Toneelhuis, KVS en NTGent Olympique Dramatique AUGUSTUS ergens op de vlakte This is the way the world ends Not with a bang but a whimper (T.S. Eliot) I long to see the morning light Coloring your face so dreamily. So don’t you go and say goodbye, You can lay your worries down and stay with me. (Eric Clapton) tekst Tracy Letts vertaling, bewerking en regie Tom Dewispelaere, Stijn Van Opstal spel Nona Buhrs, Gilda De Bal, Sofie Decleir, Mieke De Groote, Els Dottermans, Frank Focketyn, Sanne Samina Hanssen, Ben Segers, Willy Thomas, Johan Van Assche, Geert Van Rampelberg, Mieke Verdin dramaturgie Koen Haagdorens regie-assistentie Guy Cassiers, Lut Lievens vormgeving Stijn Van Opstal, Tom Dewispelaere, Guy Cassiers, Thomas Walgrave kostuumontwerp Ilse Vandenbussche lichtontwerp Thomas Walgrave, Guy Cassiers productieleiding Stefaan Deldaele tourmanagement Mien Muys technische productieleiding Joost Man lichttechniek Lucas van Haesbroeck geluidstechniek Jef Verbeeck / Jeroen Kenens decortechniek Anton Leysen kleedster Monique Van Hassel, Kathleen Van Mechelen stage regie-assistentie Anne-Lieke Terpstra techniek Bourla Koen Deveux, Henk Vandecaveye, Manu Desmyter, Filip Van Berendoncks, Maarten Meeussen uitvoering decor decoratelier Toneelhuis Karl Schneider, Patrick Jacobs, Jan Palinckx, Frederik Liekens, Marjan Verachtert uitvoering kostuums kostuumatelier Toneelhuis Christiane De Feyter, Erna Van Goethem met dank aan Jules Moens, Tom Liekens productie Toneelhuis, KVS, NTGent In 1977 brengt Eric Clapton zijn legendarische plaat Slowhand uit. Slowhand was een wedergeboorte, niet alleen muzikaal. Clapton – begin de jaren zeventig een wereldster – overwon een heroïneverslaving, alvorens hij zich muzikaal ging herbronnen in de Tulsa sound, afkomstig uit de staat Oklahoma in het zuiden van de VS. Slowhand opent in dit licht nogal veelbetekenend met een cover van Cocaine, een nummer van de eveneens uit Oklahoma afkomstige JJ Cale. Het derde nummer van de plaat was Lay Down Sally, een nogal vrolijke country blues over iemand die zijn geliefde probeert te overtuigen om te blijven. Het nummer werd een wereldhit en vond zo zijn weg naar honderdduizenden huiskamers. Waaronder die van Violet Weston uit Oklahoma. Vrouw van een plaatselijke beroemdheid, de dichter Beverly Weston. Jonge moeder van drie dochters: Barbara, Ivy en Karen. En hoofdpersonage in Tracy Letts’ August: Osage County. De Amerikaanse theaterauteur, filmscenarist en acteur Tracy Letts werd in 1965 geboren in Tulsa, Oklahoma. August: Osage County (2007) is zijn vierde theatertekst. Het stuk werd kort na publicatie bekroond met de Pulitzer Prize for Drama (waardoor Letts in het rijtje met Albee en O’Neill komt te staan, met wie hij wel eens wordt vergeleken). Later bewerkte Letts het voor de met nominaties en prijzen overladen filmversie die vorig jaar in onze cinema’s te zien was. Voor het schrijven van August baseerde hij zich, veel meer dan in zijn ander werk, op gebeurtenissen uit zijn eigen leven. Letts stamt uit een gezin van drie kinderen, zijn vader was docent Engels aan de universiteit, dat soort dingen. Maar vooral: grootvader verdronk zich toen Letts tien jaar oud was, grootmoeder werd geïnterneerd door een zware verslaving aan anti-depressiva, zowel Letts zelf als zijn moeder vochten een strijd uit met een alcoholverslaving… Deze, en nog vele andere autobiografische feiten, vonden hun weg naar het verhaal van August: Osage County, waarin de verslaafde Violet het zo bont maakt dat ze door alledrie haar dochters wordt verlaten. Nadat Letts het stuk had voltooid, gaf hij het te lezen aan zijn moeder, een bekende schrijfster en linkse activiste uit Oklahoma. Haar eerste reactie: ‘I think you’ve been very kind to my mum.’ August lijkt de definitieve afrekening van een auteur met zijn ontwrichte kindertijd. Dat mag zo zijn, maar August laat zich vooral lezen als een gitzwarte analyse van de generatie der babyboomers. ‘The wealthiest, most active, and most physically fit generation up to that time, and amongst the first to grow up genuinely expecting the world to improve with time’, aldus Landon Jones in Great Expectations: America and the Baby Boom Generation (1980): een gezonde, blakende, welstellende en optimistische generatie. Van die definitie blijft in het geval van Violet en haar gezin, op de materiële welvaart na, niet veel overeind. We zien vooral kapotte relaties, ongelukkige liefdes, eenzame mensen. Violet belichaamt de ontgoocheling van een generatie die ervan uitging dat de geschiedenis van na de Tweede Wereldoorlog er een zou zijn van vooruitgang, verbetering en hoop. En die dat vertrouwen uitdrukte in het verwekken van een kroostrijk gezin. Violets dochters blijven nagenoeg kinderloos en dat zegt iets. Haar enige kleinkind Jean krijgt de erfenis van alle voorgaande generaties geserveerd: Jean kijkt aan tegen een groep dwalende volwassenen met een soms bedenkelijk moreel normbesef. Letts heeft een verklaring voor die desintegratie. Violet en Beverly groeiden allebei op in armoede, historisch te duiden als een gevolg van de vernietigende stofstormen die de VS in de jaren dertig teisterden (de dirty thirties). Armoede slaat diepe wonden, en die raken niet in één generatie geheeld. In het wereldbeeld van Letts heeft de tijd een trage loop en duurt het generaties alvorens de dingen een plek vinden. De naoorlogse welvaart bracht niet de verhoopte redding. Op een verloren moment legt Violet ter verdoving Lay Down Sally op de draaitafel. Het klinkt als een voorbije droom. De vervlogen hoop dat de liefde verlossing kan brengen. De hoop ook op een nieuw begin, een tweede kans. Dit staat in fel contrast met een tweede tekst die Letts laat resoneren in zijn stuk: The Hollow Men van T.S. Eliot, waaruit Letts meermaals in het stuk citeert. In dit gedicht uit 1925 schetste Eliot het klimaat van na de Eerste Wereldoorlog: de uitzichtloosheid van een uitgeholde, verloren generatie die langzaam uitdooft. Eliot drukte in het gedicht ook zijn persoonlijke morele zoektocht uit, wellicht mee het gevolg van zijn eigen huwelijksproblemen. Het slot van The Hollow Men klinkt als een stotterend gebed – een verre echo van een tanend geloof, door Tracy Letts fijntjes hertaald in het tafelgebed van Charlie. Letts maakt van The Hollow Men de lijftekst van Beverly, die in tegenstelling tot zijn vrouw de vechtlust heeft opgegeven. ‘Life is very long’… Dit gezegd zijnde, August: Osage County is, naast een donkere cultuurkritiek, vooral ook een komedie. Een – voor sommigen – spreekwoordelijk feest van herkenning. Hoop projecteert Letts op het personages van Johnna, een jonge vrouw met indianenroots die, in tegenstelling tot de anderen, haar plaats heeft gevonden en haar afkomst koestert. Een niet mis te verstaan statement over de verzuchting dat er toch iemand de zaak moet komen redden. Wat de andere personages – en het publiek – betreft, stuurt Letts aan op een gezonde dosis introspectie. Letts: ‘the truth is: these characters are all representatives of me, they’re all part of me.’ Koen Haagdorens © Kurt Van der Elst T.S. Eliot: The Hollow Men A Penny for the Old Guy 1. We are the hollow men We are the stuffed men Leaning together Headpiece filled with straw. Alas! Our dried voices, when We whisper together Are quiet and meaningless As wind in dry grass Or rats’ feet over broken glass In our dry cellar 4. The eyes are not here There are no eyes here In this valley of dying stars In this hollow valley This broken jaw of our lost kingdoms Shape without form, shade without colour, Paralysed force, gesture without motion; Those who have crossed With direct eyes, to death’s other Kingdom Remember us – if at all – not as lost Violent souls, but only As the hollow men The stuffed men. Sightless, unless The eyes reappear As the perpetual star Multifoliate rose Of death’s twilight kingdom The hope only Of empty men. 2. Eyes I dare not meet in dreams In death’s dream kingdom These do not appear: There, the eyes are Sunlight on a broken column There, is a tree swinging And voices are In the wind’s singing More distant and more solemn Than a fading star. Let me be no nearer In death’s dream kingdom Let me also wear Such deliberate disguises Rat’s coat, crowskin, crossed staves In a field Behaving as the wind behaves No nearer – Not that final meeting In the twilight kingdom 3. This is the dead land This is cactus land Here the stone images Are raised, here they receive The supplication of a dead man’s hand Under the twinkle of a fading star. It is like this In death’s other kingdom Waking alone At the hour when we are Trembling with tenderness Lips that would kiss From prayers to broken stone. In this last of meeting places We grope together And avoid speech Gathered on this beach of the tumid river 5. Here we go round the prickly pear Prickly pear prickly pear Here we go round the prickly pear At five o’clock in the morning. Between the idea And the reality Between the motion And the act Falls the Shadow For Thine is the Kingdom Between the conception And the creation Between the emotion And the response Falls the Shadow Life is very long Between the desire And the spasm Between the potency And the existence Between the essence And the descent Falls the Shadow For Thine is the Kingdom For Thine is Life is For Thine is the This is the way the world ends This is the way the world ends This is the way the world ends Not with a bang but a whimper. Toneelhuis werkt met subsidies van de stad Antwerpen en de Vlaamse Overheid. Scènefoto Kurt Van der Elst
© Copyright 2024 ExpyDoc