Pericarditis constrictiva

Regiomeeting Tilburg
Pericarditis constrictiva
Dr. Arie van Dijk, cardioloog 14 november 2014 Dr. Arie van Dijk, congenitaal cardioloog
UMC St Radboud
Pericarditis constrictiva
•  anatomie van het normale pericard
•  fysiologie van het normale pericard
•  wat is pericarditis constrictiva
•  oorzaken
•  pathofysiologie
•  kliniek
•  diagnostiek
•  (therapie)
Anatomie
• 
• 
• 
• 
• 
pericard 2 lagen
pericardium visceralis – één laag met mesotheel cellen
pericardium parietalis – collageen & elastinevezels (2 mm)
pericardholte
50 mL pericardvocht
Anatomie
Functie
• 
• 
• 
• 
• 
• 
houdt de posi>e van het hart constant barrière voor infec>es lubrifica>e mechano-­‐ & pijnreceptoren – reflexen (b.v. Bezold-­‐Jarish reflex) produceert prostaglandinen: effect op coronaire vaaNonus heeO een beperkend effect op het hartvolume en ñ effect op vullingsdrukken Spodick DH. N Engl J Med 2003;349:684–90. Pericardi(s constric(va DIAGNOSE ①  aantonen van specifieke fysiologie ü  echocardiografie (Doppler) ü  hartkatheterisa>e ②  aantonen van verdikt pericard ü  (echocardiografie) ü  cardiale CT ü  cardiale MRI caveat Pericardi(s constric(va •  het eindstadium van een inflammatoir proces van het pericard dat meestal jaren nodig heeO om zich te ontwikkelen, maar kan al binnen enkele weken ontstaan. •  resulteert in verdikking, fibrosering, calcifica>e en adhesie van het parietale en viscerale pericard Oorzaken
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
idiopathisch bestraling (4%) postchirurgie (0.2%) infec>eus neoplasma auto-­‐immuun bij CTD uremie post-­‐trauma>sch sarcoidose methysergide (5HT-­‐antagonist) patches van ICD Pathofysiologie
Pathofysiologie
Bunnell IL et al., Am J Med 1960;25:640–6. Pathofysiologie
kliniek
• 
• 
• 
in meer dan 95% • 
verhoogde CVD • 
hepatosplenomegalie • 
in meer dan 75% • 
buikpijn • 
orthopnoe in veel minder dan 25% • 
pericardial knock • 
dyspnoe • 
skeletspierverlies • 
oedeem • 
misselijk en braken • 
ascites • 
duizelig • 
pleuravocht • 
erns>ge vermoeidheid • 
in minder dan 5% • 
trommelstokvingers in minder dan 25% • 
pulsus paradoxus • 
palpita>es • 
hoesten Cardiology Textbook Mayo Clinics 2008 lichamelijk onderzoek
•  verhoogde CVD •  Kussmaul sign lichamelijk onderzoek
•  pericardial knock: •  vroeg diastolische toon linker sternumrand of apex •  juist vroeger dan S3 •  correspondeert met de vroege abrupte stop in LV vulling •  hepatomegalie met leverpols •  ascites •  (tekenen van leverfalen) aanvullend onderzoek
•  ECG: geen specifieke afwijkingen •  non-­‐specifieke T-­‐top afwijkingen •  lage voltages •  atriumfibrilleren •  X-­‐thorax •  pericardiale calcifica>es •  vergrote hartcontour •  pleuravocht •  redis>bu>e en longoedeem aanvullend onderzoek
hartkatheterisatie
• 
• 
• 
• 
• 
• 
illustra>e van pathofysiologie onderscheid p. constric>va vs. restric>eve CMP vloeistof-­‐gevulde katheters (resonan>e!) ondervulling – fluid challenge post-­‐extrasystolische slag bijna al>jd verricht..., vaak niet compleet! hartkatheterisatie
Grossman W et al. Cardiac Catheteriza>on, Angiography and Interven>ons 1991;Chapter 35:637. hartkatheterisatie
Vaitkus PT et al., Circula>on 1996;93(4):834–5. hartkatheterisa(e Hatle L et al., Circula>on 1989;79:357–70. hartkatheterisatie
The systolic area index the ra>o of the RV area (mm Hg x s) to the LV area (mm Hg x s) in inspira>on versus expira>on. Talreja et al. J Am Coll Cardiol 2008;51:315–9 hartkatheterisatie
• 
• 
• 
• 
• 
• 
Kussmaul sign Diep Y en normaal X dal in RA drukcurve Equilibra>e van drukken (binnen 3-­‐5 mm Hg) Square-­‐root sign (dip & plateau) Discordante verandering van RV en LV piekdruk bij respira>e Systolic ra>o index echocardiografie
•  pericard: heldere dunne lineaire structuur, bij pericardvocht duidelijker te zien echocardiografie
echo •  septal bounce
echocardiografie
echocardiografie
echocardiografie MV
TV
HV
SVC
Klein et al, J Am Soc Echocardiogr 2013;26:965-­‐1012.) echocardiografie
echocardiografie
• 
• 
• 
• 
• 
• 
septal bounch (VB) abrupte stop vulling LV (VB) IVS beweging (VB) vergrote atria met aanwijzingen voor ñ druk wijde IVC respiratoire varia>e Doppler flow patronen •  MV E afname > 25% (sens 85-­‐90%) 20% niet •  levervenenflow: expiratoire afname D en toename reversals (VB) echocardiografie •  intact longitudinale LV verkorting
•  E’ > 8 cm/s
•  E’ septale annulus > E’ laterale annulus (reversus)
•  verminderde circumferentiële strain
•  verminderde torsie en twist septaal lateraal CT-scan
•  normaal aspect van het pericard: een heldere lineaire structuur in zowel contrast-­‐enhanced en non-­‐contrast enhanced opnamen t.o.v. het omringende vet; al>jd < 4 mm (1.3 – 2.5 mm) CT-scan
CT-scan
CT-scan
CT-scan
CT-scan
CT-scan
• 
• 
• 
• 
• 
• 
• 
verdikt pericard > 4 mm calcifica>e smalle en tubulaire vorm van de RV normale of kleine dimensies LV vergrote atria gedilateerde IVC hepatosplenomegalie, ascites, pleuravocht MRI-scan
•  het normale pericard is een lijn van lage signaal intensiteit tussen het myocard en het pericardiale vet (T1 gewogen en spin echo) •  best te zien anterior van de rechter ventrikel MRI-scan
• 
• 
• 
• 
verdikt pericard > 4 mm calcifica>e niet goed zichtbaar op cinebeelden bevindingen als bij echocardiogram tagging: •  aantonen van immobiliteit myocard-­‐pericard MRI-scan
MRI-scan
Yared et al., J Am Coll Cardiol Img 2010;3:650 – 6 Differentiale diagnose
Multimodality imaging
Verhaert et al., Circ Cardiovasc Imaging. 2010;3:333-­‐343 Therapie •  komt een andere keer J Take home messages • 
• 
• 
• 
• 
pericardi>s constric>va is zeldzaam bij rechts falen zonder ‘oorzaak’, ...... centrale rol voor echocardiografie CT en MR aanvullend, maar erg behulpzaam rol van harsunc>e laborant + cardioloog: