gewasbescherming-beheersverslag

W E R K D O C U M E N T
GEWASBESCHERMING
BEHEERSVERSLAG OVER 1976
door
W.R. Smits
Afdeling Ontginning
en Exploitatie
1 9 7 7 - 1 1 4 Abc
R'
9549
d S T
V O O R
D E
nei
I J S S E L M E E R P O L D E R S
S M E D I N G H U I S
L E L . Y S T A D
*~ e w a s b e s c h e m i nin
~ 1976
'
Het overgrote deel van de bespuitingen ter bescheming van gewassen
vond plaats voor het grootlandbouwbedrijf en de te ontginnen gebieden.
Evenals vorig jaar werden de vliegtuigbespuitingen uitgevoerd door.
Mastboom v. Beek uit het Melissant in samenwerking met de.vliegtuigspuitbedrijven T. Vermeulen en H. Bogaerds.
Voordat het spuitseizoen begint worden de vliegtuigen die het werk uitvoeren getest op het spuitbeeld. Dit geeft de zekerheid dat het spuitbedrijf vooraf voldoende aandacht aan het materieel schenkt. Het testen bestaat uit een "testrun" over een papierlint dat uitgelegd is op
de vliegstrip. Het vliegtuig spuit een nigrosinn oplossing (d.i. een
zwarte kleurstof) vermengd met water op het papierlint, zodat men een
inzicht krijgt over de verdeling van de vloeistof.
Van belang isdat deze manier van testen enige malen tijdens het spuitseizoen wordt .herhaald voor controle van het spuitbeeld.
De 4 landbouwvliegtuigen die op 13 april zijn getest werden allen goed
bevonden voor het spuitwerk. 3 Toestellen waren van het type Piper Pawnee met 42 spuitdoppen en een tankinhoud van 565 l. Het vierde toestel
was een nieuw type Piper Pawnee Brave met 6 0 spuitdoppen en een tankinhoud van 950 1 waardoor deze een grotere capaciteit heeft. De spuitbreedte is gelijk, namelijk 15 m.
De Piper Pawnee Brave uitgerust met 6 0 sproeidoppen, waardoor een fijnere verdeling van de vloeistof ontstaat, is bijzondergeschikt voor
schimmel- en insectenbestrijding.
De kans op drift wordt bij deze fij,nedruppel echter vergroot.
Het testen is uitgevoerd in samenwerking met de Afd. Bestrijdingsonderzoek onder leiding van L.J.A. Wouters. De spuitwerkzaamheden met de
landmachine werden uitgevoerd door de sproeicombinatie Heyboer-Bogaerds
uit Swifterbant. Om voldoende capaciteit te kunnen leveren werkte deze
combinatie samen met de spuitbedrijven Maris, Karelse en Rodenburg
v.d. Vlugt, allen uit Flevoland.
Koolzaad 1976
De bodemherbiciden die november-december 1975 op het koolzaad zijn gespoten voor bestrijding van onkruid en graanopslag hebben een goed resultaat opgeleverd.
Na zware nachtvorsten in april bleek dat het koolzaad ras Orma dat met
IPC was gespoten, flinke vorstschade had opgelopen, dit in tegenstelling tot de Orma die met Kerb was gespoten. Hieruit blijkt dat IPC een
bepaald ras koolzaad vorstgevoeliger maakt.
Als proef werd op 2 percelen, waarvan I met Kerb en de andere met IPC
was gespoten, 6 weken later nogmaals met CIPC gespoten voor muurbestrijding. Het resultaat hiervan was dat het perceel dat gespoten was met de
combinatie IFC + CIPC zwaar beschadigde planten opleverde. De andere
combinatie Kerb + CIPC gaf een goed resultaat; geen beschadigde planten
en 100% muurdoding.
In februari is op 421 ha koolzaad 1 1 Fenitrothionlha gespoten voor de
bestrijding van de larve van de koolzaadaardvlo. Koolzaadglans- en
koolzaadsnuitkevers kwamen dit jaar niet veel voor, zodat er alleen
maar randbespuitingen zijn uitgevoerd; totaal 766 ha. Hiervoor zijn de
middelen Nexagan 1,5 l/ha en Zolone 2 l/ha gebruikt; deze middelen zijn
niet giftig voor de bijen.
Koolzaad 1977.
Door de droogte kwam het ingezaaide koolzaad zeer' traag en ongelijk op.
Eenmaal boven de grond was de groei traag, er was duidelijk gebrek aan
vocht. Van de aardvlooien waren maar weinig activiteiten te bespeuren;
in de vangbakken was de vangst dan ook gering. Komt er onverwachts toch
een "invasie" van vlooien, dan is het koolzaad waar practisch geen groei
in is binnen een paar dagen geconsumeerd.
!,
Het zaa'zaad
wordt ontsmetmetLindaan Inkrusta en AA Biton. Hebeerste
beschermt het zaaizaad tijdens de kieming tegen de aardvlo, terwijl
AA Biton het zaad tegen de Phoma schimmel beschermt.
Als het koolzaad boven de grond staat moet het scherp gecontroleerd
worden op vraat van de aardvlooien. Zelfs bij een geringe aantasting
dient het direct gespoten te worden.
Niet spuiten,houdt een te groot risico in; het ,koolzaad wordt misschien
dan nog,nief"opgevreten, maar de larve van de aarvlo kan de plant later
zo beschadigen dat deze afsterft,ofhet sterk gaatvertakken waardoor de
bloei van het gewas onregelmatig wordt.
Totaal is er 8817 ha koolzaad met Fenitrothion behandeld door landmachine en vliegtuig.
Een gedeelte van het koolzaad areaal werd ingezaaid in de graanstoppel;
het kan dan nodig zijn om de graanopslag dood te spuiten, indien het
koolzaad hieronder dreigt te stikken.
Hiervoor wordt 2 kg Dalaponlha gebruikt; het koolzaad mag dan niet te
groot zijn en de graanopslag moet volop in de groei zijn. Na het spuiten moet het nog geruime tijd droog blijven wil men een goed resultaat
bereiken.
Het vliegtuig moet de Dalapon in 60 1 water verspuiten zodat er dubbel
wordt gevlogen. De kosten van deze bespuiting bedraagt voor de landmachine f 30,08 en voor het vliegtuig f 34,781ha.
De resultaten waren goed; totaal is er 2805 ha koolzaad met dalapon
door land- en vliegmachine behandeld.
Het is ook mogelijk om voor of na het zaaien TCA te spuiten om graanopslag te bestrijden. Op deze manier is er 130 ha gespoten; de dosering
bedraagt 12 kg/ha. Deze manier van spuiten heeft als nadeel dat er op
het moment van spuiten niet bekend is hoeveel graanopslag er komt; het
was misschien niet nodig geweest.
Het verdient dan ook aanbeveling om van deze spuitwijze af te stappen.
Op I november werd begonnen met het spuiten van bodemherbiciden in
het koolzaad voor bestrijding van gras, muur en graanopslag. Hiervoor
zijn Kerb 1 4 kg, IPC 10 kg en CIPC 20 llha gebruikt. Door de droge
weersomstandigheden was her mogelijk op een groot areaal landmachines
in te zetten. Deze hebben de percelen gespoten die ver van de vliegstrip
LZ 8 af lagen 0.a. in Oostelijk Flevoland en de kleinere percelen.
De vliegstrip BZ 12 was vanaf I november niet meer beschikbaar in verband met zandopspuiting voor Almere-Stad.
Gezien de minder goede resultaten in voorgaande jaren van IPC en het
moeilijk te verwerken poeder in weinig water als het met het vliegtuig
wordt gespoten is er dit jaar geen IPC meer bijgekocht. We1 is het restant dat nog aanwezig was, op goed ontwikkeld koolzaad gespoten. Er is
dit jaar 4000 kg Kerb aangekocht voor onkruidbestrijding in het koolzaad; Kerb is de beste grasbestrijder van alle middelen die toegelaten
zijn in koolzaad, bovendien wordt ook muur goed bestreden.
Het koolzaad verdraagt Kerb erg goed; tot nu toe is.er in dit gewas b i j
een dosering van I f tot 2 kglhageen schade geconstateerd.
Kerb heeft als nadeel dat het erg persistent is. De toepassing kan het
best eind oktober of november plaatsvinden bij een temperatuur die lager is dan 120 C.
Bij een late Kerbtoepassing bijv. januari en een mislukt koolzaad is
de inzaai van een zomergraan niet mogelijk.
Voor een betere spreiding van het middel moet met het vliegtuig dubbel
worden gespoten. Percelen koolzaad die alleen muur bevatten zijn gespoten met 2 1 CIPCIha. IPC is gespoten op koolzaad waarin muu;, Eras en
graanopslag voorkwam. De resultaten van deze bespuitingen hebben een
goed resultaat opgeleverd. Vooral de Kerb heeft het bijzonder goed gedaan op muur. De kavel M 29 die met IPC is gespoten vertoont op de kopakker langs de wee schade aan de planten.
Aan onkruidbestrijding in koolzaad is door de landmachine en het vliegtuig 7933 ha gespoten in de periode van 1 - 1 1 tot 25-11-'76.
Granen -- Op 3 mei werd er begonnen met de onkruidbestrijding in de wintertarwe.
Voor het verkrijgen van een goed resultaat spelendeweersomstandigheden
een grote rol. Het ideale weertype voor groeistofbespuitingen is rustig, donker weer, een hoge luchtvochtigheid en een temperatuur van boven
de 140 C. Het tijdstip van de bestrijding hangt af van de lengte van
het gewas en de ontwikkeling van het onkruid. Muur, dat veel voorkwam
moet worden bestreden voordat het bedekt wordt door de tarwe. Andere
onkruiden zoals bijv. distel en roodbeen zijn dan vaak nog niet aanwezig
zodat in sommige gevallen 2 keer gespoten moet worden.
De groeistoffen MCPP en MCPA werken goed tegen muur, melde, roodbeen en
distel. 2, 4-D is het aangewezen middel tegen klehhoefblad. Naarmate
het gewas langer wordt neemt de kans op opbrengstderving toe.
Met de landmachine en het vliegtuig is 7069 ha tarwe behandeld met groei. .
stoffen.
In de tweede week van mei werd begonnen met de onkruidbestrijding in de
zomergranen. Deze zijn veel gevoellger voor groeistoffen dan wintergraan.
Bij e e n bespuiting van 2, 4-D voor hoefbladbestrijding in gerst en haver is er kans op opbrengstderving. Op zomergraan worden hoofdzakelijk
de groeistoffen MCPA en MCPP gebruikt. Bij toepassing van deze middelen
is de ideale lengte van het gewas 15 B 20 cm.
Ten gevolge van het koude en droge weer tijdens de bespuitingen waren
de resultaten op sommige kavels slecht.
Aan onkruidbestrijding in winter- en zomergraan is totaal 13.611 ha gespoten.
Voetziekten en gele roest zijn dit jaar niet opgetreden.
Voor de bestrijding van afrijpingsziekte is er 786 ha tarwe preventief
gespoten; hiervoor werd Topsin M 1 kglha + 2 kg MANEBIha gebruikt. Het
beste tijdstip van spuiten is vlak voor de bloei.
Omdat het droge weer zich in juli en augustus voortzette, kwam de afrijpingsiiekteniet voor. Het was visueel bijna niet waarneembaar wat er
we1 en niet gespoten was. Van 2 kavels waarop enkele akkers lagen die
niet gespoten waren, en de rest van de kavel wel, werdende opbrengsten
vergeleken. Op de ene kavel werd 180 kg tarwe meer opbrengst gemeten
ten opzichte van het niet gespotene. De tweede kavel gaf een heel ander
beeld; daar was het onbesproken gedeelte winnaar namelijk 40 kg tarwe/
ha meer. Bij de bestrijding van afrijpingsiiekte blijft het van belang
om telkens weer opbrengsten te vergelijken van we1 en niet spuiten om
een goed inzicht te krijgen.
In juni werd er een toename van de graanluis geconstateerd, echter niet
in die mate dat een bespuiting verantwoord was. De norm van luisbestrijding is, dat er op 50 willekeurig geplukte aren meer dan de helft bezet
moet zijn met luizen.
Rietbestrijding in de ontginning
Voordat het land in cultuur wordt genomen wordt het rietbestand chemisch
met het middel Dalapon bestreden. Normaal gebeurt dit altijd met het
vliegtuig; een uitzondering hierop is riet dat jaarlijks wordt gemaaid
voor de verkoop. Het is dan mogelijk om dit riet in juniljuli als het
I m lang is en voldoende blad heeft, met de landmachine te spuiten. Dit
is ook gebeurd in de sectie OZ op 423 ha; bovendien werd er een groeistof aan toegevoegd voor bestrijding van 0.a. de distel. De dosering
bedroeg 15 kgdalapon + 4 1 MCPA of 3 1 s, 4-D/ha.
In de eerste'week van augustus werd het verdere spuitplan afgewerkt.
De rietpercelen die gespoten moesten worden lagen allen in de buurt van
de vliegstrip LZ 8 in de sectie's GZ, KZ, LZ en HZ. Totaal was dit 1994
ha dat 2 keer bevlogen moest worden. Dit omdat de 15 kg dalaponlha opgelost moet worden in 60 1 water.
Het ontginningsland dat in 1977 ontgonnen wordt ligt een jaar braak;
het is in 1975 gespoten. Ten gevolge van de veronkruiding en de toename
van riet is er dit jaar door de landbouwmachine 490 ha met groeistof
en 153 ha met dalapon bespoten.
Met het vliegtuig is er 3107 ha groeistof en 567 ha met dalapon gespoten.
In de ontginning is totaal 9343 ha gespoten tegen riet en onkruid.
Riet en onkruidbestrijding in de stoppel
Voor rietbestrijding in de stoppel leent de koolzaadstoppel zich het
best. Het koolzaad wordt vroeg gemaaid waardoor het afgemaaide riet
snel tot hergroei komt.
Het nieuw gevormde blad is nodig voor de opname van Dalapon, dat met
de sapstroom naar de wortelstokken wordt getransporteerd.
Voor een goed resultaat zijn de weersomstandigheden belangrijk,' bij
dalapon moet het nog geruime tijd droog blijven na het spuiten.
Ten gevolge van de droogte die er dit jaar optrad en de gevolgen ervan
is er voor gedupeerde boeren gras ingezaaid. Het meeste werd ingezaaid op de koolzaadstoppel zodat een groot gedeelte van het spuitplan
voor rietbestrijding niet doorging. Totaal is er I768 ha koolzaadstoppel gespoten met I5 kg dalapontha met toevoeging van een groeistof
voor onkruidbestrijding. Waar geen riet voorkwam is alleen een groeistof
gespoten voor onkruidbestrijding.
Het mengsel dalapon + groeistof wordt door de landmachine gespoten;
met het vliegtuig is het niet mogelijk om deze combinatie van middelen
te spuiten in verband met de te sterke concentratie waardoor klontering
optreedt).
In de graanstoppel werd weinig gespoten ter bestrijding van riet en
onkruid. Oorzaken hiervan zijn 0.a. dat de gerststoppel en een gedeelte
van de tarwestoppel werden ingezaaid met koolzaad. Bovendien werden op
grote schaal greppels dichtgeploegd, zodat deze kavels ook afvallen voor
een chemische bestrijding. Dit jaar is er in de graanstoppel 1601 ha
gespoten voor riet- en onkruidbestrijding.
In oktober zijn er op verschillende kavels, die ingezaaid waren met gras,
de greppelkanten en'kopakkers met gramoxone gespoten. Dit werd gedaan
om de grasstoppel beter onder te kunnen ploegen. Bij een lage temperatuur werkt Gramoxone langzaam; na het spuiten moest er een week worden
gewacht voordat het kon worden ondergeploegd. De spuitwerkzaamheden
werden door de landmachine uitgevoerdin uurtarief; de dosering bedroeg
4 l/ha, de kostenlha waren f 108,45 (spuitloop + middel). Totaal is er
689 ha op grasland gespoten.
Greppels spuiten in graan
Na het :droogvallen van Zuidelijk Flevoland zijn de zand-en kleidepots
ingezaaid met een raaigras. Dit raaigras is weer terug te vinden als
concuflent in onze cultuurgewassen.
De bestrijding van gras kan zowel mechanisch als chemisch gebeuren.
Mechanisch door het onder te ploegen of in het voorjaar het land een
keer meer te ..bewerken. ~hemischdoor het in de stoppel te spuiten en
ook door in.het koolzaad met Kerb te spuiten. Het meeste gras komt voor
in de'greppels en langs de greppelkanten. De verspreiding van gras over
de akkers gebeurt 0.a. door het opschonen van de greppels. Om de verspreiding van gras tegen te gaan zijn er dit jaar op grote schaal greppels gespoten; in totaal 3132 km. Gebruikt werd het middel 300 cc Gramoxone + 2 ons Simazin en soms 200 cc Reglone per km.
Gramoxone werkt als een "scheermesmiddel" het brandt name1ijk:de
bovengrondse grasdelen af. Simazin,is een bodemherbicide dat .op enigszins vochtige grond het beste werkt. Door de droogte die er dit jaar optrad was de werking van simazin minder goed. Deze spuitwerkzaamheden
zijn uitgevoerd van 20 april tot 5 mei. De kosten aan middel + spuitloon
waren f 43,531km. Werd er aan Gramoxone + Simazin Reglone toegevoegd
dan waren de kosten f 49,371km.
Algemeen
Om het rooien van griend te vergemakkelijken is op het bedrijf Y 66
als proef 2 ha griend doodgespoten met 4 1 2.4, Dlha. Met de landmachine is 54 ha I jarig griend gespoten tegen het wilgenhaantje en de
rupsen van spinselmot en bastaardsatijnv1inder:Het
middel Dipterex
werd hiervoor gebruikt; de dosering bedroegl kglha.
Voor de bestrijding van de rups van .de bastaardvlinder in het'f'~remerbergbos op populieren, is gebruik gemaakt van het vliegtuig. om een
goede spreiding van het middel te krijgen is er dubbel gespoten; de
bestrijding is uitgevoerd onder gunstige weersomstandigheden.;De spuitnevel komt dan goed in de bomen terecht. Bij de bestrijding van deze .
rups is het van belang om de besp"iting vroegtijdig uit te vokren. Indien de aanwezigheid wordt ontdekt door het waarnemen van kaalgevreten
bomen dan is men te laat. De kosten van deze bestrijding zijn f 51,681
ha (spuitloon + middel).
Op pas ingezaaid grasland is in oktober een bespuiting uitgevoerd met
MCPA en/of MCPP voor de bestrijding van koolzaadopslag en muur, totaal
376 ha.
Door de Commissie voor ~ytofarmacieis bepaald dat in 1977 het middel
TBA (groeistof) niet meer gebruikt mag worden. Voor Kerb wordt geadviseerd om de bestrijding zo vroeg mogelijk te doen, liefst eind oktobegin november als de temperatuur geruime-tijd beneden de 12' C is.
Gramoxone mag niet meer in sloten worden gespoten we1 Gramoxone ZU maar
dit pas na I juni.
MCPA mag niet in waterhoddende sloten worden gespoten.
Overzicht bespuitingen
Op bijgaande lijst wordt een overzicht gegeven van alle bespuitingen
uitgevoerd in 1976 (bijlage 1 ) . Tevens is een lijst toegevoegd met de
doseringen per ha. (bijlage 2).
Het gesloten bedrijf A 9 3 en de proefvelden zijn, behoudens enkele bespuitingen, niet inbegrepen.
De bespuitingen in 1977 zullen evenals in 1976 door dezelfde spuitbedrijven worden uitgevoerd.