up Check met AZ Sint-Maarten Informatie voor zorgverstrekkers uit de regio oktober 2014 2-3 Locoregionale anesthesie 4 Zwangerschapsbeurzen 4 Update nieuwbouwziekenhuis 5 Elektronisch medicatievoorschrift 6-7 Nieuwe SPECT-CT 8-9 MKA-oncologie raadpleging 10 - 11 Kwaliteitsopvolging en verder Agenda Even voorstellen Wetenschappelijke publicaties Een techniek in volle (r)evolutie A CMYK Grijs = 0 - 0 - 0 - 45 Locoregionale anesthesie Verdoven van bepaalde delen van het lichaam Een van de voornaamste taken binnen de anesthesie is het verdoven van patiënten in de operatiezaal. Hiervoor bestaan verschillende vormen van anesthesie. Er is de algemene narcose waarbij de patiënt volledig in slaap wordt gebracht en er zijn de regionale anesthesietechnieken waarbij slechts een bepaald deel van het lichaam wordt verdoofd. Waar bij algemene anesthesie de pijnprikkel wordt aangepakt ter hoogte van de hersenen, wordt bij (loco)regionale anesthesie net verhinderd dat de pijnprikkel de hersenen bereikt. Algemene anesthesie versus locoregionale anesthesie De keuze voor een (loco)regionale dan wel een algemene anesthesie is afhankelijk van verschillende factoren. Bij het woord ‘anesthesist’ denken de meeste mensen onmiddellijk aan ‘slapen’. Het grootste deel van de ingrepen in een operatiekwartier gebeurt inderdaad nog steeds onder algemene verdoving. Dit is echter slechts een van de vele technieken in het arsenaal van de moderne anesthesist. Een algemene anesthesie kan noodzakelijk zijn omdat de operatie door zijn duur of uitgebreidheid te veel ongemak bij de patiënt zou veroorzaken, of omdat de patiënt in een oncomfortabele houding op de operatietafel moet geïnstalleerd worden. Sommige patiënten verkiezen een algemene verdoving boven een regionale om niet alles bewust te moeten meemaken. Bij locoregionale anesthesie, of zogenaamde zenuwblocks wordt door de anesthesist een lokaal anestheticum ingespoten rond één of meerdere zenuwen die het te opereren gebied innerveren. Op die manier wordt deze volledige regio verdoofd. Dit moet onderscheiden worden van de lokale anesthesie, waar het lokaal anestheticum door de chirurg zelf rechtstreeks in het operatiegebied wordt ingespoten. 2 In vele gevallen is het zenuwblock voldoende als enige verdovingsmiddel om zowel de ingreep als de postoperatieve pijnstilling mogelijk te maken, en is het dus niet meer nodig dat de patient nog in slaap gaat. Om het comfort van de patiënt te verhogen, wordt meestal nog wel een lichte sedatie gegeven, indien hij of zij dit wenst. Tenslotte kunnen perifere zenuwblocks ook een waardevolle aanvulling zijn bij ingrepen die onder algemene anesthesie moeten gebeuren, en worden dan voornamelijk gebruikt om de postoperatieve analgesie te verzorgen. Locoregionale anesthesie: een techniek in volle (r)evolutie Een regionale anesthesie kan uiteraard enkel voor die gebieden waarin de zenuwen gemakkelijk te vinden en te blokkeren zijn zoals bijv. een arm, een been of een onderdeel hiervan. Om het verdovingsmiddel zo dicht mogelijk rond (maar niet in) de zenuw te kunnen spuiten, zal de anesthesist gebruik maken van elektrische stimulatie in combinatie met echografie. Tot midden jaren ‘90 werden enkel anatomische herkenningspunten gebruikt voor de lokalisatie van perifere zenuwen. Deze techniek was zeker niet feilloos en er waren belangrijke vragen rond veiligheid. Vaak werd er in i.p.v. rond de zenuw geïnjecteerd, hetgeen een risicofactor is voor het optreden van zenuwschade. Het gebruik van neurostimulatoren, waarbij d.m.v. een elektrische stroom op de naaldpunt een motorische respons wordt uitgelokt wanneer de naald de zenuw nadert, zorgde er wel voor dat de incidentie van langdurige neurologische complicaties na een perifeer zenuwblock sterk daalde tot minder dan 1%. De grootste revolutie van de laatste jaren is echter het echogeleid prikken. Een enorme vooruitgang in de echografische beeldkwaliteit in combinatie met het gebruik van echogene naalden zorgt ervoor dat we een continu zicht hebben op zowel de naald, als de zenuw en de omliggende anatomische structuren. Op die manier worden intravasculaire en intraneurale injecties vermeden. De kans op een geslaagd block ligt veel hoger en permanente zenuwletsels zijn een zeldzaamheid geworden. De incidentie van reversibele Dr. Beckers: “Het grote voordeel van de locoregoniale technieken zit hem in het feit dat het een zeer efficiënte en diepe vorm van pijnstilling geeft, zowel tijdens als na de ingreep. Hiermee maakt het systemisch werkende medicijnen zoals de opiaten, met al hun nevenwerkingen, vaak overbodig. De patiënt heeft geen ‘hangover’ meer na de ingreep en de goede pijnstilling maakt het mogelijk om snel terug op de been te zijn en zelfs het ziekenhuis te verlaten, wat inspeelt op de recente tendens om meer en meer ingrepen in dagziekenhuis uit te voeren.” paresthesieën na het plaatsen van een block is gedaald tot minder dan 0.02%. De overgrote meerderheid van deze neuropraxie verdwijnt na 4 tot 6 weken. Binnen het AZ Sint-Maarten worden perifere zenuwblocks altijd met de combinatie van echografie en zenuwstimulatie geprikt. Samen met het opvolgen van de spuitdruk bij injectie, kunnen we intraneurale injectie voorkomen en een optimale veiligheid garanderen voor onze patiënten. Tijdens het plaatsen van het block blijft de patiënt wakker, zodat communicatie met de anesthesist mogelijk blijft en het optreden van paresthesieën of pijn door de patiënt kunnen worden gerapporteerd. Door gebruik te maken van moderne langwerkende lokale anesthetica kan met een eenmalige injectie tot 24u analgesie bekomen worden. Door een fijne katheter ter plaatse achter te laten, waar een pijnpomp met lokaal anestheticum op aangesloten kan worden, kan deze periode verlengd worden tot enkele dagen. Een aantal voorbeelden van frequent gebruikte zenuwblocks zijn: Interscaleen block: deze prik ter hoogte van de hals blokkeert de plexus brachialis in zijn proximaal verloop en verzorgt uitstekende pijnstilling voor heelkunde aan de schouder en de bovenarm. Gezien deze patiënten vaak een hoge analgetische nood hebben gedurende enkele dagen, wordt bij dit block vaak een katheter ter plaatse achtergelaten. Supraclaviculair en axillair block: meer distaal opzoeken van de plexus brachialis resp. net boven het sleutelbeen of in de oksel, maakt het mogelijk om d.m.v. een eenmalige injectie een complete verdoving vanaf de bovenarm te verkrijgen. Daardoor zijn deze blocks uitermate ge- schikt voor heelkunde aan de elleboog, onderarm en hand. Femoralisblock: dit block (al dan niet gecombineerd met een ischiadicusblock) verzorgt een prima analgesie na knieprothesechirurgie. Popliteaalblock: blokkeren van de nervus ischiadicus ter hoogte van de kniekuil zorgt voor verdoving van het onderbeen en voet. Bij dit block wordt eveneens vaak een katheter achtergelaten voor een langdurige pijnstilling. 2 nieuwe anesthesisten Recent zijn er binnen het AZ Sint-Maarten 2 nieuwe collega’s anesthesisten aangetrokken. Zij versterken de huidige equipe en hebben tevens een bijzondere bekwaamheid binnen de intensieve geneeskunde. Verder willen ze eveneens de groei in locoregionale anesthesie met hun kennis en kunde ondersteunen. Sinds 1 april versterkt dr. Liesbeth Batens het team. Zij is opgegroeid in Sint-Katelijne-Waver en kende haar opleiding zowel in Antwerpen als in Leuven. Afspraken: campus Rooienberg - tel. 015 30 30 03 Dr. Marc Beckers is in het ziekenhuis gestart op 1 augustus jongstleden. Ook hij is afkomstig uit de regio en kende zijn opleiding in Leuven. Afspraken: campus Leopoldstraat - tel. 015 40 99 44 of campus Zwartzustersvest - tel. 015 29 64 50 3 NIEUW Zwangerschapsbeurzen voor ouders in spe Tot voor kort bestond de voorlichting voor toekomstige ouders uit twee informatieavonden waarbij gedurende de hele avond sprekers toelichting kwamen geven over diverse onderwerpen zoals borstvoeding, flesvoeding, epidurale verdoving, … Omdat deze avonden door de zwangere vrouwen en hun partner vaak als te uitgebreid, langdurig en weinig interactief werden ervaren, riep het AZ Sint-Maarten een nieuw concept in het leven. Vanaf september zijn (toekomstige) mama’s en papa’s meer dan welkom op onze zwangerschapsbeurs. De beurs zal opgebouwd zijn uit verscheidene standen en zal zes keer per jaar georganiseerd worden. De hele avond (campus Zwartzustersvest) of namiddag (campus Rooienberg) kunnen de bezoekers doorlopend verscheidene standen bezoeken rond zwangerschap, verloskwartier, materniteit, neonatologie, Kind &Gezin,… De informatie wordt zo visueel en interactief mogelijk voorgesteld en onze medewerkers staan steeds klaar om vragen te beantwoorden in functie van de info die de koppels wensen. Naast deze standen is er eveneens een diavoorstelling waarbij het traject van een koppel doorheen het ziekenhuisverblijf wordt voorgesteld. Zo krijgt het zwangere koppel een realistisch beeld over hoe een opname op het verloskamer en materniteit verloopt. Tenslotte wordt er op regelmatige tijdstippen een rondleiding op de afdeling voorzien. Naast deze beurs kunnen koppels zich ook inschrijven voor borstvoedingslessen, die in kleine groepen worden georganiseerd. Info en data op onze nieuwe deelsite: www.azsintmaarten.be/materniteit Het nieuwbouwziekenhuis… …in volle ontwikkeling Eén jaar geleden startten de ruwbouwwerken van het nieuwbouwziekenhuis op Roosendaelveld te Mechelen. Wie de R6 of de Liersesteenweg voorbijrijdt, heeft zeker al de bedrijvigheid opgemerkt op de bouwsite. Het voorbije jaar zijn de werken dan ook goed gevorderd. De bouwwerken zijn perfect op planning door de goede projectorganisatie en het gebruik van ingenieuze bouwtechnieken zoals ‘zelfklimmende’ bouwconstructies waarmee de kokers voor de noodtrappen worden opgebouwd. Verder wordt gebruik gemaakt van geprefabriceerde elementen (kolommen, balken en welfsels) voor een efficiënt verloop van het bouwproces. Het voorbije jaar hebben we vooral gewerkt aan de fundamenten en de kelderverdieping van het nieuwbouwziekenhuis. De volgende maanden zal ons ziekenhuis van de toekomst uit de grond rijzen. Meer info over de meest recente ontwikkelingen: www.azsintmaarten.be/nieuwbouw 4 Elektronisch medicatievoorschrift Gebruiksvriendelijke en performante manier om geneesmiddelen voor te schrijven Onlangs startte het AZ Sint-Maarten met de invoering van het elektronisch medicatievoorschrift (EMV) voor ziekenhuispatiënten. Dit kadert in de uitbouw van een ziekenhuisbreed patiëntveiligheidsbeleid. Een elektronisch voorschrift heeft immers als voordeel dat de informatie rond medicatie van een patiënt steeds duidelijk en eenduidig is. Bovendien is de informatie, eens ingegeven, onmiddellijk beschikbaar voor de ziekenhuisapothekers. Wat gebeurt er precies bij een EMV? De behandelende arts voert het medicatievoorschrift in vanop een willekeurige computer binnen het ziekenhuis in een elektronisch systeem. Hij hoeft dus niet per se op de afdeling van de patiënt te komen om het voorschrift op te maken. Eens ingegeven kunnen de ziekenhuisapothekers het voorschrift nakijken, valideren en leveren op de verpleegafdeling via de individuele distributie. Dit wil zeggen dat elk geneesmiddel op naam van de patiënt wordt geleverd. De verpleging moet de medicatie niet langer uit voorraad nemen, zoals vroeger wel het geval was. Hoe wordt de medicatie aangeleverd? De medicatie wordt geleverd in een zakje met etiket met daarop de naam van de patiënt, de naam van het geneesmiddel en het aantal stuks. De verpleegpost kijkt dit goed na en plaatst dan de inhoud van het zakje in het bakje van de patiënt in mobiele medicatiekarren, de zogenaamde “COW” (computer on wheels). Toediening De medicatie wordt door de verpleegkundige toegediend tijdens de medicatierondes op de afdeling, of tijdens de lunch in de eetzaal. Er wordt steeds elektronisch geregistreerd wanneer de patiënt de medicatie neemt en indien nodig wordt er gezorgd voor een herbevoorrading van de medicatie. Via deze elektronische toepassing kan het medicatieverbruik nog beter in kaart gebracht worden en kan de facturatie vlot en correct verlopen. Voordelen Het elektronisch medicatievoorschrift is een gebruiksvriendelijke en performante manier om geneesmiddelen voor te schrijven. De nauwe integratie met de apotheek biedt de mogelijkheid om onmiddellijk informatie te krijgen over het ziekenhuisformularium. Bovendien hebben de ziekenhuisapothekers een duidelijk en volledig zicht op de medicamenteuze therapie van de patiënt. Doordat medicatiefouten gereduceerd worden, levert het elektronisch ingeven van voorschriften een belangrijke bijdrage tot de patiëntveiligheid. Bij medicatiefouten denken we bijv. aan vergissingen die zich kunnen voordoen bij het overschrijven, foute interpretatie van het handschrift, enz. Meer info Marlies Bollen Apotheek - campus Rooienberg tel. 015 30 30 20 dr. Marc Kiekens geneesheer en ICT toepassingsbeheerder Jef Van Gool Projectmedewerker verpleegkundig departement Mobiele medicatiekar 5 SPECT-CT Nieuwe evolutie in de nucleaire beeldvorming Sinds juni dit jaar hebben de diensten nucleaire geneeskunde en radiologie van het AZ Sint-Maarten een nauwe samenwerking gerealiseerd in verband met de implementatie van een nieuw SPECT-CT toestel. Het toestel betreft een dubbelkopsgammacamera en een diagnostische 16 slice CT componente, gecombineerd in één en het zelfde toestel. Nucleaire geneeskunde is een functionele beeldvormingstechniek waarbij, aan de hand van orgaanspecifieke moleculen, gemerkt met een radioactief isotoop, een waaier aan normale en pathologische lichaamsfuncties in het licht kunnen gesteld worden. men gemonteerd worden binnenin één enkele camerastructuur. Beide modules zijn lang als afzonderlijke technieken gebruikt, maar door beide technieken samen te brengen, leveren ze een belangrijke meerwaarde op in de diagnostiek van bepaalde aandoeningen. SPECT-CT – wat een afkorting is van Single Photon Emission Computed Tomography/Computed Tomography - behoort tot de zogenaamde hybride beeldvorming. Dit betekent dat twee verschillende beeldvormingsmodaliteiten (SPECT en CT) sa- Conventionele technieken versus PET-technieken Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen conventionele (= non-PET) technieken zoals botscintigrafie, myocardscintigrafie, longperfusiescan en nog vele an- dere onderzoeken en de PET-technieken zoals bijv. FDG-PET voor oncologie. Bij de conventionele nucleaire geneeskunde, zoals in ons ziekenhuis uitgevoerd, wordt als radioactief isotoop gebruik gemaakt van een ‘single photon emitter’, een isotoop dat bij elke desintegratie 1 foton uitzendt dat gedetecteerd wordt. De PETtechniek maakt gebruik van een ‘positron emitter’ als radio-isotoop , dat bij elke desintegratie aanleiding geeft tot het uitzenden van 2 fotonen. Zowel de conventionele scintigrafische onderzoeken, planaire en tomografische, als PET-onderzoeken hebben doorgaans een uitstekende sensitiviteit, maar door de aard van de techniek is het lokaliserend vermogen, gezien de frequente afwezigheid van anatomische oriëntatiepunten, ervan beperkt. Ook de typering van de letsels is niet altijd evident door de beperkte specificiteit van de waargenomen letsels. Radiologische technieken zoals CT en MRI zijn structurele beeldvormingstechnieken met wel een uitstekend lokaliserend vermogen en vaak een hoge specificiteit. Voordelen van SPECT-CT Het SPECT-CT toestel combineert de sensitiviteit van SPECT en specificiteit van CT wat een absolute meerwaarde betekent. De voordelen van de twee technieken worden in één onderzoek verenigd. Doordat beide onderzoeken nagenoeg gelijktijdig uitgevoerd worden, kunnen de SPECT beelden op een zeer nauwkeurige wijze gekoppeld worden aan de CT beelden. Hierdoor verkrijgt men fusiebeelden waar men bepaalde anatomische structuren op het CT onderzoek ziet “oplichten” als er een pathologisch proces op deze lokalisatie aanwezig is. Dit laat een uiterst precieze lokalisatie toe van het pathologisch proces. Door de SPECT bevindingen terug te koppelen naar het CT onderzoek 6 verhoogt men eveneens de diagnostische zekerheid van de radiologische diagnose. Verdere radiologisch oppuntstelling van aspecifieke afwijkingen op het SPECT onderzoek dient niet meer in een tweede tijd te gebeuren wat een belangrijke tijdswinst met zich meebrengt. 16 slice CT componente: maximale synergie De courante SPECT-CT toestellen op de markt hebben een beperkte CT functie, het gaat voornamelijk om toestellen met een monoslice slice CT componente. Dit zijn zogenaamde niet diagnostische CT toestellen, enkel bestemd voor het uitvoeren van correcties op de SPECT beelden (correcties voor attenuatie en scatter). Deze toestellen stellen de nuclearisten in staat om afwijkingen op SPECT beelden anatomisch te lokaliseren. Wanneer we echter een maximale synergie wensen dienen ook de CT beelden van hoge kwaliteit te zijn. Daarom hebben de artsen van de dienst nucleaire geneeskunde en medische beeldvorming geopteerd om te investeren in een 16 slice CT componente. Dit zorgt ervoor dat het nieuwe SPECT-CT toestel ook het volledige gamma aan diagnostische CT onderzoeken kan aanbieden zonder enig verlies aan kwaliteit en vergelijkbaar met de niet hybride CT toestellen. Naast de diagnostische waarde is er ook de tijdswinst voor de patiënt aangezien zowel het SPECT als het CT onderzoek tegelijkertijd kunnen gebeuren. In principe kan bij elk SPECT onderzoek door de nuclearist beslist worden om een bijkomend CT onderzoek uit te voeren indien hij dat noodzakelijk zou vinden. Het CT onderzoek zal dan heel specifiek gericht worden op die regio waar het nucleaire onderzoek afwijkingen vertoont, waardoor de stralenbelasting kan beperkt worden. Daarnaast bestaat voor de verwijzende geneesheer uiteraard ook de mogelijkheid om onmiddellijk het combinatieonderzoek SPECT-CT aan te vragen, waar dan wel gebruik zal gemaakt worden van de volledige diagnostische capaciteit van de CT componente. Nauwe samenwerking tussen radiologie en nucleaire geneeskunde De implementatie van deze nieuwe techniek vereist een nauwe samenwerking tussen de dienst radiologie en de dienst nucleaire geneeskunde. Zowel het SPECT - als het CT gedeelte van het SPECT-CT onderzoek wordt op een diagnostische wijze benaderd. De nuclearisten staan in voor de verslaglegging van het nucleaire deel, de radiologen voor de verslaglegging van het CT gedeelte. Tijdens een overlegmoment wordt elk gecombineerd onderzoek ook bekeken door beide specialismen en wordt een gezamenlijk besluit geformuleerd. Toepassingsgebieden • Beoordelen loslating osteosynthese materiaal • Uitsluiten pseud-arthrose, stressfrac turen, spondylosis, facetarthrose, osteochondrosis • Sentinel node scintigrafie Het opsporen van sentinel nodes in de oksel (bij borstcarcinoma) of lies (bij melanoma) kunnen eenvoudig via scintigrafie. Bij het opsporen van sentinel nodes in de hals of mediastinum (orofarynx letsel) en klein bekken (cervix of prostaatcarcinoma) heeft SPECT-CT een duidelijke meerwaarde door de betere anatomische lokalisatie die een meer gerichte lymfeklierdissectie toelaat. • Gedifferentieerd schildkliercarcinoma I-131 scintigrafie wordt bij dergelijke patiënten vaak uitgevoerd om eventuele residuele of metastatische letsels op afstand in het licht te stellen. Dit wordt vaak bemoeilijkt door de fysiologische tracercaptatie in de verschillende naburige organen alsook door de afwezigheid van anatomische répèrepunten die slechts een approximatieve anatomische lokalisatie van letsels op afstand toelaat. SPECT-CT kan hier bijkomende duidelijkheid geven. • Uitsluiten maligne botletsels De meeste botmetastasen situeren zich in de wervelzuil of het bekken. Het is echter ook net in dit deel van het skelet dat zich vaak degeneratief lijden en porotische fracturen voordoen waardoor we met de skeletscintigrafie dikwijls het onderscheid tussen benigne en maligne pathologie niet met zekerheid kunnen maken. Waar vroeger vervolgens de patiënt zich diende aan te bieden voor een bijkomend CT onderzoek kunnen we dit met het SPECT-CT toestel nu in één tijd laten gebeuren. • Opsporen parathyroïdadenomen SPECT-CT laat een betere detectie en anatomische lokalisatie toe van vooral kleine en ectopisch gelokaliseerde parathyroïdadenomen. • Lokalisatie van infectiehaarden en tumoren Vooral infectiehaarden in het abdomen kunnen bij een infectiescan met Gallium67 niet goed ter hoogte van een orgaan of orgaanstelsel gelokaliseerd worden. Door de terugkoppeling naar de CT beelden kunnen de pathologische captatiezones beter ter hoogte van een welbepaald orgaan gelokaliseerd worden. Neuro-endocriene tumoren kunnen eveneens beter gedetecteerd en gelokaliseerd worden bij het uitvoeren van een octreoscan door SPECT-CT. Contact dr. Gunther De Praeter diensthoofd medische beeldvorming tel. 015 40 97 58 dr. Ann Vrancken diensthoofd nucleaire geneeskunde dr. Arno Van Mieghem nucleaire geneeskunde Afspraken campus Zwartzustersvest tel. 015 40 95 48 7 MKA-oncologie raadpleging Multidisciplinaire aanpak Sinds juni 2014 kunnen patiënten met een oncologisch probleem in het hoofdhalsgebied terecht op campus Rooienberg voor een MKA (mond- kaak- en aangezichtschirurgie)-oncologie raadpleging. Deze patiënten vragen, gezien de complexiteit van hun ziekte, een multidisciplinaire aanpak. Dankzij de multidisciplinaire raadpleging kunnen patiënten dan ook nog beter opgevolgd worden. Multidsiciplinair team Een tumor in het hoofd- halsgebied of de behandeling ervan kan ertoe leiden dat patiënten last krijgen met spreken of slikken. Hierdoor kan communiceren, eten, drinken en ademen bemoeilijkt worden. Aangezien deze functies een belangrijke rol spelen in het sociale en familiale leven van de patiënt heeft dit een grote impact op de levenskwaliteit. De zorg op psychosociaal gebied is dus zeker even belangrijk als de intensieve medische zorg gezien zowel de ziekte als de behandeling invloed heeft op de functionaliteit en cosmetisch aspect. Hierbij spelen MKA-arts, medisch-oncoloog, radiotherapeut-oncoloog, plastisch 8 chirurg, anesthesist, radioloog, nuclearist, anatoompatholoog, huisarts, fysiotherapeut, tandarts, logopedist, diëtist, sociaal assistent, psycholoog, verpleegkundige en psychosociaal support team een grote rol. Dit hele team staat reeds verschillende jaren klaar voor deze groep patiënten. Echter door het organiseren van de multidisciplinaire raadpleging kan voor de patiënt diagnose, behandeling en opvolging efficiënter gebeuren. Zo geven we betekenis aan een maximale ondersteuning van patiënt en zijn directe omgeving. Verloop Tijdens de consultatie of het onderzoek onder narcose wordt de patiënt gezien door zowel de MKA-chirurg (dr. Dom), de medische-oncologe (dr. Wagemans) als de radiotherapeut-oncologe (dr. Vandeputte of dr. Pelgrims). Zo is iedere arts reeds van bij de diagnose betrokken en kan de patiënt reeds kennismaken met het team dat zal instaan voor zijn behandeling. Deze behandeling bestaat meestal uit een combinatie van chirurgie/radiotherapie of radiotherapie en chemotherapie. Soms wordt voor de chirurgie of radiotherapie inductiechemotherapie gegeven ter verkleining van de tumor. Bij kleine tumoren kan de behandeling beperkt worden tot chirurgie of radiotherapie. Bij herval of metastasering is meestal chemotherapie aangewezen. Het is belangrijk dat iedereen van bij het begin betrokken is bij de zorg van deze soms wel fragielere patiënten. Ook de multidisciplinaire opvolging is cruciaal voor de ondersteuning van de levenskwaliteit van de patiënt. Even voorstellen... Voedingsopvolging Een bijkomende vooruitgang is de financiering van de oncodiëtisten door het FOD waardoor alle oncologische patiënten kunnen opgevolgd worden door een diëtiste tijdens en na de behandeling. Door voedingsstoornissen ten gevolge van de tumor of behandeling, kan gewichtsverlies een groot probleem vormen. Hierdoor verloopt de recuperatie na de behandeling soms moeizaam en is lange revalidatie noodzakelijk. Hoe beter de patiënt begeleid en ondersteund wordt door de diëtiste, hoe minder problemen we zien wat betreft gewichtsverlies en hoe sneller de patiënt zijn normaal voedingspatroon terug kan opstarten. Gezien de patiënt erg gebaat is bij een snelle voedingsopvolging na de oncologische diagnose, kan de patiënt nog voor hij opgenomen wordt of start met chemo- of radiotherapie, een afspraak krijgen. Werkzaam op CL CR CZ Naam: Hilde Van Kerckhoven Medische disciplin Spoed-Urgentiearts e: Teamleden: dr. Ka trien Baggerman , dr. Morad Choukry, dr. Ine Degol, dr. Thom as Golinvaux, dr. Birger Jespers , dr. Vladimir Kim , dr. Mehdi Laroussi, dr. Walt er dr. Erik Sinjan, dr. Lauwers, dr. Robert Oonk, Carsten Steinkamm dr. Lieven Tack, , dr. Roel Vanderw egen en dr. Robin Vanhoudt Bereikbaarheid: Spoedgevallen ca mpus Leopoldstr aat en campus Rooie nberg Werkzaam op CL CR CZ Naam: Marc Beckers Medische discipline: Praktisch De multidisciplinaire raadpleging vindt plaats iedere 3de maandagvoormiddag van de maand op campus Rooienberg. Op termijn zal de raadpleging 2-wekelijks gebeuren. Een afspraak kan gemaakt worden via het secretariaat MKA: tel. 015 30 43 97 tussen 9u en 17u behalve op donderdagnamiddag (dan worden afspraken gemaakt via de afsprakencentrale 015 30 30 03). Voor rechtstreeks contact: dr. Marc Dom tel. 015 30 30 65 dr. Jill Wagemans tel. 015 30 30 18 dr. Ans Pelgrims tel. 015 30 31 52 dr. Valerie Vandeputte tel. 015 30 31 57 Oncodiëtiste Een afspraak met de oncodiëtiste kan gemaakt worden via [email protected] of op het algmeen nummer 015 30 30 03. Algemene anesthesie Teamleden: Dr. Liesbeth Batens, dr. Jean-Marie Bolle, dr. Marleen De Sommer, dr. Greet Drijvers, dr. Hilde Lemmens, dr. Joris Liesmons, dr. Max Malcorps, dr. Luc Mariën, dr. Maria Mattheussen, dr. Karin Nobels, dr. Goedele Notelé, dr. Kristine Stessel, dr. Els Stevens, dr. Jan Vander Sande, dr. Ingeborg Vanderstappen, dr. Rudiger Wets Bereikbaarheid: campus Leopoldstraat: tel. 015 40 99 44 campus Zwartzustersvest: tel. 015 29 64 50 Op pensioen dr. Maurice De Hovre Anesthesist campus Rooienberg 9 Kwaliteitsopvolging binnen het AZ Sint-Maarten Een vergelijking met andere ziekenhuizen Sinds enkele jaren is er meer aandacht voor100% publieke verantwoording in de ge100% 100% 99% zondheidszorg. De vraag naar transparantie 90% van de kwaliteit van zorg99% en naar 80% toegankelijke informatie over de kwaliteit van 70% de individuele ziekenhuizen ter be60% 50% schikking van het grote publiek, neemt toe. In dit kader neemt het AZ Sint-Maarten 40% 30% regelmatig deel aan verschillende vergelijkingsstudies tussen ziekenhuizen. 20% 10% Kwaliteitsindicatoren VznkuL Sinds 2010 maakt het Vlaams ziekenhuisnetwerk KULeuven (VznkuL) - waarvan ook het AZ Sint-Maarten deel uitmaakt kwaliteitsindicatoren op. Met deze indicatoren wil men de kwaliteit in alle ziekenhuizen van het netwerk verder verbeteren. Om bovendien tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar meer transparantie, zijn er plannen om de kwaliteitsmetingen verder uit te breiden en ook andere dan medisch-technische aspecten van de zorg op te nemen. De indicatoren die momenteel werden onderzocht zijn: medicatie na een acuut hartinfarct, frequentie van decubitus, preventief opstarten van antibiotica bij heupof knieprothese en patiëntidentificatie. Acuut hartinfarct Studies hebben aangetoond dat het gebruik van bèta-blokkers en aspirine na een acuut hartinfarct geassocieerd wordt met 20% minder kans op overlijden, complicaties of morbiditeit. Uit de meting blijkt dat in het AZ Sint-Maarten alle patiënten bij ontslag na acuut hartinfarct correct ‘aspirine’ en ‘bèta-blokkers’ voorgeschreven kregen, dit zowel in 2011 als 2012. Hiermee wordt de streefwaarde van 100% bereikt. Acuut hartinfarct: Aspirine voorgeschreven bij ontslag 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 100% 99% 2011 100% 10 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 100% 100% 99% 2011 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 92% 100% 94% 0,1 0,09 0,08 0,07 0,06 0,05 0,04 0,03 0,02 0,01 Decubitus is een beschadiging van (het 6,4% weefsel onder) de huid dat ontstaat door 4,5% 3,8% aanhoudende druk op de huid of3,6% druk op 3,3% één plaats, vaak in combinatie met schuifkrachten. Risicoplaatsen tot het ontwikkelen 100% van decubitus zijn de stuit, zitknob90% 100% 92% bels,80% hielen, ellebogen, schouders, 90% 88% 70% heupen of het achterhoofd. Decubitus 60% 50% ontstaat meestal wanneer een patiënt 40% 30% minder 20% mobiel is waardoor hij/zij niet re10% 100% gelmatig van houding kan veranderen. 90% 100% 99% 100% 99% dec 2012 maart 2013 juni 2013 dec 2013 2011 80% 70% 100% 60% 90% 50% 80% 40% 70% 30% 60% 20% 50% 10% 40% 30% 20% 10% 2012 Het AZ Sint-Maarten hecht er belang aan 100% 96% 90% om zijn patiënten75% voldoende en correcte wisselhouding te geven zodanig dat decubitus wordt 2011 voorkomen. Er2012 worden ook hulpmiddelen gebruikt zoals drukverla2011 2012 100% gende matrassen, hielbeschermers, kus90% 100% 100% 94% 92% 80% sens,… 100% om op maat van de patiënt vol70% 90% 92% 60% 88% doende preventieve maatregelen te 87% 80% 84% 90% 50% 80% 70% 40% voorzien. 60% 30% 50% 20% 40% 10% 30% 20% 10% Voorkomen decubitus categorie 2,3,4 2011 2012 0,1 0,09 0,08 0,07 0,06 0,05 0,04 0,03 0,02 0,01 2011 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 2012 2013 6,4% 3,3% 90% 4,5% maart 2013 88% 3,8% 3,6% juni 2013 dec 2013 100% 90% 80% 70% 100% 60% 90% 50% 80% 40% 70% 30% 60% 20% 50% 10% 40% 30% 20% 10% 100% 100% 99% 99% Heup- of knieprothese: 100% 99% 100% 99% preventief opstarten van antibiotica 2012 Decubitus dec 2012 94% 100% 92% 2011 2012 100% 2012 Acuut hartinfarct: bèta-blokker voorgeschreven bij ontslag De tabel geeft het voorkomen van decubitus, zowel de letsels die binnen als buiten het ziekenhuis zijn ontstaan, weer. Indien een patiënt reeds bij opname een decubitusletsel had, is deze in dit cijfer opgenomen. Wanneer er in detail op de cijfers wordt ingegaan, wordt er waargenomen dat slechts 2,14% van de decubitusletsels in ons ziekenhuis is ontstaan en 4,29% van de decubitusletsels was reeds aanwezig bij opname in ons ziekenhuis. 100% 92% Het toedienen van antibiotica is bewezen 2011 2012 effectief te zijn in het voorkomen van wondinfecties bij plaatsing van zowel een 100% 2011 2012 90% heup100% 100% als knieprothese. totale Deze anti94% 92% 80% 70% biotica dienen op tijd en volgens de richt100% 60% 90% 100% 100% 50% 94% wil zeglijnen toegediend 92%te worden. Dit 80% 40% 70% 30% gen dat de antibiotica correct opgestart, 60% 20% 50% 10% toegediend en terug gestopt dienen te 40% 2011 2012 30% worden na een heup- of knieprothese. Bij 20% 10% 0,1 deze meting werd nagegaan of de anti0,09 2011 2012 0,08 biotica correct gestart werden, met andere 0,07 0,1 0,06 6,4% woorden of de juiste antibiotica op het 0,09 0,05 0,08 0,04 4,5% juiste moment toegediend werden. 0,07 3,8% 0,03 0,06 0,02 0,05 0,01 0,04 0,03 0,02 0,01 100% 90% 80% 70% 100% 60% 90% 50% 80% 40% 70% 30% 60% 20% 50% 10% 40% 30% 20% 100% 10% 90% 80% 70% 100% 60% 90% 50% 80% 40% 70% 30% 60% 20% 50% 10% 40% 30% 20% 10% 100% 90% 80% 70% 100% 60% 90% 50% 80% 40% 70% 30% 60% 20% 50% 10% 40% 30% 20% 3,3% 3,6% 6,4% Heupen knieprothese: 4,5% maart 2013 juni 2013 dec 2013 3,8% 3,6% antibiotica-profylaxe dec 2012 3,3% start dec 2012 maart 2013 juni 2013 90% 88% 90% 88% 100% dec 2013 92% 100% 2011 92% 2012 Heup- en knieprothese: 100% 96% 2011 2012 90% stop antibiotica-profylaxe 75% 100% 96% 90% 75% 2011 80% 80% 2012 2011 87% 84% 90% 87% 84% 90% 2011 2012 2012 92% 88% 88% 92% 2013 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 90% 100% 88% 2011 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% Uit de resultaten blijkt dat er een verbetering is in 2012 ten opzichte van 2011 wat betreft het correct starten en stoppen van antibiotica. Patiëntidentificatie Eén van de maatregelen die wordt genomen om kwaliteitsvolle en veilige zorg aan patiënten te bieden, is het correct en leesbaar identificeren van elke patiënt aan de hand van een identificatie-armband. Deze armband zal gedurende de ziekenhuisopname meermaals gecontroleerd worden zodanig dat de ziekenhuismedewerkers er zeker van zijn dat ze bij de juiste patiënt de juiste handelingen stellen. Als het identificatiebandje omwille van welke reden ook verwijderd is, dan moet de patiënt dit altijd melden aan een zorgverlener zodat een nieuw identificatiebandje kan aangebracht worden. Op deze manier levert het ziekenhuis samen met de patiënt een bijdrage aan een optimale patiëntveiligheid. 2012 100% 96% 90% 75% 2011 Agenda 2012 Patiëntidentificatie 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 80% 87% 2011 84% 90% 2012 88% 92% 2013 Momenteel scoort het AZ Sint-Maarten licht onder het gemiddelde. Er valt echter wel een positieve trend op te merken: verschillende initiatieven werden reeds uitgewerkt om het belang van een correcte en leesbare identificatie-armband te benadrukken. Het AZ Sint-Maarten zal er dan ook naar streven om deze initiatieven verder uit te bouwen zodanig dat de norm van 100% wordt behaald. Legende: ■ AZ Sint-Maarten ■ gemiddelde VznkuL Uitgebreide info volgt later en zal u ter beschikking gesteld worden via onze website www.azsintmaarten.be → professionals → activiteiten of communicatiedienst tel.015 40 99 04 Info-avond borstkliniek Donderdag 27 november 2014 Congrescentrum De Kleiput, Duffel Opendeur dienst hartkatheterisatie December 2014 Campus Rooienberg, 1ste verdieping → uitnodiging volgt Zwangerschapsbeurzen Campus Zwartzustersvest, Rode zaal (gelijkvloers) Maandag 24 november 2014 doorlopend van 19u tot 21u Om het belang van het dragen van deze identificatie-armband aan te tonen, worden er jaarlijks meerdere controles bij patiënten uitgevoerd. Steekproefsgewijs wordt er nagegaan of alle patiënten een correcte en leesbare identificatie-armband dragen. Binnen het ziekenhuis streven wij er dan ook naar om op deze meting 100% te halen, op elke afdeling. Om dit cijfer te kunnen halen zal het ziekenhuispersoneel de nodige controles continu moeten uitvoeren en zal de patiënt zich bewust moeten zijn van het belang van het dragen van een identificatie-armband. Door verschillende initiatieven in ons ziekenhuis, en door het belang van de patiëntidentificatie te benadrukken, wordt er jaar na jaar beter op deze meting gescoord. 92% Campus Rooienberg, afdeling materniteit (4de verdieping) Dinsdag 18 november 2014 doorlopend van 19u tot 21u30 Zaterdag 10 januari 2015 doorlopend van 13u30 tot 16u Dinsdag 10 maart 2015 doorlopend van 19u tot 21u30 Contact dr. Erwin Schroyens Hoofdgeneesheer tel. 015 29 61 72 11 R ec en t v ers ch en en we ten s c h appelij ke publ ic a ties Tijdschriftartikels Verbale fluency bij gezonde ouderen: Onderzoek met drie complexe verbale fluencytaken bij gezonde ouderen en patiënten met een lichte neurocognitieve stoornis of beginnende dementie van het Alzheimertype S. Op de Beeck, A. Galoppin, N. Willemarck. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie. Juni 2014;45: p. 154163 Unilateral giant cell lesion of the jaw in Noonan syndrome Eyselbergs M., Vanhoenacker FM, Hintjens J., Dom M. et al. JBR-BTR (2014) Primary intraosseous manifestation of Rosai-Dorfman disease: 2 cases and review of literature Duijsens H.M., Vanhoenacker FM, ter Braak B.P., Hogendoorn P.C. et al. JBR-BTR (2014) Een pijnloze zwelling aan de borstkas Eeckhoudt Annelies, Vanhoenacker FM; De Smet Eline, Vanwambeke Katrien, Bosmans Jan M. Ortho-Rheumato (2014) 12(2), pp 6-8 Imaging in spinal trauma: current concepts and pictorial review De Smet E.; Vanhoenacker FM; Parizel P.M. Electronic Presenation Online System (2014) Measurements in Femoro-Acetabular Impingement : How to do it? De Roeck J.; Vanhoenacker FM Electronic Presentation Online System (2014) Online publicaties Cavernous hemangioma of the masseter muscle Vansevenant M, Vanhoenacker FM, De Praeter G, Van Dijck H, Dom M. (2014, Jun 18), www.eurorad.org - DOI: 10.1594/EURORAD/CASE.11592 High-riding superior pericardial recess Pilate T, De Smet E, Vanhoenacker FM (2014, Jul 4), www.eurorad.org - DOI: 10.1594/EURORAD/ CASE.11897 Hoofdstuk uit een boek Simultaneous compression of the duodenum and the left renal vein by the superior mesenteric artery Vansevenant M, Vanhoenacker FM, De Cuyper K (2014, Jul 10), www.eurorad.org - DOI: 10.1594/EURORAD/ CASE.11606 Conferenties Pulmonary nocardiosis and pneumothorax with fatal outcome Pilate T, Vansevenant M, Peters B, Vanhoenacker FM (2014, Jul 30), www.eurorad.org - DOI: 10.1594/EURORAD/ CASE.11610 Osteochondrodysplasies Boutry N., Amzallag-Bellenger E., Dieux A., Vanhoenacker FM et al. Imagerie musculosquelettique. Pathologies générales, 2° Ed. (2013) Ischiofemoral impingement in young patients Vansevenant Milan; Vanhoenacker FM; Verstraete Koenraad Electronic Presentation Online System (2014) Volledige publicatiegegevens zijn terug te vinden op de website www.azsintmaarten.be onder de rubriek professionals → publicaties Ontvangt u deze Check-up graag per mail, laat het ons dan weten: [email protected] Eindredactie: dr. Erwin Schroyens Verantwoordelijke uitgever: dhr. Jan Ennekens Vragen bij deze nieuwsbrief? Natalie Wiesenekker communicatiedienst Leopoldstraat 2 - 2800 Mechelen 015 40 96 61 [email protected] Vragen-opmerkingen-suggesties over de zorgverlening of diensten: mail naar [email protected] Vragen over elektronische berichtenstroom: mail naar [email protected] Het AZ Sint-Maarten overkoepelt 3 campussen Campus Leopoldstraat Leopoldstraat 2, 2800 Mechelen Campus Rooienberg Rooienberg 25, 2570 Duffel Campus Zwartzustersvest Zwartzustersvest 47, 2800 Mechelen Centrale inlichtingen: 015 29 66 66 Kort nieuws Nieuwe deelsite pijnkliniek De pijnkliniek van het AZ Sint-Maarten heeft vanaf heden al haar informatie gebundeld op een deelsite www.azsintmaarten.be/pijnkliniek Via deze deelsite willen we patiënten nog beter informeren over de werking van de pijnkliniek: met welke pijnproblemen kan u er terecht, hoe ziet het team eruit, hoe werkt deze pijnkliniek, welke behandelingen zijn mogelijk,… Patiënten die rechtstreeks een eerste afspraak voor een consultatie wensen te maken, kunnen terecht bij de afsprakencentrale op het nummer: 015 30 30 03 voor campus Rooienberg 015 29 60 40 voor campus Zwartzustersvest 12 AZ Sint-Maarten maakt deel uit van de vzw Emmaüs. Deze nieuwsbrief zenden wij u toe op basis van uw persoonlijke gegevens zoals opgenomen in onze bestanden. Het AZ Sint-Maarten respecteert uw privacy en we behandelen uw persoonsgegevens dan ook strikt vertrouwelijk en met de grootste omzichtigheid. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992 betreffende de verwerking van persoonsgegevens kan u uw gegevens inkijken, verbeteren of verwijderen.
© Copyright 2025 ExpyDoc