Corr.nr. 2014-26565, SG Zaaknr. 525205 Nummer 36 / 2014 Voordracht van het presidium aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de wijziging van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden van de provincie Groningen. 1. Samenvatting Op grond van de brief van de minister van BZK kenmerk 2013-0000733001 d.d. 11 december 2013 is het niet langer mogelijk om gemaakte onkosten voor het bijwonen van vergaderingen en activiteiten te vergoeden aan burgercommissieleden op grond van de Fractiekostenverordening provincie Groningen 2003. Aangezien het hier gaat om daadwerkelijk gemaakte reisen verblijfkosten die zijn gemaakt ten behoeve van de provincie, is het presidium van oordeel dat er een andere grondslag moet komen om deze declaraties rechtmatig te kunnen uitkeren. Door een beperkte wijziging door te voeren in de huidige Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden van de provincie Groningen, kan in deze grondslag worden voorzien. Deze voordracht voorziet erin deze wijziging door te voeren en met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 in werking te laten treden. 2. Doel en wettelijke grondslag De wijziging van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden van de provincie Groningen strekt ertoe de rechtspositie van burgercommissieleden te verankeren en daarmee meer in lijn te brengen met de positie van statenleden. Op grond van artikel 143 Provinciewet kunnen de Staten verordeningen (en wijzigingen daarop) vaststellen nadat zij het college van Gedeputeerde Staten in de gelegenheid hebben gesteld wensen en bedenkingen te uiten. 3. Procesbeschrijving en planning Al eerder dit jaar is in het presidium de brief van de minister van BZK d.d. 11 december 2013 aan de orde geweest en zijn nieuwe afspraken gemaakt rond het indienen en afhandelen van declaraties van statenleden. Nadien bleek dat de huidige verordening te beperkend is om alle onkosten die burgercommissieleden maakten en voorheen konden declareren bij de fractie, te kunnen declareren op grond van de (huidige) Verordening rechtspositie. Op 25 juni 2014 heeft het presidium daarom besloten de huidige verordening dusdanig te wijzigen dat de verslechtering van de rechtspositie van burgercommissieleden wordt gerepareerd en meer in lijn wordt gebracht met de rechtspositie van statenleden. Het besluit van het presidium om de inzet van burgercommissieleden, weliswaar in verminderde omvang namelijk per maart 2015 alleen voor fracties met 3 of minder zetels, heeft bij deze overweging ook meegespeeld. Bij brief van 27 juni 2014 zijn Gedeputeerde Staten in de gelegenheid gesteld wensen en bedenkingen te uiten. De reactie van het college d.d. 1 juli 2014 luidt als volgt: "Het voornemen tot aanvulling van Verordening rechtpositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie inzake de vergoeding van reis- en verblijfkosten voor leden van commissies die geen lid van Provinciale Staten zijn, geeft ons geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.” Dit leidt ertoe dat het ontwerpbesluit ongewijzigd blijft. 4. Begroting De beoogde wijziging heeft in principe geen financiële gevolgen, anders dan dat de grondslag voor de uitkering van de declaraties wijzigt van de fractiekostenverordening naar de Verordening rechtspositie en dus onder een andere (provinciale) kostenpost gaat vallen. 5. Inspraak/participatie Niet van toepassing. 6. Nadere toelichting De geldende Verordening, artikel 34 en 35, beperkt de vergoeding van reiskosten voor burgercommissieleden tot de commissievergaderingen. Daarnaast beperkt de Provinciewet artikel 94 de vergoeding van reiskosten tot reizen binnen de eigen provincie. De brief van de minister van BZK van december 2013 sluit vergoeding van reiskosten ten laste van het fractiebudget uit. Bestaande (gedoogde) praktijk is dat de ‘overige’ reiskosten via het fractiebudget werden gedeclareerd. Strikte hantering van de regels en de brief van de minister leidt derhalve tot een verslechtering van de declaratiemogelijkheid voor burgercommissieleden. In vrijwel alle provincies worden de verordeningen aangepast zodat deze zoveel mogelijk overeenstemmen met de lijn van BZK. Concreet wordt daartoe de volgende wijziging voorgesteld met de wijzigingen onderstreept weergegeven: Artikel 34 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen 1. Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van vergaderingen en activiteiten van een commissie en haar subcommissies een vergoeding ….etc Artikel 35 Reis- en verblijfkosten 1. Aan het lid van een commissie dat geen statenlid of gedeputeerde is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten vergoed voor het bijwonen van vergaderingen van commissies alsmede de reiskosten ter zake van andere ten behoeve van de provincie gemaakte reizen. De vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten; b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in de artikelen 2 en 4 van de Reisregeling binnenland. 2. Het in het eerste lid bedoelde lid van de commissie worden vergoed de gemaakte noodzakelijke verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie alsmede de verblijfkosten ter zake van andere ten behoeve van de provincie gemaakte reizen tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland. 7. Voorstel Wij stellen u voor het in ontwerp bij deze voordracht gevoegde besluit vast te stellen. Groningen, 1 juli 2014 Presidium van Provinciale Staten van Groningen: M.J. van den Berg , voorzitter. H. Engels-Van Nijen , griffier. Bijlagen bij de voordracht Geen 36-2 Nr. 36/2014 Provinciale Staten van Groningen: Gelezen de voordracht van het Presidium 1 juli 2014, nr. 2014-26565, SG; Gelet op - De Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden van de provincie Groningen, artikel 34 en artikel 35; - De Provinciewet, artikel 94; - De Provinciewet, artikel 143; - De brief van de minister van BZK van 11 december 2013, kenmerk 2013-0000733001; Besluiten: I. De Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden van de provincie Groningen als volgt te wijzigen: A. In artikel 34, eerste lid, wordt “vergaderingen van een commissie” vervangen door: vergaderingen en activiteiten van een commissie. B. In artikel 35, eerste lid, wordt de eerste volzin vervangen door: Aan het lid van een commissie dat geen statenlid of gedeputeerde is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten vergoed voor het bijwonen van vergaderingen van commissies alsmede de reiskosten ter zake van andere ten behoeve van de provincie gemaakte reizen. C. In artikel 35, tweede lid, wordt na “vergaderingen van de commissie” ingevoegd: alsmede de reiskosten ter zake van andere ten behoeve van de provincie gemaakte reizen. II. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2014. Groningen, Provinciale Staten voornoemd: M.J. van den Berg, voorzitter H. Engels-van Nijen, griffier 36-3
© Copyright 2024 ExpyDoc