Samenvatting advies Inzake de aanvraag voor goedkeuring van de institutionele fusie primair onderwijs van twee basisscholen van samenwerkingsbestuur stichting De Blauwe Loper voor openbaar en algemeenbijzonder onderwijs met elf basisscholen en 2.436 leerlingen op 1 oktober 2013: - Openbare basisschool De Wijde Veert in Noord-Scharwoude met op 1 oktober 2013 in totaal 432 leerlingen; - Openbare basisschool Barnewiel in Oudkarspel met op dezelfde datum 120 leerlingen. Menselijke maat: er ontstaat een basisschool met dit schooljaar samen 552 leerlingen (afgaande op de telgegevens per 1 oktober 2013). Dit is in het perspectief van wat in Nederland gebruikelijk is een grote basisschool. De achterliggende doelstelling van de Wet is om het ontstaan van dergelijke grote scholen te voorkomen, zo blijkt ook uit recente uitspraken in de Tweede Kamer. Ook de aanvrager ziet - in een publieke presentatie te vinden op de website van de basisschool Barnewiel - de grote schaal als een minpunt. De CFTO weegt echter positief mee, dat door de scholenfusie twee locaties behouden blijven en dat dit ook de intentie lijkt van het bestuur. Legitimiteit: zowel bij de medezeggenschapsraden als vanuit het college zijn instemmende en positieve schriftelijke verklaringen afgegeven. De CFTO heeft aanleiding om te veronderstellen, dat ouders en leerkrachten goed zijn geïnformeerd en betrokken bij de besluitvorming. Keuzevrijheid: de scholenfusie leidt tot een afname van het aantal scholen in het gebied, maar bekeken binnen een straal van 10 kilometer blijft er voor ouders en leerlingen nog genoeg te kiezen. De CFTO heeft ook gekeken naar het behoud van afdoende keuzevrijheid in een kleiner geografisch gebied, omdat een straal van 10 kilometer vanuit het perspectief van keuzevrijheid van ouders met kinderen in het basisonderwijs als onrealistisch kan worden beschouwd. Daarbij weegt negatief, dat in de woonkern Oudkarspel één zelfstandige school verloren gaat en de status krijgt van een nevenvestiging en dat in deze kern slechts één zelfstandige school over blijft. Positief is tegelijkertijd dat door de fusie de optie behouden blijft voor ouders in Oudkarspel om ook in deze dorpskern openbaar onderwijs te volgen naast rooms-katholiek. Rechtvaardigingsgronden: de CFTO deelt – ook op basis van informatie van zowel het bestuur als DUO – de conclusie dat zonder fusie OBS Barnewiel zelfstandig geen kans heeft op een levensvatbaar voortbestaan. De continuïteit van deze school wordt ernstig bedreigd, gelet op De bekostigingsvoorwaarden die worden gesteld aan de minimum omvang van de school. De gemiddelde schoolgrootte-regeling biedt dit jaar echter nog uitkomst nu naast Barnewiel binnen dit bestuur ook basisschool De Steltloper wordt opgeheven. In dat licht concludeert de CFTO dat de fusie-effectrapportage een gedeeltelijk onjuist beeld heeft geschetst van de situatie: dreigende opheffing van De Barnewiel per 1 augustus 2014 is immers niet aan de orde. Daarentegen lijkt het de CFTO waarschijnlijk, dat opheffing binnen één of twee jaar nodig zal zijn en dat het dan wellicht minder goed mogelijk zal zijn om over te gaan tot de vorming van een nevenvestiging. Vanuit de optiek van keuzevrijheid voor ouders in Oudkarspel is het daarom verstandig en gewenst, dat deze scholenfusie op dit moment doorgang heeft. Alles overwegende adviseert de CFTO de Minister om goedkeuring niet te onthouden aan de voorgenomen institutionele fusie van openbare basisschool Barnewiel en de Wijde Veert. 1 ADVIES Zaaknummer: OND-2014-5059 / AFO 104 Inzake de aanvraag voor goedkeuring van de institutionele fusie primair onderwijs van twee basisscholen van samenwerkingsbestuur stichting De Blauwe Loper voor openbaar en algemeen1 bijzonder onderwijs met elf basisscholen en 2.436 leerlingen op 1 oktober 2013 : 2 Openbare basisschool De Wijde Veert in Noord-Scharwoude met op 1 oktober 2013 in totaal 432 leerlingen; 3 Openbare basisschool Barnewiel in Oudkarspel met op dezelfde datum 120 leerlingen. Uit de stukken is de Commissie Fusietoets in het Onderwijs (hierna te noemen: de CFTO) – samengevat - het volgende gebleken. 1. Aanvraag en proces Op 3 februari 2014 is bij de Dienst Uitvoering Onderwijs, de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna te noemen: DUO) binnen gekomen het aanvraagformulier fusietoets met daarbij de fusie-effectrapportage met bijlagen. Aanvragers vragen om goedkeuring voor een institutionele fusie per 1 augustus 2014. Bij brief van 20 februari 2014 is de ontvangst van de aanvraag door DUO schriftelijk bevestigd en compleet verklaard. DUO heeft de aanvragers laten weten, dat de aanvraag derhalve is verzonden aan de CFTO voor het uitbrengen van advies. Op 20 maart 2014 heeft de CFTO aan de afdeling voorzieningenplanning van DUO gevraagd om nadere informatie over de dreigende opheffing van basisschool De Barnewiel en de uitwerking van de wet- en regelgeving ten aanzien van stichting en opheffing met het oog op bekostiging. Op 2 april heeft DUO daarop gereageerd, waarbij bleek dat er vanuit dit bestuur tevens een tweede, niettoetsplichtige fusie-aanvraag in behandeling was. Naar aanleiding hiervan heeft de CFTO aanvullende vragen gesteld aan DUO over de impact hiervan op de dreigende opheffing van De Barnewiel. Hierover heeft DUO op 2 april nog enkele vragen gesteld aan het bestuur van De Blauwe Loper, die telefonisch zijn beantwoord en waarvan verslag is gedaan door DUO. 2. Doel en motivatie fusie Stichting De Blauwe Loper stelt zich ten doel openbaar en algemeen bijzonder primair onderwijs te geven, in de gemeenten waar zij werkzaam is. De stichting telt tien openbare scholen en één algemeen-bijzondere school. De stichting richt zich op Heerhugowaard, Langedijk en Alkmaar: De tien openbare basisscholen zijn verdeeld over twaalf locaties, verspreid over de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk. Er zijn basisscholen met een regulier onderwijsconcept en scholen die werken volgens specifieke “aanpakken”, waarbij het bestuur op haar website de volgende voorbeelden noemt: Montessori, Dalton, Jenaplan, Tweetalig en Ontwikkelingsgericht onderwijs. De algemeen-bijzondere Montessorischool heeft locaties in Heerhugowaard en Alkmaar. 1 Bevoegd gezag-nummer 42364. Brinnummer 12TT. 3 Brinnummer 11GL. 2 2 In de fusie-effectrapportage beschrijft de aanvrager de redenen en de noodzaak voor de fusie. Zij schrijven: “Een aantal scholen binnen de Stichting De Blauwe Loper bestaat al meerdere jaren voort onder de geldende opheffingsnorm. Barnewiel is één van deze scholen. Door het dalende leerlingenaantal is de instandhouding onder druk komen te staan. Voor 1 augustus 2014 moet actie ondernomen worden om te voorkomen, dat de bekostiging van Barnewiel wordt stopgezet.” Ten aanzien van de alternatieven voor fusie stelt het stichtingsbestuur: “Er zijn twee alternatieven voor de fusie: 1) opheffing Barnewiel, 2) samenvoeging met OBS De Steltloper.” De opheffing van Barnewiel dient te worden vermeden, want dan verdwijnt het openbaar onderwijs binnen Oudkarspel en dit heeft negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid aldus de aanvrager. Er is door de aanvrager afgezien van samenvoeging met OBS De Steltloper, omdat (a) deze een te kleine schaal zou hebben en samenvoeging weinig meerwaarde biedt ten opzichte van het fuseren met een grote school en (b) OBS De Steltloper geografisch gezien ver van de Barnewiel ligt. 3. Beoordeling menselijke maat 4 Uit de parlementaire geschiedenis van de Wet fusietoets in het onderwijs blijkt dat de fusietoets is 5 bedoeld om te bevorderen dat onderwijsinstellingen zich op een menselijke maat organiseren. Een menselijke maat houdt in dat een onderwijsinstelling overzichtelijk is, zodat de betrokkenen en de belanghebbenden zeggenschap en keuzevrijheid hebben en zich samen verantwoordelijk weten voor de onderwijsinstelling en de lijnen van besluitvorming kort zijn. Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat schaalgrootte van de onderwijsorganisatie van invloed is op legitimatie van bestuur en de keuzevrijheid van leerlingen, ouders en deelnemers voor onder meer richting of pedagogische-didactische aanpak. Door schaalvergroting kan die menselijke maat onder 6 druk komen te staan en kan een “democratisch gat” ontstaan. Dit democratisch gat ontstaat als de direct belanghebbenden bij de scholen zich niet langer eigenaar voelen van “hun” school, noch op relevante wijze een bijdrage kunnen leveren aan onder meer belangrijke besluitvorming van het bestuur van de school of instelling. 3.1 Beoordeling gevolgen fusie ten aanzien van schaalgrootte De omvang van de beide scholen neemt door de fusie toe. Er ontstaat een basisschool met dit schooljaar samen 552 leerlingen (afgaande op de telgegevens per 1 oktober 2013). Dit is in het perspectief van wat in Nederland gebruikelijk is een zeer grote basisschool. De feiten zijn dat slechts 5% van de basisscholen in Nederland een omvang heeft die boven de 500 leerlingen ligt. Daarbij weegt voor de CFTO ook zwaar, dat de wetgever er bewust voor heeft gekozen om met de invoering van de Wet fusietoets scholenfusies in het basisonderwijs te gaan toetsen vanaf een drempel van 500 leerlingen. De Memorie van Toelichting zegt hierover: “Voor scholenfusies is de drempel gesteld op 500 leerlingen (ongeveer twee maal de huidige gemiddelde schoolgrootte in het primair onderwijs). Scholen die na fusie meer dan 500 leerlingen tellen, zijn uit oogpunt van de menselijke maat toetsplichtig. Kortom: de wetgever heeft hiermee het signaal willen afgeven, dat er kritisch gekeken dient te worden naar fusies die leiden tot het ontstaan van zeer grote basisscholen. Dit is recent door 7 de staatssecretaris van OCW bevestigd richting Tweede Kamer , gelet op de uitspraak ten aanzien van de doelstelling van de fusietoets: “Die is niet voor niets een aantal jaren geleden ingesteld, met name om te voorkomen dat heel grote scholen en heel grote schoolbesturen zouden ontstaan.” 4 Stb. 2011, 95. Kamerstukken II 2008/09, 32 040, nr. 3. 6 Monique Turkenburg, Schoolbesturen over goed bestuur en de maatschappelijke opdracht van de school,(rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau), Den Haag: juli 2008, p.20. 7 Kamerstukken II 2012/13, 31 293, nr. 180, p. 25. 5 3 Gelet op de achterliggende doelstelling van de Wet fusietoets constateert de CFTO, dat onderhavige fusie in principe kritisch dient te worden benaderd. Tegelijkertijd vormt het enkele feit dat hier een heel grote basisschool ontstaat onvoldoende motivatie om een fusie te willen tegenhouden. In dit geval geeft de aanvrager aan, dat ook na fusie de twee huidige locaties zullen blijven bestaan en dat op beide locaties de “eigen cultuur” daardoor behouden kan blijven. In dat opzicht verandert er vanuit het directe perspectief van de betrokken ouders en leerlingen op korte termijn weinig. Wel is het zo, dat na fusie samenvoeging van beide locaties niet langer onderhevig is aan goedkeuring van de minister. 3.2 Beoordeling gevolgen fusie ten aanzien van lijnen van besluitvorming De aanvrager stelt in de fusie-effectrapportage (fer), dat de nieuwe school bij de oprichting één medezeggenschapsraad krijgt, waarin het eerste jaar alle leden van de huidige twee medezeggenschapsraden zitting hebben. Na het eerste jaar zal de mr in omvang worden teruggebracht. In schooljaar 2015/16 zullen nieuwe verkiezingen voor de MR plaatsvinden. Leden worden in staat gesteld een MR-cursus te volgen, zo stelt het stichtingsbestuur. De CFTO concludeert op basis van deze informatie, dat de locatie van de nieuwe school in Oudkarspel (de huidige basisschool Barnewiel) een eigen medezeggenschapsraad zal verliezen en daarmee directe inspraak over het reilen en zeilen op de eigen locatie. Voor het overgangsjaar na fusie is weliswaar een evenredige stem in de gang van zaken verzekerd, maar vanaf de nieuwe verkiezingen zal dit waarschijnlijk veranderen. In dit opzicht verliest de locatie Barnewiel na fusie naar verwachting van de CFTO op langere termijn aan autonomie en zal voor de ouders, leerkrachten en leerlingen op die locatie de afstand tot het bestuur toenemen. Voor de commissie weegt daarbij positief mee, dat de medezeggenschapsraad van de Barnewiel kennis heeft genomen van de fusieeffectrapportage en heeft ingestemd met het voorgenomen besluit tot fusie (zie verder paragraaf 4.1). 4. Interne en externe legitimiteit van het fusieproces Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat de fer primair een instrument is voor belanghebbenden om inzicht te krijgen in motieven, doelen en effecten van de fusie, en om daarop invloed te kunnen 8 uitoefenen. Voor het bestuur dient de fer om draagvlak onder de belanghebbenden te krijgen. Het is een vorm van transparantie waarmee het bestuur zich verantwoordt over fusievoornemens. Indien de fer de vereiste elementen bevat kunnen belanghebbenden zich een goed oordeel vormen over de noodzaak of wenselijkheid van een fusie en zijn ze optimaal betrokken. Daarnaast is de fer een middel om te toetsen of instellingen een zorgvuldig proces hebben doorlopen. Het gaat om de vraag of het voornemen om te fuseren voldoende is gelegitimeerd onder de belanghebbenden. 4.1 Interne legitimiteit In artikel 64b, eerste lid, van de WPO is bepaald dat de aanvraag vergezeld gaat van een door de rechtspersoon of rechtspersonen opgestelde fer en een schriftelijke verklaring van instemming met de fusie door de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden. De CFTO constateert, dat bij de fusieaanvraag namens de MR-en van beide betrokken scholen instemmende verklaringen zijn bijgevoegd, die zijn ondertekend door de beide voorzitters op 16 januari 2014. De beide medezeggenschapsraden hebben verder geen op- en aanmerkingen geplaatst bij het instemmingsbesluit. Omdat een nadere onderbouwing van de instemming vanuit de medezeggenschapsraad ontbreekt, heeft de CFTO de wijze waarop ouders en leerkrachten bij het fusie-proces zijn betrokken en hoe zij 8 Kamerstukken II 2008/09, 32 040, nr. 3, p.11. 4 zijn geïnformeerd nader onderzocht, door onder meer de website van de te fuseren scholen te bestuderen. Dit is immers doorgaans de meest gebruikte manier om ouders en verzorgers te informeren. Daarbij heeft de CFTO kennis genomen van de uitgebreide informatie op de website van de openbare basisschool Barnewiel over de fusie. Het bestuur heeft niet alleen gekeken naar de “voordelen” van fusie – zoals de CFTO vaak meemaakt – maar ook naar de “minpunten”. Daarbij worden door het bestuur de volgende minpunten genoemd als gevolg van de fusie: Leerlingen van de school blijven verdeeld over hoofdgebouw en nevenvestiging Beide locaties zijn om geografische redenen onverenigbaar School heeft in totaal grote omvang ( aanvankelijk ca. 600 leerlingen, op termijn ca. 475 leerlingen) Niet bestendigen huidige situatie qua directievoering Ondersteuning directeur vereist in vorm van locatieleider Weglek leerlingen door non acceptatie ouders gewijzigde situatie Barnewiel De informatie vanuit het bestuur is in juni op de school gegeven tijdens een bijeenkomst waarbij ook de ouders waren uitgenodigd. Alle ouders hebben die presentatie inmiddels ook via “Digiduif” ontvangen. Kortom: de CFTO heeft in aanvulling op de verkregen instemmingsverklaringen van de beide medezeggenschapsraden aanleiding om te veronderstellen, dat ouders en leerkrachten goed zijn geïnformeerd en betrokken bij de besluitvorming over de fusie. 4.2 Externe legitimiteit Voor het succes van een fusie van onderwijsinstellingen is van belang dat er naast interne legitimiteit ook sprake is van externe legitimiteit. Om deze reden heeft de Tweede Kamer erop aangedrongen, dat onderwijsinstellingen bij fusies ook advies moeten vragen aan de colleges van burgemeester en wethouders van betrokken gemeenten. In het advies moet door de colleges worden ingegaan op de wenselijkheid van de voorgenomen fusie. Het advies maakt onderdeel uit van de fer. Bij deze aanvraag is het advies gevoegd van het college van de gemeente Langedijk: de gemeente waar de beide basisscholen zijn gevestigd. Daarbij heeft het gemeentebestuur de volgende aspecten meegewogen: De ambitie van zowel de gemeente als de stichting De Blauwe Loper is om een sterke onderwijsvoorziening te realiseren in Oudkarspel. In het Strategisch Integraal Huisvestingsplan 2013-2020 is de integraal kindcentrum (IKC) gedachte verwoord. Momenteel doet de Barnewiel in Oudkarspel mee aan een pilot samen met de rooms-katholieke basisschool de Sint Maarten in Oudkarspel. De gemeenteraad heeft het besluit genomen om de huisvesting van de openbare en rooms-katholieke basisscholen functioneel aan te passen ter ondersteuning van het IKC-concept. Openbare basisschool De Barnewiel heeft al enkele jaren te maken met een krimpend leerlingenaantal. Tussen 2004 en 2013 is het aantal gedaald van 167 naar 120 leerlingen; de school wordt momenteel in stand gehouden door de gemiddelde schoolgrootte van het schoolbestuur als bedoeld in artikel 157, lid 1, van de WPO; Ook openbare basisschool de Wijde Veert heeft te maken met krimp: in 2004 bezochten 471 leerlingen en per 2013 zijn dat er nog 433 die de school bezochten. De prognoses die de gemeente laat maken geven aan dat dit aantal nog verder terugloopt. Het college heeft op basis van voorgaande positief geadviseerd. De CFTO concludeert dat de fusie draagvlak heeft bij het gemeentebestuur. 5. Effect op keuzevrijheid In artikel 64c, eerste lid, van de WPO wordt de fusietoets omschreven. De kern van de toets betreft het begrip keuzevrijheid. De minister kan goedkeuring onthouden indien als gevolg van de fusie de 5 daadwerkelijke variatie van het onderwijsaanbod, zowel in het opzicht van richting als van pedagogisch-didactische aanpak binnen het voedingsgebied van de te fuseren scholen of rechtspersonen, op significante wijze wordt belemmerd. Artikel 11 van de Regeling en beleidsregels fusietoets in het onderwijs (de Regeling) bepaalt daarbij: In het basisonderwijs is sprake van een belemmering indien het aanbod voor wat betreft het aantal scholen, pedagogisch-didactische aanpak of richting op enigerlei wijze vermindert. Er is in ieder geval sprake van een significante belemmering indien er als gevolg van de institutionele fusie minder dan twee scholen overblijven in een straal van 10 kilometer - binnen elke genoemde categorie en gerekend vanaf het vestigingsadres van de hoofdvestiging. De CFTO concludeert derhalve, dat vanuit de Wet- en regelgeving bekeken onderhavige scholenfusie een belemmering oplevert van de keuzevrijheid aangezien het aantal scholen vermindert. De vraag is echter of deze belemmering als “significant” of “zwaarwegend” moet worden beschouwd vanuit het perspectief van de keuzevrijheid van leerlingen en ouders in het betrokken gebied. 5.1. Effect van scholenfusie binnen een straal van 10 kilometer De minister van OCW geeft de aanwijzing richting commissie om in ieder geval te kijken naar de gevolgen binnen een gebied met een straal van 10 kilometer vanaf beide hoofdvestigingen bekeken. De CFTO heeft derhalve aan DUO gevraagd om het aantal basisscholen in zo’n straal in beeld te brengen (zie onderstaande geografische weergave). 6 Hieruit blijkt, dat er op een straal van 10 kilometer heel veel andere basisscholen te vinden zijn. In een straal van 10 kilometer rond De Wijde Veert zijn bijvoorbeeld 101 vestigingen voor basisonderwijs te vinden en gerekend vanaf OBS Barnewiel gaat het om 96 vestigingen voor basisonderwijs. Uit de geografische weergave van dit gebied blijkt, dat het gaat om een groot gebied. Een gebied met een straal van 10 kilometer beslaat altijd 314 kilometer, ofwel in dit geval 10% van het totale grondoppervlak van de provincie Noord-Holland. Het gaat grofweg om de afstand vanuit Noord Scharwoude gerekend tot ten Oosten gelegen Wognum en ten Westen gelegen de kern Bergen. Stel dat ouders en kinderen deze afstand met de fiets zouden afleggen, dan komt dit neer op een reistijd van ongeveer een half uur tot drie kwartier vanuit Noord Scharwoude gerekend. Kortom: bekeken in dit gebied zijn heel veel basisscholen gevestigd met een ruime variatie als het gaat om zowel denominatie, pedagogische didactische aanpak of anderszins profielen en identiteiten en derhalve een bestaat er op deze schaal bekeken een grote keuzevrijheid. 5.2. Effect op keuzevrijheid, rekening houdend met lokale omstandigheden Ook andere omstandigheden dan het aanbod binnen een straal van 10 kilometer kunnen leiden tot een oordeel dat sprake is van een significante belemmering van de daadwerkelijk variatie in het onderwijsaanbod op significante wijze als bedoeld in de Wet. Onder meer de geografische kenmerken van het gebied waarin de fusie plaatsvindt, kunnen ertoe leiden dat ook afbreuk van het onderwijsaanbod in een kleiner gebied leidt tot een significante belemmering. Ook in de Tweede Kamer is bijvoorbeeld gesproken over het behoud van een keuze binnen een veel kleiner gebied dan een straal van 10 kilometer, namelijk dat “ieder kind met een fiets met zijwieltjes naar zijn school toe kan fietsen.” (Kamerstukken II 2012/13, 31 293, nr. 180). Elders in onderwijswetgeving zijn om vergelijkbare redenen andere normen vastgesteld, bijvoorbeeld die met betrekking op het recht voor ouders op vanuit de overheid bekostigd leerlingenvervoer. Interessant in dat opzicht is ook de recente verhandeling in de bundel over krimp in het onderwijs, gepubliceerd onder verantwoordelijkheid van de Vereniging voor onderwijsrecht (VVOR), waarin ten aanzien van de afstand tussen woning en 9 school wordt ingegaan op de ontwikkeling van de Leerplichtweg 1969. Tot 1969 bevatte die wet een vrijstelling van de leerplicht als het kind op geen van de scholen binnen een “redelijke afstand”. Destijds was de gedachte dat er onderscheid gemaakt kon worden in wat een “redelijke afstand” was naar leeftijd: bijvoorbeeld voor kind jonger dan 11 jaar werd een afstand van 5 kilometer als redelijk gezien, voor een 11/12-jarige was het 10 kilometer en voor kinderen van 13 t/m 17 jaar was het minder dan 15 kilometer. Deze vrijstellingsgrond is destijds uit de wet vervallen onder de verzekering dat de overheid blijft zorgdragen voor financiële steun in verband met vervoer. In de verordening van de gemeente Langedijk voor het leerlingenvervoer in het basisonderwijs geldt daarbij een grens van 6 kilometer. De commissie adviseert de minister bij diens besluitvorming door het leveren van maatwerk en het wegen van alle feiten en relevante omstandigheden van het geval. Bekijken we de situatie ter plekke derhalve wat nauwgezetter, dan blijkt dat het feitelijk draait om het de woonkern Oudkarspel (van 1810 tot 1941 een zelfstandige gemeente) en de woonkern Noord-Scharwoude, beide gelegen in gemeente Langedijk. Tussen beide dorpskernen loopt een provinciale weg: de N504. Door de fusie gaat in Oudkarspel één van de twee bestaande zelfstandige scholen verloren; Barnewiel wordt immers een nevenvestiging van de hoofdlocatie in Noord Scharwoude. In Oudkarspel resteert derhalve zo meteen nog maar één school: een rooms-katholieke school. In de fusie-effectrapportage stelt het schoolbestuur, dat de fusie geen effect heeft op de keuzevrijheid omdat het aanbod in het voedingsgebied hetzelfde blijft. Er zal een aanbod voor openbaar, christelijk en katholiek onderwijs met de bijbehorende pedagogische en onderwijskundige diversiteit blijven bestaan binnen het voedingsgebied van de scholen, zo stellen de aanvragers. Het bestuur verwacht 9 Krimp, de lakmoesproef van het recht op onderwijs en het onderwijsrecht. mr. dr. Theo Storimans. Symposiumbundel Nederlandse Vereniging voor Onderwijsrecht, 2013 (pp. 11-37). 7 ook geen consequenties voor de voorzieningen: op beide locaties blijft door de fusie kwalitatief goed openbaar onderwijs in de volle breedte, voor alle kinderen aangeboden worden De commissie heeft nog onderzocht welk effect toekomstige sluiting van de nevenvestiging Barnewiel (brinnummer 11GL) in de toekomst zou kunnen hebben. Ouders en leerlingen uit Oudkarspel die behoefte hebben aan openbaar onderwijs en/of hun kind niet wensen te plaatsen op de roomskatholieke school in deze dorpskern (om wat voor reden dan ook), zouden in dat geval vanaf de huidige locatie Barnewiel 1,8 kilometer moeten fietsen en daarbij de provinciale weg oversteken (volgens de routeplanner een reistijd per fiets van ongeveer 10 minuten) naar De Wijde Veert (brinnummer 12TT). Dit is ruim binnen de in de gemeente Langedijk vigerende grens van 6 kilometer voor het leerlingen vervoer en lijkt de commissie in het algemeen een redelijke en maatschappelijk aanvaarde reistijd. Het oversteken van een provinciale weg kan ook bezwaarlijk als ernstige belemmering worden aangemerkt. Ook van ouders mag immers een eigen bijdrage en verantwoordelijkheid worden verwacht in het naar school brengen van hun kinderen, zeker als ze nog op jonge leeftijd zijn. Derhalve levert de fusie naar het oordeel van de CFTO de scholenfusie geen significante belemmering van de keuzevrijheid op voor de ouders in Oudkarspel. 8 De CFTO heeft verder nog gekeken naar het in de FER genoemde alternatief van een scholenfusie van Barnewiel met OBS De Steltloper. Dit alternatief ligt gelet op de reisafstand ook naar het oordeel van de commissie minder voor de hand dan scholenfusie met De Wijde Veert. Het meest dichtbij gelegen alternatief vanuit OBS Barnewiel is dan eerder OBS De Phoenix (brinnummer 12LQ) in Zuid Scharwoude. Hiervoor geldt dat de reisafstand voor ouders en leerlingen vanuit Oudkarspel bekeken meer dan zou verdubbelen ten opzichte van de voorgenomen fusiepartner De Wijde Veert. 6. Rechtvaardigingsgronden voor fusie De motieven voor fusie worden hieronder behandeld om recht te doen aan de fusie-aanvraag. Artikel 19 van de regeling fusietoets bepaalt daarbij dat rechtvaardigingsgronden voor fusie in ieder geval kunnen zijn: De omstandigheid, dat bij het achterwege blijven van de fusie de continuïteit of de variatie van het onderwijsaanbod in gevaar komt; De omstandigheid dat bij het achterwege blijven van de fusie de kwaliteit van het onderwijs in redelijkheid niet geborgd kan worden, en De omstandigheid dat er binnen de beschikbare financiële middelen geen alternatieve mogelijkheden dan fusie te vinden zijn. Deze opsomming is niet limitatief. De CFTO beoordeelt daarom altijd of door de fuserende besturen nog andere gronden zijn aangedragen die als rechtvaardiging kunnen dienen. 6.1 Continuïteit en krimp De aanvrager stelt – en dit wordt ook bevestigd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Langedijk - dat een dalend leerlingenaantal aanleiding geeft tot zorgen over de nabije toekomst van met name basisschool De Barnewiel. In deze paragraaf toetst de CFTO de aannemelijkheid van dit toekomstscenario. Groei of krimp op gemeentelijk en/of bestuurlijk niveau Volgens prognoses voor het primair onderwijs van het ministerie van OCW, gebaseerd op bevolkingsprognoses van het CBS, zal er in de gemeente Langedijk sprake zijn van 25% krimp over de periode tussen 2011 en 2020, ofwel gemiddeld 2,5% per jaar. Voor de beoordeling van de levensvatbaarheid van de beide scholen is het vooral van belang om te weten wat de verwachting is voor stichting De Blauwe Loper als geheel. Aangezien het gaat om een bestuur met ruim 2.400 leerlingen en elf basisscholen, is het niet te verwachten dat het bestuur als geheel op “omvallen” staat. Dreigende opheffing van OBS Barnewiel? Stichting De Blauwe Loper stelt in haar aanvraag dat de belangrijkste reden om te fuseren is gelegen in het feit dat zonder fusie basisschool Barnewiel zal worden opgeheven. Het bestuur stelt: “Voor 1 augustus 2014 moet actie ondernomen worden om te voorkomen, dat de bekostiging van Barnewiel wordt stopgezet.” Een concrete berekening of onderbouwing voor dit feit ontbreekt echter in de fusie-effectrapportage. De CFTO heeft daarom nader onderzocht of via bijvoorbeeld de websites van het bestuur of de betrokken scholen nadere informatie voorhanden was. Op de website van basisschool Barnewiel valt een helder feitenrelaas te vinden, dat hieronder kort en letterlijk wordt weergegeven: Opheffingsnorm gemeente Langedijk 154 leerlingen; vanaf 01-08-2013 153 leerlingen; Leerlingenaantal 3 jaar achtereen onder opheffingsnorm stopzetting bekostiging Aantal leerlingen per 01-10-2011: 147 leerlingen, per 01-10-2012: 137 leerlingen; prognose per 01-10-2013: 130 leerlingen Stopzetting bekostiging Barnewiel wordt een feit zonder bestuurlijke maatregelen per 01-08-2014 9 Vereiste gemiddelde schoolgrootte per 01-10-2012: 261 leerlingen. DBL telt 262 leerlingen per Brinnummer. Vereiste gemiddelde schoolgrootte per 01-10-2013: 264 leerlingen rekeninghoudend met daling van 2,5% slechts 255 leerlingen per Brinnummer; Per 01-10-2013 gemiddelde schoolgrootte geen oplossing meer. De CFTO heeft ook geconstateerd uit de presentatie op de website, dat er expliciet is overwogen om voor toepassing van de gemiddelde schoolgrootte-regeling in deze zaak als alternatief voor de scholenfusie een (a) samenwerkingsovereenkomst dan wel (b) bestuurlijke fusie met een groot schoolbestuur aan te gaan, dat actief is in deze regio. De aanvrager heeft om haar moverende redenen besloten dit alternatieve pad voor de nu voorliggende scholenfusie verder niet op te gaan. De CFTO heeft verder op 20 maart navraag gedaan bij DUO ten aanzien de feitelijke dreiging met opheffing, aangezien dit betekent dat sprake is van hoge urgentie. In zo’n geval dient besluitvorming over fusie vóór 1 mei te zijn afgerond met het oog op eventuele instandhouding. Op 2 april heeft DUO daarop het volgende laten weten: Het bestuur telt op 1 oktober 2013 10 scholen met in totaal 2503 leerlingen. De gemiddelde schoolgrootte bedraagt dan (2503/10) 250. De vereiste gemiddelde schoolgrootte om scholen overeind te houden is 260. Hier wordt niet aan voldaan dus is instandhouding van de school Barnewiel op die grond niet mogelijk. Het schoolbestuur heeft een aanvraag ingediend om de school te mogen omvormen tot nevenvestiging (toepassing art 85 / 158 WPO). Er wordt gevraagd om de vorming toe te staan o.g.v. art 158, eerste lid onder e WPO. Dat betekent omvorming o.g.v. de gemiddelde schoolgrootte. Daar zitten aparte rekenregels onder en aan die regels wordt niet voldaan. Echter, het bestuur heeft aangegeven één van zijn scholen (basisschool Steltloper, 08GM) per 1 augustus aanstaande te willen opheffen / fuseren. Als dat gebeurt valt de berekening gemiddelde schoolgrootte t.b.v. de vorming van een nevenvestiging gunstig uit, d.w.z. dan kan de nevenvestiging wel worden gevormd o.g.v. de gemiddelde schoolgrootte. Dit heeft voor de CFTO aanleiding gegeven tot een vervolgvraag aan DUO, aangezien het feit dat basisschool De Steltloper per 1 augustus wordt opgeheven voor de CFTO nieuw is en ook niet vermeld staat in de fusie-effectrapportage. De vraag aan DUO was of dit betekent, dat met het verdwijnen van basisschool De Steltloper als zelfstandige school de gemiddelde schoolgrootteregeling er nog steeds sprake is van dreigende opheffing van basisschool Barnewiel per 1 augustus. Hierop heeft DUO laten weten, dat deze dreigende opheffing per 1 augustus dan niet aan de orde is. Het schoolbestuur heeft aan DUO laten weten, dat er een andere reden is om de fusie toch op korte termijn door te willen laten gaan, namelijk dat over een jaar door de te verwachten krimp het aantal leerlingen zo zal zijn gedaald, dat de gemiddelde schoolgrootte-regeling dan opnieuw geen mogelijkheid biedt om basisschool Barnewiel in stand te houden – althans, dan zal één van de scholen van De Blauwe Loper onder opheffingsnormen gesloten moeten worden. Zou het bestuur nog een jaar wachten met de fusie, dan wordt waarschijnlijk niet langer voldaan aan de wettelijke criteria die omvorming van Barnewiel tot een nevenvestiging mogelijk maken. Uit de fusie-effectrapportage blijkt, dat het zijn van een nevenvestiging bekostigingsvoordelen met zich meebrengt. Het bestuur schrijft hierover: “door het omvormen tot een nevenvestiging is de financiële continuïteit gewaarborgd ten aanzien van de exploitatie van het gebouw.” Alles afwegend concludeert de CFTO dat de fusie-effectrapportage op een belangrijk punt een gedeeltelijk onjuist – of mogelijk niet meer actueel - beeld heeft geschetst van de situatie: dreigende opheffing van De Barnewiel per 1 augustus 2014 is immers niet aan de orde door de opheffing van De Steltloper. Daarentegen lijkt het de CFTO waarschijnlijk, dat opheffing binnen één of twee jaar nodig zal zijn en dat het dan wellicht minder goed mogelijk zal zijn om over te gaan tot de vorming van een nevenvestiging. Vanuit de optiek van keuzevrijheid voor ouders in Oudkarspel is het daarom verstandig en gewenst, dat deze scholenfusie op dit moment doorgang heeft. 10 6.2. Kwaliteit Ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs geldt de Inspectie van het Onderwijs (de inspectie) als een gezaghebbend orgaan, dat bevoegd is om uitspraken te doen. De CFTO heeft voor deze fusieaanvraag gekeken naar de beschikbare openbare informatie op de website van de Inspectie. Het meest recente rapport dateert echter uit 2008 en dat maakt het bij voorbaat niet goed hanteerbaar om een beeld te krijgen over de huidige kwaliteit van het onderwijs. In het rapport wordt gesteld dat de resultaten op de Cito-eindtoets “net boven de ondergrens” van de Inspectie liggen. De Inspectie concludeert: “Het onderwijs op obs Barnewiel is over het geheel genomen van voldoende kwaliteit, maar er zijn met name tekortkomingen in de kwaliteitszorg, de begeleiding en de zorg.” Ten aanzien van het toezichtsarrangement is het oordeel: “Op grond van het voorgaande heeft de inspectie voor obs Barnewiel het basisarrangement vastgesteld. Dit betekent dat de school het vertrouwen heeft van de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie heeft geen reden om het toezicht te verscherpen.” Op de website van OBS Barnewiel is nieuws te vinden over de fusie. Op 15 maart jl. is een bericht van het bestuur verschenen waarin zij de ouders informeert:” De fusie tussen de Barnewiel en de Wijde Veert is een nieuwe fase in gegaan. Een fase waarin we de goedkeuring van de gemeente hebben ontvangen en het gehele fusierapport nu hebben ingeleverd bij het Ministerie van Onderwijs. Het eerste bericht van het Ministerie is dat zij de plannen in goede orde hebben ontvangen. Voor ons breekt nu een tijd aan van afwachten op de definitieve goedkeuring. Tussen de Barnewiel en de Wijde Veert gaan we ondertussen door met de ophanden zijnde samenwerking. Er wordt door beide teams regelmatig samen vergaderd, links en rechts vinden uitwisselingen plaats van ervaringen, ideeën en inzichten. Ook de directies voeren nauw overleg met elkaar. Kortom, de beide scholen zijn volop bezig om van de fusie niet alleen een feit te maken maar ook een succes te laten worden. Alle signalen wijzen er op dat we absoluut op de goede weg zijn en de fusie wordt dan ook door beide scholen als een gebeurtenis gezien met heel veel voordelen voor het onderwijsklimaat op onze scholen. Kortom: hoewel het in de fusie-effectrapportage niet als argument vóór fusie wordt gebruikt, blijkt uit er verwachtingen zijn ten aanzien dat fusie positief zal uitpakken voor voor het onderwijsklimaat en derhalve ook op de onderwijskwaliteit. Gelet op het meest recente rapport van de Inspectie uit 2008, kan de CFTO meegaan in de redenering dat een kwaliteitsimpuls voor de leerlingen op OBS Barnewiel wenselijk is. Wel is het zo, dat in het algemeen gesproken fusies zowel voordelig als nadelig kunnen uitpakken voor de kwaliteit van het onderwijs. Zo is gebleken uit onderzoek van de Inspectie, dat schoolgrootte als zodanig niet direct te relateren valt aan onderwijskwaliteit met uitzondering van een aantoonbaar verschil in de kwaliteit van zeer kleine scholen (met minder dan 100 leerlingen) en de scholen met meer dan 100 leerlingen. Aangezien OBS Barnewiel nu al ruim meer dan 100 leerlingen heeft, valt uit dit onderzoek niet direct af te leiden dat verdere schaalvergroting positief zal uitpakken. De kans lijkt eerder aanwezig, dat de fusie geen aantoonbare statistische effecten op de leerlingenresultaten zal hebben. Het zal het nodige vragen van het bestuur en met name de directie en de leerkrachten van beide scholen om de eventuele voordelen op het terrein van kwaliteit ook aantoonbaar te maken. 7. Conclusie De conclusies luiden als volgt: Menselijke maat: er ontstaat een basisschool met dit schooljaar samen 552 leerlingen (afgaande op de telgegevens per 1 oktober 2013). Dit is in het perspectief van wat in Nederland gebruikelijk is een grote basisschool. De achterliggende doelstelling van de Wet is om het ontstaan van dergelijke grote scholen te voorkomen, zo blijkt ook uit recente uitspraken in de Tweede Kamer. Ook de aanvrager ziet - in een publieke presentatie te vinden op de website van de basisschool Barnewiel - de grote schaal als een minpunt. De CFTO weegt echter positief mee, dat door de 11 scholenfusie twee locaties behouden blijven en dat dit ook de intentie lijkt van het bestuur. Daarbij is positief dat het bestuur erop inzet om de locatie in Oudkarspel de status te geven van een nevenvestiging, zodat de exploitatie van zo’n gebouw bekostigd wordt van rijkswege. Legitimiteit: zowel bij de medezeggenschapsraden als vanuit het college van B&W zijn instemmende en positieve schriftelijke verklaringen afgegeven. De CFTO heeft aanleiding om te veronderstellen, dat ouders en leerkrachten goed zijn geïnformeerd en betrokken bij de besluitvorming. Keuzevrijheid: de scholenfusie leidt tot een afname van het aantal scholen in het gebied, maar bekeken binnen een straal van 10 kilometer blijft er voor ouders en leerlingen nog genoeg te kiezen. De CFTO heeft ook gekeken naar het behoud van afdoende keuzevrijheid in een kleiner geografisch gebied, omdat een straal van 10 kilometer vanuit het perspectief van keuzevrijheid van ouders met kinderen in het basisonderwijs als onrealistisch kan worden beschouwd. Daarbij weegt negatief, dat in de woonkern Oudkarspel één zelfstandige school verloren gaat en de status krijgt van een nevenvestiging en dat in deze kern slechts één zelfstandige school over blijft. Positief is tegelijkertijd dat door de fusie de optie behouden blijft voor ouders in Oudkarspel om ook in deze dorpskern openbaar onderwijs te volgen naast rooms-katholiek. Rechtvaardigingsgronden: de CFTO deelt – ook op basis van informatie van zowel het bestuur als DUO – de conclusie dat zonder fusie OBS Barnewiel zelfstandig geen kans heeft op een levensvatbaar voortbestaan. De continuïteit van deze school wordt ernstig bedreigd, gelet op de bekostigingsvoorwaarden die worden gesteld aan de minimum omvang van de school. De gemiddelde schoolgrootte-regeling die mogelijk maakt binnen een bestuur met meerdere scholen óók kleinere scholen in stand te houden als gemiddeld maar de opheffingsnorm wordt gehaald, biedt dit jaar nog uitkomst voor OBS Barnewiel nu basisschool De Steltloper wordt opgeheven. Alles afwegend concludeert de CFTO dat de fusie-effectrapportage een gedeeltelijk onjuist (of niet meer actueel) beeld heeft geschetst van de situatie. Dreigende opheffing van De Barnewiel per 1 augustus 2014 is immers niet aan de orde, gelet op de opheffing van De Steltloper. Daarentegen lijkt het de CFTO waarschijnlijk, dat opheffing binnen één of twee jaar nodig zal zijn en dat het dan wellicht minder goed mogelijk zal zijn om over te gaan tot de vorming van een nevenvestiging. Vanuit de optiek van keuzevrijheid voor ouders in Oudkarspel is het daarom verstandig en gewenst, dat deze scholenfusie op dit moment doorgang heeft. 8. Advies Alles overwegende adviseert de CFTO de Minister om goedkeuring niet te onthouden aan de voorgenomen institutionele fusie van openbare basisschool Barnewiel en de Wijde Veert. Het advies is aldus vastgesteld te Den Haag, 8 april 2014, door de Commissie Fusietoets Onderwijs bestaande uit prof. dr. A.M.L. van Wieringen (voorzitter), mw. H.M.C. Dwarshuis-van de Beek en drs. R. de Boer. De voorzitter, prof. dr. A.M.L. van Wieringen 12
© Copyright 2024 ExpyDoc