92669 Advies MAA compensatieregeling chronisch

VAN: Maatschappelijke Adviesraad Albrandswaard (MAA) AAN: College van B&W van Albrandswaard Datum: 7 augustus 2014 Onderwerp: Compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten / advies Introductie De Maatschappelijke Adviesraad Albrandswaard (MAA) heeft een nota over bovenstaand onderwerp op 16 juli ontvangen. Deze nota, en de daarbij behorende samenvatting, is voorlopig het sluitstuk van een serie nota’s en discussies over de WMO 2015 wet die per 1‐1‐2015 zal ingaan. Het doel van dit schrijven is een terugkoppeling over wat de MAA vindt van de aanpak die het college voor ogen heeft met dit deelterrein. Tijdens voorlichtingssessies (BAR breed en lokaal) en tijdens vergaderingen van de MAA hebben leden van de adviesraad gereageerd en hun mening gegeven over de diverse beleidsnota’s met betrekking tot de WMO 2015. We verwijzen u gaarne naar het verslag van de vergadering van de MAA van 10 juli. Op die avond is ook het onderwerp “Voorstel beleidswijziging huishoudelijke hulp 2015 e.v.” uitgebreid besproken. U kent intussen onze mening hierover. Aansluitend daarop is er nog een prima bijeenkomst geweest op 17 juli. Samen met vertegen‐
woordigers van het WWZ‐beraad is toen nog eens op een andere manier gesproken over het “Beleidsplan WMO 2015” en de “Concept verordening WMO 2015” We danken de wethouder en de betrokken beleidsmedewerkers voor de openheid waarmee dit alles is gebeurd. Terugkoppeling Compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten Voor wat betreft de vervangende gemeentelijke regeling constateert de MAA dat de gemeente Albrandswaard uit de verschillende mogelijkheden zichzelf beperkt tot de uitbreiding van de collectieve zorgverzekering voor minima (CZM). De andere mogelijkheden (een financiële tegemoetkoming vanuit de WMO) worden verworpen, omdat de uitvoeringskosten en de belasting voor de burger te hoog zouden zijn, de doeltreffendheid en de beheersbaarheid van het budget te laag zou zijn. Wanneer een gemeente geen gebruik maakt van haar bevoegdheid tot WMO‐compensatie moet zij dat in het WMO‐beleidsplan en in de verordening motiveren. Als ze wel gebruik maakt, moet ze de keuze motiveren. In de samenvatting van de opties voor gericht maatwerk wordt de mate van gerichte compensatie door de gemeente gezien als “hoog”. De MAA is het daar niet mee eens. Weliswaar biedt dit de deelnemers, die aan de eisen voldoen voor deelname aan de CZM en aan de eisen voor inkomen, een compensatie van € 120 per jaar, maar dat kun je nauwelijks een gerichte compensatie noemen. De MAA heeft al eerder opgemerkt dat het probleem voor veel chronisch zieken gehandicapten is dat ze eenvoudig kunnen overstappen naar de CZM maar dan in een ‘lock‐in” zitten bij CZ. Later opnieuw overstappen naar een andere aanvullende verzekering is vaak lastig en complex voor mensen met een handicap of chronische gezondheidsproblemen. Bovendien verschillen de soorten kosten tussen de betrokken individuen aanzienlijk. Als al gekozen wordt om het merendeel van de meerkosten van chronisch zieken in een (aanvullende) collectieve zorgverzekering onder te brengen, vergeet men dat er ook kosten zijn die daar niet in passen; bijvoorbeeld meerkosten voor vervoer, energie, ICT‐infra en telefoon. Het Transitiebureau WMO 2015 adviseert voor dergelijke meerkosten toch een financiële tegemoetkoming via de WMO of de Bijzondere bijstand.
Advies 1. Erken dat de oplossing via een aanvullende verzekering in de CZM slechts een deel van de betrokken burgers van Albrandswaard zal helpen.
2. Bied de (uitbreiding van) de collectieve zorgverzekering aan als optie, maar zoek tevens naar een alternatief tot compensatie van onverzekerbare meerkosten via de WMO.
3. Stel de CZM open voor burgers die tot 130% van het sociaal minimum verdienen. Dit sluit dan aan bij de bestaande CZM voor de minima. Toelaten van alle chronisch zieken en gehandicapten tot deze regeling is uiteraard een mogelijkheid.
4. Maak duidelijke beleidsregels voor wie in aanmerking komt voor de compensatie van de meerkosten en of men met forfaitaire bedragen wil werken of dat individuele declaraties tot de mogelijkheid behoren, hetzij via de WMO of de bijzondere bijstand. 5. Breng bij een (nieuwe) Wmo‐aanvraag tijdens het “keukentafelgesprek” zorgvuldig de inkomenspositie van mensen in kaart en de noodzaak voor ondersteuning. Zorg voor individueel maatwerk. 6. Pas het WMO‐beleidsplan en de WMO verordening aan om de gekozen oplossing voor bovenstaande punten helder op papier te krijgen. Met vriendelijke groet namens de Maatschappelijke Adviesraad Albrandswaard N. Bom, voorzitter E. Chvedtsjoek, secretaris