordt gerealiseerd zal de betaalbaarheid en voorspelbaarheid van zorgkosten worden beheerst waardoor Achmea PlusPraktijken kunnen worden geprofileerd richting belanghebbende. ------- De contractant maakt resultaatsafspraken met Achmea waarin een optimalisatie van resultaten uitgangspunt is; Deze resultaatsafspraken maken integraal onderdeel uit van de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 en worden vastgelegd in een addendum; De looptijd van de resultaatsafspraak bedraagt maximaal een jaar; De resultaatsafspraken worden halfjaarlijks door Achmea met u geëvalueerd; De contractant is verplicht Achmea schriftelijk op de hoogte te stellen zodra tussentijds blijkt dat men niet (meer) aan de gestelde voorwaarden bij de gemaakte resultaatsafspraken behoren, kan voldoen; Indien blijkt dat de resultaatsafspraken niet worden nagekomen binnen de overeengekomen looptijd of dat de resultaten ernstig afwijken van hetgeen afgesproken is, behoudt Achmea zich het recht om op grond van deze tussentijdse evaluaties de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 op elk willekeurig moment te beëindigen en om te zetten in een Basisovereenkomst met bijbehorende voorwaarden. Artikel 2 Voorwaarden maatwerkafspraken Met PlusPraktijken maken wij maatwerkafspraken om de zorg voor de verzekerden duurzaam te verbeteren. Iedere maatwerkafspraak verbinden wij aan ons beleid. Zo organiseren Pluspraktijken en Achmea multidisciplinaire (maatwerk) zorgtrajecten in de regio en wijk bij zorgaanbieders verbonden aan een landelijk opererende kwaliteitsnetwerk. Het stimuleren van zelfmanagement en zelfzorg voor de klant speelt hierin een belangrijke rol. Achmea wil op basis van het maatwerkbeleid samenwerken met zorgaanbieders, die met ons meedenken om de zorg efficiënter, innovatiever en blijvend betaalbaar in te richten. Het zorgaanbod voor Achmea verzekerden dient aan te sluiten op hun zorgvraag. Daarnaast is binnen dit beleid het belangrijk om de kwaliteit van de geleverde zorg transparant te maken welke verbonden zijn aan een behandelplan en te onderzoeken of de zorg op een andere wijze dan de reguliere zittingen structuur gefinancierd kan worden. Dergelijke trajecten vragen ‘landelijke implementatie’ binnen onze kerngebieden (dichtbij huis voor onze verzekerden) en welke tot substitutie van zorg leiden. Substitutie van zorg door overbehandeling in de eerste lijn te voorkomen en vervangende zorg in te kopen welke normaal in de tweedelijn wordt verleend. De Maatwerkovereenkomst sluiten we alleen met PlusPraktijken. Pluspraktijk en Achmea maken dan afspraken over een innovatie, zorginfrastructurele verbeteringen, een ‘best practices’ of een nieuw zorgproduct. De maatwerkafspraak wordt vastgelegd in een specifiek addendum verbonden aan de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 Aan de maatwerkafspraken verbinden wij een aantal vooraf benoemde aandoeningen en/of aandachtsgebieden. Voor meer informatie over de aandoeningen en/of aandachtsgebieden verwijzen wij u naar de brochure paramedische zorg en ook is meer informatie te vinden over de procedure rondom maatwerkafspraken welke te vinden is op de website van Achmea (www.achmea.nl/zorgaanbieders). Artikel 3 Uitsluitingen Plusovereenkomst Binnen de visie van Achmea wordt veel waarde gehecht aan partnership. Met de Plusovereenkomst gaat Achmea een intensieve samenwerkingsrelatie aan en zijn de contractanten daarmee partners van Achmea. Binnen deze visie past het dat Achmea geen partnership zal aangaan met partijen waarvan is aangetoond dat men niet aan de gestelde voorwaarden voldoet. Hieronder zijn deze specifiek benoemd. 3.1. Fraude Indien de contractant in een fraudeprocedure zit bij Achmea en/of bij de contractant reeds fraude is aangetoond waarbij de contractant en/of zijn medewerkers zijn opgenomen in het Incidentenregister conform het daarvoor geldende Protocol Incidenten waarschuwingssysteem Financiële Instellingen, dan kan de contractant en/of zijn medewerkers gedurende de periode dat hij in het Incidentenregister is opgenomen en minimaal 1 jaar na afloop hiervan niet in aanmerking komen voor een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. Achmea behoudt zich daarnaast het recht voor om contractanten en/of medewerkers waarbij nadien weer fraude wordt geconstateerd volledig uit te sluiten van contractering. 3.2. Beheersmodel Uitsluiting van de Plusovereenkomst bij het beheersmodel is van toepassing indien contractant reeds in de beheersmodel procedure is opgenomen. Deze procedure start vanaf het moment dat de selectie voor het beheersmodel schriftelijk kenbaar is gemaakt aan contractant. Indien het Plusauditcertificaat is behaald gedurende de looptijd van de procedure van het Beheersmodel, of vergelijkbare controle, bij een andere verzekeraar, wordt het Plusauditcertificaat niet erkend door Achmea. Indien contractant zich in een Beheersmodelprocedure of andere controle bevindt bij een andere zorgverzekeraar dan Achmea dan dient contractant dit te melden bij Achmea. Indien de contractant geen melding maakt van een lopende procedure, bij een andere verzekeraar, zal Achmea indien dit geconstateerd wordt de Plusovereenkomst per direct worden beëindigd, en zal het verschil in tarief over de voorliggende periode worden teruggevorderd bij de contractant. 3.3. Overige controles (zoals materiële controle) Voor een contractant die in een andere dan de in 3.1 en 3.2 genoemde controleprocedure zit (ook bij andere zorgverzekeraars), en een Plusovereenkomst wenst aan te gaan, behoudt Achmea zich het recht voor dit verzoek te weigeren, afhankelijk van de uitkomst van deze controleprocedure. Contractant is verplicht melding te maken van de controleprocedure naar Achmea. Zorgsoort Specifiek deel Fysiotherapie Onderstaande voorwaarden zijn van toepassingen op contractanten fysiotherapie met een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016: 1. Voorwaarden CQ index en het Elektronisch Patiëntendossier voor fysiotherapie Plusovereenkomst 2015-2016; 2. Voorwaarden Klinimetrie Fysiotherapie; 3. Voorwaarden multidisciplinair samenwerken PlusPraktijken Fysiotherapie. Artikel 1Voorwaarden CQ-index en EPD voor Fysiotherapie Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 Inleiding meting klantervaringen (CQI) Achmea wil dat iedere klant kan vertrouwen op de beste zorg. Daarom stimuleren wij zorgaanbieders om de geleverde zorg en dienstverlening continu te verbeteren. Zij hebben daarvoor inzicht nodig in de kwaliteit van de door hen geleverde zorg. Een manier om dat inzicht te verkrijgen, is om klanten te vragen hoe zij de zorg hebben ervaren. Inzicht in zorgkwaliteit is niet compleet zonder het perspectief van uw klant. Achmea stimuleert dat zorgaanbieders hun klantervaringen zelf meten op een valide en vergelijkbare manier met behulp van bijvoorbeeld de CQ-index. Achmea meent dat het verzamelen van kwaliteitsgegevens, waaronder klantervaringen, een onderdeel zou moeten zijn van ieder zorgproces en iedere contractsoort. Verzekerden moeten inzicht krijgen in de uitkomsten van klantervaringen zodat mede op die manier de klant kan kiezen voor de beste zorg. De resultaten worden hiertoe ontsloten op de zorgzoekers van de labels van Achmea. Hiervoor is het van belang dat de CQ-index Fysiotherapie voldoende wordt uitgezet om tot bruikbare resultaten te leiden. Wanneer de fysiotherapiepraktijk onvoldoende respons1 heeft, is het niet mogelijk om de resultaten van de CQ-index Fysiotherapie van deze praktijk op de zorgzoeker te plaatsen. Achmea stelt als voorwaarde voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 dat de contractant en diens medewerkers vallend onder de overeenkomst, de CQ-index Fysiotherapie continu uitvragen onder hun patiënten verzekerd bij de labels van Achmea. 1.1. Aanmelding onder artikel 1.2. genoemd meetbureau met gebruikmaking van de meest recente CQ-index Fysiotherapie. Bij het vrijkomen van een nieuwe versie CQ-index Fysiotherapie is de contractant aan deze nieuwe versie gehouden. 1.1.2. De contractant heeft voor het uitzetten van de CQ-index Fysiotherapie de keuze uit de meetbureaus: MediQuest: www.mediquest.nl / Qualizorg (Fysio Prestatie Monitor): www.fysiomonitor.nl 1.1.3. De contractant is gedurende de Plusovereenkomst in het bezit van een overeenkomst afgesloten op het praktijk-AGB van de Plusovereenkomst met één van de onder artikel 1.1.2. genoemde meetbureaus. Contractanten die geen overeenkomst hebben afgesloten met het meetbureau komen niet in aanmerking voor een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. 1.1.4. De kosten voor het uitzetten van de CQ-index Fysiotherapie zijn te allen tijde voor de contractant. 1.1.5. Voor meer informatie over de meetbureaus, de mogelijkheden voor het uitzetten van de CQ-index Fysiotherapie en de hieraan verbonden kosten wordt verwezen naar de websites van de onder artikel 1.1.2. genoemde meetbureaus. 1.2. Uitzetten van de CQ-index Fysiotherapie 1.2.1. De CQ-index Fysiotherapie wordt continu uitgezet onder de patiënten verzekerd bij Achmea. Onder continu wordt verstaan dat de contractant het hele jaar, elk kwartaal meetgegevens aanlevert conform de voorwaarden beschreven in artikel 1.3. De CQ-index Fysiotherapie wordt door alle fysiotherapeuten vallend onder de overeenkomst continu uitgezet onder de patiënten verzekerd bij Achmea. 1.2.2. De contractant zet zich actief in om patiënten te informeren over de inhoud en achtergrond van de CQ-index Fysiotherapie om zo voldoende respons te generen om tot publiceerbare resultaten11 te komen. Daarbij dient de contractant met een Plusovereenkomst de CQ-index Fysiotherapie continu uit te zetten onder minimaal 40% van de patiënten verzekerd bij Achmea. Tevens geldt een minimum van 100 geretourneerde volledig ingevulde vragenlijsten per kalenderjaar ongeacht het uit gezette percentage vragenlijsten. Dat wil zeggen dat het aantal van 100 geretourneerde lijsten de contractant niet ontslaat van de verplichting de CQ-index Fysiotherapie uit te zetten onder 40% van zijn patiënten. 1.1.1. De contractant laat een continu patiëntervaringsonderzoek uitvoeren met behulp van de CQ-index Fysiotherapie door een 11. Achmea gaat de resultaten van de CQ-index Fysiotherapie publiceren, uitgaande van een respons van 100 vragenlijsten. 1.2.3. Wanneer de contractant niet kan voldoen aan de gestelde voorwaarde zoals beschreven in artikel 1.2.2. dan dient deze actief aan te tonen dat er voldoende inspanning is verricht om dit wel te behalen, anders treden de gevolgen in werking als bedoeld in artikel 1.5. 1.2.4. Op 2 januari 2015 dient contractant te starten met de meting CQ-index Fysiotherapie. 1.3. CQ-index Fysiotherapie en aanlevering uitkomsten 1.3.1. Achmea stelt als voorwaarde dat de fysiotherapiepraktijk met zijn medewerker(s) de CQ-index Fysiotherapie continu uitvraagt onder zijn patiënten verzekerd bij de labels van Achmea. De data uit de CQ-index Fysiotherapie wordt van alle fysiotherapeuten werkzaam binnen de praktijk van de contractant gepseudonimiseerd aangeleverd bij Achmea. 1.3.2. Achmea ontvangt elk kwartaal van een onderzoeksbureau de gepseudonimiseerd CQ-index Fysiotherapie data van het door u gekozen meetbureau. De data bevat zowel de uitkomsten op vraagniveau als procesgegevens waaronder het aantal uitgezette vragenlijsten en de respons. De aanleverdata in het contractjaar zijn: 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december 2015. In 2016 zijn deze data gelijk, tenzij u anders geïnformeerd wordt. 1.3.3. De CQ verstrekt een gemiddelde themawaardering verkregen uit een meting binnen de thema’s Informatie, Bejegening, Participatie en therapietrouw, Verwachtingsmanagement en Behandelproces. Iedere Plus contractant van Achmea dient minimaal een themawaardering van ‘gemiddeld’ twee sterren te bezitten. De contractant maakt de gemiddelde themawaardering in het eerste kwartaal van 2016 aantoonbaar aan Achmea. 1.3.4. Achmea kan de gepseudonimiseerde CQ-index Fysiotherapie gegevens koppelen aan andere data zoals klinimetrie gegevens en declaratiegegevens voor het maken van analyses en spiegelinformatie zoals gebuikt voor de Behandelindex en de Achmea Paramedische Praktijk Status. 1.3.5. Achmea vraagt bij de meetbureaus genoemd in artikel 1.1.2. op of met haar contractanten een overeenkomst is afgesloten ten behoeve van deelname CQ-index en het aantal deelnemende fysiotherapeuten. 1.3.6. In de overeenkomst tussen de contractant en de onder artikel 1.1.2. genoemde meetbureaus heeft de contractant schriftelijk toestemming gegeven om de gepseudonimiseerde gegevens CQindex Fysiotherapie aan te leveren als beschreven in artikel 1.3. 1.3.7. De contractant is te allen tijde gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). 1.4. Gebruik uitkomsten CQ-index Fysiotherapie 1.4.1. Achmea behoudt zich het recht voor om voor het contractaanbod te differentiëren tussen de overeenkomsten Paramedische zorg op basis van de resultaten op uitkomst- of procesniveau van de CQ-index Fysiotherapie van de praktijk. Zodra Achmea op basis van de resultaten van de CQ-index gaat differentiëren worden de normen waarop deze differentiatie plaatsvindt actief en tijdig door Achmea aan de contractant kenbaar gemaakt. 1.4.2. Achmea behoudt zich het recht voor om de CQ-index Fysiotherapie uitkomsten op praktijkniveau te publiceren op haar (merken)websites of via onafhankelijke derden te communiceren naar haar verzekerden. 1.4.3. De beschikbare CQ-index Fysiotherapie data kan door Achmea gebruikt worden voor haar zorginkoopbeleid. Dat betekent dat de mate waarin u als contractant heeft voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 1.2. van invloed kunnen zijn op uw overeenkomst met Achmea. Aanvullend wordt de CQ-index Fysiotherapie data t/m 31 december van het contractjaar gebruikt om te bepalen of u definitief hebt voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 1.2. 1.4.4. Achmea kan de uitkomsten, verkregen uit de CQ-index Fysiotherapie, gebruiken als vergelijkingsinformatie voor de andere contractanten fysiotherapie. U geeft door het afsluiten van de overeenkomst toestemming hiervoor. 1.4.5. Voor het publiceren van de resultaten en voor voldoende valide resultaten uit de themawaarderingen van de CQ-index Fysiotherapie dient aan voorwaarden zoals benoemd in artikel 1.2. te zijn voldaan. 1.5. Controle en consequenties bij niet of onvoldoende deelname 1.5.1. De contractant is verplicht Achmea per omgaande op de hoogte te stellen zodra tussentijds blijkt dat niet meer aan de gestelde “Voorwaarden CQ-index en EPD Fysiotherapie voor Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016” kan worden voldaan. 1.5.2. Achmea controleert, conform de contractuele afspraken bij het gekozen meetbureau, of de contractant heeft voldaan aan de voorwaarden, zoals gesteld in de artikelen 1.1., 1.2. en 1.3. 1.5.3. Indien blijkt dat er niet aan de voorwaarden is voldaan, dan wordt dit door Achmea beschouwd als ‘geen deelname’. Dit heeft de volgende consequenties: - Achmea heeft het recht om met terugwerkende kracht de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 om te zetten naar een Standaardovereenkomst Paramedische zorg 2015/2016 met de daarbij geldende voorwaarden en vergoedingen. - Achmea vordert het verschil tussen de tarieven behorend bij de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 en de Standaardovereenkomst Paramedische Zorg 2015/2016 van alle gedeclareerde fysiotherapeutische prestaties vallend onder deze Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2015 terug. - Contractant wordt voor 2016 uitgesloten van een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2016 en voor 2017 van een Plusovereenkomst Paramedische zorg. Na aantoonbaar gebleken geschiktheid in 2016 kan contractant in 2017 in aanmerking komen voor een Basisovereenkomst Paramedische zorg. Onder gebleken geschiktheid verstaat Achmea dat de contractant actief aantoont dat gedurende minimaal 3 maanden de CQ-index door de contractant is uitgezet conform de voorwaarden zoals genoemd in artikel 1.2. 1.5.4. Indien uit een controle over de voorwaarden CQ-index en EPD Fysiotherapie Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 blijkt dat niet voldaan is en dat er geen sprake is van gebleken geschiktheid, behoudt Achmea zich het recht voor om met terugwerkende kracht de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 om te zetten naar een Standaardovereenkomst Paramedische zorg 2015/2016 met de daarbij geldende voorwaarden en vergoedingen. Voorgaande laat de toepasselijkheid van de overige in de voorwaarden CQ-index en EPD Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 genoemde consequenties onverlet. 1.6. Basis Xtra overeenkomst 2016 1.6.1. De contractant met een Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg 201612 dient de CQ-index Fysiotherapie minimaal drie maanden continu uit te zetten onder minimaal 40% van de patiënten verzekerd bij Achmea met een minimum van 100 geretourneerde volledig ingevulde vragenlijsten respons om in aanmerking te komen voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. 1.6.2. De CQ verstrekt een gemiddelde themawaardering verkregen uit een meting binnen de thema’s Informatie, Bejegening, Participatie en therapietrouw, Verwachtingsmanagement en Behandelproces. Iedere Basis Xtra contractant van Achmea dient een themawaardering van minimaal ‘twee sterren’, gemiddeld in 2016 te bezitten. Belangrijk is dat contractant de minimaal ‘twee sterren’, gemiddeld themawaardering begin 2016 heeft behaald om in aanmerking te komen voor de Plusovereenkomst paramedische zorg 2015-2016. Inleiding ‘Het elektronisch patiënten dossier’ Achmea stimuleert al enige jaren het gebruik van een Elektronisch Patiëntendossier (EPD). Onder andere door het EPD voorwaardelijk op te nemen in verschillende overeenkomsten. Het EPD is een belangrijk randvoorwaardelijk instrument om de zorgaanbieder te ondersteunen in haar verslaglegging en methodisch handelen conform de eisen vanuit de beroepsgroep. Daarnaast kan het de zorgaanbieder ondersteunen in het klinisch redeneren, het evalueren (meten van voortgang en resultaat) en het vormen van besluiten. Verder zal het gebruik van een EPD in toenemende mate bijdragen aan de communicatie tussen zorgverleners. De communicatie tussen zorgverleners t.b.v. de multidisciplinaire samenwerking zal steeds meer digitaal plaatsvinden en er worden voor verschillende aandoeningen en patiënten categorieën (multidisciplinaire) indicatoren ontwikkeld. Daarvoor zijn gegevens nodig over de kwaliteit van de geleverde zorg. Er zal alvast een belangrijke basis gelegd moeten worden voor deze data infrastructuur. Van belang is dat het EPD inhoudelijk door de beroepsgroep gedragen wordt en dat de zorgaanbieder op inhoud, communicatie en ontwikkeling van indicatoren zich door het EPD ondersteund ziet. Algemene voorwaarden EPD Fysiotherapie De voorwaarden voor het gebruik van een EPD zijn van toepassing op contractanten met een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. Contractant draagt verantwoordelijkheid voor het gebruik en aanschaf van een EPD. Hieronder de voorwaarden EPD voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. 1.7. Voorwaarden EPD 2015 a)Alle fysiotherapeuten vallend onder de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 leggen met ingang van 2 januari 2015 de volledige verslaglegging vast in een EPD. Op het moment van het opstellen van deze overeenkomst zijn dat de EPD leveranciers die zijn opgenomen in het document ‘Overzicht EPD leveranciers. De meest actuele versie is te vinden op www.achmea.nl/zorgaanbieders. b)De contractant is gedurende de contractduur van de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 in het bezit van een overeenkomst met een van de onder a genoemde EPD leveranciers uit het leveranciersoverzicht. 1.8. Controle a)De contractant is verplicht Achmea per omgaande op de hoogte te stellen indien tussentijds blijkt dat men niet meer aan de gestelde voorwaarden CQ-index en EPD Fysiotherapie Plusovereenkomst paramedische zorg 2015-2016 kan voldoen. b)Achmea kan op ieder willekeurig moment de overeenkomst die de contractant heeft gesloten met de EPD leveranciers opvragen. Op deze manier kan Achmea controleren of de contractant heeft voldaan aan de gestelde voorwaarden. c)Indien blijkt dat op enig moment niet aan de voorwaarden wordt voldaan, dan heeft dit de volgende consequenties: - Achmea heeft het recht om met terugwerkende kracht de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 om te 12. Meer informatie over de (nieuwe) Basis Xtra overeenkomst zullen wij begin 2015 plaatsen op www.achmea.nl/zorgaanbieders. zetten naar een Standaardovereenkomst Paramedische zorg 2015/2016 met de daarbij geldende voorwaarden en vergoedingen. - Achmea vordert het verschil tussen de tarieven behorend bij de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 en de Standaardovereenkomst Paramedische zorg 2015/2016 van alle gedeclareerde fysiotherapeutische prestaties vallend onder deze Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 terug. een overeenkomst met een van de onder 2.1.2 genoemde EPD leveranciers. 2.1.4. De kosten voor het gebruik en aanschaf van het EPD zijn ten allen tijde voor de contractant. Artikel 2 Voorwaarden Klinimetrie Fysiotherapie 2.1.5. Voor meer informatie over de EPD’s, de wijze van aanschaf en de kosten wordt verwezen naar de websites van de leveranciers. Contractant is verantwoordelijk voor de aanschaf van een juist EPD. Inleiding 2.2. Respons/Meting Achmea hecht veel belang aan de toepassing van klinimetrie met behulp van vragenlijsten en performancetesten. Met deze meetinstrumenten wil Achmea het gebruik van klinisch redeneren en besluitvorming binnen de fysiotherapie op grond van objectivering van klacht-/hulpvraaggerelateerde patiëntenfenomenen stimuleren. Door het diagnostische, prognostisch13 en vervolgens evaluatief14 gebruik van meetinstrumenten door de fysiotherapeut te stimuleren, verwacht Achmea bij te dragen aan de verdere verbetering van de kwaliteit van de fysiotherapeutische zorg. Ook worden resultaten van de fysiotherapeutische zorg inzichtelijk gemaakt door middel van bijvoorbeeld de Achmea Paramedische Praktijk Status. Ook kunnen de klinimetrie data gebruikt worden bij het maken van resultaatsafspraken en/of maatwerkafspraken. Uitgangspunt van Achmea is om de toepassing van klinimetrie, met enkele randvoorwaarden, zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de dagelijkse praktijk van de fysiotherapeuten. Dit mede aan de hand van evaluatiemomenten met zorgverleners. Hierbij vormen de al ontwikkelde richtlijnen van de beroepsgroep de leidraad. Ook kunnen andere valide en betrouwbare meetinstrumenten gebruikt worden. 2.1. Aanmelding 2.1.1. De contractant maakt continu gebruik van meetinstrumenten (vragenlijsten & performancetesten) bij het fysiotherapeutisch handelen en de volledige verslaglegging vast te leggen in een elektronisch patiëntendossier (EPD), op het moment van het opstellen van deze overeenkomst zijn dat de meetinstrumenten, zoals opgenomen in het document ‘Overzicht meetinstrumenten’ en de meest actuele versie is te vinden op www.achmea.nl/zorgaanbieders. 2.1.2. Contractant heeft voor het registreren van het fysiotherapeutisch handelen de beschikking over een EPD’s vermeld in het ‘Overzicht EPD leveranciers PlusPraktijken Fysiotherapie 2015-2016 op www.achmea.nl/zorgaanbieders. 2.1.3. De contractant is gedurende de contractduur van de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 in het bezit van 2.2.1. De contractant registreert continu klinimetrie data bij zijn Achmea patiënten. Dit houdt in dat de contractant gedurende de gehele looptijd van de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016, elk kwartaal klinimetrie data aanlevert. 2.2.2. Alle fysiotherapeuten vallend onder de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 dienen per jaar, ieder kwartaal bij minimaal 40% van de Achmea verzekerden een begin- en eindmeting af te nemen met twee verschillende meetinstrumenten, als beschreven in het document ‘Overzicht meetinstrumenten’ op www.achmea.nl/zorgaanbieders. 2.2.3. Bij behandeltrajecten langer dan 3 maanden dient ter evaluatie minimaal ook halfjaarlijks met twee meetinstrumenten gemeten te worden, als beschreven in het document ‘Overzicht meetinstrumenten’. 2.2.4. Bij de beoordeling, of aan de “Plusvoorwaarden klinimetrie Fysiotherapie” is voldaan, worden alle Achmea patiënten van de contractant, ongeacht (chronische) indicatie of leeftijd meegenomen. 2.3. Aanleveren klinimetrie data 2.3.1. De contractant geeft door het afsluiten van de overeenkomst met de EPD-leverancier schriftelijk toestemming om de door ZorgTTP gepseudonimiseerde klinimetrie data via SiRM aan te leveren aan Achmea. 2.3.2. De contractant dient de wettelijke verplichtingen van de WBP in acht te nemen en is daartoe ten alle tijden verantwoordelijk voor zover het betrekking heeft op het omgaan met en verwerking van persoonsgegevens. Voorgaande houdt in dat er toestemming gevraagd dient te worden aan de desbetreffende verzekerde dan wel de gegevens gepseudonimiseerd dienen worden aan te leveren. 13. Vereist expliciete afweging en besluitvorming. 14. Vereist verschilscores per individuele patiënt, afweging en besluitvorming. 2.3.3. Achmea ontvangt de door u gegenereerde data. De aanleverdata in 2015 zijn: 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december. In 2016 zijn deze data gelijk, tenzij u anders geïnformeerd wordt. gebruiken als vergelijkingsinformatie voor de andere Fysiotherapiepraktijken. U geeft door het afsluiten van de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 toestemming hiervoor. 2.3.4. De contractant dient tijdig alle inspanningen te verrichten benodigd voor het aanleveren van de klinimetrie data15 Meer informatie over de wijze van extractie kunt u opvragen bij de door u gekozen EPD-leverancier. 2.5. Controle en consequenties bij niet of onvoldoende deelname 2.3.5. Achmea ontvangt elk kwartaal uw door een Zorg TTP (thrusted thirt partij) (en dat is op dit moment ZorgTTP) gepseudonimiseerde klinimetrie data via een beveiligde opslag en analyseomgeving (op dit moment is dat Sirm). 2.3.6. De aan te leveren klinimetrie data hebben betrekking op het gehele termijn waarbinnen de overeenkomst wordt afgesloten. 2.3.7. De op 31 augustus 2016 beschikbare Klinimetrie data kunnen door Achmea gebruikt worden voor haar zorginkoopbeleid. Dat betekent dat de mate waarin voldaan is aan deze voorwaarden Klinimetrie voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 invloed kunnen hebben op uw contractaanbod met Achmea. 2.4. Gebruik uitkomsten klinimetrie data 2.4.1. De uitkomsten van klinimetrie data kunnen onderdeel zijn van resultaatafspraken en/of maatwerkafspraken tussen de contractant en Achmea. Indien de klinimetrie data van de contractant afwijkt, kunnen daar resultaatsafspraken over gemaakt worden met de Relatiemanager van Achmea. 2.4.2. Achmea behoudt zich het recht voor om voor het contractaanbod te differentiëren tussen de overeenkomsten Fysiotherapie op basis van de mate waarin is voldaan aan de voorwaarden klinimetrie 2015-2016. Zodra Achmea op basis van de uitkomsten van de klinimetrie data, binnen het geldende contracteringskader, gaat differentiëren worden de normen waarop deze differentiatie plaatsvindt actief aan de contractant door Achmea kenbaar gemaakt. 2.4.3. Achmea kan de gepseudonimiseerd klinimetrische gegevens koppelen aan andere data zoals CQi en declaratiegegevens voor het maken van analyses, spiegelinformatie (Achmea Paramedische Praktijk Status). 2.4.4. Achmea kan de scores, verkregen uit de klinimetrie data, 2.5.1. De contractant is verplicht Achmea schriftelijk op de hoogte te stellen zodra tussentijds blijkt dat men niet meer aan de gestelde Plusvoorwaarden klinimetrie fysiotherapie kan voldoen. 2.5.2. Achmea controleert, conform de contractuele afspraken, via SiRM of de contractant heeft voldaan aan de voorwaarden, zoals gesteld in de artikelen 2.1.1, 2.1.2, 2.1.3, 2.2.2 en 2.3.4. 2.5.3. Indien blijkt dat u op enig moment in het jaar 2015 of 2016 niet aan alle bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, dan wordt dit door Achmea beschouwd als “geen deelname”. Dit heeft dit de volgende consequenties: -Achmea heeft het recht om met terugwerkende kracht de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 om te zetten naar een Basisovereenkomst Fysiotherapie 2015 of 2016 met de daarbij geldende voorwaarden en vergoedingen. -- Achmea vordert het verschil tussen de tarieven behorend bij de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 en de Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 of 2016 (eerste kwartaal) en vanaf 2016 tweede kwartaal de BasisXtra overeenkomst van alle gedeclareerde zittingen vallend onder deze Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 Fysiotherapie terug; -- De contractant wordt voor minimaal 1 jaar uitgesloten van een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. Na aantoonbaar gebleken geschiktheid kunt u in aanmerking komen voor een Plusovereenkomst Paramedische zorg, dit dient u zelf aan te geven bij Achmea. 2.6. Voorwaarden voor contractanten met een Basisovereenkomst 2015 Achmea stelt als toelatingseis voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 dat de contractant in 2015 met een geldende Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 minimaal een kwartaal klinimetrie aanlevert conform de voorwaarden Klinimetrie voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. De contractant is verplicht om aan Achmea actief kenbaar te maken en te verklaren dat hij minimaal een kwartaal voorafgaand aan de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 klinimetrie data heeft aangeleverd volgens de voorwaarden Klinimetrie voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. 2.7. Voorwaarden voor contractanten met een BasisXtra 2016 Vanaf april 2016 introduceert Achmea de Basis Xtra overeenkomst Paramedische zorg en stelt Achmea als 15. Dit houdt in dat de contractant zelf verantwoordelijk om voor het op tijd instaleren van benodigde software-updates, regelen van monteur, etc. toelatingseis voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2016 dat de contractant in 2016 met een geldende Basis Xtra overeenkomst minimaal een kwartaal klinimetrie aanlevert conform de voorwaarden Klinimetrie voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. De contractant is verplicht om aan Achmea actief kenbaar te maken en te verklaren dat hij minimaal een kwartaal voorafgaand aan de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 klinimetrie data heeft aangeleverd volgens de voorwaarden Klinimetrie voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. NB: Contractanten met een Standaardovereenkomst 2015 of 2016 komen niet in aanmerking voor een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016. Contractanten met een Basis overeenkomst komen vanaf het tweede kwartaal 2016 niet meer in aanmerking voor een Plusovereenkomst Paramedische zorg. Artikel 3Voorwaarden Multidisciplinair samenwerken PlusPraktijken Paramedische zorg - Fysiotherapie Aantoonbare kwaliteit en een intensieve samenwerking onder zorgaanbieders verbetert de zorg rondom de klant. Zorgaanbieders aangesloten bij een kwaliteitsnetwerk zijn speciaal geschoold in het behandelen van patiënten met een specifieke aandoening en werken onderling nauw samen met 2e lijn zorgaanbieders in de regio. De behandelingen worden door een deskundig behandelaar uitgevoerd en zo optimaal mogelijk op elkaar afgestemd. De komende contractperiode richt Achmea zich op het versterken van de eerste lijn en het stimuleren en ontwikkelen van samenwerking tussen zorgverleners. Om deze reden zal Achmea vanaf 2015 de paramedische zorg voor verzekerden met Parkinson inkopen bij zorgaanbieders aangesloten bij het netwerk ParkinsonNet en bij Perifeer Arterieel Vaatlijden - Claudicatio Intermittens inkopen bij zorgaanbieders aangesloten bij het netwerk ClaudicatioNet. Meer informatie over de Voorwaarden Selectieve inkoop van netwerkzorg paramedische zorg’ vind u op www.achmea.nl/zorgaanbieders. Ook voor andere ziektebeelden worden multidisciplinair werkende kwaliteitsnetwerken opgezet. Medewerkers die zich verbinden aan een multidisciplinair werkend kwaliteitsnetwerk verbinden zich aan de door hen gestelde kwaliteitscriteria. Achmea stimuleert deze samenwerking en zal komende jaren voorwaarden opnemen voor andere aandoeningen. In deze voorwaarden Multidisciplinair samenwerken PlusPraktijken Paramedische zorg - Fysiotherapie staat specifiek benoemd welke aandoeningen komende twee jaar de focus ligt. Op een aantal specifieke aandoeningen CVA (Cerebro Vasculair Accident), Oncologische (na)zorg, Orthopedische (na)zorg, Perifeer Arterieel Vaatlijden (Claudicatio Intermittens), Parkinson, Prematuur geboren kinderen en Traumarevalidatie), ketenzorgzorgprogramma’s zijn al netwerken/samenwerkingsverbanden opgericht. De behandeling van deze aandoeningen is vaak al bewezen dat een goede multidisciplinaire samenwerking, waarbij de hulpvraag van onze verzekerden centraal staat, het verschil maakt. Belangrijk voor onze verzekerden en Achmea is het creëren van voldoende aanbod van PlusPraktijken in de nabije omgeving van verzekerden, op gebied van samenwerking verbonden aan de genoemde aandoeningen. Achmea zal door middel van regionale analyses de komende contractperiode in kaart brengen in welke regio’s de multidisciplinaire zorg reeds is georganiseerd en welke gebieden aandacht vragen. Aan iedere aandoening is een landelijk opererend kwaliteitsnetwerk verbonden. Ieder netwerk vraagt haar eigen ontwikkeling en samenwerking waarbij Achmea mogelijkheden onderzoekt deze ontwikkeling te ondersteunen en aan te laten sluiten op het Plusbeleid. 3.1. Voorwaarden -- Voldoende aanbod houdt in dat de PlusPraktijk vertegenwoordigt is binnen haar regio en aansluiting heeft bij een landelijk kwaliteitsnetwerk op gebied van gespecialiseerde zorg verbonden aan de aandoeningen (CVA (Cerebro Vasculair Accident), Oncologische (na) zorg, Orthopedische (na)zorg, Perifeer Arterieel Vaatlijden (Claudicatio Intermittens), Parkinson, Prematuur geboren kinderen en Traumarevalidatie. Achmea zal met de pluspraktijk de mogelijkheden onderzoeken om dit aanbod voor haar verzekerden te organiseren; -- De contractant dient voldoende aantoonbare kundigheid en ervaring te hebben op gebied van de behandeling en/ of aandoening en een aantoonbaar significant aantal behandelingen en behandelde patiënten te hebben uitgevoerd specifiek voor de aandoening en/of behandeling; -- Contractant is verplicht in zijn/haar eigen regio onderzoek te doen in hoeverre de PlusPraktijken voldoende vertegenwoordigt zijn om de zorg voldoende te faciliteren voor verzekerden van Achmea. De relatiemanager van Achmea kan u hierin ondersteunen. Samen met de relatiemanager van Achmea zal contractant onderzoeken of de PlusPraktijk voldoende vertegenwoordigt is in zijn of haar regio op het gebied van onderstaande kwaliteitsnetwerken; -- Contractant onderhoudt vanaf 2016 in de eigen regio minimaal één aantoonbare multidisciplinaire samenwerking binnen zijn/haar praktijk op gebied van onderstaande multidisciplinaire kwaliteitsnetwerken en/of ketenzorgprogramma’s contractant: 1. C laudicatioNet - https://www.claudicationet.nl/home/; 2. CVA kennisnetwerk - http://www.kennisnetwerkcva.nl/; 3. EOP AMC, Expertisecentrum Ontwikkelings ondersteuning Prematuur geboren kinderen - https://www.amc.nl/web/Het-AMC/Afdelingen/ Medische-afdelingen/ExpertisecentrumOntwikkelingsondersteuning-Prematuren/ Expertisecentrum-OntwikkelingsondersteuningPrematuren/Opleiding.htm; 4. Orthopedische nazorg - deelname netwerk: a. Orthonet - Combined Quality Care http://combinedqualitycare.nl/nieuws/orthonet/; b. Fysiozorgplan - http://fysiozorgplan.nl/; 5. ParkinsonNet - http://www.parkinsonnet.nl/; Voor meer informatie aan welke criteria contractant moet voldoen verwijzen wij u naar de website van het multidisciplinaire kwaliteitsnetwerk. Of, indien contractant verbinding heeft met één van onderstaande programma’s en onderdeel uitmaakt van een zorggroep voldoet contractant aan de Plusvoorwaarden Multidisciplinair samenwerken PlusPraktijken Paramedische zorg - Fysiotherapie. 6. Ketenzorgprogramma COPD; 7. K etenzorgprogramma Diabetes Mellitus; 8. Ketenzorgprogramma Vasculair Risico Management. Wanneer u deelneemt aan een kwaliteitsnetwerk die niet genoemd staan in deze voorwaarden en deze wel aan de bovengenoemde criteria en ontwikkelingen lijkt te voldoen, kunt u contact op nemen met uw relatiemanager of een e-mail sturen naar [email protected]. Zorgsoort Specifiek deel Oefentherapie Onderstaande voorwaarden zijn van toepassingen op contractanten oefentherapie met een Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016: Artikel 1Voorwaarden KlantErvaringsOnderzoek voor Plus-Oefentherapeuten Inleiding Achmea wil dat iedereen kan vertrouwen op de beste zorg en stimuleert daarom dat zorgaanbieders hun zorg constant verbeteren. Ook zal de komende jaren de communicatie tussen zorgverleners t.b.v. de multidisciplinaire samenwerking steeds meer digitaal plaatsvinden en worden er voor verschillende aandoeningen en patiëntencategorieën momenteel (multidisciplinaire) indicatoren ontwikkeld. Daarvoor zijn gegevens nodig over de kwaliteit van de geleverde zorg en zal alvast een belangrijke basis gelegd moeten worden voor deze data infrastructuur. Inzicht in uw zorgkwaliteit wordt vastgelegd in een Elektronisch Patiëntendossier (EPD) en door middel van het perspectief van uw klant/onze verzekerde. Daarom stimuleert Achmea al enige jaren het gebruik van een EPD en het meten van klantervaringen door zorgaanbieders op een valide en vergelijkbare manier met behulp van onafhankelijke meetbureaus. Tevens wil Achmea dat verzekerden inzicht hebben in de uitkomsten van klantervaringen zodat mede op die manier de klant kan kiezen voor de beste zorg. De resultaten uit het KlantErvaringsOnderzoek worden hiertoe ontsloten op de zorgzoekers van de labels van Achmea. Hiervoor is het van belang dat het KlantErvaringsOnderzoek voldoende wordt uitgezet om tot bruikbare resultaten te leiden. Wanneer de contractant onvoldoende respons16 heeft, is het niet mogelijk om de resultaten van het KlantErvaringsOnderzoek van deze praktijk op de Zorgzoeker te plaatsen. Achmea stelt als voorwaarde voor de Plusovereenkomst Paramedische zorg 2015-2016 dat de oefentherapeut met al zijn medewerkers het KlantErvaringsOnderzoek continu uitvraagt onder zijn patiënten, verzekerd bij de labels van Achmea. Achmea zal de data uit het KlantErvaringsOnderzoek van alle zorgverleners binnen de praktijk geanonimiseerd aangeleverd krijgen van het meetbureau. Gebruik van Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) in 2016 Het EPD is een belangrijk randvoorwaardelijk instrument om de zorgverlener te ondersteunen in zijn/haar methodisch handelen en de verslaglegging daarvan conform de gestelde richtlijnen vanuit de beroepsgroep. Daarnaast kan het gebruik van een EPD de zorgverlener ondersteunen in het klinisch redeneren, het evalueren (meten van voortgang en resultaat) en het ontsluiten van kwaliteitsgegevens. Achmea zoekt met VvOCM samenwerking om te komen tot een beroepsgroepgedragen kwalitatieve ontwikkeling van EPD’s dat de zorgverlener op inhoud, communicatie en ontwikkeling van indicatoren ondersteunt. Na 2016 zal Achmea het gebruik van een EPD als criterium opnemen voor de Plusovereenkomst. Voorwaarden 1.1. Aanmelding 1.1.1. De contractant laat een continu KlantErvaringsOnderzoek uitvoeren met behulp van een digitaal KlantErvaringsOnderzoek door een onder artikel 1.1.2. genoemd meetbureau. 1.1.2. De contractant laat het KlantErvaringsOnderzoek uitzetten door meetbureau: Qualizorg of Mediquest. 1.1.3. De contractant dient uiterlijk 31 december 2014 in het bezit te zijn van een overeenkomst met een onder artikel 1.1.2. genoemde meetbureau. Contractanten die geen overeenkomst met het meetbureau hebben of een overeenkomst welke is gesloten na 31 december 2014 komen gedurende het contractjaar 2015 niet meer in aanmerking voor de Plusovereenkomst. Om in 2016 in aanmerking te komen voor een Plusovereenkomst dient u in 2015 in het bezit te zijn van een Basisovereenkomst Paramedische zorg 2015 en dus gedurende 2015 deel genomen te hebben aan het KlantErvaringsOnderzoek voor oefentherapeuten. 1.1.4. De kosten voor het uitzetten van het KlantErvaringsOnderzoek zijn te allen tijde voor de contractant. Voor meer informatie over het meetbureau, de mogelijkheden voor het uitzetten van het KlantErvaringsOnderzoek en de hieraan verbonden kosten wordt verwezen naar de website van de onder artikel 1.1.2. genoemde meetbureaus (www.qualizorg.nl en www.mediquest.nl). 1.2. Uitzetten van het KlantErvaringsOnderzoek 1.2.1. Het KlantErvaringsOnderzoek wordt continu uitgezet onder de patiënten verzekerd bij Achmea. Onder continu wordt verstaan dat de contractant het hele jaar, elk kwartaal meetgegevens aanlevert conform de voorwaarden beschreven in artikel 1.2. 1.2.2. Het KlantErvaringsOnderzoek wordt door alle zorgaanbieders vallend onder de Plusovereenkomst continu uitgezet onder de patiënten verzekerd bij Achmea. 16. Om de resultaten van het KlantErvaringsOnderzoek te kunnen publiceren is een minimum responsaantal (het totaal door patiënten volledig ingevulde vragenlijsten) van 10 ingevulde vragenlijsten per praktijk nodig om de anonimiteit van de respondenten te waarborgen, dit conform de werkinstructie van het Centrum Klantervaring Zorg. 1.2.3. Het KlantErvaringsOnderzoek dient continu te worden uitgezet onder minimaal 40% van de patiënten verzekerd bij Achmea. 1.2.4. De contractant zet zich actief in om patiënten verzekerd bij Achmea te informeren over de inhoud en achtergrond van het KlantErvaringsOnderzoek om zo voldoende respons te genereren om tot publiceerbare resultaten17 te komen. 1.2.5. Er geldt een minimum van 25 uitgezette lijsten en/of 10 geretourneerde volledig ingevulde vragenlijsten. Dit ontslaat de praktijk niet van de verplichting het KlantErvaringsOnderzoek bij minimaal 40% van het aantal Achmea verzekerden uit te zetten zoals genoemd in artikel 1.2.3. 1.2.6. Wanneer de contractant niet kan voldoen aan de gestelde voorwaarde zoals beschreven in artikel 1.2.5., dient deze aan te tonen dat aan de inspanningsverplichtingen als beschreven in artikel 1.2.1. t/m 1.2.4., is voldaan anders treden de gevolgen in werking als bedoeld in artikel 1.5. 1.2.7. Op uiterlijk 1 februari 2015 dient met het KlantErvaringsOnderzoek gestart te worden. Voor 2016 geldt dat gedurende 2015 voldaan moet zijn aan de voorwaarden gesteld in artikel 1.2. 1.3. Aanleveren uitkomsten KlantErvaringsOnderzoek 1.3.1. Achmea ontvangt elk kwartaal via een onderzoeksbureau geanonimiseerd uw KlantErvaringsOnderzoek-data van het meetbureau. De data bevat zowel de uitkomsten op vraagniveau als procesgegevens waaronder het aantal uitgezette vragenlijsten en deelnemende zorgaanbieders. In 2015 en 2016 vraagt Achmea bij het meetbureau genoemd in artikel 1.1.2. op of met haar Pluscontractanten een overeenkomst is afgesloten ten behoeve van deelname KlantErvaringsOnderzoek. 1.3.2. In de overeenkomst tussen de contractant en het onder artikel 1.1.2. genoemde meetbureau heeft de contractant schriftelijk toestemming gegeven voor het aanleveren van de gegevens als beschreven in artikel 1.3.1. 1.3.3. De contractant is te allen tijde gehouden aan de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). 1.4. Gebruik uitkomsten KlantErvaringsOnderzoek Achmea behoudt zich het recht voor om in de toekomst de uitkomsten van het KlantErvaringsOnderzoek te gebruiken binnen haar inkoopbeleid en ten behoeve van de informatie aan haar verzekerden. Alvorens Achmea hiertoe overgaat zal hierover overleg plaatsvinden met de betreffende beroepsvereniging. 1.5. C ontrole en consequenties bij niet of onvoldoende deelname 1.5.1. De contractant is verplicht Achmea schriftelijk op de hoogte te stellen zodra tussentijds blijkt dat niet meer aan de gestelde “Voorwaarden KlantErvaringsOnderzoek voor PlusOefentherapeuten” kan worden voldaan. 1.5.2. Achmea controleert, conform de contractuele afspraken bij het meetbureau, of de contractant heeft voldaan aan de voorwaarden, zoals gesteld in de artikelen 1.1. en 1.2. 1.5.3. Indien blijkt dat op enig moment niet aan alle bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, dan wordt dit door Achmea beschouwd als “geen deelname”. Dit heeft de volgende consequenties: -- Achmea heeft het recht om met terugwerkende kracht de Plusovereenkomst om te zetten naar een Standaardovereenkomst Paramedische zorg 2015/2016 met de daarbij geldende voorwaarden en vergoedingen; -- Achmea vordert het verschil tussen de tarieven behorend bij de Plusovereenkomst en de Standaardovereenkomst Paramedische zorg 2015/2016 van alle gedeclareerde prestaties vallend onder deze Plusovereenkomst terug; -- De contractant wordt voor 2016 of 2017 uitgesloten van een Basis- of Plusovereenkomst Paramedische zorg. Na aantoonbaar gebleken geschiktheid in 2015/2016 kan contractant in 2016/2017 in aanmerking komen voor een Plusovereenkomst Paramedische zorg. Onder gebleken geschiktheid verstaat Achmea dat de contractant actief aantoont dat gedurende minimaal 3 maanden KlantErvaringsOnderzoek door de contractant is uitgezet conform de voorwaarden zoals genoemd in artikel 1.2. 1.5.4. Indien uit een controle over deze voorwaarden blijkt dat niet voldaan is en dat er geen sprake is van gebleken geschiktheid, behoudt Achmea zich het recht voor om met terugwerkende kracht de Plusovereenkomst om te zetten naar een Standaardovereenkomst Paramedische zorg 2015/2016 met de daarbij geldende voorwaarden en vergoedingen. Voorgaande laat de toepasselijkheid van de overige in deze voorwaarden opgenomen consequenties onverlet. 17. Om de resultaten van het KlantErvaringsOnderzoek te kunnen publiceren is een minimum responsaantal van 10 volledig ingevulde KEO vragenlijsten per praktijk nodig om de anonimiteit van de respondenten te waarborgen, dit conform de werkinstructie van het Centrum Klantervaring Zorg. Uitgaande van een respons van 40% dient de praktijk het KlantErvaringsOnderzoek bij tenminste 25 Achmeaverzekerden uit te zetten, ongeacht de hoogte van het aantal patiënten verzekerd bij Achmea. Eventuele publicatie zal altijd in overleg met de betreffende beroepsvereniging zijn.
© Copyright 2024 ExpyDoc