EUREGIOInform juni 2014

jahrgang 14, Nr. 2 / jaargang 14, Nr. 2
INFORM
juni / juni 2014
EU-Kommissar Hahn besucht die EUREGIO
Am 30. April empﬁng die EUREGIO prominenten Besuch aus Brüssel. Johannes
Hahn, EU-Kommissar für Regionalpolitik,
informierte sich im Rahmen eines Arbeitsbesuchs in der EUREGIO-Geschäftsstelle
über die Entwicklungen der deutschniederländischen Zusammenarbeit. Im
Gespräch mit Geschäftsführung und Vertretern der EUREGIO-Gremien stand die
Verwendung von europäischen Fördermitteln für den Abbau von Grenzproblemen
im Mittelpunkt. „Wir freuen uns sehr über
Ihren Besuch und heißen Sie, Herrn Hahn,
ganz herzlich in unserem EUREGIO-Gebiet willkommen“, begrüßte Dr. Elisabeth
Schwenzow, Geschäftsführerin der EUREGIO, den EU-Kommissar. Schon in ihren
einleitenden Worten machte Sie darauf
aufmerksam, wie wichtig das Erlernen der
Nachbarsprache für die grenzüberschreitende Zusammenarbeit ist. „Die Sprachkompetenz darf in der Grenzregion nicht
verloren gehen“, stimmte Dr. Kai Zwicker,
Landrat des Kreises Borken und stellvertretender EUREGIO-Vorsitzender, ihr zu.
Auf der Tagesordnung standen neben dem
Thema Sprache auch die Beratung von
Grenzpendlern und die Entwicklungen hin
zu einem grenzüberschreitenden Gesundheitswesen. Im Gespräch wurde deutlich,
dass der Schritt über die Grenze für Arbeitnehmer wie auch für Patienten aufgrund
der unterschiedlichen Systeme auf deutscher und niederländischer Seite schwierig bleibt. So habe man zum Beispiel im
Rettungswesen mit der unterschiedlichen
Ausbildung der Rettungsassistenten f
EU-Kommissar Hahn diskutierte mit Geschäftsführung und Vertretern der EUREGIO-Gremien.
EU-commissaris Hahn in discussie met bedrijfsleiding en vertegenwoordigers van EUREGIO-gremia.
Foto: Christian van der Meij
EU-commissaris Hahn op bezoek
bij EUREGIO
Op 30 april jongstleden ontving de
EUREGIO prominent bezoek uit Brussel. Johannes Hahn, EU-commissaris voor regionaal beleid, liet zich tijdens een werkbezoek
aan het EUREGIO-secretariaat informeren
over de ontwikkelingen op het gebied van
de Nederlands-Duitse samenwerking. Tijdens het gesprek stond de inzet van Euro-
pese subsidiemiddelen voor het verminderen van grensproblemen centraal. “Wij stellen uw bezoek zeer op prijs en heten u van
harte welkom in ons EUREGIO-gebied”, zo
begroette Elisabeth Schwenzow, directeurbestuurder EUREGIO, de EU-commissaris.
Tijdens haar inleiding benadrukte ze hoe
belangrijk het leren van de buurtaal f
Sprachunterricht geht
auch anders
3
INTERREG V A – neue
Projektideen sind gefragt
4
GrensWerte hat die EUREGIO in den Fokus gerückt
6
Zwei Nationen bündeln
ihre „Pferdestärken“
9
Taalonderwijs kan
ook anders
3
INTERREG V A – naarstig op 4
zoek naar nieuwe projectideeën
GresWerte heeft EUREGIO
op de kaart gezet
7
Twee landen bundelen hun
“paardenkrachten”
9
EUROPA
2
EUROPA
foder mit den Problemen bei der Abrechnung von Krankenhausleistungen
über die Grenze hinweg zu kämpfen, erklärte Schwenzow. Laut Hahn soll das Gesundheitswesen ein Kernstück der zukünftigen europäischen Strukturmaßnahmen
werden. Besonderen Bedarf sieht er in der
Entwicklung zu einer grenzüberschreitenden ambulanten Patientenversorgung.
Des Weiteren regte er an, dass sich die
Grenzregionen gemeinsam noch stärker in
Brüssel positionieren sollten. Denn in den
Grenzgebieten würden nicht nur Projekte
umgesetzt, sondern auch das Bewusstsein dafür entwickelt, was die Menschen
mit Blick auf Europa wirklich brauchen.
Mehr Mittel in der neuen Förderphase
Dr. Markus Pieper, Europaparlamentarier für das Münsterland, wies während
des Treffens darauf hin, dass in der neuen Phase des EU-Förderprogramms
INTERREG Deutschland-Nederland (20142020) deutlich mehr Gelder in die Grenzregion ﬂießen. In absoluten Zahlen sind
das 440 Millionen Euro, die von der EU
sowie den beteiligten INTERREG-Partnern
(NRW, Niedersachsen, Niederlande und
acht niederländische Provinzen) und von
den Projektpartnern selbst stammen. Das
sind 60 Prozent mehr als im vergangenen EU-Förderzeitraum (2007-2013) für
deutsch-niederländische
Kooperations-
projekte zur Verfügung stand.
fvoorde grensoverschrijdende samenwerking is. “Taalcompetenties mogen in
de grensregio niet verloren gaan”, zo benadrukte ook de heer Kai Zwicker, Landrat
van de Kreis Borken en plaatsvervangend
voorzitter van de EUREGIO. Naast taal
stonden ook voorlichting aan grenspendelaars en de ontwikkelingen richting grensoverschrijdende gezondheidszorg op de
agenda. Tijdens het gesprek werd duidelijk
dat de stap over de grens voor werknemers
en patiënten moeilijk blijft vanwege verschillende systemen aan Duitse en Nederlandse kant. Zo heeft men over de grenzen
heen te maken met verschillende opleidingen voor ambulancepersoneel of met problemen bij het afrekenen van ziekenhuiskosten, verklaarde Schwenzow. Volgens
EU-commissaris Hahn moet gezondheidszorg een speerpunt worden voor de toekomstige Europese structuurmaatregelen.
Volgens Hahn is er vooral grote behoefte
aan verdere ontwikkeling van ambulante
zorg. Bovendien riep hij de grensregio’s op
zich in Brussel nog sterker te positioneren.
In grensgebieden worden niet alleen maar
projecten uitgevoerd maar werkt met tegelijkertijd ook aan de ontwikkeling van het
besef dat Europa er voor de burgers echt
toe doet.
€ 440 miljoen afkomstig van de EU, de
betrokken INTERREG-partners (het Rijk,
acht provincies, Nordrhein-Westfalen en
Niedersachsen) en de projectpartners zelf.
Dat is 60 procent meer dan in de afgelopen EU-subsidieperiode (2007-2013) ter
beschikking stond voor Duits-Nederlandse
samenwerkingsprojecten.
in een door de EU aangewezen verkeerscorridor. Deze strekt zich uit van Amsterdam via Berlijn tot Warschau en verder
richting de Baltische staten. De EU voorziet de corridors van extra middelen om
verkeersknelpunten op te lossen en een
landenoverstijgende en daarmee naadloze
infrastructuur in Europa te bereiken. Alle
EU-lidstaten kunnen met goed doordachte
verkeersprojecten subsidiemiddelen verwerven, aldus Hahn. “De EUREGIO is al in
gesprek met haar partners om gezamenlijk één of twee projecten voor te bereiden
voor indiening in Brussel”, aldus Elisabeth
Schwenzow. z
Meer middelen in de nieuwe periode
Dr. Markus Pieper, Europarlementariër
voor het Münsterland, wees er op dat er
in de nieuwe periode van het EU-subsidieprogramma INTERREG Duitsland-Nederland (2014-2020) duidelijk meer middelen
gaan naar de regio. In totaal gaat het om
Verkeerscorridor Oost-West
De aanwezigen spraken tevens over de
mogelijkheden in het kader van het “Connecting Europe Facility“- programma
voor de opwaardering van de Europese
infrastructuur. De EUREGIO ligt midden
Verkehrskorridor Ost-West
Die Beteiligten unterhielten sich nicht nur
über das INTERREG-Programm, sondern
auch die Fördermöglichkeiten im Rahmen
des “Connecting Europe Facility“- Programms für den Ausbau des europäischen
Infrastrukturnetzes wurden angesprochen.
Die EUREGIO liegt inmitten einem von
der EU identiﬁzierten Verkehrskorridor,
der sich von Amsterdam über Berlin bis
nach Warschau und weiter zu den baltischen Staaten erstreckt. Die EU stattet
die deﬁnierten Korridore mit zusätzlichen
Mitteln aus, um Verkehrsengpässe zu beseitigen und eine länderübergreifende und
somit lückenlose Infrastruktur in Europa
zu ermöglichen. Alle EU-Mitgliedsstaaten
könnten sich mit ihren planungsreifen Verkehrsprojekten um die zur Verfügung stehenden Fördergelder bewerben, so Hahn.
„Die EUREGIO ist bereits in der Abstimmung mit ihren Partnern, um sich auf ein
oder zwei Projekte zu fokussieren und diese für die Einreichung in Brüssel gemeinsam vorzubereiten“, sagte Schwenzow.z
v.l.n.r.: Friedrich Kethorn (Landrat Landkreis Grafschaft Bentheim), Markus Pieper (Europarlementariër),
Johannes Hahn (EU-commissaris), Elisabeth Schwenzow (directeur-bestuurder EUREGIO), Rob Welten
(burgemeester Borne), Kai Zwicker (Landrat Kreis Borken) en Günter Alsmeier (voorzitter EUREGIO).
Fotos: Christian van der Meij
EUREGIOInform juni / juni 2014
SPRACHE
TAAL
3
Sprachunterricht geht auch anders
Im April sind in Bocholt rund 500 deutsche und niederländische Schüler zusammengekommen, um zum ersten Mal den
Tag der Nachbarsprache miteinander zu
feiern. Die Schüler konnten je nach Interesse an zweien der insgesamt 19 Workshops teilnehmen, die im LWL Textilwerk
und rund um den Bocholter Aa-See stattfanden. In nationengemischten Gruppen
spielten die Schüler gemeinsam Fuß- oder
Basketball, machten Musik oder besuchten einen Tiefseilgarten. So gewannen die
Schüler einen Eindruck über die Umgangsformen im Nachbarland und konnten ihre
Sprachkenntnisse auf spielerische Weise
vertiefen. Die Teilnehmer des Presse- und
Fotoworkshops dokumentierten die Ereignisse des Tages. Die Regio Achterhoek
hatte in Zusammenarbeit mit der Stadt
Bocholt, dem LWL-Textilwerk sowie dem
Europe-direct Informationszentrum diese
Veranstaltung organisiert. Sie geht zurück
auf den „Tag der deutschen Sprache“, der
am 10. April bereits zum dritten Mal in den
Niederlanden von der Actiegroep Duits initiiert wurde. Finanziell wurde die Veranstaltung durch die EUREGIO mit je 2.500
Euro an die Stadt Bocholt und an die Regio
Achterhoek unterstützt.
Anlässlich des Tages der deutschen Sprache rief die EUREGIO zusätzlich alle
Schulen im niederländischen Teil des
EUREGIO-Gebiets zu einem Wettbewerb
auf. Rund 25 Schulen reichten einen Beitrag zum Thema Musik ein. Het Erasmus
aus Almelo erhielt mit ihrem Videoclip zu
Udo Jürgens Klassiker „Aber bitte mit Sah-
ne“ den Hauptpreis. Die Schüler gewannen einen Theaterworkshop, der sich mit
der deutsch-niederländischen Sprachverwirrung auseinandersetzt. Das Baudartius
College in Zutphen gewann den zweiten
Preis und das Almende College in Silvolde
den Dritten.z
Ohne Anweisungen in der Nachbarsprache war der Parcours im Tiefseilgarten kaum zu überwinden.
Zonder aanwijzingen in de eigen taal is het klimparcous niet de doen.
Taalonderwijs kan ook anders
Afgelopen april kwamen in Bocholt ongeveer 500 Nederlandse en Duitse scholieren bijeen om met elkaar voor de eerste
keer de ‘Dag van de buurtaal’ te vieren. De
scholieren konden, afhankelijk van waar
hun interesse naar uitging, deelnemen
aan twee van in totaal 19 workshops, die
plaatsvonden in de LWL Textielfabriek en
rondom de Bocholter Aa-See. De scholieren speelden in internationaal samengestelde groepen voetbal of basketbal,
maakten muziek of brachten een bezoek
aan een klimtuin. De scholieren kregen zo
een indruk van de omgangsvormen in het
buurland en konden hierbij hun taalvaardigheid op een speelse manier verbeteren.
Die Klasse 3 HA der Schule „Het Erasmus“ in Almelo belegte mit ihrem Videoclip den ersten Preis.
Klas 3 HA van Het Erasmus te Almelo won met hun ingestuurde videoclip de eerste prijs.
Foto: EUREGIO
EUREGIOInform juni / juni 2014
De deelnemers aan de pers- en fotoworkshops verzorgden een verslag van de gebeurtenissen van deze dag. De organisatie
van dit evenement was in handen van de
Regio Achterhoek in samenwerking met de
gemeente Bocholt, de LWL Textielfabriek
en het informatiecentrum Europe-direct.
Aanleiding hiervoor was de “Dag van de
Duitse taal”, die in Nederland op 10 april
al voor de derde keer op initiatief van de
Actiegroep Duits plaatsvond. De EUREGIO steunde ‘De dag van de buurtaal’ met
ﬁnanciële bijdragen van 2.500 euro uit het
Mozer-programma aan zowel de gemeente Bocholt als de Regio Achterhoek.
Deze dag was voor de EUREGIO ook aanleiding alle scholen in het Nederlandse
deel van de EUREGIO op te roepen deel
te nemen aan een prijsvraag. Ongeveer 25
scholen leverden een bijdrage in rond het
thema muziek. Het Erasmus uit Almelo
greep de hoofdprijs met een videoclip over
het klassieke nummer “Aber bitte mit Sahne” van Udo Jürgens. De scholieren wonnen een theaterworkshop, die de DuitsNederlandse spraakverwarring als onderwerp heeft. De tweede prijs was voor het
Baudartius College in Zutphen, de derde
voor het Almende College in Silvolde.z
INTERREG
4
INTERREG
INTERREG V A – neue Projektideen sind gefragt
Die Vorbereitungen für das kommende
INTERREG V A-Programm DeutschlandNederland sind einen entscheidenden
Schritt weitergekommen. Vertreter von
Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen, den
Niederlanden, niederländischen Provinzen und Euregios haben das Operationelle
Programm bei der Europäischen Kommission in Brüssel eingereicht – als europaweit erstes grenzüberschreitendes Förderprogramm für den Zeitraum 2014-2020.
Mit einer Genehmigung aus Brüssel wird
im Herbst gerechnet.
„Drei Ziele stehen klar im Fokus des neuen
Programms“, erläutert Ralf-Werner Runde,
der Leiter des regionalen INTERREG-Programmmanagements bei der EUREGIO:
Zum einen sollen die grenzüberschreitende Forschung, technologische Entwicklung
und Innovation gestärkt werden, insbesondere in kleinen und mittelständischen
Unternehmen. Eng damit verbunden ist
das Ziel, den CO2-Ausstoß in allen Branchen der Wirtschaft zu verringern. Zum
anderen sollen auch die institutionellen
Kapazitäten von öffentlichen Behörden,
Programmkoordinator Ralf-Werner Runde (l.) und sein Stellvertreter Paul Brugman.
Programmacoördinator Ralf-Werner Runde (l.) en zijn plaatsvervanger Paul Brugman.
Interessenträgern und öffentlicher Verwaltung verbessert werden. Gemeint ist die
grenzüberschreitende Zusammenarbeit
von Bürgern und Institutionen.
Für die beiden ersten, wirtschaftlichtechnologischen Ziele (zusammengefasst
zu Priorität 1) werden im gesamten Programmgebiet voraussichtlich 135 Millionen Euro aus dem Europäischen Fonds
für Regionale Entwicklung zur Verfügung
stehen. Davon sind 104 Millionen Euro reserviert für sogenannte strategische Initiativen in Schwerpunktsektoren. Das dritte,
eher gesellschaftliche Ziel (Priorität 2) wird
mit rund 73 Millionen Euro EU-Mitteln
bedacht.
Start im November 2014
Auch wenn die ersten Projekte frühestens
ab November 2014 genehmigt werden
können, ist es schon jetzt an der Zeit, sich
darüber Gedanken zu machen. „Wir haben
früh damit begonnen, potenzielle Projektträger über das neue Programm zu informieren“, sagt Ralf-Werner Runde. „Seit
März haben wir Stakeholdertreffen mit
Fachleuten aus dem ganzen EUREGIOGebiet organisiert, unter anderem zu den
Themen ‚Energie & CO2-Reduzierung’,
‚Tourismus’ und ‚Gesundheit’“, erläutert
sein Kollege Paul Brugman. Anfang Juni
fanden drei allgemeine Informationsveranstaltungen in Steinfurt, Emsbüren und
Doetinchem statt. Für den 24. Juni ist ein
weiteres Treffen in Almelo geplant.z
INTERREG V A – naarstig op zoek naar nieuwe projectideeën
De voorbereidingen voor het komende
INTERREG V A-programma DeutschlandNederland zijn een beslissende stap verder gekomen. Vertegenwoordigers van
Nederland, de betrokkene Nederlandse
provincies, Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen, en de euregio’s hebben het
Operationele Programma, als eerste van
alle Europese grensoverschrijdende programma’s voor de periode 2014-2022,
ingediend bij de Europese Commissie in
Brussel. De verwachting is dat Brussel het
programma komende herfst goedkeurt.
“Binnen het programma staan duidelijk
drie doelstellingen centraal”, zo verklaart
Ralf-Werner Runde, hoofd van het regionale INTERREG-programmamanagement
bij de EUREGIO. In de eerste plaats gaat
het erom grensoverschrijdend onderzoek,
technologische ontwikkeling en innovatie
te versterken, vooral in het midden- en
kleinbedrijf. Nauw daarmee verbonden is
het doel de uitstoot van CO2 in alle bedrijfstakken te verlagen. Een ander doel is
verbetering van de institutionele capaciteit
van publieke instellingen, belangenbehartigende organisaties en het openbare bestuur. Daarmee wordt de grensoverschrijdende samenwerking tussen burgers en
instanties bedoeld.
Start in november 2014
Voor de beide eerstgenoemde, economisch-technologische
doelstellingen
(samengevat als prioriteit 1) zal voor het
gehele programmagebied een bedrag van
naar verwachting 135 miljoen euro uit het
Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling beschikbaar komen. Hiervan is een
bedrag van 104 miljoen euro gereserveerd
voor zogenaamde strategische initiatieven
binnen speerpuntsectoren. Aan de derde
doelstelling, die meer een maatschappelijk
karakter bezit (prioriteit 2), zal ca. 73 miljoen euro worden toegewezen.
De eerste projecten zullen pas in november 2014 kunnen worden goedgekeurd,
maar dat neemt niet weg dat het belangrijk is nu al na te denken over mogelijke
projecten. “Wij zijn al in vroeg stadium
begonnen mogelijke initiatiefnemers van
projecten over het nieuwe programma te
informeren”, aldus Ralf-Werner Runde. “In
maart zijn we gestart met de organisatie
van stakeholderbijeenkomsten met deskundigen uit het gehele EUREGIO-gebied,
onder meer over de onderwerpen “Energie
en CO2-reductie”, “Toerisme” en “Gezondheid”, zo vult zijn collega Paul Brugman aan. Begin juni hebben in Steinfurt,
Emsbüren en Doetinchem drie algemene
informatiebijeenkomsten plaatsgevonden.
Er volgt nog een bijeenkomst en wel op 24
juni in Almelo. z
EUREGIOInform juni / juni 2014
WIRTSCHAFT
ECONOMIE
5
Starker Auftritt auf der Hannover Messe
Die Die Hannover Messe 2014 stand
ganz im Zeichen von Oranje. Mit neun
Gemeinschaftsständen, mehr als 250 Unternehmen und über 80 Events begeisterten die Niederlande vom 7. bis 11. April als
Partnerland auf der weltweit wichtigsten
Industriemesse. Das deutsch-niederländische EUREGIO-Gebiet proﬁlierte sich dabei mit einem starken Auftritt als attraktive
grenzüberschreitende Wirtschaftsregion.
Unter Federführung der Handwerkskammer Münster beteiligten sich 31 Betriebe und regionale Institutionen an dem
gut 475 m² großen Gemeinschaftsstand
„Grenzenlose Zulieferkompetenz“ auf der
Leitmesse „Industrial Supply“. Vertreten
waren auch die INTERREG-Projekte „Netzwerk GMA“ und „Mechatronik für KMU“.
Den Schwerpunkt bildeten Produkte und
Dienstleistungen rund um den Maschinen- und Anlagenbau. Die gelebte deutschniederländische Zusammenarbeit wurde
nicht nur durch verschiedene grenzüberschreitende Kooperationen sichtbar, die
teils schon seit Jahren bestehen und sich
auf der Messe gemeinsam präsentierten.
Fachkräftemangel
Ein Höhepunkt war der von der Handwerkskammer
organisierte
deutschniederländische Wirtschaftsempfang an
dem über 100 Vertreter aus Politik und
Wirtschaft teilnahmen. Unter dem Titel „Dem Fachkräftemangel die Grenze
zeigen“ präsentierte das Zentrum für
Niederlande-Studien der Westfälische Wil-
helms-Universität Münster Potentiale und
Lösungsstrategien für beide Seiten der
Grenze. Besonders bei der Kommunikation mit potenziellen Arbeitskräften gebe es
viele Verbesserungsmöglichkeiten, so die
Forscher. Arbeitgeber sollten die Zielgruppen und ihre Lebenssituationen stärker
berücksichtigen.
Auch die praktische Bekämpfung des Fachkräftemangels kam nicht zu kurz: Über das
Zentrum für Handwerk und Wissenschaft
e.V. mit Unterstützung des Münsterland
e.V. fand ein zielgerichtetes Matching von
Studierenden und ausstellenden Unternehmen statt. Rund 45 Studierende der
Fachhochschule Münster, der Westfälischen Wilhelms-Universität und der Westfälischen Hochschule in Gelsenkirchen
nahmen daran teil.
Die Aktivitäten wurden im Rahmen des
INTERREG IV A-Projektes „Ein starker
Auftritt“ mit Mitteln de Europäischen
Fonds für Regionale Entwicklung ﬁnanziell
unterstützt.z
Rund 100 Vertreter aus Politik und Wirtschaft nahmen an dem Empfang teil.
Rond 100 vertegenwoordigers uit de politiek en het bedrijfsleven namen deel aan de receptie.
Foto: Handwerkskammer Münster
Sterk optreden op de Hannover Messe
De Hannover Messe stond in 2014
volledig in het teken van “oranje”. Partnerland Nederland was op ‘s werelds belangrijkste industriebeurs, die van 7 t/m
11 april plaatsvond, goed vertegenwoordigd met maar liefst negen gezamenlijke
stands, 250 bedrijven en 80 events, die
met enthousiasme werden ontvangen.
Het Nederlands-Duitse EUREGIO-gebied
proﬁleerde zich op de beurs met een sterk
optreden als aantrekkelijke grensoverschrijdende economische regio.
Onder coördinatie van de Handwerkskammer Münster hadden 31 bedrijven en regionale instanties een plek gevonden op
de ca. 475 m² grote gezamenlijke stand
“Grenzeloze toelevercompetentie”, die
was gesitueerd op het toonaangevende
beursonderdeel “Industrial Supply”. Ook
de INTERREG-projecten “Netwerk GMA”
en “Mechatronica voor MKB” waren met
EUREGIOInform juni / juni 2014
een afvaardiging present. Het accent lag
op producten en diensten ten behoeve van
machine- en installatiebouw. Dat de DuitsNederlandse samenwerking hier vruchtbaar functioneert, bleek niet alleen uit de
diverse grensoverschrijdende allianties,
die voor een deel al jarenlang bestaan.
Gebrek aan vakkrachten
Een hoogtepunt was de door de Handwerkskammer georganiseerde Duits-Nederlandse receptie met ca. 100 vertegenwoordigers uit de politiek en het bedrijfsleven. Onder de titel ‘Grenzen stellen aan het
gebrek aan vakkrachten’ presenteerde het
Zentrum für Niederlande-Studien van de
Westfälische Wilhelms-Universität Münster kansen en veelbelovende strategieën
voor beide zijden van de grens. Vooral de
communicatie met potentiële werknemers
is op veel punten voor verbetering vatbaar,
zo stelden de onderzoekers. Werkgevers
zouden meer rekening moeten houden
met hun doelgroepen en hun leefsituaties.
Ook de praktische bestrijding van het gebrek aan vakkrachten kwam uitgebreid aan
bod: via het Zentrum für Handwerk und
Wissenschaft e.V. en met ondersteuning
van Münsterland e.V. werden studenten
en de exposerende ondernemingen doelgericht gematcht. Hieraan werd deelgenomen door ca. 45 studenten van de
Fachhochschule Münster, de Westfälische
Wilhelms-Universität en de Westfälische
Hochschule in Gelsenkirchen.
De activiteiten zijn ﬁnancieel ondersteund
met een bijdrage uit middelen van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling
in het kader van het INTERREG IV A-project “Ein starker Auftritt”. z
KULTUR
6
CULTUUR
GrensWerte hat die EUREGIO in den Fokus gerückt
Am 1. Juli 2009 startete das Kunstprojekt GrensWerte. Heute, fast fünf Jahre
und sechzig Kunstwerke später, wird das
GrensWerte INTERREG IV A-Projekt abgerundet. Die abschließende „Weltausstellung“ hat stattgefunden und die Zollbeamten bleiben in ihrem Winterschlaf. Es ist
also höchste Zeit, Bilanz zu ziehen. Dick
Smits, Projektleiter GrensWerte und seit
2009 an dem euregionalen Kunstprojekt
beteiligt, beantwortet folgende Fragen:
Was war nochmal der Anlass für das
Projekt?
„Kunst und Kultur sind bestimmende Elemente in unserer Gesellschaft, das hört
natürlich nicht an der Landesgrenze auf.
Wir wollten über die Grenzen schauen,
nicht nur im wörtlichen, sondern insbesondere auch im übertragenen Sinne. Mit
GrensWerte haben wir uns auf die Suche nach der Grenze begeben. Nebenbei
musste das Projekt zu einer euregionalen
Plattform für grenzüberschreitende Kunst
und Künstler werden. Meines Erachtens
haben wir beide Ziele erreicht.“
Wie sieht die Plattform denn genau aus?
„Wir haben jetzt eine breit getragene,
niederländisch-deutsche, informelle Plattform internationaler Künstler. Verschiedene Kunsteinrichtungen trauen sich
nunmehr, unter anderem auch dank des
GrensWerte-Projekts, Grenzen zu überschreiten. Die Beständigkeit der Plattform
wird sich in der kommenden Zeit zeigen
müssen.
Tatsache ist, dass durch das Wegfallen der
Projektﬁnanzierung die berufsmäßige Zusammenarbeit zwischen deutschen und
niederländischen Künstlern abnehmen
wird. Was das angeht, herrschen auch in
der Kunstwelt knallharte wirtschaftliche
Gesetze, Geld ist auch für den Künstler ein
essentielles Schmiermittel. Ich ﬁnde, man
kann das GrensWerte-Projekt ein bisschen
mit einem Mikrokredit vergleichen. Ohne
diesen Mikrokredit hätten die 12 Kunstprojekte pro Jahr nicht stattgefunden. Es bleibt
zu hoffen, dass es in der kommenden INTERREG V-Förderperiode ein Folgeprojekt
von GrensWerte geben wird. Dann können
wir nämlich an der Idee eines grenzüberschreitenden Versorgungsgebietes auch
auf dem Gebiet der Kunst weiterarbeiten.
Immerhin sind in einer Grenzregion wie
unserer gute Standortfaktoren essentiell.
Ein gutes Kunst- und Kulturklima sorgt
schließlich dafür, dass Menschen hier gerne wohnen und bleiben oder von weither
in unsere EUREGIO umsiedeln.“
Ist Kunst denn ein Standortfaktor?
„Die Bedeutung dieser sogenannten ‚Soft
Skills‘ oder weichen Standortfaktoren wird
häuﬁg unterschätzt, sie machen schließlich schon einen Unterschied. Wir haben
die EUREGIO in den letzten fünf Jahren
mit prächtigen Kunstprojekten, wie zum
Beispiel ‚Den schlafenden Zöllnern‘ oder
‚Blumenschießen‘ in den Fokus gerückt.
Künstler von Berlin bis Rotterdam sind
gekommen, um zu verfolgen, was hier in
der EUREGIO alles geschieht. Kurzum, wir
haben nicht nur quantitativ 60 Projekte
durchgeführt, sondern auch qualitativ ausgezeichnete Projekte bewerkstelligt. Dabei hat uns die gute PR sehr geholfen. In
den nationalen Kunstzeitschriften wurde
GrensWerte immer häuﬁger genannt. Ich
hoffe von ganzem Herzen, dass wir auch
in naher Zukunft fortfahren können, um
die EUREGIO weiterhin in den Fokus zu
rücken.“ z
EUREGIOInform juni / juni 2014
KULTUR
CULTUUR
7
GrensWerte heeft EUREGIO op de kaart gezet
Op 1 juli 2009 ging het Kunstproject
GrensWerte van start. Nu bijna vijf jaar en
60 kunstprojecten verder, is het Grenswerte INTERREG IV A-project in de afronding.
De afsluitende “Wereldtentoonstelling” is
geweest en de douaniers blijven in hun
winterslaap. De hoogste tijd dus om na vijf
jaar eens de balans op te maken. Aan het
woord Dick Smits, projectleider GrensWerte en sinds 2009 bij het Euregionale kunstproject betrokken. Hij geeft antwoord op
de volgende vragen.
Wat was ook alweer de aanleiding van het
project?
“Kunst en cultuur zijn bepalende elementen in onze samenleving, dat stopt natuurlijk niet aan een landsgrens. We wilden
kijken over grenzen en dan niet slechts in
letterlijke zin maar zeker ook in ﬁguurlijke.
Met GrensWerte zijn we op zoek gegaan
naar de grens. Daarnaast moest het project een Euregionaal platform worden voor
grensoverschrijdende kunst en kunstenaars. Volgens mij zijn we in beide doelstellingen geslaagd”.
Hoe ziet dat platform er dan precies uit?
“Er is nu sprake van een breed gedragen
Nederlands-Duits informeel platform van
internationale kunstenaars. Ook verschillende kunstinstellingen aan beide kanten
van de grens durven nu, mede dankzij het
GrensWerte-project, over grenzen te gaan.
Hoe bestendig dit platform is moet de komende tijd maar uitwijzen.
Feit is wel dat door het wegvallen van de
projectﬁnanciering de beroepsmatige samenwerking tussen Duitse en Nederlandse kunstenaars ongetwijfeld zal afnemen.
Wat dat betreft gelden in de kunstwereld
ook de knalharde economische wetten,
EUREGIOInform juni / juni 2014
geld is ook voor de kunstenaar een essentieel smeermiddel. Je mag het GrensWerte-project wat mij betreft dan ook wel een
beetje vergelijken met een instelling voor
microkrediet. Zonder deze microkredieten
waren de minimaal 12 kunstprojecten per
jaar nooit van de grond gekomen. Het is
dan ook te hopen dat ook in de aankomende INTERREG V-subsidieperiode er een
vervolg komt op het GrensWerte-project.
Dan kunnen we namelijk verder bouwen
aan het idee van één grensoverschrijdend
verzorgingsgebied ook op het gebied van
kunst. Immers in een grensregio zoals de
onze zijn met name goede vestigingsfactoren essentieel. Een goed klimaat voor
kunst en cultuur zorgt er namelijk voor dat
mensen hier graag willen wonen en blijven
of van wat verder weg juist naar onze EUREGIO toe willen komen”.
Is kunst dan een vestigingsfactor?
“Het belang van deze zogenaamde
‘softskills’ of zachte vestigingsfactoren
wordt vaak onderschat, deze maken namelijk wel degelijk een verschil. We hebben
de afgelopen vijf jaar de EUREGIO met
prachtige kunstprojecten, zoals ‘de slapende douaniers’ en ‘bloemenschieten’,
op de kaart gezet. Kunstenaars van Berlijn
tot Rotterdam kwamen naar hier om te kijken wat er in die EUREGIO toch allemaal
gebeurde. Kortom niet alleen hebben we
kwantitatief een zestigtal projecten doorgevoerd, ook kwalitatief waren het toch
wel prachtige projecten. Goede PR heeft
ons daarbij ook geweldig geholpen. In de
landelijke kunstbladen zag je steeds vaker
‘GrensWerte’ staan. Ik hoop dan ook van
ganser harte dat we ook in de nabije toekomst door kunnen blijven gaan om de
EUREGIO op de kaart te zetten”. z
Rund 60 international tätige Künstler erkundeten im Rahmen von GrensWerte das Phänomen
der Grenze. Einige von ihnen präsentierten ihre
Werke bis Mitte April auf der „WeltAusstellung“
in Rheine.
Rond 60 internationaal actieve kunstenaars hebben in het kader van GrensWerte het fenomeen
‘grens’ verkend. Sommigen van hen exposeerden
hun werk tijdens de “WereldTentoonstelling” die
tot medio april in Rheine heeft plaatsgevonden.
8
GESELLSCHAFT
MAATSCHAPPIJ
Voneinander lernen – Sport für Wohnungslose
Obdachlose haben es schwer, wieder
einen Platz in der Gesellschaft zu ﬁnden.
In Deutschland und den Niederlanden gibt
es dafür unterschiedliche Ansätze. In dem
grenzüberschreitenden INTERREG-Projekt
„SpoSo – Sport in der Sozialarbeit“ wurde
untersucht, welche Rolle Sport bei der Resozialisierung von Wohnungslosen spielen
kann.
Das deutsche Konzept sieht vor, dass die
Betroffenen eine Tagesstruktur durch Arbeit erlangen. Dadurch wird nicht nur der
Lebensunterhalt gesichert, sondern auch
die Selbstverwirklichung gefördert. „Sport
wird in Deutschland eher als Freizeitaktivität wahrgenommen“, erklärt Dr. FranzJosef Post, Geschäftsführer des ‚Vereins
für Katholische Arbeiterkolonien in Westfalen’. Dahingegen nutzt der niederländische Partner ‚Humanitas onder Dak’ Sport
als integrativen Ansatz. Die Organisation
vermittelt den Kontakt zwischen Klienten
und Sportverein. Die Klienten können an
dem Vereinsleben teilnehmen, wenn sie
im Gegenzug beispielsweise den Rasen
pﬂegen. Die Einbindung von Sport in der
Sozialarbeit wirkt sich positiv aus: Durch
den Kontakt mit anderen Menschen werden soziale Strukturen geschaffen und die
Selbstwahrnehmung der Betroffenen verbessert sich.
Rahmenbedingungen fehlen
Im Rahmen des Projektes erhielten die
Mitarbeiter einen Einblick in die Arbeitsmethoden ihrer Kollegen im Nachbarland.
Außerdem lernten sie bei Experten-Workshops andere Bewegungsmöglichkeiten
kennen. Ein Spaziergang mit dem Klienten
ermöglicht eine andere Gesprächsführung. Dr. Post stellte fest, dass seine Mitarbeiter dem Thema Sport nun sensibler gegenüberstehen. Dennoch ist es schwierig,
Sport als Bestandteil der Sozialarbeit zu
etablieren, da entscheidende Rahmenbedingungen fehlen. So spielt Sport bei der
Ausbildung von Sozialarbeitern kaum eine
Rolle. „Es gibt in Deutschland noch kein
allumfassendes Modell, das gelehrt wird,
wie beispielsweise in den Niederlanden“,
erläutert Jan-Hendrik Schmitz, Projektmanager bei DNL-Contact, der das Projekt
administrativ unterstützte.
Auch wenn zunächst kein weiteres Projekt
geplant ist, steht fest, dass der grenzüberschreitende Kontakt beibehalten werden
soll. Schließlich können beide Organisationen voneinander lernen. Die niederländischen Partner interessieren sich für
die deutsche Herangehensweise. „SpoSo
ist ein Beweis dafür, dass interkulturelle
Arbeit funktioniert und einen Mehrwert
schafft“, betont Schmitz. z
Dr. Franz-Josef Post (l.) und Jan-Hendrik Schmitz.
Dr. Franz-Josef Post (l.) en Jan-Hendrik Schmitz.
Leren van elkaar – sport voor daklozen
Voor daklozen is het moeilijk zich weer
een plaats in de samenleving te verwerven.
In Duitsland en Nederland wordt met dit
probleem verschillend omgegaan. Binnen
het grensoverschrijdende INTERREG-project “SpoSo – sport in het sociaal werk” is
onderzocht welke rol sport kan spelen bij
de resocialisatie van daklozen.
De Duitse aanpak is erop gericht de betrokkenen door middel van werk een gestructureerde dagindeling te bieden. Deze
methode verzekert hen niet alleen van een
inkomen, maar stimuleert ook hun zelfverwezenlijking. “Sport wordt in Duitsland
vooral gezien als vorm van vrijetijdsbesteding”, zo verklaart Dr. Franz-Josef Post,
directeur van de ‘Verein für Katholische
Arbeiterkolonien in Westfalen’. De Nederlandse projectpartner ‘Humanitas onder
Dak” maakt echter gebruik van sport als
onderdeel van een integrale aanpak. De
organisatie bemiddelt bij het leggen van
contacten tussen cliënten en sportverenigingen. De cliënten kunnen deelnemen
aan het verenigingsleven wanneer zij als
tegenprestatie bijvoorbeeld het speelveld
onderhouden. De koppeling tussen sport
en maatschappelijk werk blijkt positieve
resultaten op te leveren: door het contact
met anderen ontwikkelen zich sociale
structuren en wordt het gevoel van eigenwaarde van de betrokkenen versterkt.
Randvoorwaarden ontbreken
De medewerkers van de organisatie kregen via dit project inzicht in de werkmethoden van hun collega’s in het buurland.
Bovendien konden zij tijdens expertiseworkshops kennismaken met andere manieren om beweging toe te passen. Een
wandeling met een cliënt maakt het mogelijk een gesprek anders te voeren. Dr. Post
heeft vastgesteld dat zijn medewerkers nu
meer open staan voor het thema sport.
Het blijft echter moeilijk sport als integraal
onderdeel van het maatschappelijk werk
toe te passen omdat daarvoor een aantal
essentiële randvoorwaarden ontbreekt.
Zo speelt sport in de opleiding van maatschappelijk werkers nauwelijks een rol.
“In Duitsland ontbreekt het nog aan een
alomvattend opleidingsmodel, zoals dat
bijvoorbeeld in Nederland wel bestaat”, zo
legt Jan-Hendrik Schmitz, projectmanager
bij DNL-Contact, die het project administratief heeft ondersteund, uit.
Zeker is dat de grensoverschrijdende contacten zullen blijven bestaan, ook al is er
voorlopig geen nieuw project gepland. De
beide organisaties kunnen van elkaar blijven leren. De Nederlandse partners zijn
geïnteresseerd in de Duitse manier van
werken. Schmitz benadrukt: “SpoSo bewijst dat intercultureel werken succesvol is
en meerwaarde heeft”. z
EUREGIOInform juni / juni 2014
WIRTSCHAFT
ECONOMIE
9
Zwei Nationen bündeln ihre „Pferdestärken“
Über hundert Fachleute aus Politik,
Wirtschaft, Wissenschaft und weiteren
Organisationen haben sich zu einer Expertenrunde auf dem Gestüt Osthoff in
Georgsmarienhütte getroffen. Anlass war
die Vorstellung des INTERREG-Projektes
„Top Cluster Pferd“. In dem grenzüberschreitenden Projekt untersuchen die beiden operativen Projektpartner, das Horse
Competence Center Germany (HCCG)
und die Hippisch Platform Twente (HPT),
die Potenziale und Entwicklungsmöglichkeiten der Pferdewirtschaft im Gebiet der
EUREGIO.
Grenzüberschreitendes Cluster
Das EUREGIO-Gebiet zählt mit seinen
rund 164.000 Pferden europaweit zu den
führenden Regionen der Pferdewirtschaft,
der Pferdezucht und der Ausbildung von
Pferden. Die Zahl der aktiven Pferdesportler ist mit rund 4 % der Bevölkerung
überdurchschnittlich hoch. Pro Jahr erwirtschaftet der Pferdesektor einen Umsatz von geschätzten 1,1 Milliarden Euro.
In erster Linie proﬁtieren davon Pferdebetriebe, Futtermittelunternehmen, Hufschmiede, Tierärzte, Pferde- und Reittrainer, Reitsportgeschäfte, Stallbaubetriebe
und andere Bereiche der Pferdewirtschaft.
Doch auch angrenzende Branchen wie
der Tourismus oder das Baugewerbe können daran mitverdienen. Nach Schätzung
der Deutschen Reiterlichen Vereinigung
e.V. sichern drei bis vier Pferde einen
Arbeitsplatz.
die Frage, wie deutsche und niederländische Partner künftig zusammengebracht
werden können. Beim Abschlusstreffen
Ende Juni wollen HCCG und HTP konkrete
Handlungsempfehlungen geben.
Es sind längst noch nicht alle Potenziale ausgeschöpft, sagt Katja Wagner, die
Katja Wagner ist froh, durch das Projekt
fachliche Leiterin des HCCG. Wegen der
Kontakt zu den niederländischen PartUnterschiede im deutschen und niedernern gefunden zu haben: „Wir können
ländischen Ausbildungssystem gebe es
viel voneinander lernen.“ Der gegenseizum Beispiel Schwierigkeiten bei der Antige Austausch sei sehr fruchtbar, eine
erkennung von Berufs- und Studienablängerfristige Zusammenarbeit nicht
schlüssen. Betroffen seien davon etwa
ausgeschlossen.z
Pferdewirte und Pferdemanager, die im
Nachbarland
arbeiten
möchten. Auch die Vernetzung der deutschen und
niederländischen Unternehmen und Akteure sei
noch nicht optimal. Deshalb gelte es, Konzepte für
ein grenzüberschreitendes
Clustermanagement
zu
entwickeln.
HCCG und HPT nutzen
die verbleibende Projektlaufzeit für Experteninterviews im deutschen
und
niederländischen
EUREGIO-Gebiet. Ziel ist
es, Innovationsträger zu
deﬁnieren und den weite- Die Projektpartner mit Vetretern der EUREGIO
ren Forschungsbedarf abzu- De projectpartners met vertegenwoordigers van de EUREGIO, v.l.n.r.:
stecken. Zudem geht es um Prof. Peter Seifert, Dr. Michael Lübbersmann, Ullrich Kasselmann,
Günter Alsmeier, Michael Kösters, Heike Rieger, Fons Lohuis.
Foto: Landkreis Osnabrück
Twee landen bundelen hun “paardenkrachten”
Meer dan honderd vakmensen uit de
politiek, het bedrijfsleven, de wetenschap
en andere organisaties kwamen onlangs
bijeen op de stoeterij Osthoff in Georgsmarienhütte voor een expertmeeting. Aanleiding hiervoor was de presentatie van het
INTERREG-project “Top Cluster Paard”.
De twee uitvoerende projectpartners,
het Horse Competence Center Germany
(HCCG) en het Hippische Platform Twente
(HPT), onderzochten in het kader van dit
grensoverschrijdende project de potenties
en ontwikkelingsmogelijkheden van de
hippische sport als economische factor in
het EUREGIO-gebied.
Op Europese schaal hoort het EUREGIOgebied met ca. 164.000 paarden tot de
toonaangevende regio’s op het gebied van
de hippische economie, de paardenfokkerij en het trainen van paarden. Het aandeel
van de bevolking, dat actief de paardensport
beoefent, ligt met rond 4 % ruim boven
het gemiddelde. De hippische sector genereert jaarlijks een omzet van naar schatting
EUREGIOInform juni / juni 2014
1,1 miljard euro. Daarvan proﬁteren primair hippische ondernemingen, voederbedrijven, hoefsmeden, dierenartsen,
paarden- en ruitertrainers, paardensportwinkels, stalbouwers en andere sectoren
in het hippische bedrijfsleven. Maar ook
aanpalende branches als het toerisme of
de bouwsector kunnen hieruit verdiensten
halen. De Deutsche Reiterliche Vereinigung e.V. schat dat er op ieder drie tot vier
paarden één arbeidsplaats ontstaat.
Grensoverschrijdend cluster
Volgens Katja Wagner, vakinhoudelijk leidinggevende van het HCCG, zijn nog lang
niet alle mogelijkheden uitgeput. Verschillen tussen het Duitse en het Nederlandse
onderwijssysteem bemoeilijken echter de
wederzijdse erkenning van beroepskwaliﬁcaties en diploma’s. Vooral paardenverzorgers en paardenmanagers, die graag in het
buurland aan de slag willen, ondervinden
hiervan de nadelen. Ook de vorming van
netwerken tussen Nederlandse en Duitse
ondernemers en andere betrokkenen ver-
loopt, zo legt Katja Wagner uit, nog niet
optimaal. Daarom is het belangrijk concepten voor grensoverschrijdend clustermanagement te ontwikkelen.
HCCG en HPT zullen de tijd, die nog voor
het project resteert, benutten door interviews te houden met deskundigen uit het
Duitse en Nederlandse EUREGIO-gebied.
Het doel daarvan is trekkers van het innovatieproces te identiﬁceren en na te gaan
op welke gebieden nog nader onderzoek
moet worden gepleegd. Ook moet nog
duidelijk worden hoe Nederlandse en
Duitse partners in de toekomst bij elkaar
gebracht kunnen worden. Eind juni vindt
een afsluitende bijeenkomst plaats, die
HCCG en HTP willen gebruiken om concrete aanbevelingen te doen.
Katja Wagner is blij dat het project tot contacten met Nederlandse partners heeft geleid. “We kunnen veel van elkaar leren.” De
wederzijdse uitwisseling was zo geslaagd
dat een langere periode van samenwerking
niet wordt uitgesloten. z
KURZ UND KNAPP
10
Umfrage zu
EUREGIOInform
Im digitalen Zeitalter – so scheint es –
gehen die Meinungen zur Mediennutzung
auseinander. Einige bevorzugen Informationen auf Papier, Andere empfangen lieber E-Mails oder einen Online-Newsletter.
Die Redaktion von EUREGIOInform steht
deshalb vor der Frage, ob EUREGIOInform
zukünftig noch auf Papier oder als digitale
Version angeboten werden soll.
Entscheiden Sie, wie Sie EUREGIOInform zukünftig empfangen wollen und
schicken uns Ihre Meinung per Mail an
[email protected]. Vielen Dank für
Ihre Mithilfe!z
IN HET KORT
Gewinner DE-NL Juristenpreis bekannt
Bereits zum siebten Mal wurde der
deutsch-niederländische Juristenpreis von
der Kanzlei Alpmann Fröhlich und der
niederländischen Sozietät JPR in Münster vergeben. Dieser Juristenpreis richtet sich an junge Rechtswissenschaftler,
die sich in ihren Abschlussarbeiten mit
grenzüberschreitenden Rechtsfragen beschäftigen. Die Jury wählte Björn Hoops
von der Universität Groningen mit seinem
Vergleich des deutschen und niederländischen Insolvenzrechts zum Gewinner
für die niederländische Seite. Kilian Rolfs,
Student an der Fachhochschule Osnabrück, setzte sich in seiner Masterarbeit
mit einer international einheitlichen Ver-
tragsgestaltung auseinander und gewann
den Preis auf deutscher Seite. „Die Unterschiede in den Rechtssystemen zwischen
Deutschland und den Niederlanden, aber
auch innerhalb Europas, sind immer noch
eine Hürde in der grenzüberschreitenden
Zusammenarbeit. Ich freue mich deshalb
sehr, dass junge Rechtswissenschaftler
Wege und Lösungen für eine Angleichung
der Systeme suchen“, so Dr. Elisabeth
Schwenzow, Geschäftsführerin der EUREGIO. Der deutsch-niederländische Juristenpreis ist mit insgesamt 5.000 Euro
dotiert und stand in diesem Jahr unter der
Schirmherrschaft der EUREGIO.z
Neuer Museumswegweiser
Zahlreiche Museen in der deutschniederländischen Grenzregion spiegeln
nicht nur die reiche Vergangenheit wieder,
sondern bieten auch packende Einblicke in
die zeitgenössische Kunst und Kultur. Das
hat das Tourismusbüro der EUREGIO zum
Anlass genommen die zweisprachige Karte „Museumswegweiser / Museumwegwijzer“ neu aufzulegen und herauszubringen.
Von weltweit bekannten Museen bis hin
zu nostalgischen Heimatmuseen, von
prunkvollen Palästen bis zu Unterkünften
des einfachen Mannes. Kirchenschätze,
Klöster, Burgen und Schlösser, Skulpturengärten oder industrielles Erbe: Mehr als
60 verschiedene Einrichtungen werden
in der Karte vorgestellt und laden zu einer Entdeckungstour ein, um die kulturellen Schätze der Grenzregion kennen
zu lernen. Das Museum „Natura Docet
Wonderryck Twente“ in Denekamp ist
beispielsweise ein schönes Ausﬂugsziel
für Familien mit Kindern. Es bietet die
Möglichkeit, die Welt mit den Augen der
Tiere zu erleben und Tiere aus der Vergangenheit kennen zu lernen. Das Kunstmuseum Pablo Picasso in Münster beherbergt eine weltweit einmalige Sammlung
von Lithograﬁen und ist damit ein besonderes Ziel für Kunstliebhaber. Die Karte ist
kostenlos bestellbar auf der Internetseite
www.grenzerlebnisse.de. z
Auf dem Sentenzbogen gratulierten Prof. Dr. Aurelia Colombi Ciacchi der Universität Groningen (l.),
der ehemalige Bundes-und Staatsminister Klaus von Dohnanyi ( 2.v.l.), Dr. Elisabeth Schwenzow
(5.v.l.) und die Rektorin der Universität Münster, Dr. Ursula Nelles, (7.v.l.) den Preisträgern Björn
Hoops (4.v.l.) und Kilian Rolfs (9.v.l.).
Op de „Sentenzbogen“ feliciteerden Aurelia Colombi Ciacchi van de Universiteit Groningen (l.), de voormalige Bundes-und Staatsminister Klaus von Dohnanyi ( 2.v.l.), Elisabeth Schwenzow (5.v.l.) en Ursula Nelles
van de Universiteit Münster (7.v.l.) de winnaars Björn Hoops (4.v.l.) en Kilian Rolfs (9.v.l.).
Foto: Matthias Ahlke
Zusammenarbeit Feuerwehren vertieft
Am 25. Februar 2014 trafen sich niederländische und deutsche Führungskräfte
der Feuerwehren zu einem grenzüberschreitenden Symposium in Bocholt. Ort
der Veranstaltung war die Westfälische
Hochschule. Es wurden verschiedene
grenzüberschreitende Projekte der Feuerwehren vorgestellt und diskutiert. Darüber
hinaus wurden in Bocholt auch Fragen
wie diese beantwortet: Wie ist bei grenzüberschreitenden Zwischenfällen auf dem
Wasser vorzugehen? Wie ist der Löschwassertransport im Grenzgebiet geregelt oder
auch die Frage, wie werden Waldbrände
in den Niederlanden per Helikopter gelöscht? Neben diesen fachlichen Themen
kamen an diesem Tag noch weitere As-
pekte zur Sprache, wie zum Beispiel die
interkulturellen Unterschiede. Das Treffen
wurde von der Feuerwehr Bocholt, den
Kreisen Borken und Kleve, der Vereinigung
der Feuerwehren in Nordrhein-Westfalen
(VdF NRW), der Feuerwehrverbände der
Sicherheitsregionen Twente, LimburgNord, Nord- und Ost-Gelderland, Gelderland-Mitte und Gelderland-Süd organisiert und ﬁnanziell mit Mitteln aus dem
EUREGIO Mozer-Programm unterstützt.
Alles im allem war es ein sehr ergebnisreicher Tag, der zur guten Zusammenarbeit
und zum Austausch verschiedener niederländischer und deutscher Feuerwehren
beigetragen hat.z
EUREGIOInform juni / juni 2014
KURZ UND KNAPP
IN HET KORT
Winnaars D-NL juristenprijs bekend
Het Duitse advocatenkantoor Alpmann
Fröhlich en het Nederlandse kantoor JPR
Advocaten reikten in Münster alweer voor
de zevende keer de Duits-Nederlandse
juristenprijs uit. Deze prijs is bedoeld
voor jonge juristen, die zich in het kader
van hun afstudeeronderzoek bezig houden met grensoverschrijdende juridische
vraagstukken. De jury riep Björn Hoops
van de Rijksuniversiteit Groningen, die het
Duitse en het Nederlandse insolventierecht met elkaar vergeleek, uit tot winnaar
aan Nederlandse zijde. Kilian Rolfs, student aan de Fachhochschule Osnabrück,
hield zich in zijn masteronderzoek bezig
met internationaal uniforme contracten en
won hiermee de prijs aan Duitse zijde. “De
verschillen tussen de rechtssystemen van
Duitsland en Nederland, maar ook binnen Europa, vormen nog steeds een belemmering voor de grensoverschrijdende
samenwerking. Daarom ben ik erg blij dat
jonge rechtswetenschappers naar wegen
en oplossingen zoeken om de systemen
te harmoniseren”, aldus Dr. Elisabeth
Schwenzow, directeur-bestuurder van de
EUREGIO. De Duits-Nederlandse juristenprijs bestaat uit een geldprijs van 5.000
euro en stond dit jaar onder auspiciën van
de EUREGIO. z
Coöperatie brandweren geïntensiveerd
In februari kwamen Nederlandse en
Duitse leidinggevenden van de brandweer
in Bocholt bijeen voor een grensoverschrijdend brandweer symposium. De Westfälische Hochschule was deze dag voor brandweerlieden “the place to be”. Verschillende
grensoverschrijdende brandweersamenwerkingsprojecten werden deze dag voorgesteld en besproken. Ook kwam er in Bocholt een antwoord op vragen als: “Wat te
doen bij grensoverschrijdende incidenten
op het water, hoe is het grootwatertransport op de grens geregeld, maar ook hoe
gaat helikopterblussing bij bosbrandbestrijding in Nederland precies in zijn werk?
Maar alsof dat nog niet genoeg was kwa-
men ook tal van andere zaken, zoals de interculturele verschillen, deze dag aan bod.
De bijeenkomst werd georganiseerd door
de Brandweer Bocholt, de Kreise Borken
en Kleve de ´Vereniging van brandweren
in Nordrhein-Westfalen´ (VdF NRW), de
brandweerkorpsen van de Veiligheidsregio’s Twente, Limburg-Noord, Noord- en
Oost-Gelderland, Gelderland-Midden en
Gelderland-Zuid en werd ﬁnancieel ondersteund vanuit het EUREGIO-MozerProgramma. Al met al was het een zeer
vruchtbare dag, welke heeft bijgedragen
aan de goede samenwerking en uitwisseling van de verschillende Nederlandse en
Duitse brandweerkorpsen.z
11
Enquête over
EUREGIOInform
In dit digitale tijdperk lijkt het of de meningen over het gebruik van media steeds
meer van elkaar gaan verschillen. Sommige mensen geven de voorkeur aan informatie op papier, anderen ontvangen liever
e-mails of een online nieuwsbrief. De redactie van EUREGIOInform ziet zich daardoor met de vraag geconfronteerd of EUREGIOInform in de toekomst nog steeds
op papier of in digitale vorm uitgebracht
zou moeten worden. Graag zouden we van
u weten in welke vorm u EUREGIOInform
voortaan zou willen ontvangen. Daarom
vragen wij u ons uw mening te mailen via
[email protected]. Wij danken u alvast
voor uw medewerking! z
Nieuwe
Museumwegwijzer
Talrijke musea in het Duits- Nederlandse grensgebied weerspiegelen niet alleen hun rijke verleden, maar bieden ook
inzichten in de hedendaagse kunst en
cultuur. Dit was voor de Toeristische Afdeling van de EUREGIO aanleiding om een
nieuwe tweetalige kaart “Museumwegwijzer” te ontwikkelen en uit te brengen. Van
wereldberoemde musea tot nostalgische
musea, van prachtig ingerichte paleizen
tot eenvoudige musea voor de eenvoudige
mens. Kerkschatten, kloosters, burchten
en kastelen, beeldentuinen of industrieel
erfgoed: Meer dan 60 verschillende musea worden op de kaart gepresenteerd en
nodigen uit voor een ontdekkingsreis, om
te leren over de culturele schatten van de
grensstreek.Het museum “Natura Docet Wonderryck Twente” in Denekamp, is
bijvoorbeeld een prachtige bestemming
voor gezinnen met kinderen. Het biedt de
mogelijkheid om de wereld te ontdekken
door de ogen van dieren en om kennis te
maken met dieren uit het verleden. Het
Kunstmuseum Pablo Picasso in Münster
is de thuisbasis van een wereldwijd unieke
collectie litho‘s en vormt daarmee een bijzondere bestemming voor kunstliefhebbers. Deze gratis kaart kan worden besteld
op de website www.grensbelevenis.nl. z
Weitere Informationen
Meer informatie
Während eines Symposiums tauschten die Feuerwehren sich fachinhaltlich aus.
Tijdens een symposium wisselden brandweerheden vakinhoudelijke informatie uit.
Foto: Christian van der Meij
EUREGIOInform juni / juni 2014
www.museum-wegweiser.de
www.museum-wegwijzer.nl
BEGEGNUNG
12
ONTMOETING
Plattform für Schulaustausch ins Leben gerufen
Das Erlernen der Sprache des Nachbarlandes und das Kennenlernen der Kultur des Nachbarn ist eine kontinuierliche
Aufgabe, die mit jeder neuen Schülergeneration aufs Neue beginnt und gefördert
werden muss. Die Schülerinnen und Schüler können die durch die Partnerschaften
erfolgreich erworbenen Sprach- und Kulturkenntnisse ihres Nachbarlandes in ihrem späteren Leben vielfältig einsetzen.
Es kommt daher nicht von ungefähr, dass
die EUREGIO das INTERREG IV A-Peopleto-People-Projekt “EUREGIO wisselt uit”
(EUREGIO tauscht aus) beantragt hat.
„Durch die zusätzlich bereitgestellten
Mittel des Landes Niedersachsen und die
Gelder der EU aus dem INTERREG IV AProgramm können wir bis Anfang 2015
strukturell an dieser Aufgabe arbeiten“, so
Elisabeth Schwenzow, Geschäftsführerin
der EUREGIO. „Die Teilnahme an Schulaustauschprogrammen in jungen Jahren
dient der grenzüberschreitenden Zusammenarbeit im späteren Leben.“ Mit den
gegenwärtigen vollgepackten Lehrplänen
der Schulen, der zugenommenen Belastung des Lehrpersonals und den immer
geringer werdenden ﬁnanziellen Mitteln
erscheint es so gut wie unmöglich, den Er-
fahrungsaustausch im großen Gebiet der
EUREGIO nur durch persönliche Kontakte
zu realisieren. Die sozialen Medien bieten
hier eine willkommene Alternative. Durch
den Aufbau einer ‚Austauschplattform‘ auf
Facebook kann die EUREGIO jetzt niederländische und deutsche Schülerinnen und
Schüler, die an einem Schüleraustausch
oder Partnerschaftstreffen teilgenommen
haben bzw. noch teilnehmen werden, di-
rekt miteinander in Kontakt bringen. Auch
das Lehrpersonal bekommt über www.facebook.com/euregiowisseltuit praktische
Informationen und Best-practice-Beispiele
von anderen Schulpartnerschaften und
Aktivitäten. Die EUREGIO-Geschäftsstelle
wird sich intensiv mit dieser Form der
Kommunikation beschäftigen, um damit
zielgerichtet den Erfahrungsaustausch zu
unterstützen.z
Foto: EUREGIO
Platform voor schooluitwisselingen is in de lucht
Het leren van de buurtaal en kennis nemen van de cultuur van de buren is een
continue opgave, die telkens weer bij een
nieuwe schoolgeneratie opgestart en uitgevoerd moet worden. Doordat scholieren, middels partnerschappen, succesvol
kennis kunnen nemen van taal en cultuur
van het buurland kunnen ze deze opgedane kennis en ervaring later, in hun hele
verdere leven, veelvuldig gebruiken. Het
is dan ook niet voor niets dat de EUREGIO aanvrager is van het INTERREG IV A
People-to-people project “EUREGIO wisselt uit”. „Door extra ﬁnanciële middelen
van het Land Niedersachsen en de EU-
middelen uit het INTERREG IV A-programma kunnen we tot begin 2015 structureel
aan deze opgave blijven werken”, aldus
Elisabeth Schwenzow, directeur-bestuurder van de EUREGIO. “Al op jonge leeftijd
beginnen met schooluitwisselingen dient
uiteindelijk de grensoverschrijdende samenwerking in het latere werkzame leven”.
Met de tegenwoordige volgepakte curricula van de scholen, zwaarder belast onderwijzend personeel en de steeds minder
wordende ﬁnanciële middelen lijkt het zo
goed als onmogelijk de ervaringsuitwisseling in het grote gebied van de EUREGIO
middels direct persoonlijk contact te rea-
Unterstützt durch /
Mede mogelijk gemaakt door:
Niedersächsische
Staatskanzlei
www.deutschland-nederland.eu
liseren. De sociale media bieden hier een
goed alternatief. Door het opzetten van
een “uitwisselingsplatform” bij Facebook
kan de EUREGIO nu Nederlandse en Duitse scholieren, die aan een partnerontmoeting of -uitwisseling hebben meegedaan
resp. nog mee willen gaan doen, direct met
elkaar laten communiceren. Ook het
onderwijzend personeel krijgt via www.
facebook.com/euregiowisseltuit
praktische informatie en best-practises. Het
EUREGIO-secretariaat zal zich intensief
met deze vorm van communicatie gaan
bezighouden om daarmee doeltreffend de
ervaringsuitwisseling te bevorderen.z
Impressum
EUREGIO
Postfach 1164
48572 Gronau
www.euregio.de
T 02562/702-0
F 02562/702-59
[email protected]
Colofon
EUREGIO
Postbus 6008
7503 GAEnschede
www.euregio.nl
T 053-4605151
F 053-4605159
[email protected]
Verantwortlich Verantwoordelijk
Dr. Elisabeth Schwenzow
Redaktion Redactie
Lisa-Marie Möllmann,
Christoph Bönig, Lorenz Dik
Druck Druk
Drukkerij Hub Tonnaer bv, Kelpen-Oler

Download Report