Jaardocument 2013 Stichting Lindenhout Deel 1: maatschappelijk verslag 2013 Deel 2: jaarrekening 2013 Deel 3: bijlagen 2013 Arnhem, Vastgesteld door de Raad van Bestuur, 11 april 2014 Goedgekeurd door de Raad van Toezicht, 16 april 2014 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 2 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Jaardocument 2013 Deel 1: maatschappelijk verslag Stichting Lindenhout VOORWOORD 1 UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGGEVING ........................................................................ 6 2 PROFIEL VAN DE ORGANISATIE ................................................................................................. 6 2.1 2.2 3 ALGEMENE IDENTIFICATIEGEGEVENS ............................................................................................ 6 STRUCTUUR VAN HET CONCERN ................................................................................................... 6 KERNPRESTATIES......................................................................................................................... 8 3.1 SAMENVATTING KERNPRESTATIES ................................................................................................ 8 3.2 HULPVERLENING ......................................................................................................................... 8 3.2.1 Volume hulpverlening ........................................................................................................ 8 3.2.2 Productiviteit .................................................................................................................... 13 3.2.3 Effectiviteit........................................................................................................................ 13 3.3 PERSONEEL .............................................................................................................................. 15 4 MAATSCHAPPELIJK ONDERNEMEN......................................................................................... 17 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 5 TOEZICHT, BESTUUR EN ZEGGENSCHAP ............................................................................... 22 5.1 5.2 5.3 5.4 6 DIALOOG MET STAKEHOLDERS ................................................................................................... 17 SAMENWERKINGSRELATIES ........................................................................................................ 17 RAAD VAN CLIËNTEN .................................................................................................................. 19 RAAD VAN PLEEGOUDERS .......................................................................................................... 20 DUURZAAMHEID ........................................................................................................................ 21 NORMEN VOOR GOED BESTUUR.................................................................................................. 22 RAAD VAN TOEZICHT ................................................................................................................. 23 RAAD VAN BESTUUR .................................................................................................................. 26 RAAD VAN MEDEWERKERS ......................................................................................................... 26 INSPANNINGEN EN PRESTATIES .............................................................................................. 27 6.1 HULPVERLENING ....................................................................................................................... 28 6.2 ALGEMEEN KWALITEITSBELEID ................................................................................................... 31 6.2.1 Kwaliteit van zorg ............................................................................................................. 32 6.2.2 Klachten ........................................................................................................................... 33 6.3 PERSONEELSBELEID EN KWALITEIT VAN HET WERK ...................................................................... 35 6.4 BEDRIJFSVOERING .................................................................................................................... 37 6.5 RISICOMANAGEMENT ................................................................................................................. 41 6.6 FINANCIEEL BELEID .................................................................................................................... 43 6.6.1 Hoofdlijnen financieel beleid ............................................................................................ 43 6.6.2 Baten ................................................................................................................................ 44 6.6.3 Lasten .............................................................................................................................. 46 6.6.4 Positie op balansdatum ................................................................................................... 46 6.6.5 Toekomstverwachtingen .................................................................................................. 49 3 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 VOORWOORD KINDEREN HOREN THUIS Opvoeden en opgroeien is primair de verantwoordelijkheid van ouders en kinderen, en vindt voor een groot deel plaats in het privédomein van het gezin. De betekenis van deze gezinsopvoeding voor de samenleving als geheel is onmiskenbaar. Daarmee wordt de exclusiviteit van het privédomein overstegen: opvoeden en opgroeien is van wezenlijk belang voor de cohesie en ontwikkeling van de samenleving. De wijze waarop kinderen hun sociale constructen bouwen in de pedagogische relatie en de effecten van opvoeden worden manifest in de bijdrage die kinderen later leveren aan de samenleving. Daarmee is opvoeden-in-een-gezin een publieke zaak geworden. Jeugdzorg speelt zich af op de grens van het private en publieke domein. Dat is altijd zo geweest en wordt nu bekrachtigd vanuit het perspectief van de participatiesamenleving: verantwoordelijkheid nemen als burger, regie houden of weer krijgen, samenwerken in eigen netwerken die zich vermengen met professionele inzet waar nodig. Alle kansen voor alle kinderen creëren in een publieke en private samenwerking, dat is de uitdaging waar ook Lindenhout zich voor gesteld ziet. De maatschappelijke opdracht die eigen kracht en mogelijkheden centraal stelt, ziet Lindenhout als aanmoediging van haar kernwaarde: kinderen horen thuis! Het helpt daarbij om onderscheid te maken tussen ouderschap en opvoederschap: ouders ben je altijd, opvoeder zijn van je kinderen is soms moeilijk of onmogelijk, voor korte of langere tijd. Opvoederschap wordt dan ondersteund, gedeeld of uitbesteed: kinderen zijn (tijdelijk) thuis bij een ander. De focus van beleid en werking van de jeugdzorg is het kind in zijn context: gezin, familie, buurt, netwerk. De transitie en transformatie van de jeugdzorg in het gemeentelijk domein wordt door Lindenhout voorbereid vanuit deze centrale waarden, in de overtuiging dat we het niet alleen kunnen. De koers is bepaald: we willen van wijken weten en kinderen thuis brengen; wijk- & buurtpartner zijn in combinatie met wonen en opgroeien bij een ander thuis. In 2013 vierde Lindenhout haar 150-jarig bestaan en het perspectief van een lange traditie van zorg voor kinderen. In datzelfde jaar werd op indringende wijze duidelijk dat er zwarte bladzijden bestaan in de geschiedenis, die helaas ook heden ten dage nog geschreven worden. Het onderzoek naar VHNVXHHOPLVEUXLNRSYRRUPDOLJ.LQGHUGRUS1HHUERVFKKHHIWYHOHQEHZRJHQ'H³OHVVRQVOHDUQHG´ noodzakelijke sensitiviteit op signalen en een open cultuur, zijn vertaald in concrete voornemens en aanpak. Het maatschappelijk debat over jeugdzorg heeft er mede toe geleid dat veiligheid een centraal begrip is geworden. Lindenhout verstaat onder veiligheid dat wordt bereikt dat kinderen in een groeizaam pedagogisch klimaat zich kunnen ontwikkelen, waar dan ook. Het Internationale verdrag voor de Rechten van het Kind is daarbij de maatstaf voor wat onder veiligheid verstaan moet worden. In de totstandkoming van de regionale transitiearrangementen is een stevige basis gelegd voor de toekomstige samenwerking in nieuwe verhoudingen met de gemeenten waar Lindenhout werkt. Deze basis bestaat voornamelijk uit de overeenstemming over de transformatieagenda. Minder concreet is 4 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 een aantal noodzakelijke voorwaarden: een deugdelijke meerjarige overgangsregeling, helderheid over de verantwoordelijkheid voor frictiekosten en een duurzame infrastructuur. In contact en constructief wordt deze uitdaging gezamenlijk opgepakt. In 2013 laat Lindenhout zich opnieuw zien als een financieel gezonde organisatie met goede resultaten. Om dit te bestendigen en ook in de onzekere situatie van 2014 en verder waar te kunnen maken, wordt de bedrijfsvoering van Lindenhout transitieproof ingericht. De voorbereidingen zijn in 2013 getroffen, de uitvoering vindt in 2014 plaats. Hiermee zal het vermogen om meer complexiteit aan te kunnen, worden vergroot. 6WHO« het is ons kind. Onder deze titel organiseerde Lindenhout eind 2013 een symposium over het gezag van de pedagogische relatie. De uitkomst was dat het ons kind is! Vanuit deze betrokkenheid en verbinding presenteert Lindenhout haar jaardocument. Annet van Zon Raad van Bestuur. 5 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 1 UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGGEVING Dit jaardocument omvat de activiteiten van de Stichting Lindenhout en de Beheerstichting Vrienden YDQKHW:HUNYDQ-RKDQQHVYDQ¶W/LQGHQKRXW Lindenhout biedt geïndiceerde hulp in het kader van de Wet op de jeugdzorg in de provincies Gelderland en Overijssel. Lindenhout is erkend als toegelaten instelling in het kader van de AWBZ. Lindenhout levert diensten, projecten en biedt hulpverlening in gemeenten in het kader van het jeugdbeleid / de WMO of anderszins. 2 PROFIEL VAN DE ORGANISATIE 2.1 ALGEMENE IDENTIFICATIEGEGEVENS Verslagleggende rechtspersoon Stichting Lindenhout Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Nummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina Rechtsvorm Heijenoordseweg 1 6813 GG Arnhem 026 ± 354 33 33 41052011 [email protected] www.lindenhout.nl Stichting De activiteiten van Lindenhout betreffen hoofdzakelijk provinciale geïndiceerde jeugdzorg en preventie in het kader van het jeugdbeleid. Lindenhout is er voor ambulante hulp en trainingen, residentiële hulp, daghulp en pleegzorg. De doelstelling van Lindenhout ligt vast in de statuten: Artikel 2 (Bron: statuten Lindenhout) De stichting stelt zich ten doel het oprichten, verstrekken of instandhouden van voorzieningen op het gebied van jeugdzorg en het verrichten van activiteiten gericht op het bij jeugdigen voorkomen, verminderen of opheffen van problemen of stoornissen van lichamelijke, geestelijke, sociale of pedagogische aard die hun ontwikkeling naar volwassenheid ongunstig kunnen beïnvloeden. De stichting is voorts bevoegd tot al hetgeen met het vorenstaande rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. De stichting gaat bij het nastreven van haar doel uit van de gelijkwaardigheid van alle in Nederland aanvaarde en erkende levensbeschouwelijke en maatschappelijke overtuigingen, opdat een ieder op grond van de eigen overtuiging, verdraagzaam jegens anderen, tot verwerkelijking van het doel van de stichting een bijdrage kan leveren. De stichting beoogt niet het maken van winst. 2.2 STRUCTUUR VAN HET CONCERN De stichting kent het Raad van Toezichtmodel en wordt bestuurd door de Raad van Bestuur, bestaande uit een voorzitter Raad van Bestuur en een lid Raad van Bestuur. Lindenhout heeft een Raad van Medewerkers (Ondernemingsraad). Ook is er een Raad van Cliënten, samengesteld uit (ex-)cliënten, ouders en niet-cliënten, met een eigen agenda die de strategische 6 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 aspecten in de uitvoering van het werk kritisch beschouwt en van adviezen voorziet. De Raad van Pleegouders is het medezeggenschapsorgaan van pleegouders. Lindenhout is ingedeeld in 4 UHJLR¶V$UQKHP (halverwege het jaar ontstaan door de samenvoeging YDQGHUHJLR¶V$UQKHP6WDGHQ2PJHYLQJ$UQKHP, IJsselvallei, Achterhoek en Food Valley. Het managementteam wordt gevormd door de regiomanagers, de manager mensen en middelen en hoofd kenniscentrum. De Raad van Bestuur zit het management team voor. Bestuur en management worden ondersteund door de dienstverlening Lindenhout Centraal, bestuursondersteuning en bestuurssecretaris. Verbonden partijen Het jaardocument heeft betrekking op alle rechtspersonen met dezelfde beleidsbepalende zeggenschap. Dit betreft de volgende rechtspersonen: x Stichting Lindenhout; x %HKHHUVWLFKWLQJ9ULHQGHQYDQKHW:HUNYDQ-RKDQQHVYDQ¶W/LQGHQKRXW Lindenhout en de beheerstichting kennen één bestuurlijk kader en één bevoegdheids- en beslisstructuur. Lindenhout participeert met de stichtingen Karakter en GGNet in de Stichting De Springplank. Deze Stichting valt buiten het bestek van dit jaardocument. 7 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 3 KERNPRESTATIES In het overzicht van kernprestaties worden gegevens over volume en effectiviteit van hulpverlening, personeel en opbrengsten gepresenteerd. 3.1 SAMENVATTING KERNPRESTATIES Unieke cliënten, die hulp hebben gehad van 2013 2012 2011 4060 4164 4231 567 597 604 Lindenhout in het betreffende jaar Aantal medewerkers per 31 december Medewerkers per 31 december in fte 442 464 465 Totaal subsidiebaten [¼ 44,6 44,6 43,3 3.2 HULPVERLENING 3.2.1 VOLUME HULPVERLENING De geleverde hulpverlening wordt inzichtelijk met cijfers over het aantal geholpen cliënten, het aantal gestarte modules, het aantal wachtende cliënten en de gemiddelde hulpduur. Instroom in zorg, uitstroom uit zorg De onderstaande grafiek laat de ontwikkeling zien van het aantal unieke cliënten (instroom en uitstroom). Het betreft het totaal aantal unieke cliënten per kwartaal. Trend aantal jeugdigen start en einde zorg 250 200 150 100 50 0 Instroom Instroom van nieuwe cliënten Provincie Gelderland 8 Uitstroom STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Met de Provincie Gelderland is afgesproken dat in 2013 tenminste 1080 unieke nieuwe cliënten instromen. Dit is het aantal jeugdigen dat (op)nieuw start met zorg en de voorafgaande 180 dagen geen provinciaal gefinancierde jeugdzorg van Lindenhout ontving. Dit aantal is dus exclusief buitenprovinciale cliënten. In het volgende schema laten we de instroom zien van alleen de Gelderse cliënten die niet binnen zes maanden terugkeren in de hulpverlening, gemeentelijk gefinancierde cliënttrajecten zijn hier uitgefilterd. Cliënten in projecten ³Jeugdhulp zonder indicatie´ worden wel meegeteld (1e kwartaal 5, e e 2e kwartaal 5, 3 kwartaal 30, 4 kwartaal 46) Het totaal aantal in 2013 ingestroomde cliënten is 1455. Afgezet tegen de norm van 1080 betekent dit dat 35% meer cliënten in zorg zijn genomen dan overeengekomen. Instroom van nieuwe cliënten totaal Regio 2013 2012 2011 Regio Achterhoek 509 609 695 Regio Arnhem Stad 316 372 362 Regio IJsselvallei 333 274 286 Regio Omgeving Arnhem 524 522 541 Regio Veluwe 247 245 249 1.929 2.022 2.133 Totaal Ten opzichte van 2012 is de instroom met 5% gedaald. Aantal gestarte modules De verdeling over de zorgvormen was als volgt: Modules 2013 2012 verschil 2013 t.o.v. 2012 Ambulant 2.514 2.730 -‐8% Ambulante spoedhulp 153 144 6% Daghulp 194 233 -‐17% Observatie 27 51 -‐47% Pleegzorg 424 483 -‐12% Residentieel 304 323 -‐6% 3.616 3.964 -‐9% Totaal Het aantal gestarte modules in 2013 met ca. 9% gedaald ten opzichte van 2012. De daling is het procentueel gezien het grootst bij de observatiemodules, gevolgd door de daghulpmodules. Het aantal ambulante spoedhulpmodules is licht gestegen. 9 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Uitstroom van cliënten Als we naar de uitstroom van het aantal jeugdigen per regio kijken zien we dat zich ook een daling aftekent. Procentueel is de daling 6% en deze doet zich voor in alle regiR¶VEHKDOYHLQGH,-VVHOYDOOHL en Veluwe. Regio 2013 2012 2011 Regio Achterhoek 588 680 668 Regio Arnhem Stad 336 350 393 Regio IJsselvallei 302 278 278 Regio Omgeving Arnhem 473 496 538 Regio Veluwe 236 235 252 1.935 2.039 2.129 Totaal Aantal beëindigde modules Het aantal modules is groter dan het aantal (unieke) cliënten, omdat één cliënt meestal meer modules ontvangt. Cliënten in verblijf worden in beginsel altijd ook ambulant begeleid. Modules 2013 2012 verschil 2013 t.o.v. 2012 Ambulant 2.544 2.708 -‐6% Ambulante spoedhulp 151 145 4% Daghulp 225 242 -‐8% Observatie 35 45 -‐29% Pleegzorg 400 462 -‐16% Residentieel 338 325 4% 3.693 3.927 -‐6% Totaal In absolute zin zijn er meer modules beëindigd dan er zijn gestart in 2013. Dit in tegenstelling tot 2012: toen waren er meer gestart dan er geëindigd waren. Dit betekent dat in 2013 voor het eerste sprake was van krimp van het volume in alle opzichten: aantal unieke cliënten dat hulp ontving (-2,5%), instroom van nieuwe cliënten, aantal gestarte modules. Verdeling over financiers, buitenprovinciale hulp Niet alle cliënten van Lindenhout komen uit Gelderland en Overijssel. Een deel is afkomstig uit andere provincies. De hulp van 412 jeugdigen kent een ± vaak gemeentelijke ± projectfinanciering. DaarnaasWLVGHJURHSFOLsQWHQGLHLVJHKROSHQYDQXLWHHQSURMHFW³]RQGHULQGLFDWLH´WRHJHQRPHQ'LW betreft vooral cliënten die uitsluitend ambulante hulp ontvingen die voorheen een indicatie van Bureau Jeugdzorg ontvingen. In 2013 kregen 33 cliënten uit andere provincies hulp van Lindenhout. Een specificatie van de buitenprovinciale plaatsingen is opgenomen in deel 3 van dit jaardocument. 10 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Het aantal gestarte modules ziet er uitgesplitst naar financier zo uit: Provincie Jeugdhulp Overijssel via Overige Anders Gelderland zonder Pactum Provincies gefinancierd indicatie 2013 2012 2013 2012 2013 2012 2013 2012 2013 2012 1862 2067 100 8 134 95 12 17 406 543 Ambulante spoedhulp 153 144 Daghulp 41 49 11 18 2 10 5 4 33 40 412 Ambulante hulp 152 184 Observatie 27 45 6 Pleegzorg 411 462 3 Residentieel 288 318 2893 3220 Totaal 1 2 101 8 177 153 543 In absolute aantallen is het aantal gestarte modules in 2013 met ca. 9% gedaald ten opzichte van 2012. De daling is procentueel gezien het grootst bij de observatiemodules, gevolgd door de daghulpmodules. Het aantal ambulante spoedhulpmodules is licht gestegen. Gemiddelde duur van de beëindigde modules in dagen Opvallend is de stijging van de duur bij de afgesloten pleegzorgmodules. Lindenhout slaagt er steeds beter in om jeugdigen gedurende langere tijd te laten wonen in een pleeggezin. De duur van residentiële modules is afgenomen; het lukt steeds beter om kinderen weer thuis of zo thuis mogelijk te laten wonen. Bij de overige modules bleef de gemiddelde doorlooptijd ongeveer gelijk. 11 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Aantal geholpen jeugdigen De vorig jaar ingezette daling van het aantal geholpen cliënten zette in 2013 door. De daling is 2,5% ten opzichte van 2012. Unieke cliënten, die hulp hebben 2013 2012 2011 2010 2009 4060 4164 4231 4159 3913 -2,5% -1,5% +1,5% +11% gehad van Lindenhout in het betreffende jaar Mutatie t.o.v. voorgaand jaar Wachtenden De trend over de afgelopen drie jaar is zichtbaar is de volgende grafiek: Externe wachtlijst > 9 weken (trend over 3 jaar per kwartaal) Het aantal cliënten dat nog geen hulp van Lindenhout ontvangt en daarop langer wacht dan 9 weken is op 1 januari 2014 vrijwel gelijk aan 1 januari 2013. Net als vorig jaar deed zich in de zomerperiode een piek voor. In het laatste kwartaal is weer een daling te zien. Waar na aanmelding langer wordt gewacht dan 9 weken is dit altijd in overleg met de cliënt, soms op verzoek van de cliënt'HULVLFR¶VYRRUYHLOLJKHLGYDQKHWNLQGZRUGHQLQJHVFKDW,QGLHQHUDDQOHLGLQJ hierin wordt gevonden om direct een passende hulpvorm in te zetten, gebeurt dit. In veel gevallen gaat het om het wachten op een specifiek KXOSDDQERG]RDOV³RXGHUVFKDSEOLMIW´MHXJGKXOSELM echtscheiding) of een vraag naar een weekend-vakantiegezin in de buurt. 12 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 3.2.2 PRODUCTIVITEIT De aanmeldingen voor geïndiceerde jeugdzorg zijn de laatste jaren iets afgenomen. Ook het aantal medewerkers is gedaald. De productiviteit per medewerker is licht gestegen. Productiviteit per medewerker 2013 2012 2011 Gemiddeld aantal fte 463 479 484 Aantal unieke cliënten 4060 4164 4231 Aantal cliënten per fte Mutatie in % 8,77 8,69 8,74 +1,0% -0,6% +7,7% 3.2.3 EFFECTIVITEIT De effectiviteit van de geleverde zorg wordt binnen Lindenhout op basis van 3 prestatie-indicatoren gemeten, namelijk: x Doelrealisatie x Wijze van beëindiging x Cliënttevredenheid Doelrealisatie De percentages hebben betrekking op het aantal doelen waarbij een score geregistreerd is. Voor de JHFRPELQHHUGHVFRUHµJHKDDOGGHHOVEHKDDOG¶LVGHQRUPJHVWHOGRS'H]HZRUGWMDDURSMDDU gehaald, waarbij de scores redelijk constant blijven. Aantal uitgestroomde cliënten Aantal unieke cliënten met één of meer 2013 2012 2011 1935 2039 2129 648 544 432 33% 20% 20% doelen met score Percentage cliënten met één of meer doelen met score De respons is dus vergeleken met voorgaande jaren vooruitgegaan, maar is nog ruim onder de norm van 60% die door de provincie is gesteld. 13 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Wijze beëindiging 'HQRUPYDQµLQRYHUHHQVWHPPLQJPHWGHFOLsQWEHsLQGLJG¶LVDIJHORSHQMDDUEHKDDOG Cliënttevredenheid De tevredenheid van cliënten wordt gemeten middels de Exit-vragenlijst. Er wordt een rapportcijfer gevraagd en een score op een 4-puntsschaal. 3 of hoger geldt als goede score. De scores hebben betrekking op een beperkt aantal van de uitgestroomde cliënten. Niet altijd wordt de vragenlijst terugontvangen. Op hoeveel cliënten deze gegevens betrekking hebben is te zien in het volgende schema. Als norm is een rapportcijfer van 8.0 voor de ouderfiguur gesteld. Dit haalden we de afgelopen drie jaar. Voor de jongere is geen norm gesteld. Aantal uitgestroomde cliënten Aantal unieke cliënten met één of meer 2013 2012 2011 1935 2039 2129 579 375 223 30% 18% 10% ingevulde lijsten Percentage cliënten met één of meer ingevulde lijsten De respons op de exitlijst gaat elk jaar omhoog; het gewenste responsniveau willen wij in 2014 te bereiken met een andere manier van uitvragen. Meting vindt nu plaats door toezending van vragenlijsten aan cliënten. 14 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 3.3 PERSONEEL Aantal medewerkers Het aantal medewerkers is evenals het aantal fte in 2013 afgenomen. Datum Aantal medewerkers Aantal fte 31-12-09 661 504,36 31-12-10 631 483,74 31-12-11 604 465,48 31-12-12 597 464,05 31-12-13 567 442,04 Lengte dienstverbanden De gemiddelde lengte van het dienstverband bedroeg eind 2013 11,2 jaar. Eind 2012 was dit 10,2 jaar en ultimo 2011 9,6 jaar. Doordat weinig nieuwe medewerkers zijn aangenomen en tijdelijke FRQWUDFWHQDIORSHQZDVVSUDNHYDQ³YHUJULM]LQJ´YDQKHWSHUVRQHHOVbestand. Onze medewerkers blijken daarbij in deze economisch onzekere tijden ³honkvast´. De man/vrouw-verdeling Jaar vrouwen mannen Totaal 2012 467 (78%) 130 (22%) 597 2013 451 (80%) 116 (20%) 567 Het aandeel mannen in onze organisatie is laag en nog verder afgenomen. Leeftijdsopbouw De gemiddelde leeftijd van de medewerkers eind 2013 is 43,46 jaar. Eind 2012 was dat 42,76 jaar. De gemiddelde leeftijd is vanaf 2008 jaarlijks (licht) gestegen. Dit valt te verklaren door de personeelsafname; tijdelijke contracten worden niet altijd verlengd en dit zijn meestal jongere medewerkers. Daarnaast konden medewerkers tot enkele jaren geleden met de OBU. Nu werken e steeds meer medewerkers door tot hun 65 en dat wordt in de toekomst tot 67 jaar en mogelijk langer. Leeftijdsopbouw per leeftijdscategorie in procenten Leeftijd 2013 2012 2011 2010 beroepsbevolking 2% 3% 3% 3% 11% 25-34 jaar 25% 25% 26% 29% 22% 35-44 jaar 28% 28% 28% 27% 25% 45-54 jaar 24% 26% 27% 27% 26% 55-65 jaar 21% 18% 16% 14% 16% Jonger dan 25 jaar Ook in onze personeelsopbouw is de stijging van de gemiddelde leeftijd van onze medewerkers terug te zien. De groep medewerkers jonger dan 35 jaar daalt, de groep ouder dan 55 jaar stijgt. 15 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 In- en Uitstroom (incl. ziektevervanging) Jaar Instroom Uitstroom Uitstroom (aantal (aantal (% van aantal medewerkers) medewerkers) medewerkers) 2011 42 69 11% 2012 72 79 13% 2013 21 51 9% De in- en uitstroom van personeel was in 2013 duidelijk lager dan in voorgaande jaren. Ziekteverzuim personeel exclusief zwangerschapsverlof (Vernetdefinitie) Het ziekteverzuimpercentage is in 2013 gestegen ten opzichte van 2012. Categorie Percentage Percentage 2013 2012 Verzuim totaal personeel in loondienst 5,5% 4,8% Verzuim personeel met patiënt- c.q. cliëntgebonden 6,0% 4,8% functies in loondienst Verdeling personeel over soorten functies De verdeling over de functiecategorieën is vrijwel gelijk gebleven met een lichte verschuiving ten gunste van het primair proces. Het personeel is als volgt verdeeld over de functiecategorieën (conform indeling CAO Jeugdzorg): Jaar Primair Strategie, proces beleid en Ondersteunend Totaal organisatie 2011 378,3 (81%) 36,7 (8%) 50,5 (11%) 465,5 (100%) 2012 379,1 (82%) 36,8 (8%) 48,1 (10%) 464,1 (100%) 2013 362,2 (82%) 34,6 (8%) 45,3 (10%) 442,0 (100%) Fulltime/parttime Van de 567 medewerkers op 31-12-2013 zijn er 99 fulltime werkend (18%). 45% van de medewerkers werkt 80% of meer. Dit was 46%. De verdeling over de diensttijdfactoren is als volgt: Deeltijdfactor Aantal Aantal medewerkers medewerkers 2013 2012 0 - 20% (tot 7,2 upw) 14 15 20 - 40% (tot 14,4 upw) 12 16 40 - 60% (tot 21,6 upw) 64 75 60 - 80% (tot 28,8 upw) 222 216 80 -100% (tot 36 upw) 156 169 100 -111% (tot 40 upw) 99 106 Totaal 567 597 16 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 4 MAATSCHAPPELIJK ONDERNEMEN Jeugdzorg speelt zich af op de grens van het private en publieke domein. Alle kansen voor alle kinderen creëren in een publieke en private samenwerking, dat is de uitdaging waar ook Lindenhout zich voor gesteld zag in 2013. 2QGHU³PDDWVFKDSSHOLMNRQGHUQHPHQ´ZRUGWYHUVWDDQKHWJHEUXLNPDNHQYDQSULQFLSHVXLWKHW bedrijfsleven (bedrijfsmatig werken, creativiteit benutten, innovatie nastreven en servicegericht werken) om publieke doelen te realiseren: hulpverlening, zorg en diensten die effectief zijn en toegankelijk en doelmatig gerealiseerd. Lindenhout voegt zich naar de sturing via wet- en regelgeving door de overheid en gaat (markt)relaties aan met andere partijen vanuit de zekerheid dat we voor creëren van meerwaarde afhankelijk zijn van samenwerken in soms complexe netwerken. 4.1 DIALOOG MET STAKEHOLDERS Lindenhout onderhoudt constructief en intensief overleg met gemeenten en samenwerkingsverbanden van gemeenten op diverse niveaus ± bestuur, management, hulpverlening ± om met de ontwikkeling van onze professionaliteit en organisatie zo goed mogelijk aan te sluiten op wat de samenleving van ons vraagt. Gemeenten geven vorm aan sociale wijkteams, waar de hulp naadloos en traploos integraal aangeboden wordt onder regie van een contactpersoon die regelt, afstemt, coördineert en zonodig beslist. Het ontwikkelen en doen functioneren van optimaal werkende wijkteams is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en zorgaanbieders. Lindenhout is gedreven deze transformatie van de zorg voor jeugd tot een succes te maken. In de huidige fase van transitie en transformatie is niet alleen de afstemming met onze toekomstige opdrachtgevers intensiever. Ook het samenspel met toezichthouders zoals de Inspectie Jeugdzorg, werknemersorganisaties, medezeggenschapsorganen van medewerkers, pleegouders en cliënten is intensiever dan ooit. Lindenhout is gericht op kennisontwikkeling waarmee wij de effectiviteit van onze dienstverlening kunnen verbeteren. Daartoe werken wij intensief samen met landelijke kennisinstituten, universiteiten en lectoraten. Gezamenlijk ontwikkelen wij richtlijnen en instrumenten die geïmplementeerd en getoetst worden en bijdragen aan wetenschappelijk onderbouwde jeugdzorg. 4.2 SAMENWERKINGSRELATIES x Lindenhout werkt samen met en in de stichting Branche Jeugdzorg Gelderland. x Lindenhout is één van de drie partners in stichting De Springplank, waar op één locatie in Apeldoorn orthopedagogische behandeling met verblijf en daghulp wordt geboden, in samenwerking met stichting Karakter (kinder- en jeugdpsychiatrie) en stichting GGNet (GGZjeugd). Met beide stichtingen wordt samengewerkt in het kader van overlappende problematiek en multi-probleemgezinnen en consultatie van de psychiater. 17 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 x Lindenhout participeert binnen het programma Alert4you, waar structurele samenwerking tussen opvoedexperts gestimuleerd wordt: daghulp, kinderopvang, peuterspeelzalen, onderwijs en EXLWHQVFKRROVHRSYDQJ,QDOOHUHJLR¶V]LMQKLHUYDQSULPDSUDNWLMNHQWHYLQGHQKXOSHQH[WUDVWHXQ wordt daar gebracht waar kinderen zijn. x Lindenhout participeert in PACT, een landelijk ontwikkelprogramma, dat investeert in de pedagogische omgeving van jonge kinderen door de kwaliteit van de medewerkers te versterken. Het project gebruikt de expertise vanuit kinderopvang, onderwijs en zorg. Wetenschap en praktijk trekken samen op. PACT werkt aan de kwaliteit van de pedagogische professionals van de toekomst met als doel een impuls te geven aan de kwaliteit van de omgeving van kinderen (ouders, kind, school, opvang en jeugdzorg). x Samen met collega-instellingen Parlan (Alkmaar), Cardea (Leiden), Juvent (Zeeland) en Spirit (Amsterdam) vormt Lindenhout het bestuur van stichting Innovatie Jeugdzorg. De experimenten van de Stichting hebben het inzicht in integrale oplossingen voor Jeugdzorg in de Buurt belangrijk vergroot. x Lindenhout participeert met FROOHJD¶VXLWPDDWVFKDSSHOLMNZHUNWKXLV]RUJZHO]LMQ&-*HQ onderwijs in samenwerkingsinitiatieven. De initiatieven omvatten veelal jeugdhulp zonder indicatie en participatie in wijkteams. Professionele netwerken worden versterkt. Hieronder worden per regio aansprekende resultaten genoemd. IJsselvallei x in CJG4kracht in Apeldoorn werkt Lindenhout samen een groot aantal zorgaanbieders. Het model blijkt krachtig: korte lijnen, één plan en één regie en directe toegang en geldt als goede praktijk in de zorg voor jeugd. x In het OnderwijsH[SHUWLVFHQWUXP³'H0RHUERVFK´in Apeldoorn werkt Lindenhout samen met onderwijspartners en gemeenten aan onderwijszorg voor preventie (definitieve) schooluitval. x In Deventer wordt intensief samengewerkt met Raster, Sine Limite, Dimence en De Ambelt, onder andere in de Brede School Kei 13, en uiteraard met collega-instellingen Pactum en Lijn5. Food Valley x De aanpak van multiprobleemgezinnen die zorg mijden is stevig verankerd in de samenwerking met partners in het Veiligheidshuis. x In de wijkgerichte zorg wordt samengewerkt met onder meer Welstede, Pro Persona, Bureau Jeugdzorg en Opella. x Met kinderopvangorganisaties als Solidez wordt samengewerkt in nieuwe vormen van daghulpter-plaatse. Arnhem x Lindenhout werkt sinds eind 2011 in gemeentelijke basisteams van 0-23 jaar. Van hieruit is de samenwerking met een groot aantal partners uitgebouwd. Het betreft onder meer Pluryn (LVB), ProPersona (GGZ), STMG (maatschappelijk werk) en GGNet. x Na Velp is ook in Doesburg een multisectoraal wijkteam actief op verzoek van de gemeente. 18 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 x x Ten behoeve van 2PJDQJVEHJHOHLGLQJLQKHWNDGHUYDQ³2XGHUVFKDS%OLMIW´ZRUGWVDPHQJHZHUNW e met Humanitas voor de inzet van vrijwilligers en met Rijnstad (1 lijn). Lindenhout participeert in de vereniging Omgangs Kennis Kollektief (OKK) en werkt mee aan het beschrijven van deze hulp. Lindenhout werkt samen met RIBW, Pactum en Jona in de integrale aanpak zwerfjongeren. Achterhoek x In de Achterhoekse gemeenten werkt Lindenhout met vrijwel alle relevante lokale organisaties samen aan goede zorg voor jeugd; in een flink aantal samenwerkingsverbanden heeft Lindenhout een regiefunctie. x De samenwerking met partners in de integrale aanpak van de groep thuisloze 18-23 jarigen vindt in meerdere gemeenten navolging. x 0HWYRRUWJH]HWRQGHUZLMVHQ52&¶VZRUGHQRYHUEHODVWHOHHUOLQJHQHQKXQRXGHUVZDDUQRGLJ ondersteund in hun ontwikkeling en het behalen van een startkwalificatie. Thuis x Lindenhout werkt samen met diverse organisaties uit de LVB-sector, o.a. bij het bieden van hulp aan LVB-moeders in een moeder en kindvoorziening. Eén van de voorzieningen van Pluryn maakt gebruik van huisvesting van Lindenhout. x Eind 2013 zijn veertien franchisenemers aan Lindenhout verbonden als Gezinshuis.com gezinshuizen. Gezamenlijk bieden zij aan 50 kinderen een langdurig opvoedarrangement. x Daarnaast onderhoudt Lindenhout een structurele samenwerkingsrelatie met de stichtingen Blanco, Kind aan Huis (Dushihuis), De Kleine Prins en Het Hof voor het bieden van residentiële zorg. x Lindenhout werkt samen met Cardea, Rivierduinen, Yorneo, Bascule en de Universiteiten van Maastricht en Groningen aan een RCT naar de PMTO-methodiek. Met het NJI werkt Lindenhout samen aan diverse richtlijnen, waaronder voor Ouderschap Blijft. Lindenhout werkt samen met de Hogeschool Arnhem Nijmegen in het lectoraat werkzame factoren in de zorg voor jeugd. Met de Universiteit van Amsterdam werken we samen aan een onderzoek naar de maatschappelijke relevantie van de jeugd- en opvoedhulp. 4.3 RAAD VAN CLIËNTEN De Raad van Cliënten bestaat uit negen deelnemers: ervaringsdeskundigen en maatschappelijk betrokkenen GLHYDQXLWGH³NODQWSRVLWLH´KXQELMGUDJHOHYHUHQ'H5DDGYan &OLsQWHQYHUJDGHUW]R¶Q 10 keer per jaar en legt daarnaast werkbezoeken af. De Raad fungeert hierbij als strategisch gesprekspartner van de Raad van Bestuur en jaarlijks vindt daarnaast afstemming plaats met de Raad van Toezicht en met de Ondernemingsraad. De Raad bepaalt haar agenda vanuit ontwikkelingen binnen de Jeugdzorg, Lindenhout en signalen vanuit cliënten. Transitie jeugdzorg vanuit cliëntperspectief De Raad heeft zich verdiept in de rol die zij aan kan nemen in het proces van de transitie. Begin 2014 zal de Raad een training volgen bij Zorgbelang Gelderland om de kennis over de transitie jeugdzorg te vergroten. Tijdens een regiodag binnen Lindenhout heeft de raad een workshop 19 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 verzorgd waarbij medewerkers geactiveerd werden vanuit cliëntperspectief te kijken naar de ontwikkeling van wijkteams. Onderzoek seksueel misbruik n.a.v. onderzoek Commissie Samson Naar aanleiding van het verschijnen van het eindrapport van de commissie Samson heeft de Raad signalen van misbruik in het verleden ontvangen en hierop geadviseerd aan de Raad van Bestuur. De signalen zijn aanleiding geweest tot nader onderzoek door het Verweij Jonker Instituut. Met de Raad van Cliënten zijn de resultaten van het onderzoek besproken. Focus op het ontwikkelen van passies en talenten bij kinderen en jongeren De Raad heeft kennis genomen van de resultaten van het project ³3DVVLHVHQ7DOHQWHQ´in de gemeente Doetinchem en stimuleert de organisatie hieraan een breder vervolg te geven. Deelname aan HKZ-audit en Inspectiebezoek De Raad heeft in 2013 deelgenomen aan twee bezoeken die in het kader stonden van externe toetsing. De RvC heeft hierin haar werking toegelicht op verschillende aspecten. Informatie aan cliënten Het is gebleken dat cliënten de informatiefolder met informatie over bejegening, privacy, klachten en vertrouwenspersoon, niet altijd lezen. Hierop is een nieuwe folder gemaakt. Ook werkte de Raad mee aan HHQLQIRUPDWLHILOPSMHZDDULQGH]HWKHPD¶VRSHHQYLVXHOHPDQLHUZRUGHQWRHJHOLFKW Werkbezoeken 2013 In 2013 heeft de Raad twee werkbezoeken afgelegd. In april is een werkbezoek afgelegd op verschillende locaties van Lindenhout die zich richten op het jonge kind. Zij zijn hier in gesprek gegaan met ouders en medewerkers. De Raad vond het bijzonder om te zien dat de visie van Lindenhout ook echt door de ouders herkend werd. In december heeft de Raad een werkbezoek afgelegd om een beeld te krijgen van de verschillende aspecten van pleegzorg. Het werkbezoek werd als erg waardevol ervaren en leidde ertoe dat de Raad van Cliënten en de raad van Pleegouders enkele thema¶s samen verder uit gaan werken. 4.4 RAAD VAN PLEEGOUDERS Algemeen De Raad van Pleegouders heeft tot doel pleegouders invloed te geven op het beleid en de ontwikkelingen van de organisatie en is gesprekspartner van de Raad van Bestuur en de Portefeuillehouder Pleegzorg van Lindenhout. De zes leden van de Raad van 3OHHJRXGHUV]LMQDINRPVWLJXLWGHYHUVFKLOOHQGHUHJLR¶V]LM]LMQ]RZHO startende als ervaren (ex)pleegouder en bieden diverse vormen van pleegzorg. De Raad is versterkt met twee nieuwe leden en er hebben twee leden afscheid genomen er wordt nog gezocht naar uitbreiding. De Raad vergadert zes keer per jaar met de Raad van Bestuur en de portefeuillehouder Pleegzorg. De Raad is actief sinds begin 2012 20 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Thema¶s waarover geadviseerd is in 2013 zijn: x Informatie en communicatie: Op de website van Lindenhout is een item voor de Raad opgenomen met informatie over de activiteiten en de leden. In de nieuwsbrief Pleegzorg stellen de leden zichzelf voor. x Empowerment: de Raad heeft advies gegeven over het project Empowerment binnen de Pleegzorg. x Wet verbetering positie pleegouders, de nieuwe pleegcontracten die hieruit voortgekomen zijn en de communicatie hierover is van advies voorzien. x Verbeterplan Pleegzorg: aan de Raad is het verbeterplan Pleegzorg voorgelegd en de Raad is gevraagd hierover mee te denken. Lindenhout oriënteert zich op een aanpassing van de pleegzorg conform de visie en de ontwikkelingen dat zorg plaatsvindt in de omgeving van cliënten en dat ouders en hun netwerk de regie houden over het hulpverleningstraject. Omdat Rubicon, een organisatie voor pleegzorg in Limburg, het model Prima Pleegzorg heeft ontwikkeld, waarin deze visie is uitgewerkt, is er een werkbezoek georganiseerd. De Raad staat positief t.o.v. de ideeën om op deze manier te gaan werken en zal betrokken blijven bij de uitwerking. x Wonen en Opgroeien: de Raad is geïnformeerd over de plannen van Lindenhout om kinderen meer in gezinsvormen i.p.v. leefgroepen te laten wonen. x Raad van Cliënten: De Raad van Pleegouders en de Raad van Cliënten hebben met elkaar kennisgemaakt en gekeken naar dHWKHPD¶VZDDU]LMPHHEH]LJ]LMQHQRIGDDUJH]DPHQOLMNH onderwerpen bij zitten. x Transitie/transformatie jeugdzorg: dit is een vast agendapunt op de vergaderingen. x Veiligheid en seksualiteit: De aanbevelingen van de commissie Rouvoet en de uitkomsten van het onderzoek op Neerbosch zijn met de Raad besproken. De Raad gaat deelnemen in de Adviesraad ³SUHYHQWLHVHNVXHHOPLVEUXLN´GLH/LQGHQKRXWLQVWHOW 4.5 DUURZAAMHEID Lindenhout omarmt duurzaamheid als uitgangspunt voor de bedrijfsvoering. Bij de inkoop van voeding en bedrijfsbenodigdheden wordt duurzaamheid steeds als selectiecriterium meegenomen. Hierbij valt te denken aan het gebruik van fair trade producten, milieubelasting van printers en kopieerapparaten en bijvoorbeeld standaard dubbelzijdig kopiëren. We werken planmatig aan het LQVWDOOHUHQYDQHQHUJLH]XLQLJHYHUOLFKWLQJ(HQLQNRRSFRQWUDFWPHWHHQOHYHUDQFLHUYDQµJURHQH¶ energie is afgesloten en we bevorderen bewustwording en energiezuinig gedrag door medewerkers. Ons beleid is duurzaamheid integraal mee te nemen in al onze activiteiten. 21 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 5 TOEZICHT, BESTUUR EN ZEGGENSCHAP 5.1 NORMEN VOOR GOED BESTUUR Lindenhout hanteert de governancecode voor de zorg. Deze code ligt ten grondslag aan het reglement Raad van Toezicht en het reglement Raad van Bestuur. In de reglementen is neergelegd wat de respectievelijke bevoegdheden en werkwijzen zijn. Besturingsfilosofie In de besturingsfilosofie worden de bestuurlijke uitgangspunten van de organisatie vastgelegd. De besturingsfilosofie bepaalt de wijze waarop bestuur en management de gehelen en de onderdelen sturen en is mede bepalend voor de structuurkeuze. Het fundament Lindenhout, sterk voor kinderen, gaat uit van het ondeelbare kind in zijn geschiedenis en context. Kinderen groeien op en worden opgevoed. Doel van de opvoeding is zelfverantwoordelijke zelfbepaling die manifest wordt in participerend democratisch burgerschap. De mate waarin dit doel bereikt wordt is afhankelijk van de mogelijkheden van het kind en de ontwikkelingsvoorwaarden die aanwezig zijn: liefdevolle ontmoeting, gezond en veilig opgroeien, ontwikkelen van talenten, plezier en een goede voorbereiding op de toekomst. Lindenhout helpt om de mogelijkheden van kinderen te vergroten en betere voorwaarden voor ontwikkeling te creëren. Waar opvoeden en opgroeien niet vanzelf gaat, levert Lindenhout een bijdrage om kansen voor kinderen en ouders te benutten en belemmeringen op te heffen. Lindenhout draagt zo bij aan het geluk van individuele kinderen en vervult haar maatschappelijke opdracht door mede vorm te geven aan de sociale architectuur. De hoofdlijn x Lindenhout acht de inhoud van het werk dominant en de structuur daarbij helpend. Dat vereist een gezonde bedrijfsvoering. Gezonde bedrijfsvoering brengt evenwicht tussen de mate van beheersing en de vereiste flexibiliteit. x Voor Lindenhout betekent ondernemerschap een klant(cliënt)gerichte manier van werken, waar binnen de grenzen van wet- en regelgeving, gezocht wordt naar een optimaal, pragmatisch, (vernieuwend) zorgaanbod dat de vraag van de jeugdigen en hun ouders/opvoeders beantwoordt. Lindenhout daagt daarbij uit om effectieve, efficiënte, innovatieve en flexibele zorg te ontwikkelen en te leveren. x Lindenhout wordt integraal bestuurd op: - de kernwaarden: x Kinderen horen thuis; x Wij gaan uit van mogelijkheden; x Wij laten niemand wachten; x Wij leren van elkaar; x In 2013 is hier aan toegevoegd dat we het niet alleen kunnen. Verbinden, delen en organiseren in samenwerking en netwerken behoort tot de kern van Lindenhout; - interne en externe samenhang; - concrete doelen en resultaten 22 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 x Het INK-model is het sturings- en ontwikkelingsmodel. Elke beleidsperiode kent een PHHUMDUHQEHOHLGVSODQZDDUGHMDDUSODQQHQYDQGHUHJLR¶VHQFHQWUDOHGLHQVWHQYDQDIJHOHLG]LMQ x Medewerkers zijn deskundig, verantwoordelijk en hun inzet is: - Kleurrijk - Effectief - Flexibel - Doeltreffend x Managers zijn integraal verantwoordelijk voor resultaten binnen beleidskaders met een daarbij passende bevoegdheid. De herkenbare uniformiteit van Lindenhout kent regionale inkleuring QDDUGHHLJHQKHLGYDQGHFOLsQWJURHSHQLQGHUHJLR¶V2QGHUVWHXQLQg vindt integraal plaats, en waar mogelijk decentraal. x Er zijn gebiedsgebonden multifunctionele basisteams ingericht van waaruit de hulp georganiseerd en geboden wordt. Voor alle leidinggevenden geldt dat zij verantwoordelijk zijn voor de informatie, de communicatie, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de WHDPVDIGHOLQJHQUHJLR¶V 5.2 RAAD VAN TOEZICHT De samenstelling van de Raad van Toezicht was per december 2013 als volgt: Naam/functie De heer A.E. Brunekreeft, voorzitter. Nevenfuncties - Lid Raad van Commissarissen bij woningcorporatie SCW in Tiel Functie: directeur/bestuurder KION , Stichting Kinderopvang Nijmegen Nijmegen Mevrouw M.J. van Strien, lid. - Lid Raad van Toezicht Kunstgebouw Zuid Holland Functie: Programmadirecteur Beter Geïnformeerd op Weg Ministerie van Infrastructuur en Milieu De heer J. Poelmann, lid. - Lid RvT stichting MEE Veluwe - Lid RvT Expertise centrum forensische psychiatrie (EFP) - 9RRU]LWWHU'¶LQ$SHOGRRUQ - Voorzitter NGO: Global Initiative on Psychiatry - Lid klachtencommissie BJZ Gelderland - Docent postacademisch onderwijs voor Orthopedagogen De heer W.J. Kozijn, lid. - Voorzitter Raad van Toezicht Hilverzorg - Voorzitter Beheer en Exploitatie Stichting Hart van Laren (BES) - Bestuurslid Ds. De Boerstichting 23 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Naam/functie Nevenfuncties De heer R. Florijn, vice-voorzitter. - Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Activite Functie: voorzitter Raad van Bestuur - Voorzitter Raad van Toezicht Zorggroep Reinalda Diakonessenhuis Utrecht - Voorzitter CZO ± Oncologie - Lid bestuur PDO-GGZ - Lid Raad van Toezicht Stichting Philadelphia - Lid Raad van Advies voor de Accreditatie Bedrijfswetenschappen en Economie Radboud Universiteit Nijmegen - Lid Raad van Advies studierichting Klinische Informatica van de faculteit Technische Natuurkunde van de TU Eindhoven - Lid Raad van Advies NBA-opleidingen - Voorzitter Stichting Vrienden van het Diakonessenhuis - Lid bestuur NUZO - Commissaris M&I partners ( tot 1 april 2013) - Partner VitaValley (zorginnovatie) Mevrouw M.H. Pröpper-Janssen, lid. Geen voor Lindenhout relevante nevenfuncties. Functie: register accountant Mevrouw D.J.B. de Wolff, lid. Functie: Geen voor Lindenhout relevante nevenfuncties. advocaat-partner Stadhouders Advocaten Utrecht De leden van de Raad ontvangen een vergoeding gebaseerd op de code van de NVTZ. Toezichtsvisie en toetsingskader De Raad van Toezicht kent drie hoofdfuncties; toezichthouder, adviseur en werkgever van het bestuur van de organisatie. Het beleid van de Raad van Bestuur is onderhevig aan het toezicht van de Raad van Toezicht. Deze ziet er op toe dat op een te verantwoorden wijze de doelstellingen worden behaald die wettelijk en maatschappelijk van Lindenhout mogen worden verwacht. De Raad van Toezicht richt zich bij zijn beoordeling van het beleid naar de maatschappelijke functie van de organisatie. De Raad van Toezicht verzamelt impliciet (bijvoorbeeld door gebruik te maken van de verschillende achtergrond van zijn leden) en expliciet (bijvoorbeeld door nader onderzoek, overleg, raadpleging, etc.) informatie over het belang van de relevante maatschappelijke belanghouders bij het resultaat of bij de gang van zaken van de organisatie. Die informatie vormt de belangrijkste bron voor het stellen van zijn criteria van toezicht. Om zijn toezichthoudende verantwoordelijkheid naar behoren te vervullen, heeft de Raad van Toezicht zijn ijkpunten van toezicht geëxpliciteerd op een wijze die aan het model Policy Governance ® is ontleend. Zo heeft de Raad van Toezicht geformuleerd welke doelstellingen redelijkerwijs moeten worden gehaald, en de kritieke grenzen van opereren aangegeven binnen welke de Raad van Bestuur op goedkeuring door de Raad van Toezicht mag rekenen. 24 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 De Raad van Bestuur heeft vooraf geen goedkeuring nodig voor zijn beleid, behalve voor die beslissingen die in de statuten met name zijn genoemd (art. 10, lid 5), waarvoor voorafgaand aan besluitvorming door de Raad van Bestuur de specifieke goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist is. Tevens behoeft de Raad van Bestuur vooraf goedkeuring voor het vaststellen en/of wijzigen van zijn bestuursreglement en de onderlinge taakverdeling. Voor al het overige beleid verantwoordt de Raad van Bestuur zich in beginsel achteraf. Daarnaast ligt in een informatieprotocol vast welke informatie de Raad van Toezicht bereikt en met welk doel. Inhoud en werkwijze van het toezicht in 2013 In 2013 zijn de Raad van Toezicht ter goedkeuring aangeboden: x Het jaarrekening 2012; x Jaarplan en begroting 2014; x Het programma Wonen en Opgroeien; x De onderzoeksopdracht met betrekking tot het verleden van kinderdorp Neerbosch; x De rapportage van bovenstaande onderzoeksopdracht inclusief instemming met de daarop volgende besluiten zoals geformuleerd door de Raad van Bestuur; x &RPPLWPHQWYHUOHHQGDDQGHVWUDWHJLH]RDOVYHUZRRUGLQKHWGRFXPHQW³.LQGHUHQKRUHQWKXLV´; x Het mandaat te verlenen aan het lid Raad van Bestuur om alle bestuurlijke bevoegdheden op zich te nemen gedurende de ziekteperiode van de voorzitter Raad van Bestuur; x Teneinde de organisatie te versterken op de strategische bedrijfsvoering heeft de Raad van Toezicht opdracht gegeven aan de Raad van Bestuur een tijdelijke manager bedrijfsvoering en transitie aan te stellen; x Aankoop Heijenoordseweg 1, Arnhem. Haar adviserende functie heeft de Raad van Toezicht vervuld op basis van de voorgelegde adviesverzoeken van de Raad van Bestuur, of op eigen initiatief. De werkgeversfunctie is vervuld door het voeren van de jaargesprekken met de voorzitter en het lid Raad van Bestuur. Een delegatie van de Raad heeft één maal deelgenomen aan een overlegvergadering met de ondernemingsraad en meerdere malen met de Raad van Cliënten; met name met betrekking tot het onderzoek wat Lindenhout heeft laten uitvoeren met betrekking tot het verleden van kinderdorp Neerbosch. Commissies De Raad kent twee commissies; de auditcommissie en de remuneratiecommissie. De auditcommissie heeft overleg gevoerd met de accountant, het bestuur en de manager Mensen en Middelen n.a.v. het accountantsverslag, de managementletter en het jaardocument. De auditcommissie kent een auditreglement. De zelfevaluatie van de Raad zal in januari 2014 plaatsvinden. 25 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 5.3 RAAD VAN BESTUUR De Raad van Bestuur van Lindenhout was in 2013 belegd bij J.H.M. Deleersnijder (voorzitter) en A.J. Van Zon (lid). De nevenfuncties van mevrouw Deleersnijder zijn: voorzitter Branche jeugdzorg Gelderland, voorzitter Raad van Toezicht Kinderopvang Max. Om persoonlijke redenen heeft mevrouw Deleersnijder in het voorjaar van 2013 haar functie neer moeten leggen. Het voorzitterschap van de Raad van Bestuur is daarop waargenomen door mevrouw van Zon. In februari 2014 is mevrouw Deleersnijder ontheven van haar bestuurlijke taken en is haar decharge verleend. Mede gelet op het positieve advies van de Ondernemingsraad terzake, ontvangen op 4 februari 2014, heeft de Raad van Toezicht op 12 februari 2014 het besluit genomen om mevrouw van Zon per direct te benoemen tot voorzitter van de Raad van Bestuur van Lindenhout. 5.4 RAAD VAN MEDEWERKERS De Ondernemingsraad heeft 8 keer een overlegvergadering gehad met de Raad van Bestuur, 4 keer een dagelijks bestuur overleg met de Raad van Bestuur, 1 keer een brainstorm met Raad van Bestuur. Advies is gevraagd over: x Wonen en Opgroeien x Inrichting gebiedsgebonden teams Arnhem Stad, Achterhoek en Veluwe x Bijstelling middelen 2013 x Regio-LQGHOLQJRSKHIIHQYDQGHUHJLR¶V$UQKHP6WDGHQ2PJHYLQJ$UQKHPDOV]HOIVWDQGLJ DDQJHVWXXUGHUHJLR¶VHQGH]HVDPHQWHYRHJHQWRWppQUHJLR x Dagbehandeling, ombouw en afbouw. x Ziektewet eigenrisicodragerschap De belangrijkste onderwerpen waarover van gedachten is gewisseld en waarover de OR is geïnformeerd zijn de transitie van de jeugdzorg, generieke module jeugdzorg, ruimte voor samenwerking, overname van de activiteiten op het gebied van onderwijs en zorg in Apeldoorn, plan van aanpak naar aanleiding van Inspectie SZW, privacyreglement personeelsinformatie, solo slaapdiensten, werkkostenregeling, verlofmodule en belangstellingsregistratie. Daarnaast zijn Jaarplan en Begroting 2014 aan de orde geweest alsmede de jaarplannen van de UHJLR¶VKHWULVLFobeleid en risicomanagement Lindenhout 2012-2015, de notitie Van Wijken Weten en de kadernotitie Vakmanschap. 26 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 6 INSPANNINGEN EN PRESTATIES Gebied Meetpunt Omschrijving/definitie Norm Score 2013 Klanten Doelrealisatie Cliëntscore: doelen deels of geheel behaald Klanten Cliënttevredenheid Rapportcijfer ouders Klanten Wijze beëindiging / volgens plan Zorg in overeenstemming met cliënt beëindigd >80% 81% Klanten Respons Respons-% voor doelrealisatie >50% >30% Klanten Kwaliteitsborging (HKZ) Gecertificeerd HKZ HKZ Medewerkers Jaargesprekken % medewerkers met verslag/afspraken bij P&O 80% 77% Medewerkers Formatie personeel (fte) Aantal betaalde fte (uren) vs. begroot aantal fte 441 463* Medewerkers Verzuim (%) % verzuim (excl. zwangerschap) < 5,0 5,5 Middelen 5HVXOWDDW¼PLOMRHQ Exploitatieresultaat 0,0 0,2 Middelen Baten[¼PLOMRHQ Subsidiebaten boekjaar (excl. overige baten) 43,7 44,6 Middelen Kosten [¼PLOMRHQ Uitgaven per kostenplaats, resp. kostensoort 44,8 45,6 Middelen /LTXLGLWHLW[¼PLRFXUUHQWUDWLR Current ratio >1,0 2,1 Middelen ,QYHVWHULQJHQ[¼PLOMRHQ Investeringen vs. begroot <1,0 0,4 Productie Bezetting verblijf Benutting van begrote capaciteit >95% 100% Productie Bezetting daghulp Benutting van begrote capaciteit >95% 86% Productie Juistheid indicatie / zorg % geleverde zorg met geldige indicatie >97% 100% Productie Cliënten instroom Gelders (aantal) Aantal unieke cliënten -/- terugkeer < 6 mnd. 1080 1455 Productie Cliënten in zorg Gelders (aantal) Aantal unieke cliënten op peildatum 2100 1946 Productie Cliënten uitstroom Gelders (aantal) Aantal unieke cliënten 1260 1544 Productie Gemiddelde verblijfsduur/cliënt Gemeten bij uitstroom, in dagen 480 431 Productie Wachtenden, extern > 9 weken Cliënten waarvoor zorg nog niet gestart is <15 31 * het verschil betreft voornamelijk ziekte- en zwangerschapsvervanging ** de duiding van de kleurstelling is in de toelichting uiteengezet 27 >85% 86% 8,0 8,0 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Toelichting Het verminderen van het volume daghulp is beoogd en vond plaats terwijl aan alle kinderen de hulp is geboden die nodig was. Achter de bezetting van 100% op verblijf ging een groei van de pleegzorg schuil en een afname van residentiële hulp. Er werd tenslotte met name gewacht op de start van Ouderschap Blijft. 6.1 HULPVERLENING Onze opdracht is om bij te dragen aan een samenleving die er op gericht is kinderen veilig en vol RQWZLNNHONDQVHQLQGHHLJHQRPJHYLQJWHODWHQRSJURHLHQ+HWYRUPJHYHQYDQGH]HµLQFOXVLHYDQ NLQGHUHQ¶KRXGWLQGDWZHHHQEHURHSGRHQRSKHWQHWZHUNYDQ]RZHOIDPLOLHHQGHVRFLDOHRPJHYLQJ als het professioneel netwerk. Achterliggende gedachte daarbij is dat ouders en hun netwerk in kracht worden gezet. Ook daar waar zorgen zijn over mishandeling of verwaarlozing is de insteek dat kinderen door betrokkenheid van het netwerk toch zoveel mogelijk in hun eigen omgeving kunnen opgroeien. Deze visie sluit naadloos aan bij de overige transities in het sociale domein van gemeenten, waarbij wordt uitgegaan van de eigen kracht van burgers en het creëren van een civil society. Lindenhout heeft daarbij exSOLFLHWDDQGDFKWYRRUGHµSHGDJRJLVFKHFLYLOVRFLHW\¶HHQRPJHYLQJZDDUNLQGHUHQop goede wijze kunnen opgroeien en worden opgevoed. De hulpverlening wordt ingericht als dienst: in dialoog met de jeugdige en zijn gezin worden doelen en het gewenste eindresultaat geformuleerd. In gezamenlijkheid wordt toegewerkt naar het bereiken van dit gewenste effect, waarbij de jeugdhulpverlener zijn professionaliteit inzet. Die bestaat uit de bekwaamheid om aan te sluiten en aan te spreken en kwalitatief goede afwegingen te maken om tot besluit of advies te komen. Daarbij beschikt hij over technieken en methodieken die hun effectiviteit bewezen hebben, op grond van onderzoek en op grond van een brede praktijkkennis. Ambulante hulp De organisatiestructuur van Lindenhout is in 2013 toegesneden op de structuur van de transitie, DDQVOXLWHQGRSGHLQGHOLQJLQMHXJG]RUJUHJLR¶VZHUNHQKXOSYHUOHQHUVLQ gemeenteteams die beschikbaar zijn voor hulp en advies van 0 ± 23 jaar. Dit blijkt een goede uitgangspositie om bij te dragen aan en te participeren in gemeentelijke teams, al dan niet per wijk georganiseerd. Deze teams bestaan uit diverse competenties en komen voort uit diverse organisaties. Lindenhout heeft waar mogelijk bijgedragen aan de vormgeving en ontwikkeling van deze teams. Hierin vervullen onze hulpverleners verschillende rollen: met of zonder regie, als deelnemer of initiator, overal is deze ontwikkeling van harte aangemoedigd en desgewenst voorzien van professionele input. Voor het ambulante werk heeft het tot gevolg dat het onderdeel zijn van een professioneel netwerk prominent op de agenda is komen te staan en daarmee de effectiviteit van handelen, die met persoonlijke inzet op het niveau van het netwerk geformuleerd hoort te worden. Bij de directe hulp aan de gezinnen gebruiken we de werkwijze en gedachtegoed van Signs of Safety en sociale netwerkstrategieën om continue aandacht te hebben voor veiligheid en dit te bespreken terwijl tegelijkertijd de eigen kracht en het netwerk van het gezin centraal staan. Wij werken samen met andere specialisten als het nodig is op het snijvlak van drang en dwang. 28 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 De ambulante jeugdzorgwerker doet wat nodig is. Hij beschikt hierbij over een palet aan methoden en technieken, zoals Intensieve Orthopedagogische Gezinsbegeleiding (IOG), gezinsbegeleiding, videohometraining, Ouderschap Blijft en Top Dog. In samenspel met gemeenten Deventer en Renkum hebben jeugdzorgwerker Triple P ingezet. Bij crisis (en dreigende uithuisplaatsing) gebruiken we de mogelijkheden die de interventie Ambulante Spoedhulp biedt. Binnen vier weken wordt de crisis gestabiliseerd en kan het gezin weer verder. Indien nodig wordt er in die periode een bed toegevoegd. Wanneer een intensievere aanpak nodig is wordt Multi Dimensionee Family Therapy (MDFT) ingezet om te bereiken dat in een periode van enkele weken gezin en jeugdige samen verder kunnen. Deze erkende interventie is evidence based en biedt een alternatief voor een uithuisplaatsing. Daghulp en Onderwijszorg In navolging van het voorgaande ontwikkelt de daghulp zich door naar ambulante pedagogische hulp ter plekke. Dat wil zeggen: de hulp wordt daar gegeven waar het kind is, in plaats van dat het kind met een busje naar de hulp toegebracht wordt. Met diverse organisaties voor onderwijs, kinderopvang en gemeentelijke peuterspeelzalen is dit vormgegeven. Landelijk worden kennis en ervaring met deze vernieuwing in werkwijzen gedeeld in het programma Alert4you. Lokaal werkt Lindenhout volgens deze werkwijzen samen met partners in maatschappelijk werk, kinderopvang en dagopvang in Arnhem, Deventer, Zutphen, Apeldoorn, Doetinchem en Ede/Bennekom. Het is een uitdagende ontwikkeling, Lindenhout heeft een lange traditie in kwalitatief goede daghulp. De overtuiging is dat de nieuwe positie van daghulp ten goede komt aan nog meer kinderen en de professionals die met deze kinderen werken. De uitdaging is om de kwaliteit te behouden en zelfs te verbeteren. Vormen van daghulp en onderwijszorg worden voor alle schooltypes en voorschoolse activiteiten ingezet, en daarmee bereikbaar voor alle leeftijdsgroepen. Wonen en opgroeien Het aantal gezinshuisplekken is in 2013 opnieuw uitgebreid. Ook in de pleegzorg was er groei. Lindenhout acht dit succesvol: wanneer gebleken is dat kinderen niet door hun ouders opgevoed kunnen worden, is een langdurig vervangend opvoedarrangement passend. Het is een kwaliteitskenmerk wanneer deze hulp langere tijd en stabiel geboden kan worden. Kinderen verblijven in de gezinshuizen en in de pleegzorg in zo-thuis-mogelijke situaties, met alle kwalitatieve voordelen van dien. In de pleegzorg blijft gehandhaafd dat waar mogelijk toegewerkt wordt naar een plaatsing weer thuis bij ouders. Indien blijkt dat dit vooralsnog niet haalbaar is, wordt ingezet op langer elders op te kunnen groeien. In 2013 hebben we de beschikbare inzichten in vroegtijdige afbrekingen van plaatsingen in een pleeggezin vertaald in een aanpak om hierin verbetering te brengen. Twee factoren zijn in ieder geval ter verbetering vastgepakt: de coaching en begeleiding van nieuwe pleegouders bij de eerste plaatsingen en het organiseren van actieve betrokkenheid in de (evaluatie van) SODDWVLQJHQYDQ³HLJHQ´NLQGHUHQYDQSOHHJRXGHUV'RHOLVRPKHWDDQWDO³EUHDNGRZQV´RPODDJ te brengen. In 2013 zijn de eerste resultaten hiervan zichtbaar geworden; kinderen verblijven langer in pleeggezinnen. Voor het vormgeven van stevig met de samenleving verbonden vormen van wonen en opvoeden zijn dit belangrijke ontwikkelingen. 29 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Lindenhout heeft zich ten doel gesteld hulp aan jeugdigen, ook als deze niet thuis geboden kan worden, zoveel mogelijk in de eigen omgeving plaats te doen vinden. In de praktijk blijkt dat veel kinderen uit de stad Arnhem elders in de regio ± in de Achterhoek en op de West-Veluwe ± een pleeggezin vinden. De gemeente Arnhem en Lindenhout hebben eind 2013 de handen ineengeslagen om meer pleeggezinnen in Arnhem te vinden, met als gezamenlijke ambitie om waar mogelijk uiteindelijk alle jeugdigen in hun eigen omgeving een passend pleeggezin te kunnen bieden. In 2013 heeft Lindenhout vastgesteld dat het met de inzet van ambulante hulp thuis, pleegzorg en gezinshuizen nog niet lukt om het aantal kinderen in de residentie verder naar beneden te brengen. Een doorbraak is nodig voor het vinden van nieuwe antwoorden op residentiële vragen en tegelijk goed kunnen aansluiten op de transformatie van de jeugdzorg, in overeenstemming met de beleidslijnen van gemeenten. Met het project Wonen en Opgroeien dat Lindenhout eind 2013 in uitvoering heeft genomen willen we drie doelen bereiken: x Wij helpen kinderen en gezinnen die dat nodig hebben, zo dat kinderen thuis of zo thuis mogelijk opgroeien. x Er gaan minder kinderen uit huis en ± waar het kan ± zo kort mogelijk uit huis. x De hulp die wij bieden is zoveel mogelijk thuis en/of in de buurt. Veiligheid en seksualiteit in hulpverlening In oktober 2012 verscheen het rapport van de commissie Samson over seksueel misbruik in de jeugdzorg. De schokkende uitkomsten van dit onderzoek zijn van invloed op de organisatie en vormgeving van de hulpverlening. Concrete normen en handvatten voor verbetering zijn gegeven in het kwaliteitskader voorkoming seksueel misbruik in de jeugdzorg van de commissie Rouvoet, dat eind 2014 volledig geïmplementeerd moet zijn. Seksuele veiligheid is in de jeugdzorg, voor cliënten en medewerkers een groot thema. Het bespreken van seksualiteit, het zien en duiden van signalen van over grenzen heen gaan, de wijze waarop matching en groepssamenstelling plaatsvindt, de toerusting en het begeleiden van pleegouders in seksualiteit en nog veel meer, is door Lindenhout vervat in maatregelen die vanaf 2013 in uitvoering zijn genomen en ook in 2014 nog agendabepalend zijn. Onderzoek naar het verleden van Kinderdorp Neerbosch Naar aanleiding van het onderzoek naar seksueel misbruik in residentiële instellingen en pleeggezinnen door de commissie Samson, zijn bij Lindenhout signalen bekend geworden over seksueel misbruik op voormalig kinderdorp Neerbosch, één van de rechtsvoorgangers van Lindenhout. In samenspraak met de raad van cliënten hebben de Raad van Toezicht en de Raad YDQ%HVWXXUYDQ/LQGHQKRXWRSGUDFKWJHJHYHQDDQKHW9HUZH\-RQNHU,QVWLWXXWRPGHSHULRGH¶± ¶QDGHUWHRQGHU]RHNHQ Het onderzoek is ingesteld met de bedoeling om te leren van het verleden: wat is er in die tijd gebeurd, wat kan daarvan geleerd worden en wat kan gedaan worden om seksueel misbruik van kinderen in de jeugdzorg te voorkomen? Tevens is aan de onderzoekers de vraag gesteld wat gedaan kan worden jegens de slachtoffers en ook richting de daders. In november 2013 is het onderzoek afgerond en zijn de resultaten gepubliceerd. De uitkomsten, lessen voor de organisatie De resultaten van het onderzoek zijn en blijven schokkend. Het gegeven dat kinderen misbruikt zijn in een situatie die juist bedoeld was om hen een veilige plek te bieden blijft confronterend. 30 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 De belangrijkste conclusie en les uit het verleden is dat openheid noodzakelijk is om seksueel misbruik te voorkomen. Daarnaast is het van belang een heldere visie te hebben op seksualiteit en seksueel misbruik, en over competenties te beschikken als sensitiviteit en handelingsbekwaamheid op dit thema. Het creëren en in stand houden van een open, responsieve cultuur en het vergroten van het bewustzijn op signalen van seksueel misbruik zijn belangrijke aanmoedigingen voor Lindenhout. Het onderzoek heeft geleid tot twee besluiten inzake aanvullend beleid: 1. Lindenhout richt een Raad van Advies Preventie seksueel misbruik in onder voorzitterschap van een onafhankelijk voorzitter. Deze Raad wordt samengesteld uit inhoudsdeskundigen en ervaringsdeskundigen en geeft gevraagd en ongevraagd advies op de praktijk van Lindenhout en haar partners inzake voorkomen seksueel misbruik, in het bijzonder op de cultuuraspecten. 2. De Rechten van het Kind vormen de dominante basis voor integer handelen. De kwaliteitsstandaard Quality for children wordt ingezet in de pleegzorg, gezinshuizen en overige verblijfsfuncties van Lindenhout Aanbevolen maatregelen jegens slachtoffers Het Verwey Jonker Instituut noemt vijf maatregelen die door Lindenhout genomen kunnen worden jegens slachtoffers. Deze maatregelen zijn overgenomen door Lindenhout. De organisatie verbindt zich aan de uitkomsten van de coulanceregeling en zal meewerken aan het mogelijk maken dat slachtoffers hiervan gebruik kunnen maken. Ook wordt erkend wat gebeurd is en zijn excuses gemaakt aan slachtoffers; overigens zal dit waar helpend in gesprek bekrachtigd worden. Lindenhout wil in gesprek gaan met individuele slachtoffers om te bezien wat gedaan kan worden om leed te verzachten of bij te dragen aan verwerking of herstel. Bemiddelen in contact met daders, of anderszins betrokkenen, kan een mogelijkheid zijn. Een tweetal deskundigen (één intern, één extern) zal dit begeleiden of anderszins ondersteunen. 6.2 ALGEMEEN KWALITEITSBELEID Kwaliteit is integraal onderdeel van al ons beleid, uitvoering en gedrag. Het is verweven in de wijze waarop wij ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en verbeteren. In algemene zin kenmerkt het kwaliteitsbeleid van Lindenhout zich in een drietal aspecten. x Als eerste is dit de waardengedreven sturing en uitvoering, het kompas voor alle medewerkers. Jeugd en Opvoedhulp is valuebased en gaat over het geluk van kinderen. Medewerkers staan iedere dag weer voor moeilijke keuzes die niet door protocollen en richtlijnen afgedekt kunnen worden. Ons gezamenlijke kompas draagt bij aan de kwaliteit van de afweging die aan de keuze ten grondslag ligt. Dit kompas is gebaseerd op de kerncompetenties van onze organisatie: kinderen horen thuis, wij leren, wij gaan uit van mogelijkheden, wij laten niemand wachten en we kunnen het niet alleen. Lindenhout hanteert een gedragscode die van het kompas afgeleid is. x Ten tweede kenmerkt het kwaliteitsbeleid van Lindenhout zich in het leren van de effecten zoals ze zich in de praktijk voordoen. Resultaten worden gemeten, geduid, besproken en vergeleken zodat we het de volgende keer nog beter kunnen doen. Er wordt ruimte genomen om met elkaar te delen en van elkaar te leren. x Tot slot manifesteert het kwaliteitsbeleid zich in de planmatige werkwijze (plan ± do ± check ± act). Zowel op de verticale dimensie van het kwaliteitssysteem (planning & controlecyclus) als op de horizontale (organisatie en uitkomsten van processen) is dit doorgevoerd. 31 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 6.2.1 KWALITEIT VAN ZORG Reflectieve praktijk Omdat Lindenhout veel belang hecht aan leren en verbeteren heeft zij organisatiebreed een reflectieve praktijk ingericht voor haar hulpverleners. De reflectie is georganiseerd rond het systematisch en gesuperviseerd bespreken van casuïstiek, waarbij deze casuïstiekbespreking ook kan leiden tot verbetersuggesties voor beleid en inrichting van de organisatie. De casuïstiekbespreking hebben als kader KHWGRHO³HLJHQNUDFKWYDQKHWJH]LQHQJHEUXLNYDQVRFLDOH netwerkstrategieën versterken´DQGHU]LMGVKHWGRHO ³YHLOLJKHLGYDQKHWNLQG borgen´%HLGHGRHOHQ kunnen met elkaar in conflict komen. De reflectie van de hulpverlener is met name gericht op het vinden van de juiste balans tussen aansluiten en aanspreken. Centraal staat de vraag welke processtappen nodig zijn in de hulpverlening en de mate waarin de jeugdzorgwerker voldoende competent is om deze te zetten. Effectieve werkwijze Lindenhout maakt gebruik van diverse interventies en technieken. Medewerkers worden getraind en gecoacht in de juiste toepassing. In een jaarlijkse evaluatiecyclus worden deze interventies geëvalueerd en geactualiseerd. Daartoe wordt informatie uit het cliëntregistratie- en volgsysteem gebruikt, praktijkervaring en nieuwste wetenschappelijke inzichten. Lindenhout ontwikkelt ook zelf zorgaanbod en laat dit extern op kwaliteit toetsen zodat het opgenomen kan worden in de database effectieve interventies van het NJI. Deze database bevat inmiddels meerdere door Lindenhout ontwikkelde interventies. Effectmeting Effectmeting is geïntegreerd in ons primaire proces zodat dit bijdraagt aan planvorming, evaluatie en bijstelling tussen cliënt en hulpverlener. Lindenhout gebruikt daarbij de landelijke prestatie indicatoren doelrealisatie, wijze beëindiging en cliënttevredenheid. Voor het meten van de afname van problematiek is door ons in 2013 een instrument ontwikkeld. Deze AVEO (Arnhemse Vragenlijst Effectieve Opvoedondersteuning) brengt bij aanvang en bij einde zorg in kaart hoe het is gesteld met de competenties van het kind, de opvoedcompetenties van de ouder, de aanwezigheid en het gebruik van een sociaal netwerk, de draagkracht van de ouders in relatie tot de veiligheid van het kind. Daarmee worden resultaten in kaart gebracht die in het kader van de aanstaande transitie en transformatie van de jeugdzorg cruciaal zijn. Het meetinstrument is in enkele onderdelen van de organisatie uitgetest en wordt in 2014 organisatiebreed geïmplementeerd. Omdat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de alliantie, de werkrelatie tussen cliënt en hulpverlener, een grote voorspellende waarde heeft met betrekking tot het resultaat van de hulp, heeft Lindenhout een JAS (Jeugd Alliantie Schaal) ontwikkeld en implementeert deze in 2014. 32 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Kwaliteitstoetsing Lindenhout is sinds 2007 HKZ gecertificeerd. In 2013 vond met zeer positief resultaat hercertificering plaats. Lindenhout is wederom HKZ- gecertificeerd tot januari 2017. De Inspectie Jeugdzorg hanteert een thematische agenda. Op thema inspecteert zij beleid en uitvoering van de organisaties, waaronder Lindenhout. In 2013 heeft de Inspectie de volgende WKHPD¶VELM/LQGHQKRXWRQGHU]RFKW x Kwaliteit van de pleegzorg x Kwaliteit van de residentiële zorg x Kwaliteit van private onderaannemers in de zorg Op basis van de bevindingen van de Inspectie heeft Lindenhout haar beleid, gericht op het bevorderen van veiligheid van kinderen en het voorkomen van seksueel misbruik, verder aangescherpt. Lindenhout implementeert het Kwaliteitskader Voorkomen Seksueel Misbruik en deze implementatie verloopt conform het landelijk voorgeschreven en getoetste tijdpad. Lindenhout heeft zelf een prospectieve risicoanalyse uitgevoerd op de pleegzorgprocessen aangezien dit een substantieel onderdeel betreft van ons werk. Op basis van de uitkomsten zijn verbeteringen doorgevoerd. 6.2.2 KLACHTEN Onvrede, ongenoegens en klachten worden in eerste instantie besproken met degene die het betreft. Mocht dit niet naar tevredenheid tot een oplossing leiden, kan de externe klachtencommissie worden ingeschakeld. Het staat cliënten vrij om hun klacht rechtstreeks aan de externe klachtencommissie voor te leggen. De externe klachtencommissie is een onafhankelijke commissie die voor cliënten van de drie grootste zorgaanbieders in Gelderland klachten behandelt. Deze klachtencommissie bestaat uit een voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, zes leden en een ambtelijk secretaris. Zij werkt volgens een klachtreglement dat op ons intranet en onze website beschikbaar is. Cliënten worden hierover geïnformeerd in het startgesprek waarbij hen ook een folder wordt uitgereikt. In totaal zijn in 2013 bij de Gezamenlijke Klachtencommissie (GKC) vier klachten tegen Lindenhout ingediend. Eén klacht is niet ontvankelijk verklaard, één klacht is pro forma aan de GKC gezonden en twee klachten zijn ter zitting behandeld. Over de inhoud van de klachten kan het volgende gezegd worden: 33 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Klacht Uitspraak 1 Klager is niet klachtgerechtigd. Klacht niet ontvankelijk 2 Klager heeft een klacht ingediend bij (de RvB van) Lindenhout en Pro forma aan GKC stelt de Klachtencommissie hiervan op hoogte. gezonden Klager is ontevreden over de geboden hulpverlening. Hij stelt dat Ter zitting behandeld 3 Lindenhout; - onvoldoende zicht heeft gehouden op de De GKC verklaart het schoolprestaties van zijn dochter; klachtonderdeel over de de hulpverlening niet voldoende heeft aangepast toen evaluatie van de bleek dat het op school niet goed met haar ging; hulpverlening gegrond. De onvoldoende toezicht heeft gehouden op het financiële overige onderdelen van de gedrag van zijn dochter; klacht oordeelt de commissie - de hulpverlening onvoldoende heeft geëvalueerd en ongegrond. - eisen aan zijn dochter heeft gesteld met betrekking tot de - begeleiding door een externe instantie terwijl derden zich hier niet in konden vinden maar hier niet aan vast heeft gehouden toen zijn dochter aangaf hiervoor niet gemotiveerd te zijn. 4 Klager stelt dat Lindenhout onzorgvuldig heeft gehandeld tijdens Ter zitting behandeld. De GHPRGXOH³2XGHUVFKDS%OLMIW¶7HYHQVLVNODJHURQWHYUHGHQRYHU GKC oordeelt beide de afhandeling van zijn klacht door Lindenhout. deelklachten gegrond. 1DDUDDQOHLGLQJYDQqqQNODFKWLVRYHUOHJJHZHHVWPHWGHODQGHOLMNHVWXXUJURHS³2XGHUVFKDS%OLMIW´ over de toename van het aantal klachten terzake en hoe hier beter mee om te gaan. Naar aanleiding van een andere uitspraak op een klacht is de communicatie onderwerp van een teambespreking geweest. 34 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 6.3 PERSONEELSBELEID EN KWALITEIT VAN HET WERK Lindenhout maakt een periode van transformatie door. Kenmerkend zijn groeiende aandacht voor eigen kracht, veiligheid en professionaliteit. Deze ontwikkelingen komen op Lindenhout af en zijn in acties vertaald. In 2013 heeft Lindenhout in deze acties opnieuw samenhang aangebracht middels SURJUDPPD³YDNPDQVFKDS´ Het vakmanschap van de werkers van Lindenhout vertalen we in het profiel van de medewerker van Lindenhout in transitie en transformatie. Het is samen te vatten in enkele woorden: de cliënt staat centraal, aansluiten en aanspreken, gedreven door waarden, persoonlijk leiderschap, actief met/vertrouwd met ICT, lerend en reflecterend, omgevingsbewust, ambassadeur. Het beeld tekent zich af van een medewerker met een groot verantwoordelijkheidsbesef. Hij werkt in een netwerk en zorgt voor de eigen ontwikkeling. Deze medewerker gaat op zoek naar feedback van zijn omgeving en bouwt zo aan de eigen deskundigheid. Het valt op hoe sterk de overeenkomst is tussen de binnen Lindenhout in gang gezette ontwikkelingen en de lijn van het landelijk project professionalisering. Dit landelijk project voegt een formele dimensie toe aan datgene waar we binnen Lindenhout met overtuiging aan werken. Het programma vakmanschap omvat de volgende vierslag: x x x x .UDFKW³HPSRZHUPHQWHQSHUVRRQOLMNOHLGHUVFKDS´ BorJHQ³KHWODQGHOLMNDFWLHSODQSURIHVVLRQDOLVHULQJ´ 3URILHO³GHJHQHUDOLVWPHWYHUVWDQGYDQ]DNHQ´ /HLGHUV³OHLGHUVFKDSVRQWZLNNHOLQJHQLQVSLUDWLH´ Kracht De principes en instrumenten van empowerment zijn in 2013 geïmplementeerd in de hele organisatie. Aanvullend zijn concrete doelen geformuleerd voor het maken van netwerkplannen, gericht op het benutten van de eigen mogelijkheden van medewerkers, het gebruik van veiligheidschecklists alsmede training van medewerkers in een palet aan vaardigheden in werkplaatsen. Borgen Lindenhout heeft in 2013 grote stappen gezet in het effectueren van het landelijk actieplan professionalisering. Een groep van ca. 30 medewerkers volgt het EVC-traject naar een HBOdiploma. Aan het eind van 2013 was 33% van de hulpverleners BAM-geregistreerd en dit percentage neemt wekelijks toe. Ons doel is dat in 2014 onze jeugdzorgwerkers geregistreerd zijn en dat het tuchtrecht voor hen van kracht is. Profiel De beroepsprofielen uit het landelijk actieplan professionalisering zijn, rekening houdend met de specifieke eisen en wensen van Lindenhout, vertaald naar nieuwe profielen voor de primaire functies bij Lindenhout. In 2014 wordt gezorgd voor aansluiting bij het landelijk in overleg met CAO-partners ontwikkelde nieuwe functiehuis, waarna invoering kan volgen. 35 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Leiders Lindenhout heeft zich gerealiseerd dat de ontwikkeling van ons leiderschap aan moet sluiten bij de professionaliteit en zelfsturing van onze medewerkers. Vanaf medio 2013 beleggen wij maandelijks een transformatiehuis waarin inspiratie, actualiteit, ontmoeting en reflectie aan de rode zijn. Daarbij is de verbinding gemaakt naar persoonlijke ontwikkeldoelen en teamdoelen. De zakelijke competenties voor leidinggevenden zijn vastgelegd en medewerkers zijn hierin opgeleid en getraind. Leren Onze interne opleidingen zijn in 2013 CEDEO-erkend. Deze erkenning houdt onder meer in dat systematisch de kwaliteit van ons intern opleidingsaanbod wordt gemeten en verbeterd. Het opleidingsbeleid is opnieuw geformuleerd, waarbij de koppeling tussen de reflectieve praktijk (kracht) en het leren in zogenaamde werkateliers is gemaakt. De afstemming tussen praktijk en het leer- en opleidingsbeleid vindt plaats in een ³GHQNWank RSOHLGLQJHQ´, met het hoofd Kenniscentrum, de MT-portefeuillehouder opleidingen en de opleidingsfunctionaris. Organisatiewijzigingen Begin 2013 is in overleg met vakorganisaties een doorlopend sociaal plan overeengekomen. Bij de sluiting van een van onze groepen aan het begin van het jaar heeft dit plan goede diensten bewezen. Anticiperend op de transitie van de jeugdzorg hebben we geïnvesteerd in het loopbaanbewustzijn van onze medewerkers. Meer dan 100 medewerkers namen GHHODDQZRUNVKRSV³LNHQPLjn ORRSEDDQ´³LNHQPLMQFY´HQ´QHWZHUNHQ´'HZDDUGHULQJYRRUGH]HWUDLQLQJHQLVJURRWHQ]HGUDJHQ belangrijk bij aan het omgevingsbewustzijn en de weerbaarheid van onze medewerkers in tijden van krapte op de arbeidsmarkt. Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Medio 2012 heeft een inspectie plaatsgevonden door de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (voorheen de Arbeidsinspectie) van de psychosociale arbeidsbelasting bij Lindenhout. Lindenhout kon laten zien dat de werkomstandigheden van onze medewerkers de aandacht krijgen die nodig is. Lindenhout gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van medewerkers, waar het gaat om het reguleren van werkdruk en hun veiligheid bij de uitvoering van hun werk ± en met goede resultaten. Dit laat onverlet dat zij als werkgever een zorgplicht naar medewerkers heeft en actief moet zorgen dat er een klimaat is waarin werkdruk en veiligheid van medewerkers bespreekbaar zijn en deugen. De Inspectie constateerde dat de intentie hiertoe aanwezig is, maar onvoldoende geborgd in de organisatie. Goed werkgeverschap is voor Lindenhout een belangrijke waarde. Lindenhout heeft de gevraagde verbeteringen in 2013 doorgevoerd. Verzuim en arbeidsongeschiktheid Het ziekteverzuim bij Lindenhout vertoonde in 2013 een stijgende lijn. De grotere druk van de omstandigheden (transitie, reorganisatie, krappe arbeidsmarkt) uit zich onder meer in verzuim en uitval. Een groot deel van het verzuim ligt bij een groep medewerkers die langere tijd (tussen een maand en een jaar) arbeidsongeschikt is vanwege zowel psychische als somatische aandoeningen. Leidinggevenden van medewerkers kennen en hanteren de methodiek van Veeleisend helpen. 36 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 6.4 BEDRIJFSVOERING In de ontwikkeling van de bedrijfsvoering van Lindenhout is in 2013 gevaren op de bestaande planning en controlsystematiek. Deze bestaat uit het formuleren van kaderstellende uitgangspunten en inhoudelijke keuzes in de zomer, het maken van een productie- en kostenbegroting per regio en het realiseren van onze activiteiten, waarbij per maand en per kwartaal stuurinformatie beschikbaar komt. Deze systematiek heeft in de afgelopen jaren bewezen goede grip te geven op de bedrijfsvoering en te leiden tot financiële stabiliteit. De rechtmatigheid van onze activiteiten is daarbij zichtbaar. Ondertussen bereidt Lindenhout zich voor op de transitie van de jeugd- en opvoedhulp naar gemeenten. Deze transitie leidt tot wijzigingen op een groot aantal vlakken van onze bedrijfsvoering. Om ons voor te bereiden op de transitie zijn leidinggevenden getraind in bedrijfseconomische kennis in relatie tot onze hulpverlening en het gebruik van beschikbare stuurinformatie. Accountantscontrole Begin 2013 is de rapportage van het initieel onderzoek door onze nieuwe accountant EY opgeleverd. Deze rapportage was kritisch op onze processen en procedures, met name omdat vanuit het perspectief van de ophanden transitie van de jeugdzorg naar onze besturingscyclus en administratieve organisatie is gekeken. In de loop van 2013 is aan veel aandachtspunten uit de rapportage opvolging gegeven. Zo hebben regiomanagers een actievere rol gekregen in de kwartaalrapportage door elk kwartaal een risicoanalyse op te stellen. In 2014 zijn verdere versterkingen voorzien: de frequentie van management informatie wordt verhoogd, planning en control wint aan intensiteit en het lijnmanagement krijgt meer expliciet de verantwoordelijkheid. Strategisch kostenmanagement Bij de jaarafsluiting maakt Lindenhout een nacalculatie van de actuele kostprijzen. Het inzicht in de kostprijzen en de opbouw daarvan draagt bij aan de optimalisatie van ons aanbod. De strategie van Lindenhout is te komen tot steeds verdere optimalisatie van het aanbod aan jeugden opvoedhulp door substitutie van zwaardere vormen van hulp (lang, intensief) door lichtere vormen van hulp (kort, minder intensief) die tenminste zo effectief zijn. Deze beweging gaat gepaard met benutting van mogelijkheden van cliënten zelf en hun omgeving. Per saldo is het resultaat dat meer jeugdigen geholpen worden tegen lagere kosten. Medio 2012 werden wij door onze subsidiënten geïnformeerd over een budgetkorting van 2,65% met ingang van 1 januari 2013. Hiernaast werd Lindenhout geconfronteerd met diverse lastenverzwaringen. Per saldo moest in 2013 een bezuiniging van 3,0% van de omzet worden gerealiseerd. Hiertoe is medio 2012 een pakket maatregelen vastgesteld dat voorziet in onder meer beperking van overhead, vermindering van residentiële capaciteit, verdere vermaatschappelijking van de daghulp en afbouw van het buitenlandaanbod. Al deze maatregelen passen in onze visie dat zorg dichtbij, zoveel mogelijk in het natuurlijk netwerk van jeugdigen, plaats moet vinden. Overigens realiseren we gelijktijdig groei in pleegzorg en gezinshuizen. De geplande organisatiewijzigingen zijn in 2013 gerealiseerd. 37 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Op weg naar 2014 heeft Lindenhout opnieuw plannen gemaakt, aansluitend op de visie achter de transitie van de jeugdzorg: hulp zoveel mogelijk in de buurt, vermindering van het aantal jeugdigen dat uit huis gaat, vermaatschappelijking van verblijf, verbinden van daghulp aan reguliere voorzieningen. Door het vervangen van relatief dure vormen van verblijf door ander aanbod verwacht Lindenhout een kostenverlaging te realiseren. Dit is als zodanig wenselijk, omdat de verwachting is dat in samenhang met de transitie van de jeugdzorg de inkomsten van Lindenhout gaan dalen. Meerjarenprognose Lindenhout is in gesprek met 5 MHXJG]RUJUHJLR¶VHQJHPHHQWHQRYHUGHWUDQVLWLHHQYHUYROJHQV transformatie. De transitiearrangementen die eind 2013 door de MHXJG]RUJUHJLR¶V]LMQRSJHVWHOG geven globale aanknopingspunten voor toekomstige bekostiging van Lindenhout in 2015 en verder. Uitgaande van de bezuinigingen die door het Rijk zijn verbonden aan de transitie van de jeugdzorg, rekening houdend met de visie van gemeenten op het jeugddomein, heeft Lindenhout een aanvang met een scenarioanalyse gemaakt en een financiële meerjarenprognose opgesteld. De belangrijkste conclusie van deze eerste prognose is dat tijdig sturen nodig is om de continuïteit van de organisatie op termijn te kunnen borgen. De kostenstructuur van Lindenhout is weinig flexibel. De inhoudelijke onderlegger voor deze sturing ± welke maatschappelijke vragen dient Lindenhout in en na 2015 te beantwoorden en welke activiteiten zijn daarvoor nodig ± is globaal en ontbreekt nagenoeg. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening heeft Lindenhout nog weinig aanknopingspunten voor een financiële meerjarenprognose die als kompas kan dienen voor de transitie en de continuïteit van de organisatie en haar activiteiten kan aantonen. Op elementaire vragen over hoe voorzien zal worden in transitie- en frictiekosten bestaat geen duidelijkheid. Het is onze verwachting dat deze duidelijkheid in het tweede en derde kwartaal van 2014 geleidelijk zal ontstaan. Rechtmatigheid De toets op rechtmatigheid maakt onderdeel uit van de controle van de jaarrekening. De accountant geeft bij de jaarrekening ook een oordeel over het productievolume en de prijsstelling in termen van P*Q: bekostigingseenheden en kostprijzen. Voor wat betreft de juistheid van de indicaties in relatie tot het geleverde hulpaanbod is het oordeel van onze accountant op basis van een steekproef van 113 dossiers dat geen materiële tekortkomingen zijn vastgesteld. Wel is vastgesteld dat Lindenhout niet voldoet aan een tijdige registratie van zorgovereenkomsten. De termijn van 6 weken wordt veelal overschreden. Daardoor wordt niet voldaan aan artikel 24 lid 5 van de Wet op de Jeugdzorg en is een Assurance rapport met een beperking bij deze verantwoording verstrekt. De verklaring van de overschrijding is dat de tijd die nodig is om te komen tot consensus met de cliënt over doelen vaak langer is; om op dit punt rechtmatig te zijn is aanpassing van het proces nodig. 38 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Bestuursverklaring rechtmatigheid Wij verklaren dat alle middelen die ons van provinciale zijde ter beschikking zijn gesteld, zijn of worden aangewend voor de hulpverlening aan jeugdigen zoals bedoeld in de wet op de jeugdzorg, overeenkomstig de doelstelling van onze stichting. Deze luidt: ³'HVWLFKWLQJVWHOW]LFKWHQGRHOKHWRSULFKWHQYHUVWUHNNHQRILQVWDQGKRXGHQYDQYRRU]LHQLQJHQRSKHW gebied van jeugdhulpverlening en het verrichten van activiteiten gericht op het bij jeugdigen voorkomen, verminderen of opheffen van problemen of stoornissen van lichamelijke, geestelijke, sociale of pedagogische aard die hun ontwikkeling naar volwassenheid ongunstig kunnen EHwQYORHGHQ´XLWDUWLNHOXLWGHVWDWXWHQYDQ/LQGHQKRXW Wij verklaren dat op tenminste 99% van de door ons verleende hulp binnen het provinciaal kader aanspraak op hulp bestond op basis van een indicatie, een goedgekeurde pilot ongeïndiceerde hulp of een besluit spoedzorg. Annet van Zon, Raad van Bestuur Lindenhout ICT Op het vlak van de ICT openen technologische ontwikkelingen tal van nieuwe mogelijkheden. Het gaat daarbij onder meer om mogelijkheden voor verbeterde ondersteuning van medewerkers en cliënten, verbeterde samenwerking met netwerkpartners en verbeterde sturing. Lindenhout werkt programmatisch aan het verkennen en benutten van deze mogelijkheden met vier doelen: 1. Voorzien in behoeften van sturing op bedrijfsvoering 2. Vernieuwing van de ICT-infrastructuur 3. Realiseren van een up-to-date hulpverleningsdossier 4. Medewerkers leren media te gebruiken Bedrijfsvoering Vanaf de zomer van 2010 is business intelligence software CTRL8 ingericht, in gebruik genomen en doorontwikkeld. Met behulp van deze software zijn inmiddels dashboards beschikbaar over: x Effectmeting x Cliëntenstroom (incl. wachttijden) x Zorggebruik 'HJHJHYHQV]LMQDINRPVWLJXLWGHSURJUDPPD¶V&DUHHQ%HUJRS en worden gebruikt voor interne rapportages op maand en kwartaalbasis. Het gebruik van CTRL8 is ingebed in de planning en controlcyclus. Wij voorzien intensivering van de tooling van het management dashboard in 2014. Op het niveau van de Branche Jeugdzorg Gelderland zijn sinds 2009 met INITI8 diverse informatiesets ontwikkeld die de sturing van de jeugdzorg op een hoger plan brengen. Deze sets gaan in op o.m.: x Zorglogistiek (o.a. wachttijden, cliëntenstromen) x Cliënten en kosten per gemeente (combinatie van cliënt-, zorg-, kostprijs- en geografische data) Deze laatste set is in januari 2014 opgeleverd en is voor gemeenten heel belangrijk. Eind 2012 is Lindenhout begonnen met digitalisering van de personeelsadministratie. Hiervoor is gekozen voor Youforce van RAET. Inmiddels zijn salarisstrook, personeelsdossiers en verlofmodule beschikbaar. De invoering is vlot verlopen. De uitrol van volgende modules voor o.m. opleidingen is voorzien. 39 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 ICT infrastructuur De Lindenhout ICT-infrastructuur is de afgelopen 2 jaar vrijwel helemaal vernieuwd. Lindenhout kent een private cloud, server based computing met distributie en beveiliging van software en data via Citrix. Vernieuwingen zijn geweest: x Ultrabooks met online toegang voor alle hulpverleners x Wifi is aangelegd op alle lokaties x Alle mobiele medewerkers beschikken over een Smartphone x Het netwerk (verbindingen, routers, switches) is vernieuwd, met verbeterde veiligheid, capaciteit en mogelijkheden voor beeld en geluid Het hulpverleningsdossier De digitalisering van de cliëntdossiers in Care4 is in 2013 volledig gerealiseerd. Alle cliëntdossiers zijn volledig digitaal beschikbaar en vanaf elke lokatie in te zien. Het gebruik van het burgerservicenummer als eenduidige cliëntidentificatie is recent wettelijk toegestaan en verplicht. De definitie van het woonplaatsbeginsel waarmee de voor financiering van de hulp verantwoordelijke gemeente vanaf 2015 bepaald wordt, is eind 2013 beschikbaar gekomen. Het opnemen hiervan in onze cliëntadministratie krijgt in de eerste helft van 2014 zijn beslag. Pas daarna is de relatie tussen cliënten en verantwoordelijke gemeente eenduidig te leggen ± en is de informatie beschikbaar die voor een zorgvuldige transitie van de jeugdzorg essentieel is. Vervolgens is de koppeling tussen zorgadministratie en financiële administratie nodig om te voorzien in financiële stuurinformatie (regio, team, gemeente), facturatie en verantwoording. Dit alles krijgt in 2014 zijn beslag. Het meest complexe onderdeel van ons ICT-beleid betreft de ontwikkeling van een online dossier, waarin hulpverleners, cliënten en partners samenwerken. Lindenhout heeft in 2013 in een reeks pilots ervaring opgedaan met nieuwe media, informatie-uitwisseling tussen netwerkpartners, informatiedeling met cliënten en het gebruik van ICT-middelen door hulpverleners en cliënten. Onze visie is dat deze ontwikkelingen verbeterde communicatie met de cliënt en samenwerking tussen netwerkpartners mogelijk maken en dat dit bij uitstek aansluit bij transformatie van de jeugdzorg. In deze ontwikkeling spelen issues rond de kwaliteit van informatie, privacy-issues (welke informatie mogen we uitwisselen?) en diversiteit aan werkwijzen en oplossingen tussen gemeenten een rol. De bestaande oplossingen staan in de kinderschoenen, maar er worden grote stappen gemaakt. Voorlopig krijgt Lindenhout te maken met diverse en dubbele registraties, doordat gemeenten eigen registratiesystemen gaan gebruiken. Op dit moment is Lindenhout erg zuinig op het bestaande cliëntdossier in Care4. Dit is namelijk de bron van alle informatie die voor transitie en zorgkwaliteit essentieel is. Vanuit deze basis in Care4 bereidt Lindenhout een vernieuwing voor naar een gebruiksvriendelijk hulpverleningsdossier waarin informatie met cliënten en netwerkpartners gedeeld wordt. Medewerkers en ICT Als beoogd gevolg van het bieden van meer mogelijkheden voor ICT-gebruik door medewerkers neemt het gebruik van nieuwe media in de onderlinge communicatie en de communicatie met cliënten toe. De organisatie faciliteert hier diverse vormen van kennisuitwisseling. In 2013 hebben we voorzien in mediacoaches en een centrale mediacoach om als organisatie en medewerkers te leren: 40 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 x x x x Over de manier waarop onze cliënten omgaan met media en hoe we daaruit vanuit de hulpverlening aan kunnen sluiten Leren omgaan met smartphone en ultrabook Zelf sociaOHPHGLDEHWHUWHOHUHQJHEUXLNHQ³PHGLDZLMV´HWKLHNHQSULYDF\ De weg te wijzen in e-health 6.5 RISICOMANAGEMENT Risicomanagement is bij Lindenhout een integraal onderdeel van de planning en controlcyclus en het kwaliteitssysteem (HKZ). Managers van Lindenhout stellen per kwartaal een analyse op van lopende ULVLFR¶VHQEUHQJHQGH]HLQNDDUW In het risicoprofiel van Lindenhout is de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten dominant. In de risicoanalyse komen de volgende items als belangrijkste naar voren: Domein Items Acties Strategie De impact van de transitie jeugdzorg (tempo, Inhoudelijke scenarioanalyse beschikbare budgetten, organisatorische wijzigingen) op Lindenhout is immens ± en Uitwerken besparingsopties. vraagt om acties op alle aspecten van de bedrijfsvoering en hulpverlening. Relatiebeheer sterk op zorginhoud. Relatiebeheer met gemeenten en MHXJG]RUJUHJLR¶VHHQGXLGLJWRHJHGHHOG Financiën Zakelijke en organisatorische aspecten Intensieve afstemming met management. onderbelicht. Training en kennisuitwisseling management. Ontwikkeling toekomstige inkomsten (zeer) *HVSUHNNHQPHWUHJLR¶VJHPHHQWHQRYHU onzeker. toekomstige contractering en bekostiging. Kostenstructuur is weinig flexibel. Besparingsopties uitwerken en beschikbaar maken. Tijdig bijsturen opkosten. Bespreken financiering werkkapitaal met gemeenten en banken. Verbeteren cash management en debiteurenbeheer Kosten van vastgoed wegen op balans en Lange termijn beleid vastgoed continueren. resultaten. De stagnerende vastgoedmarkt Waar nodig verlies nemen. werkt hierbij belemmerend. Toesnijden van stuurinformatie op toekomst 41 Financiële stuurinformatie is onvoldoende met activiteiten, kosten en baten per regio en integraal en betreft met name kosten. gemeente. STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Domein Items Acties HRM Flexibiliteit personeelssamenstelling is Als uitgangspunt meenemen in onvoldoende afgestemd op dynamiek van de toekomstverkenning. transitie. Na jaren van krimp hebben vrijwel alle medewerkers een vast contract. Investeren in empowerment, inzetbaarheid, vaststellen en implementeren van het beroepsprofiel en professionalisering. Investeren in transitie van medewerkers, mobiliteit bevorderen. In planvorming rekening houden met frictiekosten. Hulpverlening Kwaliteit van zorg en veiligheid van cliënten Eenduidige interne richtlijnen voor veiligheid moeten ± ook in transitie ± steeds en kwaliteit. Controle op acties en gewaarborgd zijn. 5LVLFR¶VELMRYHUGUDFKWYDQ vastlegging. cliëntgegevens, zowel bij wel (privacy) als bij Aandacht voor privacy in gesprekken met niet overdragen (veiligheid) van toekomstige opdrachtgevers. cliëntgegevens. Verantwoordelijkheid voor veiligheid kan diffuus worden. Lopende het jaar maakt risicobeheersing onderdeel uit van de reguliere beleidscyclus. In de kwartaalrapportages zijn afwijkingen van doelstellingen en bedrijfsrisico¶s benoemd en gevolgd en van opvolging voorzien. Bij diverse externe inspecties (accountant, inspectie jeugdzorg, HKZ audit) is meer aandacht voor sturing op resultaten gevraagd. Dit is in 2014 met prioriteit ter hand genomen. In de loop van 2013 kwamen het belang van zakelijke sturing naar voren. Hier is in voorzien met onder meer een interne training. In bijeenkomsten met leidinggevenden zijn hierover duidelijke en bindende afspraken gemaakt. In 2014 is een interim manager bedrijfsvoering in transitie aangesteld voor een half jaar om het meerwaardemodel van Lindenhout robuust neer te zetten en de bedrijfsvoering adequaat in te richten op transitie en transformatie. 42 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 6.6 FINANCIEEL BELEID 6.6.1 HOOFDLIJNEN FINANCIEEL BELEID Algemeen Lindenhout streeft naar een financieel nulresultaat op jaarbasis en continuïteit. In 2013 is Lindenhout aan het jaar begonnen op basis van een gelijkblijvend budget ten opzichte van 2012 en een sluitende begroting. Binnen deze begroting is de groei in de pleegzorg en gezinshuiszorg opgevangen. Eind 2012 werd bevestigd dat het rijk per 1 januari 2013 een budgetkorting van ca. 3% door zou voeren. Lindenhout heeft hierop plannen in uitvoering genomen om activiteiten bij te stellen en kosten te besparen. In verband hiermee is ultimo 2012 een reorganisatievoorziening opgenomen. Deze is in 2013 gebruikt. In 2013 heeft in de aanloop naar de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten per 1 januari 2015 planvorming plaatsgevonden. Doel is hiermee inhoudelijk en financieel voorbereid te zijn op de komende transitie. Inhoudelijk betekent dit het nog meer toesnijden van onze hulpverlening op de transformatieagenda; financieel betekent dit opnieuw verlaging en flexibilisering van kosten. De XLWZHUNLQJLVJHGDDQLQKHWUHRUJDQLVDWLHSODQ³:RQHQHQ2SJURHLHQ´ Rentabiliteit Per saldo is het resultaat over 2013 YDVWJHVWHOGRS¼237.814. Dit resultaat is mede tot stand gekomen door een aantal bijzondere posten. Alles bij elkaar wijkt het genormaliseerd resultaat weinig af van de jaarrekening. Resultaat volgens jaarrekening ¼ 238.000 Positief beïnvloed door: - Lagere vooorziening groot onderhoud -80.000 - Onttrekking + vrijval reorganisatievoorziening - Lagere arbeidsongeschiktheidsvoorziening -52.000 - Lagere jubileumvoorziening -30.000 - Lagere reservering verlofdagen -77.000 - Eenmalige teruggave WGA-WIA premie -254.000 -125.000 Negatief beïnvloed door - Voorziening verlieslatende contracten - Impairment vaste activa - Eenmalige kosten jubileumviering Genormaliseerd resultaat 43 358.000 62.000 210.000 ¼250.000 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Resultaat verbijzonderd naar financiers +HWUHVXOWDDWYDQ¼ is te verbijzonderen naar onze financiers en activiteiten: Post Resultaat 2013 [¼ Resultaat Provincie Gelderland 182.000 Resultaat Provincie Overijssel 83.000 Resultaat Gemeentelijke activiteiten -135.000 Resultaat Overige activiteiten 108.000 Resultaat Lindenhout totaal 238.000 De boekverliezen en waardevermindering van vastgoed zijn conform afspraken niet in het Gelders resultaat meegenomen. 6.6.2 BATEN De baten uit ontvangen subsidies waren in 2013 ¼44,6 miljoen. De ontwikkeling van de baten over de afgelopen jaren is de volgende: 2009 43,3 miljoen (+ 11%) 2010 45,4 miljoen (+ 5%) 2011 43,3 miljoen (-/- 5%) 2012 44,6 miljoen (+ 3%) 2013 44,6 miljoen ( 0%) Nominaal bleef in 2013 de subsidie gelijk. Door de inflatie van 2,5% en lastenverhogingen zoals de BTW-verhoging was er in reële termen sprake van een inkomstendaling van ca. 3%. Als we de ontwikkeling van de baten corrigeren naar prijspeil 2013 kunnen we zien hoeveel cliënten GRRU/LQGHQKRXW]LMQJHKROSHQSHU¼VXEVLGLH Jaar Subsidie Prijs index Subsidie Index Unieke Productiviteit Mutatie ¼PLOMRHQ (CPI) Prijspeil 2013 subsidie cliënten cliënten / (%) ¼PLOMRHQ (2009 = 100) ¼PLOMRHQ 2009 43,3 105.38 47,2 100 3874 82 +1 2010 45,4 106.72 48,8 103 4145 85 +4 2011 43,3 109.22 45,5 96 4187 92 +8 2012 44,6 111.90 45,7 97 4114 90 -/-2 2013 44,6 114,71 44,6 94 4060 91 +1 Tabel: productiviteit in aantal geholpen unieke cliënten per miljoen euro (prijspeil 2013) 44 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Over 2013 bedroegen de subsidiebaten 44,6 miljoen. In totaal ZDUHQGHRQWYDQJHQEDWHQ¼1,1 miljoen hoger dan begroot. Inkomsten uit subsidie en hulpverlening Provincie Gelderland Overijssel (via Pactum) Overige provincies Gemeentelijke subsidies Overige dienstverlening Totaal Werkelijk Begroot 9HUVFKLO¼ Verschil (%) 40.561.140 40.140.000 421.140 1,0% 1.760.627 1.701.000 59.625 3,5% 294.023 0 294.023 100,0% 1.904.960 1.857.700 47.260 2,5% 909.233 658.400 250.833 27,5% 45.429.983 44.358.100 1.071.883 2,4% De verschillen tussen werkelijke en begrote subsidies zijn als volgt verklaard: (1) voor de provincie Gelderland: de indexatie van de pleegvergoeding; de aanvullende subsidie voor hulp aan kinderen van licht verstandelijk beperkte moeders; de vrijval van de vooruit ontvangen subsidie voor Gelderse bedden; (2) voor de Overijsselse subsidie de niet begrote indexatie; (3) ¼DDQniet begrote vergoedingen zijn ontvangen voor kinderen die geplaatst zijn vanuit andere provincies; (4) gemeentelijke subsidie zijn vrijwel zoals begroot (5) overige dienstverlening betreft voornamelijk overeenkomsten van opdracht bij onder meer scholen. De hogere inkomsten betreffen Awbz-zorg in onderaannemerschap YLD¶V+HHUHQ/RRvoor kinderen die in een gezinshuis bij Lindenhout wonen. Gelderland De provincie Gelderland stelt een aantal kwalitatieve eisen aan de vaststelling van de subsidie. Bepaald is welke beleidsinformatie dient te worden opgeleverd als wijze van verantwoording. Het gaat om volume geleverde zorg, kostprijzen, cliëntenstroom, rechtmatigheid en een aantal andere kwalitatieve items die in dit jaardocument worden besproken. In de bijlagen is de gevraagde informatie aanvullend op dit jaarverslag opgenomen, inclusief de toelichting de hulpverlening aan Gelderse cliënten in termen van P*Q. Dit geeft een goed beeld van de geleverde hulpverlening. Overijssel Voor de provincie Overijssel ontvangt Lindenhout subsidie via Pactum, dat bij Lindenhout in Deventer daghulp en ambulante hulp inkoopt. Het betreft een subsidie van ruim ¼8 miljoen. De verantwoording aan de provincie Overijssel vindt plaats door Pactum. Overige baten De overige baten zijn niet opgenomen in bovenstaand overzicht. De daling van de rente heeft geleid tot een daling van de UHQWHEDWHQYDQ¼QDDU¼ 128.000. De inkomsten uit verhuur van RQURHUHQGJRHG]LMQJHVWHJHQYDQ¼QDDU¼GRRUHHQWRHQDPHYDQGHYHUKXXUGH oppervlak. 45 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 6.6.3 LASTEN Personeelskosten De personeelskosten als percentage van de totale baten zijn gedaald van 64,0% naar 61,9%. De verklaring van deze daling ligt in de groei van pleegzorg (pleeggelden), gezinshuizen en uitbestede residentiële zorg. Verzorgingskosten De verzorJLQJVNRVWHQVWLMJHQYDQPHW¼7 miljoen (7%) van ¼PLOMRHQ QDDU¼PLOMRHQ Deze stijging is te verklaren uit een groei van de pleegzorg en indexatie van pleeggelden en meer gebruik van gezinshuiszorg die Lindenhout bij franchisenemers inkoopt, alsmede aan bij derden ingekochte residentiële zorg. In deze kostenstijging is de groei van gezinshuizen en pleegzorg terug te zien. De verzorgingskosten bedragen in totaal 23%van de exploitatiekosten van Lindenhout. Huisvestingskosten Gecorrigeerd voor voorzieningen en eenmalige afboekingen zijn de huisvestingskosten gelijk gebleven op ¼5 miljoen. In de jaarrekening zijn de huisvestingskosten gestegen omdat hierin ook ¼ 359.000 voor het verlieslatend huurcontract met de Stichting de Springplank en een afwaardering YDQ¼YRRUYDVWJRHG]LMQRSJHQRPHQ De afschrijvingen YDQYDVWHDFWLYD]LMQPHW¼ JHGDDOGWRW¼PLOMRHQ Apparaatskosten Tot de apparaatskosten behoren alle, grotendeels indirecte, kosten die gemaakt worden voor het doen functioneren van de organisatie. Te denken valt aan kosten van brancheorganisaties, bijeenkomsten, contributies, PR materiaal, ICT, porti, printers/copiers, bestuurskosten en advieskosten. De kosten zijn met 7% gestegen WRW¼PLOMRHQ'HNRVWHQVWLMJLQJKHHIWHHQ eenmalig karakter; ze waren verbonden aan de viering van het 150-jarig jubileum, onderzoek en advies betreffende het seksueel misbruik in Neerbosch en advies over vastgoedvraagstukken. 6.6.4 POSITIE OP BALANSDATUM Balans Het eigen vermogen is JHVWHJHQYDQ¼13,5 miljoen tot ¼13,8 miljoen op een totaal vermogen van 23,4 miljoen. RATIO-ANALYSE Solvabiliteit (1) 31.12.2013 31.12.2012 48% 46% 25% 24% 1,0% 0,1% 0,5% 0,1% 2,12 1,88 (algemene reserve / totaal vermogen) Solvabiliteit (2) (algemene reserve / omzet) Rentabiliteit op totaal vermogen (resultaat / totaal vermogen) Rentabiliteit op omzet (resultaat / omzet = bruto marge) Liquiditeit (vlottende activa / schulden <1 jaar) 46 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Egalisatiereserve provincie Gelderland Op grond van artikel 4:72 van de Algemene Wet Bestuursrecht wordt de egalisatiereserve Gelderland vastgesteld als verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend. Het positieve resultaat op Gelderse jeugdhulpverlening EHGUDDJW¼182.000 en is toegevoegd aan de egalisatiereserve. Investeringen 2013 [¼ 2012 x ¼ 1000 115 329 Smartphones 0 102 Management informatie 0 18 Website 0 16 ICT infrastructuur 166 95 Terreinen, gebouwen en installaties 101 324 25 75 407 960 Investeringen (incl. [projecten in uitvoering) Notebook computers Inventaris Totaal investeringen In 2013 is naar verhouding weinig geïnvesteerd. De meeste investeringen hadden betrekking op de ICT-voorzieningen. Voorzieningen Na het rapport van de commissie Samson is door de ministeries van VWS en VenJ met Jeugdzorg Nederland een Statuut voor buitengerechtelijke afdoening van civiele vorderingen tot schadevergoeding opgesteld voor slachtoffers van seksueel misbruik in jeugdinstellingen en pleeggezinnen in de periode 1945-2012. /LQGHQKRXWQHHPWGHHODDQGH]H³FRXODQFHUHJHOLQJ´'HXLW te keren tegemoetkomingen komen voor rekening van Lindenhout. De looptijd van de regeling is tot 1 januari 2016. Op het moment van publicatie van deze jaarrekening hebben twee personen daadwerkelijk een beroep gedaan op deze regeling, hierop is echter nog geen schadevergoeding vastgesteld. Van acht personen is ons bekend dat ze een beroep op de coulanceregeling overwegen maar dat ze dit nog niet hebben gedaan. Van het aantal meldingen, noch van de hiermee gemoeide bedragen, is op dit moment redelijkerwijs een schatting te maken. Om deze reden is voor de vergoedingen uit hoofde van het Statuut geen voorziening in de jaarrekening opgenomen. Verlieslatend contract Lindenhout huurt een deel van het gebouwencomplex van de Stichting de Springplank in Apeldoorn. In 2013 zijn de leningen van de Springplank vernieuwd. Als zekerheid voor deze financiering geldt het vastgoed met ondergrond van de Springplank. De bestaande huurovereenkomsten zijn gehandhaafd, alleen is de huurtermijn verkort van 40 naar 15 jaar. De huurders van de Springplank hebben afgesproken dat de Springplank haar leningen zo snel mogelijk aflost, zodat over ca. 5 jaar de Springplank opgeheven kan worden zonder nadere verplichtingen. Door deze wijziging hoeft Lindenhout de langjarige huurverplichting aan de Springplank niet als verplichting in de balans op te nemen. Lindenhout heeft inzake de huurverplichting bij de Springplank een voorziening opgenomen voor een verlieslatend contract, omdat nog maar een deel van de gehuurde oppervlak door Lindenhout in gebruik is. 47 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 Kasstroom De toename van liquide middelen was LQWRWDDO¼0,4 miljoen. De belangrijkste oorzaken in deze WRHQDPH]LMQKHWUHVXOWDDW¼PLOMRHQGHYHUNRRSYDQeffecten ¼PLOMRHQ, investeringen die lager waren dan de afschrijvingen (+ ¼ miljoen) en een toename van de vorderingen (- ¼ miljoen). Hoewel Lindenhout een aantal panden te koop heeft staan, zijn door ons in 2013 geen panden verkocht. Treasury Het treasurystatuut van Lindenhout en de vastgestelde regeling voor mandaten, inkopen en betalingen voorziet in een waterdichte organisatie rond verplichtingen, betalingen en beheer van de financiële middelen van Lindenhout. Conform het treasurystatuut zijn liquide middelen met een laag risico belegd. Op basis van het nieuwe treasurystatuut ± in het licht van de actuele ontwikkelingen op de financiële markten ± is een grotere spreiding van de gelden gerealiseerd. Lindenhout heeft haar middelen gespreid bij vier financiële instellingen: SNS Bank, Rabobank, Deutsche Bank Nederland en de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Aan liquiditeiten wordt ultimo 2013 ¼8,1 PLOMRHQDDQJHKRXGHQ'DDUQDDVWLV¼0,9 miljoen belegd in effecten. Het gaat hier om kortlopende effecten bij de Bank Nederlandse Gemeenten, namelijk ¼ 901.004 in het BNG Fido Kapitaalmarktselect Fonds (rendement 2013: 1,6%). Dit fonds houdt obligaties van partijen met een hoge rating. De positie in BNG Fido Geldmarktselect Fonds is gelet op de zeer lage geldmarktrente afgebouwd. De creditrente is enigszins gedaald en het gemiddelde ligt nu onder de 2%. Wij verwachten geen grote wijzigingen in 2014. De langlopende schulden bestaan vrijwel geheel uit waarborghypotheken bij de Staat der Nederlanden/VWS. Deze zijn niet rentedragend. Lindenhout doet geen beroep op bankkrediet. Vastgoed Een belangrijk deel van de activa van Lindenhout bestaat uit (grote) woonhuizen en enkele kantoorpanden. De vastgoedportefeuille is aan de hand van de meest actuele WOZ-waarden, de prijsontwikkeling op de woningmarkt en taxaties beoordeeld RSZDDUGHHQPRJHOLMNHULVLFR¶V Hiervoor is een onderscheid gemaakt naar (1) panden in gebruik en (2) panden buiten gebruik. Uit deze analyse bleek dat voor de panden in gebruik sprake is van een kleine overwaarde, zodat hiervoor geen waardevermindering aan de orde is. Voor de panden die niet in gebruik zijn is per pand beoordeeld hoe boekwaarde en marktwaarde zich verhouden. Dit heeft geleid tot een waardevermindering van LQWRWDDO¼'LWLVYDQGHWRWDOHJHVFKDWWHPDUNWZDDUGHYDQKHW vastgoed van Lindenhout. ,Q]LMQSDQGHQWHNRRSJH]HWPHWHHQWRWDOHYUDDJSULMVYDQ¼PLOMRHQ+RHZHOKHWWRFK kwalitatief goed vastgoed betreft, trekt de stagnatie in de vastgoedmarkt sporen. De verkooptijden zijn lang. In 2013 zijn geen panden verkocht. Twee panden zijn verhuurd. Verhuur van vastgoed in transitie zien wij als een mogelijkheid langdurige leegstand te voorkomen en opbrengsten en beheer veilig te stellen; het heeft echter beslist niet onze voorkeur. Begin 2014 zijn nog nieuwe objecten te koop gezet. 48 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 De Stichting de Springplank is geherfinancierd. Lindenhout had bij de Springplank een huurverplichting YDQ¼SHUMDDUYRRUGHNRPHQGHMDDU'H6SULQJSODQN heeft haar vastgoed tegen lagere rentes geherfinancierd. Bovendien zijn de huurovereenkomsten met Karakter, Lindenhout en GGNet teruggezet naar een looptijd van 15 jaar. Omdat een aanzienlijke huurverplichting resteert terwijl Lindenhout niet alle vierkante meters nodig heeft, is in de jaarrekening een post opgenomen voor een veUOLHVODWHQGFRQWUDFWYRRUHHQEHGUDJYDQ¼ Lindenhout bereidt actief de verkoop van de gronden en opstallen op Neerbosch bij Nijmegen voor. e Het gaat om een deel van de grond waar sinds de 19 eeuw het kinderdorp Neerbosch gevestigd was. Lindenhout is eigenaar van een deel van de grond en de opstallen Neerbosch. De gronden worden niet meer gebruikt voor de eigen bedrijfsvoering, terwijl het beheer voortdurend bestuurlijke aandacht en kosten vraagt. Om de verkoop mogelijk te maken dient helderheid gecreëerd te worden over rechten en oude verplichtingen, mogelijke bestemmingen en de belangen van diverse stakeholders. In de voorbereiding is enige voortgang geboekt. Op de opstallen van Neerbosch zijn diverse waarborghypotheken gevestigd. Bij verkoop zullen deze worden ingelost en ontstaan mogelijkheden om de opbrengsten te herinvesteren. In 2013 is Lindenhout tot overeenstemming gekomen met de Christine Bader Stichting Irene Kinderziekenhuis over aankoop van de gronden aan de Heijenoordseweg 1 in Arnhem. De aankoop is in februari 2014 formeel afgewikkeld. Lindenhout was al eigenaar van de opstallen. Lindenhout heeft nu de volle eigendom van de Heijenoordseweg 1 en wint hiermee aan flexibiliteit. 6.6.5 TOEKOMSTVERWACHTINGEN De zorg voor jeugd staat aan de vooravond van de transitie, waarbij de financiering overgaat van provincies naar gemeenten. De inkomsten van Lindenhout bestaan voor 93% uit provinciale subsidies. Hiervan is 4% afkomstig van de provincie Overijssel en 89% van de provincie Gelderland. 4% van de inkomsten komt van een tiental gemeenten. Na de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten zijn de inkomsten van Lindenhout in hoofdzaak afkomstig van 34 gemeenten. Daarnaast verleent Lindenhout zorg aan cliënten die afkomstig zijn van buiten ons werkgebied. Deze gemeenten hebben plannen om op diverse niveaus samen te werken bij de inkoop van jeugdzorg. Het belangrijkste samenwerkingsniveau is dat van de ]RJHQDDPGHMHXJG]RUJUHJLR¶V7RWKHWNHUQJHELHGYDQ/LQGHQKRXWEHKRUHQGHYROJHQGH4 jeugd]RUJUHJLR¶V´ x Regio Arnhem x Regio Food Valley x Regio Oost Veluwe ± Midden IJssel x Regio Achterhoek Het is de verwachting dat een groot deel van de zorg voor jeugd zoals Lindenhout deze levert via de regionale arrangementen bekostigd gaat worden. Lindenhout biedt ook hulp buiten deze kerngebieden. Hiermee is 6% van onze omzet gemoeid; het betreft in totaal 20 andere Gelderse gemeenten en tientallen gemeenten buiten Gelderland. Ook zullen zakelijke relaties ontstaan als gevolg van uitbesteding, onderaannemerschap en andere vormen van partnership tussen andere zorgaanbieders en Lindenhout. Lindenhout is met de ambulante hulpvorm MDFT opgenomen in het landelijk arrangement; deze hulp zal vanuit een 49 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 landelijk budget worden bekostigd. Mogelijk zal in Gelderland een deel van de hulp bovenregionaal worden georganiseerd en bekostigd. Op het moment van publiceren van ons jaardocument zijn met Lindenhout nog geen afspraken gemaakt over de bekostiging van onze inzet met ingang van 2015. De regionale transitiearrangementen die door GHYHUVFKLOOHQGHMHXJG]RUJUHJLR¶V]LMQRSJHVWHOGSHUQRYHPEHU 2013 ± en sindsdien verder zijn uitgewerkt en geconcretiseerd, bevatten indicaties voor te maken afspraken. Daarbij worden inkooppercentages variërend van 70% tot 90% van het huidige budget genoemd. De inhoudelijke verbinding tussen inkoopstrategie en -bedragen en de feitelijk te leveren zorg is echter nog in geen enkel geval gelegd. Ook over de verdeling van de inkoopbudgetten tussen gemeentelijk, regionale en bovenregionale niveaus zijn nog geen definitieve keuzes gemaakt. Gemeenten hebben in het proces van concretisering van afspraken moeite met het leggen van een eenduidige relatie tussen het gebruik van jeugdzorg en hun individuele gemeente en/of regio. De verklaring is dat alle beschikbare cijfers zijn gebaseerd op ramingen en algoritmen. Een feitelijke en volledige registratie van cliënten per verantwoordelijke gemeente, conform het woonplaatsbeginsel, is nog niet beschikbaar. De berekende verdeling van kosten en zorggebruik over gemeenten is afgeleid van historische uit 2012 met behulp van de best beschikbare aannames en algoritmen. In de verschillende plannen is aandacht voor continuïteit van zorg en in toenemende mate sprake van meerjarige overgangsafspraken. Deze meerjarige afspraken worden noodzakelijk gevonden voor het voorkomen van hoge frictiekosten als uitvloeisel van de transitie. Ook de gebrekkige informatiepositie is voor gemeenten een belangrijk argument voor geleidelijkheid. Gemeenten en UHJLR¶VOHJJHQ]LFKLQKXQYRRUEHUHidingen in 2014 steeds meer toe op een beleidsarme transitie, ZDDUPHHILQDQFLsOHHQLQKRXGHOLMNHULVLFR¶V]RYHHOPRJHOLMNYHUPHGHQZRUGHQ9DQXLWGHte creëren nieuwe situatie kan dan vervolgens in de periode 2015-2018 de verdere transformatie van de zorg voor jeugd vorm krijgen. Uit het voorgaande wordt duidelijk dat de transitie van de jeugdzorg financieel een grote impact zal hebben op onze organisatie. De bestaande situatie waarin 89% van onze baten afkomstig is van één financier, die zich in alle opzichten aanspreekbaar en solvabel heeft getoond, wordt vervangen door een nog vorm te geven situatie, waarin sprake zal zijn van contracten met in eerste instantie tenminste 34 gemeente, hun samenwerkingsverbanden, alsmede opdracht- en uitbestedingsrelaties met een keur aan ketenpartners. Bovendien liggen er plannen om in de periode 2015-2017 een besparing van tenminste 15% op de totale kosten van de zorg voor jeugd te realiseren. Over de vraag waar en hoe de frictiekosten die met deze krimp gepaard gaan gedragen moeten worden, bestaat op politiek niveau onenigheid. Deze kosten zullen er echter zijn, en hebben op systeemniveau een kostprijsverhogend effect. Vertrouwen Voor de continuïteit van de hulpverlening en de bedrijfsvoering ontleent Lindenhout vertrouwen aan het gegeven dat op alle niveaus intensief wordt samengewerkt met gemeenten aan een zorgvuldige transitie, waarbij een meerjarige overgang en beperking van frictiekosten leidraad zijn. Daarbij bestaat vertrouwen in de werkwijze en benadering van Lindenhout. De visie op de zorg voor jeugd die Lindenhout in de praktijk brengt sluit bij uitstek aan op de transformatievisie die de transitie drijft. +HWYHUWURXZHQLQGHDDQSDNGLHUHJLR¶VNLH]HQODDWRQYHUOHWGDWGHRUGHUSRUWHIHXLOOHYDQ Lindenhout voor 2015 op dit moment nog leeg is. Formele garanties voor omzet en continuïteit ontbreken, 50 STICHTING LINDENHOUT - JAARDOCUMENT 2013 behalve dat continuïteit van zorg voor cliënten wettelijk vastligt. *HPHHQWHQHQUHJLR¶VKDQWHUHQ uiteenlopende tijdpaden voor het maken van voorlopige en definitieve afspraken met zorgaanbieders. In de meeste gevallen wordt aangestuurd op bekendmaking van indicatieve inkoop rond 1 juli 2014. Meer definitieve afspraken zijn voorzien rond november 2014. Om goed om te kunnen gaan met de verwachte daling van inkomsten en de financiële en LQKRXGHOLMNHULVLFR¶VYDQGHWUDQVLWLHneemt Lindenhout maatregelen die leiden tot: x Optimalisatie van het hulpaanbod, aansluitend op GHYLVLHYDQJHPHHQWHQHQUHJLR¶V x Verlaging van de kosten. De vraag naar de juiste maatvoering van deze maatregelen is bijzonder moeilijk te beantwoorden. Lindenhout heeft op dit moment de plannen in uitvoering die leiden tot een daling van de kosten met 10% ultimo 2014+HWPHHVWYHUJDDQGHSODQLV³:RQHQHQ2SJURHLHQ´ dat voorziet in vervanging van residentiële opvang door hulp die lichter en dichterbij is. De kosten van deze omvorming zijn begroot in 2014. Zodra meer duidelijk ontstaat over de budgetten en inhoudelijke verschuivingen in zorginkoop en zorgvraag als gevolg van beleidsvoornemens en afspraken met gemeenten, is Lindenhout in staat verder bij te sturen. Concluderend kan gezegd worden dat Lindenhout zich voorbereidt en inspant om meer complexiteit aan te kunnen. Bijdragen aan het geluk van kinderen en hun ouders, het helpen overkomen van belemmeringen en het bevorderen van kansen bij opgroeien en opvoeden, is wat ons drijft. In goed samenspel met onze toekomstige opdrachtgevers is dit kansrijk! 51
© Copyright 2024 ExpyDoc