Frankrijk mariene energie

Innovatie Attaché Parijs
Joannette Polo-Leemreis
Meer informatie:
www.rvo.nl/ia-netwerk
Frankrijk zet in op blauw
Joannette Polo-Leemreis
Getijdenturbines in sterke stromingsgebieden
Volgens de Europese Commissie kan mariene energie in 2050 in zo’n 15% van het Europese
elektriciteitsverbruik voorzien en meer dan 300.000 banen scheppen. In Frankrijk, het land met het
tweede maritieme oppervlak van Europa, zou het opgesteld vermogen 15 à 20 GWh in 2030
kunnen bereiken.
Een belangrijke mariene technologie is wat de Fransen noemen ‘énergie hydrolienne’. Dit is energie
uit de kracht van de stroming van de zee, die gewonnen wordt met een getijdenturbine. Midden op
de oceaan levert het verschil tussen eb en vloed verschillen op van slechts enkele decimeters. Bij
trechtervormige inhammen bij kusten, of tussen eilanden, kunnen deze verschillen oplopen tot vele
meters. Op deze plekken is energie te winnen uit de verschillen tussen eb en vloed.
Frankrijk ziet daarin terecht grote kansen. Vooral in Bretagne en in het bijzonder in de Raz
Blanchardbaai tussen het punt van Bretagne, de Cap de la Hague en het Britse eiland Alderney is
de stroming bijzonder sterk. De Raz Blanchardbaai dankt haar naam aan het feit dat er altijd witte
koppen op de golven staan. Samen met de Canadese Fundybaai en het Schotse Pentland Firth
behoort de Raz Blanchardbaai tot de toplokaties in de wereld als het gaat om energie uit
zeestroming. De snelheid van de stroming kan er oplopen tot meer dan vijf meter per seconde. De
Raz Blanchardbaai heeft in de Franse wateren een potentieel van 2 à 2,5 gigawatt, in de Engelse
territoriale wateren is dat nog meer. Ook de Fromveurpassage voor de kust van de Finistère heeft
bijzonder sterke stromingen.
Blauwe revolutie : een mondiale markt tussen 70 en 100 miljard euro
Een jaar geleden bracht toenmalig minister van Ecologie Delphine Batho een bezoek aan
Cherbourg. Ze kondigde hier de lancering van een call for interest voor pilotparken met getijden- of
stromingsturbines in de Raz Blanchard aan, in eerste instantie voor onderzoeksopstellingen, en in
een volgende fase voor het bouwen van pilots. Een getijdenturbine is interessant in zones waar de
stromingssnelheid tussen de 2 en de 8 meter per seconde is.
Een tiental industriebedrijven in de wereld, waaronder drie Franse, maken zich op voor deze
nieuwe blauwe revolutie. Na ‘offshore’ wind is het de meest ontwikkelde en marktrijpe mariene
energietechnologie, meer dan drijvende windmolens, golfturbines of warmte uit zee, aldus een
studie van het ingenieursbureau Indicta. “Frankrijk laat op deze manier in één slag de hele Engelse
industrie op dit gebied achter zich”, aldus een Nederlandse expert.
Enkele Franse bedrijven doen hard hun best om een graantje mee te pikken van deze
veelbelovende sector. Mondiaal gezien gaat het om een markt van tussen 70 en 100 miljard euro.
Er zijn veel bewegingen waarneembaar op de markt door zowel grote spelers uit de energie- en
hightechwereld als innovatieve nieuwkomers.
In Nederland zijn de plekken die zich lenen voor getijdenturbines schaars. Het Nederlandse bedrijf
Tocardo experimenteert met een turbine in één van de spuisluizen van de Afsluitdijk. Ook de
Oosterschelde biedt kansen op dit gebied.
Beleid
De ‘call for expression of interest’ voor pilotparken in de Raz Blanchard staat tot 25 april 2014
open. Een marktstudie van het ingenieursbureau ‘Energie de la Lune’ heeft maar liefst 146
verschillende technologieën geïdentificeerd voor onderwater stromingsturbines. De technologie van
Alstom, met een verticaal as en drie bladen die automatisch georiënteerd worden, is al bij het
Europees centrum voor Mariene Energie in Schotland geïnstalleerd.
Verder verwacht men een pilotpark van GDF-Suez over ongeveer drie jaar. EDF heeft waarschijnlijk
volgend jaar een park gereed met de modellen van OpenHydro.
Voor de markt van turbines in riviermondingen is er een testbed aangewezen bij Bordeaux. Hier
worden stromingsturbines tot 5 meter diameter doorsnede en tot een vermogen van 100 KW te
testen. Maar deze testsite kan ook een tussenstap zijn voordat in zee getest wordt.
Zeventien bedrijven hebben interesse getoond, waarvan een aantal reeds in een vergevorderd
stadium van kandidaatstelling verkeren, zoals Hydroquest, Hydrotube energie en Instream Energy
Systems. De uitverkorenen kunnen gedurende een periode tussen de zes maanden en twee jaar
verschillende aspecten van hun machines testen, zoals de energieprestaties, het mechanisch
gedrag, het onderhoud en voor de eerste keer ook de invloed op flora en fauna.
Doel
Het uiteindelijke doel van al deze onderzoeksprojecten is om een energieprijs te behalen van 100 à
120 euro per kWh, zodat deze mariene energie rendabel wordt en dus zijn plaats krijgt in de
energiemix van Frankrijk. Op dit moment ligt de prijs nog tussen 150 en 400 euro voor mariene
energie, offshore wind niet meegeteld.
Energieopslag
Enkele belangrijke Franse bedrijven zijn ook bezig met het opslagvraagstuk van mariene energie.
Een optie lijkt om via electrolyse waterstof uit zout water te halen. De opslag kan geschieden in
vaste vorm met een soort ‘keien’, waarmee centrales op het land gevoed kunnen worden.
Op 6 februari 2014 tekenden Areva en Schneider Electric een akkoord om gezamenlijk oplossingen
te ontwikkelen, gebaseerd op electrolyse en een brandstofcel. Verder is Alstom al maanden in
contact met mogelijke partners voor een pompsysteem, zoals dat in waterkrachtcentrales gebruikt
wordt. Het idee is om water vanuit de zee in een lager gelegen afgesloten bassin te pompen.
Verder wordt de mogelijkheid bestudeerd om samengeperste lucht voor energie-opslag door
mariene energie onder druk te brengen.
Onderzoek
IFREMER Edrome
Frankrijk heeft een aantal onderzoeksinstituten gewijd aan mariene energie. Eén van de
belangrijkste is het IFREMER Edrome in Brest. IFREMER is het nationaal onderzoeksinstuut voor de
zee. Edrome staat voor ‘Exploration et exploitation Durable des Ressources Océaniques Minérales
et Energétiques’. Dat wil zeggen het IFREMER-onderdeel toegespitst op de exploitatie van de
bronnen uit zee.
France Energies Marines (FEM)
Een andere belangrijke organisatie is het recent opgezette Institut d’excellence ‘France Energies
Marines’ (FEM), belast met energietransitievraagstukken in het bijzonder op het gebied van
mariene energie. Het werd opgericht in het kader van de investeringen van het
toekomstprogramma en heeft als opdracht om ervoor te zorgen dat de Franse sector voor mariene
energie tot de wereldtop gaat behoren. De regio Bretagne kreeg het R&D-instituut toegekend, met
een budget van 133,3 miljoen euro over tien jaar. FEM werkt samen met drie clusters, zogenaamd
Pôles de Compétitivité, Mer Bretagne, Mer Méditerranée en Capenergies. Verder maken meer dan
twintig industriebedrijven, waarvan negen grote groepen, twaalf academische onderzoeksgroepen
en zeven lokale overheden, deel uit van het consortium. Het FEM biedt onderzoeksfaciliteiten maar
beheert ook de verschillende Franse testgebieden die geselecteerd werden voor pilot- en
demonstratie-opstellingen van drijvende windmolens, golfturbines en getijdenturbines.
Het FEM is gevestigd op de campus Brest-Iroise. Hier zijn nu al 2.900 onderzoekers werkzaam en
twaalf toplaboratoria en ook het IFREMER Edrome gehuisvest.
Franse bedrijven actief op het gebied van getuidenturbines
Alstom Renewable Power
In 2013 kocht Alstom Renewable Power het bedrijf Tidal Generation Limited van Rolls Royce.
Hiermee kan het bedrijf zeggen dat ze reeds elektriciteit voor het net geproduceerd hebben met
een getuidenturbine. Dat betekent echter nog niet dat het industrieel stadium bereikt is.
DCNS
Een zeer actieve speler in de sector is DCNS. In 2013 investeerde het Franse DCNS 130 miljoen
euro in een meerderheidsaandeel van 59,7 % in de Ierse start-up OpenHydro, gespecialiseerd in
getuidenturbines die energie uit de kracht van de onderzeese stroming halen.
DCNS, gevestigd in Cherbourg, is van plan een park met zeven pilotmachines in de Raz Blanchard
neer te zetten. Samen met EDF-EN (de duurzame energietak van EDF) heeft DCNS een technische
haalbaarheidsstudie laten uitvoeren. Ook heeft het bedrijf een bedrijventerrein gereserveerd in de
haven van Cherbourg om zijn toekomstig fabriek te bouwen. Dit zou de eerste
getuidenturbinefabriek van Europa worden. De haven van Cherbourg gaat hiervoor uitbreiden en
35 ha terrein van de zee winnen.
GDF-Suez
Ook GDF-Suez hoopt in Cherbourg aan de slag te gaan. Samen met het Duitse Voith Hydro en de
Franse scheepsbouwer CMN is de energiegigant voornemens om in 2016 een pilotpark met drie à
zes turbines te hebben gebouwd. Het doel is een productie van 3 à 12 MW, goed voor een
investering van 20 à 30 miljoen euro.
GDF-Suez gaat met de Franse start-up Sabella een project in de Fromveurpassage uitvoeren.
OpenHydro onderwater turbine
Het van oorsprong Ierse bedrijf OpenHydro werd in 2004 opgericht en heeft zijn eigen
turbinetechnologie ontwikkeld. Dankzij DCNS gaat het bedrijf nu de industriële fase in. DCNS bezat
al 11,2 procent van de start-up, waarvan het tevens toeleverancier is. DCNS maakt namelijk de
bladen van de OpenHydro-turbines. In 2013 nam DCNS de knowhow van OpenHydro over, evenals
Siemens recentelijk het bedrijf Marine Current Turbines overnam.
Tidalys, een Frans-Nederlands consortium
Het jonge innovatieve bedrijf Tidalys is in Caen gevestigd en speelt op originele wijze in op de
getijdenturbinemarkt. Het bedrijf ontwikkelde een drijvende machine die zich automatisch aanpast
aan de richting van de getijden. De bijzondere turbine, zo groot als de helft van een voetbalveld, is
gemaakt van aluminium en composieten. Hierdoor is het platform veel lichter , namelijk 130 ton
tegen 850 à 1500 ton, sterker en mobieler dan een ’klassieke’ stromingsturbine. Doordat het
platform drijft heeft het niet te lijden onder rondsuizende keien op de zeebodem. Eind 2012
kondigde Dutch Expansion Capital (DEC) aan mee te investeren in het bedrijf. Drie Nederlanders
waren geboeid door het innovatieve concept van Tidalys en besloten om in het managementteam
van Tidalys te stappen. Maar Tidalys staat eigenlijk voor een consortium met daarin een aantal
Franse partners, het Duitse Schottel en een aantal belangrijke Nederlandse partijen, zoals Airborne
Composites dat zich recentelijk aan de Franse westkust gevestigd heeft, Fokker, Strukton en
Antea.
Sabella
Het bedrijf Sabella is in 2000 opgestart en testte in 2008 een jaar lang hun pilotturbine in de rivier
Odet bij Quimper. De turbine op ware grootte heeft een diameter van 10 meter en moet dit jaar op
55 meter diepte te water gaan in de Fromveurpassage. De turbine van 1,1 MW kan dertig procent
van de bevolking van het eiland Ouessant van stroom voorzien.
In het voorjaar van 2014 hoopt Sabella de eerste echte turbine te laten afzinken.
Bronnen
Energie: la promesse hydrolienne, Le Monde 26 februari 2013
Hydrolien : les technologies s’affûtent, Environnement Magazine, oktober 2013
Les entreprises normandes et bretonnes parient sur l’énergie hydrolienne, Les Echos, 15 en 16
maart 2013
Energies Marines Renouvelables, Le paris de la R&D française, Innovation et Industrie, maart 2014,
no. 74
Un institut de recherche entièrement dédié aux énergies marines, Innovation et Industrie, april-mei
2012, no.53
Website met info over energie uit zee : http://www.betabanen.nl/je-loopbaan-in-20stappen/thema-van-maand-energie/energie-uit-de-zee.219674.lynkx
Schottel: http://www.schottel.de/home/
IFREMER: http://wwz.ifremer.fr/institut_carnot
France Energies Marines : http://www.france-energies-marines.org/
Opsteller van deze publicatie: Joannette Polo, mail: [email protected]