in de bijlage - Zorg voor beweging

Opmerkelijk orthopedie
zes weken hersteltijd
de botfabriek staat altijd paraat
Een ongeluk, een glijpartij. Been
gebroken. Wat dan? Eigenlijk is
het simpel: gips erom, zes weken
wachten en je kunt er weer tegenaan.
Soms moet de dokter eerst nog de
botuiteinden tegen elkaar zetten,
maar het lichaam neemt het bot­
herstel vrijwel altijd snel en volledig
voor zijn rekening. Hoe is dit
mogelijk?
Een botbreuk herstelt bijna altijd. En dan
ook nog zonder littekenweefsel. Dr. Peter
Kloen noemt het een prachtig proces.
Hij benadrukt dat het grotendeels nog
een mysterie is wat er na een botbreuk
precies gebeurt in en om het bot. Kloen
werkt als orthopedisch chirurg-trauma­
to­loog en doet veel onderzoek naar
de behandeling van vooral complexe
fracturen (zie kader). Want niet alle
gebroken botten betreffen een ‘mooie
breuk’ en niet altijd zijn de uiteinden van
een gebroken bot simpel tegen elkaar te
drukken. Fracturen doen zich bovendien
ook voor in en rond gewrichten zoals
knieën, ellebogen, enkels en heupen.
Dan is vaak een operatie nodig om met
Met de juiste
hulp genezen
ook complexe
fracturen meestal
heel behoorlijk.
schroeven, platen en pennen de botdelen
op hun plek te houden. Dat kan ook nodig
zijn als een bot in meerdere stukken
is gebroken. “Maar met de juiste hulp
genezen ook complexe fracturen meestal
heel behoorlijk.”
Peter Kloen wint Anna Prijs 2013
Samen met Denise Eygendaal (zie pagina 58) won Peter Kloen in 2013 de
Anna Prijs. Stichting Anna Fonds|NOREF kent deze prijs elke twee jaar toe
aan een of twee wetenschappers die onderzoek doen naar het steun- en
bewegingsstelsel. Kloen ontving de prijs omdat hij onderzoek doet dat
belangrijk is voor mensen met ernstige en/of niet-genezende botbreuken.
www.annafonds.nl
44
Natuurlijk stopverf
“Het is wonderlijk”, zo vervolgt Kloen,
“dat botweefsel herstelt zonder de
vorming van een litteken. Bij alle andere
organen is dat wel het geval. Eenmaal
goed genezen kun je een vroegere botbreuk zelfs onder de beste microscoop
niet meer terugvinden. Hoe dat komt,
weten we nog niet precies.” Wel bekend
is dat botweefsel bestaat uit onder
andere botcellen, verschillende soorten
eiwitten en kalk. Bot is levend weefsel
en er is dus altijd een proces gaande
van afbreken en opbouwen van cellen.
Wat gebeurt er bij een breuk? “Op de
plek van de fractuur ontstaat direct een
bloeding. Die brengt de aanmaak van
zogenoemde groeifactoren op gang.
Dat zijn eiwitten die in en om de breuk
het genezingsproces op gang brengen.
zorg voor beweging | jaarmagazine 2014
Column
Soepel draaien
Daarbij ontstaat nieuw botweefsel.”
Kloen zegt dat in het bot een hele
fabriek paraat staat, wachtend op een
signaal om aan de slag te gaan. “Rond
de breuklijn vormt zich uit de bloeding
een soort stopverf, die eerst zacht is en
na een of twee weken al aardig begint te
plakken. Na twee tot drie weken is het
wat rubber­achtig en na zes weken hard
en stevig.”
Nooit te laat, altijd op tijd
Kloen heeft ervaren dat oude, niet
genezen fracturen zelfs na tientallen
jaren nog kunnen herstellen. Beslissend daarbij is volgens hem de juiste
positione­ring van de botten en het uit­
oefenen van voldoende compressie op de
botuiteinden, in combinatie met het weer
op gang brengen van de herstelfabriek.
“Het is nooit te laat om te genezen.”
Dat is mooi. En is het herstelproces
soms ook te versnellen? “Nee, geduld is
ook bij een botbreuk een schone zaak.
Je hebt gewoon zes weken tijd nodig”,
aldus Kloen. “Dat veranderen we net
zomin als de duur van negen maanden
zwangerschap.
Spectaculaire ontdekkingen hierin zie ik
niet snel komen. Bij omvangrijk botletsel
en verbrijzelde botten zijn er op termijn
wellicht mogelijkheden om botdelen
te vervangen. Bijvoorbeeld door stukken bot in het laboratorium te kweken
of ze te printen met een 3D-printer. Ik
verwacht meer effect op de kwaliteit van
fractuurbehandeling door het concentreren van complexe behandelingen
bij gespecialiseerde behandelteams.”
Het ontwikkelen van handvaardigheid,
inzicht, focus en ervaring voor het probleemoplossende en ambachtelijke deel
van het werk zijn daarbij essentieel.
orthopedie houdt nederland in beweging
Sinds alweer een paar jaar loopt
mijn leven op rolletjes. In 2011
werd ik twee keer geopereerd
en kreeg ik in beide knieën een
prothese. Zo kwam een einde aan
jaren van pijn lijden door zware
artrose. In 2012 ben ik vooral bezig
geweest met revalideren en het
opbouwen van mijn conditie. Vorig
jaar, 2013, was het oogstjaar. Op 25 juli fietste ik samen met
mijn zoon Hilbert naar de top van de Mont Ventoux, de berg
die onder wielrenners zo beroemd is.
Het is een echte familiehappening geworden, daar in het
zuiden van Frankrijk. Mijn vrouw, mijn kinderen plus aanhang en andere familieleden: we waren met een groep van
veertien personen. Wie niet kon fietsen, ging met de auto
mee omhoog om aan te moedigen. Het werd een geweldige
dag. In de jaren tot 2011 moest ik door de pijn in mijn knieën
jaar na jaar mijn sportieve ambities bijstellen en vaak zelfs
afstellen. Hardlopen, balsporten en ook wielrennen: het
kon gewoon niet meer. Die dag in Zuid-Frankrijk gaf me het
gevoel dat ik weer helemaal ‘terug’ was.
Mijn twee ‘nieuwe’ knieën zijn voor mij dus de beste denkbare doping. Voor de kenners: met een licht verzetje van
30x28 draaide ik soepel tegen de berg op. Mijn fietsmaatjes
noemen me soms de ‘bionische man’. Maar alle gekheid op
een stokje: met zo’n lichte versnelling voorkom ik over­
belasting en overmatige slijtage van mijn nieuwe aanwinsten.
Ik geniet nu van de dingen die ik weer kan, ook in mijn werk.
Ik maak ook weer nieuwe fietsplannen: dit jaar ga ik fietsen
in de Pyreneeën. Volgend jaar wil ik het fietsen combineren
met mijn werk als psychomotorisch therapeut. Wat zou het
mooi zijn om met een groep mensen met een lichte mentale
beperking voor een goed doel te fietsen op de Mont Ventoux!
Want zij ontlenen aan sport en beweging net zoveel plezier
en zelfvertrouwen als ikzelf.
Henk Greveling
Lees ook Henk’s verhaal in Zorg voor beweging
Jaarmagazine 2013, pagina 56.
45