Universiteit Twente Faculteit der Construerende Technische Wetenschappen Leerstoel Productietechniek Tentamen MATERIAALKUNDE Ia Module 2 Ontwerpen van een constructie 29 januari 2014, 13.45 - 15.30 uur ___________________________________________________________ AANWIJZINGEN 1. Vergeet niet uw naam en alle voorletters te vermelden op de antwoordbladen. 2. Dit tentamen bestaat uit 3 opgaven. 3. Waardering : opgave 1: 10 punten 2: 10 punten 3: 7 punten Eindcijfer: (opgave 1 + opgave 2 + opgave 3 + 3)/3 4. Lees elke vraag goed door. Geef een helder antwoord en schrijf netjes. Indien u vermoedt dat u een rekenfout heeft gemaakt, geef dit aan. 5. U mag de opgaven in de volgorde maken die u prettig vindt. 6. Opgaven mogen mee naar huis genomen worden. Uitwerkingen worden (geruime tijd) na afloop van het tentamen op Blackboard gepubliceerd. 7. Het betreft een gesloten-boek tentamen. Alleen het gebruik van pen, potlood, gum, geodriehoek en een rekenmachine is toegestaan. Succes! 1 van 5 Opgave 1. De trekkromme Een groep studenten heeft een fraaie koeriersfiets ontworpen. Echter, na het produceren van de fiets blijkt tijdens een eerste testrit dat het frame op een bepaalde plaats sterk vervormt wanneer met hoge snelheid en een zware last door een bocht wordt gereden. De testrit wordt onderbroken en het bewuste framedeel wordt onderzocht. a) Is hier sprake van vermoeiingsschade? Motiveer uw antwoord. Er worden van het materiaal van het vervormde framedeel proefstukken gemaakt die met een trekbank worden getest. De (massieve) trekstaven hebben een diameter van 10 mm. Met een rekopnemer wordt de verlenging gemeten over een meetlengte van 100 mm. Onderstaande tabel laat de meetresultaten zien van deze proef (proef 1). De meetpunten beschrijven het gedrag volledig; neem dus aan dat rechte lijnen getrokken mogen worden tussen de meetpunten (tip: recht dus!). Het materiaal breekt onmiddellijk na het laatste meetpunt. meetpunt 1 2 3 4 verlenging [μm] 0 50 1500 2000 kracht [kN] 0 5 10 9 b) Teken de trekkromme en geef aan wat er langs de assen staat. c) Bepaal de elasticiteitsmodulus, de rekgrens, de treksterkte en de rek bij breuk. Laat steeds zien hoe u aan uw antwoord komt. Een van de studenten herhaalt het experiment. Tot 7,5 kN verloopt de trekproef hetzelfde, maar dan breekt de rekopnemer. De proef wordt gestopt en de trekstaaf ontlast, zodat er geen kracht meer op staat (proef 2). d) Hoe groot was de elastische rek bij een kracht van 7,5 kN op het moment dat de trekstaaf nog niet is ontlast? Laat zien hoe u tot het antwoord komt. e) Hoe groot was de plastische rek bij die kracht van 7,5 kN? Laat zien hoe u tot het antwoord komt. De volgende dag wordt door een student die niet bij de eerdere proeven aanwezig was, de proef opnieuw uitgevoerd met dezelfde trekstaaf als bij proef 2 gebruikt is. Hij meet de staafdiameter, monteert een nieuwe rekopnemer en bepaalt de trekkromme (proef 3). De meetlengte is wederom 100 mm. f) Hoe groot is de staafdiameter bij aanvang van deze nieuwe proef? g) Hoe groot is de treksterkte van deze staaf? h) Vergelijk de treksterkte gemeten in proef 1 met die gemeten in proef 3. Wat valt u op? Geef een duidelijke verklaring. 2 van 5 Opgave 2. Vermoeiing bij fietsontwerp TriCycleCross Het bedrijf TriCycleCross heeft een nieuwe constructie voor een zijspankoeriersfiets ontworpen. De fiets voldoet in principe prima, maar na verloop van tijd wordt het weggedrag minder. Bij nadere inspectie blijkt zich een flinke scheur voor te doen in de aandrijfas van het achterwiel. De hoofdingenieur van TriCycleCross vraagt zich af of hiermee nog verder te rijden is. De volgende gegevens zijn bekend over het materiaal, de oppervlaktetoestand en de gebruiksomstandigheden: Diameter van de achteras: 30 mm. Diepte scheur bij inspectie: 7 mm. Materiaal AX90: KIc = 25 MPa·m1/2, Kth = 2,5 MPa·m1/2, m = 4, Y = 1, c = 2·10-12 (MPa)-4·m-1 Het vermoeiingsgedrag wordt volledig beschreven met: Amplitude wisselende belasting: 30 MPa, R = 0.5. a) Schets het verloop van de vermoeiingsamplitude als functie van het aantal wisselingen tot breuk. Leg uit wat u tekent en verklaar het verloop van de kromme. b) Neem een punt op het buitenoppervlak van de as. Schets het verloop van de spanning in dit punt wanneer de as één volledige omwenteling maakt. c) Hoe groot is het relevante verschil tussen de maximum en de minimum spanning in dit geval? Verklaar uw antwoord. d) Bereken de scheurlengte waarbij catastrofale scheurgroei optreedt. Laat zien hoe u tot uw antwoord komt. e) Bereken het aantal wisselingen tot breuk. Leid eerst netjes de formules af. (Tip: indien u geen antwoord heeft bij b), c) en/of d) gebruik een waarde van 77.77 MPa voor Δσ). f) Is het verstandig verder te rijden met de zijspan? Verklaar uw antwoord. In bovenstaande berekening is de invloed van het gemiddelde spanningsniveau niet meegenomen. g) Wat verwacht u van de vermoeiingssnelheid als functie van R voor 0 < R < 0,9? Verklaar uw antwoord. 3 van 5 Opgave 3. Materiaalselectie voor een as van een koeriersfiets De ontwerpers van Snel_en_Wendbaar bouwen een nieuw frame voor een snelle koeriersfiets. Om veel ruimte te maken voor de te vervoeren last, is op een specifieke plaats een massieve ronde as nodig die op druk wordt belast. De as heeft een straal R, lengte L en wordt belast met kracht F. Alleen de straal is vrij te variëren. De belastingssituatie is in onderstaande figuur weergegeven. Wanneer de kracht te groot is, kan onder andere knik optreden. Deze treedt op wanneer de aangelegde kracht groter is dan Fknik: Fknik 2 EI L2 1 met I R 4 4 F a) Leid een prestatie-index af waarbij het gewicht van de as zo klein mogelijk is zonder dat de balk uitknikt. Laat zien dat de prestatie-index evenredig is met E . b) Gebruik deze prestatie-index om onderstaande materialen in de juiste volgorde te zetten. Zet het best presterende materiaal bovenaan. Materiaal Ti Al beton Polycarbonaat (kunststof) diamant E (GPa) 110 70 30 3 Rekgrens (MPa) 700 200 40 40 Dichtheid (g/cm3) 4,5 2,7 2,4 1,2 1220 60000 3,5 c) Kunnen de onder b) genoemde materialen in de praktijk toegepast worden? Leg per materiaal uit waarom wel/niet. d) Welk materiaal is volgens u de beste keus in dit geval? Waarom? e) Is er nog een manier om zonder het materiaal te wijzigen en bij gelijk gewicht de kniklast te vergroten? Verklaar uw antwoord. f) Stel dat de as tot net onder de kniklast wordt belast, welk materiaal leidt tot de dunste as die niet uitknikt en tevens ook niet plastisch deformeert? EINDE TENTAMEN 4 van 5 Tentamenblad met formules w (1 ) w ln(1 ) U 2 2E % koude def K Y a w K nw Kt da c(K )m dN R A0 A1 .100 A0 5 van 5 max ongestoord min max
© Copyright 2024 ExpyDoc