Laatste editie Check-up - juni 2014 - AZ Sint

up
Check
met AZ Sint-Maarten
Informatie voor zorgverstrekkers uit de regio  juni 2014

2-3
Heupartroscopie

4
Samen op weg
naar ACT-ie

5
Nieuwe moleculaire
test kinkhoest

6-7
3D-mammografieTomosynthese

8-9
ZUCSU: Restaurantgids
voor diabetici

10 -11
Kwaliteitsopvolging

en verder
Agenda
Kort nieuws
Even voorstellen
Wetenschappelijke
publicaties
© 123RF
Heupklachten
bij jonge patiënten
A
CMYK
Grijs = 0 - 0 - 0 - 45
Behandeling van heupklachten
bij jonge patiënten
Heupartroscopie kan een oplossing bieden
Als we spreken over heuppathologie denken we in eerste instantie vaak aan
artrosepatiënten die een heupprothese moeten krijgen. Meestal gaat het hier ook
over iets oudere patiënten. Maar wat met jonge patiënten die niet artrose-gerelateerde heupklachten hebben en waarbij prothesiologie dus niet geschikt is? Bij
deze patiëntengroep kan een heupartroscopie een goede behandeling zijn.
Het is bekend dat knieklachten ten gevolge van artrose behandeld worden met
een prothese en dat aandoeningen zoals
een meniscusscheur met een kijkoperatie
verholpen worden. Maar dat hetzelfde ook
geldt voor patiënten met heupklachten, is
minder geweten. M.a.w. heupartrose of
avasculaire necrose zijn goede indicaties
voor prothesiologie terwijl labrumletsels of
lokale kraakbeenletsels artroscopisch
kunnen behandeld worden.
Anatomie
van het heupgewricht
De heup is een kogelgewricht dat bestaat
uit de heupkom en de heupkop. De kom
wordt gevormd door het acetabulum, en is
een deel van het bekken. De heupkop
past normaal gezien perfect in de kom en
is een deel van het femur. Beide delen zijn
bekleed met een glijlaag: het kraakbeen.
Het gewricht zelf wordt omgeven door het
gewrichtskapsel dat voor stabiliteit zorgt.
De binnenkant van het kapsel wordt bekleed door een dunne laag synovium dat
voor de smering van het gewricht zorgt.
Omdat stabiliteit voor het heupgewricht
heel belangrijk is, bestaat er naast het
kapsel nog een tweede structuur: het labrum. Dit is een fibreuze ring, die rond het
acetabulum zit en die de kom dieper
maakt.
Bij welke aandoeningen is
heupartroscopie aangewezen?
Door het uitvoeren van een heupartroscopie kunnen verschillende aandoeningen
onderzocht en behandeld worden:
2
▪ Femoro acetabulair impingement (FAI)
Bij sommige patiënten is de heupkop niet
perfect rond. Dan zit er een bult anterolateraal in de weg. Bij bepaalde bewegingen botst deze bult tegen het labrum en
het acetabulum en ontstaat er een impingement of inklemming tussen het femur
en het acetabulum. Een andere vorm van
impingement komt voor als het acetabulum te diep is en te veel over de kop heen
grijpt.
▪ Labrumscheur
Door FAI kan het labrum scheuren en het
acetabulair kraakbeen dunner worden.
▪ Focaal kraakbeendefect
Door een trauma kan een beperkt stuk
kraakbeen van het acetabulum losraken.
▪ Corpus librum (gewrichtsmuis)
Losgekomen stukjes kraakbeen of chondromatosepartikels kunnen in het gewricht
aanwezig zijn.
▪ Psoasirritatie
De psoaspees ligt aan de voorzijde van
het acetabulum en schuurt hier soms
over.
Wat zijn de klachten?
De klachten waarmee patiënten met FAI
en labrumletsels naar de arts komen,
zijn meestal pijn bij bepaalde bewegingen
en eventueel een klikkende sensatie in de
heup. De pijn zit meestal in de lies en
straalt rondom uit naar lateraal. Deze typische beschrijving van pijn rond de heup
noemen we C-sign (afb.1). Bij klinisch onderzoek is de heupmobiliteit vaak goed
maar is er herkenbare pijn bij de combinatie
Flexie-ADductie-Interne
Rotatie
(FADIR). In deze houding wordt de bult
Afb.1. C-sign. Regio van pijn bij FAI.
Afb.2. FADIR test. Pijnlijke test bij FAI.
Afb.3. Röntgenbeeld met pistol grip deformity bij de
pijl en normale configuratie aan de andere kant.
Wat is de diagnose?
Nabehandeling
De eerste stap in de diagnose van FAI is,
het besef dat deze pathologie aanwezig
kan zijn. Het eerste technisch onderzoek
dat meestal gedaan wordt, is een röntgenfoto van het bekken en de heup. Hierop is het mogelijk om een inschatting te
maken van de anterolaterale bult op het
femur, ook wel pistol grip deformity (afb.3)
genoemd, en de mate van overdekking
van het acetabulum.Tevens kan bekeken
worden of er al tekenen van degeneratie
te zien zijn. De gouden standaard om FAI
te evalueren is echter een MRI met ingespoten contrast in het gewricht. Als er een
labrumscheur is, vult deze zich met contrast en is dit goed te zien (afb. 4). Ook de
femorale bult kan op deze beelden gemeten worden. Op deze MRI kunnen ook
corpora libra en kraakbeendefecten gezien worden en kan de psoaspees
geëvalueerd worden.
Patiënten kunnen na een heupartroscopie
het ziekenhuis snel verlaten (daghospitaal
of 1 nacht opname). Initieel is er wel zwelling en zijn de wondjes gevoelig. Belasten
mag meteen maar patiënten waarbij de
femorale bult werd weggeslepen, lopen
best een aantal weken met krukken zodat
het bot de tijd krijgt om zich aan te passen
aan het feit dat er een stuk is weggehaald.
Conclusie
Bij jonge patiënten die heupklachten hebben, zijn er mogelijkheden om deze klachten te verbeteren door middel van een
heupartroscopie. De indicatie hiervoor
wordt gesteld door een goede anamnese
en klinisch onderzoek aangevuld met een
MRI met contrast van de heup.
Hoe behandelen?
Afb.4. MRI-beeld met labrumletsel net rechts onder de
pijl en bult op femur links onder de pijl.
die anterolateraal op het femur zit, onder
het acetabulum gedraaid en dit veroorzaakt de pijnsensatie (afb.2).
Patiënten met een losse kraakbeenflap
of gewrichtsmuizen hebben vaak op- en
afgaande pijn en ervaren soms een verspringend gevoel.
Patiënten met psoasirritatie tenslotte
hebben pijn in de lies bij flexie tegen weerstand. Een typisch ongemak dat vaak vermeld wordt, is dat het moeilijk is om het
been op te heffen om het koppelingspedaal of rempedaal in te duwen bij het autorijden.
De initiële behandeling van heupklachten
bij jonge mensen is conservatief (relatieve
rust, NSAID, corticosteroïdinfiltratie). Indien deze conservatieve behandeling niet
voldoende is, kan tijdens een heupartroscopie de femorale bult weggeslepen
worden. Tevens kan het labrum glad gemaakt of gerefixeerd worden. Als het acetabulum over de kop heen grijpt, kan ook
dit bijgewerkt worden. Corpora libra kunnen worden verwijderd en om littekenkraakbeen te laten groeien op de plaats
van een kraakbeendefect kunnen gaatjes in het onderliggende bot gemaakt worden. Tenslotte is het ook mogelijk om de
spanning van een schurende psoaspees
te verminderen door een release van deze
pees uit te voeren.
Contact
dr. Bart Kerens
Orthopedie
Afspraken
campus Leopoldstraat
tel. 015 40 95 75
campus Rooienberg
tel. 015 30 30 03
3
Samen op weg naar ACT-ie
Acceptance and Commitment Therapy (ACT):
lotgenotencontact voor kankerpatiënten
De confrontatie met kanker is een ingrijpende gebeurtenis die gepaard gaat met
heel wat intense emoties en spanningen.
Deze emotionele stress kan het herstelproces en vooral de levenskwaliteit ernstig
ondermijnen.
En net omdat het voor kankerpatiënten zo
belangrijk is om een houvast te hebben
zowel tijdens als na hun ziekte, werkte het
Psycho-Sociaal Support Team (PSST)*
van het AZ Sint-Maarten het project ‘Samen op weg naar ACT-ie’ uit. Met dit project proberen de psychologen van het
PSST samen met patiënten en hun familie
op zoek te gaan naar wat ‘kanker’ voor
hen betekent en hoe hiermee om te gaan.
Het project kwam tot stand enerzijds vanuit het idee om patiënten samen te brengen en anderzijds om samen op
zoek te gaan naar een manier om kanker
een plaats te geven in iemands leven.
Door de therapievorm ‘Acceptance and
Commitment Therapy (ACT)’ toe te passen, leren de patiënten tijdens 9 ontmoetingsmomenten om een waardevol leven
te leiden en om voluit te gaan voor wat belangrijk is. ‘Acceptance and Commitment
Therapy’ is een wetenschappelijk bewezen therapievorm en maakt deel uit van
een gedragstherapeutische benadering.
‘Samen op weg naar ACT-ie’ bestaat uit 9
bijeenkomsten waarbinnen we allemaal
op pad gaan! Elk met zijn eigen rugzak en
elk op zijn eigen tempo, maar steeds samen binnen de groep. Ervaringen, moeilijke momenten, vragen en onzekerheden
kunnen gedeeld worden. Er wordt hoopvol
samen gekeken naar wat er komt, tips en
mooie ervaringen worden uitgewisseld. Mensen worden uitgedaagd, gaan de strijd aan
met hun monsters, springen
samen in het diepe en beklimmen bergen… De onaangename gevoelens die dit alles
met zich meebrengt leren we
‘er te laten zijn’.
De 9 ontmoetingsmomenten
worden voorafgegaan door
een vrijblijvende infosessie.
Tijdens deze twee uur durende infosessie wordt niet
alleen de theoretische basis
toegelicht, maar kunnen de
patiënten en hun familie
reeds aan de hand van inlevingsoefeningen proeven
van wat ‘ACT’ precies inhoudt.
4
Het project ‘Samen op weg naar ACT-ie‘
geniet financiële ondersteuning van de
Federale Overheid en is dan ook gratis
voor alle deelnemers.
Infosessies in 2014
waarop patiënten even kunnen
komen kennis maken met het
team, de werking en het project
Maandag 8 september
van 16u30 tot 18u30
Maandag 8 december 2014
van 16u30 tot 18u30
Symposium
Op donderdag 18 september organiseert het PSST n.a.v. ‘Dag tegen
kanker’ een symposium voor verwijzers waar ook dit project uitvoerig
aan bod zal komen.
* Het Psycho-Sociaal Support Team is een multidisciplinair team dat zich dagelijks inzet voor het psychosociaal welzijn en de zorg van kankerpatiënten en hun
omgeving. Dit gebeurt steeds in nauw overleg met de
betrokken afdelingen, verpleegkundigen, artsen en
andere zorgverstrekkers.
Contact
Annelies De Booser
Psychologe PSST Mechelen
tel. 015 40 96 43
Eline Seeuws
Psychologe PSST Duffel
tel. 015 30 30 96
Nieuwe moleculaire test
Bordetella pertussis infectie
Accuraat & snel testsysteem
Recent worden er opnieuw meer kinkhoestgevallen gediagnosticeerd.
Gezien de ernst van de infectie, vooral
bij erg jonge kinderen, heeft het labo
van het AZ Sint-Maarten een accuraat
en snel testsysteem in huis gehaald.
Sinds 10 maart 2014 wordt Bordetella
pertussis PCR in routine in het labo aangeboden. De detectie van Bordetella pertussis zal gebeuren op nasopharyngeale
wissers door middel van het Illumigene®
systeem van de firma Meridian.
Gezien het concept is het mogelijk de test
dagelijks, op weekdagen, aan te bieden
om op die manier een snellere diagnose
mogelijk te maken.
Door de snelle en accurate detectie en
rapportering van resultaten voor Bordetella pertussis zal het mogelijk zijn om
sneller de geschikte behandeling op te
starten. Dit kan de ernst van de ziekte reduceren en de verdere verspreiding van
de ziekte stoppen.
Overzicht van de laboratoriumdiagnose van Bordetella pertussis: Ziekteprogressie
0
1
Cultuur
2
3
4
5
- Het DNA van de bacterie wordt opgespoord. Dit is veel eenvoudiger en gevoeliger dan de bacterie in kweek te
brengen.
- Serologie maakt geen onderscheid tussen antistoffen t.g.v. vaccinatie of t.g.v.
een acute infectie. Het is een weinig gevoelige methode bij kinderen onder de 6
7
8
9
10
11
12
Serologie
Moleculaire testen
Stadium 1
Catarrhale fase
1-2 weken
Stadium 2
Paroxysmale fase
1-6 weken (tot 10 weken)
maanden o.w.v. de immaturiteit van het
immuunsysteem en de mogelijke interferentie met maternele antistoffen.
- Het resultaat van een moleculaire test is
sneller beschikbaar dan dat van de cultuur (7-10 dagen) of van serologie (controle van seroconversie met een tweede
staal na 4 weken).
Specificaties van de test
- Sensitiviteit: 96.2%
- Specificiteit: 96%
- Inhibitie in <1% van de stalen
Praktische gevolgen
Voordelen
van moleculaire testen
6
- Frequentie van de bepaling: dagelijks
op werkdagen.
- Aanvraag aan te kruisen op achterzijde
van het gele aanvraagformulier microbiologie. De aanvraagformulieren kunnen gedownload worden op
www.azsintmaarten.be. Kies onderaan
links de deelsite Klinisch Laboratorium
en klik op aanvragen.
Stadium 3
Convalescentie fase
2-3 weken
- Afname van wissers: de afname dient te
gebeuren op een nasopharyngeale wisser in Eswab-milieu. Hiervoor zijn fijne,
flexibele, blauwe wissers (cfr. RSV-wissers) ter beschikking.
- Kostprijs per bepaling: € 40 (kostprijs van
de vroegere doorstuurbepaling: € 53).
- Stalen kunnen binnengebracht worden
op de 3 campussen.
Door de snelle en accurate detectie en
rapportering van resultaten voor B. pertussis zal het mogelijk zijn om sneller de
geschikte behandeling op te starten. Dit
kan de ernst van de ziekte reduceren en
de verdere verspreiding van de ziekte
stoppen.
Contact
U kan de nieuwsflash van het labo consulteren via
www.azsintmaarten.be onder de rubriek
Professionals → Publicaties
100-0-30-7
dr. Ann Lemmens
Labo Klinische Biologie
tel. 015 29 63 70
40% black
5
3D-mammograf ie of tomosynthese
Nieuwe onderzoekstechniek medische beeldvorming
Om afwijkingen in de borst onder de vorm van knobbels, massa’s of microcalcificaties te vinden, is mammografie nog steeds de belangrijkste techniek bij de
beeldvorming. Bij deze conventionele mammografie wordt het driedimensionale
borstvolume gereduceerd tot een tweedimensionaal beeld. Hierbij wordt het glandulaire weefsel volledig gesuperponeerd en kan het zijn dat een deel van de letsels niet altijd gedetecteerd worden.
De introductie van de “full field digital
mammografie” (FFDM) opende echter
nieuwe perspectieven. In 1997 verscheen
een eerste publicatie van Niklason over
borsttomografie, een nieuwe techniek om
driedimensionale foto’s van de borst te
maken en waardoor bepaalde afwijkingen
beter zichtbaar worden gemaakt. De eerste prototypes van deze tomosyntheseapparatuur zijn sindsdien geëvolueerd
naar mammografische tomografen die
worden geproduceerd door de meeste
grote firma’s voor klinisch gebruik.
3D-mammografie of Digitale
Borst Tomosynthese (DBT)?
De borst wordt, zoals voor een gewone
2D–mammografie, geklemd tussen de
detector en de compressieplaat. De röntgenbuis maakt een boogvormige beweging van -15 naar +15 graden en neemt
tijdens deze sweepbeweging een set van
lage-dosis beelden.
Deze beelden worden digitaal gereconstrueerd naar een dikke plak van 10mm
röntgenbuis
boogvormige
beweging
compressieplaat
borst
6
(of 5mm) per 1mm of per 5mm. Een werkstation met hoge resolutie schermen (5
megapixel) laat toe te scrollen door deze
set van tomografische beelden.
Wat met de stralenbelasting?
De glandulaire dosis van een volledige
set tomosynthesebeelden ligt amper hoger dan de dosis die wordt toegediend bij
een standaard mammografie per projectie. Deze dosis kan licht verschillen naargelang de leverancier van het apparaat.
Het AZ Sint-Maarten heeft dan ook gekozen voor het toestel met de minste stralenbelasting.
Wat zijn de voordelen?
Verschillende grote klinische studies in de
Verenigde Staten van Amerika, het Verenigd Koninkrijk en Europa tonen 2 belangrijke winstpunten. Vooreerst neemt
de detectieratio voor borsttumoren toe.
De sensitiviteit, die een maat is voor de
detectie van (maligne) borsttumoren, is
groter.
Niet alleen het aantal borsttumoren dat
kan worden gevonden neemt toe, maar
ook de gemiddelde diameter van de gedetecteerde letsels boekt een lichte
winst.
Bovendien is de winst het aanzienlijkst bij
dames die het meest dense borstklierweefsel hebben, meer bepaald de jongere
vrouwen en de dames met een hoger risicoprofiel. De detectieratio die voor zeer
dens weefsel slechts tussen 60-70% ligt,
scoort duidelijk hoger.
De tomosynthese laat toe spiculae van een maligne
tumor duidelijk te visualiseren
Ook neemt het aantal bijkomende onderzoeken af. Door een globaal scherpere en
detailrijkere beeldkwaliteit kunnen meer
onderzoeken met meer zekerheid als normaal worden bestempeld. Het aantal
echografieën omwille van superponerende densiteiten neemt af en de echografie
kan beter worden gericht naar specifieke
zones.
Door een scherper detail kan de begrenzing van de letsels correcter worden beoordeeld. Goedaardige bevindingen, zoals cysten en fibroadenomen (halo-teken),
vormen geen obstakel meer bij de diagnostiek. Spotcompressie-opnamen en
vergrotingsopnamen kunnen worden vervangen door tomosynthesebeelden.
Maar zijn er ook nadelen?
De nadelen van deze nieuwe techniek zijn
in de eerste plaats een langere onderzoeksduur voor de patiënt. De borst wordt
per opname een 10-tal seconden gecomprimeerd. Deze compressie in vergelijking
met de standaard mammografie is langer
2D
maar wel lichter waardoor dit nadeel eerder als verwaarloosbaar kan worden beschouwd. Bij de standaard mammografie
dient de compressie net om de superpositie te verminderen, maar bij de tomosynthese is dit geen probleem meer.
Het bekijken van de beelden neemt voor
de radioloog meer tijd in beslag: van gemiddeld 34 naar 90 seconden per onderzoek. Dit wordt ruimschoots gecompenseerd door tijdswinst bij een meer gericht
echografisch onderzoek. De poudreuze
(zeer fijne) microcalcificaties worden niet
steeds perfect opgemerkt. Zij kunnen in
een zeldzaam geval de handtekening zijn
van een (gelukkig meestal laaggradig)
ductaal of lobulair carcinoma in situ. Nieuwere digitale algoritmen bij de berekening
van het digitale borstbeeld worden hiervoor ontwikkeld.
Tenslotte is de apparatuur vrij duur en is
er geen specifieke nomenclatuur voor
deze nieuwe onderzoekstechniek.
Tomosynthese bij gratis
screeningonderzoeken?
Tomosynthese wordt enkel uitgevoerd op
voorschrift en bij diagnostische onderzoeken. Het tomosynthese-apparaat en bijpassende werkstation dat is geïnstalleerd
op campus Rooienberg is FDA goedgekeurd.
De screeningsonderzoeken, georganiseerd door de Vlaamse regering, in samenwerking met de RSC (regionale
screeningscentra) en de logo’s (Lokaal
Gezondheidsoverleg) dienen te beantwoorden aan het protocol van de Europese regelgeving. Prof. Hilde Bosmans,
verantwoordelijke bij het Leuvens Universitair Centrum voor Medische Fysica in de
Radiologie (LUCMFR), onderzoekt momenteel de fysisch technische testing van
de apparatuur. Het zal vermoedelijk nog
enkele jaren duren alvorens typetoelating
3D
De maligne tumor duidelijk aanwezig bij de tomosynthese is ook retrospectief niet herkenbaar op het 2D-beeld,
ook al betreft het een eerder weinig dense borst.
voor de tomosynthese-apparatuur bij
screening een feit zal zijn.
De Zweedse screeningstrial van Malmö
op 15.000 dames van 40 tot 74 jaar is
veelbelovend. De resultaten van een
standaard mammografie werden in 2 richtingen vergeleken met een DBT in 1 richting met lichtere compressie. Naast een
duidelijke reductie in de toegediende stralendosis zagen de onderzoekers de detectieratio voor borsttumoren toenemen
met 40%. Wel noteerden ze een lichtjes
toegenomen recall rate (second look
echografie).
De Noorse Oslo screening trial op 25.000
dames van 50 tot 69 jaar vergeleken 2Dmammografie met 2D-mammografie in
combinatie met tomosynthese. Zij noteerden een toename van de kankerdetectie
met 30% , maar zagen wel een daling van
de recall rate (minder vals positief)
3D-mammografie/Tomosynthese in het AZ Sint-Maarten
Deze nieuwe onderzoekstechniek wordt
toegepast op de dienst medische beeldvorming, afdeling senologie van campus
Rooienberg. In de wachtruimte wordt
deze techniek, de mogelijkheden en voordelen uitgelegd aan de patiënt. Het staat
de patiënt vrij om deze nieuwere techniek
al dan niet te laten uitvoeren.
Het onderzoek kan op voorschrift van de
arts steeds gebeuren, zonder specifieke
vermelding of afspraak op voorhand.
Welke evolutie kunnen we
verder nog verwachten in de
senologie?
3D-mammografie of tomosynthese met
contrasttoediening is de volgende stap.
Voor diensten die niet beschikken over
een MRI-apparaat en voor patiënten die
dit langdurige onderzoek in buikligging
door claustrofobie of andere redenen niet
aankunnen, is dit onderzoek een handig
instrument. Deze techniek is nog in ontwikkeling en actueel niet beschikbaar voor
de klinische praktijk. Stereotactische biopsienames onder tomosynthese geleide,
zullen voor die letsels die enkel duidelijk
zijn bij de tomosynthese, kunnen worden
uitgevoerd.
Wij volgen deze recentere technieken op
de voet en zullen niet nalaten deze te implementeren wanneer de klinische trials
de diagnostische waarde voldoende bevestigen.
Contact
dr. Katrien Vanwambeke
Radiologie / senologie
tel. 015 30 30 41
Afspraken
campus Rooienberg
tel. 015 30 30 40
7
ZUCSU
Restaurantgids voor diabetici
Beoordelingssysteem met suikerklontjes
Wanneer de diagnose diabetes valt, heeft dit voor de patiënt niet alleen fysieke
gevolgen, ook op psychosociaal vlak heeft dit vaak een weerslag. Deze chronische aandoening vraagt immers om verschillende ingrijpende aanpassingen.
Hierbij denken we niet alleen aan de zelfzorgactiviteiten, eventuele lichamelijke
beperkingen, het regelmatig op controle gaan bij de arts, maar ook aan elke dag
moeten nadenken over voeding en de impact hiervan op de bloedglucose.
Angst om op
restaurant te gaan
“In de afgelopen 30 jaar heb ik wel zo’n
8.000 diabetespatiënten op consultatie
gehad. De meesten hebben angst om op
restaurant te gaan omdat ze niet weten
dat wat ze voorgeschoteld krijgen wel
verantwoord is. Bovendien zijn ook lange
wachttijden een probleem omwille van
het risico op een hypoglycemie. Om die
redenen blijven sommige mensen dan
ook liever thuis terwijl de rest van de familie uit eten gaat. In het ergste geval
belanden ze zelfs in een sociaal isolement”, zegt dr. Pelckmans. Een enquête, vorig jaar uitgevoerd door de Diabetes Liga bevestigt dit. Hieruit blijkt dat
ongeveer 1 op de 3 diabetici door hun
aandoening minder vaak uit eten gaat.
In een onderzoek uit 2011 bleek dat
zelfs 40 tot 50% te zijn.
De meeste diabetespatiënten weten zich
na verloop van tijd goed aan te passen
aan de eisen die de ziekte met zich meebrengt, al blijven er wel een aantal sociale
obstakels. Zo is een restaurantbezoek
voor de meeste diabetespatiënten niet zo
vanzelfsprekend. Vaak hebben ze te weinig informatie over de samenstelling van
de gerechten en is er ook een probleem
met de wachttijden.
Dr. Marie-Christine Pelckmans, endocrinologe-diabetologe in het AZ Sint-Maarten ontwikkelde daarom een restaurantgids voor diabetici.
8
Een beoordelingssysteem aan
de hand van suikerklontjes
Met de restaurantgids, die tot stand kwam
met de hulp van de Diabetes Liga en de
Gault&Millau, wil dr. Pelckmans deze
mensen dan ook een uitweg bieden en zo
de kloof tussen restaurants en diabetespatiënten verkleinen. Een dergelijke gids
was tot nu toe nergens in Europa beschikbaar en is dus een Vlaamse primeur.
De Zucsu restaurantgids hanteert een eigen beoordelingssysteem, aan de hand
van suikerklontjes, om Belgische en
Luxemburgse restaurants, brasseries en
eetcafés te quoteren op hun ‘diabetes-
vriendelijkheid’. Eén suikerklontje betekent dat het etablissement beschikt over
voldoende basiskennis en service omtrent
diabetes, zoals: het onmiddellijk plaatsen
van brood op tafel (waardoor het risico op
lage bloeddruk verlaagt) of flexibiliteit van
het restaurant wanneer de diabeticus een
menu-aanpassing vraagt. Wanneer een
restaurant speciaal gerechten voor diabetici aanbiedt en het aantal koolhydraten
per portie vermeldt, zal deze 2 suikerklontjes toebedeeld krijgen. Als dan ook
nog eens de optelsom gemaakt wordt van
de koolhydraten in het volledige menu,
krijgt een zaak 3 suikerklontjes. Ook tips
over het beste moment voor een insulineinspuiting (voor af na de maaltijd) kunnen
vermeld worden.
De beoordeling van de restaurants komt
van de klanten zelf. Diabetespatiënten
mogen Zucsu hun evaluatie sturen. Wanneer een beoordeling negatief is, wordt er
samen met het restaurant bekeken waar
er zaken kunnen aangepast worden.
Wanneer blijkt dat een restaurant alle
principes naast zich neerlegt, wordt deze
niet meer in de gids opgenomen. “Je
speelt niet met de gezondheid van mensen”, aldus dr. Pelckmans.
Ambassadeur
Wouter Keersmaekers
Chef Wouter Keersmaekers van ‘De
Schone van Boskoop’ is ambassadeur
van het Zucsu-project. In zijn restaurant
volgt hij alle richtlijnen van Zucsu op de
voet en legt hij zijn recepten zelfs eerst
aan de organisatie voor. Zo zorgt hij er altijd voor dat er voldoende groenten voorradig zijn, zodat klanten zonder probleem
steeds een extra portie warme of koude
groenten kunnen bijbestellen. Volgens
Wouter Keersmaekers is het niet zo moeilijk om je restaurant af te stemmen op
© 123RF
diabetespatiënten. Het is enkel een kwestie van koolhydraten en suikers tellen en
je personeel voldoende te informeren.
Gezonde voeding
Naast de restaurantgids wil dr. Pelckmans
met Zucsu, wat trouwens de afkorting is
van suiker in verschillende talen (Zucker,
Zucchero, Azucar, Suiker, Sucre, Sugar,
Sukker,..) ook een referentiepunt zijn voor
gezonde voeding, niet alleen op restaurant maar ook thuis. Aan de hand van
kookworkshops, meetings, seminaries en
een eigen website promoot ze gezonde
voeding, wel met de nadruk op de hoeveelheid koolhydraten en mogelijke alternatieven. “Als patiënten de diagnose diabetes krijgen, stuikt hun wereld dikwijls in
elkaar”, zegt dr. Pelckmans. Met het Zucsu-project wordt toch al een deel van de
sociale implicaties weggewerkt.
De restaurantgids voor diabetici bedraagt
€ 15,95 (conventie diabetes € 14) en is
verkrijgbaar via www.zucsu.com of in de
boekhandel.
DE FILOSOFIE VAN DE SUIKERKLONTJES
1 Suikerklontje
▪ Het personeel heeft basiskennis omtrent diabetes en kan discreet omgaan met
klanten die diabetes hebben.
▪ Vanaf het aperitief wordt brood voorzien om het risico op hypoglycemie te beperken.
▪ Een vingerdoekje om vingers te reinigen voor zelfcontrole wordt aangeboden.
(het is niet meer noodzakelijk om hiervoor naar het toilet te gaan)
▪ Indien een maaltijd wat later geserveerd wordt en men langer moet wachten dan
voorzien, wordt de klant verwittigd en wordt een klein hapje of brood voorzien.
▪ Indien mogelijk wordt een vezelrijke voeding voorzien door bv. een bordje rauwkost of een grotere portie groenten op te dienen.
▪ De sauzen worden apart geserveerd.
▪ Voor het dessert is aanpassing mogelijk (zonder supplement) naar een tussengerecht of alternatief dessert met weinig koolhydraten.
2 Suikerklontjes
▪ Voldoen aan al de regels van 1 suikerklontje.
▪ Vermelding van de hoeveelheid koolhydraten bij een aantal gerechten op het
menu.
▪ Het restaurant bezorgt Zucsu de ingrediënten om de hoeveelheid koolhydraten
te berekenen.
▪ Een koolhydraatarm gerecht zal steeds gewaardeerd worden. Zo kan iedereen
die gezonde voeding op prijs stelt, het gerecht inschatten en zijn individuele behandeling aanpassen. De hoeveelheid koolhydraten wordt uitgedrukt in gram.
Basis waarop insuline of medicatie kan aangepast worden.
3 Suikerklontjes
Contact
dr. Marie-Christine Pelckmans
Endocrinologe-diabetologe
Diabeteskliniek
campus Zwartzustersvest
tel. 015 29 60 40
campus Rooienberg
tel. 015 30 30 03
▪ Voldoen aan al de regels van 1 en 2 suikerklontjes.
▪ Hier wordt het totale menu berekend en eventueel kan men inlichtingen krijgen
omtrent de globale glycemische index om te bepalen of men best voor, tijdens of
na de maaltijd spuit. Een diabeticus kent zijn gevoeligheid aan insuline en zal zelf
bepalen wanneer dit voor hem het beste past.
▪ Niet alleen heeft men dus de nodige inlichtingen omtrent de samenstelling maar
ook een idee omtrent het beste tijdstip van insulinetoediening.
▪ Informatie over dranken en cocktails wordt gegeven.
9
Onderzoek patiëntenvoorlichting
MR-artrografie
Kwaliteitsopvolging binnen het AZ Sint-Maarten
Het AZ Sint-Maarten streeft steeds naar een permanente verbetering van zorg en
kwaliteit. In het kader hiervan organiseerde de dienst medische beeldvorming
een onderzoek dat polste in welke mate de patiënt geïnformeerd was voorafgaand
een MR-artrografie.
Doel van het onderzoek
Tijdens een MR-artrografie wordt via
rechtstreekse punctie van het gewricht
(heup of schouder) contrast ingespoten,
waarop een MRI-onderzoek volgt. Uit ervaring weten we dat indien patiënten
vooraf onvoldoende geïnformeerd zijn
over de aard en het verloop van het onderzoek, ze zich niet alleen minder comfortabel voelen maar dat dit eveneens een
invloed kan hebben op de kwaliteit van
het onderzoek. De angst voor bijvoorbeeld het aanprikken van het gewricht
kan door beweging leiden tot kwaliteitsverlies van de MRI-beelden.
Om deze redenen werd door middel van
een steekproef nagegaan in hoeverre de
patiënt vooraf ingelicht was over het onderzoek en hoe dit kan verbeterd worden.
Populatie en methode
Gedurende een periode van 6 weken werden alle patiënten, die zich op de dienst
MRI aanboden voor een MR-artrografie
(heup of schouder), bevraagd door middel
van een anonieme enquête. Hierin werd
gepeild naar hun kennis van de aard en
verloop van het onderzoek, angst voor het
onderzoek en hoe de informatie kan verbeterd worden.
60 patiënten (24 mannen, 36 vrouwen)
verklaarden zich bereid om mee te werken aan dit onderzoek.
Onderzoek uitgevoerd door Natascha Van Roy (laborante MRI), in samenwerking met prof. dr. F.M. Vanhoenacker (eenheidsverantwoordelijke MRI) en dr. G.
De Praeter (diensthoofd medische beeldvorming)
10
16
85,1%
14
12
Resultaten
10
8 helemaal niet wat het onderzoek inhield.
De helft van de bevraagden (30/60) wist vooraf
6
15 patiënten werden verwezen door de huisarts
en 45 door een specialist. Slechts 5/15
4
2
hadden voldoende info gekregen bij hun huisarts
en 20/45 bij de specialist.
Patiënt verwezen door huisarts
16
14
16
12
14
10
12
8
10
6
8
4
6
2
4
2
50
50
40
Patiënt verwezen door specialist
85,1%
50
85,1%
40
30
20
10
onvoldoende info ontvangen
voldoende info ontvangen
Weinig patiënten waren in het bijzonder op de hoogte over de toch wel complexere
40
voorbereiding
bij een artrografie van de heup.
30
30
20
In tegenstelling tot het schoudergewricht, wordt bij een heupartrografie vooraf een lichte plaatselijke verdoving toegediend.
Het is daarom aangewezen dat de patiënt de eerste twee uur vol8
10
gend op het onderzoek niet
zelf met de wagen rijdt.
7
Slechts de helft van de ondervraagden
(5/10) was hiervan vooraf op
6
5
de hoogte.
4
3
15 patiënten gaven aan bang te zijn voor het
2 onderzoek, maar slechts 4 patiënten hiervan waren van mening te weinig informatie 1ontvangen te hebben.
20
10
Angst voor de gewrichtspunctie (8/15) bleek de voornaamste reden van ongerustheid.
Angst
8
7
8
6
7
5
6
4
5
3
4
2
3
1
2
1
45
40
35
30
25
20
15
10
5
artrografie
MRI
onwetendheid
50
40
30
20
10
Op de vraag hoe de informatie kon verbeterd worden, vermeldden 47/60 patiënten dat
ze een informatiebrochure omtrent dit onderzoek nuttig zouden vinden.
Daarbij verkozen 44 patiënten een informatiebrochure op papier eerder dan op een
website.
Vorminformatie
8
7
6
5
4
3
2
1
Agenda
Uitgebreide info volgt later en zal u
ter beschikking gesteld worden via
onze website www.azsintmaarten.be
bij de rubriek professionals.
brochure
online
geen mening
Conclusie
Om de angst bij patiënten weg te nemen
en zodoende de kwaliteit van het onderzoek te verbeteren, is het belangrijk dat
ze 45
vooraf voldoende en op een correcte
40
manier geïnformeerd worden. Een infor35
matiebrochure die ze via hun huisarts of
30
specialist
meekrijgen, geniet de voorkeur.
25
20
15 geïnformeerde patiënten zorgen imBeter
10 voor rustigere patiënten en dus een
mers
5
Info
Informatiebrochures kunnen gedownload worden via www. azsintmaarten.be,
rubriek patiëntenbegeleiding
→ infobrochures.
U kan ze ook telefonisch aanvragen
op de dienst medische beeldvorming
tel. 015 30 30 50.
betere beeldkwaliteit!
 Symposium PSST
n.a.v. Dag tegen kanker
Donderdag 18 september 2014
Congrescentrum De Kleiput, Duffel
Meer info? www.azsintmaarten.be
→ professionals → activiteiten of
communicatiedienst tel.015 40 99 04
 Music4Memisa - part II
benefiet t.v.v. partnerziekenhuis
in Congo
Zaterdag 15 november 2014
Utopolis, Mechelen
Meer info? www.azsintmaarten.be
→ professionals → activiteiten of
communicatiedienst tel.015 40 99 04
Kort nieuws
Verhuis dienst nucleaire geneeskunde
De dienst nucleaire geneeskunde van het AZ Sint-Maarten verhuisde op maandag 12 mei 2014 van campus Leopoldstraat naar campus Zwartzustersvest.
Er werd een gloednieuwe dienst nucleaire beeldvorming ingericht waar de nieuwe SPECT-CT gammacamera geplaatst zal worden. Vanaf nu kan het volledig
aanbod van nucleaire onderzoeken daar uitgevoerd worden. Zowel het nucleair
medisch- als het verpleegkundig team als de manier van werken blijft ongewijzigd. Afspraken kunnen nog steeds gemaakt worden via het vertrouwde nummer
015 40 95 48.
11
R ec en t v ers ch en en
we ten s c h appelij ke publ ic a ties
Tijdschriftartikels
The Therapeutic Implications of an Abdominal Aortic
Aneurysm with Coincident Horseshoe Kidney.
L.J. Ceulemans, J. Duchateau, F.M. Vanhoenacker,
J. De Leersnyder. Acta Chir Belg, 2014, 113, p. 71-74.
The Effectiveness of Preventive Programs in Decreasing
the Risk of Soccer Injuries in Belgium: National Trends
over a Decade.
Peter Bollars, Steven Claes, Luc Vanlommel,
Kris Van Crombrugge, Kristoff Corten en Johan Bellemans.
Am J Sports Med 2014 42: 577 originally published online
January 30, 2014. DOI: 10.1177/0363546513518533.
Aanslepende Coccydynie.
Ellen De Smedt, F.M. Vanhoenacker, Benjamin Denoiseux, Jan
M.L. Bosmans. Neuron (ISSN 1372-4185), 2014, 19 (1): 9-11.
Ileocolic intussusception due to lipomatosis of the ileum:
a common complication of a rare clinical entity.
M. Eyselbergs, L.J. Ceulemans, S. De Bontridder,
F.M. Vanhoenacker, L. Van Overbeke, I. Quanten, G. Jacomen, A. Snoeckx.
Images in Clinical Radiology, JBR–BTR, 2014, 97: p. 36-38.
Conferenties
Cone Beam Computed Tomography: clinical applications
in musculoskeletal imaging.
E. De Smet, G. De Praeter, K. L. Verstraete, F. M. Vanhoenacker.
(Congresverslag International European Congress Radiology
Vienna – March 2014).
Cone Beam Computed Tomography: technical aspects
and clinical applications in musculoskeletal imaging.
E. De Smet, G. De Praeter, K. L. Verstraete, F. M. Vanhoenacker.
(Conferentie Nijmegen).
Lower extremity fractures in Belgian football player.
P. Bollars, K. Van Crombrugge, L. Vanlommel, K. Corten,
J. Bellemans, S. Claes. FIFA congress sept Londen.
Online publicaties
Meningioma (ECR 2014 Case of the Day)
M. Eyselbergs, P. Van Dyck, F., De Belder, F.M. Vanhoenacker,
R. Salgado, M. Lammens, J. Somville, J. Gielen, P.M. Parizel.
(2014, Apr 23). www.eurorad.org. DOI: 10.1594/EURORAD/
CASE.11770
Toothpick perforation of the caecum
D. Niciforovic, A. Spasic, I. Turkalj, F.M. Vanhoenacker.
Images in Clinical Radiology, JBR–BTR, 2014, 97: p. 47.
Klippel-Feil syndrome
K. Van Looveren, F.M. Vanhoenacker, G. Mortier, P.M. Parizel.
(2014, Apr 29). www.eurorad.org
DOI: 10.1594/EURORAD/CASE.11607
Een beenderig uitsteeksel aan de humerus
Vanhoenacker Charlotte, Bosmans Jan M.L. en
F.M. Vanhoenacker. Ortho-Rheumato (ISSN 1379-8928), 2014, 12(1), 23-25.
Volledige publicatiegegevens zijn terug te vinden
op de website www.azsintmaarten.be onder de
rubriek professionals → publicaties
Even voorstellen...
Naam:
Medische disciplin
e:
Algemene anesthesie
Teamleden: dr.
Jean
De Hovre, dr. Ma -Marie Bolle, dr. Maurice
rleen De Somm
er, dr. Greet
Drijvers, dr. Hilde
Le
dr. Max Malcorps mmens, dr.Joris Liesmons,
, dr. Luc Mariën,
Mattheussen, dr.
dr. Maria
Ka
Notele, dr. Kristine rin Nobels, dr. Goedele
Stessel, dr. Els St
dr. Jan Vander Sa
evens,
nd
Vanderstappen en e, dr. Ingeborg
dr. Rudiger Wets
Bereikbaarheid:
erg: tel. 015 30 30
12
Verantwoordelijke uitgever:
dhr. Jan Ennekens
Vragen bij deze nieuwsbrief?
Natalie Wiesenekker
communicatiedienst
Leopoldstraat 2 - 2800 Mechelen
015 40 96 61
[email protected]
Vragen-opmerkingen-suggesties over
de zorgverlening of diensten: mail naar
[email protected]
Vragen over elektronische berichtenstroom: mail naar
[email protected]
Het AZ Sint-Maarten
overkoepelt 3 campussen
Campus Leopoldstraat
Leopoldstraat 2, 2800 Mechelen
Campus Rooienberg
Rooienberg 25, 2570 Duffel
Campus Zwartzustersvest
Zwartzustersvest 47, 2800 Mechelen
AZ Sint-Maarten
maakt deel uit
van de vzw Emmaüs.
Liesbeth Batens
Campus Rooienb
Eindredactie:
dr. Erwin Schroyens
Centrale inlichtingen: 015 29 66 66
Werkzaam op
 CL 
 CR  CZ
Ontvangt u deze Check-up graag per
mail, laat het ons dan weten:
[email protected]
03
Deze nieuwsbrief zenden wij u toe op basis van
uw persoonlijke gegevens zoals opgenomen in
onze bestanden. Het AZ Sint-Maarten respecteert uw privacy en we behandelen uw persoonsgegevens dan ook strikt vertrouwelijk en
met de grootste omzichtigheid. Overeenkomstig
de wet van 8 december 1992 betreffende de verwerking van persoonsgegevens kan u uw gegevens inkijken, verbeteren of verwijderen.