Intern rapport R.IJ.P, no. 140 CHEMISCHE ONCRUID- EN INSECTENBESTRIJDING IN OOSTELIJK FLEVOLAND IN 1968 door . W .F Hildebrand en J. IJzer Redact ie W.J. Koster Kostprijzen RIJKSDIENST VOOR DE IJSSELMEERWLDERS Hoofdafdeling Cultuurtechniek en Recreatie Z W O L L E 1969 I N H O U D Inleiding 1. Bestrijdingsmethode a. Loonwerkers met vliegtuigen b. Loonwerkers met landmachines c.Eigen landmachines 2. Vliegvelden 3. Onkruid- en rietbestrijding a . In de gewassen b. In de ontginning (riet) c. In de stoppel-(riet) d. Diverse onkruidbestrijdingen 4 . Insectenbestrijding in koolzaad 5 . Slakkenbestrijding 6. Werkspreidingspuiten enstrooien Bijlage Bijlage I: Bewerkte ha in 1968 11: Verbruik middelen Bijlage 111: Kostenoverzichten Bijlage IV: Ander werk met vliegtuigen Inleiding Op het terrein van onkruid- en insectenbestrijdingsmiddelen bood de markt in 1968 niet veel nieuws. Met het doe1 de ontwikkelingskansen woor de cultuurgewassen te bevorderen, is met de gebruikelijke middelen getracht de daartoe ongewenste vegetatie en/of populatie te voorkomen, eventueel te vernietigen of te beperken. Het riet speelt hierbij een bijzondere rol. Als vriend binnen de dijken gehaald - bewust gezaaid als hulp bij het verhinderen van ongewenste vegetatiegroei - wordt het als vijand bestreden wanneer het zijn diensten heeft verricht. In 1968 speelde het riet in beide vormen een belangrijke rol. Dit rapport beperkt zich tot de bestrijding van het riet in de ontginningsgebieden en in de stoppel. Vliegtuigen hadden weer het grootste aandeel in het bestrijdingswerk, doch het aandeel daarin van de loonwerkers met landmachines nam ook in betekenis toe, ten gevolge van vermindering van het werk met eigen landmachines die in het bedrijf een steeds mindere rol gaan spelen. 1. Bestrijdingsmethode a. Loonwerkers met vliegtuigen ........................... Het spuitenfenlrh8t:;8tro6ien vanichemis&he:bestrijdingsmiddelen met vliegtuigen was in het seizoen 1968 opgedragen aan Tom van de . . Meulen'swiegbedrijf te Oostwold in Groningen. Dit luchtvaartbedrijf . . verrichtbe met enkele toestellen van het type Piper Cubreeds enkele jaren in Oostelijk Flevoland werkzaamheden voor particulieren. -Het testen, door de Rijksdienst in samenwerking met het IiP.O. te Wageningen, van het materiaal en.van het spuitwerk liet een goede indruk na. Hetbedrijf beschikte over vier toestellen.van het type Piper Cub. Bij de test was het spuitbeeld van 1 toestel slecht. Te weinig druk als gevolg van onbekendheid van de vlieger met het gebruikte, enigszins afwijkende type tank, was hiervan de oorzaak. -Mede doordat tijdens de bespuitingen in het voorjaar op veel spuitdagen optimaal kon worden gewerkt, kon meestal worden volstaan met drie vliegtuigen. Voor de rietbestrijding in de ontginning in de tweede helft van augustus waren we1 vier toestellen nodig, doordat in die periode reeds bestrijding van de koolzaadaardvlo noodzakelijk was. Het vliegbedrijf had drie ervaren landbouwvliegers in dienst, terwijl, voor. zover dit nodig was, de ondernemer zelf ook vloog. Aanvankelijk beschikte men over een deskundige ploegleider, later nam de heer Van de Meulen de leiding bij het spuitwerk zelf in handen. Het bedrijf besteedde bijzonder veel aandacht aan het onderhoud van vliegtuigen en materiaal. Het geheel maakte een verzorgde indruk. De leiding was vrij straf, hetgeen leidde tot een efficirnte organisatie. In de drukste periode overnachtte het personeel op het vliegveld in een caravan. Het geleverde werk was van goede kwaliteit. De 1.P.C.-bespuitingen in het vroege voorjaar zijn nog uitgevoerd door de vorige contractant (Mastboom-Van Beek). Het aandeel van de vliegtuigen in de bestrijding bedroeg 80% ofwel 20.500 ha. In Zuidelijk Flevoland is door Van Beek's Luchtvaartbedrijf uit Melissant gras en riet gezaaid. Dit werk wordt in een afzonderlijk rapport behandeld. b. Loonwerkers met landmachines ............................ Het spuitwerk met landmachines is uitgevoerd door een combinatie van de sproeibedrijven Breure - v:ln Heyboer-De Waard te Biddinghuizen en Bogaerds te Swifterbant. De leiding van deze combinatie be- rustte bij Bogaerds te Swifterbant. Met 2 Cormick en 3 Eyger spuitmachines konden deze loonspuiters regelmatig en tijdig het opgedragen werk uitvoeren. Er werd op 20 meter breedte gespoten. De kwaliteit van het werk was over het algemeen genomen goed. Personeelswisselingen vonden weinig plaats. De spuitrisico's welke werden genomen t.0.v. nabijgelegen gewassen waren vrij groot. In enkele gevallen was de loonspuiter genoodzaakt een regeling te treffen met de betrokken pachters. Het aandeel van deze loonwerkers bedroeg 17%, ofwel 4.505 ha. -c. Eigen landmachines Door de afvoer vaneenaantal spuitmachines is het aandeel van de eigen landmachines sterk teruggelopen. Dit aandeel bedroeg slechts 3%, ofwel 710 ha van de totaal bewerkte oppervlakte. .In.hetvoorjaar vond in heperkte mate met 1 landmachine; (Urgent) spuitwerk in de gewassen plaats. D e b e i d e jeeps met slootbodemspuit hebben voor h e t bestemde doe1 goed werk v e r r i c h t . Daar h e t s l o o t s p u i t e n meestal v66r de oogst.periode v a l t , i s deze t i j d i n h e t kader van h e t werkplan g u n s t i g . 2 . Vliegvelden Voor h e t , s p u % t e n en s t r o o i e n m e t v l i e g t u i g e n ' i n O o s t e l i j k Flevoland i s i n 1968 h o o f d z a k e l i j k gebruikgemaakt van het v l i e g v e l d op kav e l F 21. De v e l d j e s o p J 35 e n X 3 waren d i t j a a r nog we1 beschikbaar, doch door de ongunstige l i g g i n g t e n o p z i c h t e van het e x p l o i t a t i e g e b i e d z'jndeze weinig g e b r u i k t . .Van d e 70 vliegwerkdagen i s op 10 dagen ge- vlogen.van beide'laatstgenoemde v e l d j e s ; t o t a a 1 t . b . v . 750 ha. -Voor het v l i e g b e d r i j f was d e . a f s t a n d van F 21 naar de o b j e c t e n k e n n e l i j k g e e n bezwaar. De o u t i l l a g e op F 21 b l i j k t voordelen t e bieden boven e n i g e k i l o m e t e r s minder v1iegen:Voor 1969 b e s t a a t geewuitwijkmoge- l i j k h e i d meer e n z a l - v a n a f B6n veld moeten worden gevlogen. W e 1 wordt op E 24 een n i e u w v e l d ' j e i n g e z a a i d . B i j g u n s t i g e ontwikkeling,kan?hbervan i n 1970 gebruik wordengemaakt, v o o r z o v e r d i t noodzakelijk is. Over d e i n r i c h t i n g van d i t v e l d z a l nog nader dienen t e worden b e s l i s t . De onderhoudskosten van de 3 v e l d j e s i n 1968 waren f 5.292,,--..De a f s c h r i j v i n g van.aanlegkosten en o p s t a l 1 e n : f 5.024,--. -Totaal f 10.316,--. Per gevlogen h a ( 2 0 . 6 0 0 ) . z i j n de kosten d e r h a l v e f 0 , 5 0 , met welk bed r a g d e s p u i t k o s t e n met v l i e g t u i g e n z i j n verhoogd. Werkend m e t 4 t o e s t e l l e n . v a n het t y p e P i p e r Cub moet a l s maximale . u u r c a p a c i t e i t worden g e s t e l d : 1 8 0 ha. Daarvoor i s i n t o t a a l nodig c a . 6.000 l i t e r s p u i t v l o e t s t o f . De u u r t r a n s p o r t c a p a c i t e i t moet h i e r o p z i j n a f g e s t e l d . Op enkele dagen i n 1968 bleek d i t we1 eens krap., vooral wann e e r op een dag met verscheidene middelen werd gespoten. Gezien d e plannen voor vervanging .van h e t wagenpark is h e t w e n s e l i j k ook met d i t ! aspect rekening .te houden. 3. Onkruid- en r i e t b e s t r i j d i n g -------------- a . I n de gewassen Koolzaad De b e l a n g r i j k s t e concurrenten van h e t groeiende koolzaatd-. g r a s en graanopslag- z i j n nog m o e i l i j k t e b e s t r i j d e n door het o n t breken van een voldoend s e l e c t i e f werkend b e s t r i j d i n g s m i d d e l . I.P.C. is nog we1 het voornaamste bestrijdingsmiddel, doch de ervaring leerde dat de resultaten erg wisselend zijn. Dit laatste is hoofdzakelijk een gevolg van de spuitmogelijkheden in het vroege voorjaar en de weersgesteldheid daarna. .In 1967 was door de vele neerslag na het spuiten de werking van de I.P.C. optimaal. In februari 1967 bedroeg de neerslag meer dan 67 mm; dit was in dezelfde maand in 1968 slechts 19 mm. Bij veel neerslagspoelthet middel dieper in de grond. Er ontstaat dan we1 meer oogstdervingsrisico..Dewerkelijke opbrengstderving als gevolg van1.P.C.-bespuitingen is moeilijk vast te stellen. Goed vergelijkbare kavels ontbreken..Een 1.P.C.-bespuiting vindt plaats indien er met een perceel iets aan de hand is dat een normale ontwikkeling van het gewas in de weg kan staan. .In dit geval dus vergrassing, graanopslag of muur..Wanneer een bezetting van deze onkruiden voorkomt inslecht ontwikkeld koolzaad, zal door de ondiepe beworteling 3.P.C. meer schade aan het gewas toebrengen dan bij een sterker ontwikkeld gewas. Als gevolg van het droge weer na het spuiten in 1968 was de werking van het middel zeer traag. Wanneer niettemin gesproken kan wordenvan een gemiddeld vrij goed resultaat, dan zijn er toch enige kavels waarin veel opslag of onkruid is blijvenstaan. Door de ondiepe inwerking van I.P.C. was de groeiremming van het koolzaad we1 van minder betekenis. Bij vergelijking van opbrengstenmoet er rekening mee worden gehouden dat de bijmenging zomergerst is meegewogen. BLj de niet bespoten kavels was de bijmenging van zomergerst zeer groot, doch ook op de bespoten kavels kwam nog veel gerst voor. Bepaling van oogstderving door opbrengstvergelijking was vrijwel niet mogelijk. Met vliegtuigen is 650 ha van het koolzaad 1968 bespoten met I.P.C. in een dosering van 10 kg/ha op 60/70 liter water, waarvoor twee keer moest worden gevlogen. -Inhet najaar van 1968 is 660 ha van het nieuwe koolzaad bespoten met 2 kg/ha Dalapon op 30 liter water. Hiervoor is terrbeproeving eenmaal toestemming yerkregsn van de commissie Phytofarmacie. .Normaal mag op consumptiegewassen geen Dalapon worden gespoten. Waar het koolzaad nog klein en de graanopslag verontrustend is, kan dit middel uitkomst.bieden. Het middel is alleen geschikt voor bestrijding van graanopslag en gras in koolzaad. Muur is niet gevoelig voor dit middel. Muur in koolzaad is echter minder ernstig; het gewas groeit er we1 doorheen en in het navolgende graangewas is bestrijding met M.C.P.P. vrij eenvoudig. Op 22 oktober zijn de eerste bespuitingen uitgevoerd. Door verslechtering van het weer was het niet mogelijk het gehele programma regelmatig af te werken. Door het inSj vroeg invallen van de vorst moest hiermede geheel worden gestopt. Voordien kon reeds worden vastgesteld dat de eerste bespuitingen een goed resultaat hadden. Van de latere bespuitingen zal in het voorjaar het resultaat kunnen worden beoordeeld. Op sommige kavels koolzaad kwamen zeer veel distels voor. Of en op welke wijze deze chemisch kunnen worden bestfeden, zijn vragen die op antwoord wachten. Luzerne Ben oppervlakte van 175 ha luzerne waarin zeer veel gras voorkwam, is met 10 kg/ha I.P.C. bespoten. Ook hier was het resultaat door de ongunstige weersgesteldheid matig. Zelfs het fijne onkruidgras was onvoldoende verdwenen. Onkruidbestrijding in granen De graanoppervlakte van de C.A. was in 1968: Wintertarwe 3760 ha Zomertarwe 378 ha Zomergerst 4100 ha Haver 1452 ha Totaal 9690 ha. Zoals bekend zijn de voornaamste bestrijdingsmiddelen tegen onkruiden in granen D.N.O.C.., 2,4-D, M.C.P.A. en M.C.P.P. Eerstgenoemde als middel tegen:zaadonkruiden,de overige als groeistof, hoofdzakelijk ter bestrijding van wortelonkruiden. Bij het vorderen van de ontginning en de cenploitatie in Oostelijk Flevoland ontstaat een zich wijzigend bestrijdingspatroon, zoals blijkt uit onderstaande tabel (ha). 1964 1965 1966 1967 1968 D.N.O.C. 4500 4590 3660 2470 1360 M.C.P.A. 1100 910 1860 2560 3800 M.C.P.P. 1200 1150 1280 1420 700 2,4-D 1850 3570 4460 3150 2530 8650 10220 11260 9600 8390 8850 9180 9720 10230 9690 Areaal graan: H i e r b i j z i j n wat kanttekeningen t e maken. D e ontwikkeling van zowel zaad- a l s van wortelonkruiden i s a f h a n k e l i j k van een g u n s t i g e voedingsbodem. Deze v e r s c h i l t n a a r gelang de stand van d e . r i e t b e z e t t i n g . Zo b l i j k t d a t i n de w e s t e l i j k e h e l f t van de polder d e zaadonkruiden minder kansen t o t ontwikkeling hebben gehad. Ze komen nog we1 voor d o c h i n v e e l mindere mate dan d e e e r s t e j a r e n . . Een aanwijz i n g h i e r v o o r i s h e t afnemen van de j a a r l i j k s e o p p e r v l a k t e . v a n d e i s bespoten. granen welke met D.N.O.C. Voor d e g r o e i s t o f v a l t een andere l i j n waar t e nemen. D e gewassenkeuze i n d e e e r s t e ontginningsgebieden was van d i e w a a r d d a t een i n t e n s i e f gebruik van g r o e i s t o f f e n a l s 2,4-D n i e t s t e e d s mogelijk w a s . D o o r het f e i t d a t i n deze ontginning geen r i e t i s g e z a a i d , . k r e gen d i v e r s e onkruiden kans z i c h t e ontwikkelen..Bestrijding was i n e e r s t e i n s t a n t i e s l e c h t s mogelijk met D.N.O.C. s t o f f e n , z o a l s M.C.P.A. of " z a c h t e " g r o e i - Met laatstgenoemd m i d d e l . z i j n zowel zaad- a l s wortelonkruiden t e b e s t r i j d e n , doch h e t werkt n i e t zo i n t e n s i e f . Door de werkgroep ! ' ~ o e f b l a d b e s t r i . j d i n g " i s i n v e r s c h i l l e n d e j a r e n een h o e f b l a d k a r t e r i n g gemaakt i n voor- en n a j a a r . B i j vergel i j k i n g van d e r e s u l t a t e n van 1964.en 1968 v a l t ook een ander beeld waar t e nemen. .In beide g e v a l l e n b e t r e f t d i t een gebied van -+ 18.000 h a , i n 1964 i n het o o s t e l i j k d e e l en i n 1968 i n h e t n e s t 6 1 i j ~ : d e e l van de p o l d e r . 1964 1968 % - % - 35 z e e r v e e l hoefblad o5 20 v e e l hoefblad 5 40 matig hoefblad 2z5 375 weinig hoefblad 72 De c i j f e r s geven een n l e t o n b e l a n g r i j k e d a l l n g van de hoefbladb e z e t t i n g weer. Zoals r e e d s i s opgemerkt, was i n de e e r s t e o n t g i n n i n g s j a r e n een i n t e n s i e f gebruik van g r o e i s t o f f e n n i e t mogelijk. Door h e t ontbreken van een r i e t b e z e t t i n g kon h e t hoefblad z i c h de e e r s t e j a r e n g u n s t i g e r ontwikkelen, vooral op de l i c h t e gronden i n d e randgebieden. Een t o t a l e v e r n i e t i g i n g van het hoefblad i s n i e t mogelijk, doch een regelmatige b e s t r i j d i n g d r i n g t h e t hoefblad z o s t e r k t e r u g d a t s l e c h t s op m o e i l i j k b e r e i k b a r e p l a a t s e n h e t "welig tieren" opvalt. D e voornaamste h o e f b l a d b e s t r i j d e r b l i j f t nog s t e e d s 2,4-D, i n granen e v e n t u e e l gevolgldoor een M.C.P.A.-bespuiting t e r beperking van h e t o o g s t d e r v i n g s r i s i c o . Voor v e e l akkerbouwgewassen i s 2,4-D e r g g e v a a r l i j k . E r moet dan ook e r g omzichtig mee worden gehandeld a l s nabijgelegen gewassen h i e r v o o r g e v o e l i g z i j n . Doordat de l a a t s t e jaren binnen een zone van 1 km van f r u i t t e e l t en griendgebied n i e t i s c gespoten met g r o e i s t o f f e n , z i j n deze gebieden s t e r k v e r v u i l d . E r wordt nagegaan op welke w i j z e h e t hoefblad h i e r door chemische bes t r i j d i n g kan worden gereduceerd. Het onkruid muur h e e f t z i c h d e l a a t s t e j a r e n nogal u i t g e b r e i d en v e r d i e n t d e r h a l v e aandacht. I n granen en g r a s kan h e t met M.C.P.P. worden b e s t r e d e n , e v e n t u e e l gemengd met 2,4-D tegen hoefblad. I n vlinderbloemige gewassen en koolzaad kan I.P.C. tegen muur worden gebruikt. ................................ b . R i e t b e s t r i . j d i n g i n d e ontginning Gezien d e - r e s u l t a t e n i n d e b e i d e voorgaande j a r e n ' i s v r i j w e l h e t - g e h e l e ontginningsgebied 1969 i n het s e i z o e n 1968 met'Dalapon bespoten. D i t werk kan u i t e r a a r d a l l e e n met v l i e g t u i g e n geschieden. . B i j beoordeling van d e r e s u l t a t e n v a n . v o r i g e bespuitingen i s duide- l i j k gebleken d a t voor een e f f e c t i e f r e s u l t a a t h e t . r i e t t i j d e n s de b e s p u i t i n g e n v o l d o e n d e blad moet hebben gevormd. Dalapon ,is een .system&sch middel d a t ~ v o o rhet g r o o t s t e d e e l v i a blad en s t e n g e l door d e p l a n t wordt:opgenomen. I n . s e c t i e C bv. was b i j d e beoordeling goed z i c h t b a a r d a t Iangs de greppel? r i e t b a nen i n v o l l e g r o e i stonden..Kort voor h e t s p u i t e n i n 1967 waren dez e banen gehakseld t . b . v . de voorbegreppeling. Op deze banen had Dalapon g e e w e n k e l e uitwerking. D i t houdt i n d a t t i j d i g voorbegreppelen voomaarde i s om de r i e t s t a n d spoedig weer op " b e s t r i j d i n g s p e i l " t e brengen. D i t betekent d a t begin augustus voldoende bladvorming aanwezig moet z i j n . Afgezien van deze beperking waren de b e s t r i j d i n g s r e s u l t a t e n met Dalapon z e e r goed..Ongeveer 75 B 80% van het r i e t i s v e r n i e t i g d . Op v e r s c h i l l e n d e k a v e l s w e l l i c h t een hoger percentage. H i e r u i t v a l t tevens af t e l e i d e n d a t 20 kg/ha Dalapon n i e t a l l e r i e t doodt:Bovengronds i s het r i e t v r i j w e l verdwenen, doch de ondergrondse r e s t a n t e n . z i j n - n o g voldoende om n a . 1 of 2 j a a r e e n b e h o o r l i j k .rietgewas t e vormen:Een hogere d o s e r i n g b i e d t v o l - gens e r v a r i n g geen p e r s p e c t i e v e n . E e n a l t e r n a t i e f i s de d o s e r i n g met tussenpozen ,te v e r s p u i t e n (achtereenvolgens 2 x 10 kg/ha). Een beter resultaat wordt vooralsnog in twijfel getrokken. In de praktijk wordt echter deze mogelijkheid we1 onder ogen gezien. In 1968 is bij vrij gunstige weersgesteldheid vanaf half augustus tot begin september 1665 ha bespoten. De eerste indrukken wettigen de verwachting van een goed bestrijdingsresultaat, hetgeen echter pas in het voorjaar van 1969 zijn bevestiging kan krijgen. Het ontginningsgebied is moeilijk begaanbaar bij een dicht en vaak hoogopgaand rietgewas. De communicatie tijdens spuitwerkzaamheden is moeilijk. Toch is een goede afbakening voor de vlieger belangrijk. Eerder is reeds gewezen op het nut van een eenvoudig communicatiesysteem. Onderzoek hiernaar is gewenst. c. Rietbestrijding in de stoppel ............................. Een verdergaande rietbestrijding in de stoppel biedt goede mogelijkheden. De beste resultaten zijn op de vroege stoppel te behalen. Wanneer wordt gespoten v66r 1 oktober kan op een goed tot zeer goed resultaat worden gerekend. Nadien neemt dit sterk af. Wanneer, afhankelijk van de riethergroei, omstreeks half september kan worden gespoten, kan worden volstaan met een dosering van 15 kg/ha Dalapon. Proeven hebben bovendien uitgewezen dat bij deze dosering een veiligheidstermijn van 4 weken v66r de inzaai van een volgend cultuurgewas voldoende is. Bij een dosering van 20 kg/ha is vergroeiing en oogstderving in een tarwegewas, zelfs bij een veiligheidstermijn yan 2 maanden, volgens de ervaring een feit. Bij de rietbestrijding in de stoppel is de dosering dus een nauwlettende aangelegenheid. Wanneer hier rekening mee wordt gehoilden, is het mogelijk op grote schaal riet te bestrijden in de vroeg en middelvroeg vrijkomende stoppel, zonder dat dit consequenties heeft voor de tarwe-inzaai. Een remmende factor na het bloot komen van de stoppel is het opruimen van stro, dat weer sterk afhankelijk is van de weersgesteldheid. Het was echter in het voorbije seizoen ongunstig. Laat in het seizoen moest plaatselijk het stro nog worden verbrand. Dit houdt een snelle hergroei van het riet voor een deel tegen. Dit jaar is een oppervlakte van 1600 ha stoppel met Dalapon bespoten; 1000 ha hiervan was koolzaadstoppel. Een deel, nl. 420 ha, is door de loonwerker met landmachines bespoten. Dit is nog , iets voordeliger daar nu de bespuiting in 1 bewerking werd verricht; indien dit werk met vliegtuigen was verricht, had men twee keer moeten vliegen. In de koolzaadstoppel is voor de beqjuiting, een dosering van 15 kg/ha toegepast. Voor de latere stoppel is 20 kg/ha gebruikt, gezien het tijdstip en de dan aanwezige groeiomstandigheden van het riet. De laatste stoppelbespuitingen zijn uitgevoerd op 18 oktober. Een volledig inzicht in de resultaten kan pas het volgende jaar worden verkregen. ............................ d. Diverse onkruidbestrijdingen Onkruidbestrijding in ontginning en stoppel In het resterende ontginningsgebied is hoefblad bestreden langs kanaal-, tocht- en sloottaluds en op een aantal zanddepots. Dit zijn woekerplaatsen voor onkruid, met name het klein hoefblad tiert hier vaak welig. De bestrijding vond hoofdzakelijk plaats met 2,4-D. Naast het riet in de stoppel is op ca. 1000 ha hoefblad bestreden, waarvan de helft met vliegtuigen en de rest door de loonwerker met landmachines. Op ca. 350 ha is een mengsel van Dalapon en 2,4-D gespoten, een gecombineerde bestrijding van riet, hoefblad en koolzaadopslag. Deze methode kan alleen worden toegepast met landmachines, daar door het geringe waterverbruik bij het spuiten met behulp van vliegtuigen het mengsel gaat klonteren. Door het slechte weer in de nazomer kon niet vroeg worden gespoten. Ma half September hebben de groeistofbespuitingen minder effect op hoefblad. Dijkbespuiting Op de Knardijk, de Keteldijk en de IJsselmeerdijk is met de eigen landmachines ca. 100 ha met 2,4-D bespoten ter bestrijding van paardebloemen in het grasbestand. Ondanks plaatselijk vrij sterke glooiingen in het dijktalud kon met de beide spuitjeeps dit werk redelijk worden uitgevoerd. Van de paardebloemen was bij een dosering van 4 ltr./ha een behoorlijk percentage gedood. In de herfst bleek het resterende deel toch nog van betekenis te zijn. Voor een goed resultaat zal de bestrijding enige jaren achtereen moeten worden herhaald om het gras kans te geven de overhand te krijgen. Slootbodembespuiting Het schoonhouden van slootbodems met chemische middelen levert, volgens de ervaringen in de laatste jaren, geen problemen op. Bij een gunstige weersgesteldheid waren de resultaten steeds goed. Naargelang d e b e g r o e i i n g i s gespoten met Dalapon, Monuron en Gramoxone; 2,4-D i s i n beperkte mate g e b r u i k t . Zo mogelijk en nodig z i j n de middelen gecombineerd verspoten. .In waterhoudende s l o t e n i s de b e s t r i j d i n g van de onder water groeiende p l a n t e n m o e i l i j k , zo n i e t onmogelijk. O n k r u i d b e s t r i j d i n g i n de b e p l a n t i n g In,voorgaande j a r e n h e e f t h e t middel Paraquat t e r b e s t r i j d i n g van hoefbladbloemen een minder bevredigend e f f e c t opgeleverd, d a a r d e b e s t r i j d i n g 3alleen het voorkomen van zaadverspreiding beoogde Nadien i s t e r b e s t r i j d i n g van hoefblad e . d . i n b e p l a n t i n g h e t midd e l Casoron g e b r u i k t . B i j s t r o o i e n van d i t g r a n u l a a t met de hand s p e e l t de d o s e r i n g een g r o t e r o l . B i j goed gebruik wordt hoefblad t o t a a l vern i e t i g d . D i t j a a r . z i j n goede r e s u l t a t e n verkregen zonder noemenswaardige schade aan d e beplantingen. 4 . . I n s e c t e n b e s t r i j d i n g i n koolzaad ------------- Koolzaad 1968 De g r o t e hoeveelheid n e e r s l a g en de b e t r e k k e l i j k l a g e temperaturen t i j d e n s de b l o e i van h e t koolzaad waren d e oorzaak van een g e r i n g e s n u i t k e v e r p l a a g . B e s t r i j d i n g was op s l e c h t s Zrn van h e t koolzaadland i n o d d z a k e l i j k . Voor de b e s t r i j d i n g i s hoofdzakelijk gebruik gemaakt van h e t middel D i e l d r i n . .Thiodan i s n i e t gespoten d a a r i n h e t ."bijengebied" geen s n u i t k e v e r s voorkwamen. .Het l a g i n h e t voornemen om het middel Zolone, waarvan goede r e s u l t a t e n worden v e w a c h t , op wat grot e r e s c h a a l t o e t e passen, mede om e r a c h t e r t e komen i n hoeverre d e g i f t i g h e i d voor b i j e n een b e l e ~ f a c t o irn h e t gebruik is. Zolone i s i n beperkte mate - 0 . a . voor koolzaad - vrijgegeven. Voor d i t doe1 w a r e n e e n . a a n t a 1 kavelsaangewezen i n een .vooraf aangegeven d e e l v a n h e t .koolzaadgebied. '-Bestrijding bleek h i e r e c h t e r n i e t noodzakelcjk. -0p k a v e l R 62 i s g e t r a c h t om de l a r v e van de koolzaadaardvlo t e b e s t r i j -den m e t h e t systemisch middel Lindaan. -Het e f f e c t was n i h i l . Het bet r o f - h i e r ongeveer 3 , - ha koolzaad, d a t nadien i s omgeploegd. ----------- .Koolzaad 1969 I n deze h e r f s t was de a a n t a s t i n g door d e koolzaadaardvlo g r o t e r dan o o i t t e voren. Ook i n h e t ontginningsgebied was de p o p u l a t i e van , d i t i n s e c t g r o o t . Het koolzaadareaal l a g minder g e r s o l e e r d dan i n voorgaande j a r e n . D i t kan mede van invloed z i j n geweest. Voor d e b e s t r i j d i n g i s ovewegend D.D.T. g e b r u i k t . Door h e t aanhouden van de plaag bestond t w i j f e l aan h e t e f f e c t van d i t middel. De vraag was of mogelijk d e ;s resistentie van de,aardvlo tegen D.D.T. zou kunnen zijn toegenomen. Om die reden is met meer dan gewone belangstelling het middel Dieldrin op een aantal kavels gespoten en op effect gecontroleerd. Doch ook hiermede kon geen afdoend resultaat worden verkregen. Tot in de maand oktober moest verscheidene keren worden gespoten. Ook de ongunstige groeiomstandigheden in het najaar zullen een rol hebben gespeeld. Uit proeven van de afdeling Bestrijdingsonderzoek is gebleken dat onbehandelde proefveldjes geheel zijn weggevreten door de aardvlo. Een zaadbehandeling met Lindaan bood slechts enkele dagen beschenning. Wanneer dan geen bestrijding volgde, bleef er weinig of niets van het gewas over. Vrijwel de gehele oppervlakte koolzaad is tegen aardvlooien bestreden. Slechts enkele kavels zijn onbehandeld en mogelijk ook schadeloos gebleven. Lindaanbehandeling kan enkele dagen voordeel bieden, wanneer bijv. in het beginstadium niet onmiddellijk kan worden gespoten. Voor een goede zaadbehandeling is nog geen praktische methode gevonden. 5. Slakkenbestrijding In de herfst van 1968 was de bestrijding van slakken van beperkte omvang. De slakkenvraat in koolzaad en wintertarwe is op resp. 300 en 650 ha bestreden met slakkenkorrels. De weersgesteldheid voor en tijdens de inzaai was zeer ongunstig. Van structurele wijziging van het zaaibed sls preventieve maatregel tegen slakken was in deze herfst geen sprake. Het zaaien kostte veel moeite en is deels breedwerpig uitgevoerd, 0.a. met kunstmeststrooiers. Eggen kwam niet of weinig voor. Veel t a m e bleef, als voedsel voor vogels en slakken, aan de oppervlakte liggen. Door de slechte weersgesteldheid vie1 de uitzaai van de t a m e laat Daar tijdens en kort na het zaaien de temperaturen vrij laag waren, in november reeds beneden het vriespunt, was de activiteit van de slakken ook niet groot. De laatgezaaide tarwe is bovendien niet meer voldoende tot ontwikkeling gekomen, zodat pas in het voorjaar 1969 kan worden vastgesteld of de schade door slakken of vogels van betekenis is geweest. Enkele kavels met koolzaad moesten voor de winter reeds worden omgeploegd t.g.v. te grote schade door slakkenvraat. In juni is een kavel met luzerne als ondervrucht (K 52) tegen slakken bestreden. Door de nogal zwaar legerende dekvrucht, gerst, was een goede bestrijding moeilijk. Een dosering van 25 kg/ha had onvoldosnde effect. Wa de gerstoogst bleek de luzerne plaatselijk geheel verdwenen. De schade mag niet geheel aan de slakken worden geweten. Het plaatselijk zwaar legerende gerstgewas bood de luzerne ook geen kansen. Na de gerstoogst is de kavel bespoten met 2,4-D tegen hoefblad. De nog staande luzerne is toen tevens opgeruimd. G..Werkspreiding spuiten en strooien In de hieronder opgenomen tabel is aangegeven hoe de sp?eidi?g van het bestrijdingswerk was in 1967 en 1968. De top van het spuiten ligt gewooxlijk 13 april en/of mei voo? de onkruid- en insectenbestrijding. In 1968 is de top vezschovea naas september. De oorzaak ligt i? het samenvallen van de D.D.T.- en Dalaponbespuitingen resp. in het koolzaad en in ae stoppel. Rietbestrijding op stoppelland wordt ook voor 1969 verwacht, zodat het spwitbeeld het patroon var i968 waarschijnlijk zsl volge?. Loo2werkess vliegtuige? strooien rotaal spuiten jan. - febr. 1656 mrt 2750 mei 3263 juli . Isept okt . . nov.,. dec. I 30 512 - 4057 - 5811 / 30 1 - - 1'706 I3 13 2750 1302 92 4144 3723 3263 2032 514 5809 E403 75 41 62 178 P2E6 - 10 522 7 94 512 4057 5842 / 122 831 820 1669 177 591 135 726 - - - - PO65 - - 849 19535 spuiten - 1706 - 45 juni spuiten - 50 - . apr. aug - Eigen Totaal T o t s s l land1968 1967 machines Landmachines 20600 ............................................... ............................................... 4505 1 n .,, n * C * ? Y ) t Y I m b Nt m 2 0 w 0 C m m m - z 0 * I) N ,0 -0 ? e r ", 00 m1 - = O D I Y ) m . , C " I m C * " I D " " 8 N a.? c4 m 0, m n 0 n Wl I o n NO Y ) , " "38 m *a" N c , O 0 " 4 ."-, rnI C ; II ;: I I / Ij I \ i i m " C " F. -5 -8 r *I I I 1/11 i I 1 I l *: ?I "a , , *I . "3 l UllY m -" 2 6 il ., + c, e -4 :,El..* : < ? 0 1 0 ..a I L I:: , " $ 0 "g !:% ;a:! :2z 0.m 2 82 Verbruik middelen en k o s t e n p e r k g / l t r . Merknaam Werkzaam bestanddeel i n 1968 Bijlage I1 Vorm Prijs kg/ltr spuitpoeder f ---------- H e r b i c i d e n ( P l a n t e l lodende middelen I.P.C. I.P.C. Luxan 50% Natrium Chloraa Natrium C h l o r a a t Natrium N i t r i e t NatriumNitriet Jedapron Dalapon Dalapon Luxan Aadipon Z . U . Casoron Dichlobenil . Pyramin Pyrazon Aanathy 1 DNOC /MCPA D.N.B.P.' S h e l l D.N.B.P. D.N.O.C. 8Wo D.N.O.C. .V? S h e l l WN 1 0 1 Amine Hedonal 2,4-D Amine Amine Jebo M.C.P.A. M.C.P.A. M.C.P.P. Luxan M.C.P.P. M.C.P.P. Hedonal M.C.P.P. Diquat Reglone Diquat Paraquat Gramoxone Paraquat Aatrichon T.C.A. Gesatop 50 Simazin ,, Orga Simazin Monuron A a t e l v a r Monuron S h e l l AD Div.oli8n Prefix Dichloorthiobenzamide Aamitrol T.C. Amitrol ------------ I n s e c t i c i d e n ( I n s e tendodende midde Primin Undeen Aalathion Basudine Folidol Parathion Phosdrin mengolie DDT A r k o t i n e DDT 25% Unit a s DDT 75% Luxan Kelthane AA Dieldrex J e b o d r i e l 25% Emeltenkorrels Hexamelt L Thiodan Animert V 1 0 1 Aalindan I n k r u s t a Isolan Methyl Carbamaten Malathion Diazinon Parat hion Mevinf o s DDT ,, granulaat s p u i t p o e d e r .,. vloeistof 8, spuitpoeder vloeistof granulaat spuitpoeder ,, vloeistof 3,74 28,50 2,F? 2,6E 2,95 1,73 I , 60 1,45 1,23 3,31 3 , 1 7 !,' 17,03 24, il 2,74 33,93 32,79 38,OS 0,46 granulaat vloeistof in) vloeistof 11,06 spuitpoeder 17,98 4,33 10,50 4,83 24,88 vloeistof spuitpoeder Dicofol Dieldrin 3,48 0,80 1,74 3,39 3,41 3,79 ,, vloeistof Hexamelt granulaat Lindaan Endosulf an Tetrasul Lindaan vloeistof 9, spuitpoeder mengpoeder 2,51 1,OS 4,68 P0,93 3,33 5,19 geen p r i js 7,li 10,94 18,91 23,49 vervolg Bijlage I 1 Werkzaam bestanddeel Merknaam Vorm Fungiciden ---------- (schimmelbestrijders - Verbruik Prijs Vlieg- Land- Diverkg/ltr tuig machine sen zaadontsmetters: - : spuitpoeder Tritoftorol Zineb ,Maneb Luxan 80% Maneb Orthocide 83 Captan Dieldrin Dieldrin Kwik Aaventa 46 Germisan Aret an Dinocap Karathane AA Kwik Panogen Shell Matin Maneb Tin Liro Matin Koper Koper 5m Cosan .spuitzwavel Zwavel Thiovit Goldion ,, 570 - vloeistof spuitpoeder mengpoeder vloeistof spuitpoeder vloeistof spuitpoeder 9, 9, 9, 9, ------------ 9, .. - - - 68 f 4,23 32 4,08 12,03 260 775' 12,52 3., 03 98 . 2 4,58 8,54 25 14,73 32 4,03 2905 460 8,98 15 8,68 63 3,32 29 1,45 60 1,43 60 4,03 Rodenticiden.(ratten-.en muizenbestrijdingsmiddelen) Luxarin B.O.B. Tabletten Castrix korrels Rattengifringen I Cumarine Scilla Crimidine Worfarin mengpoeder tabletten granulaat ringen - . - - 10 43260 16 113 2,98 28.,~3~ 4,88 2,22O Mollusciciden ,------------ (slak enbestrijdingsmiddel) Slakkenkorrels Metaldehyde granulaat Vogelafweermiddelen ------------------teerdistillaten mengpoeder Aavitex Wildafweermiddelen Aaprotect Ziram pasta C.C.C. kleurstof draagstof Iso-fenyl vloeistof mengpoeder grint vloeistof 10885 .- 1342 1,03 - - 4 1,98 - - 23 4,48 - 3 5 400 4 6,75 12,56 0,36 36,138 ---------------- Diverse middelen Cycocel Nigrosine Zemelen Baygan Emulsie ,N.B. - Voor opslag, mengen en transport is in deze prijzen een bedrag begrepen van.f 7.,60per 100 kg/ltr. - x o 45 per mille per.stuk ' Bijlage I11 Kosten onkruidbestrijding in granen in 1968 Per ha Bewerkt Middel Loony. -Eigen kosten kosten ha Totaalx) per ha Dosering .Kosten Vliegveld middel middel kosten A. Loonwerkers met vliegtuigen D.N.O.C. 1163 f 7,25 f 1,83 54 f15,93 f0,50 f25,50 M.C.P.A. 2615 6,80 1,83 39 4,80 0,50 14,-- ::M.C:P.P. 51 7,25 1,83 4 12,68 0,50 22,25 2.,4-D 789 7,lO 1,83 2 3,10 0,50 12,50 . 4618 . I B. Loonwerker met landmachines D.N.O.C. . . 198 - f 9,40 f 0,56 5 f 14,75 .M.C.P.A. 1027 8,90 0,53 4l 5,04 . M.C.P.P. 87 8,90 0,53 4 12;68 509 8;90 0,53 '2 - 1546 8,90 0,53 2 M.C.P.P./2,4-D 2,4-D 1 , , 10,74 3 ;lo - f 24,75 14,50 -- 22, 20,25 12,50 3367 C. Eigen landmachines M.C.P.A. 159 . M.C.P.P. 51 2,4-D 199 409 . - fl0,-- 43 f.5,29 -- 4l 13, 10, 10 ,.-- - -- 3,41 . afgerond op 25 cent , .'i-l3,50 . ... , _--_--_---_-----------------------------------------------------------2----------- X, f 15,25 / . . / vervolg B i j l a g e I11 Kosten d i v e r s e o n k r u i d b e s t r i j d i n g e n i n 1968 - - - Tot a a l P e r ha BeVlieg- T o t a a l x ) werkDose-.~ x) Loonw; Eigen .Kosten te veld . ring p e r p e r k o s t e n k o s t-e n ha km ha's middel middel k o s t e n Middel A. Loonwerkers met v l i e g t u i g e n 511 S t o p p e l 2,4-D Da1apon.x~ f6,,75f.l,83 74,;- 6,67 0,50 15,.75 19 64,60 I,-- 83,75 3,66 9' 34,45 1,.-- 54,75 19:.70, 3,66 g6 33,41 I,-- 53,75 662 6;75; 1,83 l4 4,76 0,50 13,75 161 6,75 1,83 37 5,74 0,50 14,75 3,66 954 6,80 1,83 Dalapon xx 1665 14,50 3,66 Luzerneq68 I .P.C. xx 177 15,70 Koolz. ' 6 8 .I.P.C. xx 651 '69 Dalapon D i v e r s e n 2,4-D f15;25 1,-- 13,50 11 f6,20f0,50 55.,76 1153 Ontginning 2,4-D 4 16 43 5934 -------------------------------------------------B. Loonwerker met landmachines S t o p p e l 2,4-D ,, jll >. 135 Dalapon 41 9 8,90 0,53 Dalapon/2.,4-D 342 8,90 0,53 f 6,67 - 17 59,50 - 16-44 61,22 43 f 8,90 f 0,53 . - f Is,-69,-70,75 22 ;75 932 --------------------------------------------------------"'.. , 36 M.C.P.P./2,4-I: 8,90 2'-2' 13,22 C . Eigen landmachines 18 Ontginning 2,4-D 154 Tochtw. e . d . 2,4-D S l o t e n 2,4-D i d . Dalapon i d . Monuron . . - 22 - 35 .- 14 fl0,-- - 33 f 5,12 23,05 38 5,89 70,,- 4 6,08 -- 70,-- 20 68, TO,-- 15 571.20 70,-- 6 144,66 92,50 17 58,14 i d . .Gramoxone 8 Bepl. Dalapon 38 i d . Gramoxone 7 - 92,50 lo6 255,57 i d . Monuron 2 - 92,50 18 685,44 ,- - - fl5,-29,-76,-- ,- x . ha ' s 2x gevldgen -..-.--- . 7,50 13,75 641,25 64, 214,75 21,5C 150,75 348,-778,-- 298 xx f 138,-- ------------------------4-----4------L------L-----A-------A------L---------L-------, : . Afgerond op 25 c e n t . D a a r h a ' s e n km's van s l o t e n moeilrjk z i j n v a s t t e s t e l l e n i s u i t g e gaan van de d o s e r i n g voor d e v a s t s t e l l i n g van h a ' s . 10 s l o t e n = 1 ha. -- vervolg B i j l a g e XI1 Kosten i n s e c t e n - en s l a k k e n b e s t r i j d i n g i n 1968 - II :; II I werkBe- Middel Loonw. kosten ( / I Eigen kosten Per ha Dose- I ring Kosten middel middel 1 I I I ~ l i e-a - I T o t a a l x) veldkosten per ha I A . ,Loonwerker met v l i e g t u i g e n Koolz. .I68 D i e l d r i n 778 Koolz. '69 D i e l d r i n 1 Koolz. ' 6 9 D.D.T. 13656 Beplanting D.D.T. 680 1 135 T a m e ' 6 9 Slakkenkorrels 1 Koolz. 1.307 '69 idem 648 Luzerne '68 idem 30 7 - 1,83 35 36,05 0,50 45,50 Diversenhoper 70 6,75 1,83 8' 26,89 0,50 36,-- B. Loonwerker met landmachines 7 Koolz. '69 D.D.T. f 8,90 f 0,53 l6 fl0,-- l3 26 C. Eigen landmachines Koolz. - 3 '68 Lindaan f : 39794 - f 40,50 I D. Ander werk met v l i e g t u i g e n Cycocel: zomertarwe 1 1 5 f6.75 f1,83 zomergerst 2 6,75 1,83 50 7,90 .3.,10 .' 69 z a a i e n 30 7 1,83 ........................ 97 Luzerne z a a i e n iKoolz. x Afgerond op 2 5 c e n t - - - 0,50 26,75 0,50 11,50 0,50 9,25 I Bijlage I V Ander werk met v l i e g t u i g e n Cycocel Na e n i g e j a r e n van proefnemingen.in wintertarwe i s h e t rendement van een b e s p u i t i n g met een groeiremmingsmiddel a l s C.C.C. nog s t e e d s t w i j f e l a c h t i g . I n 1968 i s op 15 ha zomertarwe en 2 ha zomergerst Cycocel gespoten. De zomertanve i s h i e r d o o r n i e t gaan l e g e r e n . Door d e v r i j hoge s t i k s t o f g i f t bestond h i e r v o o r we1 gevaar. Hogere opbrengst i s b i j deze proef n i e t gebleken. De opbrengst bedroeg s l e c h t s 77% van h e t gemiddelde. D e zaaidatum was e c h t e r 24 a p r i l wat mede van invloed kan z i j n geweest. Op de zomergerst h e e f t d e cycocel geen invloed gehad. Het i s n i e t u i t g e s l o t e n d a t voor d e waarneming van een p o s i t i e f r e s u l t a a t de proeven i n voorgaand e j a r e n onvoldoende groot z i j n geweest, waardoor andere f a c t o r e n b i j een opbrengstderving van invloed z i j n geweest zonder deze voldoende t e onderkennen. Luzerne . z a a i e n Ten gevolge van de n a t t e weersomstandigheden i s i n mei -+ 30,- ha luzerne 0.d. met v l i e g t u i g gezaaid. Het z a a i e n van l u z e r n e l e v e r t geen bezwaren, doch d e opkomst i s a f h a n k e l i j k van g u n s t i g e weersomstandigheden. Deze omstandigheden waren na h e t z a a i e n aanwezig. Koolzaad z a a i e n Op een g e d e e l t e van de k a v e l s F 54 en 56 i s h a l f September koolzaad gez a a i d met een v l i e g t u i g . D i t b e t r o f 30,- ha en behoorde t o t h e t l a a t s t t e z a a i e n zaad. De kieming l e v e r d e door d e vochtige omstandigheden geen moeilijkheden. Koolzaad z a a i e n vanuit d e l u c h t l e v e r t t e c h n i s c h . gezien geen moeilijkheden. ,
© Copyright 2025 ExpyDoc