32 ZATERDAG 31 AUGUSTUS 2013 THEMA vervolg van pagina 31 Anderzijds spelen ook de ontwikkelingen in de sector een rol zegt Berntsen van ABN Amro. ‘We evalueren onze uitgangspunten voor financiering en exploitatie regelmatig. Immers de omstandigheden waarin ondernemers werken staan bloot aan veranderingen. Denk aan melkquotering, het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, mestwetgeving, welzijnsverplichtingen, verwachte opbrengstprijzen en kostenniveaus. De kern blijft echter onveranderd: hebben we vertrouwen in de ondernemer en de exploitatie? En wat is de rek als het tegenzit?’ ‘We streven naar gezonde groei,’ vervolgt Berntsen. ‘Dus zijn we kritisch op de voorgestelde plannen en hechten we veel belang aan het vertrouwen in ondernemers. Want uiteindelijk financieren we geen sectoren, we financieren ondernemers.’ Voor Rabobank is dit niet wezenlijk anders, zegt Huirne. ‘Als er goede plannen zijn, komt er geld voor. En wij willen hierbij een strategische gesprekspartner voor de ondernemer zijn. Bij de beoordeling van een financiering is bij ons de ondernemer en zijn businessplan het belangrijkste en daarna komen de financiële kengetallen en de bancaire zekerheden. De vraag om een onderbouwd plan kan worden ervaren als ‘de bank doet moeilijker’. Het is misschien even lastig, maar het is voor iedereen beter als er een doordacht plan ligt.’ DUURZAAMHEID ‘Onze financieringsvoorwaarden zijn niet wezenlijk anders dan in de fase voor de crisis,’ zegt Bruns van ING. ‘Onze houding is wel anders. Daar waar we vroeger zelf nog wel eens invulling gaven aan de ideeën die bij ondernemers in de sector leefden, willen we nu graag een plan van hen. Als ondernemers met - door henzelf of hun adviseur - uitgewerkte plannen komen, kunnen we hiermee verder.’ ‘Zaken als duurzaamheid, milieu en maatschappelijk verantwoord ondernemen spelen een rol bij het beoordelen van ondernemerschap,’ zegt Bruns. ‘Eén ondernemer die bewust produceert en zaken kan adresseren heeft in onze ogen een lager risicoprofiel en dus een pre. Misschien kun je stellen dat we in het verleden hongeriger waren naar het verstrekken van nieuwe kredieten en nu nadrukkelijk kijken naar de ondernemer en het risico in de onderneming. ‘De basis van financiering is voor ons nog steeds hetzelfde: voor goede plannen zijn we altijd in.’ Leasen raakt door kredietcrisis meer in zwang Advies en financiering JOOST VAN WINSEN Banken verstrekken sinds de crisis 888888888888 Financiering 888888888888 en Advies 888888888888 moeilijker geld, is een veelgehoorde klacht in de land- en tuinbouw. Wat is daarvan in de praktijk te merken? Boeren en tuinders leasen bijvoorbeeld meer. B erthold Spaans is eigenaar van Cibus Leasecontrol in Lelystad. Het bedrijf, dat adviseert en bemiddelt bij het aantrekken van bedrijfsfinancieringen, is voor een groot deel werkzaam in de land- en tuinbouw. Spaans zegt in de praktijk te merken dat banken minder toeschietelijk zijn bij het verstrekken van kredieten. ‘Dat is niet verwonderlijk’, zegt hij, ‘want het speelveld is voor de banken kleiner geworden.’ De man van Cibus Leasecontrol doelt op de kredietcrisis die na 2007 overwaaide vanuit de Verenigde Staten. Naar aanleiding van deze crisis zijn de spelregels voor de banken, onder meer door de Europese Basel-akkoorden, aanzienlijk aangescherpt. Het meest ingrijpende akkoord uit het Zwitserse Basel, bekend onder de naam Basel III, dateert van twee jaar geleden, toen in de zomer van 2010 hogere kapitaaleisen aan de banken werden gesteld. Hierdoor werden hun kredietmogelijkheden kleiner. Volgens Spaans heeft de agrarische sector minder van dit fenomeen te duchten dan andere sectoren. In vergelijking met de bouw of de grafische sector komen land- en tuinbouw er nog goed vanaf, is zijn stelling. ‘Enerzijds omdat de agrarische sector in een primaire behoefte voorziet – we moeten allemaal eten – anderzijds omdat land en boerderijen waardevaster zijn dan alle andere bedrijfsmiddelen. Vanwege de hoge hypotheekwaarde zijn deze bedrijfsmiddelen relatief gemakkelijk te belenen.’ LEASEN AANTREKKELIJKER Sinds bankiers kieskeuriger zijn geworden bij kredieten, is leasen meer in zwang geraakt, zegt Spaans. ‘Opmerkelijk genoeg is dit nu juist een van de zoete vruchten van de Basel-akkoorden. Deze akkoorden bepalen dat de dekkingswaarde van bedrijfsmiddelen in mindering mag worden gebracht op de uitgezette kredieten. Het nettokredietrisico is dan lager, zodat de kredietverstrekkers minder reserves in de kas hoeven te houden. Voor financiers is leasen aantrekkelijker geworden’, verklaart hij de opmars ervan. René van den Oord, adviseur bij LTO Noord Advies en betrokken bij vele strategische keuzes van agrarische bedrijven Banken staan niet te springen om innovatieve initiatieven in de land- en tuinbouw te financieren. waarbij ook financiering om de hoek komt kijken, beaamt dat leasen een grotere aantrekkingskracht heeft gekregen. ‘Je ziet dat steeds vaker terug in de financiële cijfers van de bedrijven.’ Van den Oord is betrokken geweest bij de projecten MIJN Duurzaamheid en Het nieuwe veehouden, waarin veehouders keuzes maakten om duurzamer te gaan produceren. Hij merkte dat banken huiverig zijn om geld te verstrekken voor investeringen in duurzaamheid die verder gaan dan wettelijk vereist. Dat is ook wel een beetje logisch, vindt de adviseur. ‘Zo’n investering is innovatief en heeft nog geen historie, waardoor de bank geen referentie heeft om het plan te toetsen. De waardevastheid van zo’n innovatief productiemiddel is nog niet genoeg bewezen.’ Als voorbeeld noemt Van den Oord de vrijloopstal. ‘Ook al kan een veehouder met deze nieuwe stal zijn productie op enkele fronten optimaliseren, dan nog zeggen banken vaak dat – mocht het misgaan – kopers liever een ligboxenstal hebben. Dat weerhoudt de banken ervan om krediet te verstrekken.’ Volgens zowel Van den Oord als Spaans is het niet zo dat banken niet meer willen financieren. ‘Ze zijn kritischer geworden’, zeggen beide heren. ‘De tijd dat het voor zich sprak dat je kre- ‘De tijd dat het voor zich sprak dat je krediet kreeg, is voorbij’ diet kreeg, is voorbij’, is de ervaring van Spaans. Dat betekent dat boeren en tuinders hun plannen beter moeten onderbouwen dan vroeger. ‘Banken werken meer en meer met computerapplicaties om hun risico’s in te schatten’, schetst hij. ‘Een klant krijgt een kredietrating, waarbij objectieve factoren een steeds grotere rol spelen en subjectieve een kleinere.’ Volgens Spaans dienen boeren en tuinders daarom beslagen ten ijs te komen. ‘Vaardigheden, reputatie, historie en toekomstvisie, ofwel het ondernemingsplan, zijn belangrijke uitgangspunten bij de kredietverstrekking’, zegt hij. Van den Oord signaleert dit ook. Archieffoto: Alice Booij ‘Ondernemers die aantoonbaar bovengemiddeld draaien, hebben een streepje voor. Een ondernemer zal bij kredietaanvraag moeten laten zien dat hij iets in zijn mars heeft.’ Een goed onderbouwd financieel plan, waarin ook het bewustzijn van de risico’s en aanpak blijkt, en een persoonlijke motivatie van de boer of tuinder zijn volgens hem vereisten om voor krediet in aanmerking te komen. Dat geldt des te meer als de kredietaanvraag een innovatieve investering betreft, vindt hij. HUISBANKIERS In de agrarische sector werken ondernemers vaak met huisbankiers. Bij grote investeringen is het raadzaam ook bij andere financiers te rade te gaan, meent Van den Oord. Dat gebeurt ook al meer en meer, zegt hij. Volgens Spaans moet een boer of tuinder niet plotsklaps op de stoep van zijn bankier staan met de vraag om 500.000 euro. Hij raadt aan een goede relatie met de bank op te bouwen, onder andere door de bank regelmatig op de hoogte te houden over de gang van zaken op het bedrijf. ‘In deze tijd van recessie is wederzijds begrip nodig.’
© Copyright 2025 ExpyDoc