Intern rapport R.IJ.P, no. 140
CHEMISCHE ONCRUID- EN INSECTENBESTRIJDING
IN OOSTELIJK FLEVOLAND IN 1968
door
.
W .F Hildebrand
en
J. IJzer
Redact ie
W.J. Koster
Kostprijzen
RIJKSDIENST VOOR DE IJSSELMEERWLDERS
Hoofdafdeling Cultuurtechniek en Recreatie
Z W O L L E
1969
I N H O U D
Inleiding
1. Bestrijdingsmethode
a. Loonwerkers met vliegtuigen
b. Loonwerkers met landmachines
c.Eigen landmachines
2. Vliegvelden
3. Onkruid- en rietbestrijding
a . In de gewassen
b. In de ontginning (riet)
c. In de stoppel-(riet)
d. Diverse onkruidbestrijdingen
4 . Insectenbestrijding in koolzaad
5 . Slakkenbestrijding
6. Werkspreidingspuiten enstrooien
Bijlage
Bijlage
I: Bewerkte ha in 1968
11: Verbruik middelen
Bijlage 111: Kostenoverzichten
Bijlage
IV: Ander werk met vliegtuigen
Inleiding
Op het terrein van onkruid- en insectenbestrijdingsmiddelen bood de
markt in 1968 niet veel nieuws. Met het doe1 de ontwikkelingskansen woor de
cultuurgewassen te bevorderen, is met de gebruikelijke middelen getracht
de daartoe ongewenste vegetatie en/of populatie te voorkomen, eventueel
te vernietigen of te beperken.
Het riet speelt hierbij een bijzondere rol. Als vriend binnen de dijken
gehaald
-
bewust gezaaid als hulp bij het verhinderen van ongewenste
vegetatiegroei - wordt het als vijand bestreden wanneer het zijn diensten
heeft verricht. In 1968 speelde het riet in beide vormen een belangrijke
rol. Dit rapport beperkt zich tot de bestrijding van het riet in de ontginningsgebieden en in de stoppel.
Vliegtuigen hadden weer het grootste aandeel in het bestrijdingswerk,
doch het aandeel daarin van de loonwerkers met landmachines nam ook in
betekenis toe, ten gevolge van vermindering van het werk met eigen landmachines die in het bedrijf een steeds mindere rol gaan spelen.
1. Bestrijdingsmethode
a. Loonwerkers
met vliegtuigen
...........................
Het spuitenfenlrh8t:;8tro6ien vanichemis&he:bestrijdingsmiddelen
met vliegtuigen was in het seizoen 1968 opgedragen aan Tom
van de
. .
Meulen'swiegbedrijf te Oostwold in Groningen. Dit luchtvaartbedrijf
. .
verrichtbe met enkele toestellen van het type Piper Cubreeds enkele jaren in Oostelijk Flevoland werkzaamheden voor particulieren.
-Het testen, door de Rijksdienst in samenwerking met het IiP.O. te
Wageningen, van het materiaal en.van het spuitwerk liet een goede
indruk na.
Hetbedrijf beschikte over vier toestellen.van het type Piper
Cub. Bij de test was het spuitbeeld van 1 toestel slecht. Te weinig
druk als gevolg van onbekendheid van de vlieger met het gebruikte,
enigszins afwijkende type tank, was hiervan de oorzaak. -Mede doordat tijdens de bespuitingen in het voorjaar op veel spuitdagen optimaal kon worden gewerkt, kon meestal worden volstaan met drie
vliegtuigen.
Voor de rietbestrijding in de ontginning in de tweede helft
van augustus waren we1 vier toestellen nodig, doordat in die periode
reeds bestrijding van de koolzaadaardvlo noodzakelijk was. Het vliegbedrijf had drie ervaren landbouwvliegers in dienst, terwijl, voor.
zover dit nodig was, de ondernemer zelf ook vloog. Aanvankelijk beschikte men over een deskundige ploegleider, later nam de heer Van
de Meulen de leiding bij het spuitwerk zelf in handen. Het bedrijf
besteedde bijzonder veel aandacht aan het onderhoud van vliegtuigen
en materiaal. Het geheel maakte een verzorgde indruk. De leiding
was vrij straf, hetgeen leidde tot een efficirnte organisatie. In
de drukste periode overnachtte het personeel op het vliegveld in een
caravan. Het geleverde werk was van goede kwaliteit.
De 1.P.C.-bespuitingen in het vroege voorjaar zijn nog uitgevoerd door de vorige contractant (Mastboom-Van Beek).
Het aandeel van de vliegtuigen in de bestrijding bedroeg 80%
ofwel 20.500 ha.
In Zuidelijk Flevoland is door Van Beek's Luchtvaartbedrijf
uit Melissant gras en riet gezaaid. Dit werk wordt in een afzonderlijk rapport behandeld.
b. Loonwerkers
met landmachines
............................
Het spuitwerk met landmachines is uitgevoerd door een combinatie van de sproeibedrijven
Breure
-
v:ln
Heyboer-De Waard te Biddinghuizen en
Bogaerds te Swifterbant. De leiding van deze combinatie be-
rustte bij Bogaerds te Swifterbant. Met 2 Cormick en 3 Eyger spuitmachines konden deze loonspuiters regelmatig en tijdig het opgedragen werk uitvoeren. Er werd op 20 meter breedte gespoten. De kwaliteit van het werk was over het algemeen genomen goed. Personeelswisselingen vonden weinig plaats. De spuitrisico's welke werden genomen t.0.v. nabijgelegen gewassen waren vrij groot. In enkele gevallen was de loonspuiter genoodzaakt een regeling te treffen met de
betrokken pachters.
Het aandeel van deze loonwerkers bedroeg 17%, ofwel 4.505 ha.
-c. Eigen landmachines
Door de afvoer vaneenaantal spuitmachines is het aandeel van
de eigen landmachines sterk teruggelopen. Dit aandeel bedroeg slechts
3%, ofwel 710 ha van de totaal bewerkte oppervlakte.
.In.hetvoorjaar vond in heperkte mate met 1 landmachine; (Urgent) spuitwerk in de gewassen plaats.
D e b e i d e jeeps met slootbodemspuit hebben voor h e t bestemde
doe1 goed werk v e r r i c h t . Daar h e t s l o o t s p u i t e n meestal v66r de oogst.periode v a l t , i s deze t i j d i n h e t kader van h e t werkplan g u n s t i g .
2 . Vliegvelden
Voor h e t , s p u % t e n en s t r o o i e n m e t v l i e g t u i g e n ' i n O o s t e l i j k Flevoland i s i n 1968 h o o f d z a k e l i j k gebruikgemaakt van het v l i e g v e l d op kav e l F 21. De v e l d j e s o p J 35 e n X 3 waren d i t j a a r nog we1 beschikbaar,
doch door de ongunstige l i g g i n g t e n o p z i c h t e van het e x p l o i t a t i e g e b i e d
z'jndeze
weinig g e b r u i k t . .Van d e 70 vliegwerkdagen i s op 10 dagen ge-
vlogen.van beide'laatstgenoemde v e l d j e s ; t o t a a 1 t . b . v . 750 ha. -Voor
het v l i e g b e d r i j f was d e . a f s t a n d van F 21 naar de o b j e c t e n k e n n e l i j k
g e e n bezwaar. De o u t i l l a g e op F 21 b l i j k t voordelen t e bieden boven
e n i g e k i l o m e t e r s minder v1iegen:Voor
1969 b e s t a a t geewuitwijkmoge-
l i j k h e i d meer e n z a l - v a n a f B6n veld moeten worden gevlogen. W e 1 wordt
op E 24 een n i e u w v e l d ' j e i n g e z a a i d . B i j g u n s t i g e ontwikkeling,kan?hbervan
i n 1970 gebruik wordengemaakt, v o o r z o v e r d i t noodzakelijk is. Over
d e i n r i c h t i n g van d i t v e l d z a l nog nader dienen t e worden b e s l i s t .
De onderhoudskosten van de 3 v e l d j e s i n 1968 waren f 5.292,,--..De
a f s c h r i j v i n g van.aanlegkosten en o p s t a l 1 e n : f 5.024,--.
-Totaal f 10.316,--.
Per gevlogen h a ( 2 0 . 6 0 0 ) . z i j n de kosten d e r h a l v e f 0 , 5 0 , met welk bed r a g d e s p u i t k o s t e n met v l i e g t u i g e n z i j n verhoogd.
Werkend m e t 4 t o e s t e l l e n . v a n het t y p e P i p e r Cub moet a l s maximale
. u u r c a p a c i t e i t worden g e s t e l d : 1 8 0 ha. Daarvoor i s i n t o t a a l nodig c a .
6.000 l i t e r s p u i t v l o e t s t o f . De u u r t r a n s p o r t c a p a c i t e i t moet h i e r o p z i j n
a f g e s t e l d . Op enkele dagen i n 1968 bleek d i t we1 eens krap., vooral wann e e r op een dag met verscheidene middelen werd gespoten. Gezien d e plannen voor vervanging .van h e t wagenpark is h e t w e n s e l i j k ook met d i t
!
aspect rekening .te houden.
3. Onkruid- en r i e t b e s t r i j d i n g
--------------
a . I n de gewassen
Koolzaad
De b e l a n g r i j k s t e concurrenten van h e t groeiende koolzaatd-.
g r a s en graanopslag- z i j n nog m o e i l i j k t e b e s t r i j d e n door het o n t breken van een voldoend s e l e c t i e f werkend b e s t r i j d i n g s m i d d e l .
I.P.C.
is nog we1 het voornaamste bestrijdingsmiddel, doch de ervaring
leerde dat de resultaten erg wisselend zijn. Dit laatste is hoofdzakelijk een gevolg van de spuitmogelijkheden in het vroege voorjaar
en de weersgesteldheid daarna.
.In 1967 was door de vele neerslag na het spuiten de werking
van de I.P.C. optimaal. In februari 1967 bedroeg de neerslag meer
dan 67 mm; dit was in dezelfde maand in 1968 slechts 19 mm. Bij
veel neerslagspoelthet middel dieper in de grond. Er ontstaat dan
we1 meer oogstdervingsrisico..Dewerkelijke opbrengstderving als gevolg van1.P.C.-bespuitingen is moeilijk vast te stellen. Goed vergelijkbare kavels ontbreken..Een 1.P.C.-bespuiting vindt plaats indien
er met een perceel iets aan de hand is dat een normale ontwikkeling
van het gewas in de weg kan staan. .In dit geval dus vergrassing,
graanopslag of muur..Wanneer een bezetting van deze onkruiden voorkomt inslecht ontwikkeld koolzaad, zal door de ondiepe beworteling
3.P.C. meer schade aan het gewas toebrengen dan bij een sterker ontwikkeld gewas.
Als gevolg van het droge weer na het spuiten in 1968 was de
werking van het middel zeer traag. Wanneer niettemin gesproken kan
wordenvan een gemiddeld vrij goed resultaat, dan zijn er toch enige kavels waarin veel opslag of onkruid is blijvenstaan. Door de
ondiepe inwerking van I.P.C. was de groeiremming van het koolzaad
we1 van minder betekenis. Bij vergelijking van opbrengstenmoet er
rekening mee worden gehouden dat de bijmenging zomergerst is meegewogen.
BLj de niet bespoten kavels was de bijmenging van zomergerst
zeer groot, doch ook op de bespoten kavels kwam nog veel gerst voor.
Bepaling van oogstderving door opbrengstvergelijking was vrijwel niet
mogelijk.
Met vliegtuigen is 650 ha van het koolzaad 1968 bespoten met
I.P.C. in een dosering van 10 kg/ha op 60/70 liter water, waarvoor
twee keer moest worden gevlogen.
-Inhet najaar van 1968 is 660 ha van het nieuwe koolzaad bespoten met 2 kg/ha Dalapon op 30 liter water. Hiervoor is terrbeproeving
eenmaal toestemming yerkregsn van de commissie Phytofarmacie. .Normaal mag op consumptiegewassen geen Dalapon worden gespoten. Waar
het koolzaad nog klein en de graanopslag verontrustend is, kan dit
middel uitkomst.bieden. Het middel is alleen geschikt voor bestrijding van graanopslag en gras in koolzaad. Muur is niet gevoelig
voor dit middel. Muur in koolzaad is echter minder ernstig; het gewas groeit er we1 doorheen en in het navolgende graangewas is bestrijding met M.C.P.P. vrij eenvoudig. Op 22 oktober zijn de eerste
bespuitingen uitgevoerd. Door verslechtering van het weer was het
niet mogelijk het gehele programma regelmatig af te werken. Door het
inSj
vroeg invallen van de vorst moest hiermede geheel worden gestopt.
Voordien kon reeds worden vastgesteld dat de eerste bespuitingen
een goed resultaat hadden. Van de latere bespuitingen zal in het
voorjaar het resultaat kunnen worden beoordeeld.
Op sommige kavels koolzaad kwamen zeer veel distels voor. Of
en op welke wijze deze chemisch kunnen worden bestfeden, zijn vragen die op antwoord wachten.
Luzerne
Ben oppervlakte van 175 ha luzerne waarin zeer veel gras voorkwam, is met 10 kg/ha I.P.C. bespoten. Ook hier was het resultaat
door de ongunstige weersgesteldheid matig. Zelfs het fijne onkruidgras was onvoldoende verdwenen.
Onkruidbestrijding in granen
De graanoppervlakte van de C.A. was in 1968:
Wintertarwe
3760 ha
Zomertarwe
378 ha
Zomergerst
4100 ha
Haver
1452 ha
Totaal 9690 ha.
Zoals bekend zijn de voornaamste bestrijdingsmiddelen tegen onkruiden
in granen D.N.O.C.., 2,4-D, M.C.P.A. en M.C.P.P. Eerstgenoemde als
middel tegen:zaadonkruiden,de overige als groeistof, hoofdzakelijk
ter bestrijding van wortelonkruiden.
Bij het vorderen van de ontginning en de cenploitatie in Oostelijk Flevoland ontstaat een zich wijzigend bestrijdingspatroon,
zoals blijkt uit onderstaande tabel (ha).
1964
1965
1966
1967
1968
D.N.O.C.
4500
4590
3660
2470
1360
M.C.P.A.
1100
910
1860
2560
3800
M.C.P.P.
1200
1150
1280
1420
700
2,4-D
1850
3570
4460
3150
2530
8650
10220
11260
9600
8390
8850
9180
9720
10230
9690
Areaal graan:
H i e r b i j z i j n wat kanttekeningen t e maken. D e ontwikkeling van
zowel zaad- a l s van wortelonkruiden i s a f h a n k e l i j k van een g u n s t i g e
voedingsbodem. Deze v e r s c h i l t n a a r gelang de stand van d e . r i e t b e z e t t i n g . Zo b l i j k t d a t i n de w e s t e l i j k e h e l f t van de polder d e zaadonkruiden minder kansen t o t ontwikkeling hebben gehad. Ze komen nog
we1 voor d o c h i n v e e l mindere mate dan d e e e r s t e j a r e n . . Een aanwijz i n g h i e r v o o r i s h e t afnemen van de j a a r l i j k s e o p p e r v l a k t e . v a n d e
i s bespoten.
granen welke met D.N.O.C.
Voor d e g r o e i s t o f v a l t een andere l i j n waar t e nemen. D e gewassenkeuze i n d e e e r s t e ontginningsgebieden was van d i e w a a r d d a t een
i n t e n s i e f gebruik van g r o e i s t o f f e n a l s 2,4-D n i e t s t e e d s mogelijk
w a s . D o o r het f e i t d a t i n deze ontginning geen r i e t i s g e z a a i d , . k r e gen d i v e r s e onkruiden kans z i c h t e ontwikkelen..Bestrijding was i n
e e r s t e i n s t a n t i e s l e c h t s mogelijk met D.N.O.C.
s t o f f e n , z o a l s M.C.P.A.
of " z a c h t e " g r o e i -
Met laatstgenoemd m i d d e l . z i j n zowel zaad-
a l s wortelonkruiden t e b e s t r i j d e n , doch h e t werkt n i e t zo i n t e n s i e f .
Door de werkgroep ! ' ~ o e f b l a d b e s t r i . j d i n g " i s i n v e r s c h i l l e n d e
j a r e n een h o e f b l a d k a r t e r i n g gemaakt i n voor- en n a j a a r . B i j vergel i j k i n g van d e r e s u l t a t e n van 1964.en 1968 v a l t ook een ander beeld
waar t e nemen. .In beide g e v a l l e n b e t r e f t d i t een gebied van
-+ 18.000
h a , i n 1964 i n het o o s t e l i j k d e e l en i n 1968 i n h e t n e s t 6 1 i j ~ : d e e l
van de p o l d e r .
1964
1968
%
-
%
-
35
z e e r v e e l hoefblad
o5
20
v e e l hoefblad
5
40
matig hoefblad
2z5
375
weinig hoefblad
72
De c i j f e r s geven een n l e t o n b e l a n g r i j k e d a l l n g van de hoefbladb e z e t t i n g weer. Zoals r e e d s i s opgemerkt, was i n de e e r s t e o n t g i n n i n g s j a r e n een i n t e n s i e f gebruik van g r o e i s t o f f e n n i e t mogelijk.
Door h e t ontbreken van een r i e t b e z e t t i n g kon h e t hoefblad z i c h de
e e r s t e j a r e n g u n s t i g e r ontwikkelen, vooral op de l i c h t e gronden i n
d e randgebieden. Een t o t a l e v e r n i e t i g i n g van het hoefblad i s n i e t
mogelijk, doch een regelmatige b e s t r i j d i n g d r i n g t h e t hoefblad z o
s t e r k t e r u g d a t s l e c h t s op m o e i l i j k b e r e i k b a r e p l a a t s e n h e t "welig
tieren" opvalt.
D e voornaamste h o e f b l a d b e s t r i j d e r b l i j f t nog s t e e d s 2,4-D, i n
granen e v e n t u e e l gevolgldoor een M.C.P.A.-bespuiting
t e r beperking
van h e t o o g s t d e r v i n g s r i s i c o . Voor v e e l akkerbouwgewassen i s 2,4-D e r g
g e v a a r l i j k . E r moet dan ook e r g omzichtig mee worden gehandeld a l s
nabijgelegen gewassen h i e r v o o r g e v o e l i g z i j n . Doordat de l a a t s t e jaren
binnen een zone van 1 km van f r u i t t e e l t en griendgebied n i e t i s
c
gespoten met g r o e i s t o f f e n , z i j n deze gebieden s t e r k v e r v u i l d . E r
wordt nagegaan op welke w i j z e h e t hoefblad h i e r door chemische bes t r i j d i n g kan worden gereduceerd.
Het onkruid muur h e e f t z i c h d e l a a t s t e j a r e n nogal u i t g e b r e i d
en v e r d i e n t d e r h a l v e aandacht. I n granen en g r a s kan h e t met M.C.P.P.
worden b e s t r e d e n , e v e n t u e e l gemengd met 2,4-D tegen hoefblad. I n
vlinderbloemige gewassen en koolzaad kan I.P.C. tegen muur worden
gebruikt.
................................
b . R i e t b e s t r i . j d i n g i n d e ontginning
Gezien d e - r e s u l t a t e n i n d e b e i d e voorgaande j a r e n ' i s v r i j w e l
h e t - g e h e l e ontginningsgebied 1969 i n het s e i z o e n 1968 met'Dalapon
bespoten. D i t werk kan u i t e r a a r d a l l e e n met v l i e g t u i g e n geschieden.
. B i j beoordeling van d e r e s u l t a t e n v a n . v o r i g e bespuitingen i s duide-
l i j k gebleken d a t voor een e f f e c t i e f r e s u l t a a t h e t . r i e t t i j d e n s de
b e s p u i t i n g e n v o l d o e n d e blad moet hebben gevormd.
Dalapon ,is een .system&sch middel d a t ~ v o o rhet g r o o t s t e d e e l
v i a blad en s t e n g e l door d e p l a n t wordt:opgenomen. I n . s e c t i e C bv.
was b i j d e beoordeling goed z i c h t b a a r d a t Iangs de greppel? r i e t b a nen i n v o l l e g r o e i stonden..Kort voor h e t s p u i t e n i n 1967 waren dez e banen gehakseld t . b . v .
de voorbegreppeling. Op deze banen had
Dalapon g e e w e n k e l e uitwerking. D i t houdt i n d a t t i j d i g voorbegreppelen voomaarde i s om de r i e t s t a n d spoedig weer op " b e s t r i j d i n g s p e i l " t e brengen. D i t betekent d a t begin augustus voldoende bladvorming aanwezig moet z i j n . Afgezien van deze beperking waren de
b e s t r i j d i n g s r e s u l t a t e n met Dalapon z e e r goed..Ongeveer 75
B
80% van
het r i e t i s v e r n i e t i g d . Op v e r s c h i l l e n d e k a v e l s w e l l i c h t een hoger
percentage. H i e r u i t v a l t tevens af t e l e i d e n d a t 20 kg/ha Dalapon
n i e t a l l e r i e t doodt:Bovengronds
i s het r i e t v r i j w e l verdwenen,
doch de ondergrondse r e s t a n t e n . z i j n - n o g voldoende om n a . 1 of 2 j a a r
e e n b e h o o r l i j k .rietgewas t e vormen:Een
hogere d o s e r i n g b i e d t v o l -
gens e r v a r i n g geen p e r s p e c t i e v e n . E e n a l t e r n a t i e f i s de d o s e r i n g
met tussenpozen ,te v e r s p u i t e n (achtereenvolgens 2 x 10 kg/ha). Een
beter resultaat wordt vooralsnog in twijfel getrokken. In de praktijk wordt echter deze mogelijkheid we1 onder ogen gezien.
In 1968 is bij vrij gunstige weersgesteldheid vanaf half augustus tot begin september 1665 ha bespoten. De eerste indrukken wettigen de verwachting van een goed bestrijdingsresultaat, hetgeen
echter pas in het voorjaar van 1969 zijn bevestiging kan krijgen.
Het ontginningsgebied is moeilijk begaanbaar bij een dicht en
vaak hoogopgaand rietgewas. De communicatie tijdens spuitwerkzaamheden is moeilijk. Toch is een goede afbakening voor de vlieger belangrijk. Eerder is reeds gewezen op het nut van een eenvoudig communicatiesysteem. Onderzoek hiernaar is gewenst.
c. Rietbestrijding
in de stoppel
.............................
Een verdergaande rietbestrijding in de stoppel biedt goede mogelijkheden. De beste resultaten zijn op de vroege stoppel te behalen. Wanneer wordt gespoten v66r 1 oktober kan op een goed tot zeer goed
resultaat worden gerekend. Nadien neemt dit sterk af. Wanneer, afhankelijk van de riethergroei, omstreeks half september kan worden
gespoten, kan worden volstaan met een dosering van 15 kg/ha Dalapon.
Proeven hebben bovendien uitgewezen dat bij deze dosering een veiligheidstermijn van 4 weken v66r de inzaai van een volgend cultuurgewas
voldoende is. Bij een dosering van 20 kg/ha is vergroeiing en oogstderving in een tarwegewas, zelfs bij een veiligheidstermijn yan 2 maanden, volgens de ervaring een feit.
Bij de rietbestrijding in de stoppel is de dosering dus een
nauwlettende aangelegenheid. Wanneer hier rekening mee wordt gehoilden, is het mogelijk op grote schaal riet te bestrijden in de vroeg
en middelvroeg vrijkomende stoppel, zonder dat dit consequenties
heeft voor de tarwe-inzaai. Een remmende factor na het bloot komen
van de stoppel is het opruimen van stro, dat weer sterk afhankelijk
is van de weersgesteldheid. Het was echter in het voorbije seizoen
ongunstig. Laat in het seizoen moest plaatselijk het stro nog worden verbrand. Dit houdt een snelle hergroei van het riet voor een
deel tegen.
Dit jaar is een oppervlakte van 1600 ha stoppel met Dalapon
bespoten; 1000 ha hiervan was koolzaadstoppel. Een deel, nl. 420
ha, is door de loonwerker met landmachines bespoten. Dit is nog
,
iets voordeliger daar nu de bespuiting in 1 bewerking werd verricht; indien dit werk met vliegtuigen was verricht, had men twee
keer moeten vliegen.
In de koolzaadstoppel is voor de beqjuiting, een dosering van 15 kg/ha
toegepast. Voor de latere stoppel is 20 kg/ha gebruikt, gezien het
tijdstip en de dan aanwezige groeiomstandigheden van het riet.
De laatste stoppelbespuitingen zijn uitgevoerd op 18 oktober.
Een volledig inzicht in de resultaten kan pas het volgende jaar
worden verkregen.
............................
d. Diverse onkruidbestrijdingen
Onkruidbestrijding in ontginning en stoppel
In het resterende ontginningsgebied is hoefblad bestreden langs
kanaal-, tocht- en sloottaluds en op een aantal zanddepots. Dit
zijn woekerplaatsen voor onkruid, met name het klein hoefblad tiert
hier vaak welig. De bestrijding vond hoofdzakelijk plaats met 2,4-D.
Naast het riet in de stoppel is op ca. 1000 ha hoefblad bestreden,
waarvan de helft met vliegtuigen en de rest door de loonwerker met
landmachines. Op ca. 350 ha is een mengsel van Dalapon en 2,4-D gespoten, een gecombineerde bestrijding van riet, hoefblad en koolzaadopslag. Deze methode kan alleen worden toegepast met landmachines,
daar door het geringe waterverbruik bij het spuiten met behulp van
vliegtuigen het mengsel gaat klonteren. Door het slechte weer in de
nazomer kon niet vroeg worden gespoten. Ma half September hebben de
groeistofbespuitingen minder effect op hoefblad.
Dijkbespuiting
Op de Knardijk, de Keteldijk en de IJsselmeerdijk is met de
eigen landmachines ca. 100 ha met 2,4-D bespoten ter bestrijding
van paardebloemen in het grasbestand. Ondanks plaatselijk vrij sterke glooiingen in het dijktalud kon met de beide spuitjeeps dit werk
redelijk worden uitgevoerd. Van de paardebloemen was bij een dosering van 4 ltr./ha een behoorlijk percentage gedood. In de herfst
bleek het resterende deel toch nog van betekenis te zijn. Voor een
goed resultaat zal de bestrijding enige jaren achtereen moeten worden herhaald om het gras kans te geven de overhand te krijgen.
Slootbodembespuiting
Het schoonhouden van slootbodems met chemische middelen levert,
volgens de ervaringen in de laatste jaren, geen problemen op. Bij
een gunstige weersgesteldheid waren de resultaten steeds goed.
Naargelang d e b e g r o e i i n g i s gespoten met Dalapon, Monuron en Gramoxone; 2,4-D i s i n beperkte mate g e b r u i k t . Zo mogelijk en nodig z i j n
de middelen gecombineerd verspoten. .In waterhoudende s l o t e n i s de
b e s t r i j d i n g van de onder water groeiende p l a n t e n m o e i l i j k , zo n i e t
onmogelijk.
O n k r u i d b e s t r i j d i n g i n de b e p l a n t i n g
In,voorgaande j a r e n h e e f t h e t middel Paraquat t e r b e s t r i j d i n g
van hoefbladbloemen een minder bevredigend e f f e c t opgeleverd, d a a r
d e b e s t r i j d i n g 3alleen het voorkomen van zaadverspreiding beoogde
Nadien i s t e r b e s t r i j d i n g van hoefblad e . d . i n b e p l a n t i n g h e t midd e l Casoron g e b r u i k t . B i j s t r o o i e n van d i t g r a n u l a a t met de hand s p e e l t
de d o s e r i n g een g r o t e r o l . B i j goed gebruik wordt hoefblad t o t a a l vern i e t i g d . D i t j a a r . z i j n goede r e s u l t a t e n verkregen zonder noemenswaardige schade aan d e beplantingen.
4 . . I n s e c t e n b e s t r i j d i n g i n koolzaad
-------------
Koolzaad 1968
De g r o t e hoeveelheid n e e r s l a g en de b e t r e k k e l i j k l a g e temperaturen
t i j d e n s de b l o e i van h e t koolzaad waren d e oorzaak van een g e r i n g e
s n u i t k e v e r p l a a g . B e s t r i j d i n g was op s l e c h t s Zrn
van h e t koolzaadland
i n o d d z a k e l i j k . Voor de b e s t r i j d i n g i s hoofdzakelijk gebruik gemaakt
van h e t middel D i e l d r i n . .Thiodan i s n i e t gespoten d a a r i n h e t ."bijengebied" geen s n u i t k e v e r s voorkwamen. .Het l a g i n h e t voornemen om het
middel Zolone, waarvan goede r e s u l t a t e n worden v e w a c h t , op wat grot e r e s c h a a l t o e t e passen, mede om e r a c h t e r t e komen i n hoeverre d e
g i f t i g h e i d voor b i j e n een b e l e ~ f a c t o irn h e t gebruik is. Zolone
i s i n beperkte mate
-
0 . a . voor koolzaad
-
vrijgegeven. Voor d i t doe1
w a r e n e e n . a a n t a 1 kavelsaangewezen i n een .vooraf aangegeven d e e l v a n
h e t .koolzaadgebied. '-Bestrijding bleek h i e r e c h t e r n i e t noodzakelcjk.
-0p k a v e l R 62 i s g e t r a c h t om de l a r v e van de koolzaadaardvlo t e b e s t r i j -den m e t h e t systemisch middel Lindaan. -Het e f f e c t was n i h i l . Het bet r o f - h i e r ongeveer 3 , - ha koolzaad, d a t nadien i s omgeploegd.
-----------
.Koolzaad 1969
I n deze h e r f s t was de a a n t a s t i n g door d e koolzaadaardvlo g r o t e r
dan o o i t t e voren. Ook i n h e t ontginningsgebied was de p o p u l a t i e van
,
d i t i n s e c t g r o o t . Het koolzaadareaal l a g minder g e r s o l e e r d dan i n voorgaande j a r e n . D i t kan mede van invloed z i j n geweest. Voor d e b e s t r i j d i n g
i s ovewegend D.D.T. g e b r u i k t . Door h e t aanhouden van de plaag bestond
t w i j f e l aan h e t e f f e c t van d i t middel. De vraag was of mogelijk d e
;s
resistentie van de,aardvlo tegen D.D.T. zou kunnen zijn toegenomen.
Om
die reden is met meer dan gewone belangstelling het middel Dieldrin
op een aantal kavels gespoten en op effect gecontroleerd. Doch ook
hiermede kon geen afdoend resultaat worden verkregen. Tot in de maand
oktober moest verscheidene keren worden gespoten. Ook de ongunstige
groeiomstandigheden in het najaar zullen een rol hebben gespeeld.
Uit proeven van de afdeling Bestrijdingsonderzoek is gebleken dat
onbehandelde proefveldjes geheel zijn weggevreten door de aardvlo. Een
zaadbehandeling met Lindaan bood slechts enkele dagen beschenning.
Wanneer dan geen bestrijding volgde, bleef er weinig of niets van het
gewas over. Vrijwel de gehele oppervlakte koolzaad is tegen aardvlooien
bestreden. Slechts enkele kavels zijn onbehandeld en mogelijk ook
schadeloos gebleven.
Lindaanbehandeling kan enkele dagen voordeel bieden, wanneer bijv. in
het beginstadium niet onmiddellijk kan worden gespoten. Voor een goede
zaadbehandeling is nog geen praktische methode gevonden.
5. Slakkenbestrijding
In de herfst van 1968 was de bestrijding van slakken van beperkte
omvang. De slakkenvraat in koolzaad en wintertarwe is op resp. 300 en
650 ha bestreden met slakkenkorrels.
De weersgesteldheid voor en tijdens de inzaai was zeer ongunstig. Van
structurele wijziging van het zaaibed sls preventieve maatregel tegen
slakken was in deze herfst geen sprake. Het zaaien kostte veel moeite
en is deels breedwerpig uitgevoerd, 0.a. met kunstmeststrooiers. Eggen
kwam niet of weinig voor. Veel t a m e bleef, als voedsel voor vogels
en slakken, aan de oppervlakte liggen.
Door de slechte weersgesteldheid vie1 de uitzaai van de t a m e laat
Daar tijdens en kort na het zaaien de temperaturen vrij laag waren,
in november reeds beneden het vriespunt, was de activiteit van de slakken ook niet groot. De laatgezaaide tarwe is bovendien niet meer voldoende tot ontwikkeling gekomen, zodat pas in het voorjaar 1969 kan
worden vastgesteld of de schade door slakken of vogels van betekenis
is geweest.
Enkele kavels met koolzaad moesten voor de winter reeds worden
omgeploegd t.g.v. te grote schade door slakkenvraat.
In juni is een kavel met luzerne als ondervrucht (K 52) tegen
slakken bestreden. Door de nogal zwaar legerende dekvrucht, gerst,
was een goede bestrijding moeilijk. Een dosering van 25 kg/ha had onvoldosnde effect. Wa de gerstoogst bleek de luzerne plaatselijk geheel
verdwenen. De schade mag niet geheel aan de slakken worden geweten.
Het plaatselijk zwaar legerende gerstgewas bood de luzerne ook geen
kansen. Na de gerstoogst is de kavel bespoten met 2,4-D tegen hoefblad. De nog staande luzerne is toen tevens opgeruimd.
G..Werkspreiding spuiten en strooien
In de hieronder opgenomen tabel is aangegeven hoe de sp?eidi?g
van het bestrijdingswerk was in 1967 en 1968.
De top van het spuiten ligt gewooxlijk 13 april en/of mei voo? de onkruid- en insectenbestrijding. In 1968 is de top vezschovea naas september. De oorzaak ligt i? het samenvallen van de D.D.T.- en Dalaponbespuitingen resp. in het koolzaad en in ae stoppel. Rietbestrijding
op stoppelland wordt ook voor 1969 verwacht, zodat het spwitbeeld het
patroon var i968 waarschijnlijk zsl volge?.
Loo2werkess
vliegtuige?
strooien rotaal
spuiten
jan.
-
febr.
1656
mrt
2750
mei
3263
juli
.
Isept
okt
.
.
nov.,.
dec.
I
30
512
-
4057
-
5811
/
30
1
-
-
1'706
I3
13
2750
1302
92
4144
3723
3263
2032
514
5809
E403
75
41
62
178
P2E6
-
10
522
7 94
512
4057
5842
/
122
831
820
1669
177
591
135
726
-
-
-
-
PO65
-
-
849
19535
spuiten
-
1706
-
45
juni
spuiten
-
50
-
.
apr.
aug
-
Eigen Totaal T o t s s l
land1968
1967
machines
Landmachines
20600
...............................................
...............................................
4505
1
n
.,,
n *
C * ? Y ) t Y I
m
b
Nt
m
2
0
w
0
C
m
m
m
-
z
0
*
I)
N
,0
-0
?
e
r
",
00
m1
- = O D I Y )
m . , C " I m
C
*
" I D
" "
8
N
a.?
c4
m
0,
m
n
0
n
Wl
I
o
n
NO
Y ) , "
"38
m
*a"
N
c , O 0 " 4
."-,
rnI
C
;
II ;:
I
I /
Ij I \
i i
m
"
C
"
F.
-5
-8
r
*I
I I
1/11 i
I
1
I
l
*:
?I
"a
,
,
*I
.
"3
l UllY
m
-"
2 6
il
.,
+
c, e
-4
:,El..* :
<
?
0
1
0
..a I
L
I::
, " $ 0 "g
!:%
;a:!
:2z
0.m
2
82
Verbruik middelen en k o s t e n p e r k g / l t r .
Merknaam
Werkzaam
bestanddeel
i n 1968
Bijlage I1
Vorm
Prijs
kg/ltr
spuitpoeder
f
----------
H e r b i c i d e n ( P l a n t e l lodende middelen
I.P.C.
I.P.C. Luxan 50%
Natrium Chloraa
Natrium C h l o r a a t
Natrium N i t r i e t
NatriumNitriet
Jedapron
Dalapon
Dalapon Luxan
Aadipon Z . U .
Casoron
Dichlobenil .
Pyramin
Pyrazon
Aanathy 1
DNOC /MCPA
D.N.B.P.' S h e l l
D.N.B.P.
D.N.O.C.
8Wo
D.N.O.C.
.V?
S h e l l WN 1 0 1
Amine Hedonal
2,4-D Amine
Amine Jebo
M.C.P.A.
M.C.P.A.
M.C.P.P. Luxan
M.C.P.P.
M.C.P.P. Hedonal
M.C.P.P.
Diquat Reglone
Diquat
Paraquat Gramoxone Paraquat
Aatrichon
T.C.A.
Gesatop 50
Simazin
,,
Orga Simazin
Monuron A a t e l v a r
Monuron
S h e l l AD
Div.oli8n
Prefix
Dichloorthiobenzamide
Aamitrol T.C.
Amitrol
------------
I n s e c t i c i d e n ( I n s e tendodende midde
Primin
Undeen
Aalathion
Basudine
Folidol Parathion
Phosdrin mengolie
DDT A r k o t i n e
DDT 25% Unit a s
DDT 75% Luxan
Kelthane AA
Dieldrex
J e b o d r i e l 25%
Emeltenkorrels
Hexamelt L
Thiodan
Animert V 1 0 1
Aalindan I n k r u s t a
Isolan
Methyl Carbamaten
Malathion
Diazinon
Parat hion
Mevinf o s
DDT
,,
granulaat
s p u i t p o e d e r .,.
vloeistof
8,
spuitpoeder
vloeistof
granulaat
spuitpoeder
,,
vloeistof
3,74
28,50
2,F?
2,6E
2,95
1,73
I , 60
1,45
1,23
3,31
3 , 1 7 !,'
17,03
24, il
2,74
33,93
32,79
38,OS
0,46
granulaat
vloeistof
in)
vloeistof
11,06
spuitpoeder
17,98
4,33
10,50
4,83
24,88
vloeistof
spuitpoeder
Dicofol
Dieldrin
3,48
0,80
1,74
3,39
3,41
3,79
,,
vloeistof
Hexamelt
granulaat
Lindaan
Endosulf an
Tetrasul
Lindaan
vloeistof
9,
spuitpoeder
mengpoeder
2,51
1,OS
4,68
P0,93
3,33
5,19
geen
p r i js
7,li
10,94
18,91
23,49
vervolg Bijlage I 1
Werkzaam
bestanddeel
Merknaam
Vorm
Fungiciden
---------- (schimmelbestrijders
-
Verbruik
Prijs
Vlieg- Land- Diverkg/ltr
tuig
machine sen
zaadontsmetters:
-
: spuitpoeder
Tritoftorol
Zineb
,Maneb Luxan 80%
Maneb
Orthocide 83
Captan
Dieldrin
Dieldrin
Kwik
Aaventa 46
Germisan
Aret an
Dinocap
Karathane AA
Kwik
Panogen
Shell Matin
Maneb Tin
Liro Matin
Koper
Koper 5m
Cosan .spuitzwavel Zwavel
Thiovit
Goldion
,,
570
-
vloeistof
spuitpoeder
mengpoeder
vloeistof
spuitpoeder
vloeistof
spuitpoeder
9,
9,
9,
9,
------------
9,
..
-
-
-
68 f 4,23
32
4,08
12,03
260
775'
12,52
3.,
03
98
.
2
4,58
8,54
25
14,73
32
4,03
2905
460
8,98
15
8,68
63
3,32
29
1,45
60
1,43
60
4,03
Rodenticiden.(ratten-.en muizenbestrijdingsmiddelen)
Luxarin
B.O.B. Tabletten
Castrix korrels
Rattengifringen
I
Cumarine
Scilla
Crimidine
Worfarin
mengpoeder
tabletten
granulaat
ringen
-
.
-
-
10
43260
16
113
2,98
28.,~3~
4,88
2,22O
Mollusciciden
,------------ (slak enbestrijdingsmiddel)
Slakkenkorrels
Metaldehyde
granulaat
Vogelafweermiddelen
------------------teerdistillaten mengpoeder
Aavitex
Wildafweermiddelen
Aaprotect
Ziram
pasta
C.C.C.
kleurstof
draagstof
Iso-fenyl
vloeistof
mengpoeder
grint
vloeistof
10885
.-
1342
1,03
-
-
4
1,98
-
-
23
4,48
-
3
5
400
4
6,75
12,56
0,36
36,138
----------------
Diverse middelen
Cycocel
Nigrosine
Zemelen
Baygan Emulsie
,N.B.
-
Voor opslag, mengen en transport is in deze prijzen een bedrag
begrepen van.f 7.,60per 100 kg/ltr.
-
x
o
45
per mille
per.stuk
'
Bijlage I11
Kosten onkruidbestrijding in granen in 1968
Per ha
Bewerkt
Middel
Loony. -Eigen
kosten kosten
ha
Totaalx)
per ha
Dosering .Kosten Vliegveld
middel
middel
kosten
A. Loonwerkers met vliegtuigen
D.N.O.C.
1163
f 7,25 f
1,83
54
f15,93
f0,50
f25,50
M.C.P.A.
2615
6,80
1,83
39
4,80
0,50
14,--
::M.C:P.P.
51
7,25
1,83
4
12,68
0,50
22,25
2.,4-D
789
7,lO
1,83
2
3,10
0,50
12,50
.
4618
.
I
B. Loonwerker met landmachines
D.N.O.C.
.
.
198
- f 9,40 f 0,56
5
f 14,75
.M.C.P.A.
1027
8,90
0,53
4l
5,04
. M.C.P.P.
87
8,90
0,53
4
12;68
509
8;90
0,53 '2
-
1546
8,90
0,53
2
M.C.P.P./2,4-D
2,4-D
1
,
,
10,74
3 ;lo
-
f 24,75
14,50
--
22,
20,25
12,50
3367
C. Eigen landmachines
M.C.P.A.
159
. M.C.P.P.
51
2,4-D
199
409
.
-
fl0,--
43
f.5,29
--
4l
13,
10,
10 ,.--
-
--
3,41
.
afgerond op 25 cent
,
.'i-l3,50
.
...
,
_--_--_---_-----------------------------------------------------------2-----------
X,
f 15,25
/
.
.
/
vervolg B i j l a g e I11
Kosten d i v e r s e o n k r u i d b e s t r i j d i n g e n i n 1968
-
-
-
Tot a a l
P e r ha
BeVlieg- T o t a a l x )
werkDose-.~
x)
Loonw; Eigen
.Kosten
te
veld .
ring
p
e
r
p
e
r
k o s t e n k o s t-e n
ha
km
ha's
middel middel k o s t e n
Middel
A. Loonwerkers met v l i e g t u i g e n
511
S t o p p e l 2,4-D
Da1apon.x~
f6,,75f.l,83
74,;-
6,67
0,50
15,.75
19
64,60
I,--
83,75
3,66
9'
34,45
1,.--
54,75
19:.70,
3,66
g6
33,41
I,--
53,75
662
6;75;
1,83
l4
4,76
0,50
13,75
161
6,75
1,83
37
5,74
0,50
14,75
3,66
954
6,80
1,83
Dalapon xx
1665
14,50
3,66
Luzerneq68 I .P.C. xx
177
15,70
Koolz. ' 6 8 .I.P.C. xx
651
'69 Dalapon
D i v e r s e n 2,4-D
f15;25
1,--
13,50
11
f6,20f0,50
55.,76
1153
Ontginning 2,4-D
4
16
43
5934
-------------------------------------------------B. Loonwerker met landmachines
S t o p p e l 2,4-D
,,
jll
>.
135
Dalapon
41 9
8,90
0,53
Dalapon/2.,4-D
342
8,90
0,53
f 6,67
-
17
59,50
-
16-44
61,22
43
f 8,90 f 0,53
.
-
f
Is,-69,-70,75
22 ;75
932
--------------------------------------------------------"'..
,
36
M.C.P.P./2,4-I:
8,90
2'-2'
13,22
C . Eigen landmachines
18
Ontginning 2,4-D
154
Tochtw. e . d . 2,4-D
S l o t e n 2,4-D
i d . Dalapon
i d . Monuron
.
.
-
22
-
35
.-
14
fl0,--
-
33
f 5,12
23,05
38
5,89
70,,-
4
6,08
--
70,--
20
68,
TO,--
15
571.20
70,--
6
144,66
92,50
17
58,14
i d . .Gramoxone
8
Bepl. Dalapon
38
i d . Gramoxone
7
-
92,50
lo6
255,57
i d . Monuron
2
-
92,50
18
685,44
,-
-
-
fl5,-29,-76,--
,-
x
.
ha ' s 2x gevldgen
-..-.--- .
7,50
13,75
641,25
64,
214,75
21,5C
150,75
348,-778,--
298
xx
f
138,--
------------------------4-----4------L------L-----A-------A------L---------L-------,
:
.
Afgerond op 25 c e n t .
D a a r h a ' s e n km's van s l o t e n moeilrjk z i j n v a s t t e s t e l l e n i s u i t g e gaan van de d o s e r i n g voor d e v a s t s t e l l i n g van h a ' s .
10 s l o t e n = 1 ha.
--
vervolg B i j l a g e XI1
Kosten i n s e c t e n - en s l a k k e n b e s t r i j d i n g i n 1968
-
II :; II
I
werkBe-
Middel
Loonw.
kosten
(
/
I
Eigen
kosten
Per ha
Dose- I
ring
Kosten
middel middel
1
I
I
I ~ l i e-a - I T o t a a l x)
veldkosten
per
ha
I
A . ,Loonwerker met v l i e g t u i g e n
Koolz. .I68 D i e l d r i n
778
Koolz.
'69 D i e l d r i n
1
Koolz.
' 6 9 D.D.T.
13656
Beplanting D.D.T.
680
1 135
T a m e ' 6 9 Slakkenkorrels
1
Koolz.
1.307
'69 idem
648
Luzerne '68 idem
30
7
-
1,83
35
36,05
0,50
45,50
Diversenhoper
70
6,75
1,83
8'
26,89
0,50
36,--
B. Loonwerker met landmachines
7
Koolz.
'69 D.D.T.
f 8,90
f 0,53
l6
fl0,--
l3
26
C. Eigen landmachines
Koolz.
-
3
'68 Lindaan
f : 39794
-
f 40,50
I
D. Ander werk met v l i e g t u i g e n
Cycocel: zomertarwe
1 1 5
f6.75
f1,83
zomergerst
2
6,75
1,83
50
7,90
.3.,10
.' 69 z a a i e n
30
7
1,83
........................
97
Luzerne z a a i e n
iKoolz.
x
Afgerond op 2 5 c e n t
-
-
-
0,50
26,75
0,50
11,50
0,50
9,25
I
Bijlage I V
Ander werk met v l i e g t u i g e n
Cycocel
Na e n i g e j a r e n van proefnemingen.in wintertarwe i s h e t rendement van een
b e s p u i t i n g met een groeiremmingsmiddel a l s
C.C.C.
nog s t e e d s t w i j f e l a c h t i g .
I n 1968 i s op 15 ha zomertarwe en 2 ha zomergerst Cycocel gespoten. De zomertanve i s h i e r d o o r n i e t gaan l e g e r e n . Door d e v r i j hoge s t i k s t o f g i f t bestond h i e r v o o r we1 gevaar. Hogere opbrengst i s b i j deze proef n i e t gebleken. De opbrengst bedroeg s l e c h t s 77% van h e t gemiddelde. D e zaaidatum
was e c h t e r 24 a p r i l wat mede van invloed kan z i j n geweest.
Op de zomergerst h e e f t d e cycocel geen invloed gehad. Het i s n i e t u i t g e s l o t e n d a t voor d e waarneming van een p o s i t i e f r e s u l t a a t de proeven i n voorgaand e j a r e n onvoldoende groot z i j n geweest, waardoor andere f a c t o r e n b i j een
opbrengstderving van invloed z i j n geweest zonder deze voldoende t e onderkennen.
Luzerne . z a a i e n
Ten gevolge van de n a t t e weersomstandigheden i s i n mei
-+ 30,- ha
luzerne
0.d. met v l i e g t u i g gezaaid. Het z a a i e n van l u z e r n e l e v e r t geen bezwaren,
doch d e opkomst i s a f h a n k e l i j k van g u n s t i g e weersomstandigheden. Deze
omstandigheden waren na h e t z a a i e n aanwezig.
Koolzaad z a a i e n
Op een g e d e e l t e van de k a v e l s F 54 en 56 i s h a l f September koolzaad gez a a i d met een v l i e g t u i g . D i t b e t r o f 30,- ha en behoorde t o t h e t l a a t s t t e z a a i e n zaad. De kieming l e v e r d e door d e vochtige omstandigheden geen
moeilijkheden.
Koolzaad z a a i e n vanuit d e l u c h t l e v e r t t e c h n i s c h . gezien geen moeilijkheden.
,