Logopedie CTO-Logo instellen en gebruiken - PDF

CTO-Logo instellen en gebruiken v2
Hoofdstuk 1 CTO-Logo instellen en gebruiken
CTO-Logo is een online cliënttevredenheidsonderzoek, speciaal ontwikkeld voor logopedisten. De
vragenlijst is gebaseerd op de "Standaarden voor Logopedisten werkzaam in de Vrije Vestiging" en
beslaat de gehele logopedische behandeling. U krijgt inzicht in de mening van uw cliënten ten
aanzien van de bereikbaarheid, de bejegening, de behandeling en de praktijkruimte.
Intramed biedt de mogelijkheid om efficiënt gebruik te maken van CTO-Logo. U kunt elke
uitbehandelde patiënt eenvoudig aanmelden vanuit Intramed. De cliënten die u aanmeldt, worden
door CTO-Logo uitgenodigd voor deelname aan uw onderzoek. Zij ontvangen een e-mail met een
link naar de online enquête.
Als de vragenlijst volledig is ingevuld, zijn de resultaten direct zichtbaar in uw account op de CTOLogo website. Op deze wijze kunt u continu de kwaliteit van de door u verleende zorg in de gaten
houden.
Kijk voor meer informatie op de website van CTO-Logo: www.ctologo.nl .
Instellingen
Voordat u gebruik kunt maken van CTO-Logo, is het nodig dat u een aantal instellingen doet.
Aanmelden CTO-Logo
Via de website https://www.ctologo.nl kunt u zich aanmelden om mee te doen met CTO-Logo.
Als u via die website een gebruikersnaam en wachtwoord heeft gekregen, is het nodig dat u kiest
voor het softwarepakket "Intramed".
U ziet dan de volgende afbeelding, met uw eigen gebruikersnaam en wachtwoord. Deze gegevens
heeft u nodig bij het instellen van de online dienst in Intramed.
Online dienst
Als u zich heeft aangemeld bij CTO-Logo kunt u de gegevens instellen in Intramed. Ten eerste is
het nodig dat u een online dienst instelt.
1
CTO-Logo instellen en gebruiken v2
1.
2.
3.
Ga naar menu [Systeem], [Organisatie], [Online diensten];
het scherm "Online diensten" wordt geopend.
Druk op de toetsen "Ctrl" + "Ins" of klik op het icoon
;
het scherm "Online dienst" wordt geopend.
Vul de velden in.
Veld
Omschrijving
Dienstnr:
Dit nummer wordt automatisch aangemaakt als u de online dienst opslaat.
U kunt hier ook zelf een nummer invullen.
Type:
Klik op de pijlknop
achter het veld en klik op "CQ-Index".
Hierna komen de volgende velden beschikbaar.
Naam:
Typ "CTO-Logo" in.
URL:
Klik op de pijlknop
achter het veld en klik op de URL:
https://www.ctologo.nl/services/intramed/v100
Gebruikersnaam: Typ de gebruikersnaam en de toegangscode in die u van CTO-Logo
/ Toegangscode: gekregen hebt.
het scherm ziet er dan als volgt uit:
4.
Druk op "F5" om de gegevens te bewaren, of klik op het icoon
het scherm wordt gesloten.
Module activeren en online dienst kiezen
Vervolgens is het nodig dat u de module "CQ-Index" activeert.
1.
2.
2
Ga naar menu [Systeem], [Organisatie], [Systeemgegevens];
het scherm "Systeemgegevens" wordt geopend.
Klik op tabblad "7. Modules".
;
CTO-Logo instellen en gebruiken v2
3.
Vink het vak voor "CQ-Index" aan.
4.
De rubriek "Instellingen voor CQ-Index" wordt getoond.
5.
Klik op de knop
6.
Klik in het scherm "Selecteren Online dienst" op de online dienst van CTO-Logo en klik op de
knop "OK";
de naam van de gekozen online dienst wordt getoond.
Druk op "F5" om de gegevens te bewaren, of klik op het icoon
;
als u een online dienst kiest, waarbij geen gebruikersnaam en toegangscode zijn ingevuld, krijgt
u hiervan een melding en kunt u deze alsnog invullen.
7.
achter het veld "Online dienst CQ-Index".
De online dienst kan niet verwijderd worden zolang deze hier gekozen is.
Medewerker
Op tabblad "3. Instellingen" van een medewerker kunt u de frequentie instellen, waarmee CQ-Index
gegevens gesynchroniseerd kunnen worden.
1.
Ga naar menu [Systeem], [Organisatie], [Medewerkers], dubbelklik op een medewerker.
3
CTO-Logo instellen en gebruiken v2
2.
Klik op tabblad "3. Instellingen".
Alleen medewerkers uit de groep "1. Systeembeheer/praktijkhouder" zien de rubriek "Instellingen
voor CQ-Index".
3.
Kies de frequentie waarmee u de gegevens wilt synchroniseren.
De eerste optie ("Nooit automatisch") kiest u, als u niet wil dat CQ-Index-gegevens automatisch
verstuurd worden. U kunt de gegevens dan online versturen via de wizard (zie het onderdeel
"CTO-Logo gegevens versturen").
De medewerker moet natuurlijk wel toegang tot internet hebben.
Patiënt
-
4
Eerst moet u ervoor zorgen, dat bij uw patiënten op tabblad "1. Algemeen" een e-mailadres is
ingevuld, anders zullen geen gegevens worden verstuurd. Wanneer na het toestemming geven
voor deelnemen aan de CQ-Index de patiëntgegevens opgeslagen worden, wordt altijd al een
waarschuwing gegeven bij een niet-ingevuld e-mailadres.
CTO-Logo instellen en gebruiken v2
-
Wel zullen (als dit afgesproken is) papieren vragenlijsten verstuurd worden naar de betreffende
patiënt.
Daarna legt u vast, dat een patiënt toestemming voor CQ-index gegeven heeft. Dit doet u op
tabblad "3 Bijzonderheden".
Codelijst wijzigen
Het is niet nodig om een indicatiecode (Betreft) en Reden einde zorg in te vullen in de verwijzing. U
kunt deze velden daarom deactiveren in de codelijst.
1.
2.
3.
4.
5.
Ga naar menu [Systeem], [Tabellen], [Codelijsten];
het scherm "Codelijsten" wordt geopend.
Dubbelklik op de codelijst die u gebruikt voor logopedie;
het scherm "Codelijst" wordt geopend.
Ga naar tabblad "2. Instellingen".
Vul de velden "Indicatiecode (Betreft) gebruiken:" en "Reden einde zorg gebruiken:" in, zoals in
de volgende afbeelding.
Druk op "F5" om de gegevens te bewaren, of klik op het icoon
het scherm wordt gesloten.
;
5
CTO-Logo instellen en gebruiken v2
Verwijzing afsluiten
Er worden alleen gegevens verstuurd als wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Één daarvan is
dat de klacht (die meerdere verwijzingen kan omvatten) van de betreffende patiënt is afgesloten (zie
"Extra informatie" voor alle voorwaarden).
In het volgende voorbeeld wordt de verwijzing afgesloten via de patiëntgegevens. U kunt de verwijzing
ook afsluiten via menu [Bestand], [Verwijzingen]. Dubbelklik dan op de betreffende verwijzing; het
scherm "Verwijzing" wordt geopend.
1.
2.
3.
4.
5.
Ga naar menu [Bestand], [Patiënten];
het scherm "Patiënten wordt geopend.
Dubbelklik op de betreffende patiënt;
het scherm "Patiënt..." wordt geopend.
Klik op tabblad "4. Verwijzingen".
Dubbelklik op de betreffende verwijzing;
het scherm "Verwijzing" wordt geopend.
Vul het veld "Status:" in.
Veld
Omschrijving
Status:
Hier wordt standaard "Onder behandeling" ingevuld; u kunt dit wijzigen.
Klik op de pijlknop
6.
6
achter het veld, en klik op "Afgesloten".
Druk op "F5" om de gegevens te bewaren, of klik op het icoon
het scherm wordt gesloten.
;
CTO-Logo instellen en gebruiken v2
CTO-Logo gegevens versturen
Voordat u de gegevens gaat versturen, kunt u een overzicht maken van alle patiënten waarvan de
gegevens klaar staan om naar CTO-Logo gestuurd te worden.
1.
Ga naar menu [Rapporten], [Externe communicatie], [CQ-Index], OF
klik op de pijlknop achter het icoon "CQ-Index"
in de tekstbalk.
2.
Klik op de optie "Gereed voor verzending";
het scherm "CQ-Index gereed voor verzending" wordt geopend.
3.
Klik op de knop "OK";
het rapport wordt afgedrukt zoals u bij de rubriek "Uitvoer" hebt ingesteld. U ziet welke
patiëntgegevens gereed staan voor verzending naar CTO-Logo.
4.
Druk op "ESC" om het scherm te sluiten, of klik op
.
7
CTO-Logo instellen en gebruiken v2
Gegevens versturen
Automatisch online versturen
Hiervoor is beschreven wat u bij een medewerker moet instellen om gegevens automatisch te
versturen.
Daarna zullen vanuit Intramed op het aangegeven tijdstip patiëntgegevens automatisch aangeleverd
worden aan CTO-Logo. Het gaat daarbij alleen om die patiënten, waarbij zowel de behandeling als de
patiëntgegevens zelf aan de gestelde criteria voldoen (zie "Extra informatie").
Het versturen gebeurt op de achtergrond. U hoeft zelf dus geen handelingen te doen om de gegevens
te versturen.
Online versturen, maar niet automatisch
Als u bij de medewerkergegevens heeft ingesteld dat de gegevens "nooit automatisch"
verstuurd worden, kunt u op een zelfgekozen moment de gegevens online versturen naar CTOLogo.
1.
Ga naar menu [Extra], [CQ-Index gegevens exporteren] OF
klik op het icoon
in de werkbalk;
de wizard "Patiëntgegevens versturen tbv CQ-Index" wordt geopend.
2.
Kies of u alleen gegevens van uw eigen patiënten, of die van alle medewerkers wilt verzenden
door op het rondje voor de betreffende keuze te klikken.
8
CTO-Logo instellen en gebruiken v2
3.
Klik op de knop "Volgende".
Op dit tabblad staan alle patiënten die opgenomen worden in het exportbestand.
Als sommige patiënten niet voorkomen in de lijst, voldoen de betreffende patiënten niet aan
de voorwaarden (zie "Extra informatie").
Als u één keer op de naam van de patiënt klikt, en vervolgens klikt op de knop "Patiëntkaart
openen" of "Verwijzing openen", kunt u de patiëntgegevens en/of de verwijzing bekijken en/of
wijzigen.
4.
5.
Vink zo nodig het vak voor bepaalde patiënten uit; deze patiënten gaan niet mee in de export.
Klik op de knop "Volgende".
6.
Op dit tabblad ziet u van hoeveel patiënten gegevens verstuurd gaan worden.
Klik op de knop "Voltooien".
9
CTO-Logo instellen en gebruiken v2
Extra informatie
Voorwaarden
Er worden alleen gegevens van patiënten verwerkt door CTO-Logo, als wordt voldaan aan de
volgende voorwaarden:
-
de module "CQ-Index" is geactiveerd in de systeemgegevens;
de online dienst is ingesteld met de juiste gebruikersnaam en het wachtwoord;
als de vragenlijsten per e-mail worden verzonden, moet bij de patiënt op tabblad "1. Algemeen"
van de patiëntgegevens het e-mailadres zijn ingevuld;
bij de patiënt moet op tabblad "3. Bijzonderheden" van de patiëntgegevens het veld
"Toestemming voor CQ-Index:" op "Ja" staan;
het invullen van de geboortedatum bij een patiënt is verplicht (CTO-Logo voert deze controle
uit);
de verwijzing heeft status "Afgesloten".
er moeten minstens 2 geboekte afspraken gekoppeld zijn aan de afgesloten verwijzing;
de datum van de laatste behandeling is niet langer dan 60 dagen geleden;
er is niet eerder een vragenlijst naar de patiënt gestuurd bij de betreffende klacht;
de patiënt is in de afgelopen 12 maanden niet benaderd voor deelname aan een CQ-Indexmeting.
-
Verstuurde gegevens
De volgende gegevens wordt aangeleverd:
Van
Gegevens:
Uw praktijk
De naam en de AGB-code.
De patiënt
-
Geboortedatum;
-
Geslacht;
-
Voorvoegsel geslachtsnaam;
-
Geslachtsnaam;
-
E-mailadres;
-
Adres, postcode, woonplaats (Alleen als er geen e-mailadres bekend is);
-
Aantal behandelingen;
-
Datum eerste behandeling;
-
Datum laatste behandeling;
De behandelaar
die bij de patiënt
is ingesteld
10
AGB (ZVL).
CTO-Logo instellen en gebruiken v2
Van
Gegevens:
De verzekeraar
die bij de patiënt
is ingesteld
UZOVI van de basis-verzekeraar.
Afgewezen patiënten
Gegevens die niet verwerkt kunnen worden door CTO-Logo, worden teruggekoppeld via e-mail.
Vervolgens kunt u de gegevens aanpassen in Intramed en kunnen de gegevens opnieuw verstuurd
worden naar CTO-Logo.
Overige rapportages
Via menu [Rapporten], [Externe communicatie], [CQ-Index], OF de pijlknop achter het icoon "CQIndex"
in de tekstbalk kunt u nog 2 overzichten maken.
U kunt een overzicht maken van alle patiënten waarvan gegevens zijn verzonden naar CTO-Logo
(optie "Verzonden gegevens").
U kunt ook een overzicht maken van alle patiënten die toestemming hebben gegeven voor deelname
aan de CQ-Index.
Voor meer informatie:
1.
2.
3.
Ga naar menu [Help], [Help-onderwerpen], tabblad "Index".
Typ in: rapport CQ.
Dubbelklik op de beschrijving van één van de rapporten.
11