5 april 2014 Redactie: Voorwoord De start van Passend Onderwijs per 1 augustus komt snel dichterbij. Binnen het samenwerkingsverband ZuidoostFriesland wordt hard gewerkt om alles in gereedheid te brengen. Ook wordt in de komende periode veel aandacht besteed aan het informeren van alle betrokkenen over het beleid van het samenwerkingsverband en de gevolgen daarvan. Deze informatieronde levert de nodige vragen op. Er is voor gekozen om deze vragen te bundelen in de nieuwsbrief. Het is nog steeds mogelijk om vragen te stellen over de invoering van Passend Onderwijs en het beleid van het samenwerkingsverband (via de mail naar [email protected]). Deze vragen worden dan opgenomen in de eerstvolgende nieuwsbrief. Linda de Vries, directeur Het ondersteuningsplan In de afgelopen maanden is het ondersteuningsplan opgesteld. Dit plan moet het samenwerkingsverband verplicht opstellen en er zijn een aantal voorwaarden gesteld aan de inhoud van het ondersteuningsplan. In dit plan is het beleid op hoofdlijnen beschreven voor de periode 2014 tot en met 2018. De Ondersteuningsplanraad (OPR) heeft inmiddels ingestemd met het plan en ook de 8 betrokken gemeenten hebben via het OOGO hun akkoord gegeven. Een aantal zaken uit het ondersteuningsplan moet nog nader worden uitgewerkt voordat op 1 augustus met de uitvoering kan worden begonnen. Het gaat hierbij onder meer om de toewijzingscommissie en de financiPagina 1 ele/personele inrichting van het samenwerkingsverband. Eugenie Kortenhorst Einde leerlinggebonden financiering Linda de Vries [email protected] [email protected] Gerard Wijtsma Per 1 augustus 2014 vervalt de leerling gebonden financiering (het rugzakje). Dit geldt zowel voor de rugzakjes cluster 2, cluster 3 als cluster 4. Binnen de leerlinggebonden financiering ontvangt de school een extra budget en wordt de school geholpen bij de begeleiding van de leerling door een ambulante begeleider. Per 1 augustus 2014 gaat het schooldeel van de LGF (alleen voor de leerlingen cluster 3 en 4) naar het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband heeft ervoor gekozen om dit budget voor de schooljaren 2014-2015 en 2015-2016 naar rato van het aantal rugzakleerlingen 0110-2012 te verdelen over de schoolbesturen. Dit betekent dat elk schoolbestuur straks een eigen ondersteuningsbudget heeft. Elke school bepaalt vervolgens zelf welke leerlingen extra ondersteuningsbehoeften hebben en op welke manier de school dat gaat vormgeven (categorie 2c uit het continuüm van ondersteuning). De leerlingen met een LGF ontvangen nu Ambulante Begeleiding. Om de continuïteit van reeds ingezette trajecten te waarborgen ontwikkelt het samenwerkingsverband op dit moment een overgangsregeling Ambulante Begeleiding. De essentie van deze overgangsregeling is dat reeds ingezette ambulante begeleidingstrajecten gecontinueerd kunnen worden en dat ‘nieuwe’ ondersteuningsvragen via het consultatieteam gaan lopen. De uitwerking van deze overgangsregeling zal op korte termijn worden [email protected] Redactieadres: Postbus 34 9200 AA Drachten Telefoon: (0512-305753) Fax: (0512) 305760 [email protected] Mission statement Alle kinderen gaan succesvol naar school in het samenwerkingsverband Zuidoost Friesland: gewoon waar het kan, speciaal waar het moet. zuidoost Friesland April 2014 ● editie 5 ● SWV Zuidoost-Friesland ● 06-31031417 Continuüm van ondersteuning gecommuniceerd met de scholen en betrokkenen. Het bovenstaande geldt niet voor de leerlingen met een rugzakje cluster 1 en 2. Deze beide clusters hebben een status aparte binnen Passend Onderwijs. Informatie hierover is terug te vinden in het ondersteuningsplan hoofdstuk 5.9. Het continuüm van ondersteuning en de toewijzingscommissie toewijzingscommissie start op 1 augustus 2014 met haar werkzaamheden en neemt daarmee de taken van de huidige CVI’s en het RMC consultatieteam over. In de komende periode zullen twee personen per school (locatie) worden geschoold met betrekking tot de werkwijze van de toewijzingscommissie. De uitnodigingen voor deze scholing zullen binnenkort worden verstuurd naar de scholen. Het Groeidocument speelt in de werkwijze van de toewijzingscommissie een centrale rol. Om de ondersteuningsstructuur binnen het samenwerkingsverband inzichtelijk te maken heeft het samenwerkingsverband een continuüm van ondersteuning ingericht. Hierin worden alle niveaus van ondersteuning beschreven en wordt ook duidelijk op welke manier een eventuele toewijzing voor een bepaald niveau van ondersteuning plaatsvindt. De niveaus van ondersteuning staan uitgebreid beschreven in het ondersteuningsplan. Belangrijk is dat om in aanmerking te komen voor niveau 3 en 4 de leerling moet worden aangemeld bij de toewijzingscommissie van het samenwerkingsverband. De De Rebound Vanaf 1 augustus 2014 wordt de Rebound een OPDC genoemd. Dit is de wettelijke term voor deze tussenvoorziening. Het samenwerkingsverband blijft deze voorziening in Drachten in stand houden. De functie van de Rebound verandert echter wel. Vanaf 1 augustus heeft de Rebound uitsluitend een time-out functie. Het kan hierbij gaan om een kortdurend traject en een langdurend traject. Het doel van beide trajecten is terugkeer naar de school van herkomst. Op dit moment worden de werkwijze van Rebound (per 1 augustus 2014) vastgelegd in het be- leidsplan OPDC. Het gaat hierbij onder meer om de werkwijze van het OPDC, de samenwerking met scholen en ouders, de toeleiding naar het OPDC en terugplaatsing vanuit het OPDC. Op deze manier wordt voor alle betrokkenen (het OPDC, de toeleverende scholen, ouders, leerlingen) duidelijk wat er over en weer verwacht mag worden van elkaar. In het gebouw van de Rebound is ook de Observatiegroep van Renn4 gevestigd. Op dit moment wordt de positie en rol van deze Observatiegroep binnen Passend Onderwijs in relatie tot het OPDC en de scholen voor cluster 4 nader onderzocht. In de volgende nieuwsbrief komt hier meer informatie over. VEEL GESTELDE VRAGEN Vraag 1: Ligt de zorgplicht bij afzonderlijke scholen of bij schoolbesturen? Een grote scholengemeenschap heeft bijvoorbeeld 7 locaties. Als een leerling wordt aangemeld bij één van deze locaties moet het schoolbestuur dan verplicht beoordelen of de leerling geplaatst kan worden op één van deze locaties om te voldoen aan de zorgplicht? Antwoord 1: De zorgplicht ligt formeel in de wet bij de schoolbesturen. In de praktijk ligt de zorgplicht bij de school waar de leerling wordt aangemeld. Die moet beoordelen of de leerling op die school de ondersteuning kan krijgen en anders een andere plek zoeken. Dit hoeft niet persé eerst bij een school van het eigen bestuur te zijn.dan verplicht beoordelen of de leerling geplaatst kan worden op één van deze locaties om te voldoen aan de zorgplicht? Vraag 2: Kunnen scholen straks nog leerlingen weigeren? Antwoord 2: Ja, dat kan. Het bevoegd gezag van een V(S)O school beslist over de toelating van een leerling. Het bevoegd gezag heeft daarvoor een toelatingsbeleid vastgesteld en past dit consequent toe. Een bevoegd gezag mag een leerling weigeren om de volgende redenen: Denominatie: de ouders weigeren de grondslag van de school te respecteren (behoudens de afstandbepaling zoals vastgelegd in artikel 48 van de WVO) Plaatsruimte: de begrenzing van het maximaal aantal leerlingen op een vestiging Niveau leerling: indien het niveau van de leerling niet toereikend is voor wat het schoolbestuur te bieden heeft (inrichtingsbesluit) Het bevoegd gezag geen passend onderwijsaanbod kan bieden. In dit laatste geval is er sprake van zorgplicht. Dit kan uitsluitend indien: Het bevoegd gezag heeft vastgesteld dat het een leerling betreft met een extra ondersteuningsbehoeften Én het bevoegd gezag heeft vastgesteld dat het deze extra ondersteuning niet kan bieden Én het bevoegd gezag heeft zorggedragen dat er een andere school bereid is deze leerling toe te laten (dit laatste kan ook VSO zijn) Passend Onderwijs c.q. zorgplicht betekent dus nadrukkelijk níet dat je elke leerling moet toelaten op je school, maar betekent dat er je de plicht hebt om ervoor te zorgen dat indien je als school zelf geen passende ondersteuning kunt bieden er ergens anders een passende plek voor de leerling beschikbaar is. Een school kan dus alleen weigeren op grond van één van de vier bovenstaande redenen. Vraag 3: Moet het huidige toelatingsbeleid van scholen worden aangepast in het kader van Passend Onderwijs? Antwoord 3: Ja, het huidige toelatingsbeleid moet aangepast worden aan de regelgeving van Passend Onderwijs. Dit betekent dat bovenstaande (zie de vraag hierboven) moet zijn opgenomen over het weigeren van leerlingen. Ook moeten de nieuwe wettelijke termijnen zijn opgenomen en moet een verbinding worden gemaakt met het Ondersteuningsprofiel van de school. Het nieuwe toelatingsbeleid gaat in per 1 augustus 2014. Dit betekent dat leerlingen die de komende periode worden aangemeld nog vallen onder het huidige toelatingsbeleid. Vraag 4: Een leerling zit op één van de VO-scholen van ons samenwerkingsverband en ouders zijn niet tevreden met de ondersteuning die daar wordt geboden en besluiten hiervoor niet naar de geschillencommissie te stappen maar de leerling aan te melden op een andere school. Heeft de school waar de leerling nu wordt aangemeld nu zorgplicht? Antwoord 4: Ouders mogen hun kind altijd van school afhalen. De nieuwe school waar de ouders hun kind aanmelden heeft dan inderdaad zorgplicht. Vraag 5: Is er een ondergrens afgesproken qua basisondersteuning? Antwoord 5: ja, er is een ondergrens afgesproken wat betreft de basisondersteuning. De afspraak is dat elke school minimaal een voldoende moet scoren op alle indicatoren van de basisondersteuning zoals geformuleerd binnen de schoolondersteuningsprofielen van Q3. Het beoordelen van de basisondersteuning binnen het schoolondersteuningsprofiel vindt plaats op basis van zelfevaluatie. Het samenwerkingsverband onderzoekt de mogelijkheid om door middel van onderlinge audits het niveau van basisondersteuning op de scholen te onderzoeken en te versterken. Mocht een school zwak of onvoldoende scoren op één of meerdere indicatoren voor basisondersteuning dan voert deze school planmatig een verbetertraject uit met als resultaat een voldoende score binnen een periode van 2 schooljaren. Vraag 6: Er wordt door het samenwerkingsverband een consultatieteam ingericht. Hoe kun je een consult aanvragen en wanneer wordt dit toegekend of afgewezen? Antwoord 6: Elke schoollocatie krijgt straks een vast contactpersoon binnen het consultatieteam. Bij deze contactpersoon kunnen de advies en begeleidingsvragen worden gesteld. De contactpersoon bepaalt in overleg met de school of de vraag past binnen de functies van het consultatieteam, wat er nodig is en de termijn waarop dit zal moeten plaatsvinden. Van de scholen wordt verwacht dat ze de eigen interne ondersteuningsstructuur dusdanig inrichten dat de meeste ondersteuningsvragen intern kunnen worden beantwoord. Hierover wordt op dit moment een korte notitie opgesteld (de werkwijze van het consultatieteam). Vraag 7: Komt het consultatieteam in plaats van de huidige PCL’s? Antwoord 7: Het consultatieteam vervangt deels de huidige PCL’s. De huidige PCL’s zijn verschillend georganiseerd en hebben verschillende functies gekregen. Het consultatieteam heeft als functie om op de werkvloer advies en begeleiding te gaan verzorgen. Dit kunnen korte consultatieve vragen zijn maar ook langdurige begeleidingsarrangementen. Er zijn op dit moment ook PCL’s waarbij scholen aanvragen kunnen doen voor leerlingonderzoeken. Die functie zal het consultatieteam niet overnemen, dus daarvoor moeten binnen de scholen zelf voorzieningen worden ingericht Vraag 8: Hoe zorgt het samenwerkingsverband voor een dekkend aanbod per 1 augustus 2014? Antwoord 8: Op basis van de resultaten van Q3 kan geconcludeerd worden dat het samenwerkingsverband nagenoeg beschikt over een dekkend aanbod van onderwijsvoorzieningen voor alle leerlingen binnen ons gebied. Er blijken echter binnen ons samenwerkingsverband ook leerlingen te zijn die om verschillende redenen niet naar school gaan (de zogenaamde thuiszitters). Ook voor deze leerlingen is ons samenwerkingsverband verantwoordelijk. Op dit moment wordt door Gedragswerk onderzoek gedaan naar deze thuiszittende leerlingen Vraag 9: Mogen ouders van een leerling met een Toelaatbaarheidsverklaring zelf een VSO-school kiezen? Antwoord 9: Nadat een toewijzingscommissie van een samenwerkingsverband een Toelaatbaarheidsverklaring heeft afgegeven mogen ouders zelf bepalen bij welke VSO-school ze hun kind aanmelden. Het samenwerkingsverband waardoor de toelaatbaarheidsverklaring is afgegeven betaalt de kosten voor de plaatsing op de VSO-school. Dit betekent dus concreet dat straks bij VSO De Zwaai leerlingen worden aangemeld met toelaatbaarheidsverklaringen van verschillende samenwerkingsverbanden VO. Vraag 10: Kunnen leerlingen met een rugzakindicatie na 1 augustus 2014 met deze indicatie nog worden aangemeld bij het VSO? Antwoord 10: Nee, vanaf 1 augustus is een ‘oude’ indicatie van de CVI niet meer geldig bij een overstap van het VO naar het VSO. Er moet dan een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd bij de toelatingscommissie van het samenwerkingsverband. Na 1 augustus 2014 mogen VSO-scholen geen leerlingen meer toelaten met een oude indicatie van de CVI. Vraag 11: Kunnen leerlingen vanuit het SO niet meer direct worden aangemeld bij het VSO? Moet dit altijd via het VO gaan? Antwoord 11: Nee, het samenwerkingsverband heeft ervoor gekozen om het mogelijk te maken voor scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs om een directe aanmelding te doen bij onze toewijzingscommissie. Vraag 12: Voor welke leerlingen moet er straks een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld? Antwoord 12: er moet straks door de school een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld voor alle leerlingen in het VSO, PRO-leerlingen en leerlingen uit de categorie 2c (zie continuüm van ondersteuning). Vraag 13: Wat gebeurt er met de ambulante begeleiding voor leerlingen die nog een lopende rugzakindicatie hebben op 1 augustus 2014? Antwoord 13: Aan rugzakindicaties kunnen na 1 augustus 2014 geen rechten meer ontleend worden. Het samenwerkingsverband heeft een overgangsregeling ambulante begeleiding ontwikkeld waardoor reeds ingezette trajecten ambulante begeleiding desgewenst gecontinueerd kunnen worden (zie elders in deze nieuwsbrief) Vraag 14: Wat gebeurt er met leerlingen die op 1 augustus 2014 met een geldige indicatie op het VSO cluster 3 of 4 zitten? Antwoord 14: Voor deze leerling verandert er vooralsnog niets. Het samenwerkingsverband neemt voor deze leerlingen de indicatie over voor de duur van de reeds afgegeven indicatie door de CVI met een maximum van 2 jaar (een zogenaamd generaal pardon). Bij het aflopen van de indicatie of na maximaal 2 jaar kan desgewenst een herindicatie worden aangevraagd bij de toewijzingscommissie. Vraag 15: Kunnen we onze ZAT-vergaderingen voor het schooljaar 2014-2015 inplannen of moeten we het ZAT nu al omvormen naar een flexibel MDO? Antwoord 15: De ZAT-vergaderingen kunnen gewoon ingepland worden. In de loop van het schooljaar 2014-2015 wordt geïnventariseerd welke scholen (en gemeenten) willen starten met de omvorming van het ZAT naar een MDO en daar zullen dan afspraken mee worden gemaakt. Pagina 2 April 2014 ● editie 5 ● SWV Zuidoost-Friesland ● 06-31031417
© Copyright 2024 ExpyDoc