Valpreventiebeleid bij wijkverpleegkundige zorg ZvW

Valpreventiebeleid bij wijkverpleegkundige zorg (ZvW) vanuit Carinova
1 Valongevallen bij ouderen en de invloed op de kwaliteit van leven*
Valongevallen bij ouderen vormen een bedreiging voor hun gezondheid en kunnen enorme
impact hebben op hun kwaliteit van leven. Bijna de helft van het aantal valongelukken gaat
met letsel gepaard, zoals botbreuken. De zelfredzaamheid kan daardoor ineens in (verder)
geding komen omdat de oudere bijvoorbeeld minder mobiel wordt, wat de algemene
dagelijkse verrichtingen bemoeilijkt. Ook hun ADL mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld het
zichzelf kunnen wassen en/of traplopen kunnen ineens een belemmering vormen. Daarnaast
kunnen psychologische en sociale gevolgen optreden. Bijvoorbeeld: angst om te vallen kan
sociaal isolement in de hand werken. Angst om te vallen omdat de evenwichtsbalans als
onzeker wordt ervaren kan er aan bijdragen dat men zo min mogelijk ‘gevaar’ opzoekt. Het
naar buiten gaan neemt af, wat de sociale contacten negatief beïnvloedt. Één en ander heeft
vervolgens ook weer invloed op de algemene fysieke conditie die juist voldoende sterk dient
te blijven voor het herstel tijdens regulier optredende ziekteperioden.
Zo kan een ogenschijnlijk `eenvoudige val` tot een scala van nadelige gevolgen en kosten
(zie §3) leiden.
2. Definitie val en valpreventie*
Onder een val wordt verstaan: het uit verticale of horizontale positie plotseling en onvrijwillig
op de grond terechtkomen. Of iets een val is of niet, wordt dus niet bepaald door het feit of
er wel of geen letsel is opgetreden. Valpreventie beoogt daarbij (bij te dragen aan) het
voorkomen van vallen.
3. Valcijfers*
Uit verschillende internationale onderzoeken komt naar voren dat zo’n 30% van de 65+plussers minimaal één keer per jaar valt. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben, denk aan
overlijden. In Nederland is dit het geval bij ongeveer 1800 ouderen van 55 jaar en ouder.
Daarnaast worden 32.000 ouderen in het ziekenhuis opgenomen en nog eens 88.000
worden er op de eerste hulp behandeld.
Het aantal ouderen neemt toe. Verwachting is dat daarmee het aantal letsels ten gevolge van
een val zullen stijgen. Naast de negatieve invloed op de zelfredzaamheid, afnemende
participatiemogelijkheden en kwaliteit van leven leidt dit ook tot een aanzienlijk effect op de
kosten van de gezondheidszorg.
4. Kosten van vallen voor de gezondheidszorg*
•
•
•
Iemand die gevallen is wordt onzeker en vraagt meer hulp van verzorgenden.
Als er sprake is van letsel na een val, wordt er eerder een beroep gedaan op de
verpleging/verzorging en (para)medici. Hierdoor neemt de zorgvraag en werkdruk
toe.
Ten slotte stijgen ook de medische kosten door bijvoorbeeld aanschaf van
hulpmiddelen, ziekenhuisopname, fysiotherapie en meer behoefte aan verzorging of
verpleging. Jaarlijks kosten valongevallen van ouderen ruim 690 miljoen euro
(bijvoorbeeld ambulance, specialisten, revalidatie). Twee derde van deze kosten (460
Valpreventiebeleid bij wijkverpleegkundige zorg (ZvW) Carinova. Versie 1 c:/DvdB
1
miljoen euro) komen door valongevallen van zelfstandig wonende 75-plussers. Dit is
ongeveer € 10.000 euro per ongeval.
5. Oorzaken*
De oorzaken van vallen worden wel in twee risicogroepen verdeeld, te weten:
•
Persoonsgebonden (intrinsieke) risico factoren:
Lichamelijke en/ of geestelijke oorzaken zijn onder andere: verstoord evenwicht,
duizeligheid, zichtproblemen, slechte mobiliteit, verkeerd gebruik van medicijnen,
dementie, angst om te vallen en psychische verwarring.
•
Omgevingsgebonden (externe) risicofactoren:
Een val kan ook veroorzaakt worden door producten (o.a. medicijnen, alcohol),
hulpmiddelen (loophulpmiddelen, schoeisel) en/of de omgeving (vloeren,
oneffenheden, kleedjes, gebrek aan goed geplaatste leuningen, natte vloeren,
ontbreken van verlichting, onoverzichtelijk loopcircuit, losse tegels).
Valongevallen bij ouderen worden meestal veroorzaakt door een combinatie van
persoonsgebonden en omgevingsgebonden factoren. Om die reden is het belangrijk om bij
preventie activiteiten en eventueel te nemen maatregelen aandacht te schenken aan een
juiste risicosignalering.
6. Valpreventiebeleid via risicosignalering en interventies in wijkverpleegkundige zorg
(ZvW)
6.1: Eerste verantwoordelijkheid bij de cliënt
Binnen het kader van zelfregie, eigen verantwoordelijkheid en zelfmanagement m.b.t. de
kwaliteit van leven zijn ouderen en hun mantelzorgers eerst zelf en/of samen
verantwoordelijk om het risico op een val van een cliënt te verlagen. Ouderen zullen in
voorkomend geval ook daadwerkelijk zelf maatregelen moeten nemen om het valrisico te
voorkomen. Alleen gedragsverandering vanuit hen zelf leidt tot de best gedragen maatregeleffectiviteit.
6.2: Signalering, in gesprek gaan; secundaire verantwoordelijkheid
Veel ouderen hebben echter geen oren naar valpreventieve adviezen. Hun probleemperceptie
is i.h.a. laag m.b.t. een valrisico. “Ik ben toch nog niet zo oud” of: “Dat overkomt mij niet”,
zijn veel gehoorde praktijkreacties*. Een algemene voorlichting over valpreventie - zonder dit
op de persoon toe te spitsen - blijkt daarom veelal niet erg effectief. Een periodieke
individuele risicosignalering door de (wijk)verpleegkundige en/of verzorgende is een goed
middel om, wanneer de signalering dat uitwijst, in gesprek te gaan met de cliënt en (wanneer
de cliënt dat accepteert) diens mantelzorg, om die eerste stap richting gedragsverandering
te kunnen zetten.
Dat wordt als een professionele, naar verantwoordelijkheden-gelaagdheid, secundaire
bijdrage en verantwoordelijkheid gezien vanuit o.a. de (wijk)verpleegkundige en verzorgende
professie. Ook huisartsen e.a. dragen hierin bij o.b.v. hun professionele (secundaire)
verantwoordelijkheid richting hun patiënten.
De cliënt en/of diens gemachtigden blijft/blijven echter eerstverantwoordelijk.
Valpreventiebeleid bij wijkverpleegkundige zorg (ZvW) Carinova. Versie 1 c:/DvdB
2
6.3: Risicosignalering en interventies binnen de wijkverpleegkundige zorg** (ZvW) van
Carinova
Periodieke risicosignalering bij elke cliënt
Om een individueel en effectief advies te kunnen geven aan ouderen wordt periodieke
risicosignalering m.b.t. valpreventie individueel per (ZvW/wijkverpleging) cliënt van Carinova
ingezet en zo nodig opgevolgd door een op de risicobevinding afgestemd interventie
aanbod.
Deze risicosignalering vindt periodiek plaats op initiatief van de zorgcoördinator van de
cliënt. Periodiek betekent hier: bij elke intake en minimaal 2 x per jaar tijdens de evaluatie
van de zorgplanbespreking. Wanneer de situatie daar aanleiding toe geeft, bijvoorbeeld kort
na een valincident, wordt de signalering opnieuw toegepast.
Zorgplan/zorgdossier
De zorgcoördinator noteert in het zorgplan/zorgdossier dat en wanneer de risicosignalering
heeft plaatsgevonden, wat de bevinding was en/of welke interventie is geadviseerd en/of
heeft plaatsgevonden.
De CWV-en zien er tijdens de steekproeftrekking van de zorgplannen/zorgdossiers van hun
team op toe dat dit genoteerd is en/of wordt.
Registratiesysteem
Binnen het kader van de – o.b.v. de per eind 2014 bekend gemaakte nieuwe IGZ indicatoren
m.b.t. zorgproblemen - aanstaande nieuwe afspraken binnen Carinova Thuiszorg over de
registratie van de `risicosignaleringen zorgproblemen bij cliënten` (i.c.: valpreventie),
worden de gegevens in het nieuw komende registratiesysteem m.b.t. de risicosignalering
zorgproblemen opgenomen zodat het management geïnformeerd blijft over de
trendontwikkeling en besluiten kan over eventuele verbeterbeleidsmogelijkheden.
Tot deze nieuwe afspraken er zijn wordt risicosignalering uitgevoerd o.b.v. de bestaande
afspraken, het bestaande risicosignalering instrument en interventie instrument.
MIC melding
In de situatie dat een cliënt te maken heeft gehad met een feitelijk valincident wordt een
digitale melding gedaan via het Meldplein Kwaliteit en Veiligheid: `Incident cliënt melden`.
Doelen
Doelen van de risicosignalering en het interventieaanbod vanuit Carinova zijn:
Het met een zo valide mogelijk signaleringsinstrument periodiek zichtbaar maken
van een eventueel valrisico.
Het met de cliënt en/of (indien de cliënt dat accepteert) diens mantelzorg bespreken
van de risicobevinding.
Het met de cliënt en/of (indien de cliënt dat accepteert) diens mantelzorg analyseren
van de oorzaken van de bevinding en adviseren over passende
interventiemogelijkheden die het risico wegnemen en/of kunnen beperken en
daarmee bijdragen aan de kwaliteit van leven van de cliënt en diens omgeving;
Het zichtbaar maken van de risicosignalering en eventuele interventie in het
zorgplan/zorgdossier;
Het zichtbaar maken van plaatsgevonden valincidenten bij cliënten teneinde via
trendsignalering eventueel additioneel preventie verbeterbeleid in te kunnen zetten
ter terugdringing van het aantal valincidenten.
Valpreventiebeleid bij wijkverpleegkundige zorg (ZvW) Carinova. Versie 1 c:/DvdB
3
Het informeren van het management over het feit dat risicosignalering valpreventie
en - zo nodig - interventies periodiek plaatsvinden, teneinde via
trendsignalering eventueel additioneel preventie verbeterbeleid in te kunnen zetten
ter terugdringing van het aantal valincidenten.
Het bijdragen aan een beperking van de kosten van de gezondheidszorg d.m.v.
gerichte valpreventie signalering en interventietoepassing.
Het compliant voldoen aan de eisen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg m.b.t.
de eind 2014 bekend geworden nieuwe risicosignalering zorgproblemen, onderdeel;
valpreventie.
7. Voortgaande en nieuwe actiepunten binnen Carinova
1. (Wijk)verpleegkundigen en verzorgenden binnen Carinova Thuiszorg blijven – tot
nader bericht over het nieuwe komende systeem - bij elke cliënt periodiek (zie §6.3)
een risicosignalering uitvoeren m.b.t. het valrisico. Dit, vooralsnog op basis van het
bekende signaleringsinstrument zoals in 2014 en 2013 beschikbaar was en, indien
van toepassing op basis van het bekende interventie/opvolgingsinstrument, zoals dit
in 2014 en 2013 beschikbaar was.
2. In het zorgplan/zorgdossier (anamnese en risico inventarisatieformulier) wordt - tot
nader bericht over het nieuwe systeem – vastgelegd dat de risicosignalering heeft
plaatsgevonden en worden eventueel toegepaste interventies genoemd.
3. Bij een valincident vaneen cliënt wordt een registratie via het Meldplein gedaan,
kwaliteit en veiligheid, incident cliënt.
4. Op basis van de eind 2014 bekend geworden nieuwe indicatoren van de IGZ m.b.t.
zorgproblemen, waar onder `valpreventie`, heeft Carinova besloten haar
risicosignalering instrument en haar interventie instrument m.b.t. valpreventie te
herijken en actualiseren via een werkgroep.
Tot die tijd wordt gewerkt overeenkomstig het gaande beleidsinstrumentarium (zie
punt 7.1 t/m 7.3).
Na vaststelling en implementatie van het nieuwe signalering- , interventie - en
registratie instrument, volgens planning: vóór de zomervakantie 2015, zal binnen
Carinova Thuiszorg gewerkt worden o.b.v. dit nieuwe afsprakenkader. Dit nieuwe
afsprakenkader komt geheel overéén met alle in § 6.3/Doelen genoemde items.
*: Bronnen: www.artsennet.nl ; www.vilans.nl; http://www.mijnzorgveilig.nl/kaart/themas.php?thema=valpreventie
http://valpreventie.veiligheid.nl/valpreventie/?open&gclid=CInn9v6e68ICFQn3wgodWl0Adw;
http://www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/valpreventie-oorzaak-vallen-ouderen.html
**: onder wijkverpleegkundige zorg wordt hier de zorg verstaan die binnen het kader van de ZvW wordt uitgevoerd
door (wijk)verpleegkundigen en verzorgenden vanuit Carinova Thuiszorg Salland en/of Carinova thuiszorg Zuidwest
Overijssel.
Valpreventiebeleid bij wijkverpleegkundige zorg (ZvW) Carinova. Versie 1 c:/DvdB
4