Bijlagen, [182. 1-2.] Tweede Kamer. BIZ. i

Bijlagen,
[182.
1-2.]
Tweede Kamer. BIZ. i
Bekrachtiging van provinciale heffingen in Groningen.
ris*, I.J
KONINKLIJKE BOODSCHAP, ingekomen in de zitting van den '30sten April 1877.
b. voor ieder binnenschip, per stère (binnen*
ton), zeven en een halve cent
f 0,07'/,
c. voor pramen of schepen, geladen met slijk
of modder, uit de haven te Delfzijl, per stère,
een cent
0,01
2°. wegens ledige of met ballast geladen schepen:
de helft van het sub 1°. vermeld tolgeld.
3°. voor balken en alle andere soorten van hout, los of
in vlotten, per strekkende meter twintig cent. . f 0,20
MIJNE HEEBEN!
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een ontwerp van wet tot bekrachtiging van provinciale heffingen in Groningen.
De toelichtende memorie (en bijlagen), die het wetsontwerp vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
Van het tolgeld wordt teruggave verleend voor schepen
en wegens balken en alle andere soorten van hout, los of
in vlotten, welke van het kanaal slechts gebruik maken
tot aan het dok, tot aan de verbindingssluis te Farmsum
of tot aan de schutsluizen in de Groeve, op vertoon van
een bewijs van betaald tolgeld aan dat dok of aan die
sluizen:
a. wegens geladen schepen:
En hiermede, Mijne Heeren! bevelen Wij U in Godes
heilige bescherming.
voor ieder zeeschip, per stère, drie cent
. . f 0,03
voor ieder binnenschip, per stère (binnenton),
vier en een halve cent
Het Loo, den 27sten April 1877.
0,04'/.
b. wegens ledige of met ballast geladen schepen:
WILLEM.
de helft van het sub a vermeld tolgeld;
Aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
c. wegens balken en alle andere soorten van hout, los
of in vlotten, per strekkende meter, tien cent. . f 0,10
Van de zee- of binnenschepen, terugkomende van het
dok, van die komende van de verbindingssluis te Farmsum,
of van een der sluizen in de Groeve, wordt geheven:
[18*.
2.]
a. wanneer zij geladen zijn:
voor ieder zeeschip, per stère, twee c e n t . . .
ONTWERP VAN WET tot bekrachtiging van provinciale hefflngen in Groningen.
f 0,02
voor ieder binnenschip, per stère (binnenton),
drie cent
0,03
b. wanneer zij ledig zijn of met ballast geladen:
de helft van het sub a vermeld tolgeld.
W I J WILLEM III, BNZ.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen
te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat de Staten
van Groningen aan Ons hebben voorgedragen het heffen
van tolgelden voor het gebruik van het Eemskanaal met
bijbehoorende werken , van welke tolgelden de opbrengst
moet strekken ter tegemoetkoming in de door de provincie
te dragen kosten van onderhoud van genoemd kanaal en
werken;
En dat de heffing van die tolgelden, volgens art. 129
der Grondwet, bekrachtiging door de wet vereischt;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord en
met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan
bij deze:
B. Bij de schutsluizen in hel verbindingskanaal nabij
Farmsum, in de Groeve ten noorden en ten zuiden van het
Eemskanaal, bij het S/ochterdiep en in de voormalige vestinggracht bij Groningen:
1°. voor ieder schip, per stère, een en een halve
cent
f 0,01 V,
2°. voor balken en alle andere soorten van hout,
los of in vlotten, per strekkende meter vier cent.
0,04
3°. voor schepen, de beide sluizen in de Groeve
het kanaal dwars over passerende, bij iedere sluis.
Nihil.
4°. voor balken en alle andere soorten van hout,
de beide sluizen in de Groeve dwars over het kanaal
passerende, bij iedere sluis
Nihil.
Art. 1.
De vereischte bekrachtiging wordt voor den tijd van drie
jaren verleend aan de heffing ten behoeve der provincie
Groningen van tolgelden voor het gebruik van het Eemskanaal met bijbehoorende werken, naar de volgende
regeling:
c.
Bij de navolgende bruggen, gelegen over het kanaal:
N°. 1. in den Cingelweg;
» 2. in den Euvelgunnerweg;
» 3. in den Slochterweg;
» 4. in den Garmerwolderweg;
» 5. in den Hamweg;
A. Bij de schutsluis te Farmsum:
» 6. in den Woltersummerweg;
» 7. in den Woldweg;
1°. wegens geladen schepen:
» 8. in den Graauwedijksterweg;
a. voor ieder zeeschip, per stère, vijf cent . f 0,05
T>
Bijblad van de Nederiandsche Staats-eourant. 1876— lï>77.
9. in de Wirdummerlaau;
[189. JK\'
Bekrachtiging van provinciale heffingen in Groningen.
» 10. in den (iarre weerster weg;
Art. ».
• 11, in den Siddebuursterweg;
De invordering der tolgelden geschiedt volgens de artikelen 3—8 van liet l>esluit der Staten van Groningen van
23 November 1876 , n°. 4 , goedgekeurd bij Ons besluit
van 18 April 1877 , n°. 12.
» 12. in den Opwierderweg;
» 13. in de Eelwerderlaan;
» 14. in den Ams weerster weg;
Art. 3 .
» 15. in den Farinsummerweg;
voor ieder schip of houtvlot tien cent
f 0,10
Deze wet verbindt met den dag harer afkondiging.
doch alleen voor het geval de brug voor de doorvaart van
dat schip of houtvlot moet worden afgedraaid.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden
geplaatst, en dat alle ministeriele departementen, autoriteiteu, collegien en ambtenaren, wien zulks aangaat, aan
D. In het dok ten noorden van het Eemskanaal te Farmsum: de naauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Voor elke maand of gedeelte van dien :
voor ieder zeeschip, per stère, een en een halve cent f 0,01 V,
voor ieder binnenschip, per stère (binnenton), twee
cent
0,02
E. In de los-, laad- en wendingsplaats buiten
het voormalig Kleine poortje.
Gegeven
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
[l*a. 3.]
MEMORIE VAN TOELICHTING.
1°. voor ieder zeeschip, per dag en stère, vier
tiende cent
f0,00VI0
voor ieder binnenschip als voren , per dag en
Door de Staten van Groningen is in hunne laatste naper stère (binnenton), zes tiende cent . . . .
0,00V18
jaarsvergadering een besluit genomen tot regeling der
Gedeelten van dagen voor geheelen gerekend.
tolheffing voor het gebruik van het Eemskanaal met bijbehoorende werken, welk besluit is goedgekeurd bij KoVan het tolgeld zijn vrijgesteld:
ninklijk besluit van 18 April 1877 , n°. 12;
De heffing dezer tolgelden behoort door de wet te worA. Aan de slaken en bruggen:
den bekrachtigd, daar zij als provinciale belasting te beschouwen is.
1°. de booten achter en behoorende bij doorvarende
De Regering maakt geene bedenking die bekrachtiging
schepen;
voor te dragen. Tegen de regeling, door de Staten vast2°. de schepen of vaartuigen, bestemd tot het vervoer gesteld, kan, naar het beginsel bij art. 254 der gemeenvan materialen , gereedschappen of werktuigen, ten dienste tewet gesteld voor de regten , loonen en gelden, die door
de gemeente geheven worden , geen gegrond bezwaar bevan het Rijk of de provincie;
staan. De kosten toch , waarin uit de opbrengst der tol3°. de Jigterschepen, welke met het geligte vaartuig gelden voorzien moet worden, zullen ongetwijfeld meer
het kanaal bevaren;
bedragen dan die opbrengst. De vermoedelijke opbrengst
der heffing wordt geraamd op f12 000, terwijl over het
4°. de sleepbooten , dienst doende op het kanaal.
loopend dienstjaar de kosten van het gewoon en buitengewoon onderhoud van het kanaal met bijbehoorende werken op ruim f74 000 geschat zijn.
B. In de los-, laad- en wendingsplaats:
De tegenwoordige regeling heeft bovendien slechts een
tijdelijk karakter en binnen drie jaren na het in werking
1 °. de booten bij de daarin vertoevende schepen;
treden der heffing zal deze herzien moeten worden.
2°. de schepen die enkel doorvaren;
De ondervinding zal dan geraadpleegd kunnen worden ,
alvorens de regeling wordt bestendigd.
3". de sleepbooten dienst doende op het kanaal;
4°. de schepen , die ten gevolge besloten water door
vorst niet kunnen vertrekken , ter beoordeeling van Gedeputeerde Staten.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
HEEMSKERK.