Voorbladen 25 maart 2014 - Regio West

Agendapunt 03 Mededelingen
Portefeuillehoudersoverleg Zorg, Welzijn, Onderwijs
Datum
25 maart 2014
Status
informerend
1. Afronding RAP West-Brabant
In de jaren 2011-2013 is in het kader van RAP West-Brabant met middelen van de
provincie 2,4 miljoen euro geïnvesteerd in het voorliggend veld van de jeugdzorg in
West-Brabant. Het programma is uiteindelijk afgesloten met een klein tekort
(€1.995,-). Dekking voor dit tekort zal gevonden worden binnen de RWB-begroting.
Bijgaand treft u de financiële en inhoudelijke eindrapportage aan (vanwege de omvang zijn deze niet bij de complete vergaderset gevoegd). De stuurgroep RAP
heeft op 26 februari 2014 onder voorbehoud van een goedkeurende accountantsverklaring ingestemd met deze eindverantwoording. Nadat de accountantsverklaring ontvangen is, zal de eindverantwoording ter vaststelling aan de provincie worden toegezonden.
INLEIDING
De Stuurgroep RAP benadrukt dat het belangrijk is om de kennis en ervaring die in
het programma is opgedaan goed te verankeren. Hierbij wordt vooral aandacht
gevraagd voor de volgende onderwerpen:
 In het programma is flink geïnvesteerd het in het opleiden van alle CJGmedewerkers in de Triple-P methodiek. Het is belangrijk dat deze kennis
verankerd blijft in alle CJG’s.
 In de loop van het programma hebben gemeenten meer inzicht gekregen in
de effectiviteit van diverse interventies die ingezet zijn. In het kader van de
transitie jeugdzorg is het belangrijk om deze interventies, waar mogelijk, in
het voorliggend veld te behouden.
2. Transformatiefonds jeugdzorg, 2e tranche
Op 10 december 2013 heeft u ingestemd met het in het kader van de Subsidieregeling Transformatie Jeugdzorg Noord-Brabant doen van een aanvraag voor een
subsidie van in totaal €137.972,- voor de realisatie van de volgende twee projecten:
- Voor West-Brabant West: Het ontsluiten van ervaringsdeskundigheid en zo vergroten van de eigen kracht van jeugd en ouders door middel van twee zelfhulpapps (één gericht op ouders en één gericht op jongeren);
-Voor West-Brabant Oost: Het organiseren van een proeftuin met een multidisciplinaire pool van vraaggerichte specialisten die met zo min mogelijk tussenstops (dus
vraagverheldering, onderzoek, diagnose in één en direct erna start van de hulp)
ingevlogen kunnen worden in lokale teams van generalistische professionals.
Van de provincie is inmiddels een goedkeurende beschikking ontvangen, zodat de
projecten van start kunnen gaan.
3. Bestuurlijke afspraken cliëntondersteuning WMO
Vanaf 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning. MEE
vervult hierin momenteel, op basis van landelijke afspraken, een grote rol. Om de
transitie voor de verantwoordelijkheid voor cliëntondersteuning naar gemeenten
goed te laten verlopen hebben het ministerie van VWS, MEE en de VNG bestuurlijke afspraken gemaakt over de waarborgen dat op 1 januari 2015 overal adequate
cliëntondersteuning beschikbaar is. (zie bijgevoegde boklagen 03.4 a en b) Eén
van de afspraken is dat gemeenten voor 1 mei a.s. afspraken maken met MEEorganisaties over de continuïteit van de cliëntondersteuning in 2015. Geadviseerd
wordt om bij het maken van deze afspraken de jeugdregio’s als uitgangspunt te
nemen omdat dit de grootste groep gebruikers betreft. Omdat de MEEverzorgingsgebieden en de jeugdregio’s niet synchroon lopen heeft RWB bij gemeentelijke projectleiders jeugd en Awbz uitgevraagd wanneer zij hun ideeën t.a.v.
de cliëntenondersteuning gevormd zullen hebben en op welk niveau vervolgens
bekeken wordt wat daarvan de gevolgen zijn voor de MEE-organisaties, opdat
hierover evt. gezamenlijk het gesprek aangegaan wordt met MEE. De reacties
hierop worden ter vergadering ingebracht.
ADVIES VOOR
BESLUITVORMING

kennis nemen van de mededelingen
Agendapunt 04 Meerjarig contract met
Kellebeek College inzake de
Volwasseneneducatie
Portefeuillehoudersoverleg Zorg, Welzijn, Onderwijs
Datum
25 maart 2014
Status
Besluitvormend
In de regio West-Brabant- west kopen zes gemeenten de
volwasseneneducatie in bij het Kellebeek College, onderdeel van het ROC
West-Brabant. In de regio West-Brabant-oost kopen zeven gemeenten de
volwasseneneducatie in bij het Kellebeek College. Met
volwasseneneducatie bedoelen we vooral de Nederlandse taalcursussen
en de rekencursussen voor mensen (autochtonen, allochtonen en
arbeidsmigranten) die laag zijn opgeleid en / of die de Nederlandse taal
onvoldoende machtig zijn. Het doel van deelname aan de cursussen is
veelal: het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, het beter
functioneren op het werk of het bevorderen van de maatschappelijke
participatie.
De dertien gemeenten in West-Brabant hebben al zo’n twintig jaar een
zakelijke relatie met het ROC omdat er gedwongen winkelnering bestaat.
Gemeenten zijn wettelijk verplicht de volwasseneneducatie bij een ROC in
te kopen.
INLEIDING
Al sinds ongeveer een jaar voert het ROC West-Brabant een actieve lobby
bij verschillende portefeuillehouders in onze regio om te komen tot een
meerjarig contract met alle dertien gemeenten. De aanleiding hiervoor is de
dreigende afschaffing van de gedwongen winkelnering. Het ROC ziet voor
zichzelf geen rol meer als het moet concurreren met (markt)partijen die niet
gebonden zijn aan een dure onderwijs – CAO. Het heeft daarbij de
ervaringen met de inburgeringscursussen in gedachten. Het College van
Bestuur van het ROC West-Brabant legt de portefeuillehouders in de WestBrabant de vraag voor of zij bereid zijn een meerjarig contract met het ROC
af te sluiten. Daarbij wordt een termijn van vijf jaar genoemd.
De wethouder van Breda heeft bij mw. I. Dulfer (lid raad van bestuur) en
dhr. F. Zacht (directeur Kellebeek College) aangegeven om het onderwerp
Meerjarig contract te bespreken in de vergadering van het
portefeuillehoudersoverleg ZWO.
Sinds begin januari van dit jaar zijn er nieuwe feiten. De minister zal een
nieuw wetsvoorstel inzake de Volwasseneneducatie indienen waarvan
enkele contouren bekend zijn- het wetsvoorstel is overigens nog niet
gepubliceerd.
De hoofdlijnen zijn: afschaffing van de gedwongen winkelnering, het
wetsvoorstel zal een (vrijwillige) regeling van afbouw bevatten van in totaal
drie jaren, de verplichting om de financiële middelen te besteden aan
Nederlandse taal blijft bestaan, het blijft een specifieke uitkering (wordt niet
overgedragen naar het deelfonds voor het sociaal domein), de financiële
middelen zullen worden uitgekeerd aan een centrumgemeente
(waarschijnlijk van de arbeidsmarktregio’s), de centrumgemeenten hebben
tot taak om samen met de andere gemeenten een regionaal programma
van educatievoorzieningen op te stellen en zij hebben de taak om
afspraken te maken met aanbieders van opleidingen educatie, daarbij in
acht nemend de behoefte per gemeente en het overeengekomen regionaal
programma. De arbeidsmarktregio West-Brabant (17 gemeenten) is gelijk
aan de regio West-Brabant minus Tholen en Alphen-Chaam.
Verder zijn op dit moment geen bijzonderheden bekend. Belangrijk zijn (de
antwoorden op) de vragen: komt er een aanbestedingsverplichting, op
basis van welke gegevens moeten gemeenten verantwoorden, op basis
van welke gegevens wordt het macrobudget verdeeld. Verder is onduidelijk
welke regels gaan gelden voor de vier gemeenten (Aalburg, Werkendam,
Baarle-Nassau en Woudrichem) die nu geen educatie inkopen bij het ROC
West-Brabant, maar bij een ander ROC.
Dit onderwerp is besproken met de ambtenaren van de dertien gemeenten
in West-Brabant, dat wil zeggen met de gemeenten die thans een relatie
hebben met het ROC West-Brabant.
De conclusie is dat het zeer waarschijnlijk is dat wet-en regelgeving
binnenkort gaan veranderen, en dat we nieuwe regels nog niet kennen.
Verder zijn ons geen goede redenen bekend om juist nu, in het voorjaar
van 2014, te beslissen over een meerjarig contract. Wij zijn van mening dat
dit onderwerp beter in de tweede helft van het jaar kan worden besproken.
Een ander zwaarwegend punt is dat het de vraag is of een dergelijke
besluit, namelijk het aangaan van een langlopende verplichting, kan worden
overgelaten aan een demissionair college.
ADVIES VOOR
BESLUITVORMING
Het ROC dringt met spoed aan op een meerjarige overeenkomst met
(tenminste) dertien gemeenten. De ambtelijke vertegenwoordigers van de
dertien gemeenten vinden het niet verantwoord om thans een dergelijk
besluit te nemen. Er zijn teveel onzekerheden. Verder is het belang van het
ROC evident, maar het is niet spoedeisend. Het maken van afspraken over
2015 en volgende jaren kan ook in het tweede helft van 2014 gebeuren- als
alle feiten bekend zijn.
Het advies is derhalve: het ROC (via de gemeente Breda) laten weten dat
de portefeuillehouders thans niet willen beslissen over een meerjarig
contract volwasseneneducatie en hiermee willen wachten tot alle relevante
feiten bekend zijn.
Agendapunt 05 Vervoersadvies
Portefeuillehoudersoverleg Zorg, Welzijn, Onderwijs
Datum
25 maart 2014
Status
Besluitvormend/opiniërend
INLEIDING
VOORSTEL
In uw novembervergadering stelde u een opdracht vast m.b.t. het opstellen van een
advies over de inrichting van het vervoer naar/van dagbesteding. Bijgevoegd treft u
een tussenrapportage aan van de werkgroep die met deze opdracht aan de slag is
gegaan (vertegenwoordigers van de diverse jeugd- en Awbz-clusters en
RWB/KCV). Deels is deze rapportage rijp voor een standpuntbepaling, deels is nog
een verdere ambtelijke en externe voorbereiding nodig.
U wordt voorgesteld de volgende adviezen te onderschrijven:
1. laat het vervoer naar maatschappelijke ondersteuning/dagbesteding per 2015 in
principe vooralsnog door de zorgaanbieders organiseren en betrek het dus bij
de inkoop van de “maatschappelijke ondersteuning nieuwe stijl”. En bezie op
een later moment of bundeling van dit vervoer met andere geregeld vervoer
(leerlingen- en WSW-vervoer) zinvol is;
2. regel/bepaal als gemeente in het verlengde van de toegang tot maatschappelijke ondersteuning ook de toegang tot door de zorgaanbieder georganiseerd
vervoer (en bewerkstellig dat de eigen mogelijkheden van cliënten en hun netwerk benut worden);
3. geef zorgaanbieders de prikkel en de ruimte om door hen georganiseerd vervoer te optimaliseren;
4. leg de maximale reistijd voor de klant in principe vast op 1 uur per rit;
5. sta toe dat de zorgaanbieder vrijwilligers inzet voor het vervoer, ook als het rolstoelvervoer betreft. Stel hieraan de vereiste vaardigheden (analoog aan die in
contractvervoer gelden).
Voor een onderbouwing wordt verwezen naar bijgaande rapportage.
Voor het overige wordt u gevraagd eventuele opmerkingen over de beschreven,
nog te beantwoorden, vragen in te brengen en nadere voorstellen af te wachten.
Een complete rapportage wordt eind april opgeleverd.
ADVIES VOOR
BESLUITVORMING
Het portefeuillehoudersoverleg ZWO onderschrijft bovenstaande adviezen en
wacht de eindrapportage af.
Agendapunt 06 Samenwerking gemeentenzorgverzekeraars
Portefeuillehoudersoverleg Zorg, Welzijn, Onderwijs
Datum
25 maart 2014
Status
Opiniërend/besluitvormend
INLEIDING
In uw novembervergadering besloot u in te gaan op het aanbod van wethouder
Bergkamp, op namens de 18 gemeenten het overleg te voeren met de zorgverzekeraars die in ons gebied dominant zijn (CZ en VGZ). Overleg dat zou moeten uitmonden in (vergelijkbare) convenanten met de zorgverzekeraars, waarbij de belangen van alle 18 gemeenten geborgd zouden moeten zijn.
Met deze notitie wordt u op de hoogte gesteld van de stand van zaken. Tevens
wordt een procesvoorstel aan u voorgelegd.
TOELICHTING
1. Stand van zaken proces met CZ
Gemeenten Breda is, net zoals Roosendaal en Etten-Leur door CZ aangemerkt als
een zogenaamde “speerpuntgemeente”. CZ gaat echter niet met alle speerpuntgemeenten tegelijkertijd in overleg, in West-Brabant beperkt ze zich vooralsnog tot
gemeente Breda. Het “in gesprek gaan” betekent nog niet automatisch dat er op
korte termijn een convenant afgesloten gaat worden. CZ gaat ook hierin een volgorde aanbrengen, gebaseerd op de mate waarin de visies van gemeente en CZ
overeen komen. Gemeente Breda heeft daartoe in de afgelopen periode de nodige
informatie aan CZ aan moeten leveren. Voorwaarde die CZ sowieso stelt dat het
door haar ontwikkelde ZOWEL-model, dat de afstemming tussen het sociale en
medische domein “regelt”, wordt onderschreven. (uitwerking bijvoegen?).
Landelijk betreft het vooralsnog 6 gemeenten, waarmee CZ op korte termijn een
convenant wil overeenkomen. Breda is er één van, zo heeft zij onlangs vernomen.
Het convenantoverleg zal binnenkort opgestart worden.
2. Stand van zaken proces met VGZ
VGZ heeft haar drie speerpuntgemeenten (Oosterhout, Roosendaal en Bergen op
Zoom) inmiddels (ambtelijk) benaderd. Bij Bergen op Zoom is het afsluiten van een
convenant ter sprake gekomen, daar wordt op 18 maart over doorgesproken. Bij
Roosendaal en Oosterhout is tot nu toe “alleen” het uitvoeren van een aantal pilots
aan de orde geweest.
3. Voorbereiding aan de kant van de gemeenten
Om tot een afgestemde gemeentelijke onderhandelingsstrategie te komen, is een
werkgroep geformeerd, waaraan de 2 jeugdzorgregio’s en de 4 Awbz-regio’s deelnemen. De accountmanager CZ van gemeente Breda (Gineke Kuin) participeert
hier uiteraard ook in. Ondersteuning werd geleverd door Margrietha Wats van de
Galangroep (de dagvoorzitter van de bijeenkomst in Hoeven). RWB sluit aan voor
de verbinding met andere trajecten (bijv. experimentenprogramma regelarme invoering Awbz). Tot nu toe zijn de 3 gehouden overleggen vooral gebruikt om helder
te krijgen welk gezamenlijk belang gemeenten en zorgverzekeraars hebben, of de
18 gemeenten gelijkgerichte belangen hebben, en over welke onderwerpen gemeenten graag tot afspraken willen komen met de zorgverzekeraars. Gelet op de
korte termijn tot aan de invoeringsdatum van 1 januari 2015 is het zaak daarbij een
fasering aan te brengen: wat op korte termijn te regelen en wat kan na 2015 verder
zijn beslag krijgen?
Een groslijst met onderwerpen is bijgevoegd. Graag vernemen wij uw opmerkingen
hierbij (worden onderwerpen gemist)?
4. Vervolg
Ten aanzien van het doel van dit traject is een nadere verheldering nodig. Wordt
aangestuurd op convenanten die door of namens 18 gemeenten getekend worden,
of is sprake van een convenant tussen Breda en zorgverzekeraars waarin bedongen is dat de andere gemeenten ook in de gelegenheid worden gesteld om (al dan
niet afwijkende) convenanten aan te gaan met de zorgverzekeraars? Voorstel?
Zoals aangegeven moet het echte convenantoverleg nog opgestart worden. Tot nu
toe is er nog geen bestuurlijk overleg geweest. De ambtelijke contacten met CZ en
VGZ lopen via verschillende gemeenten. De vraag is hoe straks de opschaling naar
het bestuurlijk overleg te maken: voert de wethouder van Breda deze gesprekken
alleen, of vergezeld van anderen (bijv. de wethouders van de andere speerpuntgemeenten)? Voorstel?
Margrietha Wats is in de tussentijd door CZ gevraagd om het gat dat gevallen is
door Angela Bras (hoofd V en V) deels mee in te vullen. Margrietha is hierop in
gegaan en dat betekent dat zij de komende tijd voor enkele dagen per week in
dienst van CZ zal werken. Een ondersteunende functie van de West-Brabantse
gemeenten is daarmee onverenigbaar. Voorstel vervolg voor ondersteuning?
Nog beschikbaar budget: ca € 5.500,-.
ADVIES VOOR
BESLUITVORMING
Het portefeuillehoudersoverleg ZWO:
 bespreekt de bijgevoegde lijst met gespreksonderwerpen voor het overleg tussen gemeenten en zorgverzekeraars;
 spreekt zich uit over het gewenste doel van het ingezette traject;
 maakt afspraken over het te voeren bestuurlijke overleg met de zorgverzekeraars;
 besluit over de inhuur van externe ondersteuning.
Agendapunt 07 Uitwerking opdrachten toegang, financiering en verantwoording
Portefeuillehoudersoverleg Zorg, Welzijn, Onderwijs
Datum
25 maart 2014
Status
Informerend
In uw novembervergadering besprak u ook het idee van het formeren van werkgroepjes die met (onderdelen van) de thema’s “toegang”, “bekostiging” en “verantwoording” aan de slag zouden gaan. Dit met als idee tot een spreiding van uitzoekwerk te komen, en waar gewenst en mogelijk tot afstemming. Dit laatste met
oog op beperking van bureaucratie (bijv. voorkomen grote diversiteit aan verantwoordingseisen).
INLEIDING
In eerste instantie hebben de initiatiefnemers Breda en Oosterhout een “college”
georganiseerd waarin T. Robbe uitleg heeft gegeven over de diverse vormen van
aanbesteden, toegang, bekostigingsmodellen, verantwoording. De belangstelling
hiervoor was erg groot, nadien hebben verschillende vertegenwoordigers van
Awbz-regio’s doorgesproken over het door gemeente Breda gekozen traject van
relationeel of bestuurlijk aanbesteden. Het gesprek focust zich op de inkoop van
maatwerkvoorzieningen op het gebied van de overkomende Awbz-taken. Diverse
modellen zijn denkbaar, bijv. een veilingmodel (aanbieders maken een aanbod op
maat per cliënt met complexe problematiek), een sterk vereenvoudigd model ( 1
prijs per dagdeel voor alle soorten van ondersteuning), een model waarin vooralsnog de huidige producten afgenomen blijven worden van aanbieders, weliswaar
met doorberekening van de korting.
Gemeenten Breda en Oosterhout hebben op 21 maart een sessie georganiseerd,
die tot doel heeft tot een gezamenlijke analyse te komen van de verschillende mogelijkheden. Deze zal zo concreet mogelijk ingestoken worden opdat de gevolgen
en consequenties zo goed mogelijk in beeld gebracht worden. Ook het aspect “regelarmheid” zal daar expliciet aan de orde komen.
De bevindingen zullen op 25 maart aan u gepresenteerd worden door de initiatiefnemers.
ADVIES VOOR
BESLUITVORMING
De opdracht op het onderdeel “toegang” is hangt nauw samen met de samenwerkingsafspraken tussen gemeenten en zorgverzekeraars, en is daar vooralsnog
belegd.
Het portefeuillehoudersoverleg ZWO:
 bespreekt aan de hand van de ter vergadering gepresenteerde analyse de verschillende inkoopmogelijkheden m.b.t. de maatwerkvoorziening maatschappelijke ondersteuning.