Europese verkiezingen niet echt Europees

Page 1
Resultaten
1.
Europese verkiezingen niet echt Europees Reformatorisch Dagblad, 26 april 2014 zaterdag, Accent overig; Blz.
10, 1817 woorden, Kees de Groot
Terug naar Lijst
1 of 1 DOCUMENT
Reformatorisch Dagblad
26 april 2014 zaterdag
Europese verkiezingen niet echt Europees
BYLINE: Kees de Groot
SECTION: Accent overig; Blz. 10
LENGTH: 1817 woorden
De landelijke politiek domineert sinds jaar en dag de gemeenteraadsverkiezingen. Gebeurt dat ook
bij Europese verkiezingen? Ja , zegt historica Carla Hoetink. Maar dan wel om een andere reden.
Op de Europese verkiezingsposters van de Duitse CDU prijkt prominent het hoofd van de Duitse
bondskanselier Merkel. Terwijl zij helemaal niet verkiesbaar is voor het Europees Parlement. Dat is volgens
Hoetink in de eerste plaats veelzeggend voor de machtspositie van de bondskanselier, binnen haar eigen
partij en binnen de Europese Unie. Maar het is tegelijk een pregnant voorbeeld van het nationale
perspectief op de Europese verkiezingen.
Dergelijke voorbeelden uit Nederland kent de onderzoeker van de Radboud Universiteit Nijmegen niet. Wat
er een heel klein beetje op lijkt, is een poster van de PVV uit 2009. Daarop zie je de landelijke partijleider,
Wilders, die de Europese lijsttrekker, Madlener, als het ware naar voren duwt. De PvdA deed hetzelfde in
1984, toen zowel Den Uyl als Dankert op het affiche stond.
Toch heeft ook de Nederlandse nationale politiek een grote invloed op de Europese verkiezingen. Omdat dat
eigenlijk niet echt Europese verkiezingen zijn. Zo is er geen Europees volk. Mensen voelen zich toch het
meest verbonden met hun eigen land , aldus Hoetink, coauteur van een boek over zestig jaar Europese
integratie.
Kiezers zijn daarnaast het meest vertrouwd met de nationale politiek, mede dankzij uitgebreide berichtgeving
daarover via de media. Door haar ingewikkeldheid blijft de Brusselse politiek voor de meesten een
ver-van-mijn-bedshow en tamelijk abstract.
Page 2
Verder speelt volgens Hoetink mee dat grote maatschappelijke thema's als onderwijs, zorg, de AOW en
belastingen nog steeds landelijke politieke items zijn. Europese, veelal overkoepelende issues als de interne
markt en grondrechten, spreken minder aan in verkiezingscampagnes.
Nederland ontbeert ook nog eens de traditie om landelijk bekende kopstukken naar Europa af te vaardigen.
Electorale gevolgen
Wat evenmin bijdraagt aan een Europees karakter van de verkiezingen is dat kiezers niet op echt Europese
partijen kunnen stemmen of op kandidaten uit andere Europese landen.
De meeste Europarlementariërs hebben zich wel aangesloten bij een ideologisch verwante fractie in het
Europees Parlement, maar zeker in verkiezingstijd opereren ze toch vooral vanuit hun eigen nationale partij.
Zij gaan in hun thuisland allemaal met hun eigen verkiezingsprogramma de boer op.
Een Europese regering ontbreekt, vult Hoetink aan. Europese besluiten worden genomen door nationale
regeringsleiders en ministers. Die voeden overigens maar wat graag het idee dat Europese besluitvorming
losstaat van de nationale politiek. Daardoor kunnen ze moeilijke beslissingen, waarvoor ze niet de electorale
gevolgen willen dragen, afwentelen op Brussel.
De Nijmeegse wetenschapper is desondanks benieuwd in hoeverre kiezers volgende maand het optreden
van nationale politici in en jegens de EU laten meewegen bij hun stemkeuze. Aangezien regeringsleiders
een grote rol hebben gespeeld in de Europese besluitvorming over de economische crisis, verwacht ik dat
mensen dat bij hun oordeelsvorming betrekken.
Dat de Europese verkiezingen door nationale politiek worden beheerst, komt ten slotte doordat burgers de
EU niet als echte democratie ervaren. Wij zijn opgevoed met het idee dat de burgers
volksvertegenwoordigers kunnen kiezen die het vermogen hebben om een uitvoerende macht te vormen en
weg te sturen. Dat ontbreekt echter ten enenmale op Europees niveau.
Veeg uit de pan
Politieke partijen worden bij lokale verkiezingen nogal eens afgerekend op nationale resultaten. Zo kregen
de coalitiepartijen VVD en PvdA vorige maand nog een veeg uit de pan, terwijl de zogenoemde
constructieve oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP door de kiezer juist werden beloond voor hun
inzet.
Dat effect treedt bij Europese verkiezingen minder op. De PVV gaat volgens een recente peiling van TNS
NIPO weliswaar aan kop, maar de VVD wint eveneens ten opzichte van vijf jaar geleden. Het verlies van de
PvdA lijkt mee te vallen in vergelijking met de laatste gemeenteraadsverkiezingen.
Bij Europese verkiezingen stemmen kiezers over het algemeen minder strategisch, weet Hoetink. Ze
hoeven immers minder rekening te houden met de partijen die ze in de regering willen hebben, of juist
daarbuiten willen houden. Ze stemmen dan meer met hun hart, op de partij die ideologisch het beste bij hen
past.
Oppositiepartijen grijpen de verkiezingen voor het Europees Parlement graag aan als populariteitstest voor
het zittende kabinet. Dat het nu nog relatief stil blijft vanuit Den Haag is dan ook opvallend , aldus Hoetink.
De verkiezingscampagne komt maar mondjesmaat op gang en lijkt tot de kortste ooit te gaan behoren.
Tegelijkertijd hebben de Europese verkiezingen nog nooit direct effect gehad op de verhoudingen in de
landelijke politiek. Bij gemeenteraadsverkiezingen ligt dat anders. Zo trad VVD-fractievoorzitter Van Aartsen
in 2006 af, nadat zijn partij de lokale stembusstrijd had verloren.
De PvdA blies eind februari 2010 mede met het oog op de naderende gemeenteraadsverkiezingen het
Page 3
vierde kabinet-Balkenende op. De partij deed dat in een kennelijke poging de negatieve trend in de peilingen
te keren. Het stemmenverlies viel vervolgens iets mee, waarna de PvdA het uitkraaide weer terug te zijn.
Unanieme consensus
De kans dat Europese verkiezingen ook echt Europese verkiezingen worden, groeit overigens wel. De
voorheen vrijwel unanieme consensus in de landelijke politiek over waar het met Europa heen moet, is
verdampt. Tussen de verschillende partijen is steeds meer debat ontstaan over de wenselijkheid van meer of
minder Europese integratie.
Dat komt, stelt Hoetink vast, omdat Europese samenwerking decennialang voornamelijk technocratisch was.
De EU is de laatste 25 jaar, sinds het Verdrag van Maastricht, politieker geworden. De invloed van Brussel
op bepaalde nationale wet- en regelgeving vooral op milieugebied is daarnaast toegenomen. De gevolgen
daarvan zijn in het dagelijks leven steeds beter merkbaar. Europese verkiezingen zijn daardoor meer een
beoordeling geworden van de Europese integratie dan voorheen. Er is ook meer ruimte gekomen voor
eurosceptische geluiden , vult ze aan. Pas in 1994 kwam er een volledig anti-EU-georiënteerde fractie in het
Europees Parlement.
Om de verkiezingen nóg Europeser te maken, zou het volgens Hoetink helpen als kiezers het Europees
Parlement echt op waarde gaan schatten. In de beeldvorming is het Europees Parlement een soort slap
aftreksel van een nationaal parlement , merkt ze. Het heeft inderdaad heel lang weinig bevoegdheden
gehad, maar zijn rol is het afgelopen decennium sterk gegroeid. Niet in plaats van het nationale parlement,
maar ernaast.
Wat ook zou helpen om de Europese verkiezingen extra cachet te geven, is de vorming van Europese
partijen waarop kiezers rechtstreeks kunnen stemmen. Dat kan echter voorlopig nog niet.
De vraag is zelfs of het ooit zover komt. De Europese grondwet deed in 2004 een poging van Europa meer
een echte democratie te maken, vergelijkbaar met de nationale democratie, maar dat viel bij de meeste
Nederlandse kiezers niet in goede aarde.
Voor een federale staat Europa met een Europese regering die door het Europees Parlement naar huis kan
worden gestuurd bestaat bij weinig burgers enthousiasme. Nationale politici blijven met elkaar de dienst
uitmaken in Brussel. En dus zullen Europese verkiezingen hun nationale karakter behouden.
Stemmen voor Europees Parlement heeft wel degelijk zin
Stemmen bij de Europese verkiezingen is zinloos, want het Europees Parlement heeft toch geen invloed.
Het is vooral een geldverslindende machine die maandelijks een dure volksverhuizing organiseert van
Brussel naar Straatsburg en die geen greep heeft op het beleid van de EU.
Zo luidt een van de zeven belangrijkste clichés die over Europa de ronde doen. Die gemeenplaatsen
waaronder: Nederland heeft als klein land in Brussel niks meer in te brengen staan beschreven in de deze
week verschenen brochure Brussel is een bodemloze put . Die is opgesteld door medewerkers van de
leerstoelgroep politieke geschiedenis en het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud
Universiteit Nijmegen.
Het klopt, schrijven ze onder meer, dat het Europees Parlement meer dan een halve eeuw van marginaal
belang was voor de ontwikkeling en de politiek van de Europese integratie. De founding fathers van de
eerste Europese Gemeenschap voelden begin jaren vijftig helemaal niets voor een democratisch opgetuigd
bouwwerk. Eerst moest de samenwerking haar nut bewijzen in termen van vrede, veiligheid en economische
groei. Dat vereiste doelmatig beleid en was reden om de rol van het Parlement te beperken tot die van
advies- en debatteercollege.
Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in 2009 is de macht van het Europees Parlement
echter flink toegenomen.
Page 4
Recente onderzoeken wijzen uit dat het inmiddels een stevige vinger in de pap heeft bij de totstandkoming
van Europees beleid. Ook in politiek-strategisch opzicht probeert het Europees Parlement het primaat meer
naar zich toe te trekken. In april vorig jaar verwierp het bijvoorbeeld de Europese meerjarenbegroting die de
regeringsleiders overeen waren gekomen.
Vaste posities als coalitie en oppositie in het Europees Parlement ontbreken. Het Parlement hoeft zich ook
niet voortdurend verantwoordelijk te voelen voor het voortbestaan van een regering en is evenmin gebonden
aan een regeerakkoord. Dat maakt gevarieerdere samenwerking tussen partijen in het Europees Parlement
mogelijk dan doorgaans in nationale parlementen, al naar gelang het vraagstuk bijvoorbeeld meer
economisch of meer sociaal getint is.
Dat het Europees Parlement vooralsnog niet helemaal functioneert als stem van het volk, heeft een
voordelige kant. De veranderingen in Europa in de laatste decennia wijzen namelijk uit dat het Europees
Parlement uiteindelijk veel minder vastzit in institutioneel conservatisme dan het nationale parlement. Op
nationaal niveau zijn bestuurlijke vernieuwingen al te vaak nauwelijks realiseerbaar gebleken, op Europees
niveau is dat anders.
De relevantie van het Europees Parlement komt echter het scherpst in beeld door het niet steeds te
vergelijken met bijvoorbeeld de Tweede Kamer, maar het op zijn merites te beoordelen.
Van alle EU-instituties let het Europees Parlement het meest op zaken die ons direct raken, zoals privacy,
sociale zekerheid en arbeidsrecht.
Dat Parlement kan niet echter niet verder springen dan zijn polsstok lang is. Voor nationale parlementen blijft
daarom de belangrijke taak bestaan om hún controlerende en richtinggevende bevoegdheden (op het gebied
van Europese onderwerpen) te blijven benutten en zich daarin te verbeteren.
LOAD-DATE: 26 April 2014
LANGUAGE: DUTCH; NEDERLANDS
PUBLICATION-TYPE: Krant
JOURNAL-CODE: REFDAG
Copyright 2014 Reformatorisch Dagblad
All Rights Reserved