PPT

Forensische psychodiagnostiek bij
adolescenten
Annelien Heirman
Psycholoog
Overzicht


Forensische psychiatrie
Forensische psychodiagnostiek



Forensische = algemene psychodiagnostiek?
Wat is een goed onderzoekinstrument?
Wat houdt forensische psychodiagnostiek in?
Forensische psychiatrie?


De forensische psychiatrie bestaat niet
Meest gangbare visie: behandeling van patiënten
die:


Normoverschrijdend gedrag stellen (delicten)
Psychiatrische problematiek hebben
Fordulas





IBE
7 behandelbedden + 1 hervalbed
Besloten afdeling + veiligheidsmaatregelen
Behandelduur: 6 maanden tot 1 jaar
Gefaseerde werking met graduele vrijheden opbouw:
resocialisatie afhankelijk van gedrag en
mogelijkheden
Fender

Trajectadvies:




Psychiatrische screening en diagnostiek
Risicotaxatie
Indicatiestelling en behandeladvies
Motivatiegesprekken
Fender

Trajectbegeleiding (ambulant of in kader van voor-of
nazorg van de IBE Fordulas):







Individuele begeleiding
Hervalpreventie
Gezinsondersteuning en –begeleiding
Ondersteuning en begeleiding van teams
Overleg met de verschillende instanties organiseren
Ondersteuning naar school
In kaart brengen van mogelijkheden resocialisatie:
vrijetijdsbesteding, werk zoeken, …
Forensische diagnostiek?

Forensische psychodiagnostiek ≈ algemeen
psychiatrische psychodiagnostiek

3 kenmerkende aspecten:



Gedwongen kader en afwezigheid van hulpvraag
Aard van de psychopathologie
Specifieke forensische onderzoeksvragen
Gedwongen karakter

Is strijdig met de aard van de relatie die je normaal gezien met
de patiënt wil aangaan

‘laten kennen o.b.v. vertrouwen’

Motivatie is beperkt of afwezig

Gevolgen bij de patiënt:



Defensief
Sociaal wenselijk
Misleiding en manipulatie
Gevolgen voor de keuze van de onderzoeksinstrumenten
De aard van de psychopathologie

Gebrek aan zelfinzicht
Onrealistisch zelfbeeld
Geen lijdensdruk

Gevolgen:




Defensief en manipulerend
Psychopathie: pathologisch liegen en bewuste manipulatie
en bedrog
Nood aan collaterale informatie
Forensische onderzoeksvraag

Vaak een juridische vraag:





Recidiverisico
Toerekeningsvatbaarheid
Uit-handen-geving
…
Moet vertaald worden in psychologische
onderzoeksvraag
Forensische jeugdpsychiatrische afdeling:

Voldoet de jongere aan inclusiecriteria voor begeleiding?
Fordulas: inclusiecriteria

12 – 18 jaar
Onder toezicht van de jeugdrechter
Psychiatrische problematiek
IQ > 60

Tegenindicaties







Enkel gedragsstoornis
Ernstig en chronisch middelenmisbruik
Ernstige seksuele delicten
Risicovolle persoonlijkheidsontwikkeling met psychopate
kenmerken
High care, medium security
Wat is een goed instrument?

Betrouwbaarheid
= de mate waarin een instrument onderhevig is aan
toevalsfouten

Verschillende soorten:



Hertestingsbetrouwbaarheid: resultaten stabiel over tijd
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid: resultaten stabiel over persoon
Validiteit

Meet het instrument wat het bedoelt te meten?
Wat is een goed instrument?
Standaardisatie
 Duidelijk omschrijven hoe het instrument dient
gebruikt te worden en hoe scores berekenen

Beschikbaarheid van normscores
Forensische psychodiagnostiek in België nog in zijn
kinderschoenen: vrijwel geen normgegevens voor
forensische populaties
Forensische psychodiagnostiek



Psychopathie
Risico-taxatie
Andere belangrijke diagnostische topics binnen de
forensische setting




Gedragsproblemen
Screening voor middelenmisbruik
Overige psychopathologie
Neuropsychologie
Psychopathie



= psychiatrisch syndroom dat zich uit in het
chronisch vertonen van immoreel en antisociaal
gedrag t.o.v. anderen en hun eigendom
≠ antisociale persoonlijkheidsstoornis
Hare: integratie van gedrags- en
persoonlijkheidskenmerken
Psychopathie: kenmerken
Affectief
(Oppervlakkig affect,
gebrek aan
schuldgevoelens)
Interpersoonlijk
Gedragsmatig
(manipulatieve,
narcistische
kenmerken)
(Antisociaal gedrag,
impulsiviteit)
Psychopathie
Psychopathie: diagnostiek
Psychopathische
trekken
Zelf
rapportage
Informant
ratings
Klinische
ratings
MMPI-A, YPI,
APSD, CPS,
ICU,…
APSD
CPS
ICU,…
PCL:JV
Psychopathie: PCL:JV


= aanpassing van de PCL-R voor jongere groepen
(12 tot 18 jaar)
Nederlandse versie: De Ruiter e.a. (Harcourt)
Psychopathie: PCL:JV

Voordelen:


Lijkt qua concept het best op de PCL-R
Betrouwbaar en valide instrument om psychopathische
trekken en gedragingen te meten:




Goede interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
Gerelateerd aan early onset offending, risico op gewelddadig
gedrag, slechte aanpassing in instellingen, …
Bij jongeren: samenhang tussen score op PCL en ernstig
geweld
Nadelen:


Tijdsintensief en complex
Niet bruikbaar voor niet-klinische groepen en jongere
kinderen
Psychopathie - PCL:JV

Interview:


Anamnestische informatie die noodzakelijk is om een
aantal items te scoren
Interpersoonlijk gedrag observeren


Vb. scoring van item opgeblazen gevoel van eigenwaarde
Collaterale informatie (dossier en derden)



Geloofwaardigheid beoordelen van de informatie die in
het interview verkregen wordt
Bepalen of de interactiestijl tijdens het interview
representatief is voor de gebruikelijke manier van omgaan
met anderen
Scoren van bepaalde items

Vb. jeugdcriminaliteit
Psychopathie - PCL:JV
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
(11)
(12)
(13)
(14)
(15)
(16)
(17)
(18)
(19)
(20)
Indruk proberen te maken
Sterk opgeblazen gevoel van eigenwaarde
Sensatie zoeken
Pathologisch liegen
Manipulatie voor persoonlijk gewin
Gebrek aan berouw
Gebrek aan emotionele diepgang
Kilheid/ gebrek aan empathie
Parasitaire levensstijl
Gebrekkige woedebeheersing
Onpersoonlijk seksueel gedrag
Gedragsproblemen op jonge leeftijd
Ontbreken van realistische doelen op lange termijn
Impulsiviteit
Onverantwoordelijk gedrag
Geen verantwoordelijkheden nemen voor het eigen gedrag
Instabiele interpersoonlijke relaties
Ernstig crimineel gedrag
Ernstige schending van voorwaarden bij voorwaardelijke veroordeling of
voorwaardelijke invrijheidsstelling
Veelsoortige criminaliteit
Psychopathie - PCL:JV

Scoring:




20 items
0, 1 of 2
Cut-off score = 30
Wat met een score 29?


Profiel bekijken: score interpersoonlijk-affectief vs. score
gedragsmatig
Hoge score op interpersoonlijk-affectief: geen opname


Samenhang met lage therapietrouw, weinig motivatie, grotere kans
op recidive, groter risico op geweld
Lijkt een aspect te zijn dat minder vatbaar is voor behandeling
Psychopathie - PCL:JV



Voorzichtig omspringen met diagnose: stigma!
Niet enkel informatie over de mate van
aanwezigheid van psychopate kenmerken
Ook informatie over belangrijke
ontwikkelingsdomeinen van adolescenten:

School, gezin, vrienden, relaties, hobby’s, …
Informatie om aanknopingspunten te vinden voor
therapie, motivationeel werken en behandeldoelen
Psychopathie - behandeling

Beperkte data

Psychopathische trekken geassocieerd met minder
vooruitgang in therapeutische programma’s, grotere dropout



Therapeutische programma’s bevatten veel trainingen in
vaardigheden die ze juist al bezitten  gewiekster maken
Psychotherapie speelt in op het emotioneel-affectieve, maar bij
hen authentieke emotionele beleving?
Eerste resultaten tonen aan dat intensieve normering en
structurering werkzaam is


Strikt gedragstherapeutisch programma met modeling, leren
omgaan met kwaadheid en stress, betrekken van familie/context
Nadruk op delict- en normoverschrijdend gedrag
De rol van psychopathie in Risk
assessment?

Psychopathie is beste Single Predictor van het
stellen van gewelddadig gedrag bij volwassenen
 ook bij jongeren opnemen



Impulsief en sensatie zoekend zijn
Gebrekkige empathie
Narcisme/ manipulatieve kenmerken
Maar natuurlijk spelen andere risicofactoren ook een rol!
Risico-taxatie




Nood aan het in rekening brengen van alle relevante
risico factoren
Rekening houden met de individuele patiënt
Richting geven aan behandeling, preventie
Nood aan een transparant belissingssysteem
 ONTWIKKELING
RISICO-TAXATIE INSTRUMENTEN
Risico-taxatie

Twee benaderingen om tot een oordeel te komen:

Klinische benadering:



Gebruik maken van informele en/of intuïtieve processen om de
nodige gegevens te verzamelen, te combineren en te integreren.
Geloof in de eigen expertise, interpersoonlijke sensitiviteit en
theoretische kennis
Statistische benadering:




Het zoveel mogelijk uitsluiten van intuïtieve processen.
Voorspellingen zijn gebaseerd op empirisch onderzochte relaties
tussen predictoren en de conditie die men wil voorspellen.
Gegevens worden op een gestructureerde manier verzameld en
verwerkt (e.g. vergelijken met normgegevens)
De verschillende stappen in deze benadering zijn reproduceerbaar
en duidelijk gespecificeerd.
Risico-taxatie

Welke benadering is te verkiezen?
Statistische benadering zou in termen van nauwkeurigheid tot
betere resultaten leiden als de klinische benadering

Gestructureerde klinische taxatie: 2 benadering
combineren


Om hierdoor naast de ‘grondregels’ ook rekening te kunnen
houden met uitzonderingen
Beoordelaar kan als hij daar goede redenen voor heeft
bepaalde items zwaarder laten wegen dan anderen, aspecten
in rekenschap brengen die niet in het instrument voor komen
-
Let op: Mensen niet zo goed in het onderscheiden van
uitzonderingen van normaal gedrag
Studie Meehl (1954, 1986), meta-analyse Aegisdottir et al. (2006)
Risicotaxatie - doelstelling

Evalueren van risico
Geeft risico aan: laag – gemiddeld - hoog – zeer
hoog

Geen specifieke predictie over een individu!




NIET: Jan zal een delict stellen in de toekomst/ Jan heeft 80%
kan om een delict te stellen in de toekomst
WEL: Jan heeft een hoog risico voor het stellen van een delict
in de toekomst (als hij terug thuis wordt geplaatst)
Voorkomen
Doelen voor behandeling, interventie,
risicomanagment
Risico-taxatie - diagnostiek


Verschillende risicofactoren in rekenschap brengen
om een risico-inschatting te kunnen maken van een
bepaalde jongere
Statische (en dynamische) factoren integreren
Risico-taxatie - diagnostiek

Evidence-based risico factoren

Individuele factoren




Historische factoren





Early onset van verleden van geweld
Early onset van verleden van arrestaties
Geschiedenis van antisociaal en delinquent gedrag
Onset van middelengebruik
Familiale factoren



Persoonlijkheidskenmerken (gebrek aan spijt, schuldgevoelens,
gedragstoornissen)
Aandachtsdeficits
Impulsiviteit/ Risk taking
Inconsistente opvoedingspraktijken
Ouders met antisociaal/ crimineel verleden
Omgevings- en sociale factoren:


Deviante peers
Slechte schoolprestaties
Risicotaxatie - diagnostiek

Structured Assessment of Violence Risk in Youth:
SAVRY (Borum, Bartel, Forth, 2002):



12-18 jaar
24 risk items (historisch, sociaal/contextueel en
individuele factoren) en 6 beschermingsfactoren
Goede predictieve validiteit en betrouwbaarheid
Risicotaxatie - SAVRY


24 risicofactoren (historisch, contextueel, individueel)
6 protectieve factoren:







Prosociale betrokkenheid
Duidelijke ondersteuning door een ander
Duidelijke hechte band met ten minste één prosociale
volwassene
Positieve houding t.o.v. interventie en gezag
Duidelijke positieve gerichtheid op school of werk
Veerkrachtige persoonlijkheid
Effectieve forensische behandeling:


Reduceren van risicofactoren
Verhogen van protectieve factoren
Risicotaxatie - protectieve factoren



Meer evenwichtige risicotaxatie
Vollediger beeld van de patiënt
Positieve benadering van risicopreventie:


Motiverend voor patiënt en team
Ontwikkeling van behandeldoelen
SAFE CARE
Andere belangrijke diagnostische
topics in forenische settings

Gedragsproblemen

Oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD), Conduct Disorder


Overige psychopathologie (MMPI-A, ASEBA, CDI, SCARED-NL, projectief materiaal,…)








Vb. ASEBA schalen, BDHI-D
Depressie
Angststoornissen (vb. PTSS)
ADHD
Psychotische symptomen
Dissociatieve symptomen
Algemeen persoonlijkheidsfunctioneren
Screening voor middelenmisbruik
Neuropsychologie




Intelligentie
Impulsiviteit
Frustatietolerantie
Aandachtsproblematiek
(bv. DUSI)