up Check met AZ Sint-Maarten Informatie voor zorgverstrekkers uit de regio juni 2014 2-3 Heupartroscopie 4 Samen op weg naar ACT-ie 5 Nieuwe moleculaire test kinkhoest 6-7 3D-mammografieTomosynthese 8-9 ZUCSU: Restaurantgids voor diabetici 10 -11 Kwaliteitsopvolging en verder Agenda Kort nieuws Even voorstellen Wetenschappelijke publicaties © 123RF Heupklachten bij jonge patiënten A CMYK Grijs = 0 - 0 - 0 - 45 Behandeling van heupklachten bij jonge patiënten Heupartroscopie kan een oplossing bieden Als we spreken over heuppathologie denken we in eerste instantie vaak aan artrosepatiënten die een heupprothese moeten krijgen. Meestal gaat het hier ook over iets oudere patiënten. Maar wat met jonge patiënten die niet artrose-gerelateerde heupklachten hebben en waarbij prothesiologie dus niet geschikt is? Bij deze patiëntengroep kan een heupartroscopie een goede behandeling zijn. Het is bekend dat knieklachten ten gevolge van artrose behandeld worden met een prothese en dat aandoeningen zoals een meniscusscheur met een kijkoperatie verholpen worden. Maar dat hetzelfde ook geldt voor patiënten met heupklachten, is minder geweten. M.a.w. heupartrose of avasculaire necrose zijn goede indicaties voor prothesiologie terwijl labrumletsels of lokale kraakbeenletsels artroscopisch kunnen behandeld worden. Anatomie van het heupgewricht De heup is een kogelgewricht dat bestaat uit de heupkom en de heupkop. De kom wordt gevormd door het acetabulum, en is een deel van het bekken. De heupkop past normaal gezien perfect in de kom en is een deel van het femur. Beide delen zijn bekleed met een glijlaag: het kraakbeen. Het gewricht zelf wordt omgeven door het gewrichtskapsel dat voor stabiliteit zorgt. De binnenkant van het kapsel wordt bekleed door een dunne laag synovium dat voor de smering van het gewricht zorgt. Omdat stabiliteit voor het heupgewricht heel belangrijk is, bestaat er naast het kapsel nog een tweede structuur: het labrum. Dit is een fibreuze ring, die rond het acetabulum zit en die de kom dieper maakt. Bij welke aandoeningen is heupartroscopie aangewezen? Door het uitvoeren van een heupartroscopie kunnen verschillende aandoeningen onderzocht en behandeld worden: 2 ▪ Femoro acetabulair impingement (FAI) Bij sommige patiënten is de heupkop niet perfect rond. Dan zit er een bult anterolateraal in de weg. Bij bepaalde bewegingen botst deze bult tegen het labrum en het acetabulum en ontstaat er een impingement of inklemming tussen het femur en het acetabulum. Een andere vorm van impingement komt voor als het acetabulum te diep is en te veel over de kop heen grijpt. ▪ Labrumscheur Door FAI kan het labrum scheuren en het acetabulair kraakbeen dunner worden. ▪ Focaal kraakbeendefect Door een trauma kan een beperkt stuk kraakbeen van het acetabulum losraken. ▪ Corpus librum (gewrichtsmuis) Losgekomen stukjes kraakbeen of chondromatosepartikels kunnen in het gewricht aanwezig zijn. ▪ Psoasirritatie De psoaspees ligt aan de voorzijde van het acetabulum en schuurt hier soms over. Wat zijn de klachten? De klachten waarmee patiënten met FAI en labrumletsels naar de arts komen, zijn meestal pijn bij bepaalde bewegingen en eventueel een klikkende sensatie in de heup. De pijn zit meestal in de lies en straalt rondom uit naar lateraal. Deze typische beschrijving van pijn rond de heup noemen we C-sign (afb.1). Bij klinisch onderzoek is de heupmobiliteit vaak goed maar is er herkenbare pijn bij de combinatie Flexie-ADductie-Interne Rotatie (FADIR). In deze houding wordt de bult Afb.1. C-sign. Regio van pijn bij FAI. Afb.2. FADIR test. Pijnlijke test bij FAI. Afb.3. Röntgenbeeld met pistol grip deformity bij de pijl en normale configuratie aan de andere kant. Wat is de diagnose? Nabehandeling De eerste stap in de diagnose van FAI is, het besef dat deze pathologie aanwezig kan zijn. Het eerste technisch onderzoek dat meestal gedaan wordt, is een röntgenfoto van het bekken en de heup. Hierop is het mogelijk om een inschatting te maken van de anterolaterale bult op het femur, ook wel pistol grip deformity (afb.3) genoemd, en de mate van overdekking van het acetabulum.Tevens kan bekeken worden of er al tekenen van degeneratie te zien zijn. De gouden standaard om FAI te evalueren is echter een MRI met ingespoten contrast in het gewricht. Als er een labrumscheur is, vult deze zich met contrast en is dit goed te zien (afb. 4). Ook de femorale bult kan op deze beelden gemeten worden. Op deze MRI kunnen ook corpora libra en kraakbeendefecten gezien worden en kan de psoaspees geëvalueerd worden. Patiënten kunnen na een heupartroscopie het ziekenhuis snel verlaten (daghospitaal of 1 nacht opname). Initieel is er wel zwelling en zijn de wondjes gevoelig. Belasten mag meteen maar patiënten waarbij de femorale bult werd weggeslepen, lopen best een aantal weken met krukken zodat het bot de tijd krijgt om zich aan te passen aan het feit dat er een stuk is weggehaald. Conclusie Bij jonge patiënten die heupklachten hebben, zijn er mogelijkheden om deze klachten te verbeteren door middel van een heupartroscopie. De indicatie hiervoor wordt gesteld door een goede anamnese en klinisch onderzoek aangevuld met een MRI met contrast van de heup. Hoe behandelen? Afb.4. MRI-beeld met labrumletsel net rechts onder de pijl en bult op femur links onder de pijl. die anterolateraal op het femur zit, onder het acetabulum gedraaid en dit veroorzaakt de pijnsensatie (afb.2). Patiënten met een losse kraakbeenflap of gewrichtsmuizen hebben vaak op- en afgaande pijn en ervaren soms een verspringend gevoel. Patiënten met psoasirritatie tenslotte hebben pijn in de lies bij flexie tegen weerstand. Een typisch ongemak dat vaak vermeld wordt, is dat het moeilijk is om het been op te heffen om het koppelingspedaal of rempedaal in te duwen bij het autorijden. De initiële behandeling van heupklachten bij jonge mensen is conservatief (relatieve rust, NSAID, corticosteroïdinfiltratie). Indien deze conservatieve behandeling niet voldoende is, kan tijdens een heupartroscopie de femorale bult weggeslepen worden. Tevens kan het labrum glad gemaakt of gerefixeerd worden. Als het acetabulum over de kop heen grijpt, kan ook dit bijgewerkt worden. Corpora libra kunnen worden verwijderd en om littekenkraakbeen te laten groeien op de plaats van een kraakbeendefect kunnen gaatjes in het onderliggende bot gemaakt worden. Tenslotte is het ook mogelijk om de spanning van een schurende psoaspees te verminderen door een release van deze pees uit te voeren. Contact dr. Bart Kerens Orthopedie Afspraken campus Leopoldstraat tel. 015 40 95 75 campus Rooienberg tel. 015 30 30 03 3 Samen op weg naar ACT-ie Acceptance and Commitment Therapy (ACT): lotgenotencontact voor kankerpatiënten De confrontatie met kanker is een ingrijpende gebeurtenis die gepaard gaat met heel wat intense emoties en spanningen. Deze emotionele stress kan het herstelproces en vooral de levenskwaliteit ernstig ondermijnen. En net omdat het voor kankerpatiënten zo belangrijk is om een houvast te hebben zowel tijdens als na hun ziekte, werkte het Psycho-Sociaal Support Team (PSST)* van het AZ Sint-Maarten het project ‘Samen op weg naar ACT-ie’ uit. Met dit project proberen de psychologen van het PSST samen met patiënten en hun familie op zoek te gaan naar wat ‘kanker’ voor hen betekent en hoe hiermee om te gaan. Het project kwam tot stand enerzijds vanuit het idee om patiënten samen te brengen en anderzijds om samen op zoek te gaan naar een manier om kanker een plaats te geven in iemands leven. Door de therapievorm ‘Acceptance and Commitment Therapy (ACT)’ toe te passen, leren de patiënten tijdens 9 ontmoetingsmomenten om een waardevol leven te leiden en om voluit te gaan voor wat belangrijk is. ‘Acceptance and Commitment Therapy’ is een wetenschappelijk bewezen therapievorm en maakt deel uit van een gedragstherapeutische benadering. ‘Samen op weg naar ACT-ie’ bestaat uit 9 bijeenkomsten waarbinnen we allemaal op pad gaan! Elk met zijn eigen rugzak en elk op zijn eigen tempo, maar steeds samen binnen de groep. Ervaringen, moeilijke momenten, vragen en onzekerheden kunnen gedeeld worden. Er wordt hoopvol samen gekeken naar wat er komt, tips en mooie ervaringen worden uitgewisseld. Mensen worden uitgedaagd, gaan de strijd aan met hun monsters, springen samen in het diepe en beklimmen bergen… De onaangename gevoelens die dit alles met zich meebrengt leren we ‘er te laten zijn’. De 9 ontmoetingsmomenten worden voorafgegaan door een vrijblijvende infosessie. Tijdens deze twee uur durende infosessie wordt niet alleen de theoretische basis toegelicht, maar kunnen de patiënten en hun familie reeds aan de hand van inlevingsoefeningen proeven van wat ‘ACT’ precies inhoudt. 4 Het project ‘Samen op weg naar ACT-ie‘ geniet financiële ondersteuning van de Federale Overheid en is dan ook gratis voor alle deelnemers. Infosessies in 2014 waarop patiënten even kunnen komen kennis maken met het team, de werking en het project Maandag 8 september van 16u30 tot 18u30 Maandag 8 december 2014 van 16u30 tot 18u30 Symposium Op donderdag 18 september organiseert het PSST n.a.v. ‘Dag tegen kanker’ een symposium voor verwijzers waar ook dit project uitvoerig aan bod zal komen. * Het Psycho-Sociaal Support Team is een multidisciplinair team dat zich dagelijks inzet voor het psychosociaal welzijn en de zorg van kankerpatiënten en hun omgeving. Dit gebeurt steeds in nauw overleg met de betrokken afdelingen, verpleegkundigen, artsen en andere zorgverstrekkers. Contact Annelies De Booser Psychologe PSST Mechelen tel. 015 40 96 43 Eline Seeuws Psychologe PSST Duffel tel. 015 30 30 96 Nieuwe moleculaire test Bordetella pertussis infectie Accuraat & snel testsysteem Recent worden er opnieuw meer kinkhoestgevallen gediagnosticeerd. Gezien de ernst van de infectie, vooral bij erg jonge kinderen, heeft het labo van het AZ Sint-Maarten een accuraat en snel testsysteem in huis gehaald. Sinds 10 maart 2014 wordt Bordetella pertussis PCR in routine in het labo aangeboden. De detectie van Bordetella pertussis zal gebeuren op nasopharyngeale wissers door middel van het Illumigene® systeem van de firma Meridian. Gezien het concept is het mogelijk de test dagelijks, op weekdagen, aan te bieden om op die manier een snellere diagnose mogelijk te maken. Door de snelle en accurate detectie en rapportering van resultaten voor Bordetella pertussis zal het mogelijk zijn om sneller de geschikte behandeling op te starten. Dit kan de ernst van de ziekte reduceren en de verdere verspreiding van de ziekte stoppen. Overzicht van de laboratoriumdiagnose van Bordetella pertussis: Ziekteprogressie 0 1 Cultuur 2 3 4 5 - Het DNA van de bacterie wordt opgespoord. Dit is veel eenvoudiger en gevoeliger dan de bacterie in kweek te brengen. - Serologie maakt geen onderscheid tussen antistoffen t.g.v. vaccinatie of t.g.v. een acute infectie. Het is een weinig gevoelige methode bij kinderen onder de 6 7 8 9 10 11 12 Serologie Moleculaire testen Stadium 1 Catarrhale fase 1-2 weken Stadium 2 Paroxysmale fase 1-6 weken (tot 10 weken) maanden o.w.v. de immaturiteit van het immuunsysteem en de mogelijke interferentie met maternele antistoffen. - Het resultaat van een moleculaire test is sneller beschikbaar dan dat van de cultuur (7-10 dagen) of van serologie (controle van seroconversie met een tweede staal na 4 weken). Specificaties van de test - Sensitiviteit: 96.2% - Specificiteit: 96% - Inhibitie in <1% van de stalen Praktische gevolgen Voordelen van moleculaire testen 6 - Frequentie van de bepaling: dagelijks op werkdagen. - Aanvraag aan te kruisen op achterzijde van het gele aanvraagformulier microbiologie. De aanvraagformulieren kunnen gedownload worden op www.azsintmaarten.be. Kies onderaan links de deelsite Klinisch Laboratorium en klik op aanvragen. Stadium 3 Convalescentie fase 2-3 weken - Afname van wissers: de afname dient te gebeuren op een nasopharyngeale wisser in Eswab-milieu. Hiervoor zijn fijne, flexibele, blauwe wissers (cfr. RSV-wissers) ter beschikking. - Kostprijs per bepaling: € 40 (kostprijs van de vroegere doorstuurbepaling: € 53). - Stalen kunnen binnengebracht worden op de 3 campussen. Door de snelle en accurate detectie en rapportering van resultaten voor B. pertussis zal het mogelijk zijn om sneller de geschikte behandeling op te starten. Dit kan de ernst van de ziekte reduceren en de verdere verspreiding van de ziekte stoppen. Contact U kan de nieuwsflash van het labo consulteren via www.azsintmaarten.be onder de rubriek Professionals → Publicaties 100-0-30-7 dr. Ann Lemmens Labo Klinische Biologie tel. 015 29 63 70 40% black 5 3D-mammograf ie of tomosynthese Nieuwe onderzoekstechniek medische beeldvorming Om afwijkingen in de borst onder de vorm van knobbels, massa’s of microcalcificaties te vinden, is mammografie nog steeds de belangrijkste techniek bij de beeldvorming. Bij deze conventionele mammografie wordt het driedimensionale borstvolume gereduceerd tot een tweedimensionaal beeld. Hierbij wordt het glandulaire weefsel volledig gesuperponeerd en kan het zijn dat een deel van de letsels niet altijd gedetecteerd worden. De introductie van de “full field digital mammografie” (FFDM) opende echter nieuwe perspectieven. In 1997 verscheen een eerste publicatie van Niklason over borsttomografie, een nieuwe techniek om driedimensionale foto’s van de borst te maken en waardoor bepaalde afwijkingen beter zichtbaar worden gemaakt. De eerste prototypes van deze tomosyntheseapparatuur zijn sindsdien geëvolueerd naar mammografische tomografen die worden geproduceerd door de meeste grote firma’s voor klinisch gebruik. 3D-mammografie of Digitale Borst Tomosynthese (DBT)? De borst wordt, zoals voor een gewone 2D–mammografie, geklemd tussen de detector en de compressieplaat. De röntgenbuis maakt een boogvormige beweging van -15 naar +15 graden en neemt tijdens deze sweepbeweging een set van lage-dosis beelden. Deze beelden worden digitaal gereconstrueerd naar een dikke plak van 10mm röntgenbuis boogvormige beweging compressieplaat borst 6 (of 5mm) per 1mm of per 5mm. Een werkstation met hoge resolutie schermen (5 megapixel) laat toe te scrollen door deze set van tomografische beelden. Wat met de stralenbelasting? De glandulaire dosis van een volledige set tomosynthesebeelden ligt amper hoger dan de dosis die wordt toegediend bij een standaard mammografie per projectie. Deze dosis kan licht verschillen naargelang de leverancier van het apparaat. Het AZ Sint-Maarten heeft dan ook gekozen voor het toestel met de minste stralenbelasting. Wat zijn de voordelen? Verschillende grote klinische studies in de Verenigde Staten van Amerika, het Verenigd Koninkrijk en Europa tonen 2 belangrijke winstpunten. Vooreerst neemt de detectieratio voor borsttumoren toe. De sensitiviteit, die een maat is voor de detectie van (maligne) borsttumoren, is groter. Niet alleen het aantal borsttumoren dat kan worden gevonden neemt toe, maar ook de gemiddelde diameter van de gedetecteerde letsels boekt een lichte winst. Bovendien is de winst het aanzienlijkst bij dames die het meest dense borstklierweefsel hebben, meer bepaald de jongere vrouwen en de dames met een hoger risicoprofiel. De detectieratio die voor zeer dens weefsel slechts tussen 60-70% ligt, scoort duidelijk hoger. De tomosynthese laat toe spiculae van een maligne tumor duidelijk te visualiseren Ook neemt het aantal bijkomende onderzoeken af. Door een globaal scherpere en detailrijkere beeldkwaliteit kunnen meer onderzoeken met meer zekerheid als normaal worden bestempeld. Het aantal echografieën omwille van superponerende densiteiten neemt af en de echografie kan beter worden gericht naar specifieke zones. Door een scherper detail kan de begrenzing van de letsels correcter worden beoordeeld. Goedaardige bevindingen, zoals cysten en fibroadenomen (halo-teken), vormen geen obstakel meer bij de diagnostiek. Spotcompressie-opnamen en vergrotingsopnamen kunnen worden vervangen door tomosynthesebeelden. Maar zijn er ook nadelen? De nadelen van deze nieuwe techniek zijn in de eerste plaats een langere onderzoeksduur voor de patiënt. De borst wordt per opname een 10-tal seconden gecomprimeerd. Deze compressie in vergelijking met de standaard mammografie is langer 2D maar wel lichter waardoor dit nadeel eerder als verwaarloosbaar kan worden beschouwd. Bij de standaard mammografie dient de compressie net om de superpositie te verminderen, maar bij de tomosynthese is dit geen probleem meer. Het bekijken van de beelden neemt voor de radioloog meer tijd in beslag: van gemiddeld 34 naar 90 seconden per onderzoek. Dit wordt ruimschoots gecompenseerd door tijdswinst bij een meer gericht echografisch onderzoek. De poudreuze (zeer fijne) microcalcificaties worden niet steeds perfect opgemerkt. Zij kunnen in een zeldzaam geval de handtekening zijn van een (gelukkig meestal laaggradig) ductaal of lobulair carcinoma in situ. Nieuwere digitale algoritmen bij de berekening van het digitale borstbeeld worden hiervoor ontwikkeld. Tenslotte is de apparatuur vrij duur en is er geen specifieke nomenclatuur voor deze nieuwe onderzoekstechniek. Tomosynthese bij gratis screeningonderzoeken? Tomosynthese wordt enkel uitgevoerd op voorschrift en bij diagnostische onderzoeken. Het tomosynthese-apparaat en bijpassende werkstation dat is geïnstalleerd op campus Rooienberg is FDA goedgekeurd. De screeningsonderzoeken, georganiseerd door de Vlaamse regering, in samenwerking met de RSC (regionale screeningscentra) en de logo’s (Lokaal Gezondheidsoverleg) dienen te beantwoorden aan het protocol van de Europese regelgeving. Prof. Hilde Bosmans, verantwoordelijke bij het Leuvens Universitair Centrum voor Medische Fysica in de Radiologie (LUCMFR), onderzoekt momenteel de fysisch technische testing van de apparatuur. Het zal vermoedelijk nog enkele jaren duren alvorens typetoelating 3D De maligne tumor duidelijk aanwezig bij de tomosynthese is ook retrospectief niet herkenbaar op het 2D-beeld, ook al betreft het een eerder weinig dense borst. voor de tomosynthese-apparatuur bij screening een feit zal zijn. De Zweedse screeningstrial van Malmö op 15.000 dames van 40 tot 74 jaar is veelbelovend. De resultaten van een standaard mammografie werden in 2 richtingen vergeleken met een DBT in 1 richting met lichtere compressie. Naast een duidelijke reductie in de toegediende stralendosis zagen de onderzoekers de detectieratio voor borsttumoren toenemen met 40%. Wel noteerden ze een lichtjes toegenomen recall rate (second look echografie). De Noorse Oslo screening trial op 25.000 dames van 50 tot 69 jaar vergeleken 2Dmammografie met 2D-mammografie in combinatie met tomosynthese. Zij noteerden een toename van de kankerdetectie met 30% , maar zagen wel een daling van de recall rate (minder vals positief) 3D-mammografie/Tomosynthese in het AZ Sint-Maarten Deze nieuwe onderzoekstechniek wordt toegepast op de dienst medische beeldvorming, afdeling senologie van campus Rooienberg. In de wachtruimte wordt deze techniek, de mogelijkheden en voordelen uitgelegd aan de patiënt. Het staat de patiënt vrij om deze nieuwere techniek al dan niet te laten uitvoeren. Het onderzoek kan op voorschrift van de arts steeds gebeuren, zonder specifieke vermelding of afspraak op voorhand. Welke evolutie kunnen we verder nog verwachten in de senologie? 3D-mammografie of tomosynthese met contrasttoediening is de volgende stap. Voor diensten die niet beschikken over een MRI-apparaat en voor patiënten die dit langdurige onderzoek in buikligging door claustrofobie of andere redenen niet aankunnen, is dit onderzoek een handig instrument. Deze techniek is nog in ontwikkeling en actueel niet beschikbaar voor de klinische praktijk. Stereotactische biopsienames onder tomosynthese geleide, zullen voor die letsels die enkel duidelijk zijn bij de tomosynthese, kunnen worden uitgevoerd. Wij volgen deze recentere technieken op de voet en zullen niet nalaten deze te implementeren wanneer de klinische trials de diagnostische waarde voldoende bevestigen. Contact dr. Katrien Vanwambeke Radiologie / senologie tel. 015 30 30 41 Afspraken campus Rooienberg tel. 015 30 30 40 7 ZUCSU Restaurantgids voor diabetici Beoordelingssysteem met suikerklontjes Wanneer de diagnose diabetes valt, heeft dit voor de patiënt niet alleen fysieke gevolgen, ook op psychosociaal vlak heeft dit vaak een weerslag. Deze chronische aandoening vraagt immers om verschillende ingrijpende aanpassingen. Hierbij denken we niet alleen aan de zelfzorgactiviteiten, eventuele lichamelijke beperkingen, het regelmatig op controle gaan bij de arts, maar ook aan elke dag moeten nadenken over voeding en de impact hiervan op de bloedglucose. Angst om op restaurant te gaan “In de afgelopen 30 jaar heb ik wel zo’n 8.000 diabetespatiënten op consultatie gehad. De meesten hebben angst om op restaurant te gaan omdat ze niet weten dat wat ze voorgeschoteld krijgen wel verantwoord is. Bovendien zijn ook lange wachttijden een probleem omwille van het risico op een hypoglycemie. Om die redenen blijven sommige mensen dan ook liever thuis terwijl de rest van de familie uit eten gaat. In het ergste geval belanden ze zelfs in een sociaal isolement”, zegt dr. Pelckmans. Een enquête, vorig jaar uitgevoerd door de Diabetes Liga bevestigt dit. Hieruit blijkt dat ongeveer 1 op de 3 diabetici door hun aandoening minder vaak uit eten gaat. In een onderzoek uit 2011 bleek dat zelfs 40 tot 50% te zijn. De meeste diabetespatiënten weten zich na verloop van tijd goed aan te passen aan de eisen die de ziekte met zich meebrengt, al blijven er wel een aantal sociale obstakels. Zo is een restaurantbezoek voor de meeste diabetespatiënten niet zo vanzelfsprekend. Vaak hebben ze te weinig informatie over de samenstelling van de gerechten en is er ook een probleem met de wachttijden. Dr. Marie-Christine Pelckmans, endocrinologe-diabetologe in het AZ Sint-Maarten ontwikkelde daarom een restaurantgids voor diabetici. 8 Een beoordelingssysteem aan de hand van suikerklontjes Met de restaurantgids, die tot stand kwam met de hulp van de Diabetes Liga en de Gault&Millau, wil dr. Pelckmans deze mensen dan ook een uitweg bieden en zo de kloof tussen restaurants en diabetespatiënten verkleinen. Een dergelijke gids was tot nu toe nergens in Europa beschikbaar en is dus een Vlaamse primeur. De Zucsu restaurantgids hanteert een eigen beoordelingssysteem, aan de hand van suikerklontjes, om Belgische en Luxemburgse restaurants, brasseries en eetcafés te quoteren op hun ‘diabetes- vriendelijkheid’. Eén suikerklontje betekent dat het etablissement beschikt over voldoende basiskennis en service omtrent diabetes, zoals: het onmiddellijk plaatsen van brood op tafel (waardoor het risico op lage bloeddruk verlaagt) of flexibiliteit van het restaurant wanneer de diabeticus een menu-aanpassing vraagt. Wanneer een restaurant speciaal gerechten voor diabetici aanbiedt en het aantal koolhydraten per portie vermeldt, zal deze 2 suikerklontjes toebedeeld krijgen. Als dan ook nog eens de optelsom gemaakt wordt van de koolhydraten in het volledige menu, krijgt een zaak 3 suikerklontjes. Ook tips over het beste moment voor een insulineinspuiting (voor af na de maaltijd) kunnen vermeld worden. De beoordeling van de restaurants komt van de klanten zelf. Diabetespatiënten mogen Zucsu hun evaluatie sturen. Wanneer een beoordeling negatief is, wordt er samen met het restaurant bekeken waar er zaken kunnen aangepast worden. Wanneer blijkt dat een restaurant alle principes naast zich neerlegt, wordt deze niet meer in de gids opgenomen. “Je speelt niet met de gezondheid van mensen”, aldus dr. Pelckmans. Ambassadeur Wouter Keersmaekers Chef Wouter Keersmaekers van ‘De Schone van Boskoop’ is ambassadeur van het Zucsu-project. In zijn restaurant volgt hij alle richtlijnen van Zucsu op de voet en legt hij zijn recepten zelfs eerst aan de organisatie voor. Zo zorgt hij er altijd voor dat er voldoende groenten voorradig zijn, zodat klanten zonder probleem steeds een extra portie warme of koude groenten kunnen bijbestellen. Volgens Wouter Keersmaekers is het niet zo moeilijk om je restaurant af te stemmen op © 123RF diabetespatiënten. Het is enkel een kwestie van koolhydraten en suikers tellen en je personeel voldoende te informeren. Gezonde voeding Naast de restaurantgids wil dr. Pelckmans met Zucsu, wat trouwens de afkorting is van suiker in verschillende talen (Zucker, Zucchero, Azucar, Suiker, Sucre, Sugar, Sukker,..) ook een referentiepunt zijn voor gezonde voeding, niet alleen op restaurant maar ook thuis. Aan de hand van kookworkshops, meetings, seminaries en een eigen website promoot ze gezonde voeding, wel met de nadruk op de hoeveelheid koolhydraten en mogelijke alternatieven. “Als patiënten de diagnose diabetes krijgen, stuikt hun wereld dikwijls in elkaar”, zegt dr. Pelckmans. Met het Zucsu-project wordt toch al een deel van de sociale implicaties weggewerkt. De restaurantgids voor diabetici bedraagt € 15,95 (conventie diabetes € 14) en is verkrijgbaar via www.zucsu.com of in de boekhandel. DE FILOSOFIE VAN DE SUIKERKLONTJES 1 Suikerklontje ▪ Het personeel heeft basiskennis omtrent diabetes en kan discreet omgaan met klanten die diabetes hebben. ▪ Vanaf het aperitief wordt brood voorzien om het risico op hypoglycemie te beperken. ▪ Een vingerdoekje om vingers te reinigen voor zelfcontrole wordt aangeboden. (het is niet meer noodzakelijk om hiervoor naar het toilet te gaan) ▪ Indien een maaltijd wat later geserveerd wordt en men langer moet wachten dan voorzien, wordt de klant verwittigd en wordt een klein hapje of brood voorzien. ▪ Indien mogelijk wordt een vezelrijke voeding voorzien door bv. een bordje rauwkost of een grotere portie groenten op te dienen. ▪ De sauzen worden apart geserveerd. ▪ Voor het dessert is aanpassing mogelijk (zonder supplement) naar een tussengerecht of alternatief dessert met weinig koolhydraten. 2 Suikerklontjes ▪ Voldoen aan al de regels van 1 suikerklontje. ▪ Vermelding van de hoeveelheid koolhydraten bij een aantal gerechten op het menu. ▪ Het restaurant bezorgt Zucsu de ingrediënten om de hoeveelheid koolhydraten te berekenen. ▪ Een koolhydraatarm gerecht zal steeds gewaardeerd worden. Zo kan iedereen die gezonde voeding op prijs stelt, het gerecht inschatten en zijn individuele behandeling aanpassen. De hoeveelheid koolhydraten wordt uitgedrukt in gram. Basis waarop insuline of medicatie kan aangepast worden. 3 Suikerklontjes Contact dr. Marie-Christine Pelckmans Endocrinologe-diabetologe Diabeteskliniek campus Zwartzustersvest tel. 015 29 60 40 campus Rooienberg tel. 015 30 30 03 ▪ Voldoen aan al de regels van 1 en 2 suikerklontjes. ▪ Hier wordt het totale menu berekend en eventueel kan men inlichtingen krijgen omtrent de globale glycemische index om te bepalen of men best voor, tijdens of na de maaltijd spuit. Een diabeticus kent zijn gevoeligheid aan insuline en zal zelf bepalen wanneer dit voor hem het beste past. ▪ Niet alleen heeft men dus de nodige inlichtingen omtrent de samenstelling maar ook een idee omtrent het beste tijdstip van insulinetoediening. ▪ Informatie over dranken en cocktails wordt gegeven. 9 Onderzoek patiëntenvoorlichting MR-artrografie Kwaliteitsopvolging binnen het AZ Sint-Maarten Het AZ Sint-Maarten streeft steeds naar een permanente verbetering van zorg en kwaliteit. In het kader hiervan organiseerde de dienst medische beeldvorming een onderzoek dat polste in welke mate de patiënt geïnformeerd was voorafgaand een MR-artrografie. Doel van het onderzoek Tijdens een MR-artrografie wordt via rechtstreekse punctie van het gewricht (heup of schouder) contrast ingespoten, waarop een MRI-onderzoek volgt. Uit ervaring weten we dat indien patiënten vooraf onvoldoende geïnformeerd zijn over de aard en het verloop van het onderzoek, ze zich niet alleen minder comfortabel voelen maar dat dit eveneens een invloed kan hebben op de kwaliteit van het onderzoek. De angst voor bijvoorbeeld het aanprikken van het gewricht kan door beweging leiden tot kwaliteitsverlies van de MRI-beelden. Om deze redenen werd door middel van een steekproef nagegaan in hoeverre de patiënt vooraf ingelicht was over het onderzoek en hoe dit kan verbeterd worden. Populatie en methode Gedurende een periode van 6 weken werden alle patiënten, die zich op de dienst MRI aanboden voor een MR-artrografie (heup of schouder), bevraagd door middel van een anonieme enquête. Hierin werd gepeild naar hun kennis van de aard en verloop van het onderzoek, angst voor het onderzoek en hoe de informatie kan verbeterd worden. 60 patiënten (24 mannen, 36 vrouwen) verklaarden zich bereid om mee te werken aan dit onderzoek. Onderzoek uitgevoerd door Natascha Van Roy (laborante MRI), in samenwerking met prof. dr. F.M. Vanhoenacker (eenheidsverantwoordelijke MRI) en dr. G. De Praeter (diensthoofd medische beeldvorming) 10 16 85,1% 14 12 Resultaten 10 8 helemaal niet wat het onderzoek inhield. De helft van de bevraagden (30/60) wist vooraf 6 15 patiënten werden verwezen door de huisarts en 45 door een specialist. Slechts 5/15 4 2 hadden voldoende info gekregen bij hun huisarts en 20/45 bij de specialist. Patiënt verwezen door huisarts 16 14 16 12 14 10 12 8 10 6 8 4 6 2 4 2 50 50 40 Patiënt verwezen door specialist 85,1% 50 85,1% 40 30 20 10 onvoldoende info ontvangen voldoende info ontvangen Weinig patiënten waren in het bijzonder op de hoogte over de toch wel complexere 40 voorbereiding bij een artrografie van de heup. 30 30 20 In tegenstelling tot het schoudergewricht, wordt bij een heupartrografie vooraf een lichte plaatselijke verdoving toegediend. Het is daarom aangewezen dat de patiënt de eerste twee uur vol8 10 gend op het onderzoek niet zelf met de wagen rijdt. 7 Slechts de helft van de ondervraagden (5/10) was hiervan vooraf op 6 5 de hoogte. 4 3 15 patiënten gaven aan bang te zijn voor het 2 onderzoek, maar slechts 4 patiënten hiervan waren van mening te weinig informatie 1ontvangen te hebben. 20 10 Angst voor de gewrichtspunctie (8/15) bleek de voornaamste reden van ongerustheid. Angst 8 7 8 6 7 5 6 4 5 3 4 2 3 1 2 1 45 40 35 30 25 20 15 10 5 artrografie MRI onwetendheid 50 40 30 20 10 Op de vraag hoe de informatie kon verbeterd worden, vermeldden 47/60 patiënten dat ze een informatiebrochure omtrent dit onderzoek nuttig zouden vinden. Daarbij verkozen 44 patiënten een informatiebrochure op papier eerder dan op een website. Vorminformatie 8 7 6 5 4 3 2 1 Agenda Uitgebreide info volgt later en zal u ter beschikking gesteld worden via onze website www.azsintmaarten.be bij de rubriek professionals. brochure online geen mening Conclusie Om de angst bij patiënten weg te nemen en zodoende de kwaliteit van het onderzoek te verbeteren, is het belangrijk dat ze 45 vooraf voldoende en op een correcte 40 manier geïnformeerd worden. Een infor35 matiebrochure die ze via hun huisarts of 30 specialist meekrijgen, geniet de voorkeur. 25 20 15 geïnformeerde patiënten zorgen imBeter 10 voor rustigere patiënten en dus een mers 5 Info Informatiebrochures kunnen gedownload worden via www. azsintmaarten.be, rubriek patiëntenbegeleiding → infobrochures. U kan ze ook telefonisch aanvragen op de dienst medische beeldvorming tel. 015 30 30 50. betere beeldkwaliteit! Symposium PSST n.a.v. Dag tegen kanker Donderdag 18 september 2014 Congrescentrum De Kleiput, Duffel Meer info? www.azsintmaarten.be → professionals → activiteiten of communicatiedienst tel.015 40 99 04 Music4Memisa - part II benefiet t.v.v. partnerziekenhuis in Congo Zaterdag 15 november 2014 Utopolis, Mechelen Meer info? www.azsintmaarten.be → professionals → activiteiten of communicatiedienst tel.015 40 99 04 Kort nieuws Verhuis dienst nucleaire geneeskunde De dienst nucleaire geneeskunde van het AZ Sint-Maarten verhuisde op maandag 12 mei 2014 van campus Leopoldstraat naar campus Zwartzustersvest. Er werd een gloednieuwe dienst nucleaire beeldvorming ingericht waar de nieuwe SPECT-CT gammacamera geplaatst zal worden. Vanaf nu kan het volledig aanbod van nucleaire onderzoeken daar uitgevoerd worden. Zowel het nucleair medisch- als het verpleegkundig team als de manier van werken blijft ongewijzigd. Afspraken kunnen nog steeds gemaakt worden via het vertrouwde nummer 015 40 95 48. 11 R ec en t v ers ch en en we ten s c h appelij ke publ ic a ties Tijdschriftartikels The Therapeutic Implications of an Abdominal Aortic Aneurysm with Coincident Horseshoe Kidney. L.J. Ceulemans, J. Duchateau, F.M. Vanhoenacker, J. De Leersnyder. Acta Chir Belg, 2014, 113, p. 71-74. The Effectiveness of Preventive Programs in Decreasing the Risk of Soccer Injuries in Belgium: National Trends over a Decade. Peter Bollars, Steven Claes, Luc Vanlommel, Kris Van Crombrugge, Kristoff Corten en Johan Bellemans. Am J Sports Med 2014 42: 577 originally published online January 30, 2014. DOI: 10.1177/0363546513518533. Aanslepende Coccydynie. Ellen De Smedt, F.M. Vanhoenacker, Benjamin Denoiseux, Jan M.L. Bosmans. Neuron (ISSN 1372-4185), 2014, 19 (1): 9-11. Ileocolic intussusception due to lipomatosis of the ileum: a common complication of a rare clinical entity. M. Eyselbergs, L.J. Ceulemans, S. De Bontridder, F.M. Vanhoenacker, L. Van Overbeke, I. Quanten, G. Jacomen, A. Snoeckx. Images in Clinical Radiology, JBR–BTR, 2014, 97: p. 36-38. Conferenties Cone Beam Computed Tomography: clinical applications in musculoskeletal imaging. E. De Smet, G. De Praeter, K. L. Verstraete, F. M. Vanhoenacker. (Congresverslag International European Congress Radiology Vienna – March 2014). Cone Beam Computed Tomography: technical aspects and clinical applications in musculoskeletal imaging. E. De Smet, G. De Praeter, K. L. Verstraete, F. M. Vanhoenacker. (Conferentie Nijmegen). Lower extremity fractures in Belgian football player. P. Bollars, K. Van Crombrugge, L. Vanlommel, K. Corten, J. Bellemans, S. Claes. FIFA congress sept Londen. Online publicaties Meningioma (ECR 2014 Case of the Day) M. Eyselbergs, P. Van Dyck, F., De Belder, F.M. Vanhoenacker, R. Salgado, M. Lammens, J. Somville, J. Gielen, P.M. Parizel. (2014, Apr 23). www.eurorad.org. DOI: 10.1594/EURORAD/ CASE.11770 Toothpick perforation of the caecum D. Niciforovic, A. Spasic, I. Turkalj, F.M. Vanhoenacker. Images in Clinical Radiology, JBR–BTR, 2014, 97: p. 47. Klippel-Feil syndrome K. Van Looveren, F.M. Vanhoenacker, G. Mortier, P.M. Parizel. (2014, Apr 29). www.eurorad.org DOI: 10.1594/EURORAD/CASE.11607 Een beenderig uitsteeksel aan de humerus Vanhoenacker Charlotte, Bosmans Jan M.L. en F.M. Vanhoenacker. Ortho-Rheumato (ISSN 1379-8928), 2014, 12(1), 23-25. Volledige publicatiegegevens zijn terug te vinden op de website www.azsintmaarten.be onder de rubriek professionals → publicaties Even voorstellen... Naam: Medische disciplin e: Algemene anesthesie Teamleden: dr. Jean De Hovre, dr. Ma -Marie Bolle, dr. Maurice rleen De Somm er, dr. Greet Drijvers, dr. Hilde Le dr. Max Malcorps mmens, dr.Joris Liesmons, , dr. Luc Mariën, Mattheussen, dr. dr. Maria Ka Notele, dr. Kristine rin Nobels, dr. Goedele Stessel, dr. Els St dr. Jan Vander Sa evens, nd Vanderstappen en e, dr. Ingeborg dr. Rudiger Wets Bereikbaarheid: erg: tel. 015 30 30 12 Verantwoordelijke uitgever: dhr. Jan Ennekens Vragen bij deze nieuwsbrief? Natalie Wiesenekker communicatiedienst Leopoldstraat 2 - 2800 Mechelen 015 40 96 61 [email protected] Vragen-opmerkingen-suggesties over de zorgverlening of diensten: mail naar [email protected] Vragen over elektronische berichtenstroom: mail naar [email protected] Het AZ Sint-Maarten overkoepelt 3 campussen Campus Leopoldstraat Leopoldstraat 2, 2800 Mechelen Campus Rooienberg Rooienberg 25, 2570 Duffel Campus Zwartzustersvest Zwartzustersvest 47, 2800 Mechelen AZ Sint-Maarten maakt deel uit van de vzw Emmaüs. Liesbeth Batens Campus Rooienb Eindredactie: dr. Erwin Schroyens Centrale inlichtingen: 015 29 66 66 Werkzaam op CL CR CZ Ontvangt u deze Check-up graag per mail, laat het ons dan weten: [email protected] 03 Deze nieuwsbrief zenden wij u toe op basis van uw persoonlijke gegevens zoals opgenomen in onze bestanden. Het AZ Sint-Maarten respecteert uw privacy en we behandelen uw persoonsgegevens dan ook strikt vertrouwelijk en met de grootste omzichtigheid. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992 betreffende de verwerking van persoonsgegevens kan u uw gegevens inkijken, verbeteren of verwijderen.
© Copyright 2024 ExpyDoc